Rex van Beijsterveldt - WATER DRIVEN - a breathing river landscape

Page 1

WATER GEDREVEN

EEN ADEMEND RIVIERENLANDSCHAP

R EX VAN BEIJSTERVELDT LANDSCHAPSARCHITECTUUR ACADEMIE VAN BOUKUNST AMSTERDAM
WATER DRIVEN WATER DRIVEN

WATER GEDREVEN

EEN ADEMEND RIVIERENLANDSCHAP

Rex van Beijsterveldt

Master Landschapsarchitectuur

Academie van Bouwkunst, Amsterdam

Augustus 2023

r.vbeijsterveldt@outlook.com

+31(0)6-343 577 48

Commissieleden

Mirte van Laarhoven (mentor)

Saline Verhoeven

Gerwin de Vries

Toegevoegde examinatoren

Ziega van den Berk

Roel van Gerwen

*Alle afbeeldingen, tenzij aangegeven met bronvermelding, zijn eigen werk en dienen vertrouwelijk te blijven. Ze mogen niet worden gedeeld of gedupliceerd door enige persoon of entiteit, behalve voor het specifieke doel van de Academie van Bouwkunst

SAMENVATTING

Inleiding: Historie, Heden en Toekomst van het Nederlandse Rivierengebied

Het Nederlandse rivierengebied heeft een rijke geschiedenis. Dit hoofdstuk introduceert een verkenning van het verleden, de huidige staat en geeft een nieuw perspectief voor een landschap onder druk. Het begint met een situatieschets waarin de kracht van water vanuit menselijk-, als natuurlijk perspectief wordt geïnterpreteerd.

De natuurlijke processen van de rivier hebben het land laag op laag gevormd. Echter zijn deze natuurlijke processen gestagneerd door menselijke interventies. De groeiende angst voor overstromingen en de behoefte aan landontwikkeling hebben geleid tot ingrijpende veranderingen in het landschap. Menselijke interventie, zoals dijkenbouw en landontginning, transformeerde het gebied tot een omvangrijk watervoerend systeem. Deze ontwikkelingen brengen welvaart, maar leiden vandaag de dag tot een breekpunt waarin de mens heeft geprobeerd de natuur te beheersen, maar geconfronteerd wordt met de keerzijde van deze ingrepen. Dit benadrukt de toenemende uitdagingen die klimaatverandering met zich meebrengt. Hogere rivierstanden en langdurige droogte vormen een bedreiging voor alles dat leeft. Dit plaatst het rivierengebied op een breekpunt, waarbij de traditionele benadering van waterbeheer niet langer adequaat is. Het pleit voor een heroverweging van de relatie tussen mens en water in het rivierengebied.

Verkenning: Het rivierengebied in zijn context Dit onderdeel geeft een beknopt overzicht en plaatst het stroomgebied van de Rijn en Maas in context. Het toont aan dat Nederland, als delta, uiterst kwetsbaar is voor zowel overstromingen als droogtes. Hoewel we een relatief gematigd klimaat hebben vergeleken met andere landen en er een constante aanvoer van water is vanuit diverse rivieren, is de beschikbaarheid van zoetwater niet vanzelfsprekend. De hoge bevolkingsdichtheid en de intensieve landbouw spelen hierin een significante rol. Door het Nederlandse rivierengebied in zijn context te plaatsen wordt de noodzaak benadrukt voor een grootschalige een water-gedreven aanpak.

Het Rivierengebied: Uitdagingen van Klimaatverandering en Watermanagement

Het derde deel analyseert de diverse uitdagingen waarmee het rivierengebied wordt geconfronteerd, met de nadruk op de gevolgen van klimaatverandering, waarin de risico‘s van overstromingen en droogte centraal staan. Aan de basis van deze problematiek ligt het huidige landgebruik en watersysteem dat is gericht op verspilling van water. Klimaatverandering resulteert in zowel toenemende overstromingen als droogtes, met aanzienlijke gevolgen voor de landbouw, de natuur en het stedelijke gebied.

Uit de analyse wordt duidelijk dat de komgebieden in het rivierengebied enorm kwetsbaar zijn. Deze komgebieden bevinden zich in de laaggelegen, zware kleigebieden achter de rivier en op de hoger gelegen oeverwallen. Ze kenmerken zich door weinig bebouwing en hoofdzakelijk weilanden. De kwetsbaarheid van deze gebieden benadrukt de cruciale rol van de komgebieden in de strategie voor de toekomstige ontwikkeling van een klimaatadaptief rivierengebied.

Strategie: Ontwikkeling van een Nieuw Watersysteem De strategie biedt een analyse van het bestaande watersysteem in de komgebieden, ofwel rivierpolders, en een strategie voor het nieuwe te ontwikkelen systeem. Het benadrukt het belang van het gebruik van de huidige situatie als basis voor de ontwikkeling van de strategie. Het beschrijft de kwetsbaarheid vanuit verschillende invalshoeken en tegelijkertijd worden nieuwe mogelijkheden voor landgebruik en grootschalige natuurontwikkeling onderzocht. Het introduceert leidende principes voor waterbeheer, natuurbehoud, landbouwtransitie en klimaatadaptatie. Deze principes houden rekening met verschillende factoren, zoals hoogte, het watersysteem, relatie met de rivier, bebouwde gebieden, infrastructuur, bodem, water, natuur, natte teelt en eigendom. Het beschrijft de verschillende stadia van het voorgestelde systeem dat meebeweegt/ademt met diverse weersomstandigheden en extremen. Er wordt een nieuw watersysteem voorgesteld op basis van de strategische punten. Dit systeem benadrukt een holistische benadering die ecologische, menselijke als economische belangen combineert.

Het Land van Maas en Waal: Een plan voor de toekomst Vanuit de strategie wordt de vertaalslag gemaakt naar het Land van Maas & Waal. Hierin wordt het karakter van het kommenlandschap beschreven, met aandacht voor zowel historische als actuele situaties, alsook voor de landbouwuitdagingen onder de nieuwe omstandigheden. Het schetst een verhaal van de diverse gebieden binnen het Land van Maas en Waal, gebaseerd op drie ruimtelijke pijlers: een vernieuwd watersysteem, herzien landgebruik en verbindingsstructuren die de identiteit van de regio benadrukken. Deze pijlers bieden de basis voor de concrete uitwerking van dit nieuwe ademende landschap.

Met een holistische benadering is getracht diepgaand inzicht te verschaffen in het Nederlandse rivierengebied, inclusief zijn cultuur, uitdagingen en mogelijke toekomst. De analyse leidt tot een visie die wordt gepresenteerd aan de hand van creatieve oplossingen, met als doel een duurzaam, veerkrachtig en evenwichtig landschap te creëren dat zowel menselijke behoeften als ecologische waarde combineert. Dit plan kan fungeren als leidraad en inspiratie voor de verdere ontwikkeling en toekomstige visie voor een landschap onder druk.

WATER GEDREVEN
1 INTRODUCTIE 8 1.1 De kracht van water 10 1.2 Breekpunt in tijd 12 1.3 Een nieuw perspectief 20 2 VERKENNING 22 2.1 Context 24 2.2 Water afhankelijk 26 2.3 Kwetsbare delta 28 3 HET RIVIERENGEBIED 30 3.1 Probleemstelling 32 3.2 Focusgebieden 44 3.2 Opgaven 50 4 STRATEGIE 60 4.1 Bestaande situatie als basis 62 4.2 Leidende principes 66 4.3 Een nieuw watersysteem 78 4.4 Een nieuw landgebruik 92 5 HET LAND VAN MAAS EN WAAL 114 5.1 Kommenlandschap 116 5.2 Het landschap, momenten en structuren 122 5.3 Een plan voor de toekomst 124 5.4 Doorvertaling 130 Slot 166 Discussie & aanbevelingen 168 Bibliografie 170 Met speciale dank aan 172 INHOUD

INTRODUCTIE 1

Rivieren zoals de Rijn en de Maas vormen belangrijke levensaders voor zowel mens als natuur. Met de veranderingen in het klimaat en de negatieve consequenties van de cultivatie van de rivier en het landschap staan we aan de vooravond van een kantelpunt. Het ontwerpend onderzoek pleit voor een radicale transitie in het Nederlandse rivierengebied.

In het rivierengebied contrasteren de extreme gevolgen scherp met elkaar. Zowel extreme watertekorten als overstromingsgevaar leggen een aanzienlijke druk op dit landschap, vooral in de laaggelegen komgebieden langs de rivieren. Deze kwetsbare gebieden vervullen daarom een sleutelrol bij het ontwikkelen van een grootschalige strategie om de gevolgen van klimaatverandering voor het Nederlandse rivierengebied op te vangen. Het biedt perspectief voor zowel natuur als de boer en toont wat mogelijk wordt wanneer water en bodem sturend zijn.

Deze benadering stelt ons in staat om niet alleen de negatieve effecten van klimaatverandering en een overgecultiveerd landschap te bestrijden, maar ook bij te dragen aan grootschalig natuurherstel en nieuwe vormen van landgebruik te realiseren. Door een grootschalig en intelligent watersysteem kan overtollig regenen rivierwater worden opgevangen en benut in perioden van droogte. Het resultaat is een ademend landschap dat geeft en neemt, aangedreven door een vernieuwede innovatieve watermachine. Deze visie omvat een cascade van waterbassins binnen de rivierpolders, elk met een eigen functie, landgebruik en identiteit. Een landschap waarin het overschot aan regen- en rivierwater dankbaar wordt opgeslagen door een vernieuwd dynamisch watersysteem, en een bron vormt in tijden van droogte. Dit markeert een transitie naar een landgebruik gedreven door water en bodem, met mogelijkheden voor duurzame productie, natuur en ecologie, en biedt een visie die perspectief schept op een natuurlijke en klimaatadaptieve toekomst.

Rivierlandschap met everzwijnjacht van in dit kunstwerk zijn landvormen en landschapselementen van rivierlandschappen van verschillende rivierprofielen te zien (Joost de Momper, 1590-1635)

8 WATER GEDREVEN
9 WATER GEDREVEN
Introductie 10 WATER GEDREVEN

Het instorten van huizen en het omkomen van menschen en beesten te Erichem, door den watervloed – Overstroming te Erichem in 1809, (Reinier Vinkeles (I), naar Cornelis van Hardenbergh, 1809)

1.1 DE KRACHT VAN WATER

De kracht van water kent vele interpretaties. Het stromende water van de rivieren heeft laag voor laag het rivierengebied gevormd door de aanen afvoer van sediment. Dit vormt de kern van hoe we vandaag de dag het land hebben gecultiveerd. Vanaf de eerste nederzettingen langs de rivieren begonnen mensen zich te beschermen tegen de kracht van het rivierwater door het bouwen van dijken. Met de verdere inkadering van de rivier en de toename in bewoond gebied groeide echter ook de kans op een alles verwoestende overstromingen.

Deze groeiende angst, gekoppeld aan het gebruik van het beschikbare land voor onder meer landbouw, heeft het Rivierengebied getransformeerd in een omvangrijke waterafvoerende machine. Vandaag de dag ondervinden we daar de keerzijde van. De aanvoer van water is niet langer vanzelfsprekend en de angst voor droogte neemt hevig toe.

Introductie
WATER GEDREVEN 11
Verleden Voor
BREEKPUNT
Na Toekomst Ruimte
Ruimte
rivier Statisch Meanderend Introductie 12 WATER GEDREVEN
BREEKPUNT
BREEKPUNT
voor de rivier
buiten de

1.2 BREEKPUNT IN TIJD

Het rivierengebied heeft door de geschiedenis heen verschillende breekpunten gekend die bepalend zijn geweest voor de inrichting en de omgang met het water in het landschap. Nu, met de tastbare gevolgen van klimaatverandering in combinatie met het huidige landgebruik, bevinden we ons wederom op een kantelpunt. Dit onderzoek pleit voor een radicale transitie van het rivierengebied, een transitie waarin water een nieuwe betekenis krijgt en er een hernieuwde synergie ontstaat tussen de rivier en het achterliggende land. Deze synergie is door bedijking en het huidige landgebruik volledig verloren gegaan.

De voorgestelde transitie zoekt ruimte voor de rivier en het water buiten het rivierbed. Dit water zal een nieuwe basis vormen voor innovatieve vormen van landgebruik en natuur, en fungeren als een klimaatbuffer voor een groot deel van ons land. Het is een visie die de kans biedt om het delicate evenwicht tussen het gecultiveerde landschap en de natuur te herstellen, rekening houdend met de onvoorspelbare dynamiek van ons veranderende klimaat.

Introductie 13 WATER GEDREVEN
Introductie 14 WATER GEDREVEN
Introductie 15 WATER GEDREVEN
Introductie 16 WATER GEDREVEN

RUIMTE VOOR DE RIVIER

Door een groeiend natuurbesef en de negatieve gevolgen van de ingekaderde rivieren, werd in 1986 het plan Ooievaar opgesteld door H+N+S als onderdeel van de EO Wijersprijsvraag. Het doel was het biotische riviersysteem weer werkend te krijgen. Na de overstromingen en hoge dreiging in 1993 en 1995, en in navolging van de gedachte van Plan Ooievaar, is in 2007 het programma Ruimte voor de Rivier gelanceerd. Het hoofddoel was waterveiligheid te garanderen door de rivier meer ruimte te geven en, waar mogelijk, natuur en recreatie te bevorderen.

Introductie 17 WATER GEDREVEN

DROOGTE & OVERSTROMING

Door klimaatverandering nemen weersextremen steeds vaker toe. Zowel de kans op overstromingen door de rivier als extreme droogte en watertekorten blijven toenemen. Hoewel water voor een delta vanzelfsprekend lijkt, wordt deze vanzelfsprekendheid minder. In de natte periodes wordt een overschot aan water uit de laaggelegen gebieden gepompt en via de rivieren naar de Noordzee geloosd. Tijdens de zomerperiodes zijn er echter hoge watertekorten. Deze leiden tot aanzienlijke opbrengstverliezen bij boeren, belemmeringen in de scheepvaart, schade aan de natuur, schade aan infrastructurele elementen zoals dijken en een steeds lagere grondwaterspiegel door onder andere het gebruik voor drinkwater, irrigatie en industrie. Dit complexe vraagstuk onderstreept de noodzaak om een evenwicht te vinden tussen de bescherming tegen overstromingen en het behoud van voldoende waterreserves. Het vraagt om een holistische aanpak, waarbij zowel het menselijke gebruik als het ecologische welzijn in aanmerking worden genomen.

Introductie 18 WATER GEDREVEN

EEN NIEUW WATERBUFFER LANDSCHAP

Door de uitdagingen in het gehele rivierenlandschap aan te pakken, en niet slechts binnen de dijken van de rivier, ontstaan er nieuwe mogelijkheden. Er is een synergie te realiseren tussen het achterliggende land en de rivier, waarbij de laaggelegen komgronden een cruciale rol kunnen spelen als klimaatbuffers voor het hele rivierengebied. Door het water een nieuwe functie te geven en de kansen voor natte natuur- en teelt te onderzoeken in combinatie met aanzienlijke waterhoeveelheden in het landschap, slaan we een nieuwe weg in. Hiermee wordt het afvoeren van zoetwater iets uit het verleden. Door het water de ruimte te geven bij overschot of hoogwater, kan het efficiënt worden benut in tijden van droogte. Dit leidt tot een ademend waterlandschap dat niet enkel een oplossing biedt voor het onder druk staande landschap, maar ook duurzame kansen creëert voor Midden-Nederland. De visie vereist een weloverwogen en samenhangende benadering, waarbij de nadruk ligt op de harmonie tussen menselijke behoeften en natuurlijke processen. Deze aanpak vormt de eerste stap naar verder onderzoek, waarbij de rivier en het achterliggende land opnieuw in synergie met elkaar worden gebracht. Het legt de basis voor een toekomstgerichte strategie die bijdraagt aan een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de regio.

Introductie 19 WATER GEDREVEN

Verleden Vrij

Heden Ingesloten

Toekomst Ademend

Introductie 20 WATER GEDREVEN

1.3 EEN NIEUW PERSPECTIEF

Nederlandse delta ligt vast tussen kribben en dijken en de oplossing is in de laatste decennia gezocht binnen de verruiming van kaders van de rivier met een focus op hoogwater bescherming en locatiespecifieke verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Echter, de voortdurende verstedelijking langs de rivier maakt het vinden van ruimte steeds moeilijker, en de problematiek van droogte in het gehele Nederlandse landschap wordt steeds ernstiger.

De visie pleit voor een aanpak buiten de conventionele kaders van de rivier, met name in de komgebieden. Deze gebieden liggen van nature lager in het landschap, hebben een lage bebouwingsgraad en bestaan voornamelijk uit weiland. Door op de schaal van het gehele centrale rivierengebied te werken, zonder de noodzaak van grote infrastructurele interventies zoals dijken, kan een aanzienlijke hoeveelheid zoetwater worden geborgen. Hierbij kan zowel regenwater als het overschot aan rivierwater worden opgevangen, dat juist in tijden van langdurige droogte kan worden gebruikt.

Door op deze grote schaal de watercapaciteit van het landschap te verhogen, ontstaat er een waterbufferlandschap van nationaal belang. Als men over de komgebieden van het centrale rivierengebied een waterpeil van +0,60 m boven maaiveld zou aanhouden, zou dit gelijkstaan aan de buffercapaciteit van het IJsselmeergebied van ongeveer 400 miljoen m³ water.

Dit betekent dat het rivierengebied, met de constante aanvoer van water en een vergelijkbare buffercapaciteit, de tweede waterbuffer zou kunnen vormen voor midden Nederland. Deze innovatieve benadering kan een belangrijke bijdrage leveren aan het tegengaan van de effecten van klimaatverandering en het waarborgen van de duurzaamheid en veerkracht van de Nederlandse delta.

Introductie 21 WATER GEDREVEN

Watersnood na dijkdoorbraken

bij de grote rivieren, 1740-1741, (Jan Smit (II), 1741)

22
GEDREVEN
VERKENNING 2
WATER
23 WATER GEDREVEN
Rijn Maas Verkenning 24 WATER GEDREVEN

2.1 CONTEXT

Het Nederlandse rivierengebied omvat het stroomgebied van de Rijn en de Maas en vormt de delta waar de rivieren uitmonden in zee. Als zodanig fungeert Nederland als het afvoerputje van een aanzienlijk deel van Europa. Op de kaart is duidelijk te zien hoe de dichtheid van de rivieren in Nederland toeneemt en in de zee uitmondt. Het systeem heeft als doel overtollig water zo efficiënt en veilig mogelijk naar zee te voeren, ondersteund door een netwerk van waterlopen die het water uit lagergelegen gebieden, zoals de polders, afvoeren. Met de toename van weersextremen zoals wateroverlast en hoogwater komt er grote druk te staan op het op twee na dichtstbevolkte land van Europa. Als voorloper in de efficiënte afvoer van water en het bieden van waterveiligheid, ondervindt dit systeem toenemende druk door watertekorten. Het seizoensgebonden wateroverschot en hoogwater staan haaks in contrast tot de periodes van extreme droogte.

Stroomgebied van de Rijn & de Maas

Verkenning
25 WATER GEDREVEN
Verkenning 26 WATER GEDREVEN

2.2 WATER AFHANKELIJK

Ondanks de constante aanvoer van rivierwater en het gematigde klimaat van Nederland in vergelijking met andere Europese landen, blijkt uit de volgende kaart dat Nederland buitengewoon afhankelijk is van zoetwater. De seizoensgebonden waterschaarste in Nederland is, vergeleken met andere Europese landen, uiterst hoog. Bevolkingsdichtheid en landbouw spelen hierbij een belangrijke rol.

Nederland is een dichtbevolkt land met een intensieve landbouwsector. Landbouw is niet alleen een cruciale economische pijler maar vereist ook veel zoetwater. Zoetwater wordt eveneens gebruikt voor industriële en huishoudelijke doeleinden, wat de vraag verder opdrijft. Het netwerk van dijken, dammen en waterwerken voorkomt dat een groot deel van het land, dat onder zeeniveau ligt, overstroomt. Het afvoersysteem leidt echter tot seizoensgebonden waterverlies. Bovendien vereist de landbouwsector, mede door verzilting, een grotere toevoer van water voor de doorspoeling van het systeem. Kortom een zoetwater verslaafd systeem.

Dit alles maakt het Nederlandse cultuurlandschap extreem afhankelijk van zoetwater, een afhankelijkheid die met het veranderende klimaat naar verwachting alleen maar zal toenemen.

seizoensgebonden waterschaarste in heel Europa, gemeten aan de hand van de waterbenuttingsindex voor deelstroomgebieden

Verkenning 27 WATER GEDREVEN
Waterdiepte Oversoming (>1000jr) 1.0-2.0m <0.5-1.0m 2.0-3.0m 3.0-4.0m 4.0->5.0m Potentiele schade in euro (€Miljard) D 15 A 10 B 21 F 25 C 58 E 71 G 109 Verkenning 28 WATER GEDREVEN

2.3 KWETSBARE DELTA

Risico ontrekken grondwater

Bij het onderzoeken van het stroomgebied van de Rijn wordt duidelijk hoe kwetsbaar het Nederlandse rivierengebied is. De kans op een overstroming is significant, en de potentiële gevolgen ervan zijn omvangrijk. Ondanks de beschermende maatregelen die zijn genomen, zal de kans op een overstroming door de voortdurende klimaatverandering toenemen. De hoge bevolkingsdichtheid en de concentratie van economische activiteiten in de delta maken dat de potentiële schade, uitgedrukt in euro‘s, enorm is.

Binnen het stroomgebied en in vergelijking met veel andere Europese landen kent Nederland vanwege zijn geografie en lage ligging een verhoogd risico op de negatieve gevolgen van grondwaterontrekking. Enkele van deze gevolgen zijn een verhoogd risico op verzilting, bodemdaling, schade aan kwetsbare ecosystemen zoals veengebieden, en een afhankelijkheid van zoetwater in de intensieve landbouw en veeteelt.

De kaarten onderstrepen de urgentie om nu verder te kijken en niet te wachten op een mogelijke ramp. De noodzaak voor een proactieve en nieuwe benadering van de omgang met water is hierin cruciaal.

Matig risico Groot riscio Zeer groot risico Geen risico
Verkenning 29 WATER GEDREVEN

3

HET RIVIERENGEBIED

Christiaan Josi en Jacob Cats, Dijkdoorbraak bij Bemmel

in 1799, ets en aquatint, uitgegeven door Christiaan Josi, 492 x 590 mm, Rijksmuseum

DRIVEN
WATER
Amsterdam, RP-P-AO-4A-94. Bron: Rijksstudio 30
WATER DRIVEN 31

Kaart der overstrooming van de Neder Betuwe, den Tielerwaard, Maas en Waal, den Bommelerwaard beneden den Meidijk en in Noordbrabant : veroorzaakt door de doorbraken in maart 1855, [1856] bron: Gelders archief

Het rivierengebied
32 WATER GEDREVEN

3.1 PROBLEEMSTELLING

Het Nederlandse rivierengebied heeft een rijke geschiedenis van water gerelateerde uitdagingen, zoals geïllustreerd wordt door de overstromingskaart van een groot deel van het centrale rivierengebied in 1855. Deze constante dreiging, gekoppeld aan innovatieve oplossingen in het watersysteem, ligt verankerd in de Nederlandse identiteit en karakteriseert het rivierengebied.

In dit hoofdstuk wordt een gedetailleerde analyse gepresenteerd op de schaal van het rivierengebied, met bijzondere aandacht voor de gevolgen van klimaatverandering, landgebruik en het huidige watersysteem. Dit door middel van beschikbare data in de vorm van kaartmateriaal. Tevens wordt er onderzocht welke opgaven er liggen voor de verschillende gebieden binnen de regio. Deze analyse kan dienen als fundament voor een strategie gericht op de toekomstige ontwikkeling van het gebied, waarbij rekening wordt gehouden met zowel de historische context als toekomstige uitdagingen en mogelijkheden.

Het rivierengebied 33 WATER GEDREVEN

Deze luchtfoto genomen in Brommelen, Nederland, toont het overstroomde gebied rond de Maas nadat een dijk van het Julianakanaal brak, 16 juli 2021. (Remko de Waal/ANP/AFP)

Jaaroverzicht 2020 weer.nl, extreme droogte tot wateroverlast en warmterecords, (Erica van Leeuwen, 2020)

Het rivierengebied 34
WATER GEDREVEN

KLIMAATVERANDERING

De gevolgen van klimaatverandering voor het Nederlandse rivierengebied zijn aanzienlijk en veelomvattend. Stijgende temperaturen en fluctuerende neerslagpatronen resulteren in een toename van zowel wateroverlast als droogte. Intensievere regenbuien leiden tot een versnelde waterafvoer naar de rivieren, waardoor het risico op overstromingen stijgt. De lage ligging van het gebied, gecombineerd met de aanwezigheid van grote rivieren, vergroot deze kwetsbaarheid.

Tegelijkertijd heeft droogte een negatief effect op de rivierafvoer en de waterstanden, waardoor landbouwproductie en ecologische systemen onder druk komen te staan. Een geïntegreerde aanpak van waterbeheer is dan ook onontbeerlijk. Hierbij zijn investeringen in innovatieve wateropslagmethoden van cruciaal belang om overstromingen tegen te gaan en een betrouwbare zoetwatervoorziening te garanderen. Het introduceren van natuurlijke overstromingsgebieden kan bijdragen aan de regulatie van waterstanden en de vermindering van risico‘s.

Daarnaast zijn aanvullende adaptatiestrategieën vereist om de negatieve effecten van wateroverlast en droogte te beperken. Door deze gecoördineerde benadering kan de leefbaarheid, veiligheid en welvaart van het gebied op de lange termijn worden gewaarborgd. Deze integrale visie is essentieel voor het navigeren van de complexe uitdagingen die klimaatverandering met zich meebrengt, en plaatst Nederland wederom in de positie van pionier in waterbeheeren veiligheid, en als nieuwkomer natuurherstel.

Het rivierengebied 35 WATER GEDREVEN

KLEINEKANS

*De volgende kaarten zijn zelf gemaakt door het combineren van data. De verwijzing naar het oorspronkelijke bronbestand is te vinden in het gedeelte ‘bibliografie“.

WATER DRIVEN
Het rivierengebied 36

EXTREEM KLEINE KANS

OVERSTROMING

MIDDELGROTE KANS

GROTE KANS

De volgende kaarten geven duidelijk weer wat de overstromingsdiepte is in relatie tot de overstromingskans. Bij een analyse van het stedelijke gebied in verhouding tot het rivierbed tussen de dijken blijkt dat bij een middelgrote of zelfs kleine kans op overstroming het grootste deel van het rivierengebied onder water kan komen te staan.

Dit scenario, hoewel onwaarschijnlijk, heeft potentieel catastrofale gevolgen. Circa 59% van het Nederlandsse landoppervlak loopt overstromingsgevaar, waarbij 33% overstroomt als de rivierdijken breken en de rivier buiten zijn oevers treedt. Gezien de ernstige verwachte impact op mens en economie, behoort overstroming tot een van de ernstigste rampen die Nederland kunnen treffen. Een overstroming kan vele levens eisen en tot maatschappelijke ontwrichting leiden. Met de toenemende bevolkingsgroei en druk op het landschap zal dit risico bovendien significant toenemen. De urgentie om proactieve maatregelen te nemen is groot.

STEDEN & DIJKEN
Het rivierengebied 37 WATER GEDREVEN

DROOGTESTRESS

Het rivierengebied 38 WATER GEDREVEN

NATUUR LANDBOUW

Het risico op droogte in het Nederlandse rivierengebied groeit door klimaatverandering, wat resulteert in verminderde rivierafvoer en lagere waterstanden tijdens droge perioden. Deze ontwikkeling bedreigt gewassen en natuurlijke ecosystemen, die te kampen hebben met watertekorten. Hierdoor komt landbouwproductie in gevaar en raken ecologische systemen uit evenwicht. In droge tijden kan de bodem zover uitdrogen dat vegetatie en gewassen afsterven.

Droogtestress is gerelateerd aan een te lage grondwaterstand, vooral bij zandgronden, maar uitzonderlijk bij zware komgronden. Deze situatie maakt de komgebieden bijzonder kwetsbaar voor droogtestress. Het veiligstellen van een stabiele zoetwatervoorziening verandert hierdoor in een steeds complexere opgave. Om dit escalerende risico op droogte effectief te pareren en de toekomstige welvaart van het gebied te beschermen, zijn zorgvuldig waterbeheer en doordachte adaptatiestrategieën onmisbaar.

BODEMKAART

DROOGTE GEM. LAAGSTE GRONDWATERSTAND
Het rivierengebied 39 WATER GEDREVEN
NEERSLAGTEKORT CA. 300MM

Stikstofcrisis (bron: TNO)

Biodiversiteitsverlies (bron: C.F.I.E.S.I.N)

Achteruitgang biodiversiteit (bron: PBL)

Het rivierengebied 40 WATER GEDREVEN
WEILAND

BOMEN

LANDGEBRUIK

Het landgebruik speelt een cruciale rol in de problematiek van het rivierengebied. Uit de analyse blijkt een aantal opvallende kenmerken in vergelijking met de rest van Nederland. Zo wordt in het rivierengebied een hoog percentage weiland waargenomen, vooral gecentreerd in de komgebieden. (Op pagian 46 en 47 worden de verhoudingen per komgebied weergegeven). Dit is het gevolg van de zware, kalkloze kleibodem, die ongeschikt is voor de reguliere teelt van akkerbouwgewassen. Dankzij het efficiënte afwateringssysteem is veeteelt op weilanden het dominante landgebruik.

Echter, draagt het mono-weiland niet bij aan een klimaatbestendige toekomst. Het is onderdeel van het significante verlies aan biodiversiteit en draagt bij aan de stikstofcrisis, mede veroorzaakt door de intensieve veehouderij op deze gronden. Het rivierengebied kent daarnaast een zeer lage dichtheid aan natuur in vergelijking met de rest van het oostelijke deel van Nederland zoals te zien is op de onderstaande kaart van het NatuurNetwerkNederlan.

Weinig areaal natuur in het rivierengebied

INTENSITEIT VEEHOUDERIJEN (licht is laag en donker is hoog) STIKSTOFUITSTOOT (licht is laag en donker is hoog) NNN & NATURA 2000
Het centrale rivierengebied Het rivierengebied 41 WATER GEDREVEN

GemiddeldejaarlijkseafvoerverdelingvanRijnenMaas

Het rivierengebied
42 WATER GEDREVEN

DIJKEN

HOOGTEKAART

WATERVERSPILLING

Het huidige waterafvoersysteem in het Nederlandse rivierengebied, inclusief de rivierpolders, resulteert in aanzienlijke waterverspilling. De nadruk op snelle waterafvoer om overstromingen en wateroverlast in de landbouw te voorkomen, leidt tot het te snel afvoeren van kostbaar zoetwater naar zee in natte periodes en periodes met hoge rivierwaterafvoer. Dit betekent dat een essentiële bron van zoetwater verloren gaat, wat met name problematisch is tijdens droge perioden en bijdraagt aan de groeiende kwetsbaarheid

Het rivierengebied 43 WATER GEDREVEN

Het waterbeheer zou zich meer moeten richten op het opslaan en vasthouden van water om het beschikbaar te houden voor doeleinden zoals irrigatie, landbouw, industrie en drinkwatervoorziening. Een doordachte herziening van het bestaande systeem, gekoppeld aan investeringen in duurzaam waterbeheer, is daarom cruciaal. Zo kan waterverspilling worden teruggedrongen en de zoetwatervoorziening op de lange termijn worden veiliggesteld. Hiermee onderstreept Nederland zijn rol als leider in waterbeheer en draagt het bij aan een toekomstbestendige aanpak van deze essentiële hulpbron. Infiltrerend vermogen ondergrond Hoog Laag
INFILTREREND VERMOGEN ONDERGROND
GEMALEN

Lage komgronden / rivierpolders

Door de lage ligging en een slechte infiltrerende ondergrond zijn deze gebieden ingericht om al het water (rivierkwel en regenwater) constant weg te pompen d.m.v. gemalen. Water dat vervolgens weer in het riviersysteem wordt teruggepompt en via de Noordzee wordt geloosd

KOMGRONDEN

DROOGTESTRESS

OVERSTROMING

BODEMKAART

Het rivierengebied 44 WATER GEDREVEN

3.2 FOCUSGEBIEDEN

Bij het analyseren van de kwetsbaarheid voor zowel droogte als overstroming in het rivierengebied, in relatie tot het type landgebruik en bodemstructuur, blijkt dat de komgronden significant opvallen. Zoals eerder genoemd, hangt dit samen met de lage ligging en specifieke bodemstructuur. Deze eigenschappen hebben in de loop van de landschappelijke ontstaansgeschiedenis geleid tot een hoge concentratie weilanden voor de vee-industrie. Het watersysteem is hierop aangepast, met een nadruk op efficiënte waterafvoer om dit landgebruik mogelijk te maken.

Deze inrichting, in combinatie met de eigenschappen van de bodem en hoogte, maakt deze gebieden echter ook bijzonder kwetsbaar. Daarom vormen de komgronden de focusgebieden waarin oplossingen worden gezocht. Deze oplossingen moeten op grote schaal bijdragen aan een duurzaam en klimaatadaptief landschap, waar zowel de maatschappij als de natuur van profiteren. Het is een complexe maar noodzakelijke taak om een evenwicht te vinden dat de veiligheid en leefbaarheid van het gebied op de lange termijn waarborgt.

Het rivierengebied 45 WATER GEDREVEN
Het rivierengebied 46 WATER GEDREVEN

KOMGEBIEDEN / RIVIERPOLDERS

Op de tekening zijn de verschillende komgebieden en de bijbehorende afvoergebieden van het rivierengebied duidelijk zichtbaar. Het profiel illustreert hoe de kommen de laagtes vormen achter de oeverwallen. Ondanks de lage ligging betreft het vlakke stukken land met een netwerk van waterlopen die afwateren naar een hoofdwaterloop, verbonden met een gemaal dat het overtollige water uit de gebieden pompt. In de kommen zijn opmerkelijk weinig dorpen en steden gebouwd vanwege het drassige karakter. Het landschap kenmerkt zich dan ook door een uitsluitende oriëntatie op landbouw.

Deze kenmerken maken de komgronden geschikt voor grootschalige transities die dienen voor het grotere geheel van het Nederlandse landschap. De snelheid van verandering in een onbebouwd landelijk gebied ligt immers hoger dan in sterk stedelijk en bebouwd gebied. Hierdoor kan op een uitgestrekte, landschappelijke schaal worden gekeken naar de mogelijkheden om van de komgebieden, in combinatie met het omliggende rivierengebied, een uitgebreid waterbufferlandschap te maken. Dit biedt kansen voor zowel innovatief waterbeheer als voor de versterking van natuurlijke en toekomstbestendige agrarische functies.

Het rivierengebied Water Uiterwaarden Komgebieden Bebouwde kernen 47 WATER GEDREVEN

Kavels

Weiland/grasland

Snijmais (veevoer)

Akkerbouw

Alm & Biesbosch

Vijf Herenlanden

Tielerwaard

Neder- en Over-betuwe

Het rivierengebied 48 WATER GEDREVEN

Lek & Linge

Land van Maas & Waal

Hertogswetering

Bommelenwaard

Het rivierengebied 49
GEDREVEN
WATER
Het rivierengebied 50 WATER GEDREVEN

3.3 OPGAVEN

Om een grondig begrip te verkrijgen van de opgaven voor de komgebieden, is het zinvol de problematiek vanuit verschillende invalshoeken te benaderen. Dit helpt bij het vormgeven van de strategie voor een nieuw waterbufferlandschap. De eerste invalshoek betreft een historische vergelijking met de vrije Rijn en Maas in tijdens het Holoceen, en de onderlinge synergie daartussen. Vervolgens wordt gekeken naar de ontwikkeling van het landgebruik in de laatste eeuwen en de cultuurlijke en natuurlijke landschapselementen. Tot slot wordt de wateropgave onderzocht en wordt een vergelijking gemaakt met de nationale waterbuffer van Nederland, namelijk het IJsselmeergebied. Deze gelaagde aanpak zorgt voor een veelzijdig inzicht in de uitdagingen en mogelijkheden voor de toekomstige inrichting en het beheer van het gebied.

Het rivierengebied 51 WATER GEDREVEN
Het rivierengebied 52 WATER GEDREVEN

‘‘Voor de aanleg van dijken werd het hele rivierengebied met rivierwa- ter overstroomd. De rivierbedding meanderde en er was een geleidelijke gradiënt van hoogdynamische ‘droge’ riviernatuur op de stroomrug naar laagdynamische ‘moerasnatuur’ in de komgebieden.’’

SYNERGIE TUSSEN LAND EN WATER

In het Holoceen tijdperk zijn verschillende klimaat schommelingen opgetreden, variërend van natte tot droge periodes, en met relatief kleine verschillen in jaartemperaturen, waaronder een kleine ijstijd. Toch is het Holoceen over het algemeen klimatologisch stabiel geweest, met uitzondering van de afgelopen eeuw, waarin een versnelde klimaatverandering plaatsvind als gevolg van menselijk handelen.

De bijgevoegde geologische en geomorfologische kaart toont de ontwikkeling van de loop van de Rijn en Maas in de afgelopen 10.000 jaar. Hieruit blijkt duidelijk hoe de rivier transformeerde van een vlechtend systeem naar een meanderend systeem (van licht naar donker) en het idee hoe de aan- en afvoer van sediment de bodem heeft gevormd. Voor de bedijking vormde het hele rivierengebied een uitgestrekte riviervlakte, waarbij de lagere gebieden onderliepen en het fijnste sediment werd afgezet, wat het type vegetatie bepaalde en de bodem verrijkte.

Deze synergie tussen de rivier en het achterliggende landschap is echter volledig verloren gegaan, en de natuurlijke processen, zoals het veranderen van de loop van de rivier door het indammen ervan, zijn volledig verdwenen. De opgave is niet om deze natuurlijke processen volledig te herstellen, aangezien dit met de huidige inrichting en gebruik simpelweg niet mogelijk is. Wel is het belangrijk om slimme manieren te onderzoeken om een nieuwe synergie te creëren tussen de rivier en het achterliggende land, zodat beide elementen weer van elkaar kunnen profiteren, zoals in het verleden.

Heden Verleden
Het rivierengebied 53 WATER GEDREVEN
Het rivierengebied 54 WATER GEDREVEN

VANUIT DE ONDERGROND

Wateroverlast en droogte zijn sterk gerelateerd aan het landgebruik en de interactie met het natuurlijke systeem eronder. Het centrale rivierengebied kent hoofdzakelijk drie subgroepen: de uiterwaarden, stroomruggen/ oeverwallen en rivierkommen. Uiterwaarden, gelegen tussen de rivier en de dijk, overstromen bij hoog water. Dit resulteert in een gevarieerd landschap met onder meer stroomruggen, geulen, historische steenfabrieken en ‚nieuwe natuur‘. Ooibossen, gedomineerd door populieren, floreren hier vanwege hun tolerantie voor overstromingen. Oeverwallen, die parallel lopen aan de rivier, herbergen een rijke historie van bewoning, wat terug te zien is in het landschap met akkers, boomgaarden en oude dorpjes. Tot slot zijn er de komgebieden; laaggelegen, kleiige gebieden achter de oeverwallen, die grotendeels bestaan uit weilanden en moerasbossen, met weinig stedelijke bebouwing.

Uiterwaarden

Locatie: Tussen de rivierloop en de dijk. Kenmerken: Overstromen bij hoog water; gevarieerd landschap met stroomruggen, geulen, oude steenfabrieken, weilanden, en 'nieuwe natuur'.

Uitdagingen: Beheersing van overstromingen en behoud van biodiversiteit.

Stroomruggen/Oeverwallen:

Locatie: Langgerekte gebieden parallel aan rivierlopen; bevatten rivierdijken, uiterwaarden en oude dorpjes.

Kenmerken:Afwisselend landschap met akkers en boomgaarden; lange bewoningsgeschiedenis; relatieve hoogte; zavelachtige ondergrond; geïsoleerde oeverwallen in achterliggende laagtes getuigen van vroegere rivierlopen.

Uitdagingen: Behoud van historisch landschap en evenwicht tussen landbouw, bewoning en natuur.

Komgronden (Rivierkommen):

Locatie: Laagtes achter de oeverwallen.

Kenmerken: Vaak vlak en drassig met kleiige bodem; weilanden en soms moerasbossen; weinig dorpen of steden.

Rietakkers Laag dynamisch e moerassen Elzen hakhout bosjes
Het rivierengebied 55 WATER GEDREVEN
670.000.000
Te
Bergend
402.000.000
Het rivierengebied 56 WATER GEDREVEN
Opp. kansgebieden:
m2
bergen (opp x h) 0,6m
vermogen:
m3

voor het hele stroomgebied waterbuffer voor de aangrenzende provincies

VANUIT HET WATER

Het geïllustreerde onderzoek geeft weer wat de gevolgen zouden zijn als de gehele oppervlakte van de komgebieden in het centrale rivierengebied als waterbuffer zou fungeren, in relatie tot het jaarlijkse neerslagtekort. Uitgaande van een gemiddeld jaarlijks tekort van circa 300mm, leidt dit tot enkele conclusies en aannames over watermanagement. Ten eerste zou het, gezien de omvang van de bestudeerde gebieden, niet mogelijk zijn het watertekort van de drie aangrenzende provincies, laat staan heel Nederland, te compenseren zonder grootschalige infrastructurele aanpassingen. Daarnaast dient men rekening te houden met de kostenbatenanalyse. Hoewel er sprake is van natuurlijke hoogteverschillen, betekent dit niet dat de oplossing ligt in het creëren van diepe waterreservoirs. Eerder zou men kunnen denken aan ondiepe waterlagen die profiteren van deze hoogteverschillen.

waterbuffer voor het centrale rivierengebied

Oppervlakte: 36.000.000.000 m2 Neerslag tekort: 7.200.000.000 m3 Opp. kansgebieden: 440.710.000 Te bergen (opp x h) 16,3 m Oppervlakte: 4.000.000.000
Neerslag tekort: 800.000.000 m3 Opp. kansgebieden: 440.710.000 Te bergen (opp x h) 1,8m Oppervlakte: 11.778.000.000 m2 Neerslag tekort: 2.355.600.000 m3 Opp. kansgebieden: 440.710.000 Te bergen (opp x h) 5,3 m waterbuffer
m2
Het rivierengebied 57
WATER GEDREVEN

STELLING: Wanneer in de kansrijke gebieden meer dan 0,60 m water beschikbaar is bij extreme droogte, kan het als de tweede regenton van Nederland gaan fungeren. Dit zou een waterbuffer van ca. 400 miljoen m3 water betekenen.

Een dynamisch waterlandschap dat in de winter gevuld is met water en in de zomer langzaam droog komt te staan naar mate het water wordt gebruikt voor de omliggende natuuren landbouw gebieden.

Om het volledige neerslagtekort op te vangen zijn meerdere grote interventies nodig in het landschap die verder rijken dan alleen dit focusgebied. Echter zal deze interventie een grote bijdrage leveren in het adaptieve vermogen van het Nederlandse landschap in tijden van klimaatverandering van klimaatverandering.

1m Beschikbare waterbuffer Niet beschikbaar 3m 5m 7m 2m 4m 6m 8m KOMGRONDEN 670.000.000 m2 0,6 m IJSELMEER 2.000.000.000 m2 0,20 m Het rivierengebied 58 WATER GEDREVEN

In een poging meer inzicht te verkrijgen in de doelstellingen en gewenste resultaten, is er gekeken naar de nationale waterbuffer: het IJsselmeergebied. Dit gebied, van ongeveer 2000 vierkante kilometer, fungeert als de zoetwaterbuffer van Nederland en heeft crisissituaties zo‘n 400 miljoen kubieke meter ter beschikking. Door deze capaciteit te vergelijken met die van de komgebieden, blijkt dat een extra wateropslag van ongeveer 60 cm in deze komgebieden vergelijkbare resultaten zou opleveren. Echter, het is belangrijk op te merken dat dit optimale niveau wellicht niet haalbaar is, en de beschikbaarheid ervan verschilt vanwege het unieke landgebruik in deze gebieden, in tegenstelling tot het meer uniforme IJsselmeer. Desalniettemin staat het doel vast: de komgebieden inzetten als de tweede nationale waterbuffer van Nederland.

Het rivierengebied 59 WATER GEDREVEN
DE WATERBUFFER VAN MIDDEN NEDERLAND

STRATEGIE 4

WATER DRIVEN
60

bron: Frijtag Drabbe, datum onbekend, Bij het vervaardigen van de eerste landsdekkende grondwaterdieptekaart van Nederland in het begin van de jaren vijftig is gebruik gemaakt van de zogenaamde natte plekkenkaart van von Frijtag Drabbe. Voor hydrologen, ecologen en landbouwkundigen is de hoogte ten opzichte van maaiveld en de fluctuatie van het grondwatervlak een belangrijk gegeven. Het grondwaterniveau en de fluctuatie is belangrijk voor het bepalen van de potentiële landbouwkundige productie, alsook geeft dit informatie over de potenties voor natuur.

WATER DRIVEN
61
Strategie 62 WATER GEDREVEN

Komgronden

4.1 BESTAANDE SITUATIE ALS BASIS

Het belangrijkste uitgangspunt van de strategie is het gebruik van de bestaande situatie als basis. Deze situatie bepaalt grotendeels de mogelijkheden en keuzes. Het doel is niet om grote infrastructurele bouwwerken aan te leggen; in plaats daarvan ligt de nadruk op het observeren van de subtiele nuances in het landschap als sleutel tot een succesvol plan. In de basis richt de focus zich op de komgebieden van het rivierengebied. Deze gebieden zijn uitermate kwetsbaar voor klimaatextremen, waardoor de urgentie voor een transitie toeneemt. Deze grootschalige transitie biedt perspectief, ondanks de inherente complexiteit.

De natuurlijke lage ligging van het landschap, het lage bebouwingspercentage, en het monoculturele landgebruik lenen zich uitstekend om op grote schaal ruimte te zoeken voor water. Tegelijkertijd biedt het water nieuwe mogelijkheden voor andere vormen van landgebruik. Dit betekent niet dat men het eigenaarschap en het economische model hierachter moet negeren. Integendeel, het gaat samen met een grootschalige impuls voor de natuur, en hint naar een landschap waarin de rivier en het achterliggende land elkaar verrijken. Het totaalbeeld is er een van harmonie en samenwerking, waarbij de huidige situatie dient als fundament voor toekomstige ontwikkelingen

Strategie
63 WATER GEDREVEN
Strategie 64 WATER GEDREVEN

SLUIS

INLAAT GEMAAL

HUIDIGE WATERSYSTEEM

De laaggelegen komgebieden zijn van nature nat en drassig, met een zware kleibodem die een lage infiltratiewaarde heeft. Zonder een afvoerend watersysteem zou het gebied onder water staan, veroorzaakt door hoofdzakelijk hemelwater en opdrukkend rivierkwel. Om dit te voorkomen, functioneren deze gebieden als polders, uitgerust met een complex netwerk van waterlopen, gemalen, sluizen, stuwen en inlaten. Dit systeem heeft als primair doel het zorgen voor een gereguleerde waterstand, die het gebruik van het land als landbouwgrond mogelijk maakt.

Het watersysteem van het centrale rivierengebied is op de volgende kaart in kaart gebracht. Elk afvoergebied is voorzien van één of twee hoofd watervoerende waterlopen, vaak aangeduid als ‘wetering’. Op deze hoofdwaterlopen is een fijnmazig netwerk van sloten aangesloten. In de laagste delen wordt het overtollige water via gemalen naar de rivieren gepompt, en stroomopwaarts wordt via inlaten water uit de rivier geleid om het gebied van water te voorzien. Echter, tijdens droge perioden is dit niet het geval. Wanneer Rijkswaterstaat aangeeft dat er geen rivierwater onttrokken mag worden ten behoeve van een te lage waterstand, wordt dit proces stopgezet. Hieruit blijkt de kwetsbaarheid en de nauwkeurigheid die vereist is in het beheer van dit complexe en essentiële systeem.

Een complex systeem van stuwen

Door het natuurlijke hoogteverschil dat respectievelijk afloopt van oost naar west, zijn de afvoergebieden uitgerust met een veelvoud aan stuwen die het waterpeil per kavel zo nauwkeurig mogelijk reguleren. Iedere landeigenaar streeft immers naar de optimale waterstand voor zijn gewas, zoals gras of maïs, vooral tijdens de droge periodes.Op de kaart die links is afgebeeld, worden de verschillende afvoergebieden, de komgronden en het aantal stuwen per gebied zichtbaar gemaakt. Dit toont de complexiteit van het systeem en de zorgvuldige overwegingen die nodig zijn om het evenwicht tussen landbouw, natuur en waterbeheer te handhaven.

WATER

Strategie 65
NAAM GEM. incl. capaciteit NAAM WETERING GEDREVEN
Strategie 66 WATER GEDREVEN

4.2 LEIDENDE PRINCIPES

Voor de gedetailleerde uitwerking van de strategie worden enkele leidende principes vastgesteld die een globaal inzicht bieden in de aanpak en bouwstenen van de strategie. De nadere uitwerking volgt in de daaropvolgende hoofdstukken. Hieronder zijn de leidende principes bondig uiteengezet:

Hoogte: Het natuurlijke hoogteverloop in het landschap en bestaande infrastructurele elementen zoals wegen bepalen de grote lijnen voor het reguleren van het waterpeil.

Systeem van waterwerken: Het huidige systeem met gemalen, inlaten, stuwen en verbindende waterlopen wordt geïntegreerd in het nieuwe watersysteem, met specifieke functies voor elk element.

Rivieren: Rivierwater wordt als cruciale waterbron vastgehouden, vooral in droge periodes, om zo min mogelijk zoetwater te verspillen.

Bebouwd Gebied: Steden en dorpen bepalen het maximale waterpeil zonder de noodzaak van nieuwe infrastructurele aanpassingen. De transitie kan een unieke water- en natuur-gedomineerde omgeving opleveren.

Infrastructuur: Hoofd- en snelwegen blijven functioneren vanuit veiligheidsoverwegingen, terwijl secundaire wegen periodiek onder water kunnen komen te staan, wat acceptatie en adaptatie vereist.

Bodem: De nuances in de homogene kalkarme zware kleibodem zijn bepalend voor natte teelt en potentiële natuurlijke vegetatie.

Water: Waterpeil en droogvalfrequentie bepalen samen met de bodem de mogelijkheden voor natuurtypen en natte teelt.

Natuur: Dit principe pleit voor drastisch natuurherstel, met mogelijkheden voor de boer om over te stappen naar natuurbeheer.

Natte Teelt: Dit experimentele concept toont nieuwe mogelijkheden voor landgebruik en biedt perspectieven voor boeren om bij te dragen aan natuur en klimaat.

Eigenaarschap: In plaats van het uitkopen van boeren, richt dit onderzoek zich op het bieden van perspectieven en transitiemogelijkheden, zoals de overstap naar natte teelt of natuurbeheer.

Ademen: Het watersysteem beweegt en anticipeert constant, zowel door natuurlijke als gestuurde processen, op het veranderende klimaat. De volgende paragrafen zullen dit principe figuurlijk uiteenzetten.

Deze principes vormen een samenhangend kader voor een integrale benadering van waterbeheer, natuurbehoud, landbouwtransitie en klimaatadaptatie, waarbij de unieke kenmerken en uitdagingen van het gebied centraal staan.

Strategie 67 WATER GEDREVEN

OPVANGEN & VULLEN- REGENTON EFFECT

De lage ligging in het landschap zorgt ervoor dat alle overtollige regenwater wordt opgevangen. In plaats van het constant wegpompen van water, vult het systeem zich tijdens periodes met veel neerslag. Dit voorkomt dat waardevol zoetwater in tijden van overschot wordt weggepompt en dus verspild

Doel: Het behoud van zoetwater in tijden van overschot.

Hoe: De lage ligging vangt overtollig regenwater op en behoudt dit in plaats van het weg te pompen.

Strategie 68 WATER GEDREVEN
Strategie 69 WATER GEDREVEN

GEVEN EN VERDAMPEN

Tijdens drogere periodes wordt het in nattere tijden opgevangen water dankbaar benut. De waterbuffer dient dan voor verschillende doeleinden en voorziet de omgeving. In een klimaat waarin grotere droogtes worden voorspeld, vormt dit een cruciale buffer om natuur, stad, en land van water te blijven voorzien. Ook voorkomt dit het oppompen van grondwater, wat op lange termijn een negatieve impact op het landschap heeft.

Doel: Het benutten van opgevangen water in drogere periodes.

Hoe: Gebruik van waterbuffers om natuur, stad, en land te voorzien van water, het oppompen van grondwater te voorkomen en daarmee negatieve impact op het landschap te minimaliseren.

Strategie 70 WATER GEDREVEN
Strategie 71 WATER GEDREVEN

INLATEN EN KWEL

Een andere bron, naast hemelwater, is het vullen door middel van inlaten via het bestaande netwerk. Hierdoor kan er bij weinig neerslag toch gebruik worden gemaakt van de toevoer van rivierwater. Zo wordt voorkomen dat grote hoeveelheden water worden geloosd en in tijden van droogte niet meer beschikbaar zijn. Ook vullen de gebieden zich bij hoog water met rivierkwel door de druk van de rivier.

Doel: Gebruik van rivierwater en kwel als bron buiten regenval.

Hoe: Door inlaten te gebruiken om rivierwater toe te voeren en gebruik te maken van rivierkwel bij hoog water

Strategie 72 WATER GEDREVEN
Strategie 73 WATER GEDREVEN

UITLATEN EN LEEGPOMPEN

Met de toename van weersextremen door klimaatverandering, waaronder extreme rivierafvoeren, worden gemalen ingezet om de buffergebieden leeg te maken bij voorspeld hoogwater. Dit creëert capaciteit waarin de rivier eventueel grote hoeveelheden water kan lozen.

Doel: Bereidheid voor extreme rivierafvoer door klimaatverandering.

Hoe: Inzetten van gemalen om buffergebieden te legen, creëren van capaciteit voor het opvangen van grote hoeveelheden rivierwater.

Strategie 74 WATER GEDREVEN
Strategie 75 WATER GEDREVEN

Als de rivierstand een kritieke toestand bereikt en de capaciteit van de buffergebieden leeggemaakt is, kan de rivier gecontroleerd water in het gebied laten via aangewezen punten. Dit voorkomt elders ongewenste dijkdoorbraken door het verlagen van de waterstand in het rivierbed. Het zoeken naar ruimte voor de rivier buiten de rivier is een incidentele maatregel, maar beschermt economie en maatschappij tegen een van de grootste rampen die Nederland kan treffen.

Doel: Bescherming tegen kritieke rivierstanden en potentiële dijkdoorbraken.

Hoe: Gecontroleerde inlaten van water in het gebied om de waterstand in het rivierbed te verlagen, waarmee dijkdoorbraken elders worden voorkomen.

Strategie 76 WATER GEDREVEN
VULLEN IN
TIJD VAN NOOD - OVERLAAT
Strategie 77 WATER GEDREVEN
Laag Hoog
Oost
Hoogtekaart En watersysteem
West Strategie 78 WATER GEDREVEN
Nieuwe waterbergings gebieden

Door de gelaagde strategie getoond in de vorige illustraties wordt er niet alleen efficiënt omgegaan met zoetwaterbronnen, maar wordt er ook een robuuste aanpak geleverd die flexibel genoeg is om zich aan te passen aan de onvoorspelbare en extremere weersomstandigheden veroorzaakt door klimaatverandering. Het benadrukt een holistische benadering die rekening houdt met zowel de ecologische behoeften als de bescherming van menselijke nederzettingen en economische belangen.

Om beter grip te krijgen op het ademende landschap en het watersysteem wordt in de volgende paragraaf het systeem uitgelegd. Voor de studie is zowel een geabstraheerde als zeer gedetailleerde hoogtedata gebruikt om te onderzoeken wat de mogelijke posities zijn van grootschalige waterbuffers in het landschap. Deze gebieden zijn gekoppeld aan het bestaande watersysteem dat wordt geoptimaliseerd door middel van eenvoud. Binnen dit systeem is ook rekening gehouden met de mogelijkheden per gebied, wat zowel het landgebruik als de functie en identiteit per gebied bepaalt.

Strategie 79 WATER GEDREVEN
4.3 EEN NIEUW WATERSYSTEEM
Strategie 80 WATER GEDREVEN w.p. +4.00m w.p. +1.40m w.p. +1.00m w.p. +1.00m w.p. +1.30m w.p. +2.50m w.p. +0.40m w.p. +2.00m w.p. +5.00m +4.50m +3.80m +2.50m +4.90m

Binnen de afvoergebieden bepalen hoogteverschillen waar op grote schaal water kan worden opgeslagen. Uit het onderzoek van hoogtedata blijkt dat er verschillende zones zijn, elk met een afzonderlijke hoogte binnen hetzelfde afvoergebied, die water kunnen opslaan zonder nieuwe dijken of andere landvormen toe te voegen. Elke zone heeft ook een natuurlijk waterpeilgradiënt ten opzichte van het maaiveld.

Uit nieuwe berekeningen blijkt dat de focusgebieden een oppervlakte van circa 350.000.000 m² bedragen en met een gemiddeld waterpeil van 0,6 m een buffercapaciteit van 210.000.000 m³ water hebben. Dit kan een groot deel van het rivierpeil verlagen bij noodsituaties en de omgeving voorzien van water in droge tijden.

Door de hantering van grote peilgebieden wordt het stuwsysteem vereenvoudigd. Binnen elk peilvak zijn gradiënten die het gemiddelde waterpeil en daarmee de mogelijkheden in grondgebruik bepalen.

Waterdiepte t.o.v. maaiveld +0,20m +0,40m +0,60m +0,80m +1,00m +1,20m +1,40m +1,60m +1,80m +2,00m Strategie
GEBRUIK VAN NATUURLIJKE HOOGTE
81 WATER GEDREVEN w.p. +6.50m w.p. +6.20m w.p. +6.50m w.p. +7.70m w.p. +6.80m w.p. +7.40m +4.90m
Reductie van stuwen in de nieuwe peilgebieden Bestaand gemaal Bestaande stuw Nieuwe stuw
Strategie
82 WATER GEDREVEN
GEMAAL STUW

EEN VEREENVOUDIGD SYSTEEM VAN WATERWERKEN

Het nieuwe watersysteem bouwt voort op het bestaande systeem. Door peilgebieden te vergroten, kan het hele netwerk van waterwerken worden vereenvoudigd. De focus komt hierdoor te liggen op de waterwerken die een belangrijke functie vervullen, die momenten in het landschap gaan vormen. Het is daarom belangrijk om deze waterwerken opnieuw vorm te geven, zodat ze passen bij het toekomstige systeem. Herkenningspunten in het landschap zullen deze cruciale momenten markeren, die geactiveerd worden bij weersextremen, zoals de inlaat van water in de komgebieden bij hoog water of het gebruiken van het opgeslagen water bij extreme droogte.

Strategie
83 WATER GEDREVEN
INLAAT
Strategie
DE LAAGGELEGEN BUFFER
84
GEDREVEN
DE MIDDEN GELEGEN WATERTRAP
WATER

EEN CASCADE VAN PEILGEBIEDEN

Per afvoergebied ontstaan er meerdere waterbuffergebieden, elk met een eigen functie. Dit is afhankelijk van de hoogteligging ten opzichte van het afvoergebied, waardoor er een cascade van peilgebieden ontstaat. Hierin worden de hoog-, midden- en laaggelegen gebieden onderscheiden.

Deze gebieden hebben elk specifieke eigenschappen en functies in het beheer van water, variërend van het vrij afvoeren van water in hooggelegen gebieden tot het fungeren als laatste waterbuffer in lagergelegen gebieden.

HET HOOGGELEGEN RESEVOIR

Strategie
85 WATER GEDREVEN

DE LAAGGELEGEN BUFFERS

De laaggelegen waterbuffer wordt door een natuurlijke processen gedreven peil gestuurd. Het vangt voornamelijk regenwater, kwelwater, en waterinlaat vanuit de watertrap op en dient als overlaatzone bij hoogwater, dus bij gevaarlijke hoogwater situaties in de rivier kan hier gecontroleerd rivierwater in worden geloosd. Vanwege het door natuurlijke processen gedreven waterpeil is het minder geschikt voor gewasteelt maar uitstekend geschikt voor natuurherstel, met de focus op het behouden van natuurlijke processen.

Natte teelt

Natuur

Natuurlijk peil gestuurd door natuurlijke processen

Hoofdzakelijk gevuld door regenwater, kwelwater en inlaat watertrap

Wateraanvoer naar omgeving niet mogelijk i.v.m. lage ligging

Overlaat zone bij hoogwater en buffer voor al het overschot in de watertrap

Hoge frequentie van droogvallen seizoensgebonden

Minder geschikt voor gewassen i.v.m. het natuurlijke peil

Zeer geschikt voor natuur

Strategie 86 WATER GEDREVEN H H H H H H L L L L L L Peil Bron Verval Extremen
Droogvallen

DE MIDDEN GELEGEN WATERTRAPPEN

De watertrap fungeert door een flexibel gestuurd peilbeheer. Dit systeem maakt gebruik van regenwater, kwelwater en waterinlaat vanuit het hooggelegen reservoir om de gewenste waterstand te bereiken en te behouden. De watertrap is hierdoor geschikt voor de natte teelt dankzij de mogelijkheid om het peil dynamisch te reguleren. Door het toepassen van een gerichte strategie kunnen de optimale omstandigheden worden gecreëerd om op grote schaal natte gewassen te verbouwen. Het onderzoek beschouwt dit gebied als een innovatieve proeftuin die niet alleen een nieuwe benadering van bodemen waterbeheer belichaamt, maar ook een economisch duurzaam model nastreeft. Bovendien draagt het bij aan klimaatadaptatie en bevordert het een harmonieuze relatie met de omliggende natuur.

Dynamisch/flexibel gestuurd peil t.b.v. landbouwkundige doeleinde

Gevuld door regenwater, kwel en inlaat vanuit het blauwe reservoir

Wateraanvoer naar omgeving mogelijk door natuurlijk verval

Constante inlaat en uitlaat van water

Gestuurde frequentie van droogvallen m.u.v. extremen

Zeer geschikt voor teelt i.v.m. gestuurd dynamisch peil

Geschikt voor natuur, maar ondergeschikt i.v.m. focus op teelt

Strategie 87 WATER GEDREVEN H H H H H H L L L L L L Peil Bron Verval Extremen Droogvallen Natte teelt Natuur

DE HOOGGELEGEN RESEVOIRS

Het hooggelegen resevoir dient als wateropslagsysteem om omliggende gebieden van water te voorzien. Door het streefpeil hoog te houden, wordt voldoende watercapaciteit gegarandeerd. Het reservoir wordt gevuld met kwelwater, regenwater, en inlaat vanuit de rivier. In tijden van extreme droogte fungeert het reservoir als een noodreservoir. Dit maakt het geschikt voor gewassen die groeien in permant water en voor natuur, vooral met betrekking tot onderwaternatuur.

Vast streefpeil hoog

Gevuld kwel, regenwater en inlaat vanuit de rivier

Wateraanvoer naar omgeving mogelijk door natuurlijk verval

Noodreservoir bij extreme droogte en te een lage rivierstand gebieden

Lage frequentie van droogvallen m.u.v. extremen

Geschikt voor gewassen die jaarrond groeien in permanent water

Geschikt voor natuur en zeer geschikt voor onderwater natuur.

Strategie 88 WATER GEDREVEN H H H H H H L L L L L L Peil Bron Verval Extremen Droogvallen Natte teelt Natuur

IDENTITEIT EN FUNCTIE

De verschillende functies van elk gebied geven aanleiding tot een eigen identiteit, bepaald door landgebruik, het type waterwerk, en het peilbeheer. Bij de uitwerking van deze plekken is het belangrijk de diverse identiteiten zichtbaar te maken door ontwerp.

Strategie 89 WATER GEDREVEN
200m 0m 1km 5km 10km 20km 50km N 90 WATER GEDREVEN

EEN ADEMEND LANDSCHAP

Via de volgende QR-code wordt een animatie weergegeven van hoe dit nieuwe, ademende landschap zich aanpast aan het veranderende klimaat en anticipeert op weersextremen.

Dit systeem laat zowel laag-dynamische als hoog-dynamische processen toe en biedt mogelijkheden voor nieuwe vormen van landgebruik en natuur

91 WATER GEDREVEN
Strategie 92 WATER GEDREVEN

In het voorgestelde plan worden drie soorten gebieden onderscheiden, elk met een eigen rol in het systeem en een andere vorm van landgebruik. De lagergelegen gebieden per afvoergebied hebben een waterpeil dat grote natuurlijke processen mogelijk maakt, en zijn daardoor bij uitstek geschikt voor natuur. De middelgelegen gebieden, met een dynamisch gestuurd waterpeil, vormen een ideale locatie voor experimenten met natte gewassen en dragen bij aan een evenwichtig landschap. Het hogergelegen gebied heeft een vast peil, waardoor gewassen in permanent water in combinatie met natte natuur/onderwaternatuur hier kunnen gedijen.

Deze ingrijpende transitie naar natuur biedt vele voordelen maar roept ook weerstand op. Toch moet worden opgemerkt dat het percentage natuur in Nederland, en specifiek in het rivierengebied, significant laag is. Diagrammen tonen een verdeling die lager is dan de huidige situatie in het rivierengebied. Ook internationaal is het belang van meer natuur in Nederland groot. Hoewel we economisch profiteren van een omvangrijke agrarische sector, moeten we erkennen dat door de afname van natuur en klimaatverandering ons landschap onder druk staat voor toekomstige generaties.

Door een drastische transitie kan ook een duurzame toekomst voor de intensievere agrarische sector worden gegarandeerd. De nieuwe watergebieden dienen namelijk als waterbuffers voor het omliggende gebied.

OPPERVLAKTE NATUUR/BOS (CBS, 2014) BODEMGEBRUIK PER PROVINCIE (CBS, 2020) GEBRUIK NEDERLANDSE BODEM (CBS, 2020) ca.75%natuur FOCUSGEBIEDEN RIVIERENGEBIED 350.000.000 m2
NEDERLAND
AANDEEL NATUUR 350.000.000 / 41.543.000.000 * 100 = ca. 0,8% nieuwe natuur Indicatie verdeling NATUUR NATTE TEELT REGULIERE LANDBOUW 4% 90% 6%
BIJDRAGE AAN NATUUR DOOR MIDDEL VAN OPPERVLAKTEBEREKENING IN PERSPECTIEF:
41.543.000.000 m2
Strategie 93 WATER GEDREVEN
4.4 EEN NIEUW LANDGEBRUIK
Strategie 94 WATER GEDREVEN

VAN BOER NAAR NATUURBEHEERDER

De overgang van landeigenaar, ofwel de boer, naar natuurbeheerder is ingrijpend. Het huidige landgebruik, dat voornamelijk bestaat uit weilanden met vee, staat onder druk. Dit komt door zowel de veranderingen in het klimaat als de noodzaak van lange termijn duurzaamheidsgaranties. Hoewel dit onderzoek niet in detail ingaat op de rol van de overheid bij het compenseren van de kosten voor de boer, biedt het wel perspectief.

Dit perspectief toont hoe de boer de rol van natuurbeheerder op zich kan nemen of de overstap kan maken naar een nieuwe, duurzame teelt. Hierbij ontstaat een unieke situatie voor de landeigenaar, waarbij de gebouwen in een nieuw landschap komen te staan, omringd door water en natuur. Dit opent enorm veel mogelijkheden en kan als katalysator dienen om andere typen gebruik toe te laten.

Dit onderzoek gaat echter niet verder in op deze mogelijkheden, aangezien de maatschappij deze vanzelf zal oppakken. Het uitgangspunt blijft dat dit landschap ook voor de boer of landeigenaar kansen biedt; kansen om bij te dragen aan wat misschien wel een van de belangrijkste landschappelijke transities van deze tijd is.

Strategie 95 WATER GEDREVEN
Strategie 96 WATER GEDREVEN

Het nieuwe landschap wordt, zoals aangegeven, gestuurd door bodem en water. In de volgende paragrafen zullen de mogelijkheden worden uiteengezet, en wordt een visie geschetst als stip op de horizon. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de mogelijkheden voor, en de potentieel natuurlijke groei van, vegetatie groter zijn dan mogelijk voorgesteld. De strategieën die volgen kunnen als handvatten dienen voor verdere ontwikkeling.

In de bijgevoegde kaart wordt de bodemkaart weergegeven, waarin de variatie in waterpeil ten opzichte van het maaiveld is te zien. Dit, in combinatie met de frequentie van droogvallen per gebied, vormt de basis voor de mogelijkheden in zowel natuur- als natte teelt.

Strategie BODEM WATER 97 WATER GEDREVEN
VANUIT WATER EN BODEM
Strategie 98 WATER GEDREVEN

Vanuit verschillende parameters – bodem, waterpeil en frequentie van droogvallen –is de volgende kaart samengesteld. Deze kaart illustreert hoe een natuurlijk landschap met diverse natuurtypen eruit kan zien. Een hoge variatie vormt hierin de basis, waarbij ook de verdeling in percentages per natuurtype is geïntegreerd. Het is echter belangrijk om te benadrukken dat de kaart slechts een indicatieve weergave biedt. Zoals te zien is in de bijbehorende tabel, biedt elke parameter verschillende smaken voor natuurtype. Onderhoud zal cruciaal zijn bij het realiseren van bepaalde natuurtypen, en de potentieel natuurlijke vegetatie kan een dominante rol gaan spelen in het uiteindelijke natuurlijke landschap.

BODEM WATER NATUUR Strategie 99 WATER GEDREVEN
EEN NATUURLIJK LANDSCHAP

NATUURTYPE

Natuurtypen zijn een sturingsinstrument op landelijk en regionaal niveau, ingedeeld op basis van abiotische condities zoals waterhuishouding en voedselrijkdom. Ze worden gebruikt om afspraken over natuurbeheer, ruimtelijke ontwikkeling en milieu op elkaar af te stemmen, met als doel de gewenste natuurkwaliteit te realiseren.

Strategie 100 WATER GEDREVEN

* De profielen geven geen exacte representatie weer van de beoogde bodemstructuur. Ze tonen echter op een illustratieve wijze de diverse bodemsoorten waarop het desbetreffende natuurtype gedijt.

NIEUWE NATUUR

De volgende profielen illustreren de verschillende beelden van de natuurtypen die in dit nieuwe landschap voorkomen. In deze profielen worden niet alleen de uiteenlopende waterstanden en bodemtypen getoond die relevant zijn voor elk natuurtype, maar wordt ook de invloed van het klimaat en de bijbehorende waterstanden en droogvalfrequenties op de natuur belicht. Het doel is echter niet om precies deze natuurtypen na te streven; in plaats daarvan geven ze een algemeen beeld van wat mogelijk is. Het uiteindelijke streven is een veerkrachtig natuurgebied te realiseren met hoge variaties, dat zich kan aanpassen aan het veranderende klimaat en weersextremen.

N10.01 VOCHTIG HOOILAND N05.02 GEMAAID RIETLAND N10.01 NAT SCHRAALLAND N04.01 ZOETE PLAS N06.04 VOCHTIGE HEIDE N02.03 RIVIER- EN MOERASLANDSCHAP N14.01 RIVIER- EN BEEKBEGELEIDEND BOS N05.04 DYNAMISCH MOERAS N14.02 VEENBOS N06.01 VEENMOSRIETLAND EN MOERASHEIDE Strategie ZAVEL - KALKRIJK KLEI - KALKRIJK KLEI - KALKARM VEEN ZAND
101 WATER GEDREVEN

VERBLIJFSPLEK EN STAPSTEEN

Strategie 102 WATER GEDREVEN

De verschillende natuurtypen die bij de plek passen, vallen samen binnen de structuur van het rivier- en moeraslandschap. Deze structuur toont een groot aantal van de genoemde natuurtypen, en gezamenlijk vormen zij de habitat voor een grote verscheidenheid aan planten, dieren en sleutelsoorten. Naast hun functie als onderdeel van de omliggende natuurgebieden, zullen deze gebieden ook dienen als stapstenen. Dit levert een bijdrage aan een verbeterd natuurnetwerk en ondersteunt de realisatie van de Natura 2000-doelen.

GROOTSCHALIGE DYNAMISCHE NATUUR N10.01 VOCHTIG HOOILAND- max.20% N05.02 GEMAAID RIETLAND- 1-20% N10.01 NAT SCHRAALLAND- max.20% N04.01 ZOETE PLAS - max.60% N06.04 VOCHTIGE HEIDE- 1-20% N02.03 RIVIER- EN MOERASLANDSCHAP - 100% N14.01 RIVIER- EN BEEKBEGELEIDEND BOS- max. 80% N05.04 DYNAMISCH MOERAS- max. 80% N14.02/3 VEENBOS- max. 80% N06.01 VEENMOSRIETLAND EN MOERASHEIDE- max. 50% RIVIER- EN MOERASLANDSCHAP STRUCTUUR Strategie 103 WATER GEDREVEN
Strategie 104 WATER GEDREVEN
WATERMUNT MOERASZEGGE VLAS
RIET
BIES RIJST
PAPYRUS
LISDODDE OLIFANTSGRAS
CRANBERRY LIESGRAS
WATERKERS

In de strategie is bepaald dat de midden- en hoger gelegen gebieden met het vaste en dynamisch gestuurde waterpeil het meest geschikt zijn voor natte teelt. De bijgevoegde kaart toont een mogelijke indeling en variatie, rekening houdend met de bodem en het waterpeil. Ook zijn er bepaalde natte teelten geselecteerd die naar verwachting mogelijk zijn binnen de gegeven parameters. Echter, nader onderzoek zal moeten uitwijzen welke andere mogelijkheden er zijn, welke de gewenste opbrengst leveren, en welke niet.

Het is belangrijk om op te merken dat er altijd voldoende variatie moet zijn tussen de verschillende gewassen om monocultuur te voorkomen. Voor landeigenaren en betrokken organisaties is het daarom van belang om een juist beleid hierop te voeren. Deze beleidsvoering is vooral essentieel tijdens de transitieperiode, waarin op de voorgestelde schaal geëxperimenteerd wordt en waarin de overgang door de overheid wordt gesteund.

Strategie 105 WATER GEDREVEN IEP
BERKEN
POPULIER WILGEN MOERASCYPRES ELS
NATTE TEELT
KOOLZAAD
MOERASVEENBES

Strategie

Groeit jaarrond in permanent water

Moet droogvallen i.v.m. gezonde groei en t.b.v. oogst

* De profielen geven geen exacte representatie weer van de beoogde bodemstructuur. Ze tonen echter op een illustratieve wijze de diverse bodemsoorten waarop het betreffende gewas gedijt.

ZAVEL - KALKRIJK KLEI - KALKRIJK KLEI - KALKARM VEEN ZAND
106 WATER GEDREVEN

EEN NIEUWE GENERATIE VERBOUWEN

In de onderstaande profielen worden de verschillende gewassen gedetailleerd beschreven en is er een illustratie gemaakt die de te verdragen waterstanden in combinatie met de bodemsoort laat zien. Er moet tevens onderscheid worden gemaakt tussen de gewassen die moeten droogvallen voor een gezonde groei en degenen die dit nodig hebben met het oog op de oogstperiode. Hierdoor zal er per gebied een scala aan mogelijkheden ontstaan waarin diverse gewassen kunnen worden verbouwd.

Strategie 107 WATER GEDREVEN PAPYRUS IEP WATERMUNT KOOLZAAD MOERASZEGGE BERKEN LISDODDE MOERASVEENBES OLIFANTSGRAS POPULIER RIET CRANBERRY LIESGRAS BIES WILGEN RIJST WATERKERS ELS
Strategie 108 WATER GEDREVEN

De vergelijking tussen het huidige landgebruik en de mogelijke opbrengsten en positieve impact voor natuur en klimaat vormt een belangrijk gegeven in de transitie. Een hectare weiland heeft op dit moment vrijwel geen positieve impact op natuur en klimaat. Bovendien heeft de veeindustrie, die geconcentreerd is in de betreffende gebieden, een aanzienlijk negatieve invloed door de uitstoot van verschillende gassen en het negatieve effect op de waterkwaliteit.

Tegenover deze huidige situatie wordt in een schema de positiever impact per type gewas weergegeven, inclusief de opname van CO2 per hectare per jaar en de mogelijkheden voor het eindproduct. Uit deze gegevens kan worden geconcludeerd dat de transitie een belangrijke bijdrage kan leveren aan het verbouwen van biobased materialen. Gewassen kunnen als grondstof dienen voor een duurzame bouwopgave. Bovendien draagt elk gewas binnen de strategie bij aan de zoetwateropgave en aan nieuwe, duurzamere vormen van voedselproductie. Dit staat in schril contrast met de huidige veehouderij en de bijbehorende toeleveringsketens en uitstoot.

VERGELIJKING Strategie 109 WATER GEDREVEN
EEN OPBRENGST MET IMPACT

DE WAARDE VAN WATER

Ondanks de positieve impact op de natuur en de voordelen van nieuwe verbouwmethoden, komt de transformatie van het centrale rivierengebied naar een waterbufferend en ademend landschap voort uit de noodzaak voor zoetwater opslag. Het watersysteem is generatie na generatie omgevormd tot een omvangrijke, waterafvoerde machine. Klimaatverandering heeft ons tot een kantelpunt gebracht, en er moet op een andere manier met het vallende water in de verschillende seizoenen worden omgegaan.

In combinatie met de zoektocht naar ruimte voor de rivier buiten de rivier zelf, is de transitie van de kombieden naar uitgestrekte waterlandschappen cruciaal om op grotere schaal in het Nederlandse landschap anders met water om te gaan. Het opslaan van water in deze gebieden heeft een immense waarde, die moeilijk in geld is uit te drukken. In landen waar water minder vanzelfsprekend is, wordt dit wellicht nog duidelijker gezien. Maar voor een veilig en duurzaam watersysteem dat bijdraagt aan een toekomst waarin zowel mens als natuur kan floreren, is deze transitie van nationaal belang. Nederland kan opnieuw een pionier worden in waterbeheer, maar nu in een tijd van klimaatverandering.

Strategie
110 WATER GEDREVEN
Strategie 111 WATER GEDREVEN

WATER IN HET LANDSCHAP: EEN NIEUW PERSPECTIEF EN ANTWOORD OP EEN ONDER DRUK STAAND LANDSCHAP

Strategie
112
GEDREVEN
WATER
Strategie 113 WATER GEDREVEN

LAND VAN MAAS & WAAL 5

De opening van het Quarles van Uffordgemaal in 1953

Bron: Nationaal Archief, CC-BY4.0

114 WATER GEDREVEN
115 WATER GEDREVEN
Land van Maas & Waal 116 WATER GEDREVEN

Invloedrijk boek over de armoedige toestanden op het platteland van het rivierengebied © Gelderse Komgrondcommissie/Gelders Archief, CC1.0

5.1 KOMMENLANDSCHAP

Het kommenlandschap kenmerkt zich door een zeer open en weids karakter. Het landgebruik bestaat hoofdzakelijk uit weiland, aangevuld met enkele akkers met snijmaïs voor veevoer. Langs de wegen bevinden zich voornamelijk populieren en essenlanen. Cultuurlandschappelijke elementen zoals broekbossen en eendenkooien zijn sporadisch te vinden, maar hebben weinig verbinding met fiets- en wandelroutes en liggen als enclaves in het landschap. Dit geldt eveneens voor de Grote, Rijksche en Nieuwe wetering, alsook de Broeksche leigraaf. Hoewel ze een ruimtelijke kwaliteit bezitten, zijn deze structuren op veel plaatsen verborgen voor de voorbijganger, waardoor zij weinig kwaliteit toevoegen aan dit kommenlandschap. Bovendien zijn er in dit open landschap weinig herkennings- en oriëntatiepunten te vinden. De variatie met de oeverwallen, bebouwde gebieden en de grote afwisseling van akkers en fruitgaarden is daarentegen groot.

Als voorbijganger krijgt men weinig inzicht in het watersysteem. De gemalen en andere waterwerken zijn vanuit de beleving voornamelijk functioneel en afgeschermd, waardoor ze weinig bijdragen aan de esthetiek van het landschap.

Land van Maas & Waal 117 WATER GEDREVEN
Kaart van de overstroming van het Land van Maas en Waal, alle de doorbraken in de rivierdijken van den Rhijn, de Waal en Maze in de maand februarij des jaars 1757...en de inundatiën daar door veroorzaakt..., (bron: Nederlandsch Jaarboek, 1757)
Land van Maas & Waal 118 WATER GEDREVEN

VERKOMMERD LAND

Het gebied waarover we spreken, is van nature een natte streek en daardoor bijzonder moeilijk voor landbouw. Dit heeft geleid tot specifieke kenmerken in zowel het landschap als het gebruik in de geschiedenis.

In het verleden kozen de bewoners ervoor om hun nederzettingen op de hogere delen van het land aan te leggen, waardoor de bebouwingsdichtheid laag is gebleven. Dit was een noodzakelijke reactie op het het drassige terrein dat de komgebieden karakteriseert.

Om het gebied geschikt te maken voor grasland, vee en de teelt van snijmaïs ten behoeve van veevoer, werden ingrijpende maatregelen genomen. Door een uitgebreid netwerk van gegraven waterlopen en waterwerken, zoals gemalen, werd het land bewerkbaar gemaakt.

Dit gebied was het eerste waar op grote schaal ruilverkaveling werd toegepast, een ontwikkeling die de efficiëntie van de landbouw verhoogde. Toch was dit niet geheel nieuw; voorheen kenmerkte het gebied zich al met grote aaneengesloten weilanden met sloten.

Een ander opvallend kenmerk van het gebied zijn de lange rechte wegen, die vrijwel uitsluitend boerderijen ontlsuiten. Deze weerspiegelen het landelijke karakter van de regio en de focus op de landbouw.

De uitdagingen van de landbouw in deze streek zijn niet onopgemerkt gebleven. Van oudsher zijn het moeilijke gronden, zoals ook beschreven in het boek „Verkommerd land.“ Dit werk beschrijft de armoedige toestanden op het platteland in de Gelderse komgronden, en geeft een indringend beeld van de strijd tegen de natuur en de economische omstandigheden die de bewoners in die tijd hebben moeten voeren.

Samenvattend, het gebied belichaamt een unieke combinatie van natuurlijke uitdagingen en menselijke aanpassingen. De interactie tussen het waterrijke landschap en de landbouw heeft geleid tot een rijke geschiedenis en een kenmerkend sober en rationeel landschap dat tot op de dag van vandaag zichtbaar is.

1630 1799 1870 1955 Land van Maas & Waal
119 WATER GEDREVEN

HUIDIGE IDENTITEIT Functioneel, Rationaal & sober

De huidige identiteit van de gebieden wordt omschreven als rationeel en sober. Veel van de oorspronkelijke landschappelijke elementen typerend voor de komgronden zijn verloren gegaan door intensief agrarisch gebruik. De recreatiemogelijkheden zijn beperkt, en het percentage natuur is laag. De boerderijen aan de rationeel rechte wegen dragen weinig bij aan de ruimtelijke kwaliteit. Tegenover de rijkere oeverwallen staat een groot contrast in landgebruik, voorzieningen, en recreatief netwerk. De volgende kaart illustreert de verschillende herkenningspunten in het landschap en laat zien dat deze ontbreken in het kommenlandschap.

Komgronden

NS-station

Oude windmolen

Kasteel of landgoed

Gemaal (functioneel)

Attractie/museum

Fort

Vergaan dorp

Oude fabriek

Land van Maas & Waal
120 WATER GEDREVEN

NIEUWE IDENTITEIT

Een natuurlijk, rijk en door water gedreven landschap

De nieuwe identiteit onderscheidt zich als een natuurlijk, rijk en door water gedreven landschap. Het water schept nieuwe omstandigheden, waardoor de benadering van het land moet veranderen. De grootschalige overgang naar natuur en natte teelten zal de landschappelijke diversiteit aanzienlijk verhogen. Deze diversiteit zal resulteren in een aantrekkelijker landschap dat nieuwe bezoekers aantrekt. Het zal fungeren als een katalysator die bedrijven en bewoners in het gebied de kans biedt op alternatieve vormen van gebruik, zoals recreatie. Kortom, het kommenlandschap zal naast de primaire rol van klimaatbuffer en

+0,20m +0,40m +0,60m +0,80m +1,00m +1,20m +1,40m +1,60m +1,80m +2,00m Land van Maas & Waal 121 WATER GEDREVEN

5.2 HET LANDSCHAP, DE MOMENTEN EN STRUCTUREN

Voor de doorvertaling van de gebieden en elementen wordt er beroep gedaan op drie ruimtelijke dragers in het gebied. De basis van het plan wordt gevormd door het nieuwe watersysteem, bestaande uit een vereenvoudigd systeem van gemalen, stuwen en inlaten. Deze waterwerken zullen markante punten in het landschap worden. Het plan is immers ontstaan vanuit de noodzaak om te reageren op de toenemende frequentie van weersextremen, en deze waterwerken zullen hierin een cruciale rol spelen in het functioneren van het watersysteem, zowel bij extreme droogte als bij hoogwater. De nadere uitwerking van deze waterwerken biedt een gegronde basis om ze herkenningspunten in het kommenlandschap te maken die in de huidige situatie volleidg ontbreken.

De tweede ruimtelijke drager, voortgestuwd door bodem en water, is het nieuwe landgebruik, dat te onderscheiden is in nieuwe natuur en natte teelt. Hier ontvouwt zich een dynamisch landschap dat voortdurend verandert met de seizoenen, weersomstandigheden en waarin de factor tijd een cruciale rol speelt. Dit resulteert in een rijk en natuurlijk landschap dat een belangrijke bijdrage levert aan de omvangrijke taak om een klimaatadaptief rivierenlandschap te realiseren.

Tot slot streeft het plan ernaar om de markante punten en het nieuwe landschap met elkaar te verbinden en beleefbaar te maken. Dit wordt bewerkstelligd door middel van sobere verbindende structuren die harmoniëren met de identiteit van de verschillende gebieden. Deze benadering verbindt niet alleen de elementen binnen het landschap, maar versterkt ook de interactie tussen mens en natuur, en benadrukt de unieke karakteristieken van elk gebied, terwijl het de overkoepelende doelen van klimaatadaptatie en duurzaam landgebruik ondersteunt.

Land van Maas & Waal
122

Bestaand en nieuwe verbindende structuren

Fietsnetwerk

Optimalisatie fietsnetwerk

Nieuwe verbindende structuur Overig routenetwerk

Het nieuwe landschap met natuur en natte teelt

* Voor legenda zie hoofdstuk 4.4

* Voor legenda zie hoofdstuk 4.3

Watersysteem met momenten
Land van Maas & Waal
123
Land van Maas & Waal
124 WATER GEDREVEN
5.3 EEN PLAN VOOR DE TOEKOMST
Land van Maas & Waal 0m N 1km 5km 10km 200m 125 WATER GEDREVEN

5.3 EEN PLAN VOOR DE TOEKOMST

Op de vooravond van een nieuw tijdperk presenteert dit plan een visie voor het toekomstige landschap. Het biedt een uitwerking van strategieën voor het land van Maas en Waal en schetst een nieuw en veerkrachtig landschap dat inspeelt op klimaatextremen zoals droogte, wateroverlast en overstromingsgevaar. Het resultaat is een ademend landschap dat anticiperend reageert op deze uitdagingen, en nieuwe mogelijkheden creëert voor de boer als de natuur.

Het plan streeft naar een nieuw landgebruik en bouwt voort op het bestaande watersysteem. Hierin wordt een vernieuwde watermachine geïntroduceerd die zich richt op het tegengaan van verdroging door water efficiënt te bergen en beschikbaar te stellen in tijden van nood. Dit systeem reduceert verspilling van zoet water drastisch en herstelt de synergie tussen de rivier en het binnendijkse landschap.

& Waal
Land van Maas
126 WATER GEDREVEN
Land van Maas & Waal 127 WATER GEDREVEN
MIDDELGELEGEN WATERTRAP LAAGGELEGEN BUFFER HOOGGELEGEN RESERVOIR Land van Maas & Waal 128 WATER GEDREVEN

UITWERKING & IDENTITEIT

Bij de uitwerking van structuren en momenten draait het om de vertaling van het onderscheidende landgebruik en de functie per gebied. Het doel is om de unieke identiteit te waarborgen in de vormgeving van deze structuren per gebied. In het volgende diagram worden enkele leidende principes gesteld. Het eerste principe is dat alle elementen van natuurlijke oorsprong zijn en refereren naar het desbetreffende gebied. Ze zijn afbreekbaar door natuurlijke processen en zullen hierdoor nieuwe flora en fauna aantrekken. De elementen zullen in de loop der tijd teruggegeven worden aan het landschap, wat zorgt voor verrijking van een volgende generatie.

Hooggelegen reservoirs: Het gebied kenmerkt zich door het vaste hoge streefpeil, wat onderwaternatuur mogelijk maakt. Om permanent water te realiseren is grondverzet genoodzaakt. De vrijkomende komklei door elders te ontgraven dient hiermee als grondstof voor de te ontwerpen structuren en momenten.

Middelgelegen watertrappen: Het verbouwen van gewassen definieert dit gebied, met de productie van biobased materialen als voornaamste doel. Het streven is om constructies te maken met minder gangbare materialen, en te tonen dat ondanks hun minder gewenste eigenschappen, diverse constructies mogelijk zijn.

Laaggelegen waterbuffer: Dit gebied kenmerkt zich door natuurlijke processen gedreven landschap. Bij hoogwater wordt het rivierwater geloosd in het gebied, en het vormt het eindstation van het nieuwe watersysteem. Het rivierwater en de hoofdwaterlopen vervoeren organisch materiaal zoals slib, een nieuwe grondstof die kan worden gebruikt voor duurzame bouwmaterialen. Dit biedt een subtiele verwijzing naar zowel de overlaat van rivierwater als het vervoer van organisch materiaal uit verschillende gebieden.

GEBIEDSEIGEN
EN CIRCULAIR
Momenten & structuren
natuur
Materiaal en grondstof Afbreekbaar Aantrekken
Van
Land van Maas & Waal 129 WATER GEDREVEN
Teruggeven aan het landschap
Land van Maas & Waal 130 WATER GEDREVEN

5.4 DOORVERTALING

In deze paragraaf wordt een eerste stap gezet in de doorvertaling van de voorgestelde strategie voor het rivierengebied. Elk peilgebied binnen het Land van Maas en Waal vormt een uniek deelgebied, dat vanuit de drie landschappelijke dragers wordt uitgewerkt: het landschap, de momenten en de structuren, allemaal vanuit de eerder beschreven identiteit.

Voor het landschap is een visualisatie gemaakt van het in de strategie voorgestelde landgebruik per gebied. Dit varieert van een robuust natuurlijk landschap, aangestuurd door natuurlijke processen, tot een innovatieve proeftuin voor natte teelt. De bebouwde elementen van structuren en momenten geven karakter aan het gebied door onderscheid in materiaal en vorm, en creëren nieuwe herkenningspunten en verbindende routes binnen het landschap.

Een belangrijk uitgangspunt bij het ontwerpen van de structuren is een sobere vormgeving, voornamelijk langs de tot voorheen verborgen weteringen die de verschillende peilgebieden met elkaar verbinden. Dit leidt tot een samenhangend en functioneel ontwerp dat naadloos aansluit bij de unieke kenmerken van elk gebied en bijdraagt aan een duurzaam en veerkrachtig rivierenlandschap.

Land van Maas & Waal 131 WATER GEDREVEN
Land van Maas & Waal 132 WATER GEDREVEN

DE LAAGGELEGEN BUFFER

De grote wetering markeert de eindzone in het afvoergebied van het land van Maas en Waal, een tot voorheen onherkenbare entiteit in het afvoergebied. Voorheen verscholen tussen de agrarische weilanden, vervoert deze verbindende waterloop nu al het overgebleven zoetwater naar een uitgestrekt en ruig natuurgebied. Een omvangrijk gebied dat dankbaar al het water opvangt, en in een eindeloze beweging het landschap beïnvloedt.

Een bewegend landschap gestuurd door natuurlijke processen. Het vormt een weerspiegeling van het veranderende klimaat, in staat om in een oogwenk vol te staan met water, om daarna geleidelijk leeg te lopen door verdamping en infiltratie, als een adembeweging die zich telkens herhaalt.

Door dit ruige landschap situeert zich een route, gemaakt van het opgevangen slib, parallel langs de grote wetering, met als eindbestemming het gemaal Ufford. Een eens onbekende entiteit in het landschap,

nu met grote betekenis. Wanneer donkere wolken naderen en grote hoeveelheden water via de Maas en Rijn richting Nederland komen, ontwaakt het gemaal. Dan begint het machtige spektakel, waarin het gemaal met volle kracht het water uit de gebieden pompt, tot de stilte voor de storm bereikt is en het hele gebied is gevrijwaard voor het daarop volgende spektakel.

Het hoge water nadert en via een nieuwe overlaat gelegen aan de Maas en/of Waal, wordt overtollig rivierwater in het gebied geloosd. Het is een ongekende kracht die dit gebied omhelst en elders een dijkdoorbraak voorkomt. Een nieuwe, maar vanuit de natuur bestaande relatie tussen de rivier en het achterliggende land dat wordt hersteld en op een ontzagwekkende manier wordt gevierd. Een eerbetoon aan de krachten die het gebied hebben gevormd. Een dynamisch en ruig natuurlijk landschap, gedreven door natuurlijke processen.

Land van Maas & Waal 133 WATER GEDREVEN
Land van Maas & Waal 134 WATER GEDREVEN

Vanuit gemaal Ufford begint de wandeling via de overlaat, gekenmerkt door een dijkverzwaring en een tribune van blokken gemaakt van slib. Deze overlaat van blokken zet zich voort in een pad van stapstenen langs de grote wetering. De sobere en eenvoudige blokken, vervaardigd uit gebiedseigen slib, weerspiegelen de relatie tussen land en rivier, evenals de toenemende aanwezigheid van organisch materiaal.

De blokken dienen niet alleen als basis voor het ontwerp van de overlaat in de vorm van een dijkverzwaring, maar vormen ook een nieuwe route waarmee men het gebied en de grote wetering kan verkennen. Het materiaal slib onderscheidt zich door zijn snelle en natuurlijke afbraak, en vormt een broedplaats voor gebiedseigen mossen en wieren, en is een schuilplek voor kleine diertjes.

Deze elementen zijn een ode aan de natuurlijke processen die een significante invloed hebben op dit laaggelegen gebied in de reeks van het nieuwe watersysteem in het Land van Maas en Waal. Ze symboliseren de harmonie en wederzijdse afhankelijkheid tussen mens en natuur, en vormen een innovatieve stap in de ontwikkeling van een duurzaam en veerkrachtig landschap.

Land van Maas & Waal 135 WATER GEDREVEN
DE MAAS- EN WAAL WANDELING
Land van Maas & Waal 136 WATER GEDREVEN
Land van Maas & Waal 137 WATER GEDREVEN
MOMENT Land van Maas & Waal 138 WATER GEDREVEN
Land van Maas & Waal 139 WATER GEDREVEN
STRUCTUUR Land van Maas & Waal 140 WATER GEDREVEN
Land van Maas & Waal 141 WATER GEDREVEN
Land van Maas & Waal 142 WATER GEDREVEN

DE MIDDEN GELEGEN WATERTRAP

Wandelend over een route gemaakt van riet, gevlochten wilgentenen en andere natuurlijke materialen, opent zich een divers palet van kavels voor het oog. Deze velden, rijk aan verschillende gewassen, gedijen in de natte omstandigheden en de desbetreffende bodem. Een groot deel van de gewassen is zichtbaar waaruit de structuur waarop gelopen wordt is gemaakt. Het roept gedachten op aan een tijd voor de transitie, waarin ieder jaar droge periodes de boer in zijn greep hield.

In dit natuurlijke agrarische landschap bevinden de boerenerven zich als enclaves, als groene oases in het landschap. Hier en daar kun je boeren zien die op innovatieve wijze de gewassen oogsten. Ze bewegen in harmonie met het dynamisch gestuurde peil, een dans die de cyclus van de verschillende gewassen en de seizoenen viert.

In de verte verrijst een markant herkenningspunt, gemaakt van riet en hout, een stille getuige van de landelijke charme en de natte teelt. Tot de verbazing begint deze landmarkering te draaien om zijn as, een stille werveling, tot het weer tot stilstand komt. Dit is geen toeval; het is een stuw die open is gezet.

Naarmate je dichter bij het punt komt en het water in de Rijksche wetering sneller begint te stromen, wordt de weg van het water onthuld. Boven in de toren, wijzend in de oostelijke richting, toont het de watergang die zich een weg baant door het landschap. Het water wordt in vrij verval naar de omliggende kavels vervoerd, een misschien onherkenbare, maar cruciale gebeurtenis in het watersysteem om de verschillende erfen in het gebied te voorzien van het water in de droge periode. Dit is een verhaal van verbinding en vernieuwing, van menselijke vindingrijkheid die in harmonie werkt met de natuurlijke wereld.

Land van Maas & Waal 143 WATER GEDREVEN
Land van Maas & Waal 144 WATER GEDREVEN

EEN GETUIGE VAN HET NIEUWE LANDGEBRUIK

De centrale ligging in het Land van Maas en Waal, samen met de goede aansluiting op het bestaande fietsnetwerk langs de Noord-Zuid (N329), biedt de gelegenheid om de nieuwe stuw te verrijken met een herkenningspunt in het landschap. Dit kenmerk wordt een oriëntatiepunt, vervaardigd uit riet en andere materialen die zijn verbouwd in het vernieuwde agrarische gebied. In tegenstelling tot de traditionele stuw, die vaak weinig landschappelijke waarde heeft voor de gemiddelde waarnemer, wordt dit nu een cruciaal herkenningspunt dat synchroniseert met het functionerende watersysteem. Het dient als een verwijzing naar de stand van het gemaal, met een uitkijktoren die zich oriënteert op basis van de waterstand.

Vanaf dit punt begint ook een route langs de Rijksche Wetering en Broeksche Leigraaf. Een zwevend pad over de natte teelten, gemaakt van verschillende biobased materialen zoals riet, wilgen, berk en populier, weerspiegelt het een nieuw tijdperk in de teelt van natuurlijke materialen. Het dient als reactie op een bouwwereld die gebiedseigen materialen vanwege hun afwijkende eigenschappen ondergeschikt heeft gemaakt, waardoor het importeren en vervoeren van materialen genormaliseerd is.

Dit herkenningspunt fungeert als een belangrijk statement voor de middengelegen watertrap. Het symboliseert een omslag in de manier waarop we denken over bouwmaterialen, en verteld een duurzamere en meer harmonieuze relatie tussen het land en de menselijke activiteit.

Land van Maas & Waal 145 WATER GEDREVEN
146 WATER GEDREVEN
147 WATER GEDREVEN
Land van Maas & Waal 148 WATER GEDREVEN
MOMENT
Land van Maas & Waal 149 WATER GEDREVEN
Land van Maas & Waal 150 WATER GEDREVEN

HET HOOGGELEGEN RESEVOIR - BLOEMERS

In het tweede reservoir, gedomineerd door water verbaast men zich door de teruggebrachte stilte in het gebied. Omringd door water, wordt je blik getrokken naar de boer die in de verte lisdodde oogst. Dit gebied, dat zich ooit typeerde als een luidruchtig en sober weidelandschap, heeft nu een serene stilte teruggevonden.

De opgeworpen grondlichamen vormen een omhelzing die de omliggende snelwegen afscheidt en het lawaai buiten houdt. Een rustplek, waarin verschillende moeras- en watervogels in alle rust kunnen broeden. Ertussen liggen diepere waterdelen die vol blijven ondanks de extreme droogte en het zakkende waterpeil. Een fijne gedachte, wetende dat onderwaternatuur hier floreert.

Het water volgt een bedachtzame weg, onder vrij verval afgevoerd naar de omliggende water vragende gebieden in deze droge periode. Het reservoir voedt en wordt gevoed, het waterpeil aangevuld door rivierwater via hoger gelegen inlaten, een eindeloze cyclus van ontvangen en geven.

In het westelijke grondlichaam steken drie markante elementen van klei uit, poorten waar het water doorheen kan stromen. Ze vormen passages onder de snelweg, een doorgang voor water, dieren en de wandelaar die van het ene naar het andere gebied zijn wandeling voortzet. Het is een route via het water, een pad dat zich ontvouwt uit de klei en zich voortvloeit in harmonie met het landschap.

Land van Maas & Waal 151 WATER GEDREVEN
Land van Maas & Waal 152 WATER GEDREVEN

EEN DOOR WATER EN KLEI GEVORMDE POORT

Het hooggelegen reservoir kenmerkt zich door een waterrijke omgeving en aan de randen de natte teelt van gewassen die gedijen in permanent vochtige omstandigheden. Om overlast voor de nieuwe natuur te voorkomen en rust voor de verschillende fauna te garanderen, wordt de te ontgraven grond ten behoeve van het stimuleren van onderwaternatuur gebruikt om een grondlichaam parallel aan de A50 te creëren. Dit vormt een natuurlijke geluidsbarrière die een positieve invloed heeft op de ecologische en belevingskwaliteit van het gebied.

Door een combinatie van struin- en wandelpaden te realiseren, ontstaat er een tribune waarop het samenspel van water en natuur door bezoekers kan worden aanschouwd. De drie stuwen, gelegen aan de Woeziksche Leigraaf, Nieuwe Wetering en Oude Wetering, zijn markante en sober vormgegeven elementen die door het grondlichaam snijden om het water door te laten stromen. Deze vormen een herkenbare en krachtige constructie, waarbij tevens een ondergrondse passage wordt gecreëerd die een doorkruisende infrastructurele barrière overbrugt. Deze aanpak benadrukt niet alleen de functionele noodzaak maar verheft deze ook tot een esthetisch en ecologisch verantwoord element binnen het landschap.

Land van Maas & Waal 153 WATER GEDREVEN
Land van Maas & Waal 154 WATER GEDREVEN
Land van Maas & Waal 155 WATER GEDREVEN
156 WATER GEDREVEN
157 WATER GEDREVEN
Land van Maas & Waal 158 WATER DRIVEN

HET HOOGGELEGEN RESEVOIR - CITTERS

Aan het begin van de weg van het water, in het land van Maas en Waal, ontvouwt zich de eerste oase van water en natuur. Diepere en ondiepe delen wisselen elkaar af. Wandelend over een pad van klei langs de Zeedijksche Leigraaf, wordt je blik getrokken naar een groene passage over de N-weg, een brug tussen het hoog gelegen reservoir en de achterliggende afgesneden rivierarm.

Tussen de verschillende opgeworpen kleilichamen, tussen het water en de bestaande weg, openen zich kleischutten die normaliter het water in het gebied vast houden. Nu, in hun nieuwe rol, vormen ze een indrukwekkend spektakel van gutsend water dat zich een weg baant naar de achterliggende gebieden.

Boven op de passage krijgt het water perspectief, en het achterliggende land onthult een deel van het systeem. Het water stroomt richting de oude rivierarm en de verrijkt omliggende akkers en fruitgaarden van water. Een weg tussen de de bron, ofwel het hooggelgen reservoir en haar omgeving.

In de verte staat het non-actieve gemaal Van Citters II, een stille herinnering. Het spreekt van een tijd waarin het water werd weggepompt. Nu heeft het water een nieuwe betekenis gekregen in dit nieuwe landschap en vormt het de klimaatbuffer van dit deel van het rivierengebied.

Land van Maas & Waal 159 WATER GEDREVEN
Land van Maas & Waal 160 WATER GEDREVEN

DE WATER & LAND PASSAGE

Het hoogstgelegen reservoir in het land van Maas en Waal, gelegen tussen de Haterste en Overasseltse Vennen en Overen Nederasselt, is het kleinste, maar van nature het diepste gebied. De stuw van de Zeedijksche Leigraaf wordt getransformeerd tot een uniek herkenningspunt dat het hooggelegen reservoir en de naastgelegen rivierarm, de Balgoijsche Wetering, zowel ecologisch als recreatief met elkaar verbindt.

Vanuit de lichte afgraving in het gebied om de van nature diepe delen te accentueren, worden vier grondlichamen opgeworpen tussen de buiten-, en tussen de N-weg en aan weerzijden van de Zeedijksche Leigraaf. Deze grondlichamen vormen de perfecte aanleiding voor een nieuwe recreatieve en ecologische verbinding tussen de twee delen. Ze vormen tevens de basis van een herkenningspunt dat ook de stuw vormt, waarbij schotten van klei zowel open als dicht kunnen staan om het water enerzijds vast te houden en anderzijds de omliggende gebieden van water te voorzien. Deze innovatieve inrichting versterkt de samenhang tussen natuur, recreatie en waterbeheer en benadrukt de specifieke kenmerken van dit landschappelijke deelgebied.

Land van Maas & Waal 161 WATER GEDREVEN
Land van Maas & Waal 162 WATER GEDREVEN
Land van Maas & Waal 163 WATER GEDREVEN
164 WATER GEDREVEN
165 WATER GEDREVEN
166 WATER GEDREVEN

Slot

Een ademend Rivierenlandschap, dat inspeelt op het veranderende klimaat en gedreven door bodem en water. Water krijgt een nieuwe betekenis in het landschap met grote impact voor de toekomst van het landschap. In het ontwerpend onderzoek wordt de nieuwe watervoorad, landbouw en natuur met elkaar verbonden. De rol van een vernieuwd watersysteem en samenwerking op verschillende schaalniveaus wordt benadrukt. Het integreert de strategieën uit de vorige hoofdstukken en verbindt deze tot een samenhangend geheel.

Het voorliggende document leert van de geschiedenis en neemt de huidige situatie als basis bij de ontwikkeling van de toekomstige visie, met de focus op het kommenlandschap, ofwel de rivierpolders. Het onderzoek heeft zich toegespitst op de complexe interactie tussen natuurlijke processen en menselijke invloeden, en de uitdagingen die dit oplevert in het licht van klimaatverandering.

Het onderzoek benadrukt het breekpunt waarop het rivierengebied zich nu bevindt en er wordt vastgesteld dat een radicale transitie vereist is, gekenmerkt door een nieuwe betekenis voor water en een nieuwe synergie tussen rivier en de achterliggende komgebied. Verschillende strategieën en plannen zijn uitgewerkt, variërend van waterbeheer, en landbouwtransitie tot klimaatadaptatie en nieuwe natuur. De voorgestelde strategieën zijn gericht op zowel het beheersen van overstromingsrisico‘s als het voorkomen van droogteschade, met behulp van de bestaande landschappelijke elementen en nieuwe herkenbare waterwerken.

Het nieuw watersysteem richt zich richt op het gebruik van natuurlijke hoogteverschillen voor wateropslag, en een plan voor de transitie van landgebruik, dat zich concentreert op de transformatie naar nieuwe natuur en het verbouwen van natte gewassen.

De verdere ontwerpuitwerking geeft specifiek aandacht aan het Land van Maas en Waal, waarin het karakteristieke kommenlandschap uiteengezet is en een nieuwe identiteit is voorgesteld die bijdraagt aan een rijker en klimaatadaptief landschap.

De voorgestelde landschappelijke interventies en condities uit dit onderzoek hebben aanzienlijke implicaties voor beleidsmakers, waterbeheerders, boeren en de bredere samenleving. Ze bieden een raamwerk voor toekomstige ontwikkelingsstrategieën die rekening houden met de unieke karakteristieken en uitdagingen van het Nederlandse rivierengebied. Het ontwerpend onderzoek biedt strategieën die veelbelovend zijn maar verfijning en samenwerking vergen. Het doel is een evenwicht tussen menselijke behoeften en een daadwerkelijk toekomstbestendig landschap, waarbij Nederland wederom een pionier kan zijn in de omgang met water.

167 WATER GEDREVEN

Discussie en aanbevelingen

Het plan illustreert een radicale transitie van het Nederlandse rivierengebied en in het bijzonder de komgebieden. Het benadrukt het belang van een grootschalige transitie die dient als de klimaatbuffer van het centrale rivierengebied en daarbuiten.

De komgebieden zijn geselecteerd op basis van een data-analyse, waarin ze zowel als enorm kwetsbaar als kansrijk scoren. Dit is te wijten aan factoren zoals de geografische ligging, het huidige gebruik, de ondergrond en de lage bebouwingsgraad. De landschappelijke interventie als het waterpeil te verhogen en hiermee moerasnatuur realiseren, is niet nieuw. Echter, een soortgelijke grootschalige ingreep is, zover de Nederlandse literatuur reikt, niet eerder toegepast. Dit benadrukt het belang van vervolgonderzoek waarin dit onderzoek als basis en inspiratie kan dienen.

Met betrekking tot de complexiteit en de schaal van het onderzoek worden er een aantal punten kort opgesomd die de resultaten interpreteren, beperkingen en implicaties aanduiden, en suggesties en aanbevelingen geven voor vervolgonderzoek. Hierbij moet benadrukt worden hoe realistisch de interventie is gezien de enorme politieke en financiële inspanning. Nader onderzoek naar de sociale en economische gevolgen van de verandering, met name voor de lokale boeren, is noodzakelijk, evenals onderzoek om de mogelijke negatieve gevolgen te begrijpen.

Er moet ook worden gekeken naar de praktische en financiële haalbaarheid, een aanbeveling voor een kosten- en batenanalyse, en de verkenning van de natte teelt als experiment waarbij de nieuwe

condities dienend zijn. Onderzoek naar hoe dit samengaat met de huidige agrarische belangen, nadere detaillering van het plan, het functioneren van de bestaande gemalen, en het functioneren van bestaande infrastructuur en gebouwen die periodiek onder water komt te staan, is belangrijk.

De bredere oplossing van het onderliggende vraagstuk en de uitwerking van het land van Maas en Waal als specifiek voorbeeld voor de desbetreffende gebieden moet eveneens worden overwogen. Er dient erkenning te zijn van de weerstand tegen dergelijke verandering, maar de noodzaak ervan wordt benadrukt, gezien de druk op het landschap door klimaatverandering.

De overgang naar natuur en natte teelten zal niet alleen helpen bij het bufferen van water maar kan ook bijdragen aan een rijker en natuurlijker landschap. Dit zou de landschappelijke diversiteit aanzienlijk kunnen verhogen en een nieuwe identiteit kunnen vormen die in harmonie . Het onderzoek maakt een eerste belangrijke stap in het begrijpen en aanpakken van de water gerelateerde uitdagingen in Nederland en moedigt aan een holistische aanpak te kiezen en de adaptieve oplossingen te omarmen. Ondanks de vele beperkingen biedt het onderzoek ook kansen en kan de basis vormen voor verdere studies, en beleidsmakers, ontwerpers en ingenieurs inspireren om samen te werken aan een duurzame toekomst.

Deze discussie illustreert de complexiteit van de onderwerpen die in het onderzoek aan bod komen. Het benadrukt de noodzaak om meerdere

perspectieven in overweging te nemen en erkent zowel de potentieel transformerende impact van het onderzoek als de uitdagingen en beperkingen die moeten worden overwonnen om de voorgestelde visie te realiseren.

Het plan vraagt om een gedetailleerde, wetenschappelijke benadering om de haalbaarheid, effectiviteit, en duurzaamheid ervan te beoordelen. Interdisciplinaire samenwerking tussen landschapsarchitecten, ecologen, hydrologen, ingenieurs, sociaalwetenschappers en overheidsinstanties, zal essentieel zijn voor het succes van deze visie. Het wordt ten zeerste aanbevolen om een dergelijke uitgebreide evaluatie uit te voeren als basis voor de verdere ontwikkeling en implementatie van de strategie en realiseren van het ademende landschap.

168 WATER GEDREVEN
169 WATER GEDREVEN

Bibliografie

Paul Haring, F. W. (n.d.). Rivierenlandschap. From geologievannedelrand: https://www.geologievannederland.nl/landschap/landschappen/ rivierlandschap

BoschSlabbers Landschapsarchitecten. (Februari 2022). Streekgidsen Ruimtelijke Kwaliteit en Landschap. Amsterdam: Provincie en Gelderse gemeenten.

r. Marco Vermeulen, i. B. (2020). IABR-Droogte in de Delta. Rotterdam: Studiomarcovermeulen. Boom Landscape. (2022). Ontwerpend onderzoek biobased (ver-)bouwen . Amsterdam: Provincie Zuid-Holland, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koningkrijksrelaties.

(2014). Natuurambitie Grote Wateren 2050 en verder. Den Haag : Ministerie van Economische Zaken .

Weeda, P. H. (2014). Herstel en ontwikkeling van hardhoutooibossen . Driebergen: Alterra Wageningen UR & O+BN.

Weeda, G. A. (2016). Herstel en ontwikkeling van laagdynamische, aquatische systemen in het rivierengebied. Driebergen: Kennisnetwerk OBN. gronden, P. –k. (z.d.). Paludicultuur – kansen voor natuurontwikkeling en landschappelijke bufferzones op natte gronden. Stowa. Buiting advies. (2009). Ecologische visie Bentwoud. Spankeren: Buiting advies.

Everts, F. A. (2010). Natuurlijk rivierenlandschap . onbekend : onbekend.

Verbeek, J. v. (2008). Moerasherstel in het westelijk rivierengebied. Culemborg: Bureau Waardenburg bv.

RIVM en Planbureau voor d eleefomgeving . (2018). Grootschalige concentratie- en depositiekaarten Nederland. Den Haag : RIVM. Nederland, G. c.-e. (2012). Grootschalige concentratie- en depositiekaarten Nederland. Wageningen: Wageningen UR.

Oever, J. v. (2012). Catalogus Biobased bouwmaterialen; het groene bouwen . Wageningen: Wageningen UR.

Vos, H. d. (2013). Fauna in het rivierengebied Knelpunten en mogelijkheden voor herstel van terrestrische en amfibische fauna. Bosschap en Ministerie van Economische zaken .

M.A. Lascaris, R. v. (2019). Leven met water: dijken, muren tegen de waterwolf. Amersfoort: Rijkdienst voor het cultureel erfgoed. lantschap, A. H.-b. (2010). Ontgonnen verleden . Ede: Directie kennis en innovatie.

Frans Klijn, R. M. (2001). Groene rivieren: mogelijkheden voor toepassing. Delft Hydraulics.

TNO . (2019). FACTSHEET EMISSIES EN DEPOSITIE VAN STIKSTOF IN NEDERLAND. Den Haag: TNO. (HKV), J. B. (2019). NEERSLAGSTATISTIEK EN -REEKSEN VOOR HET WATERBEHEER. Amersfoort: Stichting toegepaste onderzoek waterbeheer. Wagening UR. (2008). Geschikte of vruchtbare landbouwgronden in Nederland en Europa. Wageningen: Alterra Wageningen UR. Marco Beers, D. C. (2018). Watersysteemanalyse Beneden Donge. Brabantse Delta.

Aa en Maas. (2014). Peilbesluit Koningsvliet. Vinkel: Aa en Maas.

Mondeel, i. T. (2018). Bommelerwaard Toelichting op het peilbesluit. Deventer: Witteveen+Bos. Witteveen+Bos. (2012). Toelichting op het GGOR/Streefpeilbesluit Over- Betuwe inclusief beschrijving GGOR

Brink, d. P. (2019). Peilbesluit Lek en Linge. Deventer: Witteveen+Bos.

Wee, S. i. (2022). Peilbesluit Tielerwaard. Deventer: Witteveen+Bos.

Mondeel, i. T. (2017). Lingesysteem Toelichting op het Streefpeilenplan . Deventer: Witteveen+Bos.

Wee, d. i. (2021). Peilbesluit Alm en Biesbosch. Deventer: Witteveen+Bos.

Wee, m. M. (2016). Quarles van Ufford Toelichting op het peilbesluit. Deventer: Witteveen+Bos.

Wee, g. M. (2016). Peilbesluit Quarles van flora . Deventer: Witteveen+Bos - Waterschap Rivierenland.

Witteveen_Bos. (2022). Peilbesluit Bloemers & Citters. Deventer: Waterschap Rivierenland.

Dellemann, I. (2014). Toelichting op peilbesluit Hertogswetering. ‘s-Hertogenbosch: Waterschap Aa en Maas.

Over-Betuwe. Deventer: Witteveen+Bos.

Waterschap Aa en Maas. (2018). Projectplan Integrale aanpak Hertogswetering - Roode Wetering. ‘s-Hertogenbosch: Waterschap Aa en Maas.

Hans Hillebrand, A. v.-J. (2004). Ruimte voor nieuwe rivieren Een nieuwe rivier als ruggengraat voor ruimtelijke ontwikkeling en waterbeheer – Een eerste verkenning. Utrecht: Bureau Stroming en InnovatieNetwerk Groen Ruimte en Agroclusters.

Wim Braakhekke, G. L. (2007). Bouwen aan Nieuwe Rivieren. Utrecht: Innovatienetwerk .

Bart Beekers, M. v. (onbekend). Ruimte voor Levende Rivieren. onbekend: Ark natuurontwikkling, Natuurmonumenten, vogelbescherming, Landschappen NL, WWF, De natuur en mileufederaties.

Peters, B., van Buuren, M., van den Herik, K., Daalder, M., Tempels, B., Rijke, J., & Pedroli, B. (2021). The Smart Rivers approach: Spatial quality in flood protection and floodplain restoration projects based on river DNA. Nijmegen: WIREs Water.

Bureau Drift. (n.d.). Downloads: Poster Lek, Waal, Nederrijn, Merwedes, getijdenmaas, Gelderse Poort, Bergsche maas, Bedijkte Maas, Afgedamde Maas. From Smart Rivers: https://www.smartrivers.nl

Paul Haring, F. W. (n.d.). Rivierenlandschap. From Geologie van Nederland: https://www.geologievannederland.nl/landschap/landschappen/ rivierlandschap

Willem Ligtvoet, R. F.-J. (2011). EEn dElta in bEwEging bouwstenen voor een klimaatbestendige ontwikkeling van nederland. Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving.

PBL. (2023). Aanpak mondiale waterproblematiek vraagt wereldwijd radicaal ander beleid. Planbureau voor de leefomgeving.

Maria Witmer, R. F. (2023). NATIONALE KLIMAATRISICOANALYSE. Den Haag: Planbureau voor de leefomgeving. Klimaateffectatlas. (z.d.). Kaartviewer, kaarverhalen, atlas, data. From klimaateffectatlas.nl: https://www.klimaateffectatlas.nl/nl/ Rijkswaterstaat ministerie van infrastructuur en waterstaat. (z.d.). Ruimte voor de rivieren. From rijkswaterstaat.nl: https://www.rijkswaterstaat.nl/ water/waterbeheer/bescherming-tegen-het-water/maatregelen-om-overstromingen-te-voorkomen/ruimte-voor-de-rivieren Rijkswaterstaat ministerie van infrastructuur en waterstaat. (z.d.). Waterbeheer. From rijkswaterstaat.nl: https://www.rijkswaterstaat.nl/water/ waterbeheer

Bij12. (z.d.). Natuurtypen, Natuur en landshap. From bij12.nl: https://www.bij12.nl/onderwerpen/natuur-en-landschap/index-natuur-en-landschap/ natuurtypen/

Jonge, I. L. (1954). Verkommerd Land. Gelderse komgronden comissie H.J. Paris.

DINOlokat. (z.d.). Ondergrondgegevens en ondergrondmodellen. From data en informatie van de Nederlandse ondergrond: https://www.dinoloket.nl

170
WATER GEDREVEN

Atlas leefomgeving. (n.d.). From Algemene kaarten, Bodem, Geluid, Klimaatverandering, Lucht, Natuur, Water : https://www.atlasleefomgeving.nl/ kaarten

Laarhoven, M. v. (2017). Stromende Kracht - Een visie voor de rivierdelta als één aaneengesloten natuurgebied. Amsterdam: Academie van Bouwkunst.

O+BNNatuurkennis. (n.d.). Natuurtype. From https://www.natuurkennis.nl/natuurtypen/

Brood, M. B. (2022). Historische water atlas - de drijvende kracht van Nederland. W Books.

Eric-Jan Pleijster, C. v. (2014). Dijken van Nederland. Rotterdam: Nai010 & LOLA Landscape Architects.

Marinke Steenhuis, P. M. (2017). Voorbij dijken - Hoe Nederland met het water werkt. Rotterdam: Nai010 uitgevers.

Matin Prominski, A. s. (2023). River Space Design Planning Strategies, Methods and Projects for Urban Rivers - third enlarged edition. Bazel, Zwitserland: Birkhäuser.

Dirk Sijmons, Y. F. (2017). Ruimte voor de rivier - veilig en mooi landschap . Wageningen: Blauwdruk.

Willem van Ham, K. L. (2018). Polders in kaart - noord-west Brabant. Zwolle: uitgeverij Wbooks.

A.Bijl. (n.d.). Het Gelders water waterstaatkundige en sociaal-economische ontwikkelingen in de polders van de westelijke Tielerwaard (1809-1940. Sliedrecht: Goedeboeken.

Henk Engel, E. G. (2021). OverHolland 21 Waterbeheer en cultureel erfgoed. Delft: TU Delft.

Alexander’s Eye, G. D. (2018). The invention of rivers. Pennsylvania: Penn press.

Gempt, B. t. (1857). Rivier-polders in Nederland. Hunne gebreken en de middelen tot herstel. Met kaart en platen. Haarlem: A.C.Kruseman.

Scholten, F. (n.d.). Polders en broekgronden Sinds 1872. From mijngelderland: https://mijngelderland.nl/inhoud/canons/rheden/polders-enbroekgronden

Carla Janssen, N. 2. (n.d.). Komgrond. From https://www.geologievannederland.nl/landschap/landschapsvormen/komgrond Berkelbach, C. (n.d.). Komgronden en ruilverkaveling. From https://mijngelderland.nl/inhoud/canons/buren/komgronden-en-ruilverkaveling#!#custo mCarouselDetail

Sitchting wetenschappelijke atlas van Nederland. (n.d.). Landschappen. From http://avn.geo.uu.nl/index16.html

Stichting Wetenschappelijke atlas van nederland. (2001). Atlas van Nederland Landschap De potentieel natuurlijke vegetatie van Nederland en aangrenzend gebied . From http://avn.geo.uu.nl/16landschap/28/28.html

door Dr. H.J.A. Berendsen, F. R. (1993). De ontwikkeling van het Nederlandse rivierengebied. GEO, 49-76.

Berendsen, H. (2005). Landschappelijk Nederland - fysische geografie van Nederland. Bilthoven: Perspectief Uitgevers. Attenborough, D., & Hughes, J. (2020). A Life on Our Planet: My Witness Statement and a Vision for the Future. Luitingh-Sijthoff. Massop, H., & Straatof, N. (n.d.). Wat zagen de ogen van Von Frijtag Drabbe. From historischwaterbeheer.wur.nl: https://www.historischwaterbeheer. wur.nl

Bij12. (n.d.). Bij12. From Dynamisch Moeras: https://www.bij12.nl/onderwerpen/natuur-en-landschap/index-natuur-en-landschap/natuurtypen/n05moerassen/n05-04-dynamisch-moeras/

IABR. (2021). iabr.nl. From Bouwstenen voor een zoetwaterstrategie: https://iabr.nl/nl/projectatelier/atdroogte

Veraart, J., Timmerman, J., Lange, H. d., Paulissen, M., Bogers, M., Spijkerman, A., & Holz Amorim de Sena, N. (2018). an Robuuste Natuur tot Herstel Ecologische Veerkracht in de Rijkswateren : een analyse over de mogelijkheden van het gebruik van Infographics als een handreiking voor het realiseren van herstel ecologische veerkracht en extra dynamiek in de Rijkswateren. Wageningen: WUR.

Verbeek, J. v. (2008). Moerasherstel in het westelijk rivierengebied Nieuw leefgebied voor purperreiger en andere bedreigde moerassoorten. Culemborg: Bureau Waardenburg bv.

Piersma, T. (2015). Goede tijden - slechte tijden. Groningen: University of Groningen.

Noordhuis, R. (2021). Effect van moerassen op het ecologisch functioneren van meer ecosystemen. Utrecht: Deltares. mr. dr. H.K. Gilissen, m. d. (n.d.). Droogte in de delta – het nieuwe normaal? Naar meer eigen verantwoordelijkheid voor de landbouw. Delft: Deltares. Gentschap NL - bodem+, Arcadis, CBS, Deltares, Evides, Rotterdam climate proof, Waterschappen, NWO, Prinvincies, RoyalHASkoning, Tauw, TU Delft, TNO, Univeristeit Amsterdam, Vewin, Wareco ingenieurs. (2010). De bosatlas van Nederland Waterland. Groningen: Noordhof Uitgevers. H.J.A.Berendsen. (2008). Landschappelijk Nederland - fysische geografie van Nederland. Assen: van Koningklijke Van Gorcum.

Reh, W., Steenbergen, C., & Aten, D. (2005). Zee van land. Delft: Stichting uitgeverij Noord-Holland.

Peters, B., Bijlsma, R., & Maas, G. (2021). Ooibossen van Ooievaar tot stroomlijn en verder. Arnhem: o+bn.

Alkemada, F., Strootman, B., & Zandbelt, D. (2018). naar een breder en gezamenlijk toekomstperspectief voor de rivieren. Den Haag: college van Rijksadviseurs.

Strootman, B., Zandbelt, D., Alkemade, F., Ram, M., Groot, R., vermeulen, M., . . . Waal, J. v. (2019). Via Parijs - een ontwerpverkenning naar een klimaatneutraal Nederland. Den Haag: College van Rijksadviseurs.

Iglesia, A., Garrotte, L., & Martin-carrasoc, F. (2008). Drought risk management in mediterranean river basins.

hargers, E., M, v. b., Fontein, R. J., Hattum, T. v., Maas, G., & Lange, M. d. (2015). Natuurrealisatie in het programma ruimte voor de rivier.

Wageningen: WUR.

Deltares. (2018). Overstromingsrisico’s in Nederland. Den Haag: Rijksoverhheid. Co, F. +. (2021). De Blauwe Lens. Leiden: Hoogheemraadschap van Rijnland.

H.Bark, R. (2021). Designing a flood storage option on agricultural land: Wat can flood risk managers learn from drought management. MPDI. Baptist, M., Hatum, T. v., Reinhard, S., Buuren, M. v., Rooij, B. v., Hu, X., . . . Selnes, T. (2019). Een natuurlijke toekomst voor Nederland in 2120.

Wageningen: WUR.

Ministerie van infrastructuur en waterstaat. (25 november 2022). Water en bodem sturend. Den Haag: Tweede kamer brief.

171 WATER GEDREVEN

Met speciale dank aan

Commissieleden

Mirte van Laarhoven - Mentor

Saline Verhoeven - Commissielid

Gerwin de Vries - Commissielid

Toegevoegde examinatoren

Ziega van den Berk

Roel van Gerwen

Gesroken experts

Alphons van Winden - Bureau Stroming

Ronald Buiting - Buiting advies natuur & landschap

Leo van Wee - Watermanagement bij Witteveen+Bos

Jeroen van den Berg - Netics, The sediment engineers

Vrienden en famillie

Amber van Beijsterveldt

Brandon Smith

Coen Pronk

Thais Gazzilo Zuchetti

Collega’s van DELVA Landscape Architecture | Urbanism

Academie van Bouwkunst - Amsterdam

Stichting NHBOS

172 WATER GEDREVEN
173 WATER GEDREVEN
WATER GEDREVEN
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.