4 minute read

Kadir Ham: Burkadag

burkadag

KADIR HAM

Advertisement

Tot vanochtend dacht ik nog dat de lente dit jaar afgeschaft was: er kwam maar geen einde aan de onzekere winterdagen. Tot begin april dus. De zon scheen, de lucht was blauw. Een sms van een vriendin: terrasje? Daar zaten we dan, op een terras in Amsterdam-Oost, met de gezichten richting de zon en de stoep gekeerd. We bestelden koffie en verse jus ‘d orange. Het was nog te vroeg voor alcohol. Heerlijk weer, vond de vriendin. ‘ja’, beaamde ik. ‘iemand moet de vrouwen inlichten’. Een vraagteken verscheen op haar gezicht, ik negeerde dat voorlopig. Het was druk op straat. Veel mensen wilden blijkbaar genieten van de eerste echte mooie dag van het jaar. Oude stellen liepen achter rollators, mannen en jongens renden niet meer maar liepen ‘flanerend’ naar hun tussenbestemming. Meisjes op fietsen, opvallend veel studentes, waren opeens niet ongeduldig voor de verkeers- annex stoplichten. Ze bleven met plezier wachten tot ze op groen sprongen. Moeders, soms in groepen, duwden het wagentje van hun kroost rustig voort. Opvallend veel moeders droegen een hoofddoek, sommigen zelfs een allesbedekkende burka. Die vallen dan extra op, op zo’n zonnige dag. ‘Zou zij daaronder een rok dragen?’ mompelde ik. De vriendin wist het ook niet. Zij stak wel een heel lang verhaal af over extravagant kleedgedrag van moslimvrouwen die in huiselijke kringen schenen rond te lopen als van een catwalk weggelopen lingeriemodellen. Alsof ik daar nou wat aan had! Het was inmiddels 12.30. Vanaf dit moment kun je toch met fatsoen alcohol consumeren, toch? Ik twijfelde nog maar werd - gelukkig- over de streep getrokken door een ander stel naast ons. Die bestelden ‘een rosé’tje’. We besloten om ook voor rosé (ben niet zo van verkleinwoorden) te gaan. De dag vorderde, de zon bleef schijnen. De serveersters kwam steeds vaker langs met een ‘alstublieft, een rosétje’, de vriendin ging steeds luider lachen, en ik werd er alleen maar somberder van. ‘Kijken vrouwen niet naar weerberichten’? vroeg ik de vriendin. ‘Of zappen jullie en masse als na de nieuwslezer Erwin Krol aan de beurt is?’ ‘Wat een onzin’, riep de vriendin met een piepende stem, lichtelijk aangeschoten als ze nu al was. ‘Of hebben jullie je eigen weerkanaal?’ ‘Waar gaat dit nou weer over?’ Haar stem ging steeds hoger piepen. Ik zweeg. Maar niet lang. ‘ik dacht: dit wordt een mooie rokjesdag, maar nee hoor. na een lange winter krijgen we…’ ‘Een wat?’ gilde de vriendin het uit. ‘Wat is in godsnaam een rokjesdag?’ ‘je kent Martin Bril klaarblijkelijk niet. leest iemand hem nog!’ Tuurlijk kende ze Martin Bril, ook al was zij niet zo’n fan van de columnist. Vroeger wel, toen hij niet elke dag schreef. nu schrijft Bril, vond de vriendin, elke dag een column omdat hij geen tijd heeft om echte leuke ervaringen op te doen.‘Dus schrijft hij over zijn puberende dochters, de straten in zijn chique Amsterdamse wijk waar toch nooit wat gebeurt en dorpjes waar hij moet voorlezen voor boekenclubs van huisvrouwen… ‘Een rokjesdag! De eerste mooie dag van het jaar waarop álle vrouwen een rok horen te dragen. De benen zijn nog ongeharst en bleek, soms nog dik en vet ook omdat ze zo overvallen zijn door de zon en geen kans hebben gehad om naar de fitnessschool te gaan zoals jullie dat wel massaal doen als de zomervakantie nadert.’ ‘O wat seksistisch van je.’ Op deze zonnige dag had ik even geen behoefte aan ‘ political correctness’, dus negeerde ik haar analyse. ik citeerde uit een column van Bril: ‘rokjesdag is die ene dag in het voorjaar dat alle vrouwen als bij toverslag ineens een rok dragen, met blote benen eronder.’ ‘Word je daar opgewonden van of zo?’ Komt zij soms werkelijk van Venus of zo? rokjesdag heeft niets met seks of geilheid te maken, probeerde ik haar duidelijk te maken. ‘Van rokjes word ik vrolijk’, zei ik. ‘al helemaal als ze ook nog opwaaien.’ ‘nou dan krijg je toch je zin’, zei de vriendin wijzend in de richting van een vrouwelijke fietser. Ze was nog te ver weg om te zien wat ze precies droeg, al zag je wel iets waaien. Ik merkte dat ook mijn buurman naast me haar op zijn radar had. Onze ogen bleven op haar gericht. Ze kwam steeds dichterbij. ja, ze had een soort van een jurk aan, met een dik panty-achtig iets eronder. Teleurgesteld richtten mijn buurman en ik ons weer op ons gezelschap. ‘Dat telt niet’, zei ik tegen de vriendin. ‘Zoals Bril het zei: Een jurk kan ook, maar er mogen geen panties om de benen zitten. Dat is bedrog.’ ‘ik kan niet zeggen dat die ook panties dragen.’ Ik keek snel in de richting van de knik van de vriendin. Twee –vermoedelijk- moeders achter kinderwagens, geheel gehuld in burka. De vriendin schaterlachte. ‘Morgen Vondelpark dan maar?’ ‘nee’, zei ze. ‘Volgens Erwin Krol wordt het een bewolkte dag met kans op neerslag.’

This article is from: