4 minute read

Milieu en agrarische sector

ANDERS DENKEN, ANDERS STUREN

DE MILIEUWETGEVING EN DE AGRARISCHE SECTOR

De agrarische sector heeft te maken met stevige milieumaatregelen, op het gebied van stikstof- en CO2-reductie. Deels zijn boeren al langer bezig met het zoeken van oplossingen op milieugebied, maar door de steeds strenger wordende regelgeving zoeken zij ook meer de samenwerking, ook met de lokale en provinciale overheid. IN2 Maas & Waal besprak de problematiek met Peter Drenth, Gelders gedeputeerde voor Landbouw & Natuur, en met Herbert Verploegen, melkveehouder en voorzitter ZLTO, afdeling Rijk van Nijmegen.

Peter Drenth Herbert Verploegen

Tussen twee vuren

Volgens Peter Drenth zit de Provincie Gelderland tussen twee vuren als het gaat om de regelgeving en het uitvoer en daarvan. “In Gelderland bevinden zich 9000 agrarische bedrijven. Van alle bedrijven in Gelderland zit 6% in de primaire sector, wat daarmee een belangrijke bijdrage levert aan de Gelderse economie. Natuurlijk zitten we tussen twee vuren, maar we bevinden ons ook in een positie om verbinding te leggen. Als provinciaal bestuur moeten we agrarische ondernemers toekomst bieden en dat kan door samen afspraken te maken, met inachtneming van de agrarische belangen. Die ruimte pakken we dan ook. Want het belang van de sector voor Gelderland is groot.”

Provinciale uitvoering

“Er is ruimte om de landelijke milieuregelgeving op provinciaal niveau uit te voeren”, meent Drenth. “In het provinciaal beleid moeten we kijken naar de mogelijkheden die de wet biedt om een maatschappelijk wenselijke beweging te maken. Met de wet in de hand kijken we dan ook of we agrarische ondernemers kunnen faciliteren in de uitvoering. Zij zijn immers degenen die dat moeten gaan doen.”

Carbon-farming

Volgens Verploegen is een van de oplossingen vanuit de sector het vastleggen van koolstof. Dat zogenaamde carbon-farming, het opslaan

“De samenleving zal moeten betalen voor het bereiken van de milieudoelstellingen”

ANDERS DENKEN, ANDERS STUREN

DE MILIEUWETGEVING EN DE AGRARISCHE SECTOR

van CO2 in gewassen en de bodem, doen we overigens al generaties lang, gewoon gratis. Het begint allemaal bij het centraal stellen van de bodem. Boeren zoeken daarvoor de samenwerking met de Provincie, maar we vragen ons wel af of die voldoende op de hoogte is van de mogelijkheden.” Drenth: “Carbon-farming kan een kans bieden om te zorgen voor een nieuw verdienmodel voor de agrarische sector, naast dat het ook een oplossing biedt voor een maatschappelijk vraagstuk. Het is interessant om die kansen verder uit te werken . Daarom zoeken we de samenwerking met LTO, en ook met rechtstreeks contact met agrarisch ondernemers. Het glas is halfvol; we moeten alleen samen bekijken hoe we het nóg voller kunnen krijgen.”

Effectief ruimtegebruik

Volgens Verploegen is er een tegenstrijdigheid in het plaatsen van zonneparken op natuur- en landbouwgrond. Hij vraagt zich af of de Provincie dat erkent. Drenth: “De Provincie Gelderland stuurt niet op zonneparken op natuur- en landbouwgrond. We beseffen wel dat het verminderen van fossiele brandstoffen leidt tot een forse claim op de beschikbare schaarse ruimte. We focussen daarom op mogelijkheden van dubbelgebruik, zoals het plaatsen van zonnepanelen op daken van agrarische bedrijven en boven fruitgaarden. Dat moet wel want grond is schaars. En ook voor woningbouw en ruimte voor het water in verband met droogtebestrijding is grond nodig.”

Integrale aanpak

Drenth vindt dat er een integrale agenda moet komen, waarin alle problematiek en uitdagingen aan bod komen. “Nu lopen die nog te veel langs elkaar heen. Natuurlijk moeten we op lokaal niveau wel met concrete oplossingen komen. Een collectieve aanpak is goed, maar het is wel zaak dat we het niet te groot en log maken.” Herbert geeft aan dat de agrarische sector, naast andere ruimteclaims, ook zijn ruimte nodig heeft. “In elk van onze beleidsnota’s komen gebiedsuitwerkingen terug en we beschikken dan ook over een grote grondbank en doen veel grondaankopen. Het is echter belangrijk dat we het ruimteprobleem ketenmatig en integraal aanpakken.”

Ketensamenwerking

ken de handschoen op en werken hard aan stabiel beleid, maar ook het Rijk moet daarin een forse stap zetten. We hebben dan ook al een voorzet klaarliggen voor de nieuwe minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De overheid heeft de beschikking over instrumenten om gewenste ontwikkelingen in de agrarische sector te versnellen, zoals bijvoorbeeld met de fiscale regelgeving. Daarbij moeten we ook appelleren aan het vakmanschap in de agrarische sector en aan de boeren overlaten hóe ze hun doelen willen bereiken.”

Wie betaalt?

Verploegen vraagt zich af wat Drenth’s visie is over het verdienmodel van carbon-farming voor grondgebonden agrariërs. Die vindt dat vooral een kwestie van terugkeren naar de basis. “Het afvangen van stikstof en CO2is een kwestie van boter bij de vis; als de agrarische sector doelen moet bereiken die maatschappelijk belangrijk zijn, is het ook logisch dat onze samenleving daaraan bijdraagt en meebetaalt. Net als bij de dijken en de energietransitie. Dat geldt ook voor het landelijke gebied, dat we mooi en leefbaar willen houden, en dat kan niet zonder de agrarische sector.”