palet 12. def

Page 1

palet herfst 2003

4


inhoud 3 van de reactie

19 wrakanalyse

31 poĂŤzie

4 hoverleef ik de brugklas

20 ruggespraak

34 zij ging terug...

5 brugklas inburgeringscursus

22 Debbie ditches

35 hot news

7 nieuw vlees

23 monarchistische malaise

38 basisschool syndroom

8 Wijshoff over Francort

25 altijd schoolsheid

9 Francort over Wijshoff

26 Parijs

10 staantribune

27 wie is gek

13 Ramsey Nasr

28 zinloze onderzoeken

16 papagaaienpraat

29 worm vreet zand

17 beetje vreemd

30 Julius

2 4


van de redactie Palet is welbekend en bemind op het SMC. Ieder jaar weer worden de nieuwe brugklassers vertrouwd gemaakt met ons krantje. Waarna ze het omarmen met hun nog smalle en breekbare armpjes het liefdevol tegen hun kippenborstjes drukken. Voor de rest van hun leven welteverstaan. Dit blijkt wel uit het artikel van dhr. Beckers. Vroeger Palet-journalist, nu papa van een SMC-kindje en dus weer heimwee naar Palet. De kracht van Palet moet vooral niet onderschat worden. In deze Palet een dubbelinterview met de heren Wijshoff en Francort, iconen van het SMC. Wijshoff, het exacte gezicht en Fortuna-fan. Francort, het maatschappelijke gezicht en VVD’er. Trek zelf uw conclusies. Maar ook een interview met dichter, schrijver en acteur Ramsey Nasr. In de vorige Palet hebben we u al lekker gemaakt, maar nu is het NRPT (Nationaal Ramsey Nasr Promotie Team) flink aan de gang geweest met deze heerlijke intellectueel. Helaas over de telefoon, maar ondanks (of misschien dankzij) dat is het resultaat er niet minder om geworden. Natuurlijk vraagt u zich af waarom Palet nu pas verschijnt. Dagelijks wordt mij de vraag gesteld: “W’nneer komttie nouw??” Het is moeilijk om snel een goed gevulde schoolkrant uit te brengen zonder voldoende redacteurs. Dus laat je inspireren door een mooi meisje op straat, de uitstraling van premier Balkenende, een gedicht van Ramsey, de vallende bladeren of de ‘kleutertoets’ van Maria van der Hoeven. Schrijf en mail: k_groentesoep@hotmail.com. Natuurlijk ligt het niet alleen aan het tekort aan redacteuren. Je hebt ook een goede hoofdredacteur nodig, een die stipt is en die andere redacteuren zodanig

angst aanjaagt dat ze het wel uit hun hoofd laten om een artikel na de deadline in te leveren. En dat ben ik niet. Voor volgend jaar moet er nog een opvolger gevonden worden, hopelijk een die iets punctueler is. Daarom zeg ik nu, in navolging van Phileine en voor alle Paletlezers en voor de gehele mensheid: SORRY. Sorry Vincent en Bert voor alle vertraging die Palet oploopt door mij. Sorry redacteuren dat ik jullie nooit op tijd terug mail. Sorry Paletlezers dat jullie zolang moeten wachten op jullie favoriete leesvoer. Sorry wereld. Sorry dat ik besta.*

Katja. * Plagiaat; en wel uit ‘Phileine zegt sorry’ van Ronald Giphart. Sorry!

redactie Katja Klaassen Steffie van den Akker Pol van Aubel Debbie Ceiler Fariha Ghafuri Aimée Hagenaars Solange Hagenaars Rick Hoen Guy Houben Mirte Huygen Elke Laudy Jean Martens Harmen Meyer Marlou Nijpels Christianne Ong Andy Politsch Stéphanie Scheeres Bas Heiligers Bert Stijns Wim Veenhof Vincent Westerwoudt

3 4


Het nieuwe volk vindt zijn weg goed in onze school. De vraag is natuurlijk of de brugklassers het ganggeweld hier wel aangenaam vinden. Per slot van rekening zijn die puistige hogerejaars voor hen natuurlijk angstaanjagende grootheden. Hoe denken de brugklassers erover.

Het valt me tegen om met die rugzak de Keerderberg naar Cadier en Keer op te fietsen, echt dat is zwaar (rugpijn, nekpijn, zweten, zwoegen). In het begin had ik geen spin op mijn fiets, maar nu gelukkig wel. Wat me ook in het begin tegenviel, het gebouw met de verschillen leslokalen, om die allemaal uiteen te houden, nou, dat duurt wel eventjes. Er is wel iets leuks met onze leraar voor verzorging, Mr. Klinkenstijn. Bij de tweede les van hem maakte hij een te gek grapje. De hele klas lag dubbel van het lachen, we konden ons niet inhouden. Het gevolg was buikpijn. Het is echt een grote verandering van de basisschool naar de middelbare school, nieuwe docenten, nieuwe kinderen, iedere keer weer naar een ander leslokaal in het grote gebouw en……….natuurlijk meer huiswerk !!!!! Maar ik vind het héééél leuk veel leuker dan op de basisschool.

HOE OVERLEEF IK DE BRUGKLAS !

We hebben een fijne klas met toffe kinderen. DUS … HET SINT MAARTENS IS .SUPER !

Guy Houben B1J

Mijn naam is Mirte Huygen en ik zit in B1J. Ik woon in Amby. We moesten dit maken, omdat dit een opdracht was van Nederlands. Een dikke lip. Ik vind op dit moment nog niks tegenvallen op school, behalve dat ik tegen een paal ben aangeduwd door een ouderejaars. En daardoor heb ik een dikke lip en een pijnlijke neus gekregen. De Ardennentocht. Iets leuks wat ik heb meegemaakt is dat we naar de Ardennen zijn geweest. Daar hebben we eerst een spellencircuit gedaan. Zoals touwtrekken, trefbal, voetbal en estafette. Daarna zijn we gaan wandelen dat was ongeveer twee uur. De wandeling was berg op en berg af. Bij het eindpunt stonden de bussen te wachten om te vertrekken. Onder de wandeling hadden de kinderen van onze klas al goed kennis gemaakt met elkaar. Op de terugweg was het heel gezellig in de bus (op de heenweg ook). We kwamen rond vier uur, half vijf aan op school en mochten meteen onze fietsen pakken en naar huis gaan! Een gezellige school. Ik vind dit wel een hele leuke school. In de pauzes vind ik het altijd gezellig op het schoolplein. De leraren zijn aardig en helpen je goed als je iets niet snapt. Alle indrukken die ik de afgelopen bijna drie weken heb opgedaan, zijn goed en natuurlijk positief!

Mirte Huygen

4

Verderop in Palet (blz. 38 e.v.) lees je een artikel van Steffie van den Akker die juist terugging naar haar basisschool.


Inburgeringscursus

Er zijn inmiddels al een maand of twee verstreken sinds jullie onze studiefabriek verblijd hebben met jullie hartverwarmende aankomst en sommigen van jullie hebben zich welhaast volledig aangepast aan het hectische leventje in dit wereldje op zich. Ik heb het hier natuurlijk over de jongens en meisjes die hun rugzak schuine streep survivalkit tot op hun kont dragen en zo nonchalant over het schoolplein kuieren dat het lijkt alsof ze in geen jaren iets anders hebben gedaan. Veelal hebben die stoere jongens en meisjes die aan bovenstaande criteria voldoen al een grote broer of zus op de middelbare school zitten en zijn zij derhalve al volkomen op de hoogte van het gedragspatroon dat men op de middelbare school ten toon dient te spreiden.

Inburgeringscursus voor onze brugklassers Helaas valt ít mij op, wandelend door de coulissen op weg naar wederom een uurtje geestverrijkend en horizonverbredend onderwijs, dat velen van jullie nog wat moeite hebben zich aan te passen aan de chaotische bende bij ons op school. Natuurlijk, van de serene harmonie op jullie basisschooltje naar de massale hectiek in de middelbare onderwijshel, da’s een verdomd grote stap. Daarom reikt Palet jullie de helpende hand. Beschouw Palet ditmaal als jullie reddende engel, jullie lichtpuntje in het duister, want de informatie die hieronder volgt kan jullie doen veranderen in een

stoere, onafhankelijke en niet-stuuterige adolescent die weet wat ‘ie wil.

Allereerst: de rugzak. Dit is voor de meerderheid van jullie nogal een heikel punt aangezien jullie veelal qua lengte de anderhalve meter nog niet ontstegen lijken te zijn. Logischerwijs ziet iedere rugzak die jullie zwoegend meetorsen er dan uit alsof jullie bij gebrek aan zelfstandigheid mamma erin hebben gepropt. Maar gelukkig is een paar van jullie al wat meer uit de kluiten gewassen en die jongens en meisjes kunnen het zich al veroorloven om de inhoud van hun rugzak wat te beperken. Het probleem is echter dat zij dat dus niet doen, waardoor ze er nog steeds uitzien als een brugmug, brugkabouter, brugger of weet ik veel wat voor andere termen er nog meer voor jullie bestaan. Hier volgt het advies van Palet op deze materie: flikker je woordenboeken en andere overbodigheid uit jullie Kipling en beperk je slechts tot datgene wat hoogst noodzakelijk is. Dat betekent dat je bij het inpakken van je rugzak een afweging van vitaal belang dient te maken: welke leraar maakt er een probleem van als jij je boeken ‘vergeet’ en welke niet? Hierdoor zie je er meteen een stuk stoerder, ruiger, onafhankelijker en nietstuuteriger uit en d’r draait het in wezen allemaal om. Verminder het volume van je tas met een paar kuub en je “image” krijgt meteen een “boost”. Doen dus. Volgende punt: de fiets. Jullie zorgzame mamma’s en pappa’s hebben uiteraard met hun zuurverdiende spaarcentjes een high-tech citybike voor jou aangeschaft om de dagelijkse kilometers zo comfortabel mogelijk te overbruggen.

Soms loop ik door de volgestouwde fietsenstalling en verbaas ik me er weer over: die dingen van jullie zijn werkelijk van alle gemakken voorzien: extra brede bagagedrager, functionerende versnellingen en remmen, een bel met een kristalhelder geluid en eenaambeienproof zadel. ‘t Zou me niet verwonderen als binnen onafzienbare tijd speciale bruggerfietsen worden geproduceerd die uitgerust zijn met een speciale ‘i-mode’ monitor in de stuurpen waardoor jullie onderweg nog even met mamma kunnen kletsen. Maar goed, laten we ons tot de kern van de zaak beperken. De eerste stap die jullie dienen te ondernemen: dump die fiets. En dat gaat goddank heel gemakkelijk: plaats je fiets prominent in het zicht in de fietsenstalling bij het NS-station te Maastricht, al dan niet afgesloten, en kom enkele dagen daarna weer terug. Weg fiets. De tweede stap is helaas minder eenvoudig: overtuig je ouders van het feit dat een fiets minder snel gejat wordt als het een stokoud, afgeragd en met roestplekken bedekt wrak is. Vervolgens sleep je paps en mams naar de dichtstbijzijnde fietshandel en laat je hen een dergelijk tweedehands kreng aanschaffen. Palet durft met haar hand op het hart te zweren dat een dergelijke fiets je imago alweer enkele puntjes doet stijgen in de ogen van je klasgenoten. Het belangrijkste punt hiervan is echter dat zo’n fiets er middelbare-school-achtig genoeg uitziet.

5 4

Als je beide bovenstaande dingen hebt uitgevoerd ben je al een eind op weg om een volledig ingeburgerde scholier te worden. Breng dan echter wel nog wat


verandering aan in de samenstelling van je lunchpakket. Gooi allereerst die reusachtige, plastic broodcontainer in de vuilnisbak en laat je moeder een rol aluminiumfolie, vershoudfolie of andersoortige folie aanschaffen. Dat is immers de manier waarop een doorsnee scholier doorgaans zijn brood verpakt, kortom: dat is jullie ultieme streven. De Tweede Gouden Regel omtrent broodzaken betreft het feit dat jij zelf je bammen dient te smeren. Sla thuis gewoon eens met je minuscule vuist op de tafel en brul tegen je moeder dat je het voortaan zelf doet. Dat betekent wel wat extra werk en dat is misschien tegenstrijdig met het elementaire beginsel dat een scholier zo lui mogelijk dient te zijn, maar uiteindelijk vijzelt zo’n in folie verpakte hoop schuimrubber je imago wel weer op. En moeilijk is het niet: doe een klonter chocopasta op je brood, smeer het met een ‡ twee halen uit, vouw de boterham dubbel en rol hem in aluminiumfolie. Vervolgens prop je de substantie onder in je tas zodat de bam er tijdens het consumeren uitziet als een geïmplodeerde kamelendrol. Zoiets is echt stoer, geloof ons maar. Nu zijn jullie nog maar één stap verwijderd van een leven als volledig aangepaste scholier. Het laatste waar jullie verandering in dienen te brengen is jullie gedrag in de gang en in de klas. Gooi het oude gedragspatroon overboord en stop dus met het meppen van jullie klasgenoten, het openritsen van elkaars tas, het laten struikelen van de nerd van de klas en het opsteken van je vinger als de leraar je iets vraagt. Rennen door de gang en over het schoolplein is uiteraard ook een taboe. Daarvoor in de plaats dien je zo vermoeid mogelijk voor het klaslokaal te wachten totdat de leraar arriveert. In plaats van

het slaan van je klasgenoten dien je ze nonchalant te vertellen hoe moeilijk het was om vanochtend uit je bed te komen (voor jongens) of hoe leuk die jongen is die samen met jou wiskundebijles volgt (voor meisjes dus). Als de leraar eenmaal het lokaal heeft geopend en de overbekende zweetlucht je tegemoet walmt, slenter je zo traag mogelijk naar binnen. Men ploft dan in zijn of haar stoel en neemt ruim de tijd om de benodigde spullen uit de tas te halen. De rest van het uur kijk je een beetje naar buiten, teken je een poppetje in je schrift en maak je een praatje met je achterbuurman over de aflevering van Friends die eergisteren op televisie was. Als de leraar iets vraagt aan de klas, houd je dan gedeisd. Hij heeft per slot van rekening jaren gestudeerd dus hij kan zín problemen zelf wel opsoppen. Rennen door de gang is ook ‘not-done’. Kuier zo nonchalant mogelijk naar je plek van bestemming, zo’n beetje als onze bebaarde vriend Herman Heinsbroek over het Binnenhof plachte te wandelen. Handen in je broekzakken, zelfvoldane blik in je ogen en lopen maar! Goed, lieve jongens en meisjes uit de brugklas, knoop het bovenstaande goed in je oren. Maar houdt daarbij wel voor ogen dat iedereen zichzelf dient te blijven. ‘t Zou een beetje saai worden in onze leerbunker als elke leerling aan het stereotype beeld voldeed. Vermijd daarom te verworden tot een saaie, grijze eenheidsworst en koester je allerindividueelste eigenschappen. Succes ermee. Al het beste toegewenst en veel succes komen schooljaar,

De Paletters.

6


Kaalheid is op onze school een pré. Eerder al werd gewezen op de verschillende kale kruinen. Thans is er echter een betere Kowalczyk dan de kerkraadse econoom Wiertz: de heer Bollweg. Palet vroeg hem de eerste ervaring met onze school eens op het papier te zetten.

NIEUW OP

Woensdag 8 oktober. Een tot dat moment sympathieke collega stelt mij een vraag waar ik drie nachten wakker van lig: “Wil je een stukje schrijven voor de schoolkrant? Het moet gaan over je eerste ervaringen op onze school, maar het mag niet zo’n flauw, afgezaagd stukje worden hoor. Een beetje cynisme erin kan geen kwaad. Deadline staat op komende maandag en …o ja, Palet is twee keer de beste schoolkrant van Nederland geweest. “ …. slik… Ik bespreek de situatie met het thuisfront. Daar is men inmiddels gewend aan trouble shooting. Ik krijg dan ook een opmerking mee waar ik het even mee kan doen: “Een cynisch stukje? Dat is voor jou toch geen probleem? De laatste weken lijkt het wel of jij het woord cynisme hebt uitgevonden. “ “Maar wat als ik nou een schrijversblokkade krijg?”, protesteer ik al iets minder overtuigend. “Ach man, stel je niet zo aan. Iemand die niet kan schrijven kan ook geen blokkade krijgen.”

Op tv klinkt het rustsignaal. De spelers duiken de catacomben van het voetbalstadion in, weg van het supportersgeweld. De eerste keer dat ik het souterrain van het Maartens induik, ben ik op zoek naar lokaal S2. Ik baan mij een weg door de hal, zigzag de trap af en kom terecht in de heksenketel die kantine wordt genoemd. Via de kluisjes, schoolplein Noord en de gemeenteplantsoenen kom ik toch weer in het gebouw terecht. Een aardige leerling wijst mij vervolgens de weg. De volgende dag moet ik op zoek naar lokaal 00…

Vol zelfvertrouwen en frisse tegenzin zet ik mij zaterdagavond achter de computer. Op de tv klinkt het beginsignaal van Nederland- Moldavië. Terwijl Advocaat staat te stampvoeten in de dug-out (ik moet ineens denken aan het koningshuis, weet niet waarom) laat ik mijn gedachten teruggaan naar die allereerste schoolweek. Een boottocht over de Maas. Daarna een bioscoopje. Leuke eerste dag als je je bedenkt dat zo’n dag meestal voor vergaderen is bedoeld.

Oranje begint de tweede helft goed. Einduitslag vijf-nul. Sneijder speelt weergaloos. Weg met die ouwe knarren! De jeugd heeft de toekomst. Alleen Stam mag blijven. Ik heb een zwak voor kale voetballers. Zouden de spelers in de rust goed naar hun trainer hebben geluisterd? Op een herfstachtige dinsdagavond maak ik kennis met de ouders van mijn leerlingen. De sfeer is goed. Iedereen is bij de les en doet enthousiast mee. De ouders luisteren naar elkaar, maken aantekeningen en … ze stellen zelfs vragen! Wat lijken kinderen toch veel op hun ouders!

Als Kluivert scoort denk ik aan dag twee. De skippybal wordt mij door een

R. Bollweg

En bedankt.

SCHOOL

spelleider in handen gedrukt. Leraren moeten ook mee sporten. Ik probeer mij een vage enkelblessure te herinneren. De spelleider (één van de aanwezige ouders!) trapt er niet in. Ik wil niet meteen de ouderraad op mijn dak hebben, dus ik laat me vrijwillig voor gek zetten en hobbel wat rond op die veel te kleine skippybal. We worden één na laatste, aan mij heeft het niet gelegen.

7


Deze provinciaalse betweters behoeven geen toelichting. Graag en met stellige duidelijkheid verkondigen zij immers hun absolute waarheid. Tegenstelling? Nee! Zeker niet voor de heren die in alles duidelijk maken wereldburgers te zijn die weten hoe het zit. En het ook graag aan leerlingen uitleggen. Want, zo zal de Vlaming zeggen: ‘Zij kunnen het uitleggen.’ Maar wat vinden zij van elkaar?

“Huub Francort, de rest ken ik niet.” Wat zijn goede eigenschappen van hem? (na een tijdje nadenken) “Hij is een man die de zaakjes tot op de puntjes regelt. Hij heeft strakke regels en leeft ze ook na. Niet dat dat altijd zo fijn voor de leerling is, maar ja.” Wat zijn zijn slechte eigenschappen? “Nou slecht, minder goed zal ik het maar noemen. Hij is veel te druk en opgewonden. Ik ben echt zijn tegenpool. Ik kan hem enigszins kalmeren. Als hij een tijdje met

Wijshoff over Francort

Op een mooie herfstdag zit ik met dhr. Wijshoff in de aula. Wie kent hem niet; dhr. Wijshoff, leraar wiskunde, alias dé bananen(vr)eter. Een interview over Francort, dat is nog eens wat anders. Ik daagde hem uit om eens zijn diepste gedachten over Francort, the hulk, te uiten. Deze Frankenstein heeft namelijk over iedereen wel wat op te merken, zowel leraar als leerling. Iemand moet die grote man toch eens even neerhalen! Lees verder en ontdek wat je nog niet wist over de krimpende Francort! Wat is de volledige naam van dhr. Francort?

mij gesproken heeft dan kalmeert hij wel. Dat is wel nodig, omdat ik met hem en dhr. Pieters veel buitenschoolse activiteiten regel. Tja, dan moet je wel een aardige, rustige man hebben. Hij is wel aardig als hij rustig is, maar die momenten maak je maar zelden mee. We hebben hem nog geadviseerd om kalmeringsmiddelen bij het Kruidvat te kopen, maar volgens mij heeft hij onze raad nog niet opgevolgd. (Red.: of het middel werkt niet bij hem) Een andere minder goede eigenschap is dat hij andere mensen zijn mening probeert op te dringen. Hij vindt dat hij het altijd bij het juiste eind heeft.”

Beschrijf hem eens in maximaal 3 woorden. “Tja, druk. Dat moet erin zitten. Opgewonden en momenteel een beetje dik.” Beeldt u eens in dat u een vrouw bent. Wat zou u dan aantrekkelijk aan hem vinden? “Och jee toch, tja … (na lang nadenken) hij heeft wel een leuke glimlach. Dat is wel leuk bij hem. Maar zijn omvang maakt hem niet echt aantrekkelijk.”(Red.: zo’n buikje is juist sexy! ;-) Als u naar Francort kijkt, kijkt u dan naar een hip of een antiek typetje en waarom? “Ik vind hem eerder antiek. Je ziet het aan zijn uiterlijk en zijn kleding.” Wat dacht u toen u hem voor het eerst zag? “Dat was wel een tijdje geleden. Hij werkte hier nog niet zo lang. Ik trouwens ook niet hoor. Toen zat hij nog rustig en onopvallend aan een tafeltje, toen was hij nog aardig (Red.: is dit de Francort over wie we het hebben?). Maar nu zou ik zoiets nooit over hem kunnen zeggen!” Heeft u nog en extra opmerking of tip voor hem? Zou hij bijvoorbeeld af moeten vallen? “Ja, dat hij maar fijn veel bananen eet net als ik. Daar word je tenminste rustig van, kijk maar naar mij. Toch moet hij ook wel gaan sporten, want van al die koolhydraten word je toch wel weer dik. (Red.: buikdansen misschien?)

8

Allerlaatste vraag: wat maakt dhr. Francort nou een echte Francort? “Goh, dat is alweer zo vraag waarbij je na moet denken. Nou, ik vind dat het toch het drukke is. Druk, druk, druk!

Christianne Ong


‘DOE GEWOON WAT IK ZEG!’ Interview met dhr. Francort over dhr. Wijshoff

we plezier om hadden! En hij is niet het type dat zich dan verlegen voelt omdat hij iets verkeerds gezegd heeft. De meeste leraren zouden

Christianne en ik hebben vorig jaar een interview gedaan met dhr. Gerits over dhr. Breuls, en andersom. Dit vonden wij erg leuk en daarom besloten wij dit opnieuw te doen, maar dan met Francort en Derks. Helaas weigerde Derks. Het leek hem geen goed idee. Maar dhr. Wijshoff wilde wel. Vandaar dat je elders in deze Palet een interview leest over Wijshoff en zijn relatie met Francort. Het is pauze en in plaats van mijn zeer gewenste rust te gaan nuttigen ga ik de onrust opzoeken. Een interview met zo’n beetje de beroemdste leraar van het SMC… Niet alleen de beroemdste, maar ook waarschijnlijk de man met de gekste uitspraken… Hij verschijnt keer op keer in Papagaaienpraat. Ik had de dag daarvoor nog les van hem gehad waarin hij begon over “als ik niet klaarkom dan moeten jullie het zelf doen.” Dit heeft dan een hysterische lachbui als gevolg, waarop deze zeer nette meneer alleen met zijn hoofd schudt en zegt dat we vol met viezigheid zitten. Ja mensen, wij zijn bedorven door de invloed van de tv. Wij kijken teveel naar ranzige programma’s! Maar dhr. Francort snapte waarover wij lachten en een klein grijnsje kwam er ook op zijn gezicht, dus zo onnozel is hij nou ook weer niet. Hij snapte tenminste waar

onmiddellijk een rood hoofd krijgen, gaan stotteren, en de controle over de klas verliezen. Dhr. Francort niet. Uiteraard niet. Want, als wij hem moeten geloven, is hij perfect. Dat betekent dat hij ook vindt dat hij een perfecte leraar is. Persoonlijk kan ik daar niet mee instemmen. Geen leraar is perfect. En zo’n vent die meteen bij de tweede les al een overhoring geeft terwijl niemand heeft geleerd, is niet echt geweldig. Bovendien zet ‘ie je voor schut, en praat hij over je alsof je een baby bent. Zijn opvatting over ons is dat wij super onnozele, onintelligente creaties zijn die onze vader en moeder hebben geproduceerd. Wat een ontzettend ongeluk. Wij zouden eigenlijk niet bestaan moeten hebben,

althans, de meesten van ons. Opgevangen in een voorbehoedsmiddel zou beter geweest zijn. Oh, niet dat hij dat tegen me gezegd heeft… Maar zoiets zou hij kunnen zeggen. Zoiets. En erger.. Gruwelijk… Verwaand… Arrogant… ? Ach, maar dat kan erg grappig zijn. In MIJN ogen is het allemaal gewoon gespeeld, maar goed, hij moet toch iets doen om ons te interesseren voor de wereld der zeer boeiende maatschappijleer. Het is waar dat ik tijdens dit suf lijkende vak toch behoorlijk geboeid zit te luisteren, al is het alleen maar om gekke kreten voor Papegaaienpraat te verzamelen. Tijdens geen andere les moet ik zoveel lachen als tijdens de maatschappijleerlessen van Huub Francort. Het is uiteraard vrij grappig als een leraar een andere leraar afzeikt. Zo weet iedereen dat Francort en Derks elkaar niet echt mogen. Laatst kreeg ik nog te horen van Francort dat Derks een perfecte spion zou zijn. Je zet hem gewoon achter een prullenbak neer, niemand ziet het. Heel effectief. Een leerling begon laatst over meneer Wijshoff en het commentaar van Francort was dat je niet op Wijshoff moet letten. Die gast zou aapgedrag vertonen. Met zijn bananen altijd.

9 4

Ik liet Francort zichzelf eerst even voorstellen. Zijn prachtige namen weet ik nog wel zo’n beetje, behalve de eerste,


die is Hubrecht of Hubertus, dat ben ik vergeten. Verder is het Maria Joseph. Doe maar duur. Drie namen en dan nog zo’n schitterende achternaam. Je zou er toch jaloers van worden. Hij is 44 jaar en vindt niet dat hij slechte eigenschappen heeft. Zoiets vermoedde ik al. Met een grijns vroeg ik of hij het idee had dat zijn leerlingen dat ook vonden. Zijn antwoord daarop; “Wie het daar niet mee eens is heeft geen goede kijk op zaken.” In andere woorden dan, want zo klinkt het heel saai terwijl het er heel overtuigd uit kwam. Op mijn commentaar dat zijn Nederlands helemaal niet goed is keek hij erg verbaasd. Mensen, hij weet zelf niet eens dat hij slecht Nederlands spreekt! Dat lijkt me nou niet een eigenschap van een perfect mens! Let er maar op… Hij zegt altijd “hetzelfde dan.” Ik vroeg hem of hij tips heeft voor leerlingen die les van hem hebben. Uiteraard heeft hij een tip. “Doe gewoon wat ik zeg.” Nou mensen, dat is duidelijk. Doe wat hij zegt, dan hoef je hem niet te vrezen. Dat zegt hij tenminste. Wedden dat hij weer een of andere smoes bedenkt. Maar goed, dat laat ik aan hem over. En nu over dhr. Wijshoff… Persoonlijk kende ik deze lieve meneer helemaal niet. Wiskundeleraren liggen mij meestal sowieso niet zo heel erg, omdat ik absoluut heel slecht in dit non-inspirerende vak ben. Nou, meneer Francort kent deze meneer WEL en had er heel wat over te zeggen. Hij kende overigens de namen van deze meneer niet. Wel wist hij dat de voorletters MAM zijn. Uit de schoolgids. Dat is natuurlijk ook wel heel opmerkelijk… En 46 jaar oud, dacht Francort. Nou kom ik in de knoop met wat ons Huubke nou allemaal slecht vindt van de heer Wijshoff. ‘Hij praat altijd over wiskunde.. Hij eet altijd bananen.

Vervelend, opdringerig… ‘ Of zoiets… In ieder geval was het allemaal heel negatief. Goede eigenschappen waren er ook wel, namelijk dat hij een goede leraar is, tenminste, dat zeiden de leerlingen, en dat leek Francort dus wel ok.

klaar. Weten wij ook weer hoe deze twee meneren over elkaar denken. Volgende Palet weer een nieuw interview waarin leraren elkaar bezeiken!

Steffie van den Akker

Is dhr. Wijshoff aantrekkelijk of onaantrekkelijk? Daar heeft Francort geen mening over. Dat betekent waarschijnlijk niet veel goeds voor meneer Wijshoff… Klassiek of hip? “Hmmm… Hip dan maar” zei Francort. Maar niet van harte. De eerste keer dat Francort Wijshoff zag was die indruk niet eens negatief. Maar dat was ook el werkelijk de ALLEREERSTE indruk, zegt Francort. Nou, dat klinkt allemaal heel lieflijk, nietwaar? Wat Francort erg irritant vindt, en niet alleen aan Wijshoff, (en dit mogen de wiskundeleraren als goed advies opvatten) is dat wiskundeleraren te veel over wiskunde praten, ook in de pauze. Dat moeten ze niet doen, dat is slecht en zeer oninteressant. Ik ben het hiermee eens. Foto maken van deze twee intelligente zielen was ook erg grappig. Christianne en ik wilde een foto van de twee heren samen. Meneer Wijshoff, die ik nog nooit eerder had gesproken, kwam aanwandelen en inderdaad met een banaan. Wat maar weer laat zien dat Francort hierover de waarheid sprak. We wilden natuurlijk een gezellige foto. Op de foto ziet het er inderdaad ook wel gezellig uit maar in werkelijkheid ging het niet zo soepeltjes. “Dichterbij elkaar, lachen…” Armen om elkaar heen weigerden ze. Wijshoff, die mij wel een aardig manneke leek, wilde Francort nog zijn banaan voeren. Wijshoff bleef echt vrolijk lachen, maar heertje Francort had het er nogal moeilijk mee. Na wat lachbuien verder waren wij

10


De betweters zijn terug op hun stek. Palet was niet hetzelfde zonder de Mulder en Derksen van het SMC. De heren die nog in de regen (staantribune!) vergane grootheden zagen spelen hebben nu last van knie en gewricht. Maar mopperen kunnen ze. Best Wim, Ik schrijf dit stukje aan de vooravond van de twee belangrijke interlands van het Nederlands elftal tegen Oostenrijk en Tsjechië. Gaan wij het EK 2004 in Portugal halen Wim? Zijn de spelers van Oranje echt superverwende, egocentrische multimiljonairs? En Dickie, onze bondscoach, is dat wel echt een leider of toch meer een lijder? En waarom grijpt nationale Willem, onze “Kromme” van weleer, niet in? Hij laat zich toch zeker niet opzij pushen door Dickie Dick? Dickie komt op mij over als een docent die zijn klasje niet onder controle heeft. De spelers hebben te veel praatjes en

met Wesley Sonck en Tom Soetaers. Maar ondanks veel punten draait Ajax ook nog niet Wim. Zou de landstitel dan toch weer naar Eindhoven verhuizen, naar

kunnen doen en laten, wat ze zelf willen. Waarom is Ruud Van Nistelrooy bij Manchester United de grote vedette, die het ene na het andere record laat sneuvelen en in Oranje lukt werkelijk niets? Ik zie de huizen volgend jaar juni nog niet Oranje geverfd Wim. En dan MVV. Ze hebben net met 7-0 van TOP Oss verloren. Op de bank zaten jonge jongens als Fatih Ulusoy en Mehmet Akyil. Nooit van gehoord Wim. De nieuwe trainer Jan Van Deinsen staat toch eigenlijk voor een onmogelijke opdracht. Lopen er bij ons op school niet een paar goede voetballers rond die MVV kunnen helpen Wim? Het geliefde Fortuna Sittard van onze alom gerespecteerde bananenetende collega Wijshoff lijkt wel weer een beetje uit het dal te klimmen. Ook collega Jean Gerits kan trots zijn op de bijna Belgische voorhoede van Ajax

PSV? Het wordt weer een boeiend voetbaljaar Wim waarin nog vele vragen moeten worden opgelost. Wim, so long and remember: you’ll never walk alone.

Jean Martens

4

11


Dag Jean,

Ik schrijf deze brief na de twee beslissende wedstrijden van het Nederlands elftal. We weten nu inmiddels dat het niks is geworden met onze jongens. Van de andere kant, de play-offs volgen nog dus misschien dat ze zich via die omweg alsnog kunnen kwalificeren. Het zou me overigens niks verbazen als het met die play-offs ook niet lukt want hoe zou je deze jongens nou nog moeten motiveren. Er van uitgaande dat voetballers voetballen om het geld lijkt het mij onmogelijk om spelers die al multi-miljonair zijn nog zo ver te krijgen dat ze voor een habbekrats (want dat is, naar hun maatstaf, het bedrag dat ze voor hun optreden in het Nederlands elftal krijgen) optimale inzet tonen. Het doet mij allemaal een beetje denken aan leerlingen motiveren terwijl ze al hun diploma hebben, bij hen is de prikkel om nog iets te doen waarschijnlijk ook niet al te groot meer. Nou ja, wat mij betreft hoeft dit stelletje ons ook niet te vertegenwoordigen in Portugal. En als ik de coach dan ook nog hoor melden dat hij vindt dat het elftal niet gefaald heeft begin ik mij af te vragen wanneer een team dan wèl faalt. Langzamerhand wordt het toch allemaal vrij karikaturaal met onze jongens, hè Jean. Een grote m o n d tegen de pers, ronduit onbeschoft g e drag t e n

opzichte van het pu-bliek (terwijl ze aan datzelfde publiek nota bene hun hele status te danken hebben), en op de koop toe wanprestatie na wanprestatie. Misschien ken je dat spreekwoord nog wel, Jean. “Als niet komt tot iet kent iet zichzelve niet”. Je hoort het niet vaak meer maar het is wel van toepassing op een groot deel van onze jongens! Mijn jongste kleinzoon wordt a.s. zondag twee. Ik had hem zijn eerste leren voetbal willen kopen maar ik heb er toch maar van afgezien. Want stel je voor dat hij net zo’n irritant ventje wordt als veel van die topvoetballers. Dat wil ik niet op mijn geweten hebben! Laten we het eens over PSV hebben, Jean. PSV, de club die nog altijd de illusie heeft om op Europees niveau een belangrijke rol te kunnen spelen. Ach ja, wat wil je ook met een team waarvan de spits op zilveren schoentjes speelt en met de sokken tot ver boven de knieën opgetrokken. Dat kan toch nooit wat

12 worden! Europese wedstrijden van PSV zijn voor mij altijd een groot genot! Je kunt er zo heerlijk bij wegdommelen. Met MVV komt het goed, Jean! Men is er nu bezig de organisatie volledig opnieuw op poten te zetten en daarna volgen nieuwe spelers. We zullen dus even geduld moeten hebben maar op termijn heb ik er echt vertrouwen in! Er zit voldoende kapitaal achter, de sponsors zijn bereid te investeren en het vernieuwde stadion is zo goed als af. Ik ben ervan overtuigd dat we nog leuke dingen gaan beleven in de nieuwe Geusselt. Misschien komen de tijden van Erik Meijer en Sef Vergoossen weer terug. Je herinnert je misschien nog wel dat MVV toen zelfs tot Club van het Jaar werd uitgeroepen. Tja, Jean, those were the days. We moeten maar eens kijken hoe het verder gaat met ons voetbal, Jean. Want als het zo sukkelen blijft stel ik voor dat we in onze toekomstige brieven aan elkaar maar eens gaan praten over hockey. Dat past ook veel beter bij de gemiddelde leerling van onze school. Misschien dat onze stukjes dan niet meer verbannen worden uit de schoolkrant! We’ll wait and see, Jean! See you!

Wim


Nationaal Ramsey Nasr Promotie Team Poging 1 : Hallo meneer Nasr, heeft u even tijd voor een paar vragen? Ehh.. nou sorry ik sta eigenlijk op dit moment even schoon te maken … (Denk de gele rubberhandschoenen er even zelf bij.) De 2e poging verliep gelukkig iets voorspoediger en als ‘de meisjes van de schoolkrant’ beginnen wij aan het lang verwachte (en reeds ver... erg ver van tevoren aangekondigde) Ramsey NasrInterview Wij onderwierpen de schrijver a.k.a. dichter a.k.a. regisseur a.k.a. acteur aan de dingen die wij graag van hem wilden weten. Wil je lovende kritieken lezen over Ramsey? Dan hoef je niet ver te zoeken, maar van uitspraken als ‘Jezus is terug op aarde, en zijn naam is Ramsey Nasr’ voelt de schrijver zelf zich alleen maar heel erg gevleid. Het eerste dilemma waar de goede man door het NRPT aan onderworpen werd was: ‘Mulisch’ of ‘Reve’? Aangezien hij nog nooit iets van Mulisch had gelezen (omdat hij ooit in zijn middelbare schooltijd besloten had dat hij het een vervelende man vond, en dat hij daar dus mooi geen boek van ging lezen. Punt.), was de keuze Reve snel gemaakt. Op aanraden van het NRPT beloofde hij dan toch maar om ‘Siegfried’ eens te gaan lezen. De grote Russische schrijvers, Camus, van Oudshoorn en Couperus (en nog heel veel andere namen waar 9 van de 10 Palet lezers nog nooit van hebben gehoord) zul je zeker tegen komen in zijn boekenkast, al gaf hij toe “Ik lees eigenlijk heel

weinig fictie, ik lees meestal voor mijn werk.” “Leest u ook boeken van schrijvers zoals Ronald Giphart?” “Ik hou van letterlijk mooie zinnen, dus een boek mag best heel saai zijn als het maar briljant geschreven is. De stijl is voor mij heel belangrijk. Je kunt veel over Gipharts boeken zeggen, maar nou niet dat het briljant geschreven is.” “Eigenlijk hou ik wel van pornografie, maar dan wel op een mooie manier beschreven, dus niet op de manier zoals het in de boeken van Giphart voorkomt. Maar niet dat ik wil zeggen dat de boeken van Giphart pornografisch zijn hoor!” “In die stijl wil ik zelf niet schrijven en die stijl wil ik niet lezen”, aldus Ramsey. Omdat er van de schrijver bekend is dat hij naast schrijven nog heel veel andere dingen doet, stelden wij de vraag: “Wat wilt u in de toekomst nog gaan doen?” en hij vertelde ons dat hij buiten de dingen die hij nu al doet verder weinig ambities meer heeft.... al wil hij wel graag nog piano leren spelen. In de novelle ‘Kapitein Zeiksnor en de twee culturen’ van de schrijver in kwestie maken we kennis met een hoofdpersoon die het leven niet meegemaakt heeft, een eigenschap die ook terug lijkt te vinden in de persoon van Ramsey. Hij kijkt meer naar het leven dan dat hij het mee lijkt te maken. “Ik heb nooit echt iets gemist in het leven, ik heb er denk ik wel uitgehaald wat er in zit. Kijk, ik doe wel veel, en ik maak wel veel... maar ik weet niet of dat nu wel het echte leven is.” Deze toekijker van het leven zegt gelukkig

niet contactgestoord te zijn. “Sommige schrijvers durven niet eens op te treden en moeten het echt van het boeken schrijven hebben, dat heb ik gelukkig niet.” En dit was dan ook goed te zien in Dit Was Het Nieuws, een aantal maanden geleden. “Ik weet dat ik er kritiek op zal krijgen, maar dit was net op het randje. Ik zal ook niet bij Wakuwaku gaan zitten!” Tussen al deze diepzinnige vragen door onderworpen wij Ramsey weer aan een dilemma: Aardbei of ananas? De uitslag was na enige tijd nadenken dan toch aardbei. De motivatie: “Eigenlijk omdat ik nu wel zin heb in een aardbei.” ‘Ik wil niet makkelijk of moeilijk schrijven, maar voor mij gaat het er om dat het moeilijk noch makkelijk moet zijn. De discussie dat poëzie moeilijk zou moeten zijn slaat nergens op. Poëzie moet ergens verstaanbaar zijn, al begrijp je het eigenlijk niet.” Zijn statement over de leesbaarheid van poëzie.

4

Sorry beste scholieren, maar als het aan meneer Nasr ligt dan mogen jullie weer veel meer boeken gaan lezen voor de literatuurlijst. Hij is een fervent voorstander van een intensiever literatuuronderwijs. “Als je 34 boeken

13


moet lezen, dan lees je ook wel eens iets anders dan de boeken die al door iedereen gelezen worden. Laatst hoorde ik van een meisje dat een boek van Thomas Rosenboom wilde lezen, maar haar docent liet dit niet toe, omdat dit een te moeilijk boek zou zijn. Absurd!” Ramsey is van mening dat het aanpassen van de leraren aan de leerlingen, het failliet van het onderwijs wordt. “Je moet er maar vanuit gaan dat jongeren het niet altijd beter weten dan volwassenen.” Dat Ramsey Nasr half Palestijns is, komt in ieder interview wel weer terug, en omdat hij zelf aangaf er niet echt veel zin in te hebben om het hier voor de 721e keer over te gaan hebben, doen we dat dus niet. Hij wil niet gezien worden als “de knuffelpalestijn.” Weer tijd voor een dilemma: kussen of deken? “Ik denk toch deken, want ik kan echt niet slapen zonder deken.” Dit is natuurlijk altijd leuk om te weten! “Maar kussen is ook fijn, al is dit natuurlijk wel erg multi-interpretabel.” Dat Ramsey steeds meer bekendheid vergaart bij het grote publiek wil volgens hem niet zeggen dat zijn populairiteit stijgt. Hij vind het allemaal wel meevallen. “Natuurlijk zou ik graag willen dat mijn boeken goed verkopen, maar daar doe ik het niet voor. Ik heb liever dat mensen de inhoud van mijn boeken kunnen waarderen. Als ik het resultaat zelf mooi vind, dan vind ik het goed.” Dan het cliché dilemma: Schrijven of acteren? Hij kon ons geen duidelijk antwoord geven, omdat hij nu zou kiezen voor schrijven, maar waarschijnlijk in de toekomst wel weer zou kunnen kiezen voor het acteren. “Mensen kijken vaak naar je op, zo van: hij is een dichter. Maar ik vind het schrijven van een roman juist zo knap,

dat is echt heel moeilijk. Er moet zo veel bij elkaar komen, de personages en de gebeurtenissen. Een gedicht is ook heel knap...maar dat is te doen.” “Maar meneer Nasr.... heeft u misschien ook nog een hekel aan schrijvers? Literaire vetes?” “Nee eigenlijk niet, ik heb echt het geluk dat ik heel veel fijne mensen ken in Antwerpen. (Ramsey woont in Antwerpen, red.) Laatst zat ik bijvoorbeeld nog met Tom Lanoye (Een Vlaamse schrijver, red.) op het terras. Hij ziet mij niet als een bedreiging omdat ik ook een schrijver ben. Ik heb altijd het geluk om aardige mensen tegen te komen, en de onaardige mensen die ontwijk ik gewoon.” “Door wie zou u eigenlijk wel eens geïnterviewd willen worden?” “Nou eigenlijk weet ik geen bepaald persoon, maar ik zou best graag een keer in Zomergasten verschijnen. Ik heb totaal geen idee welke fragmenten ik zou laten zien want ik kijk bijna nooit tv. Maar om 3 uur lang het beeld te bezetten, en dat mensen maar weg moeten zappen als het ze niet bevalt, ja dat bevalt mij wel!´ “Uw helden.... vertelt u eens?” “Echte helden heb ik eigenlijk niet, maar in de literatuur zijn het schrijvers als Dante, Shakespear, Camus. Dode schrijvers dus. Schrijvers die onsterfelijk zijn geworden door hun boeken.” Zou u zelf ook graag willen voortleven door uw boeken? “Het zou oneerlijk zijn als ik zou zeggen van niet. Natuurlijk, iedere schrijver hoopt daar op. Het is fantastisch als mensen over 200 jaar je boek nog lezen. Ik wil niet dat het alleen maar nu interessant is, en zeker dat het voor mijzelf over 10 jaar nog interessant is.”

Elke en Katja.

4

14


Een nieuwe dag begint en faalt.

prelude

W i

ederom geen wonder deze morgen: Reuzenbed en zonnestraal. Ademend vlees ontwaakt als tevoren.

k ben niet warrig, ik ontwricht de chaos die doorgaans voor volmaakt doorgaat: ik weet maar wie met inzicht blind zich meten wil, Weeg af uw kansen en ontvang

Het Negeren-

j

uw deel. de hemelen beweeg ik. Ik verzet de bergen die mij tegenstaan naar elders d·t is een werkelijkheid , één zonder wetten. niet langer luister ik aan een stilleven, geen keer op keer over mij moegewalst verlangen meer: er klinkt geluk van binnen; een kindermelodie ontsluit en opent zich in onnozelheid, nog niet bewust van ranzige lust: zij straalt als een prelude, die lieflijk is of triest, maar niet, niet bitter. zij schuwt een symfonie vol modulaties, conflicten, thema’s, constant variërend; zij blijft zichzelve slechts, in onschuld speelt ze. haar klanken duren voort ,zolang het mij behaagt. ik schep en breek haar naar believen.

e plotselinge interesse in de muren en de grond. Het uitzichtloos en lang gezicht rond je verlamde mond. Ik heb mij erbij neergelegd en veins als jij: zo is het goed. maar ‘t is geen troost te moeten weten, dat dit alles jou niets doet.

15


Papagaaienpraat Een summiere aflevering deze keer. Er zijn toch zeker voldoende docenten op het SMC die er geregeld iets uitflappen... Schrijf het direct op en mail: k _ g ro e n t e s o e p @ h o t m a i l . c o m . Namens de rest van Nederland:

Alvast bedankt!

Een ambulance komt langs. Dhr. Francort: “Kijk, daar gaat weer een leraar langs.” Dhr. Wiertz: “Omdat niemand luistert beantwoord ik wel mijn eigen vraag.”

Dhr. Wiertz (voor de vijfde keer): “Hou nou maar even op.” Leerling tegen de luidruchtige leerling: “Ach, laat die man toch zijn werk doen.” Mevr. Coenegracht tegen leerling die iets uitgelegd heeft: “uhm… dat moet je nog een keer doen, want ik heb niet goed opgelet.” Dhr. Francort: “Ik heb niets tegen Duitsers, wel iets tegen meneer Wiertz”.

Dhr. Westerwoudt: “U heeft de studiehouding van een poffertje!” Dhr. Francort: “Van meneer Derks heb je toch geen last, want die zie je niet.” Dhr. Wijshoff: “Een rund komt zelden alleen.”

Solange Hagenaars, Pol van Aubel en Katja Klaassen.

4

16


EEN BEETJE VREEMD… Een school is niet alleen een leerfabriek. Ergernissen van nu zijn leuke anekdotes voor later. Zo blijkt ook uit het hierondergeschreven artikel. Zomaar ineens dient een oud-leerling zich aan, die tijdens de open dag met zijn oudste binnenwandelt. En hier met foto’s en herinneringen een mooi beeld schetst van het SMC. En vooral over die docenten van toen! Een beetje vreemd is het wel, zo een open dag. Zeker déze open dag. Vandaag loop ik door het gebouw en heb “drie brillen” op. De eerste bril heb ik als (plaatsvervangend) hoofdconciërge van een (andere) middelbare school op. Ik kijk hoe het SMC omgaat met zaken als leerlingbegeleiding, lokalen en hun uiterlijke staat, de kantine, het gebouw, de vriendelijkheid van personeel (OP én OOP!) en van leerlingen. Vele zaken bekijk en vergelijk ik. Heel nuttig zo een “werkbezoek” en een zeer positieve indruk blijft bij me hangen. De tweede bril die ik op heb, is die van bezorgde vader. Onze oudste zoon S., ik kan niet zoontje zeggen want hij is de grootste thuis, is aan het kijken waar hij

zijn schoolloopbaan, na de basisschool, zal voortzetten. Het SMC is de derde en laatste school die we bezoeken. Hoe zal het mijn zoon vergaan? In gedachte denk ik aan al die brugmuggen die bij mij op school jaarlijks beginnen. Een spannende tijd waarbij de opvang door personeel én medeleerlingen zeer belangrijk zijn.

De derde bril die ik op heb, is die van oud-leerling. Ook ik zat op het SMC maar dan in schooljaar 1982-1983. Zo’n dikke twintig jaar geleden stroomde ik binnen in H4-1. Vanaf de MAVO in Eijsden begon het echte werk in Maastricht. Gelukkig had ik een klasgenootje, Ingmar, die vroeger bij me in de klas zat op de basisschool. Het contact was snel hersteld en mijn carrière op het SMC kon beginnen. Van de lessen is niet meer zo veel blijven hangen (toen al niet trouwens) maar van enkele leraren is nog wel wat bewaard gebleven: De lessen biologie van Dhr. Mulder(s). Zeer bekend waren de proefwerken die hij gaf: Ondanks zijn ernstige ziekte én door zijn plichtsbesef was hij altijd zelf aanwezig bij een toets. Als de toets was uitgedeeld was het even wachten tot hij in slaap viel achter in de klas. Biologie was dus: weinig leren, goede punten. Godsdienst van Dhr. Peters: Als goede oplettende leerlingen (ahum) mochten Ingmar en ik vooraan zitten. Nadat we gemaand werden tot stilte gaven wij als commentaar: maar uw les is zo saai meneer. Als antwoord kregen we: voor mijn part slapen jullie, als jullie maar rustig zijn. En wat waren wij ineens rustig! Als laatste mijn mentor van toen: Dhr. Corten.

In onze lessen Nederlands was het altijd heel gezellig. Zo vertelde Dhr. Corten eens dat hij een nieuwe fiets had. Natuurlijk wilden wij die allemaal zien. Niet uit interesse maar gewoon omdat dan de les weer snel om zou zijn. Dhr. Corten pakte beneden zijn fiets en stapte de lift in. Al fietsend! kwam hij over de gang het lokaal in! Toen een keer Quasimodo ter sprake kwam in de les, stond hij ineens op, pakte zijn trui en duwde die als een bochel onder zijn colbert jasje en liep over de

4

17


Hele mooie herinneringen zijn er dus aan dat schooljaar. Ook aan de werkweek en het cabaret, getuige enkele foto’s die hierbij zijn afgebeeld. Doordat ik als lid van de foto/videoclub én als redacteur van de Palet vrij veel foto’s heb gemaakt, zijn er leuke momenten bewaard gebleven: Foto 1: Dhr. Corten in een bepaalde act. Foto 2: Een leerling geeft een “striptease” waarbij Dhr. Corten mee moet doen. Foto 3: Een groep leraren zingt een lied. Foto 4: Dhr. Corten rust tijdens een wandeling uit met in zijn armen twee klasgenoten: Rechts Karin, van het meisje links weet ik de naam helaas niet meer. Foto 5: Tja, het blijft een werkweek van de jeugd hé! Foto 6: Cabaret op het SMC: welke leraar dit is weet ik niet meer. Foto 1 t/m 6 zijn van de werkweek.

tafeltjes heen. Alom gelach en alweer een les om. Een keer aan het einde van de les stond iedereen op om zijn tas in te pakken, en er gebeurde iets heel vervelends bij een meisje: van haar zomerbloesje sprongen ineens alle knopen open en zij stond in haar BH te kijk. Gelukkig had niemand het gezien behalve Dhr. Corten en ik. Zijn opmerking hierop was: Nou, dat scheelt je wel een puntje op het rapport!

Na een heel gezellig schooljaar mocht ik (of was het: moest) van school af en een andere schoolkeuze maken. Ik kwam op de MDS terecht en daarna ben ik gaan werken. De dagopleidingen waren gedaan, maar toen begonnen de avondopleidingen. Zo heb ik nog geleerd (en diploma’s gehaald) voor loodgieter, dakdekker en brandweerman. Na 14 jaar bij de PTT gewerkt te hebben, maakte ik de overstap naar het onderwijs en ben daar met veel plezier iedere dag tussen de jeugd. Verder ben ik als vrijwillig brandweerman/duiker in Eijsden oproepbaar en maak ik websites. Hopelijk vergaat het mijn zoon S. beter op het SMC dan mij vroeger (want hij heeft hiervoor gekozen) en wordt het ook voor hem een leuke tijd met mooie herinneringen. Wellicht tot ziens op de reünie in 2005.

Marc Beckers Eijsden

18


Wrakanalyse Merkbeluste mensen kopen speciale auto’s. Auto’s zijn toch Viagra voor het ego. Vaker al analyseerde Palet voor u, geachte lezer, hoe docenten hun auto eigenlijk inrichten. Deze keer ging Harmen Meijer de heilige koe in van mevrouw Yerna.

A*Teens: The Abba Generation, wauw, keihip! Verder vind nog een gekopieerde versie van het dubbelalbum Reprazent New Formes van Roni Size, waar ik nooit van heb gehoord, en een gekopieerde versie van The W van de Wu-Tang Clan. Wu-Tang heeft ook prachtige mutsen, soms op Plein Noord te zien, bedenk ik mij terwijl ik verder zoek. In de deurkastjes vind ik ook de cd’s The K&G Sessions en G-Stone van Krüger & Dorfmeister, dit is prachtlounge, dit is echt supermuziek, dus ik zet The K&G Sessions op terwijl ik verder zoek naar waardevolle dingen.

Het is 11.35 uur en koud als ik de sleutel in het slot omdraai. De portier van de Citroen Xarah gaat zwaar open. Ik wil op de bestuurderstoel gaan zitten maar dat lukt niet: Te weinig plaats tussen stoel en stuur. Dan maar de andere stoel.

Terwijl ik de achterbank probeer te onderzoeken stoot ik per ongeluk tegen het stuur en ontdek daar mee een volumeknop op het stuur, nou ja..twéé volumeknopen! Grappig om dat op het stuur te hebben.

De auto waar ik me in bevind is of héél goed schoon gehouden of hij is gewoon nieuw, twee weken? Drie weken? Maakt ook eigenlijk niet zoveel uit. Ik maak het dashboardkastje open, op zoek naar iets waardevolst, en vind de autogebruiksaanwijzing en andere onbelangrijke autopapieren en een pen: balen! Op zoek naar iets zie ik de CD/ Radio speler, maar geen aan/uit knop dus ik duw overal even op en even later heb ik 3FM opstaan. Zou ze ook Cd’s in de auto hebben? Stomme vraag natuurlijk, cd-speler betekent ook cd’s.

Het enige dat ik nog kan vinden in de auto zijn twee verpakkingen van chocowafels en een M&M’s verpakking, wat ik niet echt als interessant beschouw, dus verlaat ik de auto. Dan maar de achterbak proberen.

Ik maak het kastje achter de versnellingspook open en zie 3 cd’s staan:

Daarin vind ik een paar grote oranje AH zakken met ouwe kranten en veel dekens. Ik laat de auto van mevr. YernaMoonen voor wat hij is en loop terug de school in.

Harmen Meijer V3B

4

19


Ruggespraak Ellende overkomt ons bij tijd en wijlen. Rik verhaalt onder de ironische titel over zijn ellende die er helaas voor zorgt dat Rik tijdelijk niet in de voorhoede speelt. Hoewel Rik hunkert zijn basisplaats weer op te eisen.

Zoals sommigen van jullie vast wel gezien hebben, had ik tot voor kort een nogal kromme, s-vormige rug. Mijn rug was al langere tijd krom en het leek eerst dat ik gewoon door het snelle groeien wat krom was gaan lopen en dat het door er op te letten en door therapie te verhelpen was. Tot vorig najaar. Ik zag toen in de spiegel dat het wel heel ernstig begon te worden, ik schrok er van. Mijn ouders en ik besloten ermee naar de huisarts te gaan. De huisarts zei enkel dat ik goed mijn therapie moest doen en dat er verder weinig aan te doen viel volgens haar, maar ze verwees ons toch maar door naar de orthopeed in het AZM. We maakten een afspraak bij de orthopeed, Toen we daar in oktober vorig jaar zaten, schrok de orthopeed meteen behoorlijk. Het was toch behoorlijk ernstig zei hij, het was misschien met een korset op te lossen, maar waarschijnlijk werd het opereren. 'Opereren?' Wow, daar hadden we echt niet aan gedacht! Er moesten foto's worden gemaakt en dan zou de orthopeed (dokter Van Ooy) beslissen of het opereren werd of een korset. Inmiddels was het november. Toen

we weer naar dokter Van Ooy gingen, vertelde hij dat het de ziekte van Scheuermann is, een erfelijke groeistoornis waardoor de achterkant van de wervels sneller groeit dan de voorkant, waardoor de wervels aan de voorkant dus smaller zijn en de rug krom gaat groeien. Hij vertelde ook dat het zeker opereren werd. Dat was even slikken! Ik wist natuurlijk wel dat het waarschijnlijk opereren zou worden, maar ik was toch blijven hopen op alleen een korset. Ik zou op een wachtlijst van een jaar komen, dus volgende november zou de operatie waarschijnlijk zijn. Als er vragen waren mochten we een keer komen. Vragen waren er in het begin niet, ik was eerder erg geschrokken van wat me te wachten stond. Dokter Van Ooy had namelijk in geuren en kleuren de operatie uitgelegd, waarna ik naar de gang ben 'afgevoerd' omdat ik anders flauwviel. Ik zal jullie de details van de operatie zelf besparen, maar het kwam er verder op neer dat de operatie zo'n 8 uur zou duren, dat ik daarna tien dagen op het ziekenhuis zou moeten blijven en dat ik 6 maanden in gips van mijn heup tot mijn kin en 3 maanden in plastic van mijn heup tot mijn nek zou komen. Na een tijdje begon ik me toch wel dingen af te vragen. Daarom maakten mijn ouders een afspraak met de dokter, om antwoorden te krijgen op die vragen. Toen we in het ziekenhuis waren voor dat 'vragenuur', bleek de dokter zelf bezig te zijn en we kregen daarom een andere dokter, die de vragen echter goed wist te beantwoorden. De dokter kwam even om het hoekje kijken en schrok. Het was

toch wel heel ernstig en het was erger geworden zei hij. Hij ging kijken of de operatie wat eerder kon, in augustus of september of zo. Alles ging een tijdje zijn gewone gangetje. Alleen ik kon op een gegeven moment niet meer gymmen, want mijn hamstrings waren heel strak geworden, doordat ze door mijn kromme rug strak werden getrokken. De vakantie begon (inmiddels bleek de operatie de 19e augustus te zijn) en het kwam toch allemaal wel erg dichtbij. Ik had weinig last gehad van zenuwachtigheid of er tegenop zien, maar nu het zo dichtbij kwam begon dat toch wel. Ik kreeg te horen dat ik nog naar het ziekenhuis moest voor vooronderzoeken. Nou dat hebben we geweten, het waren in totaal zo'n 13 onderzoeken, wat inhield dat ik heel 'gezellig' mijn halve vakantie in het ziekenhuis ben geweest. Een paar dagen later, de vrijdag van tevoren, moest ik naar het ziekenhuis, ik kreeg mijn kamer (waar ik uiteindelijk toch niet kwam te liggen) en de intensive care te zien en er werden nog wat standaard dingetjes onderzocht. De maandag erna, 18 augustus, werd ik om 2 uur opgenomen. Er zouden nog wat

4

20

4


mensen komen kijken, zoals doktoren en pedagogen die meegingen naar de operatie kamer en zo. De volgende ochtend mocht ik om 7 uur eventjes douchen en tanden poetsen. Ik kreeg weer zoĂ­n slaappilletje en twee paracetamols en ik zou om half 8 of kwart voor 8 worden opgehaald en naar de operatie kamer worden gereden. Van de paracetamols innemen en het naar de operatie kamer rijden weet ik niks meer, het pilletje werkte deze keer dus wel. Ik werd de volgende ochtend pas wakker, alhoewel de planning eerst was geweest om me direct na de operatie wakker te maken. De operatie had echter 10,5 uur geduurd in plaats van 8 uur en ik was door zo lang op de operatietafel te liggen onderkoeld geraakt en ik kon het beste op temperatuur komen als ze me lieten doorslapen tot de volgende morgen. Ik kan me erg weinig herinneren van dat ik wakker werd, behalve dan dat ik tegen de verpleegsters zei dat ik het plafond zag bewegen, wat waarschijnlijk door de narcose kwam. Even later kreeg ik te horen dat ik in mijn slaap mijn beademing in mijn neus en mond eruit heb getrokken, wat tot lichte paniek leidde, omdat ze me zo'n zware medicatie gaven dat ik nog niet zelf kon ademen. De medicatie moest dus razendsnel worden aangepast, nu ik niet meer aan de beademing lag. De dagen erna heb ik me afwisselend heel beroerd en best lekker gevoeld, ik heb veel spierpijn gehad, maar geen pijn aan de wond, ik had ook zeer stevige pijnmedicatie. Slapen lukte vrijwel niet, door het lawaai om me heen en waarschijnlijk ook omdat ik al de hele dag al lag. Ook eten ging niet erg soepel omdat ik nogal eens misselijk was. Ik heb de zaterdag nacht een flinke koortsaanval gehad en 'smaandags had ik weer een beetje koorts. Na onderzoek bleek ik een bacterie-infectie te hebben

opgelopen. Ik kreeg antibiotica waarna de koorts in ieder geval meteen over was en niet meer terugkwam. Een week na de operatie kreeg ik het gips aangemeten. Daarna ging het allemaal wel wat beter, alhoewel ik nog steeds niet kon slapen en omdat opstaan en lopen, wat ik vanaf dat ik het gips had gekregen mocht, nog niet zo makkelijk en niet zo vaak ging. Na vier dagen met gips daar te hebben gelegen mocht ik vlak voor het weekend, vrijdags rond half 5 naar huis. Sinds ik thuis ben, slaap ik goed en ga ik met sprongen voor uit. Iedere dag kan ik weer wat meer: beter lopen en rechtop zitten. Bovendien hoef ik wat minder te liggen om uit te rusten.

Rik Hoen

21


Debbie ditches Last night I had the strangest dream... Come on, you walk slower than molasses in January, of my heavy backpack. Actually I would have the mountains, but we were compelled to push the fountain of youth. We were a strange bunch: four friends different plans for the future. I was thrilling plans but no courage to break things I had accomplished, I was didn’t much care what anyone thought through more boyfriends than Kleenex her fun-filled, carefree life, except for dreamed of a steady relationship (and admit it). Peter had had a rough youth. dropping out of school and joining a gang. kept running into his past. With little formal were neither challenging nor profitable. He cared to admit. John was the nicest but most did what everyone expected. He was incredibly except breaking any rule. I don’t think we believed we would ever find our conversations for quite some time. We were all over again, we would completely change our time. For more than a week we trudged through were just about to give up our quest when we the clearly the place denoted on our map. It was like a We laughed and danced and basked in the water our adulthood began to fade away, along with our and naïve again. Countless hours were spent Even more time was spent discussing the world and all the things we were going to do , and of course

complained met friend Anne as I panted under the weight loved to have stopped to enjoy the majestic beauty of onward. We had a quest: we were determined to find with different histories, different ideals and dreadfully boring middle class with lots of with the status quo. Instead of enjoying the traumatised by the things I had missed. Anne of her. She was incredibly whimsical, went during a flu epidemic and thoroughly enjoyed the fact that she was incredibly lonely. She probably a family, although she would never His rebellious character ultimately lead to his Despite his efforts to get his life back on track, he education, he could only land simple jobs which had invested in more get rich schemes than he uninteresting person I had ever met. He pretty much organized and was good in just about everything the fountain, but the dream of finding it had livened all sure that if we were given the opportunity to do it lives. We would never make the same mistakes a second the alpine countryside. Tired, hungry and dreary, we surroundings began to look strangely familiar. This was Hollywood film or deus ex magina from old literature.

22

from the fountain. This was the beginning! The cares of wrinkles and greying hair. We were young and innocent discussing trivialities that seemed incredibly important. how we could change it. We giggled and sniggered about how we would always remain the best of friends.

But slowly but surely, I began to feel guilty. The nagging feeling in the pit of my stomach just wouldn’t go away. I hadn’t called home in almost two weeks. They would worry. Vacation was almost over and I really should re-read the projects that were awaiting my attention. Before I left, Peter was fabricating a wonderful plan to bottle and sell water from the fountain. He had contacts that could help him arrange the logistics. Anne had been drunk for more than a week now. She eventually decided to grow old in the cave. About the necessities of life, she would worry at some later time. John did his best to help Peter with the legalities of his business. He became deeply depressed when he could not convince Anne to leave the fountain and return with him. BRR-INGGG I woke to the sound of the alarm clock. Tuesday morning, 7:00 A.M. Shower, breakfast, traffic jam, work, traffic jam, dinner, the news, aerobics, TV, bed. I deleted my letter of resignation from the computer.


Monarchistische malaises Nu onze Bea - belachelijk hoedje - in de war is, zou het misschien goed zijn als de altijd stabiele Juliana het heft terug in handen neemt. Het koningshuis ligt onder vuur. Wellicht kan alleen oranje tegen Schotland de geboorte van een prinsje evenaren. Goddank betaalt Bernard de boete voor Kluivert als ie niet scoort. De conclusie van Andy liegt er niet om. Nieuwe episode in vervolgverhaal “De fantastische maar ongelooflijke monarchie van Nederland”. Dat ze hier gek zijn, was al langer bekend. Maar dat nu het hele land (nou ja..) op zijn kop moet staan voor een meid die iets met een maffiabaas heeft gehad? Korte samenvatting nodig? Smit heeft gelogen over haar verleden, daarom wordt het huwelijk tussen haar en Friso niet goedgekeurd en verliest Friso het recht op de troonopvolging. Nogmaals, ik vind de hele affaire maar slap gelul. Dat Wisse goed met maffiabazen en ander gespuis kan omgaan zegt iets over het koningshuis, niet over haar. En dan: iedereen in dit kikkerland loopt te lamenteren over de abnormale vergoedingen die leden van de Oranjes krijgen. Dit was DE kans om voor altijd een einde te maken aan dat zeuren. Mabel boort wat vrienden aan die vanaf nu de koninklijke familie van het nodige brood voorzien en Nederland hoeft niet meer het hongerloontje van onze adellijke trots op te hoesten. Maar ja, Jan Peter was boos omdat hem wat was voorgelogen. Zeg nou

zelf: een muppet vraagt erom voor de gek gehouden te worden. Ik bedoel, wie had nou verwacht dat dit kabinet een lange zit was toevertrouwd? Mabel & Friso duidelijk niet, volgens mij wilden ze hun problemen aan een degelijke persoonlijkheid kwijt. Degelijkheid is nou net iets dat onze JP niet uitstraalt. Hem en zijn collega aan het werk gezien bij het ontbijt met Bush? Het scheelde niet veel of hij had om een pot hagelslag gevraagd. Ga je zo’n persoon vertellen dat je een relatie hebt gehad met de machtigste man van Nederland? JP zou alleen maar een persoonlijkheidscrisis aan die openbaring hebben overgehouden! De Koningin speelt nu vermoorde onschuld; ook zij zou zijn voorgelogen door MWS. Maar heeft ooit iemand nagevraagd wie nu precies die hele ceremonie rondom Claus heeft betaald? Dacht het niet. Mabel was echter prominent aanwezig. JP moet dus veel forser ingrijpen en het hele koningshuis de laan uitsturen! Dan pas zijn de echte criminelen verwijderd! Daarvoor moet hij zich natuurlijk wel een andere look aanmeten, misschien moet hij eens bij Davids gaan informeren waar deze zijn bril heeft gekocht. Om terug te komen op Friso & co. Wat zijn nu de gevolgen? Friso mag de troon niet bestijgen. Feitelijk zou hij pas Koning worden nadat het ongeboren kind van Wullem en Max de scepter niet meer kan zwaaien. Aangezien Wullem zelf nog niet eens Koning is zou Friso pas achter 75 jaar een reële kans op de troon hebben. Gestraft wordt hij dus niet. Conclusie: het hele gedoe is duidelijk niet meer dan het opblazen van muggen tot mammoeten. De Nederlandse bevolking

slikt het allemaal voor zoete koek. Feit is echter dat een persoon die haar relaties altijd in een crimineel hoekje heeft gezocht, nu informeel lid wordt van de Oranjes. Geachte leraren Nederlands en ander literair spul, mag ik daaruit misschien concluderen dat we geleid worden door een criminele organisatie?

Andy P.

23


Lieve Sander,

J e hebt zoveel niet gezegd, Z oveel niet gemaakt, Z oveel niet gedaan,

Maar je moest waarschijnlijk gaan....

Op veel te jonge leeftijd moesten we al afscheid van je nemen, En je had nog je hele leven... Er brak nog maar net een nieuwe fase in je leven aan, Waarin je nog zoveel dingen moest meemaken en ondergaan,

Maar je moest waarschijnlijk gaan...

24

Al je vrienden en vriendinnen weten niet wat ze zonder jou moeten beginnen, Het is heel moeilijk voor ons allemaal, En dat zal ook nooit overgaan,

Want in onze herinnering blijf je altijd bestaan.... Marlou Nijpels, T3B


Altijd schoolsheid Ergernis is een heerlijk uitgangspunt. En natuurlijk: na jaren school te hebben gegaan, heb je veel te klagen. Het is namelijk onmogelijk dat een school je altijd doet tintelen van genoegen. Dat mag zelfs niet mogen. Waarom niet eens die ergernissen aan het Paletpapier toevertrouwen. Andy spuugt. Nog een jaar. Mijn laatste jaar. In zo’n zeven jaar tijd de hele school van binnen en van buiten gezien. Durf te beweren dat ik nu wel genoeg gezien heb. Het gedrang op de trappen tussen de uren in (wat was er mis met het eenrichtingsverkeer uit mijn jeugd?). Het schoolreglement dat met het jaar dikker wordt; spijtig voor diegene die het moet overpennen. Het rode briefjes-systeem waardoor je nog 10 minuten later komt dan je eigenlijk al te laat was. Tassen in kluisjes voordat je de media in mag; resultaat: een bijna constante blokkering van het pisbakkenhol op de eerste. Bovendien moet je in het nieuwe systeem langs drie lokalen, wat ook niet echt de rust bevordert. Het begrip bureaucratie moet onze leidinggevenden ook niet vreemd zijn. Vorig jaar hebben ze het gepresteerd om de zittenblijvers in 5 VWO een heel jaar iedere vorm van info te onthouden. Nooit een officiële brief gezien, of je moest hem al zelf gaan halen. Roosters waren in de goeie ouwe tijd ook een stuk beter: nog nooit zoveel tussenuren gehad als de afgelopen drie jaar. Op twintig lesuren gemiddeld tien tussenuren, toch ook een prestatie op zich. Ook nog positieve dingen te melden over die zeven jaar? Sure, die lijst is

eerlijk gezegd een stuk langer. Een nieuwe rector, coördinatoren die volledig nieuw zijn of “gepromoveerd”. Maar het mooiste is de Nederlandse wetgeving, die onze rokende medemens verbiedt nog in openbare gebouwen te roken. Gerechtigheid geschiedt! Waar de gemiddelde scholier in koude tijden zijn sjekkie amper gedraaid kreeg, kon de paffende leraar en ander onderwijs gespuis in het koffiehol gerust de koude wegpaffen. Maar sinds dit jaar moet iedereen buiten roken! En wat blijkt, leraren zijn dan net pubers die net beginnen te roken: Stiekem, in een verborgen kamer met het raam open, wordt aan de nicotinebehoefte voldaan. Geweldig! Het is wachten op een leerling die de regels letterlijk interpreteert en de school aanklaagt voor de tabakslucht die in onder andere de B-vleugel hangt. Alle teerjunkies mogen dan verzamelen op het schoolplein. Onder het genot van de peuk zal dan een rondje rond school moeten worden gemaakt, omdat op de pleinen ook niet (meer) gerookt mag worden. Kan nog gezellig worden. Weet zeker dat hier een wordt vervolg in zit. Misschien iets voor een van onze zeer geëerde nieuwelingen die sinds het begin van het jaar onze school bevolken om daar verslag over uit te brengen. Want Palet heeft voor de mensen die na dit jaar verdwijnen opvolgers nodig. Goed betalen doet het niet, maar je kunt wel eens ongegeneerd om je heen stampen. (Sorry, maar moet toch een beetje reclame maken). Eén ding blijft me wel irriteren en dat ei moet er toch echt wel ff uit, het is eigenlijk meer een oproep voor onze opvolgers. Blijf zeuren om een vernieuwd plein! De onderbouw heeft nu al een tijdje een

vernieuwde kantine en het beroemde southpark. Maar wij, die daarvoor hebben gezorgd, wij moeten het doen met een hotsebotsplein dat allang door de onderwijsinspectie zou zijn afgekeurd vanwege een hele rits kuilen en losse tegels. Misschien, als onze rokende medemens binnenkort ons moet vergezellen op dat plein, misschien komt er dan wat schot in. Maar deze ouwe lul heeft genoeg gezeikt, het begin van het schooljaar was weer bijzonder ontspannen en nu, vlak voor de pww krijg ik het weer allemaal niet geregeld. Eigenlijk is er in die zeven jaar niets veranderd.

Andy P.

25


parijs D e moderne leerling slaat een gezinspak chips moeiteloos om 6 uur in de ochtend naar binnen. Is geen enkel probleem. Tijdens excursies verlangt men echter wel eens een wat ander eetpatroon. Stéphanie heeft zo haar gedachten over de maaltijden in de Parijse jeugdherberg.

trip organiseert hij een familieweekend waarin ze met de hele familie gezellig foto’s gaan kijken. 2: De moderne Japanner: deze behoort tot de iets jongere groep van Japan, die de foto’s niet maken met een fototoestel, maar met het mobieltje. Deze foto’s ‘wappen’ ze vervolgens naar het thuisfront waar de hele familie gretig rond de computer zit om ze te bewonderen.

Zoals jullie misschien wel gemerkt hebben is 4 VWO in week 40 naar Parijs geweest. Het was er geweldig leuk, op een paar kleine dingetjes na. Ten eerste: de jeugdherberg. Ik zal er niet te veel woorden aan vuil maken, maar ik kan je vertellen dat de in de buurt liggende supermarkten en bakkerijen meer winst dan normaal hebben gemaakt aangezien het ‘eten’ niet te eten was. Het was ronduit smerig (op de chocolademousse na dan ). Daarbij komt dat de verf van de douches bladderde (ja, je leest het goed: deze slimme mensen hadden de douchebakken geverfd!) dus het was niet fijn om daarin te staan. Ten tweede: de Japanners. Ik heb me echt rotgeërgert (is dat goed vervoegd?) aan deze kleine Aziaten. Jezus. Het leek wel een invasie. En maar foto’s maken... iedere vijf minuten zag je wel weer de ene japanner van de andere een foto maken terwijl deze andere voor een een of ander beroemd gebouw stond. Niet te geloven. Wat ik trouwens wel geleerd heb tijdens deze zeer interessante werkweek is dat er 2 verschillende soorten Japanners zijn, namelijk: 1: De ouderwetse Japanner: dit type sjouwt per dag 2 fototoestellen (met joekels van lenzen) en minstens 3 fotorolletjes mee (die hij allemaal vol schiet). Na afloop van zijn toeristische

Maar nu genoeg over de negatieve kant. De eerste dag zijn we naar de Eiffeltoren (erg hoog) en de Sacré Coeur (erg mooi) geweest. Na het avondeten (erg vies), de boottocht over de Seine (erg koud) en de disco (erg gezellig) zijn we gaan slapen (of niet?). De volgende morgen regende het een beetje, maar dat weerhield ons er niet van om het graf van Napoleon (of het Musée des Sciences) te bezichtigen. ‘s Middags zijn we via de Notredame (géén klokkenluider gezien ) naar het Louvre gelopen. Daar zijn we doorheen gewandeld, dat wil zeggen: naar de Mona Lisa (die overigens vies tegenviel) en weer terug, om vervolgens te gaan genieten van onze avondmaaltijd. Donderdagochtend is 80% van de leerlingen gaan ‘shoppen’ (ja, ik óók) en de rest is naar Musée Rodin of Musée d’Orsay gegaan. Daarna zijn we naar Versailles geweest, wat er mooi en indrukwekkend was, waarna we de dag afsloten met een wandeling over de Champs-Elysées. Op de dag van de terugreis hebben we La Défense bezocht, waar je ook weer geweldig kunt ‘shoppen’. Voor de leken onder ons: La Défense is een grote moderne nieuwbouwwijk in Parijs. Na al het overgebleven geld te hebben uitgegeven arriveerden we om 19:00 uur weer op ons goeie ouwe SMC.

Stéphanie Scheerens, V4A

26


Wie is gek??? Mensen het is weer winter. Het wordt weer koud en guur weer. De warme, dikke truien komen weer uit de kast. Iedereen loopt te rillen van de kou. Sommigen krijgen er de kriebels van. Stel nou dat zo’n helemaal hyperactieve SMC-leerling het in zín bol krijgt om met dit koude weer eens lekker gek te gaan doen en besluit alleen met zín onderbroek naar school te gaan. Alleen een onderbroek en sokken. Ik weet met 99,9999999999999999% zeker dat gewoon iedereen (zowel leraar als leerling) de betreffende persoon vierkant uit zal gaan lachen. “Hartstikke gek!” Zullen ze zeggen. Maar wie is nou eigenlijk gek? Beste mensen. Toen ik op een mooie winterdag eens lekker tijdens levensbeschouwing weg zat te dromen, kwam ik tot een geweldige, niet te overtreffen, wijze, door waarschijnlijk nog door niemand ontdekte veronderstelling: iedereen is gek en toch ook weer niet. Laat ik het eens uitleggen met het voorbeeld van de inleiding. Als iedereen in de wereld alleen met zín onderbroek rond zou lopen en die SMC-leerling als enige met kleding, dan zou die leerling voor gek worden uitgemaakt. En het leuke is dat als iedereen in de wereld met kleding rond zou lopen en die SMCleerling niet, dan zou hij ook voor gek verklaard worden. Het leest misschien wat ingewikkeld voor de mensen die wat langzaam van begrip zijn, maar eigenlijk is het heel simpel. Als je niet met de kudde meeloopt word je voor gek verklaard, het maakt niet uit wat je doet.

Zo moest je bijvoorbeeld twee jaar geleden echt niet met blauwe schoenen naar school komen, want dan werd je gelijk uitgescholden voor smurf en keken je medeleerlingen je aan alsof ze een lama met een sigaret zagen staan. Het gekke is dat als je nu blauwe schoenen zou dragen (en vooral als ze van Puma zijn) je als cool en vet wordt beschouwd. Je bent in! Stoer man! Hiep hiep hoera! Lang leve de koningin! Ja dag, als de smurfen dit over ons zouden ontdekken zouden ze van verbazing groen worden. Nou begrijp ik wel dat eigenlijk niemand voor gek verklaard wil worden. Maar eigenlijk ben je juist cool als je anders bent dan de anderen. Je bent dan uniek, apart, one of a kind. Je ziet lachwekkend toe hoe de schapen van de ene trend in de andere vliegen terwijl jij lekker jezelf blijft. De schoenen die gisteren nog cool waren zijn binnen een jaar alweer te gek om te dragen. Laten ze jou maar uitlachen. Ik weet met bijna 99, 9999999999999999% zeker dat eens in de toekomst jouw outfit ook een vette trend wordt! Wat ik eigenlijk wil zeggen is dat ons gedrag nergens op slaat wat normaal zijn betreft. Het heeft gewoon allemaal te maken met ons kuddegedrag. En als je het allemaal eens nagaat kom je erachter dat de hele zooi eigenlijk ongelofelijk lachwekkend is. Op zín zachtst gezegd om je een breuk te lachen.

Christianne Ong

27


Zinloze onderzoeken Soms weten wetenschappers en onderzoekers niks meer te onderzoeken. Dan nemen ze gewoon maar iets om te onderzoeken dat niet echt veel zin heeft. Dat is ook te merken aan de resultaten ervan. Tja, je moet toch wat te onderzoeken hebben! Als je 8 jaar, 7 maanden en 6 dagen zou schreeuwen, heb je genoeg geluidsenergie geproduceerd om 1 kop koffie te verwarmen. Als je 6 jaar en 9 maanden scheten zou laten, heb je genoeg gas geproduceerd om de energie van een atoombom te evenaren. Als je met je hoofd tegen de muur slaat, verbruik je 150 calorieën per uur. Mensen en dolfijnen zijn de enige soorten die seks voor het plezier hebben (dus daarom glimlachte flipper altijd!) Een mier kan 50 maal zijn eigen gewicht tillen, 30 maal zijn eigen gewicht slepen en valt altijd op zijn rechterzijde als hij vergiftigd is. IJsberen zijn linkshandig. Een vlo kan 350 maal zijn lichaamslengte springen. Vergelijkend bij een mens: ik zou dan over 7 voetbalvelden springen! Een kakkerlak kan 9 dagen in leven blijven zonder zijn hoofd; dan sterft hij door verhongering.

De mannetjebidsprinkhaan kan de liefde niet bedrijven als zín kop nog op zín romp zit. De vrouwtjes geven dus aan de liefde te willen bedrijven door de kop van zín romp te trekken. Het oog van een struisvogel is groter dan zijn hersens. Een zeester heeft geen hersens. (Onderstaand stukje moet je gewoon lezen en niet gaan spellen. Gewoon lezen) Volgens een oznrdeeok op een Eglnese uvinretsiet mkaat het niet uit in wlkee vloogdre de ltteers in een wrood saatn, het einge wat blegnaijrk is is dat de eretse en de ltaatse ltteer op de jiutse patals saatn. De rset van de ltteers mgoen wllikueirg gpletaast wdoren en je knut vrelvogens gwoeon lzeen wat er saatt. Dit kmot odmat we niet ekle ltteer op zcih lzeen maar het wrood als gheeel.

Christianne Ong Bron: internet.

28


Worm vreet zand Dag in dag uit. Zonder kauwen, -hap-, -slik-, -weg-. Worm is zijn leven beu, hoe kan zoiets nou gebeuren? “De grond is niet meer zoals vroeger”, hoort men hem constant zeuren. Stikstof, fosfaat, ammoniak, Worm vreet het met gemak. -HipsDoordrongen van een fikse walm ammoniak, doet zijn achterwerk duizelen. -Hips“Die zandgronden van tegenwoordig zijn niet meer te vreten”, laat hij hipsend weten.

‘Rotzooi maakt Worm langzaam van kant.’ Er moet écht iets gaan gebeuren, want een depressie is nabij. En aan allen die voorzichtig voorbij glibberen, roept hij: “Ik schijt zowat zand in alle kleuren!”

Aimée Hagenaars

Vel wringend door de bodem, Geeft nog enige vorm van levenslust. “Nergens kan ik nog lekker vreten, Behalve bij de buren. Maar het zal niet lang meer duren, voordat ook deze sappige bodem gaat verzuren”. Met open bek happend in ‘t zand, Werd hij rond tienen gevonden. Helemaal van streek, En met spoed naar hoofd psychiatrie gezonden. Waar dokters over zijn kopje bogen, En onmiddellijk zijn lijfje werd uitgezogen. Vanmorgen stond op de voorpagina van de krant:

29


julius Julius Mwelu (19) groeide op in één van de grootste sloppenwijken van Kenia. De jonge fotograaf bezocht het SMC en vertelde over zijn ervaringen. Het verhaal van een Keniaanse kunstenaar die de tragiek van de slums met zijn camera vastlegt. Over Julius: Julius Mwelu is in september 1984 geboren in Mathare, met een half miljoen inwoners de grootste sloppenwijk van de Keniaanse hoofdstad Mathare. Na het overlijden van zijn vader, Julius is dan zes jaar, gaat hij niet meer naar school. Op zijn negende jaar besluit Julius korte tijd te zwerven en snuift hij enkele malen lijm. Zijn moeder haalt hem weer van straat af en brengt hem onder bij Mathare Youth Sports Association (MYSA), een vereniging die zich in de sloppenwijk inzet om het leven van jongeren te verlichten. Daar groeit hij uit tot een verdienstelijk voetballer. In 1997 wordt Julius door MYSA gevraagd voor het project Shootback, waarbij straatkinderen met goedkope fototoestellen hun leven vastleggen. Binnen enkele maanden is hij een van de beste deelnemers van Shootback. Eind 1998 staat Julius centraal in een aflevering van de veel bekeken en onderscheiden documentaireserie Een Kind Staat Op. Het KRO-televisieprogramma Netwerk volgt hem in de straten van Mathare, waar hij zijn foto’s schiet. Het programma scoort een van de hoogste waarderingscijfers uit zijn geschiedenis. Het televisie-optreden brengt Julius in 1999 naar Nederland, voor de tentoonstelling Kinderen in the picture. Dit is een onderdeel van Festival Mundial in Tilburg. Bij die gelegenheid leert hij Jasper

Groen kennen, journalist bij Dagblad De Limburger en de huidige voorzitter van Stichting Sasa. (Deze stichting ondersteunt jongeren uit Oost-Afrika bij het professionaliseren van talenten) In januari 2003 bereikt Julius een persoonlijk dieptepunt als hij zich –als principieel geheelonthouder- gedwongen voelt om illegaal alcohol te stoken. Het drankje chang’aa, hoogalcoholisch en soms giftig, wordt bovendien opgeslagen in zijn krottenhuisje, dat door de bijbehorende stank eigenlijk onbewoonbaar wordt. Het is in die maand dat Jasper Groen Julius een half uur zijn camera uitleent. De tien foto’s die hij in die korte periode schiet, geven zijn leven een dramatische wending. De kwaliteit is zo goed dat besloten wordt de mogelijkheden te onderzoeken tot het houden van exposities in Nederland.

zijn sloppenwijk in Nairobi’ te zien in de centrale bibliotheek van Utrecht. Bron: www.stichtingsasa.nl Of: www.stoerebinken.nl

Vanaf februari 2003 fotografeert Julius tegen betaling van een toelage voor deze exposities. Vanaf 9 oktober zijn dertig foto’s van hem te zien op groot formaat in het Afrika Centrum in Cadier en Keer. Een dag later zijn dezelfde foto’s ook te zien in de ontvangsthal van het Academisch Ziekenhuis Maastricht. Op 12 oktober opent Julius officieel zijn eigen tentoonstelling in bijzijn van genodigden in het Afrika Centrum in Cadier en Keer. Bij die gelegenheid verschijnt ook een boek met zijn beste foto’s, vormgegeven door de grafische ontwerpstudio Stoere Binken Design uit Maastricht. In dit boek staan twee essays van freelance-journalist Peter Pijls. De foto’s worden ook buiten Limburg geëxposeerd: op 13 december opent een tentoonstelling in het Havenziekenhuis in Rotterdam. Dit Nederlandse kenniscentrum op het gebied van tropische ziekten verspreidt de foto’s door het hele gebouw. Vanaf januari 2004 is ‘Julius! Foto’s van

30 4


31


nieuwe werkplaats Arnold “wat een leven...”

32


Poëzie

‘Zelfstandig’ Men zegt Men denkt Student op kamers Heel ver weg Toppunt van zelfstandigheid Telkens in de felle morgen De meur van kater Met opgezwollen kop Enkel in leven gehouden Door dagelijks recept Van noodles en veterdrop Elk weekend Met de trein Heel ver terug Volgepropte weekend tas Met was...

Zelfstandig Voor mama

Aimée Hagenaars

33


zij ging terug naar haar land Afghanistan

F

ariha Ghafuri kwam vorig jaar naar ons aller leerinstituut. In de laatste zomervakantie ondernam zij iets zeer bijzonders: zij ging terug naar haar land Afghanistan. Natuurlijk maakte zij daar dingen mee die wij slechts uit de krant kunnen halen. Maar zij wil graag daarover spreken. Eerst in Palet. Daarna in de aula. Noteert u allen, leerlingen, ouders en docenten, die datum: dinsdag 2 december in de aula! Ik ben met mijn ouders naar Nederland gekomen, omdat in Afghanistan de Taliban heerste (een groep van mensen die oorlog voerden in Afghanistan). Wij moesten vluchten. Mijn moeder was een lerares in Afghanistan. Zij mocht niet meer les geven, want dat was tegen de wet van Taliban. Volgens hen moesten vrouwen thuis blijven. Het was verkeerd om naar school te gaan en dus waren de scholen dicht. Gesloten voor iedereen. Nadat de scholen gesloten werden, gaf mijn moeder stiekem les aan leerlingen die bij ons thuiskwamen. Toen de Taliban hierachter kwamen, ging zij mijn moeder waarschuwen dat ze moest ophouden met lesgeven. Anders gingen zij haar vermoorden! Twee jaar geleden, na de terroristische aanslag op 11 september, werd Afghanistan bevrijd van de handen van Taliban. Sindsdien zijn er soldaten uit alle landen, van ISAF en NAVO, in Afghanistan voor de veiligheid van de regering en de

Afghanen. De veiligheidssituatie in Kabul (de hoofdstad van Afghanistan) is nu stabiel, maar het leven voor kinderen is niet goed. De schoolsystemen zijn slecht, er is weinig geld voor onderwijs. Heel veel kinderen gaan niet naar school, omdat ze moeten werken om geld te verdienen voor hun eten. Het leven is niet leuk voor hen. Zij hebben geen toekomstperspectief. Ik ben in de zomervakantie naar Afghanistan gegaan omdat ik allerlei verhalen gehoord had over de situatie daar, de mensen, de scholen, de kinderen enz. Het is een goede ervaring geweest voor mij. Ik heb in die tijd een onderzoek gedaan in Kabul (de hoofdstad van Afghanistan) om informatie te verzamelen over Kabul. Met die informatie ga ik een brochure of een gids maken voor de Nederlanders, om hen te laten weten hoe de situatie daar is, wat zijn bijvoorbeeld de mogelijkheden om daarnaartoe te gaan enz. Hoewel er al veel Nederlanders in Kabul zijn. De Ambassade van Nederland is er ook! Naast dit onderzoek heb ik aan een groep kinderen die geen ouders meer hebben, Engelse les gegeven. Die kinderen zijn hun ouders verloren in oorlog. Zoals andere kinderen moeten zij ook werken voor allerlei levensbehoeften. Ik heb er over zoveel nagedacht en uiteindelijk besloot ik iets te doen voor die kinderen. Hun helpen zo veel als kan. Daarom ga ik over die kinderen en nog andere dingen in Afghanistan, een presentatie houden op school op 2 december 2003. Ik zal het op prijs stellen als jullie aan die presentatie

willen deelnemen. En misschien zelfs de Afghaanse kinderen hulp bieden met dingen die zij hard nodig hebben.

34

Datum: Dinsdag, 2 december Tijd: 15:00 uur Locatie: in de aula


foto: AimĂŠe Roebroekx titel: Schnabbel in Keulen

35


Hot News

Koningshuis! Geschokt door de Wisse Smitaffaire, belde Palet via het ochtendprogramma Stenders Vroeg van Radio 3 na bemiddeling van Joep van Deudekom met Charlie da Silva. De bron van grote snor Peter R. de Vries. De verklaring die Da Silva tegenover Palet telefonisch aflegde is zeer verhelderend. Hieronder de letterlijke tektst: “Goedemorgen, hier is Charlie da Silva. Ik wil zeggen dat ik ben blij die kleine Mabeltje eindelijk verteld heeft dat zij die wijf van de Lange was. Zoals u ziet heb ik die waarheid gesproken over De Lange en die kapitein Visser, die altijd een dikke trui aan had en die wij ook altijd Dikke Trui noemden. Dikke Trui en die Lange waren vrienden en daar waren meer mensen die altijd op de Neeltje Jacoba kwamen, er was er eentje altijd in bruine broek, die noemden wij altijd Bruine Broek. Bruine Broek was ook vriend van Dikke Trui en die nam altijd een vrouw mee, dat was Ottoliene Lels, die had altijd geruite rokje aan en die noemden wij altijd Geruite Rokje. Maar Geruite Rokje was helemaal niet die wijf van Die Lange, Geruite Rokje was met Bruine Broek of met Dikke Trui. En Mabel Wisse Smit kwam op een dag met Geruite Rokje mee en zij had altijd een donkerblauw matrozenpakje aan met witte biesjes en bijpassende bootschoentjes dus die noemden wij altijd Donkerblauw Matrozenpakje met Witte Biesjes en Bijpassende Bootschoentjes. Maar waar ik nu over bel is dat Donkerblauw Matrozenpakje met Witte

Biesjes en Bijpassende Bootschoentjes nog een andere vriendin meenam, ene Petra, die had altijd een zadel op d’r rug, die noemden wij altijd Bonfire, maar ze noemde zichzelf, geloof ik, Laurentien of zo. Bonfire wilde ook graag die wijf zijn van Die Lange, maar Dikke Trui en Bruine Broek zeiden altijd al dat ze geen kans maakte bij Die Lange en dat Die Lange vooral achter Geruite Rokje en Donkerblauw Matrozenpakje met Witte Biesjes en Bijpassende Bootschoentjes aanzat. En soms lagen wij bij zeilwedstrijden met de Neeltje Jacoba langs een andere boot, die Gouden Draak en daar zaten een moeder en drie zonen op, die zonen noemden wij altijd Saaiegrijzepak 1, Saaigrijzepak 2 en Saaigrijzepak 3 samen met hun moeder Maffehoedje, die noemden wij altijd Maffehoedje. En Maffehoedje kwam wel eens kopje koffie drinken met die Lange en dan waren daar ook Dikke Trui, Geruite Rokje, Bruine Broek bij en soms ook nog een paar anderen zoals Witte Sokken, Gele Regenjack, Gebreide Onderbroek, De Schele en er was er eentje, een tante van de Saaigrijzepakken, die stond altijd tegen de mast van de zeilboot te praten. En natuurlijk was daar ook Donkerblauw Matrozenpakje met Witte Biesjes en Bijpassende Bootschoentjes. Bonfire ging al gauw voor de troostprijs en werd die wijf van Saaiegrijzepak 3 en zei tegen Donkerblauw Matrozenpakje met Witte Biesjes en Bijpassende Bootschoentjes dat ze Saaigrijzepak 1 of 2 moest nemen, maar Donkerblauw Matrozenpakje met Witte Biesjes en Bijpassende Bootschoentjes lag liever met Die Lange te rampestampen. Want ik wil nog wel zeggen dat de Donkerblauwe Matrozenpakje inderdaad geen liefdesrelatie met Die Lange had, zij spreekt de waarheid, het was niet meer dan een intensieve rampestamprelatie

daar in het vooronder. Toen die Lange dood was ging Donkerblauw Matrozenpakje toch aanpappen met Saaiegrijzepak 2 en die wist ook van haar rampestamprelatie met Die Lange, want hij had vaak mogen toekijken op de Neeltje Jacoba. Daar was die Lange niet moeilijk in, dan stond Dikke Trui, Saaigrijzepak, Geruite Rokje, Bruine Broek, zeg maar de hele garderobe, mee te genieten. Dat was ook imposant, want Die Lange was eigenlijk kleine man, maar heette toch Die Lange, rara, hoe kan dat? En daar was ook nog Die Generaal, zo noemden wij de opa van de Saaiegrijzepakken. En als Die Lange weer eens in Amstelveen met iemand uit het criminele circuit had afgerekend riep die Generaal altijd: ‘Ik betaal die boete als je gepakt wordt, ik betaal die boete als je gepakt wordt.’ Dat was een leuke oude gek. En later kwam er nog een blonde vrouw, die Spaans sprak. Die noemden wij altijd Juten Zak, maar die nam ook wel eens haar vader mee, maar dat was een enge man, daar was zelfs Die Lange een beetje bang voor, maar Juten Zak is toen die wijf geworden van Saaiegrijzepak 1. Ik begrijp overigens wel dat de mensen mijn naam niet herinneren, want de naam Charlie da Silva kent niemand, ik stondbeter bekend als De Grote Dikkerd op Veel te Klein Paardje.

4

36


Hasta la Vista. Ik bel wel weer als ik meer weet, maar eerst moet die Grote Snor van televisie eens eventjes wat geld overmaken naar Grote Dikker op Veel te klein paardje.”

J. van Deudekom (Meer columns lezen? Ga naar de Stenders Vroeg-site op 3FM.nl. Klik ‘columns’ en lees de hilarische uitingen van Joep van Deudekom en Marcel Verrek!)

37


HET BASISSCHOOL SYNDROOM* hele ware woorden in een heel fake verhaal Ik leef nog! Dat lijkt voor jullie vast logisch, maar toch is dat een belangrijke mededeling want het had anders kunnen zijn. Ik kom namelijk net thuis van de basisschool en dat is zo’n traumatische ervaring geworden dat ik me werkelijk liep af te vragen of ik niet beter zelfmoord kon plegen om werkelijk alles gewoon kwijt te raken. En ik zit hier als een verzopen kat… Niet van de regen maar van de tranen. Ik heb er geen woorden voor. Ja, ik kom thuis van de BASISSCHOOL, niks mis met je ogen; je leest het goed! Na een vermoeiende dag op het SMC maar met de laatste 2 uur vrij besloot ik namelijk om mijn oude school eens te bezoeken. Waarom? Mja, het leek me gewoon grappig. Had ik dat wel moeten doen? Want grappig was het niet. Bovendien, ik ben inmiddels begonnen aan mijn 4e jaar op het SMC, wordt het niet eens tijd om die hele basisschool eindelijk te vergeten? Ik heb net besloten dat dat een zeer goed idee is. Afschuwelijke herinneringen achtervolgen me nou al jaren. En vandaag kwam alles weer terug net toen ik het meeste ver verdrongen had…Nee, dit was weer eens een slecht idee van me.

Wat leer je nou op school… Goede manieren meent men. Nou, dat betwijfel ik ten zeerste! Ik kom het schoolplein van de basisschool opfietsen (dat getuigt trouwens dat ook IK last heb van slechte manieren, aangezien het verboden is op het schoolplein te fietsen) en ik word meteen uitgescholden door de al die “zeer schattige” kleine kindjes. “Wat heeft die voor ’n broek aan!’ beginnen ze meteen. Het is al erg genoeg dat ze ELKAAR uitschelden vanwege hun kleren.. En als ze dan ook nog tegen buitenstaanders beginnen! Belachelijk. Toen IK in groep 1 zat was ik erg onder de indruk zelfs van de mensen uit groep 6. Ik was niet alleen onder de indruk, ik was bang voor ze, en dan met name voor die mensen uit groep 8. Die waren zo groot en machtig, daar wilde en durfde ik niet bij in de buurt te komen. Ik haalde het niet in mijn hoofd om zelfs iets slechts over hun te DENKEN! Maar die schepsels die NU in groep 1 zitten doen anders. Ze doen vervelend tegen iedereen en het maakt hun werkelijk niets uit of die persoon in groep 1 zit of in groep 8. En ik, een 4 HAVO leerling, word dus ook gewoon uitgescholden. Normen en waarden, waar zijn ze gebleven! Nou, nadat ik na al deze kwelling

eindelijk in de school was beland knalde ik zowat tegen een kleuter uit groep 1 aan die met een enorm groot stuk wc papier door de gang sleepte. Afschuwelijk. Nog erger is dat “het” nog boos op me ook. Uiterst geïrriteerd loop ik verder. Het is nogal donker en ik loop me af te vragen of het licht niet aan kan. Misschien is het toch waar wat mijn oma zegt, hoe ouder je wordt hoe meer licht je nodig heb. Die kleuters kunnen leven zonder licht dan, I guess. Hoewel het niet allemaal kleuters zijn uiteraard. De groep 8 kindertjes zijn zo klein nog niet eens, tenminste, ze zitten al bijna op de “grote” school dus dan hebben ze al enigszins ontwikkelde hersenen. Ik kan me niet herinneren dat ik erg last had van de duisternis op de basisschool trouwens, ook niet in groep 8. Ach, je raakt er aan gewend denk ik. Je kunt aan alles wennen. Net zoals dat ik inmiddels ook gewend ben aan de kou in de schoollokalen op het SMC in

4

38


de winter en aan de zweterigheid van diezelfde lokalen in de zomer. Iets went, en als je ermee stopt dan raak je het weer kwijt. Een paar jaar geleden was ik nog gewend aan gillende kindertjes om me heen op de basisschool, de duisternis, het afschuwelijke rekenen zonder rekenmachientje en het noodzakelijke overschrijven van de 2 huiswerkopgaven per week die ik weigerde te maken. Maar ik ben het kwijtgeraakt. Vandaar dat ik in een shock toestand verkeerde toen alles mij weer voor de geest kwam. De meesters en juffen behandelen me vandaag nog hetzelfde als vroeger. Ik voelde me heel even weer alsof ik er op school zat, met het kleine geruststellende idee dat ik weg kon rennen wanneer ik wilde en dat ze me niets konden doen zoals ze vroeger konden. Ik ben inmiddels wel 4 jaar ouder en het bevalt mij echt niet als men mij op zo’n toon aanspreekt alsof ik nog heel erg miezerig ben. Nou ben ik wel klein van stuk, maar ik zie mijzelf niet als “miezerig.” Langzaam en duidelijk werd ik aangesproken, alsof ik het anders niet begrijp. Het was precies zoals vroeger. Ik kwam de lerarenkamer in, die daar met een prachtig woord, koffiekamer, wordt aangeduid. Nou deed ik dat vroeger niet omdat dat niet mocht. Ik voelde me nu zo vrij om daar zo naar binnen te stappen en alle mensen die daar zaten keken heel verontwaardigd, totdat ze zagen dat ik het was. Toen verscheen er zo’n waterig glimlachje op hun gezicht.

Ja, het was duidelijk dat ze me nog herkenden. “Hoi Steffie, goh wat ben je groot geworden.” En ik toonde met een enorm enthousiaste big grin op mijn gezicht dat ik niet meer zo verlegen was als vroeger en begon spontaan te vertellen over mijn geweldige leven op het SMC. Ze leken niet te begrijpen dat ik werkelijk ouder was geworden. Toen leek het me noodzakelijk te vertellen dat ik een vriend heb waar ik het weekend heen zou gaan en waar ik ook zo SLAPEN, waarop ze verbaasd keken, en toen eindelijk enigszins begrijpend en vervolgens behandelden ze me eindelijk als een iets ouder figuur. Ik kon niet lang genieten van deze positieve vordering want een jankende kleuter kwam de koffiekamer in rennen met een wat ouder meisje achter zich aan dat begon te vertellen hoe stoute Pietje wat rondgemept had en toen de inmiddels huilende Jantje geraakt had. Het blonde grietje boog zich liefdevol over het kind heen om vervolgens erg aanstellerige geluidjes te produceren tegen het kind dat waarschijnlijk zelf vervelender was dan Pietje en zich gewoon liep aan te stellen. En iedereen vertrok, zonder iets tegen mij te zeggen, omdat ze Pietje moesten zoeken om daar eens een hartig woordje mee te spreken, voor zover dat mogelijk is op DIE toon met ZO’N kind. Met mijn mond nog open bleef ik achter. Zeer verontwaardigd en met mijn neus hoog in de lucht wandelde ik de “koffiekamer” uit om vervolgens op het schoolplein terecht te komen.

De meesters en juffen renden daar boos rond op zoek naar Pietje, die zich achter de heg naast mij verstopt hield. Jee, HOE heb ik het er uit kunnen houden in die omgeving, van groep 1 t/m groep 8. Ongelofelijk bewonderenswaardig gewoon. Ik besloot dat het beter was als ik ‘m smeerde. En nu zit ik hier, thuis, starend naar de monitor. Veeg de tranen uit mijn ogen. Jullie denken dat het onzin is dat ik jank? Denk maar, denk maar, ga je gang. Maar dan moeten jullie wel even weten dat toen ik mijn fiets wilde pakken om weg te fietsen, ik mijn fiets niet kon vinden. Die was weggesleept. Net zoals de tassen die weggesleept worden bij de mediatheek. Mijn fiets stond niet op de juiste plek. Maar bij de mediatheek weet je wat er kan gebeuren met je tas en hier was het een complete verassing. En toen ik het ding eindelijk terug gevonden had stonden er een paar van die vervelende krengen om heen en probeerde erop te klimmen waardoor mijn voorwiel nou verbogen is. Nee hoor, is niet erg. Is heel gewoon. Heel normaal op de basisschool. Maar de basisschool is uit mijn systeem verwijderd. Ver uit mijn systeem

4

39


nogwel. En de school waar ik nu thuishoor… Ach, ik weet dat het zou moeten wennen. Het went ook wel… Maar het SMC is nog steeds niet in mijn systeem. Oh, en ik zit niet zo te huilen om wat VANDAAG is gebeurd maar meer om wat ik me herinner van wat er vroeger gebeurde met mij daar. Ik zie me nog zitten. Volle blaas en ik wilde niet naar de plee omdat er altijd stront op de bril lag. Of over de vloer zo’n plas “vocht.” Met neusaantastende geuren rondzwevend. Ik weet nog dat ik gedwongen werd een dansje te doen terwijl de halve school toekeek. Als er iemand niet kan dansen dan ben ik het wel. En als dan iedereen kijkt dan heb je het gevoel alsof je in rook zou willen opgaan. Dan zou ik willen dat er alleen wat as op het podium blijft liggen. Please join me in the holy hell. Feel what I feel. Nu kan men mij niet meer dwingen zoiets doms te doen. Ik durf nu nee te zeggen. Dat soort dingen laat ik me niet aandoen. Ik sta wat steviger in mijn nieuwe witte schoenen. Die kleine schoenen die ik toen had wilde wel wegrennen maar deden het niet. En de gevolgen draag ik met me mee. Als troost zet ik nu dan maar keihard Linkin Park aan. Prachtige teksten waar je alleen nog maar meer tranen van gaat produceren. Over wonden die niet hele willen. Over hoe je mensen moet negeren en hoe je zelf niet genegeerd wil worden. Gedreun in mijn hoofd om mijn eigen gedreun

te verbergen. Oh ja, en het is heel goed voor mijn taal. Zoveel mensen merken op dat sinds ik Linkin Park luister alleen nog maar grove taal praat. Ach nee, dat ligt niet zozeer aan Linkin Park, hoewel dat een mooie inspiratie bron is voor creatieve manieren van het bekritiseren van alles en iedereen. Al dat schelden van mij is “gewoon” om in te halen wat ik op de basisschool niet durfde.. Ik leef nog mensen… ik leef nog, en dat zal duidelijk zijn ook. Grijns, ik wil wedden dat niet iedereen die dit leest daar blij mee is. Ik wil nogal eens uitflippen tegen mensen die moeilijk tegen me doen. Als iemand moeilijk tegen mij doet doe ik moeilijk terug. Zoals net gezegd, ik durf meer dan vroeger. Ik ben zover dat ik durf te doen wat ik wil doen. En wie daar op tegen is heeft pech. Dat uitflippen van mij, ach, dat is ook alleen maar om te voorkomen dat ik nieuwe traumatische ervaring mee moet maken op school. Ik laat niks meer zomaar gebeuren. Ik zal er tegenin gaan als het mij niet bevalt. In de brugklas bewonderde ik de mensen uit de 4e. Die deden allemaal zo aardig tegen elkaar dacht ik. Nou, als er nog meer mensen zijn die zo naïef zijn, dan wil ik hun even melden: geloof dat maar niet. In de 4e word nog steeds geklierd, gepest en heel veel gescholden tegen elkaar. And if you like, try it to me. But you cannot hurt me. Daar is het nu te laat voor. Ja, want alles went, zelfs dat gezeik van iedereen tegen en over mij.

Steffie van den Akker * Dit artikel moet niet geheel serieus genomen worden, veel dingen zijn overdreven en de waarheid is enigszins verdraaid. Dit om misverstanden te voorkomen. Dit is al eerder gebeurd en het spijt mij zeer. Ik vond de basisschool niet leuk maar ook niet afschuwelijk. Voor de zekerheid noem ik de naam van deze nu zeer door mij afgekraakte school toch maar niet. De meeste meningen in dit artikel meen in echter WEL. Er komen heel wat meningen van mij in voor die ik wel meen. Met name in de laatste 3 alinea’s, samengevat in de laatste regel. Want de laatste regel is uit de grond van mijn hart.

40


41


42


kietelpagina

43


palet herfst 2003


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.