Bob Hartman - Een stad met status

Page 1

Een stad met status Hoe de opvang van statushouders in het bestaand stedelijk weefsel kan bijdragen aan hun integratie en acceptatie

Bob Hartman 1


2


Colofon Student Bob Hatman Schuilenburgerplein 1-B103 3816 TD Amersfoort bobhartman95@gmail.com +31 6 420 787 51 Mentor Martin Aarts Commissieleden Hans van der Made Bram Jansen Toegevoegde commissieleden Hein Coumou Ania Sosin Opleiding Master of Urbanism Academie van Bouwkunst Amsterdam, 2023 November 2023

1


2


Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding Fascinatie Wat is er aan de hand? Wat zegt de wetenschap? Wat betekent dit voor Eindhoven? Waar in Eindhoven? Wat betekent dit voor de asielzoekers? Hoe komt dat eruit te zien? Alleenstaande jongeren Alleenstaande mannen Gezinnen Elders in Eindhoven Conclusie Dankwoord Bronvermelding

4 6 8 14 28 32 36 40 48 60 66 72 80 88 89 90

3


Samenvatting Het afgelopen jaar domineerde de asielcrisis de krantenkoppen met berichten als “Baby overleden in sporthal aanmeldcentrum Ter Apel” en “COA: vannacht weer minstens 700 buitenslapers in Ter Apel”. De druk op asielzoekerscentra werd, mede door de oorlog in Oekraïne, alleen maar groter. Doordat de AZC’s de druk niet meer aankonden, werden mensen gedwongen om onder inhumane omstandigheden buiten te slapen, zonder toegang tot basisvoorzieningen. Elders in het land probeerden inwoners van Albergen ondertussen een leegstaand hotel op te kopen om de komst van asielzoekers te voorkomen. De afkeer richting mensen die alles en iedereen achter hebben gelaten opzoek naar veiligheid, maakte mij ontzettend boos. Deze boosheid en het onbegrip voor de ernst van de asielcrisis, maakte het tot onontkoombaar onderwerp voor mijn afstuderen. Daarmee veranderde mijn boosheid al snel in ambitie: “kan ik als stedenbouwer een steentje bijdragen aan het oplossen van de asielcrisis in Nederland?”.

4

Ik ben namelijk van mening dat de asielcrisis in essentie een ruimtelijke opgave is. Nuchtere feiten laten zien dat buitenslapers in Ter Apel mede ontstaan, door het gebrek aan doorstroming van statushouders naar (sociale)huurwoningen. Hierdoor wonen momenteel nog zo’n 16.000 statushouders in Ter Apel. Het oplossen van de asielopvang zelf is een ingewikkeld politiek vraagstuk, maar wat als Ter Apel kan worden ontlast en daarmee het buitenslapen kan worden voorkomen? Wat als ik een oplossing kan vinden voor opvang van statushouders, op de plekken waar de mogelijkheid tot integratie en acceptatie optimaal is? Mijn zoektocht is gebaseerd op de studie ‘De wereld in een stad’ van Godfried Engbersen en Peter Scholten. Zij stellen dat, voor de best mogelijke integratie, statushouders opgevangen dienen te worden in economisch sterke regio’s. Dit heeft mij aan het denken gezet en heb aan de hand van deze criteria een kaart getekend waar statushouders in dat geval het beste opgevangen kunnen worden.

Verder heb ik gesproken met stakeholders in de asielopvang in Nederland: (voormalig) vluchtelingen, medewerkers van het COA en gemeenten. Zij hebben mij op verschillende wijzen inzichten gegeven in de behoeften en belangen van statushouders, maar ook van de gemeenten waar zij terecht zouden komen. Zo bevestigden interviews met statushouders zelf mij dat niet alle statushouders bij elkaar willen wonen: “ontmengen” en dat statushouders wel graag onderdeel willen zijn van de stedelijke gemeenschap; “mengen”. Voor mijn onderzoek is het van cruciaal belang dat de opvang van statushouders meerwaarde oplevert, maar ook wilde ik onderzoeken of het een meerwaarde kan zijn voor een desbetreffende gemeenten. Omdat de regio Eindhoven al zeer progressief kijkt naar de opvang van asielzoekers en statushouders, heb ik deze als testcase genomen.


Ik heb meerdere malen met de gemeente Eindhoven gesproken om een goed inzicht te kunnen krijgen in hun behoeften en ambities. Met andere woorden, ik wilde weten wat het wederkerig belang is voor statushouders en de gemeente. De gemeente Eindhoven was zeer geïnteresseerd in mijn onderzoek. Aan de hand van voorstellen van mijn kant en feedback van de gemeente, werd de plaatsbepaling steeds preciezer. Zo had ik in eerste instantie gekozen voor drie bedrijventerreinen. Na afstemming met de gemeente Eindhoven werden dat drie uiteenlopende locaties: een bedrijventerrein, een locatie in het groen en verschillende kleine locaties in het centrum. Vervolgens heb ik voor één van deze locaties een stedenbouwkundig plan gemaakt, om te laten zien hoe het ontmengen van statushouders (een wens van statushouders) en het mengen met lokale inwoners (een wens van zowel statushouders als de gemeente) leidt tot een leefomgeving, waarin de integratie en acceptatie van statushouders gestimuleerd wordt.

Tot slot heb ik met dezelfde uitgangspunten ook voor de andere twee locaties een concept ontworpen, waarmee ik aantoon dat het gekozen concept niet alleen op één specifiek locatie werkt. De verschillende locaties geven tevens een inzicht in de mogelijke fasering. De factor tijd is namelijk van groot belang bij de opvang van statushouders. Met mijn afstuderen hoop ik de discussie omtrent opvang van statushouders aan te kunnen wakkeren. Niet alleen de behoeften van statushouders zijn namelijk anders dan verwacht, maar ook de houding van een gemeente als Eindhoven is veel positiever dan uit het politieke debat valt af te leiden. En misschien nog wel belangrijker dan dat: wil ik laten zien dat asielzoekers en statushouders niet alleen maar voor drukte en overlast zorgen, maar dat ze met de juiste opvang en kansen tot integratie en acceptatie van ontzettend grote meerwaarde kunnen zijn voor onze samenleving!

5


Inleiding Al decenia lang vragen vluchtelingen in Nederland asiel aan. Dit gaat vrijwel altijd gepaard met de nodige discussie. In de zomer van 2022 kwam deze tot een kookpunt en werd er zelfs gesproken over een ‘asielcrisis’. In totaal kwamen er dat jaar zo’n 46.000 mensen naar Nederland opzoek naar veiligheid. Dit veroorzaakte een dusdanige druk op de aanmeldcentra en asielzoekerscentra dat deze de druk niet meer aan konden. Men moest daardoor onder inhumane omstandigheden buiten slapen. Een absoluut dieptepunt werd bereikt toen een baby in een sporthal die als opvanglocatie diende, kwam te overlijden. Aan de ander kant waren er felle tegenstanders van de opvang. Raadsvergaderingen over de huisvesting van asielzoekers werden verstoord, asielzoekers werden bedreigd en inwoners van Albergen dreigden een leegstaand hotel op te kopen om de komst van een noodopvanglocatie te voorkomen.

6

Ik kon mij over laatstgenoemde gebeurtenissen ontzettend boos maken. Dit kon ik echter al omzetten in ambitie. Ik ben namelijk van mening dat de asielcrisis een ruimtelijke opgave is. Met dit afstudeerproject wil ik laten zien hoe ik, als stedenbouwer een steentje kan bijdragen aan het oplossen van de asielcrisis en hoop ik de discussie over alternatieve manieren van opvang aan te wakkeren en te inspireren.


Demonstratie tegen komst van tijdelijke opvanglocatie in Albergen

7


Fascinatie

8


De asielcrisis In de zomer van 2022 bereikte de asielcrisis een nieuw dieptepunt door de hoeveelheid buitenslapers. De grote vluchtelingenstromen die elke zomer een hoogtepunt bereiken, waren door verschillende oorlogen sinds 2015 niet zo hoog. De capaciteit in Ter Apel ontbrak. Zowel qua slaapplekken, als qua personeel. Men moest daardoor buiten slapen onder onmenselijke omstandigheden. Geen bed, weinig tot geen basisvoorzieningen en geen dak boven het hoofd. bron: NOS

bron: NOS

bron: NOS

9


Tegenstanders Er zijn echter ook felle tegenstanders van de opvang van asielzoekers. Middels demonstraties werd geopperd de grenzen te sluiten en asielzoekers het land uit te sturen. Onder berichten over buitenslapers stonden reacties als “goedzo en nu geen aandacht en water meer geven”.

bron: X

10

Ook probeerden inwoners van Albergen de komst van een tijdelijk AZC te voorkomen door het leegstaande hotel zelf op te kopen. Maar ook de landelijke politiek was niet eensgezind. Waar Staatssecretaris van Asiel en Migratie, Eric van den Burg, zijn uiterste best deed een nieuwe asielwet op te zetten die zou moeten resulteren in de betere spreiding van asielzoekers over het land, werd deze notabene door zijn eigen partij tegengewerkt. bron: NOS

Dit onbegrip voor de inhumane omstandigheden waaronder asielzoekers in Nederland worden opgevangen, laat staan de reis die ze achter de rug hadden, maakte mij ontzettend boos en ambitieus. Hiermee was mijn afstudeeronderwerp snel gevonden.

bron: NOS


Kind van zes wordt gebruikt voor demonstratie tegen komst AZC

11


Ligging Ter Apel Een deel van het onbegrip voor de opvang van statushouders vindt zijn oorzaak bij de ligging van het aanmeldcentrum in Ter Apel. Hoewel er meerdere aanmeldcentra in Nederland zijn, is Ter Apel veruit de grootste en bekendste. Ter Apel ligt echter op zo’n 200 kilometer van Den Haag waar de politieke beslissingen worden genomen. Dit is zo ver weg van onze samenleving dat steden als Bremen en Dortmund dichterbij zijn. Omdat de opvang zo ver weg van alles plaats vindt, denk ik dat een groot deel van het onbegrip onstaat door de ontwetendheid van de ernst van de situatie die zich daar afspeelt. Men heeft geen idee hoe extreem de inhumane omstandigheden daar zijn, hoe koud het ‘s nachts kan worden of het onrecht dat de asielzoekers wordt aangedaan. Ik ben dan ook van mening dat er gekeken moet worden naar een alternatieve aanmeld- en opvanglocatie voor asielzoekers.

12


Bremen Ter Apel

200

km

Hannover

Den Haag

Dortmund Düsseldorf

13


Wat is er aan de hand?

14


Vluchtelingenstromen Hoewel de hoeveelheid vluchtelingen, mede door de oorlog in Oekraïne een nieuw hoogtepunt (of dieptepunt) bereikte, is het een fenomeen wat zich al decennia en zelfs eeuwen afspeelt. Bijgevoegde grafiek van Vrij Nederland (2015) geeft een inzicht in de vluchtelingenstromen van de afgelopen decennia. Wat hierin opvalt, is dat vluchtelingenstromen niks nieuws zijn, maar dat er vooral veranderingen plaatsvinden in de oorzaak. In 1995 bijvoorbeeld, sloegen door de genocide in Rwanda maar liefst 3,7 miljoen mensen op de vlucht. Kort daarna sloegen vooral Bosnische Serviërs op de vlucht na de burgeroorlog aldaar. In 2011 kwam door de Syrische Burgerloog een hele nieuwe vluchtelingenstroom op gang. In totaal sloegen, tot 2015, zo’n 4,3 miljoen Syriërs op de vlucht. Het overgrote deel wordt in de directe omgeving opgevangen in landen als Turkije en Libanon die respectievelijk 2 en 1 miljoen vluchtelingen opvangen. Nederland had met ca. 46.000 een relatief kleine opgave.

bron: Vrij Nederland

15


Asielzoekers in Nederland Het aantal mensen dat in Nederland asiel aanvraagt varieert sterk. Hoewel de absolute piek in 2015 lag, is er sinds 2021 weer een behoorlijke toename, waarbij de hoogste druk elke keer in het najaar ontstaat. In het voorjaar van 2020 is een enorme dip te zien, die verklaart wordt door het uitbreken van de coronapandemie.

Sinds de oorlog in Oekraïne, hebben meer dan 100.000 Oekraïners in Nederland asiel aangevraagd. Zij vallen onder de Europese Richtlijn Tijdelijke Bescherming en mogen zich om die reden vrij vestigen in Nederland. Die aantallen zijn dan ook niet in onderstaande tabellen opgenomen.

Een extra zorgelijke situatie is dat het aantal alleenstaande minderjarige vreemdelingen de laatste jaren alleen maar toeneemt. Deze kinderen komen alleen naar een land waar ze de taal niet spreken, niemand kennen en vaak getraumatiseerd zijn.

Al jaren komt het overgrote deel van de asielaanvragen van mensen met een Syrische nationaliteit. In 2023 bedraagt dit 39%.

bron: CBS

16

bron: Ministerie van Justitie en Veiligheid

bron: CBS


De asielprocedure Deze alleenstaande minderjarige vreemdelingen, moeten, net zoals de volwassen asielzoekers, de hiernaast getoonde asielprocedure doorlopen. Deze is voor mij als Nederlander al gecompliceerd, laat staan voor iemand die de taal niet spreekt. Het is een combinatie van de hoeveelheid asielzoekers in combinatie met de gecompliceerde procedure, die ervoor zorgt dat de opvang voor asielzoekers vast loopt. De procedure hoort binnen een aantal weken afgerond te zijn. De realiteit is echter dat de wachttijd tot de start van de asielprocedure al kan oplopen tot twee jaar. Al die tijd zitten de asielzoekers zonder enige duidelijkheid over hun toekomst in een asielzoekerscentrum. Als ze geluk hebben. Want de realiteit is dat asielzoekers vaak van noodopvang naar noodopvang worden gestuurd en mede daardoor nergens kunnen vestigen en geen vrienden kunnen maken, vrijwiligers werk kunnen doen of hun eventuele trauma’s kunnen verwerken.

De opvang: stap voor stap vanaf 1 juli 2010

Centrale ontvangstlocatie (col)

Asielzoeker meldt zich bij

aanmeldunit van de Vreemdelingenpolitie (VP)

in Ter Apel. Na identificatie en registratie door VP start rust- en voorbereidingstermijn. Asielzoeker wordt

Start rust- en voorbereidingstermijn (rvt)

In col zorgt COA voor o.a.

Asielzoeker ontvangt

en begeleiding waar nodig.

op nieuwe asielprocedure.

maaltijden, onderdak, toegang tot de medische zorg

afsprakenkaart voor alle afspraken als voorbereiding

(minimaal 6 dagen) Asielzoeker verhuist naar

opgevangen in col van het COA.

procesopvanglocatie. Welke dat wordt, overlegt COA met

Asielzoeker krijgt

verplichte tbc-screening.

diverse ketenpartners.

Procesopvanglocatie

COA zorgt voor o.a.

Asielzoeker krijgt basale

Asielzoeker bereidt zich

en begeleiding waar nodig.

via dvd, informatieboekje, huisregels en overzicht

voor VluchtelingenWerk en MediFirst.

maaltijden, onderdak, toegang tot de medische zorg

Asielzoeker ontvangt

Asielzoeker hoort van COA

COA organiseert vervoer van pol naar Aanmeldcentrum van IND en retour.

Start Algemene Asielprocedure (AA)

AA start bij 1e gehoor met IND.

Asielzoeker ontvangt aan eind van verblijf in pol moneycard. Hierop wordt tijdens verblijf op azc wekelijkse toelage gestort.

Na afloop AA hoort asielzoeker van IND het antwoord op asielverzoek, dan wel of IND nog nader onderzoek doet.

Asielzoeker stroomt door naar vervolgopvang.

Geen besluit

Inwilliging

Afwijzing

Start Verlengde

Start Voorinburgering

Start Terugkeer

Begeleiding gericht op voorbereiding op inburgering.

Begeleiding gericht op terugkeer.

Vrijwillige start met leren Nederlandse taal.

COA zorgt voor opvang in azc, zolang asielzoeker daar recht op heeft.

informatie over leven op opvanglocatie bij COA

rechten en plichten.

(pol)

Asielzoekerscentrum

voor op asielprocedure. COA faciliteert spreekruimte

wat 1e dag van de AA zal zijn.

(uitgangspunt 8 dagen)

Voor iedere bewoner geldt:

(azc)

Asielprocedure (VA) Begeleiding gericht op oriëntatie op de toekomst.

Besluit van IND bekend op asielverzoek.

Huisregels toegelicht, rechten en plichten gesprek.

Vrijheidsbeperkende locatie (vbl) of gezinslocatie

via COA een bewijs van rechtmatig verblijf.

Asielzoeker krijgt wekelijkse toelage van COA en verzorgt zelf zijn maaltijden.

Wekelijkse meldplicht.

Asielzoeker wordt opgevangen in azc tot hij geschikte woonruimte in een gemeente vindt of krijgt aangeboden.

Mogelijke doorstroom naar vrijheidsbeperkende locatie (vbl) of gezinslocatie. COA verzorgt verblijf uitgeprocedeerde asielzoekers in vbl.

Dagelijkse meldplicht.

Het COA voert gesprekken met de asielzoeker in het kader van leefbaarheid en veiligheid.

september 2012

bron: COA

17


Asielzoekers arriveren bij tijdelijke opvanglocatie

18


Huidige opvanglocaties Om een beter inzicht te krijgen in welke (tijdelijke) oplossingen er gezocht worden om de druk op de opvang van asielzoekers te verlagen, heb ik acht verschillende locaties geanalyseerd.

Conclusies

De oplanglocaties variëren van tijdelijke opvanglocaties op zee (die gelukkig niet zijn doorgegaan) tot permanente menging van lokale inwoners met statushouders.

Schaal is van belang Hoe groter de schaal, hoe slechter de integratie Hoe kleinschaliger, hoe tijdelijker de oplossing

Uit deze analyse kunnen een aantal conclusies getrokken worden over de verschillen en overeenkomsten en voor- en nadelen van deze locaties.

Menging van doelgroepen Menging goed voor integratie Studenten van positieve invloed

Het moet schuren Hoe goedkoper de oplossing, hoe hoger de weerstand Als het niet schuurt, is het geen goede oplossing

schaal

Noordzee Cruiseschip (niet doorgegaan) Biddinghuizen Festivalterrein Dronten AZC Oisterwijk Vakantiepark Delft TU-campus Kerkrade Sporthal Buren Gemeentehuis Amsterdam Set

interactie

19


Cruiseschip Noordzee 1.000 asielzoekers

Festivalterrein Biddinghuizen 1.500 asielzoekers

AZC Dronten 1.000 asielzoekers

Vakantiepark Oisterwijk 100 asielzoekers

Nadelen 1. ‘Opgesloten’ asielzoekers 2. Ver weg van samenleving 3. Onveilig 4. Geen voorzieningen 5. Duur 6. Tijdelijk

Nadelen 1. Korte termijn 2. Geen voorzieningen 3. Buiten stedelijk weefsel

Nadelen 1. Ver weg van samenleving 2. Integratie vermoeilijkt 3. Anoniemiteit

Nadelen 1. Buiten stedelijk weefsel 2. Integratie vermoeilijkt

Voordelen 1. Snel op te zetten 2. Aanwezigheid logistiek 3. Grote opvanglocatie 4. Geen overlast

Voordelen 1. Grootschaligere opvang 2. Mensen van zelfde afkomst 3. Aanwezigheid voorzieningen 4. Efficient voor personeel COA 5. Lange termijn gericht

Voordelen 1. Grootschaligere opvang 2. Organisatie door het Rijk

20

Voordelen 1. Snel op te zetten 2. Goedkoop 3. Middellange termijn 4. Sasisvoorzieningen


TU-campus Delft 220 asielzoekers

Sporthal Kerkrade 80 asielzoekers

Gemeentehuis Buren 63 asielzoekers

Set Amsterdam 141 woningen (70 statushouders)

Nadelen 1. Korte termijn 2. Geen voorzieningen 3. Kleinschalig 4. Duur

Nadelen 1. Korte termijn 2. Geen voorzieningen 3. Kleinschalig 4. Veel weerstand

Nadelen 1. Korte termijn 2. Geen voorzieningen 3. Kleinschalig 4. Veel weerstand

Nadelen 1. Beheer en onderhoud 2. Geen voorzieningen in complex

Voordelen 1. Snel op te zetten 2. In bestaand stedelijk weefsel 3. Goed voor imago gemeente

Voordelen 1. Snel op te zetten 2. In bestaand stedelijk weefsel 3. Goedkoop

Voordelen 1. Snel op te zetten 2. In bestaand stedelijk weefsel 3. Goed voor imago gemeente

Voordelen 1. Gemengde doelgroepen 2. Financieel aantrekkelijker 3. Lange termijn visie 4. Sociale cohesie 5. In bestaand stedelijk weefsel

21


Scheefwoners in AZC’s

22

52.927

36.155

36.893

mei 2023

juni 2023

15.670

52.746

36.096 april 2023

15.844

52.416

35.673 maart 2023

16.255

52.182

35.492 februari 2023

16.083

52.020

34.868 januari 2023

16.346

51.679

33.104 december 2022

16.185

51.588

31.073 november 2022

16.720

50.325

48.645

29.146 oktober 2022

17.572

46.1a64

27.585

17.018

statushouders

september 2022

44.029

16.441 27.147 augustus 2022

42.396

15.249 26.885

Middels voorrangsregelingen wordt hier al het nodige aan gedaan. Desondanks wonen er in alle AZC’s gezamenlijk nog meer dan 15.000 scheefwonenden statushouders.

juli 2022

De vraag naar woningen is gigantisch en de woningprijzen stijgen harder dan ooit tevoren. Dit zorgt ervoor dat asielzoekers die een verbijfsvergunning hebben gekregen (statushouders) en daardoor zouden moeten doorstromen naar een reguliere woning, geen woning kunnen vinden.

asielzoekers

17.221

De vastlopende asielprocedures komen, zoals eerder geconcludeerd, dus deels door de gecompliceerde en langdurige procedures. Een tweede belangrijke oozaak is de vastlopende woningmarkt.


Om het aantal scheefwoners te verminderen is het rijk druk bezig met zoeken naar (tijdelijke) oplossingen. De druk op de huisvesting is echter enorm. Gemeenten moeten in het najaar van 2023 gezamenlijk 27.300 statushouders huisvesten. Dit komt neer op elke maand zo’n 6.000 woningen. Er worden tijdelijke oplossingen gezocht die op de korte termijn een uitkomst kunnen bieden. Een voorbeeld hiervan is de opvang van zo’n 1.500 statushouders op een cruiseferry. Howel dit als een luxe opvanglocatie klinkt, is dit alles behalve het geval. Geen van de op het schip aanwezige voorzieningen zijn open en er is weinig ruimte. Wat ik nog wel het kwalijkst vind aan deze opvanglocatie, is dat het de segregatie tussen de inwoners van Nederland en de statushouders alleen maar vergroot. Statushouders kunnen op deze manier totaal niet integreren.

23


asielzoeker

Huidige procedure In het hiernaast afgebeelde schema is de huidige asielprocedure vereenvoudigd weergegeven. Een asielzoeker komt naar Nederland en meld zich bij een aanmeldcentrum in bijvoorbeeld Ter Apel om asiel aan te vragen. Hier wordt beoordeeld of hij/zij een vluchteling is en daarmee acuut gevaar loopt in het land van herkomst. Vervolgens wordt deze persoon naar een AZC verplaatst waar de procedure gevolgd wordt. Hiervoor moet de persoon op en neer reizen tussen het desbetreffende AZC en Ter Apel voor de juridische gesprekken. Wanneer de persoon na verloop van tijd een verblijfsvergunning krijgt, is deze officieel statushouder en heeft daarmee recht op een (huur)woning. Deze woningen zijn echter niet beschikbaar, waardoor de statushouder in het AZC moet blijven wonen. Hierdoor raken deze overvol en kunnen de mensen die normaalgesproken van Ter Apel naar AZC’s doorstromen, dit niet doen. Hierdoor loopt ook Ter Apel vol en ontstaan er buitenslapers.

24

Ter Apel

vluchteling

AZC

statushouder

(huur)woning


asielzoeker

Eerste voorstel In de eerste maanden van mijn afstuderen lag mijn focus op de opvang van zowel vluchtelingen als statushouders. Het voorstel voor de alternatieve procedure betrof dat een asielzoeker zich niet meer in Ter Apel meldt, maar in een nader te bepalen en ontwerpen plek ‘locatie X’. Hier verblijft hij/zij vervolgens tijdens de procedure. Hierdoor wordt het aantal verplaatsingen van de vluchteling verminderd, wat bijdraagt aan de mogelijkheid tot integratie. Wanneer hij/zij vervolgens statushouder wordt, kan deze persoon in ‘locatie X’ blijven wonen, en uiteindelijk doorstromen naar een reguliere woning. Dit voorstel heb ik voorgelegd aan verschillende gemeenten en een medewerker van het COA (Centraal Orgaan opvang azielzoekers). Hun reacties waren vrij eensgezind. De meeste overlast en onrust ontstaat momenteel in en rondom aanmeldcentra. Door deze te verplaatsen en decentraliseren ontstaat een chaotische en onoverzichtelijke situatie.

waar de vluchtelingen en statushouders verblijven. Zo stelde de medewerker van het COA mij de, terechte, volgende vraag: “als een vluchteling in een woning van het COA woont en een verblijfsvergunning krijgt, van wie wordt die woning? Verandert die van eigendom of moet de statushouder verhuizen?”. Ik wil met mijn afstuderen laten zien dat de asielcrisis een ruimtelijke opgave is. Met de complexe situatie die ontstaat door het eventuele ontwerpen van een aanmeldcentrum, wordt mijn afstuderen vooral een politieke opgave. Dit is niet de essentie van mijn afstuderen. Ik ben vervolgens tot een definitief voorstel voor een nieuwe procedure gekomen, die ervoor zorgt dat het zwaartepunt bij de ruimtelijke opgave komt te liggen.

vluchteling

locatie X statushouder

(huur)woning

Daarnaast ontstaat een gecompliceerde eigendomssituatie omtrent de woningen 25


asielzoeker

Definitieve voorstel De feedback van het COA en gemeenten hebben, samen met het feit dat mijn afstuderen geen politiek vraagstuk dient te worden, gezorgd voor het hiernaast afgebeelde procedure.

Ter Apel

Hierbij is het het idee dat een asielzoeker zich nog steeds meldt in Ter Apel en daar wordt aangemerkt als vluchteling. Vervolgens verplaatst deze persoon zich naar een AZC en doorloopt daar de procedure. Wanneer deze persoon een verblijfsvergunning krijgt en daarmee statushouder wordt, zal deze echter meteen verhuizen naar ‘locatie X’. Hier is ruimte voor een permanente woning.

vluchteling

AZC

In mijn afstuderen wil ik laten zien waar ‘locatie X’ zich zou kunnen bevinden, hoe dit eruit kan komen te zien, en wat de positieve gevolgen hiervan zijn.

statushouder

locatie X (huur)woning

26


Tijdelijke opvanglocatie in Eindhoven

27


Wat zegt de wetenschap?

28


Door de ogen van de statushouder Gedurende mijn onderzoek kwam ik de publicaite ‘De wereld in een stad, migratiediversiteit en stedelijk beleid in Europa’ door Godfried Engbersen en Peter Scholten tegen. Hierin worden verschillende voorbeelden van de omgang met de toegenomen migratiediversiteit in Europese steden verkend.

Zij concluderen dat: “beleid gericht op spreiding van asielzoekers over het land geen gunstige effecten heeft op de economische integratie, het ligt voor de hand om een selectiever beleid na te streven dat zoveel mogelijk bevordert dat statushouders terecht komen in economisch sterke gebieden”. Dit was voor mij een kantelpunt in mijn afstuderen. Engbersen en Scholten stellen namelijk dat we op een andere manier moeten kijken naar de opvang van statushouders en moeten kijken waar zíj behoefte aan hebben en waar zíj het beste kunnen integreren. We moeten door de ogen van de statushouder kijken!

De wereld in een stad migratiediversiteit en stedelijk beleid in Europa Godfried Engbersen en Peter Scholten

29


High-scale regio’s Voortboordurend op de publicatie van Engbersen en Scholten heb ik, naast de door hun genoemde economisch sterke gebieden, nog drie andere criteria gesteld waar regio’s op gescoord worden om in aanmerking te komen voor de kansrijke opvang van statushouders. Zogenaamde ‘high-scale regio’s’. In totaal gaat het hierbij om de volgende vier criteria:

30

1.

Economisch sterke gebieden Om integratie en kans op werk te bevorderen

2.

Grote regio Regio met gemeenten met meer dan 90.000 inwoners voor een goede balans tussen inwoners en statushouders

3.

Migratieregio Regio’s die bekend zijn met migratie hebben een hogere acceptatiegraad

4.

Studentensteden Een mix van studenten en statushouders is een kansrijke combinatie. Ook i.v.m. tijdelijk wonen.

Economisch sterke gebieden Gebaseerd op de studie van de Rabobank in succes- en krimpregio’s op economisch vlak, zijn een aantal kansrijke en -arme regio’s aangewezen. Amsterdam is bijvoorbeeld een zeer kansrijke regio i.v.m. de aanwezigheid van veel werkgelegenheid door alle lagen heen. Rotterdam is wat dat betreft, met de haven als belangrijkste economische drijfveer, minder divers.

Grote regio’s Daarnaast is het belangrijk dat een gemeente voldoende inwoners heeft. Het gaat hierbij, na een gecalculeerde schatting, om zo’n 90.000 inwoners. Hiermee kan een aanzienlijk aantal statushouders worden opgevangen zonder dat een ongewenste verhouding tussen inwoners en statushouders ontstaat.

Migratieregio Of een gemeente kansrijk is voor de opvang van statushouders hangt mede af van de multiculturaliteit van een gemeente. Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven zijn hierin zeer kansrijk, Urk bijvoorbeeld, is hiervoor een minder geschikte gemeente.

Studentensteden Tot slot is het een meerwaarde als een gemeente een studentenstad heeft. Studenten is over het algemeen een gevarieerde en flexibele doelgroep die uitstekend gecombineerd kan worden met de opvang van statushouders. Bovendien kan, bij weinig vraag naar opvangplekken voor statushouders, tijdelijke bewoning door studenten een uitkomst zijn.


Score op criteria Aan de hand van de vier opgestelde criteria zijn vervolgens, de daarvoor in aanmerking komende, gemeenten beoordeeld. Op de hiernaast getoonde kaart is de beoordeling te zien, waarbij gemeenten met een ‘goed’, ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’ zijn beoordeeld.

Ter Apel

Vervolgens heb ik een aantal van deze gemeenten geclusterd, wat geresulteerd heeft in zes regio’s. In deze regio’s dienen de statushouders die momenteel in AZC’s scheefwonen, én de toekomstige statushouders te worden opgevangen.

Amsterdam

Zwolle

Utrecht Rotterdam Den Haag

Veluwe

Om te laten zien hoe dit eruit zou kunnen zien heb ik mij vervolgens gefocust op één van deze regio’s: Eindhoven. Deze stad heeft momenteel, in verhouding met de andere steden, een zeer progressieve en ambitieuze houding omtrent de opvang van zowel asielzoekers als statuhouders. Eindhoven Goed Voldoende Onvoldoende 31


Wat betekent dit voor Eindhoven?

32


33


Nieuwe verdeelsleutel Zoals eerder vermeld wonen er momenteel meer dan 15.000 statushouders scheef in AZC’s. Deze zullen in mijn voorstel verdeeld worden over de zes bepaalde regio’s. Voor de gemeente Eindhoven betekent dit dat ze volgens mijn nieuw berekende verdeelsleutel in eerste instantie 842 statushouders dienen op te vangen. Daar bovenop komen jaarlijks nog 211 of 368 (gebaseerd op een gecalculeerde schatting) extra statushouders, afhankelijk van de hoeveelheid asielzoekers en gegeven verblijfsvergunningen. Op de lange termijn betekent dit dat in Eindhoven in 2025 tussen de 1.263 en 1.579 statushouders gehuisvest dienen te worden. In 2035 zijn dit tussen de 3.526 en 5.263 statushouders.

34

Opgave opvang statushouders Eindhoven

Aantal statushouders

Aandeel Eindhoven in huidge druk

842 statushouders

Aandeel Eindhoven per jaar bij weinig druk

211 statushouders per jaar

Aandeel Eindhoven per jaar bij veel druk

368 statushouders per jaar

Opgave Eindhoven voor de aankomende jaren 2025 2030 2035 Weinig druk 1.263 2.316 3.526 Veel druk 1.579 3.421 5.263


Ambities Eindhoven Buiten de verplichtingen die de gemeente met de nieuwe verdeelsleutel wordt opgelegd, heeft de stad zelf ook haar ambities. Hierover heb ik meerdere malen met medewerkers van de gemeente Eindhoven gesproken. Daarnaast heb ik verschillende beleidsstukken geraadpleegd. Deze ambities zijn samen te vatten in de volgende zes: woningen toevoegen, voorzieningen toevoegen, actiegebieden verbeteren en inzetten op experimenten.

Eindhoven

Statushouders

Woningen

Voorzieningen

Bereikbaarheid

Voorzieningen

Verbeteren ‘actiegebieden’

Experimenten

Werkgelegenheid

Veiligheid

Dit is van cruciaal belang voor mijn afstuderen. Ik wil namelijk onderzoeken of de opvang van statushouders niet alleen van meerwaarde kan zijn voor statushouders zelf, maar óók voor de gemeente Eindhoven. locatie X

35


Waar in Eindhoven?

36


Kansrijke gebieden Ik heb aan de hand van een aantal criteria bepaald welke plekken in Eindhoven momenteel al kansrijk zijn voor de opvang van statushouders (groen). Dit zijn plekken in de buurt van het openbaar vervoer, nabij voorzieningen en plekken die door Eindhoven zijn aangemerkt als leefbare wijken. Anderszijds heeft de gemeente Eindhoven zelf een aantal zogenaamde ‘actiegebieden’ aangewezen. Plekken waar de sociale cohesie onder druk staat, woningen niet meer voldoen aan de gewenste kwaliteit en waar een passend voorzieningenaanbod ontbreekt. Wat resulteert is een contramal rondom het centrum heen, waarbij het centrum nu al kansrijk is voor de opvang, terwijl de schil van het centrum grotendeels bestaat uit actiegebieden. Een aantal plekken kent overlap en is zowel een actiegebied, als een reeds kansrijke opvanglocatie.

37


Plangebieden Gebaseerd op deze kansrijke- en actiegebieden, zijn de volgende drie plangebieden gekozen: Rapenland, Centum en Celebeslaan. Eerstgenoemde, Rapenland, is bevindt zich in een overlapgebied. Het is een locatie waar in de directe omgeving momenteel al veel voorzieningen aanwezig zijn en dat goed met het openbaar vervoer bereikbaar is. Daarnaast is het door de gemeente Eindhoven aangewezen als locatie die aan vernieuwing toe is. Dit maakt het plangebied een zeer kansrijke locatie In het tweede plangebied, het centrum, zijn op dit moment ook veel voorzieningen aanwezig en is ook goed bereikbaar. Tot slot is als derde plangebied de Celebeslaan gekozen. Dit plangebied valt buiten beide gebieden. Hierdoor kan het, in potentie, zowel een ‘groen gebied’ worden, als de directe omgeving stimuleren en daarmee de actiegebieden verbeteren. 38

Rapenland

Celebeslaan

Centrum


Omschrijving plangebieden

Rapenland

Centrum

Celebeslaan

Kleinschalig bedrijventerrein Omringd door woonbuurten Aanwezigheid van voorzieningen Goede OV-verbinding

Verschillende kleine locaties in het centrum Hoge mate van diversiteit Stedelijke typologieën Alles op loopafstand

Groen gebied Bebouwing mogelijk in carrés Nabij voorzieningen en recreatie

39


Wat betekent dit voor de asielzoekers?

40


Ambities statushouders Waar ik eerder de ambities van de gemeente Eindhoven heb geïnventariseerd, hebben statushouders vanzelfsprekend ook hun ambities. Maar wie ben ik als geboren en getogen Nederlander om te bepalen wat dat precies is? Om daar een beter gevoel bij te krijgen heb ik gesproken met voormalig vluchtelingen en een medewerker van het COA. Uit deze uit deze leerzame gesprekken zijn heel veel ambities naar voren gekomen, die samen te vangen zijn in vier onderwerpen: bereikbaarheid, voorzieningen, werkgelegenheid en misschien wel het aller belangrijkste: veiligheid.

Eindhoven

Statushouders

Woningen

Voorzieningen

Bereikbaarheid

Voorzieningen

Verbeteren ‘actiegebieden’

Experimenten

Werkgelegenheid

Veiligheid

locatie X

41


Interview Jonathan Ward Isolatie binnen isolatie Eén van de voormalig vluchtelingen waar ik mee gesproken heb is Jonathan Ward. Hij vluchtte wegens zijn geaardheid uit zijn land van herkomst. In Nederland was hij vervolgens helemaal op zichzelf aangewezen en werd in een AZC in Sweikhuizen geplaatst. Een dorp met ca. 500 inwoners. Hij omschreef het als een ‘niemandsland’. Hierdoor werd hij geïsoleerd binnen zijn isolatie als alleenstaande in een AZC. Onveilig in ‘veilig’ land Waar hij vluchtte vanwege het gevaar wat hij om zijn geaardheid liep, werd hij in Nederland in een AZC geplaatst tussen andere vluchtelingen die óók tegen zijn geaardheid zijn. Hij voelde zich daardoor onveilig in een land waar hij juist heen kwam om zich veiliger te voelen. Zijn conclusie was dan ook: “de meeste mensen willen gewoon veilig zijn”. Dit vond ik een schokkend verhaal. Al helemaal omdat ik, als geboren en getogen Nederlander, geen idee had dat dit soort situaties zich ook in AZC’s voordoen.

42

Mentale gezondheid Verder vermeldde hij dat voor zowel asielzoekers als statushouders, de mentale gezondheid onderbelicht blijft. Er is weinig aandacht voor de mogelijke trauma’s die een asielzoeker kan hebben meegemaakt. Ze kunnen deze gebeurtenissen maar moeilijk verwerken, waardoor een volgende stap zetten moeilijk blijft. Categorizeer! Zijn meest opvallende opmerking was dat hij het COA zou adviseren om asielzoekers en statushouders apart van elkaar op te vangen. Door ze te categorizeren op bijvoorbeeld leeftijd, gezinssamenstelling of geaardheid, komen mensen die in hetzelfde schuitje zitten bij elkaar en ontmoeten op die manier soortgenoten. De drempel om met elkaar te communiceren en deel te nemen aan activiteiten wordt op deze manier verlaagd. Deze manier van denken was voor mij een eye-opener en werd een uitgangspunt in de rest van mijn afstuderen.


Omstandigheden in asielzoekerscentra De twee hiernaast getoonde rapporten onderschijven de door Jonathan onderschreven overlastsituaties. Zo wordt er in de ‘handreiking LHBTI-emancipatie’ gesproken over een aantal problemen die deze doelgroep ondervindt. Ze hebben te maken met eenzaamheid en discriminatie en ervaren een gebrek aan veiligheid. Daarnaast ontbreekt een goede begeleiding en bescherming. Ook kinderen en gezinnen hebben te maken met ongewenste omstandigheden. Naast de bekende verhalen als dronken mannen die overlast veroorzaken in speeltuinen, is voor kinderen en gezinnen de grote hoeveelheid verplaatsingen tussen verschillende AZC’s een grote oorzaak van de problemen. Hierdoor kunnen de kinderen nergens landen en wennen aan de nieuwe omstandigheden. Ook moeten de gezinnen vaak woningen met andere gezinnen delen, waardoor er een gebrek aan privacy ontstaat. Tot slot zijn er veel berichtgevingen over het ontbreken van passend onderwijs en de benodigde voorzieningen.

43


Ontmengen statushouders Voortbordurend op het advies van Jonathan en de rapporten over de leefomstandigheden in AZC’s heb ik zes doelgroepen gekozen: alleenstaande jongeren, alleenstaande mannen, LHBTI’ers, gezinnen, alleenstaande vrouwen en alleenstaande kinderen. Dit is in één van de belangrijkste vondsten die ik in mijn afstuderen gedaan heb. In hedendaagse woonwijken wordt juist maximaal ingezet op menging van verschillende doelgroepen. Jong en oud, rijk en arm, menging leidt tot diverse en levendige wijken.

Alleenstaande jongeren

Alleenstaande mannen

LHBTI’ers

Onderlinge interactie Passende voorzieningen

Werkgelegenheid Passende voorzieningen

Begeleiding en bescherming Aparte opvang

Gezinnen

Alleenstaande vrouwen

Alleenstaande kinderen

Voldoende woonruimte Privacy

Bescherming Privacy

Opvang in gezin Onderwijs

Mijn conclusie is dat dit voor statushouders juist niét het geval is. Hier moet je, voor de beste mogelijkheden tot integratie en acceptatie, statushouders onderling juist ontmengen. Met de zes doelgroepen heb ik niet alle mogelijke doelgroepen geïdentificeerd. Ik denk echter dat meer dan 90% van alle statushouders onder deze doelgroepen valt, en daarmee een goede beginpunt vormt voor het vervolg van mijn afstuderen. 44


Mengen met inwoners Waar ontmenging van statushouders onderling het uitgangspunt is, wil ik deze juist mengen met inwoners van Eindhoven. Dit heeft veel voordelen. Zo zorgt menging ervoor dat de eilandvorming, die snel in een opvanglocatie ontstaat, wordt voorkomen of verminderd. De barrière tussen de opvanglocatie en de omgeving vervaagt hierdoor. Bovendien zorgt menging van statushouders met inwoners voor een betere integratie en acceptatie. De barrière om deel te nemen aan activitieiten wordt geslecht.

Alleenstaande jongeren

Alleenstaande mannen

LHBTI’ers

Studenten Eenpersoonshuishoudens

Eenpersoonshuishoudens

Studenten Starters Eenpersoonshuishoudens

Gezinnen

Alleenstaande vrouwen

Alleenstaande kinderen

Gezinnen Ouderen Starters

Eenpersoonshuishoudens Gezinnen Starters

Gastgezinnen

Niet elke doelgroep is met andere doelgroepen te mengen. Zo zijn alleenstaande mannnen niet goed te mengen met LHBTI’ers. Ik heb om die reden per doelgroep een aantal kansrijke inwonersgroepen bepaald, die hiernaast weergegeven zijn.

45


Verdeling over plangebieden Naast dat niet elke doelgroep met alle soorten inwoners van Eindhoven valt te combineren, is ook niet elke locatie geschikt voor elke doelgroep. Gebaseerd op de karakteristieken van de verschillende plangebieden, heb ik de verschillende doelgroepen verdeeld over de plangebieden. Op de volgende pagina is hier een schematische weergave van te zien. Rapenland is een erg diverse locatie. In de omgeving zijn veel voorzieningen aanwezig en de bereikbaarheid is uitstekend. Het is daarmee een plangebied dat voor veel verschillende doelgroepen kansrijk is. Het centrum heeft een hoogstedelijke omgeving, een groot scala aan functies en voorzieningen, maar de ruimte is beperkt. Het is daarom een minder aantrekkelijke locatie voor doelgroepen die ruimte nodig hebben, zoals gezinnen en kinderen. Het is daarom kansrijker om hier alleenstaande jongeren, alleenstaande mannen en LHBTI’ers op te vangen.

46

Het plangebied aan de Celebeslaan biedt, in tegenstelling tot het centrum, just erg veel ruimte en rust. Gelegen naast een woonwijk met veel grondgebonden woningen, biedt de oostzijde een uitgelezen kans om gezinnen en kinderen op te vangen. De westzijde van het plangebied, grenst aan de TU-campus en ligt op loopafstand van het centrum. Het is om die reden een uitstekende plek om LHBTI’ers op te vangen. Die doelgroep is namelijk goed te mengen met éénpersoonhuishoudens en studenten.


Rapenland

Centrum

Celebeslaan

Alleenstaande jongeren

Alleenstaande jongeren

Gezinnen

Alleenstaande mannen

Alleenstaande mannen

Alleenstaande vrouwen

Gezinnen

LHBTI’ers

Alleenstaande kinderen

Alleenstaande vrouwen

LHBTI’ers

Alleenstaande kinderen

47


Hoe komt dat eruit te zien?

48


Analyse Rapenland

tra es els ns oe W

De analyse van het plangebied laat zien dat het plangebied wordt omringd door woonwijken uit verschillende decennia. Elk van deze woonwijken heeft een centrale, groene, ontmoetingsplek. Deze ontbreekt in het plangebied echter.

at

Om aan te tonen hoe zo’n opvanglocatie eruit kan komen te zien, heb ik mij gericht op het Rapenland. Deze locatie heb ik verder uitgewerkt om te laten zien hoe het ontmengen van statushouders en het mengen met inwoners in zijn werk gaat.

In de directe omgeving zijn veel voorzieningen aanwezig waar de toekomstige bewoners gebruik van kunnen maken. Daarnaast is het plangebied aan weerszijden met het OV bereikbaar. Een goede oost-west verbinding ontbreekt echter. Het is daarom een wens om een verbinding te realiseren die het plangebied beter bereikbaar maakt, maar ook voor de omgeving van meerwaarde is. Tot slot loopt door het plangebied een historische weg, de Woenselsestraat, die beeldbepalend is voor het plan en omgeving en behouden dient te worden. 49


Het plangebied

50

Woenselseweg is beeldbepalend

Dichte gevels en veel verharding

Veel verharding, auto domineert het straatbeeld

Weg aan rand plangebied biedt uitstekende bereikbaarheid met OV


Overmaat in bestaande weg aan noordrand plangebied

Geen ruimtelijke verbinding tussen bebouwing in en naast plangebied

Gesloten, onvriendelijke gevels zorgen voor anonimiteit en onprettig straatbeeld

51


Ontwerpend onderzoek

Eerste schets

Eerste plan

Tweede plan

In de eerste schets van mijn ontwerpend onderzoek heb ik onderzocht of ik het onderscheid tussen de doelgroepen kon vinden in afwijkende woonvormen, die optimaal inspelen op de behoeften.

Daarop voortbordurend heb ik het onderscheid tussen de doelgroepen geprobeerd te zoeken in de typologieën en niet de woonvorm. Het ontbreekt hierbij echter aan een duidelijk onderscheid per doelgroep, waardoor een vrij anonieme wijk ontstaat.

Om de eilandwerking op te heffen heb ik in het tweede plan langs de randen bebouwing ontworpen die ‘reageert’ op de bebouwing in de omgeving.

Wat resulteerde is een woonwijk die zich nog meer distantieert van de omgeving, waardoor de eilandvorming juist versterkt wordt. Bovendien hebben de verschillende woonvormen onderling ook geen samenhang. 52

Ook in dit ontwerp is de eilandvorming nog aanwezig.

Ook heb ik geprobeerd per doelgroep een ander concept te introduceren. De toepassing van rijwoningen aan de randen sluit echter niet aan op deze concepten, waardoor het ontwerp rommelig oogt en de concepten niet optimaal doorgevoerd konden worden en daardoor niet overtuigend werken.


Concept Rapenland

Deze ontwerpstudies hebben geleid tot het definitieve concept. Hierin wordt de bestaande historische weg gehandhaafd en wordt een nieuwe oost-west verbinding ontworpen. De voorzieningen en openbare ruimten zijn aan deze nieuwe weg gekoppeld. Vervolgens zijn er vijf deelgebieden bepaald voor drie doelgroepen: alleenstaande jongeren, alleenstaande mannen en gezinnen. Hierbij is het belangrijk dat de bebouwing aan de randen qua schaal en maat aansluit op de bestaande bebouwing. De hogere dichtheden liggen in de kern van het plangebied.

Alleenstaande jongeren Alleenstaande mannen Gezinnen

Alleenstaande mannen

Gezinnen

53


Stedenbouwkundig plan

0m

30m 10m

54

100m 60m


55


Gespikkeld wonen

In het stedenbouwkundig plan wordt vol ingezet op optimale menging van statushouders en lokale inwoners. Dit wordt niet gerealiseerd door dit te doen per bouwblok, maar door juist binnen het bouwblok zelf optimaal te mengen: ‘gespikkeld wonen’. Dit houdt in dat de eigendomssituatie per voordeur kan verschillen. Een statushouder woont bijvoorbeeld naast een sociale huurwoning, die op zijn beurt weer grenst aan een woning voor statushouders etc. Hierbij wordt een verdeling aangehouden van 40% statushouders, 60% sociale huur. Dit is een verhouding waardoor er geen disproportionele hoeveelheid statushouders komt te wonen, wat de sociale controle onder druk kan zetten. Deze verdeling is een gecalculeerde schatting. Mocht in de loop der jaren blijken dat de vraag naar woningen voor statushouders hoger of lager is, kan hier altijd op worden ingespeeld. 56

Statushouder

(40%)

Sociale huur

(60%)


Woningaantallen 1.557 woningen 1.100 statushouders 1.300 sociale huurders

Deze verdeling in acht nemend, betekent dit dat er van de 1.557 woningen die er in totaal zijn, 623 voor statushouders gereserveerd zijn. Dit komt neer op een totaal van ca. 1.100 statushouders en 1.300 sociale huurders, waarmee het totaaal aantal inwoners op ca. 2.400 uitkomt. Met de opvang van ca. 1.100 statushouders, biedt alleen het Rapenland al voldoende opvangcapaciteit tot ca. 2025. Met het Centrum en de Celebeslaan daarbij opgeteld biedt Eindhoven ruim voldoende opvangcapaciteit voor de lange termijn.

653 woningen 261 voor statushouders

582 woningen 243 voor statushouders

322 woningen 129 voor statushouders

Daarnaast is de woningmarkt altijd in beweging. Mensen verhuizen, gaan samenwonen, overleiden of gaan alsnog terug naar hun land van herkomst. Eindhoven biedt om die reden tot op de zeer lange termijn voldoende opvangcapaciteit.

57


Voorzieningen Zoals eerder vermeld, zijn er in de directe omgeving van het plangebied veel voorzieningen aanwezig. Dit is van grote meerwaarde. Zo kunnen kinderen in de omgeving naar school en ontmoeten hier kinderen buiten hun eigen sociale kringen. Dit draagt sterk bij de integratie en acceptatie. Daarnaast heb ik in het plangebied ruimte voor verschillende soorten voorzieningen ontworpen. Elke doelgroep heeft ruimte voor begeleiding. Dit zijn plekken waar ondersteuning aanwezig is in het vinden van een baan of een opleiding. Ook zijn er veel statushouders die mentale problemen hebben door wat er in hun land van herkomst is gebeurd. Toegang tot psychologische hulp draagt bij aan het verwerken en het sneller en beter kunnen integreren. Tot slot is er aan de nieuwe oost-west verbinding veel ruimte gereserveerd voor voorzieningen. Hier kunnen statushouders bijvoorbeeld hun eigen winkel of restaurant beginnen. Hiermee wordt de multiculturaliteit van het plangebied omarmd en ingezet als drijfveer voor betere integratie en acceptatie. 58

Begeleiding

Religie (bestaand)

Publieke voorzieningen

Onderwijs (bestaand)

Opvang

Buurthuis (bestaand)


Dieren op de vlucht Naast dat in het plan ruimte is voor statushouders, is er ook ruimte voor dieren. In het bijzonder voor zogenaamde ‘liminale dieren’. Deze dieren zijn, door het uitbreiden van steden en daardoor verkleinde leefomgeving, gevlucht naar de stad en zoeken daar naar onderdak en voedsel.

Mol

Roodborst

Bijen

Je zou dan ook kunnen stellen dat deze diersoorten in zekere zin ook op de vlucht zijn. Om deze soorten adequaat te kunnen huisvesten, wordt bloemrijke diverse beplanting aangebracht. In de gevels van de bebouwing worden nestvoorzieningen voor specifieke diersoorten geïntegreerd. Hiermee wordt Rapenland niet alleen een wijk voor menselijke vluchtelingen, maar ook voor dierlijke!

Mus

Vleermuis

Liminale dieren

Ook op de vlucht! Egel

Merel

Koolmees

59


Alleenstaande jongeren

60


Ligging

61


Zoom-in

In de noordwesthoek is ruimte gereserveerd voor de alleenstaande jongeren. De bebouwing, bestaande uit galerij- en corridorwoningen oriënteert zich naar buiten, zodat de verbinding met de omgeving wordt gezocht. Binnen in het blok is ruimte voor een semi-private binnentuin die bescherming en afscherming biedt. Aan de zuidzijde van het blok, aan het plein aan de westrand, zijn voorzieningen ontworpen. Hierin is ruimte voor bijvoorbeeld een supermarkt, restaurant of een sportschool. Vanaf de binnentuin zijn de private voorzieningen zoals begeleidingsruimten of een sportschool te bereiken. De appartementen bestaan uit één- en tweekamerappartementen. Dit sluit aan bij de woningbehoeften voor alleenstaande jongeren en de lokale inwoners die daarmee te mengen zijn. 0m

20m 10m

62

30m


63


Doorsnede De bebouwing aan de noordrand van het plangebied is drie bouwlagen hoog en sluit daarmee aan op de schaal en maat van de bestaande bebouwing. Hiermee wordt de eilandwerking van het plangebied opgeheven. De dichtheid neemt richting het centrum van het plangebied toe tot maximaal acht bouwlagen.

De voorzieningen op de begane grond zorgen ervoor dat de binnentuin in twee delen wordt opgedeeld: een deel op de begane grond, en een deel op het dak van de voorzieningen. Aan deze binnentuinen zijn corridorapparementen gesitueerd. Deze hebben een dubbelzijdige oriëntatie, waardoor geen achterkanten ontstaan en de sociale controle op zowel de straat als de binnentuinen wordt gewaarborgd. De binnentuinen worden voorzien van verschillende soorten beplanting.

Deze worden zo geplaatst, dat afgeschermde zithoeken ontstaan die privacy en geborgenheid bieden in de drukke stad. Daarnaast is er ruimte gereserveerd voor sportvoorzieningen, die de sociale interactie stimuleren. Vanaf het plein aan de zuidzijde van het blok zijn de openbare voorzieningen te bereiken. Daarnaast biedt het plein ruimte voor verschillende activiteiten die bijdragen aan de integratie en acceptatie.

0m 6m 3m

ontmoeten in de straat

bestaande straat 20 m

64

galerijflat 13,3 m

ruimte voor sport en spel

binnentuin 17 m

beschermde ontmoetingsplekken

corridorappartment 21,3 m

binnentuin op dak ca. 30 m

10m

ruimte voor activiteiten

corridorappartment 18,3 m

plein

20m


Impressie binnentuin

65


Alleenstaande mannen

66


Ligging

67


Zoom-in

De buurt voor de alleenstaande mannen bestaat uit corridortypologieën. Hierdoor ontstaat een alzijdige oriëntatie. In de buurt zijn twee identiteiten te onderscheiden. De binnenstraat, die zich kenmerkt door de lange lijnen en ruime opzet. Hierin is ruimte ontworpen voor verchillende sportvelden en is open ruimte gereserveerd die de invulling vrij laat aan de bewoners. Tegenover de binnenstraat staat de semi openbare binnentuin. Door de oriëntatie van de corridorwoningen op deze binnenruimte, is dit ook een prettige verblijfsruimte en ontstaan hier geen achterkanten. De binnentuin wordt volgens een ander principe ingericht. Hier staan rust, privacy en geborgenheid centraal. Door afgeschermde zithoeken te ontwerpen, wordt dit gerealiseerd. Het contrast biedt voor elke statushouder wat wils. 68

0m

20m 10m

30m


69


Doorsnede Onderstaande doorsnede laat het effect van de corridortypologie zien. Ook hier reageert de bebouwing aan de rand op de bestaande woningen. De corridorwoningen zorgen er vervolgens voor dat alle zijden als voorkanten fungeren. De binnenstraat bestaat uit voornamelijk grasvelden met plek voor sport en spel. Laag opgaande beplanting zorgt voor een barrière tussen de privé tuinen en de binnenstraat.

De binnentuin bestaat uit verschillende soorten beplanting die de binnentuin een meer gesloten en rustige uitstraling geven. Het moet een plek van rust en privacy bieden binnen de reuring van de stad. De bebouwing is maximaal zes bouwlagen hoog, waardoor er sociale verbinding met de begane grond is.

De nieuwe straat functioneert als reguliere straat. Statushouders willen graag een zo normaal mogelijk leven. Het wonen in een straat draagt hier aan bij. De straat biedt met het profiel en de aangrenzende tuinen en voorzieningen een uitgelezen plek om elkaar te ontmoeten.

0m 6m 3m

ontmoeten in de straat

bestaande straat 15 m

70

corridorappartment 20,3 m

geborgen onmoetingsplekken

ruimte voor sport en spel

binnenstraat ca. 27 m

corridorappartment 21,3 m

binnentuin ca. 35 m

ontmoeten in de straat

corridorappartment 20,3 m

nieuwe straat 26 m

10m

20m


Impressie binnenstraat

71


Gezinnen

72


Ligging

73


Zoom-in

De buurt voor de gezinnen kent een heel ander ontwerpprincipe. Gezinnen hebben behoefte aan voldoende woonruimte. Het gaat hierbij om 3,4 en 5 kamerappartementen. Deze typologie is het best te realiseren met galerijwoningen. De woningen hebben een oriëntatie naar buiten, zodat de verbinding met de omgeving wordt gezocht. In tegenstelling tot de alleenstaande jongeren en -mannen, ligt vrijwel alle buitenruimte in de binnenzijde van het blok. Uit rapporten van het COA kan worden geconcludeerd dat veiligheid en bescherming van kinderen pioriteit nummer één is. Door een grotendeels afgesloten binnenplaats te creëren, wordt dit gerealiseerd. De ruim opgezette binnenplaats biedt plek voor verschillende voorzieningen en activiteiten. Naast een dagopvang zijn een moestuin, plein, speeltuinen en zitplekken ontworpen. 74

0m

20m 10m

30m


75


Doorsnede Ook voor de gezinnen geldt dat de bebouwing aan de randen qua schaal en maat aansluit. Hier zijn drie laagse galerijflats met de balkons aan de buitenzijde ontworpen. Richting het midden van het plangebied, aan de nieuwe oost-west verbinding, zijn de appartementen vijf lagen. Hierdoor is er altijd verbinding met de begane grond en kunnen bijvoorbeeld ouders hun spelende kinderen in de gaten houden.

De binnenplaats is met een breedte van ca. 43 meter flink. Hierdoor ontstaat er ruimte voor verschillende gelijktijdige invullen. Hierdoor is er voor zowel kinderen van verschillende leeftijden als de ouders iets te doen.

0m 6m 3m

ontmoeten in de straat

bestaande straat 18 m

76

galerijflat 13,3 m

ruimte voor spelen en interactie

binnenplaatst ca. 43 m

10m

ontmoeten in de straat

galerijflat 13,3 m

nieuwe straat 26 m

galerijflat 13,3 m

binnentuin

20m


Impressie binnenplaats

77


Fasering Rapenland

Net zoals veel bedrijventerreinen heeft ook Rapenland een gefragmenteerd eigendom. Dit maakt het in één keer herontwikkelen een lastige opgave. Hoewel de gemeente redelijk wat gronden in eigendom heeft, is er ook veel in particulier eigendom. Het plangebied is om die reden te faseren in vijf fasen. In de loop der tijd kunnen de benodigde gronden voor de desbetreffende fase worden verworven. De eerste fase die herontwikkeld kan worden is het plandeel voor de alleenstaande jongeren. Dit vindt plaats aan huidge ontsluitingswegen en kan daardoor zonder grote infrastructurele ingrepen uitgevoerd worden. In de volgende fasen worden vervolgens een deel van de gebieden voor de alleenstaande mannen en daarna gezinnen uitgevoerd. Op deze wijze is er voor elke doelgroep in ieder geval één woonbuurt gerealiseerd. Vervolgens kunnen de extra deelgebieden voor de gezinnen en alleenstaande mannen worden ontwikkeld. 78

1. Alleenstaande jongeren

2. Alleenstaande mannen

3. Gezinnen 5. Alleenstaande mannen

4. Gezinnen

0m 30m 10m

100m 60m


0m

30m 10m

100m 60m

79


Elders in Eindhoven

80


Andere plangebieden

Met de stedenbouwkundige uitwerking van Rapenland heb ik geprobeerd aan te tonen hoe het ontmengen van statushouders en het mengen met inwoners eruit zou kunnen komen te zien. Met mijn afstuderen wil ik echter ook aantonen dat dit principe niet alleen op een herontwikkeld bedrijventerrein werkt, maar ook op andere locaties kansrijk is. In dit hoofdstuk zal ik op een globaal niveau laten zien hoe een (her)ontwikkeling van Celebeslaan en het Centrum eruit zou kunnen komen te zien, waarbij dezelfde ontwerpprincipes worden toegepast.

81


Uitgangspunten Celebeslaan

De Celebeslaan is een overgangslocatie tussen het centrum en de omliggende woonwijken. Het plangebied is bosrijk, waar in een aantal carrés woningbouw mogelijk is. De gebieden zijn middels wandelpaden met elkaar verbonden. Het bos deelt het plangebied in tweeën. Het westelijke deel (blauw) ligt nabij het centrum en de TU-campus en leent zicht daarom uitstekend voor de huisvesting van alleenstaande jongeren en LHBTI’ers in combinatie met éénpersoonshuishoudens en vooral studenten.

0m

100m

50m

82

400m 200m


Plan Celebeslaan

Voor het plan voor de Celebeslaan zijn dezelfde stedenbouwkundige uitgangspunten gekozen. Het ontmengen van statushouders onderling en het mengen met lokale inwoners. De ruime opzet van het plangebied zorgt er echter voor dat deze uitgangspunten op een andere wijze geïntegreerd kunnen worden. De bestaande bossen zorgen voor een natuurlijke barrière tussen de verschillende doelgroepen. Hierdoor kunnen de bouwblokken minder gesloten ontworpen worden en kan, het groene karakter van het plangebied optimaal benut worden.

0m

100m

50m

400m 200m

83


Uitgangspunten Centrum

Het Centrum bestaat uit vijf losse deelgebieden, die deel uit maken van het stedelijk weefsel van de stad. In elk deelgebied zal één doelgroep gehuisvest worden. Het is hierbij cruciaal dat de ontwikkelingen aansluiten op de structuren van de omgeving en geen dissonanten worden.

0m

100m

50m

84

400m 200m


Plan Centrum

In de drukte van de stad zijn in totaal tien bouwblokken ontworpen. Deze sluiten aan op bestaande wegenstructuren en de morfologie van de omliggende bebouwing. De stad biedt een wijd scala aan functies en voorzieningen, waar de statushouders ook gebruik van kunnen maken. Dit zijn uitstekende ingrediënten voor optimale integratie en acceptatie. Tegenover de drukte van de stad zijn de bouwblokken, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het plan aan de Celebeslaan, volledig gesloten. Hierdoor ontstaat een kalme binnenplaats waar men zich kan onttrekken aan de drukte van de stad en waar een oase van rust ontstaat.

0m

100m

50m

400m 200m

85


Overzichtskaart Met mijn afstuderen wil ik aantonen dat de opvang van statushouders binnen de bebouwde kom kan plaatsvinden, zonder dat een eilandwerking ontstaat.

Rapenland

Het is hierbij de bedoeling dat de plangebieden zo veel mogelijk opgaan in de stedenbouwkundige morfologie van de stad.

TU-campus

Celebeslaan Centraal station

Centrum

0m 150m 50m

86

250m

500m 1km


Fasering Eindhoven Aangezien de tijdsdruk bij de opvang van statushouders een belangijke factor is, verdient de mogelijke fasering extra aandacht.

3. Gefaseerd

Zo is het van groot belang om op de korte termijn de druk op AZC’s en daarmee ook Ter Apel te verlichten. Om die reden zijn twee locaties aangemerkt voor tijdelijke woningen. Hier kunnen op de korte termijn tijdelijke wooneenheden worden gerealiseerd. Het gaat hierbij om voornamelijk één- en tweekamerwoningen en zijn daarom bij uitstek geschikt voor alleenstaande jongeren, -mannen en LHBTI’ers.

3. Gefaseerd

De overige plangebieden in het centrum kunnen los van elkaar ontwikkeld worden. 1. Tijdelijke woningen Het hoeft dus niet zo te zijn dat alle plangebieden uiteindelijk ontwikkeld worden. De ontwikkeling van één of twee plangebieden heeft al een positief effect op de integratie en acceptatie. Tot slot zijn er gefaseerde ontwikkelingen. Deze zijn gericht op de lange termijn en vereisen een ontwikkeling in deelgebieden en bieden voor de lange termijn opvangcapaciteit.

1. Tijdelijke woningen

2. Losse ontwikkelingen

0m 150m 50m

250m

500m 1km

87


Conclusie Door ogen statushouder Geïnspireerd door de studie van Engbersen en Scholten heb ik in mijn afstudeerproject geprobeerd door de ogen van de statushouder te kijken en te onderzoeken waar zij behoefte aan hebben. Dit was voor mij een eyeopener omdat eigenlijk altijd wordt gekeken waar ruimte is, vanuit de ogen van de overheid. Ontmengen vs. mengen Vervolgens heb ik met (voormalig) statushouders gesproken over waar de verschillende soorten statushouders behoefte aan hebben. Dit gaf mij veel nieuwe inzichten. Zo bleek dat de behoeften van statushouders onderling heel erg kunnen verschillen en er problemen ontstaan waar wij als buitenstaanders geen rekening mee hebben gehouden. Mijn conclusie is dan ook dat het voor de hand ligt om statushouders onderling te ontmengen, en juist te mengen met lokale inwoners.

Kaart van Nederland Gebaseerd het onderzoek en de gesprekken heb ik een aantal high-scale regio’s aangewezen. Plekken waar de kans op integratie en acceptatie voor statushouders het hoogst is. Vervolgens heb ik Eindhoven als testcase genomen. Verschillende locaties Dat in acht nemende heb ik met ontwerpend onderzoek voor verschillende soorten locaties in Eindhoven laten zien hoe dit eruit zou kunnen komen te zien. In deze fase heb ik veel gesprekken met de gemeente gevoerd over hoe de ontwikkelingen ook voor Eindhoven van meerwaarde zijn. Rapenland Eén locatie heb ik vervolgens verder uitgewerkt om te laten zien hoe het ontmengen en mengen kan landen, zonder dat eilandvorming ontstaat, maar juist een wijk ontstaat die zowel van meerwaarde is voor de statushouder, als voor Eindhoven.

Rol als stedenbouwer Ik wil met mijn afstuderen laten zien dat de asielcrisis wel degelijk een ruimtelijke opgave is en dat ik als stedenbouwer mijn mijn steentje kan bijdragen aan het debat over de asielcrisis in Nederland.


Dankwoord Zonder de hulp van een aantal mensen had mijn afstudeerproject niet kunnen worden wat het nu is. Daarvoor wil ik ten eerste mijn commissieleden Hans van der Made en Bram Jansen bedanken voor hun expertise en adviezen. In het bijzonder wil ik Martin Aarts bedanken voor zijn steun in mijn ideeën, aanstekelijke enthousiasme en vooral zijn motiverende begeleiding. Ook wil ik mijn collega’s van Atelier Dutch bedanken voor hun gevraagde- en ongevraagde feedback die mijn project alleen maar ten goede is gekomen. Ik wil mijn familie en vrienden bedanken die mij geïnspireerd, gemotiveerd, geholpen en gesteund hebben tijdens mijn tijd op de academie en tijdens het afstuderen: Dad, Mam, Puck, Nina, Mike, Daniël, Luuk en Nathan. Tot slot verdient Elena een aparte alinea voor haar ongekende geduld en onvoorwaarlijke steun. 89


Bronvermelding Aalders, R. (2022, 4 februari). Opgaven rond duurzaam ondernemen en brede welvaart in Midden-Nederland - Rabobank. Rabobank. https://www.rabobank.nl/kennis/ d011294103-opgaven-rond-duurzaam-ondernemen-en-brede-welvaart-in-midden-nederland Centraal Bureau voor de Statistiek. (2022, 23 mei). Economische groei zet door in alle regio’s. Centraal Bureau voor de Statistiek. https://www.cbs.nl/nl-nl/achtergrond/2022/21/economische-groei-zet-door-in-alle-regio-s Centraal Bureau voor de Statistiek. (2023, 3 januari). Hoeveel inwoners hebben een herkomst buiten Nederland. https://www.cbs.nl/nl-nl/dossier/dossier-asiel-migratie-en-integratie/hoeveel-inwoners-hebben-een-herkomst-buiten-nederland#:~:text=Op%201%20november%202022%20woonden,procent%20een%20 niet%2Dwesterse%20migratieachtergrond. COA. (2016). Leefomstandigheden van kinderen in asielzoekerscentra en gezinslocaties. https://www.defenceforchildren.nl/media/4356/kindinazc-samenvatting-onderzoek-2018.pdf Eindhoven gaat 400 asielzoekers opvangen: “Morele plicht”. (2022, 6 december). Omroep Brabant. https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/4186936/eindhoven-gaat-400-asielzoekers-opvangen-morele-plicht Engbersen, G., & Scholten, P. (2018). De wereld in een stad: Migratiediversiteit en stedelijk beleid in Europa. https://www.wrr.nl/binaries/wrr/documenten/verkenningen/2018/05/29/de-wereld-in-een-stad/V039-De-wereld-in-een-stad-migratiediversiteit-stedelijk-beleid-in-Europa.pdf Geuijen, K., Dekker, R., & Oliver, C. (2018). Lokale oplossingen voor problemen in asielopvang: de ‘vluchtelingencrisis’ als window of opportunity. Tijdschrift over cultuur & criminaliteit, 7(3), 74–85. https://doi.org/10.5553/tcc/221195072017007003005 Hoekstra, M., van Breugel, I., Tersteeg, A., & Albeda, Y. (2017). Stedelijke diversiteit; een introductie. https://repub.eur.nl/pub/104471/2017-4_Hoekstra_et_al..pdf Hordijk, M. (2016, 19 oktober). Aparte opvang van LHBT-asielzoekers: integratie of segregatie? - OneWorld. OneWorld. https://www.oneworld.nl/mensenrechten/aparte-opvang-van-lhbt-asielzoekers-integratie-segregatie/ Immigratie- en Naturalisatiedienst. (2023). Asylum Trends: Monthly Report on Asylum Applications in The Netherlands. https://ind.nl/nl/documenten/10-2023/at-september-2023-hoofdrapport.pdf Infographic Asielprocedure in Nederland - Immigratie- en Naturalisatiedienst. (z.d.). https://puc.overheid.nl/ind/doc/PUC_1303531_1/1/ Inspectie Veiligheid en Justitie. (2016). ‘De opvang van kwetsbare asielzoekers in de noodopvang’. https://www.inspectie-jenv.nl/binaries/inspectie-venj/documenten/ plannen-van-aanpak/2016/01/20/de-opvang-van-kwetsbare-asielzoekers-in-de-noodopvang/De+opvang+van+kwetsbare+asielzoekers+in+de+noodopvang.pdf Ministerie van Algemene Zaken. (2021, 17 november). Clusteren op basis van cultuur. Working Paper | WRR. https://www.wrr.nl/publicaties/working-papers/2021/10/07/ clusteren-op-basis-van-cultuur 90


Movisie. (2016). LHBT-asielzoekers en -vluchtelingen. https://www.movisie.nl/sites/movisie.nl/files/publication-attachment/Handreiking-ondersteuning-LHBT-vluchtelingen-asielzoekers%20%5BMOV-11583912-1.1%5D.pdf Nieuwe typologie voor Nederlandse asielzoekerscentra. (2022, 10 juni). Team Paul de Vroom + Sputnik. https://www.teampauldevroomsputnik.nl/journal/new-typology-for-dutch-refugee-centers Oevering, O. R. F. (2020, 13 januari). De Randstad is een economisch achterhaald begrip - Rabobank. Rabobank. https://www.rabobank.nl/kennis/s011076635-de-randstad-is-een-economisch-achterhaald-begrip Pallister en Wilkins, P. (2017). Médecins avec frontières and the making of a humanitarian borderscape. Environment And Planning D: Society And Space, 36(1), 114–138. https://doi.org/10.1177/0263775817740588 Ranglijst: autochtoon en migratieachtergrond van de inwoners per gemeente in Nederland (bijgewerkt 2023!) | AlleCijfers.nl. (2023, 11 februari). AlleCijfers.nl. https://allecijfers.nl/ranglijst/autochtoon-en-migratieachtergrond-per-gemeente-in-nederland/ Redactie Eindhoven. (2021, 18 november). Meest aantrekkelijke woonplaatsen Nederland: zo hoog scoort Eindhoven. indebuurt Eindhoven. https://indebuurt.nl/eindhoven/gemeente/meest-aantrekkelijke-woonplaatsen-van-nederland-zo-hoog-scoort-eindhoven~178072/ Regeringsbeleid, W. R. V. H., & Driouichi, F. (2007). De casus Inburgering en nationaliteitswetgeving: Iconen van nationale identiteit : een juridische analyse. https://doi. org/10.5117/9789053564462 Statistieken over migratie naar Europa. (z.d.). Europese Commissie. https://commission.europa.eu/strategy-and-policy/priorities-2019-2024/promoting-our-european-way-life/statistics-migration-europe_nl Tinnemans, K., Fermin, A., & Davelaar, M. (2022). Gemengd wonen met statushouders: Een kans voor ondersteuning van statushouders bij integratie en participatie. https://www.kis.nl/sites/default/files/2022-06/gemengd-wonen-met-statushouders.pdf van Stiphout, M. (2023). Tweede gids voor natuurinclusief ontwerp. nextcity. VluchtelingenWerk Nederland. (2022). Vluchtelingen in getallen 2022. https://www.vluchtelingenwerk.nl/sites/default/files/2022-08/ViGdef_0.pdf VVD: Geef statushouders naast huis ook meteen baan. (2022, 21 november). RTL Nieuws. https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/politiek/artikel/5348111/statushouders-integratie-arbeidsmarkt-startbaan

91


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.