5 minute read

Opiniepeiling Europese verkiezingen

Onderzoek - europese Parlementsverkiezingen

heuh, verkiezingen?

Advertisement

De Europese verkiezingen staan voor de deur zonder dat een groot deel van de potentiële kiezers dat weet. Neder-Turken zeggen desalniettemin in meerderheid te zullen gaan stemmen. De standpunten van de partijen over de Turkse toetreding zijn daarbij belangrijker dan een ‘eigen’ kandidaat, zo blijkt.

DOOR FRAnS jEURSEn

Nederland is lid van de Europese Unie, maar niet zonder mitsen en maren. Massaal stemden de Nederlandse kiezers bij het referendum het voorstel tot een nieuwe Europese grondwet weg en verder zijn ook de klachten over de bemoeizucht van ‘Brussel’ meestal niet van de lucht. Wegen de voordelen van een Europese Unie wel op tegen de nadelen en is dat uiterst kostbare en massale heen en weer gereis tussen Brussel en Straatsburg niet absoluut onzinnig? Hoe denken Nederlandse kiezers in het algemeen, en Turkse Nederlanders in het bijzonder, door de bank genomen over de EU?

Om daar een beter beeld van te krijgen hield onderzoeksbureau MCA Communicatie in opdracht van TULPIA een enquête onder Nederlanders met een Turkse achtergrond. Wij wilden weten of ze zich wel Europeaan voelen, of ze 4 juni gaan stemmen voor het Europese Parlement en zo ja, op welke partij dan. Verder werd nagegaan hoe het staat met de kennis over de EU en de verkiezingen. Is het eigenlijk wel goed voor Nederland om lid te zijn van de Europese Unie?

Op die laatste vraag antwoordt een ruime meerderheid van de ondervraagden volmondig met ja. Tachtig procent vindt het een prima zaak, al menen meer mannen dan vrouwen dat dat zo is. Onder die laatste groep valt op dat relatief veel ondervraagden zeggen over het onderwerp geen mening te hebben, terwijl dat bij mannen niet voorkomt. Die kiezen ronduit voor ja of voor nee.

“Wegen de voordelen van een Europese Unie wel op tegen de nadelen ”

Ook is de groep vrouwen die het lidmaatschap een slecht idee vindt dubbel zo groot als die van de mannen, al gaat het dan nog maar over 5 procent van de mannen en 10 procent van de vrouwen. Dat laatste is verwonderlijk omdat ook gebleken is dat de vrouwen over het algemeen minder goed op de hoogte zijn van ontwikkelingen binnen de EU dan de mannen. Vierenveertig procent van de mannen wist dat er Europese verkiezingen op til zijn tegen 31 procent van de vrouwen.

Op de vraag of men de verkiezingen belangrijk vond, antwoordde de helft van de Turkse mannen (47 procent) met ja maar andermaal bleef het aantal vrouwen achter (39 procent). Ook bleek het percentage vrouwen

dat hier geen mening over had veel hoger te liggen met 13 procent tegenover 2 procent onder de mannen. Tenslotte was er nog de groep die vond dat de verkiezingen ‘helemaal niets’ uitmaakten, 12 procent van de mannen tegenover 16 procent van de vrouwen.

Zo´n stellingname respectievelijk onverschilligheid met betrekking tot de Europese Parlementsverkiezingen heeft natuurlijk zijn gevolgen als het er op aan komt daadwerkelijk naar het stembureau te lopen en een keuze te maken. Hier slaat de balans duidelijk door. Natuurlijk blijft het de vraag of gebrek aan kennis en interesse ten gevolge heeft of andersom, maar meer dan de helft van de vrouwen (57 procent) zegt niet te gaan stemmen op 4 juni, terwijl 62 procent van de mannelijke ondervraagden zegt wel gebruik te zullen maken van het stemrecht. Het verschil blijkt echter veel kleiner te zijn dan het lijkt omdat ruim 21 procent van de ondervraagde vrouwen aangeeft geen stemrecht te hebben.

Gaat men wel stemmen dan moet er natuurlijk voor een bepaalde partij gekozen worden. Grote uitschieters binnen het politieke spectrum blijken de PvdA en GroenLinks. Opmerkelijk is dat de PvdA, die bij Turkse Nederlanders veruit favoriet is bij Turkse vrouwen (56 procent) populairder is dan bij Turkse mannen (42 procent). Mannen zijn ook sterk vertegenwoordigd als het om D66 en vooral om GroenLinks gaat. Ruim 26 procent kiest voor GroenLinks tegenover tien procent van de vrouwen. Die laatste zijn minder gecharmeerd van D66 dan de mannen, twee procent tegenover 15 procent. Andermaal was er sprake van een hoog percentage vrouwen (15 procent) dat nog niet beslist had aan welke partij ze de voorkeur zouden geven, of ronduit niet wil zeggen op wie ze gaan stemmen.

Onder hen die minder terughoudend waren met betrekking tot de reden van hun stemkeuze, bleken de standpunten van de partijen over Europa van doorslaggevende betekenis. Mannen voerden dit in 54 procent van de gevallen als reden aan en maar 27 procent van de vrouwen. Hier valt een duidelijk verband te zien met de opvattingen van partijen over Turkije die voor 42 procent van de mannen en voor 24 procent van de vrouwen de doorslag gaven. Heel opvallend was het feit dat men in bijna de helft van het aantal gevallen op een bepaalde partij stemt, omdat men dat ook bij lokale en landelijke verkiezingen doet. Dat laatste gold trouwens in sterkere mate voor Turkse vrouwen dan voor Turkse mannen. Minder belangrijk vindt men of de desbetreffende partij wel of niet een Turkse kandidaat heeft. ‘Slechts’ 17 procent van de mannen en tien procent van de vrouwen laat de keuze afhangen van de aanwezigheid van een kandidaat van Turkse komaf.

“Een belangrijk thema bij deze verkiezingen is de eventuele Turkse toetreding tot de EU ”

Of de kiezers nu behoorden tot de eerste generatie immigranten of tot latere generaties maakte geen enkel verschil voor hun besluit om dan wel niet te stemmen. Vooral de hoger opgeleiden blijken beter geïnformeerd over de verkiezingen, terwijl een ruime meerderheid van de lager opgeleiden, 67 procent, niet eens weet dat er Europese verkiezingen gehouden worden. In lijn daarmee zegt 62 procent van hoger opgeleiden daadwerkelijk te gaan stemmen tegenover 34 procent van de lager opgeleiden.

Een belangrijk thema bij deze verkiezingen is de eventuele Turkse toetreding tot de EU. Driekwart van de ondervraagden hecht daar grote waarde aan, maar binnen deze groep zijn vrouwen veruit in de meerderheid (36 procent) tegenover minder dan een kwart van de mannen. Omgekeerd antwoordt tweederde bevestigend op de vraag of zij zich wel eens Europeaan voelen. Vijftien procent van de groep voelt zich altijd Europeaan en een kwart doet dat ´soms´.

This article is from: