6 minute read

Tóch studeren met je hoofddoek

Sluiertaal

Het verbod op het dragen van de hoofddoek op Turkse universiteiten wordt binnenkort opgeheven. Studentes die tot nu toe weigerden zonder hoofddoek de universiteit te betreden, konden beter uitwijken naar het buitenland. Zo ook Ayşe Erkan en Aniş Halıcı. Ze kozen voor een studie in Nederland. “We werden in Turkije gezien als directe vijanden van de seculiere staat.”

Advertisement

dOOr SEDA ÖNCE

Inburgeringsdocente Ayşe Erkan (28) en juriste Aniş Halıcı (27) groeiden op in Nederland. Ze vertrokken vrijwel direct na het afronden van de basisschool in Nederland naar Turkije. Hun ouders, gestimuleerd door enthousiaste verhalen van andere Turken in Nederland, meenden dat hun dochters een betere opleiding en opvoeding zouden krijgen in het eigen land. Erkan en Halıcı doorliepen de middelbare schooljaren in Ankara. Ook al was het er officieel niet toegestaan, op school konden ze hun religie naar hartenlust belijden, met hoofddoek en al.

Officieel is het dragen van een hoofddoek ook verboden op middelbare scholen, maar naar gelang de politieke kleur van de zittende overheid wordt dit verbod met straffe hand toegepast, of ziet men het oogluikend toe, weten de dames uit eigen ervaring. In die jaren dat ze ongemoeid hun hoofddoek konden dragen op de middelbare school had de islamitische Refah Partisi [‘Welvaartspartij’] van Necmettin Erbakan het voor het zeggen.

Na een machtswisseling merkten Halıcı en Erkan het verschil meteen. Een seculiere coalitie onder leiding van Mesut Yılmaz nam het roer van Erbakan over. De nieuwe regering maakte gelijk korte metten met het gedogen van religieuze symbolen op scholen. Volgens Halıcı verliep de overgang in meer conservatieve steden als Konya en Kayseri nogal soepel. “Scholen in Ankara en Istanbul werden direct hard aangepakt,” vertelt Halıcı. “De sfeer op school veranderde, er werd meer gecontroleerd, er kwamen vaker inspecteurs langs, we voelden de druk.”

Erkan zat toen in de laatste jaar van de middelbare school. “De controles werden strenger. Als het bericht ons bereikte dat de inspecteur van onderwijs zou langskomen, mochten leerlingen met een hoofddoek zich ziek melden.” Alle leerlingen zonder hoofddoek werden in de klas gezet die de inspecteur zou bezoeken, rondslingerende boeken van Necip Fazıl Kısakürek, een religieuze schrijver en dichter, werden uit voorzorg veilig opgeborgen. Tijdens de muziekles zongen de leerlingen geen ilahi’s, religieuze liederen, maar ‘onschuldige’ moderne songs als de inspecteur op bezoek was. “We hadden zelfs een Atatürk-hoekje ingericht om de inspecteurs te laten zien dat we toch echt ‘Atatürk-gezind’ waren,” vertelt Erkan.

Ook buiten de schoolmuren voelden Erkan en Halıcı de druk, zeggen ze. Angsten werden op hen geprojecteerd, vertellen ze. Halıcı: “Men wil niet erkennen dat de hoofddoek uit religieuze overwegingen wordt gedragen. Velen geloven dat de hoofddoek een politiek doel dient, dat de islam voor politieke doeleinden wordt misbruikt.” Jammer, vindt ze, dat de wil van het volk niet wordt erkend. Blijkbaar wil het volk, meent Halıcı, recht op vrijheid van godsdienst, recht op onderwijs, voor iedereen. “Erdoğan is tot twee keer toe democratisch gekozen door het volk,

Aniş Halıcı

en blijkbaar is dit wat men wil.” De angst dat álle meisjes straks worden gedwongen het hoofd te bedekken verklaart volgens Halıcı waarom het secularisme heel erg wordt benadrukt in Turkije.

Het secularisme is prima, zegt Erkan, als het ook werkelijk wordt nageleefd. “Zolang uit naam van het secularisme niet de rechten van anderen worden beknot.” Volgens haar wordt de scheiding van geloof en staat verkeerd geïnterpreteerd en reageren de secularisten “te spastisch en angstig.”

Halıcı: ”Als blikken konden doden, dan was ik al vele keren in het hiernamaals beland. We werden door sommigen gezien als directe vijanden van de seculiere staat, alsof we eropuit zouden zijn om van Turkije een streng islamitisch land te maken.” Als ze in de bus bijvoorbeeld per ongeluk verzuimde op te staan voor een oudere persoon kreeg ze te horen dat ‘die hoofddoekjes’ geen respect meer hebben voor niets en niemand. Erkan: “Alles werd afgerekend op dat doekje.” Maar ook lieden die vrouwen zonder hoofddoek bekritiseren of - zoals pas geleden in Turkije gebeurde - zelfs aanvallen omdat de lengte van de rokken hun niet bevielen, “snappen niets van de islam,” aldus Erkan. “De islam zegt juist dat je niet moet oordelen over anderen. Iedereen moet doen wat hem of haar het beste lijkt, zonder zich het recht toe te eigenen om te oordelen over anderen. Hoofddoek of minirok: het moet allemaal kunnen.”

Erkan en Halıcı hadden graag verder willen studeren aan een universiteit in Turkije. Maar ze wisten dat ze omwille van hun hoofddoek niet tot een Turkse universiteit zouden worden toegelaten, dus weken ze uit naar Nederland. “Als we ons in Turkije niet kunnen inzetten voor die maatschappij, dan maar ergens waar dat wel kan,” menen beiden.

Hoewel de dames ook in Nederland vaak moesten uitleggen waarom zij hun hoofd bedekten, is de sfeer hier voor moslima’s volgens hen veel relaxter. Halıcı: ”Toen ik hier kwam werd een hoofddoek niet alleen heel normaal gevonden, maar konden we zelfs vragen om een gebedsruimte op de faculteit. Daar was alle begrip voor. Nederland is gewoon veel verder, de democratie is verankerd in de samenleving. In Turkije kunnen we nog niet met dit soort verschillen omgaan.”

Erkan gaat tegenwoordig ongesluierd door het leven. Het dragen van een hoofddoek past niet meer bij haar levenswijze, zegt ze. “Mijn haar bedekken was meer een gewenning geworden. Als je verder niet leeft naar de regels van de islam, waarom zou je dan nog een hoofddoek dragen?” aldus Erkan.

Demonstratie tegen hoofdoek in Turkije

Opheffen verbod hoefde niet van eU

Het verbod op het dragen van een hoofddoek is gebaseerd op de principes van laicisme en de gelijkwaardigheid van man en vrouw, zoals sinds 1937 vastgelegd in de Turkse grondwet.

Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is het dragen van hoofddoeken in Turkije populairder geworden. De verwijdering van een studente omdat ze met hoofddoek plaatsnam in de collegebanken leidde overal in Turkije tot hevige protesten. Zowel voor- als tegenstanders hielden demonstraties. Sindsdien zijn Turkse universiteiten vaak het strijdtoneel geweest van politieke ideologieën. Parallel aan de politieke kleur van de zittende overheid op dat moment werd in die jaren en wordt nog steeds het dragen van een hoofddoek toegestaan of strikt verboden. Partijen met een islamitisch karakter baseren het gedogen van hoofddoekjes op ‘het recht op religie’ en ‘recht op onderwijs’, terwijl seculiere partijen menen dat het laïcistische karakter van de republiek alleen gegarandeerd kan worden als de kledingwet van Atatürk wordt nageleefd. Deze wet stelt dat overheidsgebouwen ontdaan moeten zijn van alle religieuze uitingen, om zo de neutraliteit van de staat te garanderen. Maar pas in 1981 werd het dragen van hoofddoeken op onderwijsinstellingen officieel opgenomen in de grondwet door militairen na een staatsgreep in 1980.

Na een klacht van een studente geneeskunde oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg eind 2005 dat het verbod op het dragen van hoofddoekjes aan universiteiten gerechtvaardigd was. Het Hof vond het verbod niet strijdig met de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst, zoals vastgelegd in het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). De studente had een klacht ingediend tegen de Turkse staat nadat ze niet was toegelaten tot een schriftelijk examen op de faculteit. Het verbod draagt, zo oordeelde het Hof, bij aan het waarborgen van democratische waarden en beschermt de staat tegen manifestaties van een te nadrukkelijk religieuze voorkeur. In zijn uitspraak wees het Hof erop dat in de Turkse geschiedenis ‘extremistische politieke bewegingen’ de maatschappij religieuze symbolen hebben willen opleggen.

Onlangs verklaarde premier Erdoğan dat het opheffen van het verbod op het dragen van hoofddoeken op hogere onderwijsinstellingen noodzakelijk was wilde Turkije ooit lid worden van de Europese Unie. Daarom hebben woordvoerders van de Europese Commissie in Brussel en ook die van enkele Europese regeringsleiders laten weten dat zij nooit van Ankara hebben gevraagd dit verbod op te heffen. •

This article is from: