6 minute read

Waarom Amerika Turkije in de EU wil?

MUSTAFA Ö ZBEK ie ra T UST ill

VS voor toetreding Turkije tot europese Unie Why?

Advertisement

dOOr İlHAN YücEl

De Verenigde Staten van Amerika bepleiten een spoedige toetreding van Turkije tot de Europese Unie. Zo betoogde de Amerikaanse president George Bush tijdens het bezoek van zijn ambtsgenoot Abdullah Gül begin dit jaar. Turkije is dankbaar voor deze steun.

Volgens Bush hoort Turkije gewoon thuis in de EU. De president is van mening dat dit NAVO-lid een ‘constructieve brug’ vormt tussen het Westen en de islamitische wereld. Bovendien kan er met dit ‘fantastische voorbeeld’ aangetoond worden dat democratie en islam prima samengaan. Verder meent hij dat Europa Turkije in veel opzichten ook nodig heeft. “Ik geloof sterk dat Europa er voordeel bij heeft als Turkije lid wordt van de Europese Unie.”

Wat voor hogere belangen schuilen achter deze Amerikaanse steun aan Turkije in zijn wens tot de Europese familie te mogen behoren? Oftewel: waarom willen de Verenigde Staten zo graag dat Turkije bij de EU komt? Wat levert een Turks lidmaatschap de Amerikanen op?

Het strategische belang dat Turkije in de regio heeft (gehad), verklaart voor een groot deel de Amerikaanse steunbetuiging voor het Turkse lidmaatschap van de Unie. Al sinds 1952 is Turkije een betrouwbare militaire bondgenoot binnen de NAVO voor het Westen. Gedurende de Koude Oorlog hebben de VS en Europa tientallen jaren gesteund op Turkije in hun strijd tegen de communistische regimes in de Sovjet-Unie, Bulgarije en Roemenië. De laatste twee landen hebben inmiddels het communisme van zich afgeschud en zijn ook toegetreden tot de EU.

In de nieuwe wereldorde zonder de communistische dreiging is het strategische belang van Turkije voor het Westen (lees: de Verenigde Staten) er niet minder op geworden. De dreiging voor de Amerikanen komt tegenwoordig ook uit de Turkse buurlanden Iran, Irak en Syrië. Washington heeft er alle belang bij om een betrouwbare partner te hebben in een regio die zo instabiel is. Turkije is nog steeds militair-strategisch gezien van

levensbelang voor de Amerikanen - wellicht is Turkije voor de VS nog nooit zo belangrijk geweest als nu. De Amerikaanse gedachte is dat een Turks lidmaatschap van de Europese familie Turkije een nog stabielere NAVO partner maakt.

Sceptici in Europa verwijten de Amerikaanse regering dat Washington gemakkelijk praten heeft: de VS hoeven immers niet mee te betalen aan de kosten van een Turks lidmaatschap van de EU. De Amerikanen krijgen dan wel de lusten van Turkije, maar niet de lasten.

Met de toenemende schaarste aan energie en water wordt Turkije ook steeds belangrijker, en dat niet langer alleen in de eigen regio. De grote gasvoorraden in Rusland maken het Westen niet alleen steeds afhankelijker van Rusland, ook de Russische economische en strategische macht neemt daardoor verder toe. En dit bezorgt flinke hoofdpijn bij regeringsleiders in Europese hoofdsteden en Washington. Zij zien machteloos toe hoe Rusland de gastoevoer naar het Westen als een politiek middel hanteert wanneer Moskou een politiek conflict in eigen voordeel tracht te beslechten. Om die Russische hegemonie te doorbreken en ook het Westen van energie te voorzien, zijn in het recente verleden pijpleidingen via Turkije aangelegd, nieuwe pijpleidingen zijn in uitvoering. Olie en gas uit de landen rond de Kaspische Zee zullen in de toekomst steeds vaker via Turkije naar Europa stromen.

Ook voor de waterhuishouding in het Midden-Oosten speelt Turkije een sleutelrol. Water is of wordt even schaars als olie en gas en Turkije beschikt er in ruime hoeveelheden over. Turkije is nu al leverancier van water aan Israël, een hechte bondgenoot van de Verenigde Staten.

Een andere reden is ook dat de VS, volgens ingewijden, Europa’s groeiende politieke invloed op het wereldtoneel wil beperken door te pleiten voor een EU-lidmaatschap van landen die de VS welgezind zijn. De meest nieuwe tien leden van de EU, alle voormalige Oostbloklanden, zijn zonder uitzondering zeer gecharmeerd van de Amerikaanse politiek. Voor en tijdens de Irak-oorlog kreeg Amerika volwaardige steun van deze kersverse EU-lidstaten, terwijl landen als Frankrijk en Duitsland kritische kanttekeningen plaatsten bij de ‘heilige oorlog’ (zijn eigen woorden) van president Bush. Sindsdien rept president Bush van een Oud en Nieuw Europa om die verdeeldheid nog eens te vergroten. Met Turkije erbij zou de invloed van Washington op het oude continent alleen maar groeien. Dan zou Washington zich verzekerd weten van de steun van twee lidstaten. Met het Verenigd Koninkrijk en Turkije, die van oudsher meer op Amerika gericht zijn dan op het Europese continent, aan zijn zijde kan Washington dan nog meer verdeeldheid in Europa zaaien.

Nu is het al langer bekend dat Washington de Turkse wens om lid van de Unie te mogen worden steunt. Die steun heeft Amerika nimmer onder stoelen of banken gestoken. Voorheen werd deze Amerikaanse ‘bemoeienis’ met Europese interne aangelegenheden voor kennisneming aangenomen. Dit keer echter hebben de uitlatingen van president Bush irritaties opgeroepen bij sommige Europeanen. De Duitse Europarlementariër Elmar Brok reageerde onverwacht fel en zei dat de Amerikaanse president zich niet moest bemoeien met de vraag of Turkije moet toetreden tot de Europese Unie.

“Het zou net zo fout zijn als dat de EU eist dat Puerto Rico dezelfde rechten moet krijgen als andere Amerikaanse staten. De VS begrijpen het politieke project van de Europese Unie nog steeds niet,” meende de christen-democraat Brok. Europarlementslid Ria Oomen (CDA) reageerde genuanceerder over de bemoeienis van president Bush. “Hij moet uiteraard vooral naar zichzelf kijken, maar Bush mag zeggen wat hij wil. Wij vinden ook van alles over de Irak-oorlog.” Oomen stelt namens het Europarlement een standpunt op over de Turkse toetreding. “Feit is dat de onderhandelingen tussen de EU en Turkije zijn begonnen.”

De uitkomst van deze onderhandelingen zijn uiterst onzeker. Of de Amerikaanse openlijke steun in het voordeel van Turkije zal werken, moet de komende jaren blijken. Ingewijden verwachten dat de onderhandelingen met Turkije nog minimaal vijftien jaar zullen duren, en daarmee is niet gezegd dat Turkije ooit zou mogen toetreden tot de Europese familie. •

Onderhandelingen met Turkije

 In oktober 2005 begon de Europese Unie de toetredingsonderhandelingen met Turkije. Wanneer en of Turkije tot de EU zal toetreden staat niet vast, terwijl de onderhandelingen met latere lidstaten altijd het doel hadden om die landen uiteindelijk gereed te maken voor de Unie. Landen als Frankrijk zijn momenteel fel gekant tegen een Turks lidmaatschap. Parijs meent dat Ankara genoegen moet nemen met een vorm van partnerschap; andere landen, waaronder Nederland, menen weer dat Turkije een eerlijke kans moet krijgen.

Volgens hen moet Turkije inderdaad tot de Europese familie worden toegelaten als de Turkse regering belangrijke hervormingen heeft doorgevoerd.

 De EU had Turkije tot 11 december 2006 de tijd gegeven een handelsakkoord met Cyprus te sluiten. Die deadline werd niet gehaald en daarom besloot de

Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken om de onderhandelingen met

Turkije op 8 van de 34 hoofdstukken te bevriezen.  Na het bevriezen zijn enkele hoofdstukken weer geopend voor onderhandelingen. In juni 2007 blokkeerde Frankrijk echter het starten van onderhandelingen over deelname van Turkije aan de eurozone. De Franse president

Sarkozy geeft als reden voor de blokkade dat Frankrijk geen plek ziet voor

Turkije in de EU.

 Op 7 november 2007 bracht de Europese commissie een rapport uit over de voortgang van de hervormingen in Turkije. Daarin werden zorgen geuit over de voortgang bij de democratische hervormingen. Geconstateerd werd dat er op het gebied van economische hervormingen wel vorderingen zijn gemaakt.

Maar er waren voldoende punten van zorg om Ankara te manen tot meer haast.

 Zo wil Brussel dat Turkije schepen en vliegtuigen van Cyprus toelaat tot Turkse (lucht)havens. Ook moet het omstreden wetsartikel 301, dat het beledigen van de ‘Turkse identiteit’ strafbaar stelt, worden gewijzigd. Volgens Brussel beperkt het artikel de vrijheid van meningsuiting. Daarnaast wenst Europa ook dat militairen minder macht krijgen in de Turkse politiek en ten slotte zouden de vrijheden van religieuze en etnische minderheden en arbeiders gegarandeerd moeten worden.

This article is from: