3 minute read

Fotoreportage over de parel van het Oosten

De PAreL VAN HeT OOSTeN

Een uitzicht op Mardin genomen vanaf de weg naar Midyat. De typische architectuur en de huizen van kalksteen maken van Mardin een van de parels van het Oosten.

Advertisement

fOTO’S eN TeKST: ÖZGür ÇAKIr

Volgens de bekende Britse historicus Arnold Toynbee is Mardin de mooiste stad van de wereld. Toynbee viel voor de typische architectuur van Mardin die bekend staat om zijn fraai gedecoreerde huizen uit witte kalksteen. Mardin is een stad in de gelijknamige provincie Mardin, grenzend aan Syrië. Volgens archeologen bestaat de stad al sinds 700 jaar voor Christus. Als hoofdstad van allerlei beschavingen is Mardin altijd al een belangrijke stad geweest. Ook is de stad eeuwenlang een belangrijk centrum geweest voor Assyrische christenen. In het klooster Deir-az-Zafaran-Deyrulzaferan tussen wijngaarden en tuinen in een onherbergzaam landschap zijn de meeste Syrisch-orthodoxe patriarchen begraven. Tot 1933 was het klooster ook de zetel van de patriarch die nu in Damascus zetelt. Verder telt Mardin ook belangrijke moskeeën als de Sultan İsa Bey Medrese (1385) met een koranschool en een poort met fraaie reliëfs. Vanaf het dak van de medresse is er een prachtig uitzicht over de stad en de Mesopotamische laagvlakten.

Als het begint te schemeren, begeven de duivenhouders zich naar de daken van de woningen. Dan staat op bijna de helft van alle daken in Mardin wel een duivenhouder zijn dieren te verzorgen. Toen deze duivenhouder, meneer İbrahim, de camera van de fotograaf opmerkte, nodigde hem uit op zijn dak. “Vanaf hier heb je een beter uitzicht op Mardin.” Hij trakteerde ons op een sterk kopje koffie met veel schuim.

Priester Gabriël in het klooster Deir-az-Zafaran-Deyrulzaferan. Tot 1933 zetelde hier de Syrischorthodoxe patriarch. Çakır werd in 1976 in Ankara geboren. Zijn ouders komen oorspronkelijk uit de stad Rize in Noordoost-Turkije. Zijn eerste jaren bracht hij door in de Turkse hoofdstad, waarna hij in vele plaatsen in Anatolië heeft gewoond vanwege de (overheids)baan van zijn vader. Zo ging hij naar de lagere school in Mardin en Tunceli, de middelbare school rondde hij af in Bursa. Hij studeerde radiologie aan de universiteiten in Bursa en Ankara. Sinds zijn studententijd is Çakır een fervent fotograaf. Hoewel Çakır tegenwoordig in Istanbul woont en werkt, is zijn belangstelling en bewondering voor Anatolië nimmer verdwenen. Hij voelt dat zijn kinderjaren in Mardin en Tunceli hem deels hebben gevormd tot de persoon die hij nu is. Vorig jaar hield Çakır zijn eerste fototentoonstelling over de stad Istanbul.

Meer foto’s van Çakır: www.flickr.com/photos/ozgurcakir

In dit koffiehuis komen vooral timmerlieden na een dag hard werken uitblazen onder het genot van mırra, een soort koffie. Mırra wordt in meerdere etappes voorbereid en is erg bitter en sterk. Mırra wordt geserveerd als het bezoek is gearriveerd, tijdens het gesprek erna en ook kort voordat de visite weer vertrekt. Heb je genoeg gehad, dan dien je het kopje op zijn kop te zetten, anders blijft de gastheer je kopje bijvullen.

Eskici Pala is de bijnaam van deze handelaar in gebruikte kleding en spullen. Niemand weet zijn echte naam.

Gevraagd naar de tatoeages op haar gezicht antwoordde zij verlegen dat haar moeder die versieringen heeft aangebracht toen Seyran nog erg jong was, een kind zelfs. Waarom? “Om mij nog mooier te maken.”

foto rechtsonder:

Een loopjongen in Mardin çarşısı, de markt van Mardin. Vakmensen beginnen als loopjongen en leren zo een vak in de praktijk. Deze loopjongen, çırak in het Turks, is door zijn chef naar de naburige schoenmaker gestuurd voor de nodige spullen.

This article is from: