Militaire Courant editie december 2019

Page 1

NO. 6, DECEMBER 2019, € 3,– WWW.MILITAIRECOURANT.NL

MILITAIRE COURANT

F-35 VLIEGEN IS TEAMWORK VLIEGER ‘GLADYS’, PAGINA 4

Defensity College, EOD en Kampioen op één been


2 – MILITAIRE COURANT

Alles draait om teamwork H

et militaire nieuws stopt nooit. Zowel het grote nieuws, zoals de veranderende verhoudingen tussen de NAVO en Rusland. Maar ook het kleinere nieuws: bijna alle kazernes in Nederland zijn inmiddels voorzien van wifi. Sinds de eerste uitgave van de Militaire Courant in juni 2018 hebben we veel militaire verhalen gedeeld. Maar hoe meer we delen, hoe meer we ook beseffen dat er nog zoveel meer te vertellen is! Daar zullen we ook in 2020 weer vol enthousiasme mee verder gaan. Er zullen wederom vier edities verschijnen. Ook online zit de groei er flink in. Onze website www.militairecourant.nl biedt dagelijks militair nieuws. We versturen tegenwoordig ook een maandelijkse nieuwsbrief. Ik nodig u van harte uit om u hiervoor op te geven via onze website. We openen de Militaire Courant altijd met een artikel waarmee we een breed publiek aan hopen te spreken. Dat was deze editie niet moeilijk: we hadden een ontmoeting met de vlieger die de eerste F-35 naar Vliegveld Leeuwarden heeft gevlogen (p.4). Hij vertelt ons hoe het is om in het beste vliegtuig ter wereld

te vliegen. Het blijkt dat het allemaal draait om teamwork. Ook vergeten we het vliegtuig waar de Koninklijke Luchtmacht de afgelopen decennia mee heeft gevlogen niet. Dit doen we in het boekenkatern, waar een recensie is te vinden van een boek waarin de F-16 centraal staat (p.43). Daarnaast kijken we alvast vooruit naar volgend jaar, wanneer in Den Haag de Invictus Games worden georganiseerd, waar wij veel aandacht aan zullen besteden. In deze editie vindt u alvast een interview met luitenant-generaal b.d. Mart de Kruif (p.26) en Edwin de Wolf (p.32), die allebei een bijzondere band hebben met het evenement dat ooit op initiatief van Prins Harry gestart is. Ten slotte brengen we ook een bezoek aan Defensity College (p.13) en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (p.17). Uit deze verhalen wordt wederom duidelijk, het draait bij verschillende onderdelen van de krijgsmacht allemaal om teamwork!

Jan Louwers Uitgever Militaire Courant jan@militairecourant.nl


DECEMBER 2019 – 3

+++ De samenstelling van onze nationale ploeg voor de Invictus Games 2020 is bekend. Het team bestaat uit 32 (oud-) militairen die in of door de dienst gewond zijn geraakt, een mix van ervaren deelnemers en debutanten. ‘Voor mijn teamgenoten en mij is het door de PTSS moeilijk om je lekker te voelen in een drukke omgeving. Maar we gaan ervoor, als één team,’ aldus oud-marinier Peter West. +++ Nederland stuurt Zr. Ms. De Ruyter vanaf januari naar de Straat van Hormuz. Het Luchtverdedigings- en Commandofregat (LCF) gaat daar deelnemen aan de Europese maritieme missie om maritieme activiteiten in de zeestraat in kaart te brengen ter bevordering van de vrije doorvaart. Met de SMART-L radar kan De Ruyter vanaf zee het luchtbeeld op grote afstand in kaart brengen. +++ Luitenant-generaal der mariniers Frank van Sprang is de nieuwe Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK). Hij nam de functie over van luitenant-generaal Hans van Griensven. Minister Bijleveld prees Van Griensven: ‘U deed uw werk met een onstuitbare drive.’ Ook zijn opvolger is volgens haar iemand die zich vastbijt in ingewikkelde vraagstukken. +++ De wens van medewerkers om overal binnen Defensie draadloos internet te hebben, is verhoord. Staatssecretaris Barbara Visser meldt dat er nu 770 gebouwen wifi-gedekt zijn, en binnen afzienbare tijd ook de hele organisatie. Op deze manier kunnen militairen beter contact houden met het thuisfront, en efficiënter gebruikmaken van de online-lesomgeving. +++ De herdenking van 4 en 5 mei is opgenomen in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. Op 9 november vond de officiële inschrijving plaats tijdens de bijeenkomst voor organisatoren van lokale herdenkingen en vieringen in Amersfoort, omdat zij het herdenken en vieren op 4 en 5 mei in heel Nederland mogelijk maken. +++

FOTO DEFENSIE

BEELD: MINISTERIE VAN DEFENSIE

KORT NIEUWS

Luitenant-kolonel vlieger Ian ‘Gladys’ Knight vloog de eerste F-35 naar Nederland. p.3

Inhoud De eerste F-35

4

Actuele missies

10

Defensity College

13

EOD

17

Column Han ten Broeke

23

Scania

24

Invictus Games

26

Mirjam Meindertsma

29

Verzwegen oorlogsjaren

30

Boeken Interview Edwin de Wolf over Kampioen op één been

32

Recensie De wereld volgens Darp

37

Sunset March 38 Recensie Missie F-16

43

Evenementen

44

Prijsvraag en colofon

47


4 – MILITAIRE COURANT

‘ Vliegen met de F-35 is een teamprestatie’


DECEMBER 2019 – 5

REPORTAGE

De beste straaljager die op dit moment beschikbaar is, daar vliegt de Koninklijke Luchtmacht nu mee. Op 31 oktober 2019 is het eerste exemplaar van vliegbasis Leeuwarden op Friese bodem geland, rechtstreeks ingevlogen vanuit de fabriek in Italië. Luitenant-kolonel vlieger Ian ‘Gladys’ Knight had de F-35 op deze maiden voyage onder zijn hoede. DOOR JAN LOUWERS

A

l meer dan tien jaar is de F-35 onderwerp van gesprek in de politiek: zo’n kostbaar vliegtuig, is dat wel verantwoord? Inmiddels hebben we voor miljarden euro’s 49 exemplaren besteld. En dat is niet het enige waar geld aan wordt besteed. Zo is er op vliegbasis Leeuwarden een nieuw lesgebouw gebouwd voor het F-35 personeel en zijn hangars aangepast om de toestellen goed te kunnen onderhouden. Ook zijn de kantoren helemaal opgeknapt; het moderne werken met open ruimtes past helemaal bij de F-35. Er wordt meer dan ooit in teams gewerkt. Want een vlieger kan niets zonder zijn collega’s die zich bezighouden met onderhoud, logistiek en planning. De Militaire Courant sprak met luitenant-kolonel Ian en sergeant monteur Albert op de vliegbasis in Leeuwarden. DE EERSTE VLUCHT

Ian ‘Gladys’ Knight in de cockpit van zijn nieuwe F-35, bij aankomst op vliegveld Leeuwarden. DEFENSIE

Straaljagervlieger zijn is natuurlijk een echte jongensdroom. Voor Ian gold dat ook, hoewel hij toch eerst een andere weg in was geslagen om in Delft natuurkunde te studeren. ‘Op een dag zat ik in de trein, en sloeg ik een krant open die daar lag,’ vertelt de piloot. ‘Daarin stond een grote tekening van een F-16 cockpit, met daaronder het 06016-nummer. Toen dacht ik: “Verrek, dat is toch wel iets wat ik vroeger wilde.” Ik was altijd iemand die ook graag dingen met zijn handen doet. Dus F-16 vliegen leek me ineens the best of both

worlds: je bent mentaal op hoog niveau bezig, maar tegelijkertijd ook heel erg lichamelijk. Toen heb ik 06016 gebeld.’ Na de KMA mocht hij in Woensdrecht voor de eerste keer vliegen, in een PC-7, een klein lestoestel. Ian: ‘Ik kan me nog herinneren dat het heel onwennig was in dat propellervliegtuig. Alleen al voor het eerst zo’n motor opstarten is al heel wat, dat is iets dat je nooit meer kwijtraakt. Maar mijn eerste solo vlucht was pas bij de opleiding tot F-16-vlieger in de VS, in zo’n T-37 uit de jaren ’50. In het begin moet je nog vlakbij het vliegveld blijven, zodat ze je in de gaten kunnen houden. Dat is heel spannend. Maar al vrij snel kom je tot de conclusie: eigenlijk kan ik het ook wel. Ze laten je niet voor niets in je eentje in de lucht ingaan.’ Na het trainen met de PC-7 is het besturen van de F-35 volgens Ian een fluitje van een cent. ‘Het is niet met elkaar te vergelijken,’ zegt de piloot. ‘Als je bijvoorbeeld gas geeft in een propellervliegtuig, dan probeert hij door de kracht van de propeller naar links weg te trekken, en dat moet je dan corrigeren. Bij de F-35 gaat dat allemaal elektronisch, die houdt zichzelf op koers.’ Ook zijn er veel technologische extraatjes, zoals een helm waarmee je dwars door het vliegtuig kijkt en dankzij een symbooltje kunt zien waar je heen gaat. ‘Als je dat op de landingsbaan gericht houdt, dan komt de straaljager daarop uit. Het is net een


6 – MILITAIRE COURANT

‘De interface van de F-35 is echt om de bestuurder heen ontworpen, en daarbij vroegen ze ons om input.’ computerspelletje.’ Doordat het vliegen bewust zo makkelijk mogelijk is gemaakt, heeft de vlieger meer tijd om ‘de echte job’ uit te voeren: het vinden en uitschakelen van doelen. ‘Je beheert het toestel als een soort platform om contact te houden met alle andere vliegtuigen om je heen. Het vliegen is dan eigenlijk een bijzaak geworden. Daardoor kun je ook beter prioriteiten stellen en besluiten nemen te midden van alle informatie die er binnen komt.’ Het grootste verschil in de capaciteiten van de F-35 ten opzichte van zijn voorganger is volgens hem de radartechnologie. ‘In zekere zin is heel veel hetzelfde,’ legt de luitenant-kolonel uit. ‘We hebben hetzelfde soort wapens. Maar wat dit toestel met zich meebrengt, is dat als het heel slecht weer zou zijn, wij met onze radar gewoon door de wolken heen hele nauwkeurige plaatjes kunnen maken van wat er onder ons gebeurt. De F-35 kan alles, weer of geen weer.’ Ian was een van de eerste Nederlandse vliegers die de nieuwe straaljager mocht besturen. Het tochtje van Italië naar Leeuwarden was misschien niet zo spannend als een missie, toch nam hij die opdracht niet minder serieus. ‘Ik moest ervoor zorgen dat ik hier precies om drie uur zou zijn. Er vlogen ook twee F-16’s mee en er werden foto’s gemaakt boven de Alpen. En omdat de F-16’s niet zoveel brandstof als de F-35 hebben, moesten we dat heel goed calculeren. Dus dan ben je net zo secuur bezig als bij elke andere missie. Je probeert altijd perfectie na te streven.’ LANGE AANLOOP Aan dat feestelijke onthaal op 31 oktober ging een lange periode van discussie vooraf. Ian was daar als senior-vlieger al vroeg bij betrokken. ‘In 2003, ik was toen nog luitenant, waren er een aantal

vliegtuigen waaruit Defensie wilde kiezen als vervanger voor de F-16. Vanuit de expertise van de vliegers hadden wij natuurlijk wel een beeld van welke capaciteiten zo’n toestel moest hebben. We werden ook door fabrikant Lockheed Martin uitgenodigd om een aantal simulators te proberen.’ Toen de piloot van 2009 tot 2012 bij de Defensie Materieel Organisatie (DMO) ging werken binnen het project VF-16, kreeg hij ook te maken met de meer dan drieduizend Kamervragen die er zijn gesteld. Ian zegt nuchter: ‘Als straaljagervlieger maakte het me in principe niet uit of dat ding nou werd gemaakt door Lockheed of iemand anders. We hadden gewoon een pakket van eisen waar het aan moest voldoen. Toen ik begon met F-16 vliegen konden we nog behoorlijk ons mannetje staan, maar dat is door de jaren heen steeds moeilijker geworden. Dan wordt het dus tijd om een nieuw toestel aan te schaffen.’ Om aan die eisen te voldoen, werkte de Amerikaanse fabrikant nauw samen met vliegers, ook Nederlandse. ‘De interface van de F-35 is echt om de bestuurder heen ontworpen, en daarbij vroegen ze ons steeds om input. Op een gegeven moment was er bijvoorbeeld een discussie dat het apparaat een bepaalde range moest kunnen halen, maar die haalden ze net niet, op tien of vijftien kilometer na. Dus vroegen ze aan ons, de operationele mensen: is dat acceptabel of niet?’ Je zou denken dat wij met onze initiële inkoop van 84 exemplaren, tegenover die van 2400 van de VS, daarin nauwelijks iets te zeggen hadden. Dat heeft Ian niet zo ervaren. ‘Het programma was zo gebouwd dat je stemrecht kreeg naar het aantal toestellen dat je ging inkopen. Wij hadden toen dus maar 2,7 procent stemrecht. Maar als je gewoon met je collega’s ging praten, dan had je veel meer

De aanwezigen op vliegveld Leeuwarden drommen nieuwsgierig om de F-35 heen.


DECEMBER 2019 – 7

REPORTAGE


8 – MILITAIRE COURANT

Vlieger Ian klimt uit het toestel en wordt verwelkomd door het grondpersoneel.


DECEMBER 2019 – 9

REPORTAGE ‘Ik heb twee jaar met mijn familie in Amerika gewoond om daar een opleiding te volgen.’ Sergeant monteur Albert tijdens onderhoud van de F-35.

invloed dan die 2,7 procent. Dat is hoe je ook als klein land het verschil kan maken. Onze luchtmacht is ook heel slim en innovatief. Daarom zagen de Amerikaanse vliegers ons als hun equals.’ READY FOR TAKE-OFF Het vliegen is een teamprestatie, zo benadrukt ook Ian. Een belangrijke schakel in dat proces zijn de monteurs, die ervoor zorgen dat de toestellen gereed zijn voor gebruik. Sergeant Albert heeft tien jaar voor onderhoud aan de F-16 gewerkt, en heeft nu de overstap gemaakt naar de F-35. Daar kwam nog de nodige omscholing bij kijken. Albert: ‘Ik ben twee jaar met mijn familie naar Amerika verhuisd om daar een opleiding te volgen en alvast ervaring op te doen voordat de F-35 in Nederland aankwam. Op die manier kunnen we hier gelijk aan het werk.’ Vooral het proces van het onderhoud blijkt heel anders dan voorheen. ‘Bij de F-16 is alles opgedeeld in vakgroepen,’ legt de monteur uit. ‘Bijvoorbeeld voor de hangar, de motoren en de avionica. Het mooie van de F-35 is dat je nu wordt opgeleid om het hele aspect van het vliegtuig te beheersen. Je hebt nog steeds wel een specialisatie, zoals een inspec-

tie met een boroscoop of de avionica. Daarbij helpt iedereen elkaar: ik ben misschien niet gespecialiseerd in boroscopen, maar ik kan wel iemand assisteren die dat gaat doen.’ Ondanks dat dit toestel zelf aangeeft wanneer er een onderdeel kapot is, brengt al die vernuftige techniek ook nieuwe uitdagingen met zich mee. Albert: ‘Het is vooral onderhoudsgevoeliger door de LO-werkzaamheden. LO staat voor low observable, dat is een coating over het vliegtuig die ervoor zorgt dat het minder zichtbaar is op de radar. Als je voor het onderhoud de panels wilt verwijderen, moet je eerst de LO weghalen. Daarna moet de LO weer teruggeplaatst worden, dat is een heel secuur werkje.’ Voordat de F-35 de lucht in kon gaan, moesten er de nodige protocollen worden gevolgd. ‘Voor de acceptatie van het vliegtuig werden de partnummers en serienummers van alle onderdelen in het apparaat vergeleken met de nummers in het computersysteem. Gaandeweg kwamen we daardoor weer wat kleine dingen tegen om te repareren. Daarna konden we het toestel klaarzetten voor de eerste vlucht eind november. Dat kun je wel een teamprestatie noemen.’


10 – MILITAIRE COURANT

LITOUWEN (eFP) Defensie levert een bijdrage aan de versterkte militaire aanwezigheid van de NAVO in Litouwen, de zogeheten enhanced Forward Presence. Het gaat om 270 militairen voor een multinationale battlegroup. Het bataljon waarvan Nederland deel uitmaakt, staat onder Duitse leiding en is gestationeerd in Rukla. Het is een van de ‘geruststellende maatregelen’ voor de Oost-Europese bondgenoten.

KOSOVO (EULEX) De missie bevordert de stabiliteit in Kosovo, door het bestuurlijk apparaat, politie, justitie en douane te ondersteunen. Nederland heeft ongeveer vijftien militairen in Kosovo, het merendeel marechaussees. De Nederlandse bijdrage bestaat ook uit personeel van de politie en uit specialisten van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid.

GAZASTROOK (EU BAM en USSC)

Actuele missies voor vrede en veiligheid Terwijl u dit leest, zetten militairen zich in verschillende delen van de wereld in voor vrede en veiligheid. Op korte termijn ten behoeve van de lokale bevolking, maar op lange termijn draagt globale stabiliteit ook bij aan veiligheid in Nederland.

De European Union Border Assistance Mission (EU BAM) is een missie van de Europese Unie. De missie helpt bij het grensbeheer aan de grensovergang bij Rafah in de Gazastrook. Nederland draagt in de regio ook bij aan de United States Security Coordinator (USSC). Deze missie vindt plaats in Ramallah op de Westelijke Jordaanoever. Het programma verbetert het functioneren van de veiligheidsdiensten en de Presidentiële Garde van de Palestijnse Autoriteit.


DECEMBER 2019 – 11

NEDERLANDSE MISSIES

IRAK (MILITAIRE TRAINERS) Nederland draagt bij in de internationale strijd tegen terreurorganisatie ISIS. Zo ondersteunen Nederlandse militairen op de grond Iraakse strijdkrachten met training en advies. Ze leren onder meer schietvaardigheid, tactisch optreden, militaire EHBO en het opsporen en onschadelijk maken van bermbommen. Dit gebeurt in Noord-Irak. Ook neemt Nederland deel aan een NAVO-capaciteitsopbouwmissie in Irak met twee militaire adviseurs en vier civiele experts.

BAHREIN (CMF) Bij Combined Maritime Forces (CMF) werken marines uit 25 verschillende landen samen. CMF opereert in de wateren rond het Arabisch schiereiland en bestrijdt gewelddadig extremisme en terrorisme, piraterij, smokkel en mensenhandel en verbetert samen met lokale en andere partners de maritieme veiligheid en stabiliteit in de regio.

AFGHANISTAN (Resolute Support) Sinds 1 januari 2015 doen Nederlandse militairen mee aan de NAVO-missie Resolute Support. Die heeft als doel het veiligheidsapparaat, leger en politie in Afghanistan verder op te bouwen. Nederland levert een bijdrage aan deze missie tot eind 2021.

SOMALIË (VPD) Marineschepen vergroten de veiligheid langs de scheepvaartroutes door de Golf van Aden en de Hoorn van Afrika bij Somalië. Zij verstoren en ontmoedigen hiermee zeerovers. Het aantal gekaapte schepen is sinds 2012 sterk gedaald. Defensie stuurt in sommige gevallen militaire beveiligingsteams mee op Nederlandse zeetransporten.

OEGANDA (ACOTA) Nederland neemt soms deel aan het Africa Contingency Operations Training & Assistance (ACOTA)-programma. Het programma vergroot de capaciteiten van vijfentwintig Afrikaanse landen, zodat deze vredesmissies kunnen uitvoeren (met een mandaat van de Verenigde Naties en de Afrikaanse Unie). Het ACOTAprogramma traint jaarlijks opeenvolgend 3 bataljonstaakgroepen, tot 3.500 militairen per keer. BRON: DEFENSIE


09-16 MAY ZUIDERPARK THE HAGUE

Kijk voor meer informatie en kaartverkoop op invictusgames2020.nl


DECEMBER 2019 – 13

INTERVIEW

DEFENSIE

Defensity College: de ideale bijbaan Zoals zoveel goede ideeën ontstond dat van Defensity College op de achterkant van een bierviltje. Hugo Goedhart, Alfred van der Klis en Erik Noordam zetten in 2016 een gewaagd plan op om het gat tussen Defensie en de maatschappij te overbruggen – door middel van studenten. DOOR MIRJAM MULDER

D

efensity College is in wezen de ideale bijbaan. Studenten die aan dit programma meedoen, werken één à twee dagen in de week bij een onderdeel van de krijgsmacht, dat aansluit bij hun studie. Een win-winsituatie: Defensie profiteert van de kennis en frisse blik van de jongeren, en de studenten leren vaardigheden als leidinggeven en verdienen ook nog een zakcentje. Het werk varieert van inlichtingenanalyse en 3D-printing tot het ontwerpen van dronesoftware. Hoe is het nu met deze gewaagde startup? Daarover spreekt de Militaire Courant oprichters

Goedhart en Van der Klis. Verder vertelt oud-werkstudente Miranda ons over het nieuwe Gap Yearproject en neemt werkstudent Maurits ons mee naar een dag op zijn werk. VERBONDEN IN KENNIS De kracht van het team ligt volgens Van der Klis in hun onderlinge verschillen. Goedhart is defensieburgermedewerker en werkte voorheen bij DMO (Defensie Materieel Organisatie). Van der Klis is reservist bij het CMIcommando (Civiel Militair Interactie) en heeft een achtergrond als mediaproducent. Samen met marine-collega Noordam richtten zij in 2016 Defensity College op.

Hoe was het om zo’n nieuw initiatief binnen Defensie op te zetten? Goedhart: ‘Wij waren een van de eerste startups binnen Defensie. In het begin was het af en toe wel even lastig om als een vreemde een in de bijt zo’n soort toko te runnen binnen een grote bureaucratische organisatie. We moesten voor onszelf uitzoeken: in hoeverre laat je jezelf meenemen in bestaande processen, en in hoeverre ben je een beetje eigenwijs en ga je het toch anders doen?’ Van der Klis: ‘Er waren ook risico’s: Hugo en Erik zegden hun vaste baan op om dit te doen. Als dit niet was geslaagd, hadden zij geen baan meer. Dus we moesten echt een diep geloof hebben in het


14 – MILITAIRE COURANT

INTERVIEW Ook voor alle opleidingen? Goedhart: ‘Ja. We zeggen weleens: daag ons uit met een opleiding die we nog niet hebben. We zijn eigenlijk een maatschappij in het klein binnen Defensie, dus of je nu geneeskunde doet of culturele antropologie tot aan econometrie, er is plek.’ Van der Klis: ‘En zo bereiken we ook een heel natuurlijk evenwicht tussen mannen en vrouwen en mensen met een niet-westerse achtergrond. De sociale achtergronden zijn waanzinnig verschillend. Van migrantenkinderen tot Wassenaars, ze werken allemaal samen. Je moet ergens een opening vinden om iemand te mogen, anders breng je elkaar in gevaar. Dat is iets waar de politiek met heel veel woorden over brult, terwijl wij het gewoon doen. Daarom is ons motto ook: verbonden in kennis, gedreven door vrijheid.’

‘We zeggen weleens: daag ons uit met een opleiding die we nog niet hebben.’ project. Dat is denk ik onze kracht, we staan voor onze zaak. We hebben ook veel tegenwerking gehad, omdat we niet volgens de regels speelden, want ja, we bestonden nog niet. We waren bezig met een soort paradigma-shift.’ Wat was de hoofdgedachte achter Defensity College? Goedhart: ‘We wilden het draagvlak van Defensie in de samenleving vergroten. Sinds de opschorting van de dienstplicht weten mensen nauwelijks meer wat Defensie doet, en voornamelijk als je hoogopgeleid bent staat het niet hoog in het lijstje van potentiele werkgevers. Terwijl wij denken dat Defensie juist de beste start van elke carrière zou kunnen zijn, omdat je vaardigheden

opdoet die je nergens anders leert. En stel nou dat je die skills als leidinggeven, teamwork en doorzettingsvermogen zou kunnen leren tijdens je studie, dan begin je straks al heel goed voorbereid op de arbeidsmarkt. Dan heb je echt een streepje voor op je medestudenten.’ Hoe hebben jullie dat idee vervolgens vorm gegeven? Goedhart: ‘We bieden een werkstudentprogramma aan, waarbij studenten aan de ene kant relevante werkervaring opdoen in het verlengde van hun studierichting, en aan de andere kant vaardigheden leren via leiderschapstrainingen of verdiepingsmodules. Ook volgen ze de militaire basisopleiding van twee weken, waarin ze dus echt leren hoe het is om de militair te zijn. Eerst zijn we gestart met een mandaat om ongeveer veertig studenten aan te nemen uit Leiden en Delft, omdat we daar netwerken hadden. Maar het animo bleek dermate hoog te zijn dat we al vrij snel landelijk zijn gaan opereren en het voor alle universiteiten hebben open gesteld.’

Was dat ook jullie doel, om een breder publiek aan te trekken? Van der Klis: ‘Ja. Het hoofddoel is om ambassadeurs te creëren van Defensie in de maatschappij. We proberen jongere mensen ervan bewust te maken dat veiligheid een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is. Dat hoeft niet als krijger, dat kan ook door je kennis in te zetten. En dat kunnen zij dan weer uitdragen aan hun leeftijdgenoten.’ Jullie zijn ook bezig met het uitbreiden van het concept voor hbo-studenten. Wat houdt dat in? Goedhart: ‘Dat is lastiger, omdat zij vaak veel meer contacturen hebben dan wo-studenten. Een van de ontwikkelingen waar we mee bezig zijn, is dat een hbo-student bijvoorbeeld een tijd ervaring op kan doen bij de landmacht op bouwkundig vlak, en daar tegelijkertijd ook studiepunten voor krijgt. Verder zitten we te denken aan het ontwikkelen van een minor, zodat je voor een heel breed publiek toch bepaalde militaire vaardigheden kunt aanbieden. Voorbeelden zijn de hogescholen van Amsterdam en Den Haag, die zijn erg genegen om samen te werken op gebieden van ICT en cybersecurity. Dat zijn leuke ontwikkelingen.’


DECEMBER 2019 – 15

INTERVIEW

Gap Year Defensity College blijkt ook vruchtbare grond te bieden voor allerlei nieuwe initiatieven. Oud-werkstudente Miranda van den Broek is organisator van het zusterproject Gap Year, voor jongeren die na de middelbare school of tijdens hun studie een tussenjaar nemen, omdat ze nog niet precies weten wat ze willen. Een jaar bij Defensie werken als alternatief voor een jaar reizen of vakkenvullen. Wat houdt het Gap Year-project precies in? ‘We hebben een algemeen programma, waarbij de jongeren deels op een werkplek zitten die bij hun studie of interesse past, zoals

Een dag in het leven Hoe is het nou werkelijk om een bijbaantje bij Defensie te hebben? Maurits Korthals Altes is student Werktuigbouwkunde en Econometrie en sinds vorig jaar werkstudent bij Defensity College. Hij vertelt ons zijn ervaringen. Wat voor werk doe je bij Defensity College? ‘Ik werk momenteel als ontwikkelaar Robotica & Autonome Systemen (RAS) bij de 13e Lichte Brigade. Deze nieuwe eenheid houdt zich bezig met het onderzoeken van de mogelijkheden en effecten van robotica en autonome systemen bij operationele eenheden. Ik doe daar samen met acht andere werkstudenten een onderzoekstraject. Dat bestaat deels uit experimenteren met ingekochte systemen, en deels uit het ontwikkelen van nieuwe prototypes. Zelf werk ik aan het maken van een zwerm drones die zelfstandig een gebied kan verkennen.’

Kun je een voorbeeld geven van

communicatie of elektrotechniek. Zo kun je alvast kijken of het echt iets voor je is. En daarnaast is er het Gap Year-programma. Dat is een vergelijkbaar vormingsprogramma als bij Defensity College, deels militaire vaardigheden en deels persoonlijke ontwikkeling. Zo staan we onder meer stil bij thema’s als persoonlijke visie, bijvoorbeeld met een workshop pitchen of je CV opmaken. Ik denk echt dat deze jongeren straks een hele grote stap voor hebben op hun leeftijdgenoten.’

Jullie zijn afgelopen september met achttien deelnemers gestart. Wat zijn tot nu toe de reacties? ‘Heel positief. Het is ook leuk om te zien dat ze best wel bleu binnen komen bij Defensie: wat is het, wat kan ik allemaal? Maar gaandeweg komen ze steeds meer aan de

hoe dat in de praktijk gebruikt kan worden? ‘Stel, een pelotonscommandant wil een bepaald gebied verkennen en hij heeft een aantal drones bij zich op een onbemand voertuig. Als hij dat gebied intekent, dan zal het netwerk van drones het continue blijven verkennen. En dat blijven ze doen totdat de commandant ze weer terug haalt.’

Bij dit werk kun je dus goed je kennis uit je studie toepassen? ‘Ja, juist! We maken het algoritme helemaal zelf, op basis van de wetenschappelijke kennis die we hebben. Natuurlijk krijgen we wel begeleiding op het gebied van militaire kennis. Dat is heel belangrijk, omdat wij niet voldoende ervaring hebben om te weten hoe het eindproduct in de praktijk eruit moet gaan zien.’

Hoe ziet jouw werkdag er gewoonlijk uit? ‘Het is heel erg afwisselend. Maar op een typische dag stap ik ’s ochtends rond kwart voor zeven in de auto naar Oirschot. Daar ga ik achter een computer zitten en dan bespreek ik met de andere werkstudenten wat de staat is van het algoritme en wat voor verbeteringen we nog uit zouden kunnen

praat met collega’s die hen laten zien wat zij allemaal doen. Laatst zei een van de deelnemers tegen me: “Ik kwam een functie tegen waarvan ik niet eens wist dat hij bestond, maar hij lijkt me super interessant!” Dat is natuurlijk heel mooi.’

Waarom zou je mensen aanraden aan dit project deel te nemen? ‘We zien dat jongeren in deze fase echt op zoek zijn naar hoe ze hun tussenjaar in kunnen vullen. In Gap Year zitten alle elementen die zij heel belangrijk vinden: persoonlijke ontwikkeling, maatschappelijk betrokkenheid, geld verdienen, avontuur. Ik zou het zelf ook hebben gekozen als ik zo jong was! Zelfs collega’s zeggen weleens: “Wanneer komt er een Gap Year voor ons? Mogen wij ook?”’ voeren. Dan gaan we aan de slag met programmeren; dat is veel tekenen, elkaar dingen uitleggen, brainstormen en testen. Als we erachter komen dat we bepaalde militaire domeinkennis missen, gaan we in gesprek met militairen. Zij komen ook vaak ons kantoor binnen om dingen te vragen als: “Wij hopen uiteindelijk hierheen te gaan met A.I. binnen de krijgsmacht, is dat haalbaar of kan dat sneller?” Dat afwisselende en bij elkaar binnenlopen is wel de kracht en de kern van deze eenheid.’

Zou je Defensity College aan andere studenten aanraden? ‘Ja, enorm, en dat doe ik ook heel veel. Vier vrienden van mij hebben ook al gesolliciteerd, en ik had ze niet eens actief aangespoord maar gewoon verhalen verteld van wat ik aan het doen was. Het positieve effect merk je heel snel. Het is uitdagend is op studievlak, maar ook op het gebied van leiderschapskwaliteiten. Dat maakt het samen de ideale bijbaan.’

Wil je meer weten over Defensity College? Kijk dan op www.werkenbijdefensie.nl/interessegebieden/ werkstudent.



DECEMBER 2019 – 17

REPORTAGE

De EOD: 365 dagen per jaar op missie Dit jaar bestaat de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) precies 75 jaar. Een eenheid die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Engeland was opgeleid voor het ruimen van explosieven werd in 1944 overgebracht naar het zuiden van Nederland. Dat was toen bevrijd gebied en daar was veel werk te doen. Maar ook anno 2019 zijn er jaarlijks nog duizenden meldingen. Iedere dag, 24/7, is de EOD op missie. De Militaire Courant mocht een dag meelopen. DOOR JAN LOUWERS

‘W

ilt u ontbijtboek, met of zonder boter?’ De Brabantse gastvrijheid is goed besteed aan de drie mannen van de EOD, sergeanten Jamie en Adri-Jan en teamleider sergeant-majoor Dirk-Jan. Ze worden hartelijk ontvangen in de bouwkeet van bouwbedrijf Boskalis in de buurt van Valkenswaard. Alhoewel, bouwkeet, het is eigenlijk een heel dorp dat er gebouwd is, inclusief gezellige keuken en

De EOD aan het werk in Valkenswaard.

kerstboom. Het blijft niet bij ontbijtkoek, want even later komt de schaal met vers gesneden plakjes spek ook nog langs. Het gaat om een groot project. Hier wordt op historische grond een nieuwe weg aangelegd, de N69. Precies op de plek waar in september 1944 de geallieerden voor het eerst Nederlands grondgebied betraden tijdens Operatie Market Garden. Dat betekent: werk aan de winkel voor de EOD! Veel bouwbedrijven hebben eigen mensen in dienst met expertise

op het gebied van explosieven, of ze werken samen met gespecialiseerde bedrijven. Dit zijn vaak voormalig medewerkers van de EOD. Medewerkers van Boskalis hebben de explosieven gevonden en opgeborgen in een gepantserde container. Klein kaliber munitie, granaten van twee centimeter en restanten van een 3-inch-raket Dat maakt het werk van de EOD zo fascinerend, je stapt terug in de geschiedenis. Want als je gaat googelen op ‘Valkenswaard 1944 Typhoon raket’, dan kun je lezen


18 – MILITAIRE COURANT

REPORTAGE Als je gaat googelen op ‘Valkenswaard 1944 Typhoon raket’, dan kun je lezen dat er toen inderdaad raketten zijn afgevuurd. dat er toen inderdaad raketten zijn afgevuurd. Ook een bijzondere vondst was een verroeste, zwaar beschadigde Duitse helm. Maar die kan niet rekenen op de aandacht van de EOD’ers. Je merkt dat dit team goed op elkaar is ingewerkt. Voordat je als EOD’er zelfstandig ingezet wordt, ben je al jarenlang in opleiding. Alles gaat wordt gedaan op ervaring en training, eenieder van het team heeft een taak. Daar zijn niet veel woorden voor nodig. ‘Vandaag werk ik pas voor het eerst samen

met Jamie. Maar omdat de procedures zo geoefend zijn, weet iedereen precies wat hij moet doen,’ zegt sergeant-majoor Dirk-Jan. ‘We wisselen ook bewust veel van teamsamenstelling, om elkaar scherp te houden.’ De professionaliteit en rust maakt indruk. Niet alleen op mijzelf, maar ook op de medewerkers van het bouwbedrijf die ter plekke aan het werk zijn. Alle explosieven worden gecontroleerd door de EOD. Klein kaliber munitie wordt meegenomen voor centrale vernietiging. De restanten van de rakketten worden ter plekke gecontroleerd, om te zien of er nog explosieven inzitten, en vervolgens afgevoerd. Munitie van wat zwaardere wapens wordt ter plekke vernietigd, omdat daar mogelijk nog explosief en brandbaar materiaal in zit. Sergeant Adri-Jan: ‘Granaten van twee centimeter zijn vaak het gevaarlijkst. Bij een grote bom snapt iedereen dat je moet opletten. Bij kleinere munitie gebeuren de meeste ongelukken. Mensen nemen het mee naar huis en gaan bijvoorbeeld met een zaag

aan de gang. Levensgevaarlijk!’ Voordat er munitie geruimd gaat worden, dient er ook iemand aanwezig te zijn namens de lokale overheid. Soms moet een heel gebied ontruimd en afgezet worden, nu betreft het een open terrein zonder bebouwing in de buurt. Na enig heen en weer bellen komt er een boa, een buitengewoon opsporingsambtenaar, namens de gemeente Valkenswaard polshoogte nemen. Hij heeft weinig te doen, want het veld is leeg en verlaten. Het ruimen kan beginnen! Sergeant-majoor Dirk-Jan loopt samen met zijn collega’s het terrein op, op zoek naar een geschikte locatie om de explosieven tot ontploffing te brengen. Aangezien het gebied net bouwrijp is gemaakt, is het heel makkelijk om een goede plek te vinden. In een zandwal wordt een gat gegraven waarin de granaten worden geplaatst. In alle rust voeren de EOD’ers hun werkzaamheden uit. De granaten van ongeveer acht centimeter worden in het gat gelegd. Hier wordt kneedbaar


DECEMBER 2019 – 19

REPORTAGE springstof tegenaan gelegd, dat herkenbaar is aan de lichtroze kleur. Een teamgenoot bereidt de ontsteker voor. Sergeant Adri-Jan: ‘Springstof is op zichzelf ongevaarlijk. Je kunt het in de vorm kneden die het beste past om de granaten tot explosie te brengen. Veel gevaarlijker is het slagpijpje. Deze zorgt ervoor dat de springstof tot explosie wordt gebracht.’ Op het moment dat het slagpijpje geactiveerd wordt, is het dus extra opletten. De persoon die dit doet gaat op afstand staan. Mobiele telefoons uit de buurt, want die zouden kunnen zorgen voor het ongewenst activeren van de ontsteker. Als de penvormige ontsteker op scherp staat, wordt hij voorzichtig in de roze springstof geduwd en wordt de kuil weer volgegooid met zand. Het slagpijpje is verbonden aan een kabel die aangesloten wordt op het ontsteektoestel, door EOD’ers aangeduid als ‘exploder’. Deze wordt geladen door het

op te draaien, zoals vroeger met een oude telefoon. En dan is er het passende sluitstuk. Sergeant Jamie kijkt om zich heen of alles veilig is en zoekt oogcontact met teamleider Dirk-Jan. Dan schalt zijn stem door het Brabantse landschap: ‘Opgelet, 3, 2, 1…’ Boem! Een doffe klap is hoorbaar. Het zand gaat de lucht in en vervolgens ontsnapt er witte rook. Er springen ook een paar kleine vuurballen weg. Die zijn afkomstig van de lichtspoormunitie, wat de schutter helpt om te richten. Tot slot wordt de plek van de ontploffing gecontroleerd om zeker te zijn of al het materiaal is vernietigd. Als dat inderdaad zo is zit de klus voor de EOD erop. Nu kan de aannemer weer verder met de aanleg van de weg. De vrachtwagens die al een tijdje klaarstonden om een brug af te leveren komen meteen het terrein opgereden. Tijd is geld, het werk moet weer door.

EVEN PUZZELEN Voor het team is er nog een ruiming ingepland. Niet ver van Valksenswaard, in Someren. Ook in deze omgeving is in 1944 hard gevochten. We gaan met de Volkswagen Amarok op weg. Dit is een stoere terreinwagen die het benodigde materiaal bij zich heeft om explosieven te ruimen. Voor grotere klussen heeft de EOD ook nog beschikking over grotere voertuigen, maar dat is vandaag niet nodig. Onderweg wordt er telefonisch overleg gevoerd met de politie omtrent de exacte locatie van het explosief. Bij de ruiming in Valkenswaard was er vooraf door de aannemer een gedetailleerd overzicht gegeven van de aangetroffen explosieven, nu is er veel minder informatie voorhanden. Het zou gaan om een granaat. Om wat meer informatie te verzamelen over de locatie brengen we een bezoek aan het politiebureau van Helmond. Ook hier wordt het team weer hartelijk ontvangen.


20 – MILITAIRE COURANT

REPORTAGE Dan schalt zijn stem door het Brabantse landschap: ‘Opgelet, 3, 2, 1…’ Boem! Na een kopje koffie vertrekken we richting Someren. De politie zou ons ter plaatse opvangen en de locatie van het explosief laten zien. Na een ritje door het prachtige Brabantse landschap komen we aan bij een weg met aan weerszijden hoge bomen. Aan een kant van de weg zijn werkzaamheden gaande. Al snel blijkt dat we op de goede plek zijn, een man rijdt met zijn wagen vooruit om de plek des onheils aan te wijzen. Sergeant Adri-Jan: ‘Dat is het bijzondere van ons werk, we komen overal in heel Nederland. En als we ’s ochtends op weg gaan hebben we geen idee van wat we zullen aantreffen.’ Tijdens de werkzaamheden voor

het aanleggen van een nieuwe waterleiding langs de weg zijn de medewerkers van de aannemer gestuit op het explosief. Ze zijn duidelijk trots op hun vondst. Ze willen maar wat graag met het EOD-team op de foto. De vinder is van Poolse komaf, wat een mooie bijkomstigheid is als je bedenkt dat zijn landgenoten 75 jaar geleden zo’n belangrijke rol hebben gespeeld bij de bevrijding van Nederland. De plek waar het explosief is gevonden, is gemarkeerd met twee stokken. De sergeanten Jamie en Adri-Jan gaan op onderzoek uit, terwijl teamleider Dirk-Jan op afstand toekijkt. Het is niet meteen duidelijk om wat voor soort granaat het gaat. Kennis is macht. Dankzij jarenlange training hebben de EOD’ers alles wat ze tegen kunnen komen al een keer gezien. Goed dan, bijna alles. Gelukkig weet je samen meer dan één. De granaat is ongeveer twintig centimeter lang, met een diameter van acht centimeter. Het team overlegt met elkaar en komt zo het juiste

type op het spoor. ‘Het is iedere keer weer een puzzel die we moeten oplossen, dat maakt dit werk ook zo interessant,’ zegt sergeantmajoor Dirk-Jan. ‘En we hebben via onze mobiele telefoon ook nog toegang tot een uitgebreide database met alle conventionele granaten die bekend zijn.’ Het blijkt hier in Someren te gaan om een brisantpantsergranaat, afgeschoten door een Duitse tank of antitankgeschut in september 1944. Hij had zijn doel niet bereikt en heeft 75 jaar liggen wachten op deze dag, de dag dat hij geruimd zou worden. Nu vast staat om wat voor explosief het gaat, is het voor de EOD’ers duidelijk dat er verder geen direct gevaar is. Hij kan dus geruimd worden. De politie is ook net ter plaatse gekomen, samen wordt er een geschikte plek gezocht en gevonden om de granaat tot explosie te brengen. En na vergelijkbare werkzaamheden zoals eerder die dag in Valkenswaard, is er weer te horen: ‘Opgelet, 3, 2, 1…’ Boem!

DEFENSIE


DECEMBER 2019 – 21

REPORTAGE

Het EOD-team (v.l.n.r.): sergeant Jamie, sergeant-majoor Dirk-Jan, sergeant Adri-Jan

Explosieven Opruimingsdienst Defensie – altijd paraat

D

e EOD is gevestigd in Soesterberg. In de ontvangsthal herinnert een monument aan de collega’s die tijdens hun inzet zijn overleden. Vooral kort na het einde van de Tweede Wereldoorlog waren er veel slachtoffers te betreuren. De EOD bestaat uit een paar honderd medewerkers, afkomstig uit ver-

schillende krijgsmachtdelen. De dienst staat 24/7 paraat. Als het moet kunnen ze binnen vijf minuten na een melding uitrukken en gaan ze met zwaailichten en sirenes met spoed op weg. Meestal is er wat meer tijd en worden de ruimingen van tevoren ingepland. Dagelijks gaan er meerdere teams het land in. In het jaar 2019

zijn er tot 1 december 2.450 inzetten geweest. Er wordt veel tijd en energie gestoken in de opleiding en training. Binnen Defensie rouleren militairen na enkele jaren van functie. De EOD is hier een uitzondering op, er zijn militairen die al tientallen jaren werkzaam zijn bij deze eenheid. Los van de conven-

tionele explosieven die in de grond liggen sinds de Tweede Wereldoorlog, is de EOD tegenwoordig ook druk met andere explosieven, zoals geïmproviseerde explosieven, plofkraken en terroristische dreigingen. Er is een vaste procedure wanneer er ergens explosieven in Nederland gevonden worden. De explosievenver-

kenner van de politie heeft hierbij de eerste verantwoordelijkheid om de dreiging te signaleren en de EOD in te schakelen. De EOD is de enige organisatie in Nederland die explosieven mag ruimen. Naast de inzet in Nederland gaat er ook vaak een team van de EOD mee op uitzendingen, zoals recent in Mali, Irak en Afghanistan.


Speciale verzekeringen voor jou als militair

Noventas is dÊ specialist op het gebied van verzekeringen voor militairen en kent jouw positie als militair als geen ander. Verzekeringen Defensie Het militaire beroep kent bijzondere risico’s. Noventas kent als specialist de militaire beroepsrisico’s en heeft voor (oud)militairen en burgers een uitgebreid pakket verzekeringen hierop afgestemd. Het Defensie Aanvullings Plan (DAP) en Defensie Ongevallen Plan (DOP) dekken deze risico’s af. Zonder poespas via Noventas te regelen. Als Defensiemedewerker krijg je bij Noventas bovendien KORTING op al je privÊ schadeverzekeringen.

foto’s voorkant: Ministerie van Defensie

Flexibel pakket met kortingen De schadeverzekeringen zijn voor zowel militair- als burgerpersoneel en hun gezin als ook voor reservisten en hun gezin. Dus ook voor jou privĂŠ. Bovenop de collectiviteitskorting ontvang je ook nog een pakketkorting. Word je ZZP-er? Noventas heeft ook voor jouw bedrijf of beroep de benodigde verzekeringen.

Defensie Aanvullings Plan , Aansprakelijkheidsverzekering , Inboedelverzekering , %( $+ $ ! , " %& ! Defensie Ongevallen Plan , ( $ ! , ( ! !( & & , Daggelduitkering ziekenhuisopname , " %& ! ! !

Schadeverzekeringen , $ (- , & $ , $" # , $ , $ ! !

Vriendendienst Denk ook aan jouw familie, vrienden en kennissen. Profiteer van leuke cadeaus met onze Vriendendienst! Vraag ernaar bij je Noventas- adviseur.

www.noventas.nl info@noventas.nl 0880 300 100


DECEMBER 2019 – 23

COLUMN

Deeltijd-militairen N

met een warm hart voor de krijgsmacht, die kunnen u het gebrek aan geld niet langer het grootste kiezen voor zowel een civiel contract als voor het probleem van Defensie is, maar een tekort aan leven in een uniform. mensen, pleit Commandant der Strijdkrachten Volgens kolonel Dick Scherjon kan het zelfs beide. Hij (CDS) Rob Bauer voor het delen van personeel met wijst op Noorwegen, waar men weliswaar een diensthet bedrijfsleven. Een prima gedachte. Maar niet erg plicht kent, maar waar die amper behoeft te worden nieuw of vernieuwend. Eigenlijk zou de uitwisseling geactiveerd omdat er voldoende animo voor de tussen het bedrijfsleven en de Nederlandse Krijgskrijgsmacht is. Tijdens een mobilisatie kan het land macht usance moeten zijn. Maar te midden van een ruim 80.000 soldaten op de been brengen. Velen daarkrappe arbeidsmarkt, waar het juist voor de krijgsmacht moeilijk concurreren is, komt het pleidooi van van zijn deeltijd-militairen, met een burgerwacht (reserve) van 45.000! Noorse reservisten krijgen vaak Bauer niets te laat. Met ruim 8.000 vacatures op een personeelsbestand van 60.000 mensen staat het water mooiere burgerbanen met dank aan de opleidingen die de krijgsmacht ze verschafte. Maar ze keren ook de CDS immers aan de lippen. En dus praat Defensie vaker in deeltijd terug bij het leger. Scherjon pleit dan nu met zo’n vijftig bedrijven, waarbij het vooral gaat om functies als technici, (para-)medici en cyberspeci- ook voor het vergroten van de Nederlandse reservecapaciteit om het voortalisten, zo stelde Bauer zettingsvermogen en afgelopen maand in de de aanvullingskracht NRC (31 okt 2019). te vergroten die de Bij het Haags Centrum Nederlandse krijgsvoor Strategische Stumacht nu tekortkomt. dies (HCSS) werken Hij denkt zelfs aan wij samen met veel een derde compagnie oud-militairen. Van waarin een reservoir oud-CDS, generaal aan soldaten zit dat b.d. Tom Middendorp alterneert tussen tot oud-MIVD-baas, burgerbanen en milischout-bij-nacht b.d. taire inzet, een soort Pieter Bindt. Hun kendeeltijd-soldaten dus. nis en ervaring is van Reservisten Koninklijke marechaussee Het voorkomt dat grote waarde en als ik voor sommige milihen of andere oud-militaire functies, waarvoor even geen inzet of missie is, tairen bij ons zie binnenlopen, vraag ik me altijd af waarom dergelijke mannen niet de raden van bestuur niet eindeloze oefeningen hoeven te worden gedaan, maar ze weer terugvloeien naar de werkvloer in de van onze grote multinationals bevolken: ze hebben burgermaatschappij. honderden (soms duizenden) manschappen geleid, Bij Scania in Zwolle ontstaat er nu zo’n duaal werkgezijn totaal schokbestendig en hebben een arbeids- en verschap waarbij zowel Defensie als het truckbedrijf vaak ook levensethos waar je in de maatschappij met de opleiding voor onderhoudspersoneel voor hun een lichtje naar moet zoeken. rekening nemen. Directeur Personeel en Organisatie, In de VS wordt dit wel aangeduid met ‘School of the brigadegeneraal Kees de Rijke en Scania BeneluxNation’. Jonge mensen worden opgeleid voor een manager Peter Tavernier zijn maar wat blij dat ze militair beroep, maar de burgersamenleving kijkt al die ‘sleutelende handjes’ beide kunnen inzetten, geïnteresseerd over hun schouder mee en tikt daarop als reservist in de werkplaats of in missiegebied. als ze ook civiel kunnen worden ingezet. Omgekeerd De kern van hun filosofie is dat het niet gaat om doet de krijgsmacht hetzelfde met actieve recruiters. het bezit (noch van de trucks, noch van een voltijds De negentienjarige die besluit een opleiding verpleegkunde te volgen kan natuurlijk in de weekenden medewerker), maar om de beschikbaarheid en inzetbaarheid. Ook in het regeerakkoord van Rutte III is bijverdienen met een horecabaan, maar kan ook een een zinsnede opgenomen over de noodzaak van een opleiding tot Combat Life Saver erbij doen. Tegen ‘adaptieve krijgsmacht’ om ‘de flexibiliteit en inzetgeeen kleine vergoeding uiteraard. De twintigjarige die reedheid’ te vergroten. Je vraagt je af, Ank en Barbara, een chauffeursopleiding afrondt en bijklust in een waar wachten jullie op? supermarkt zou ook een extra vervoersdiploma erbij kunnen halen. Wederom tegen een kleine vergoeding. HAN TEN BROEKE Het leidt tot beter opgeleide en opgevoede jongeren Han ten Broeke was van 2006-2018 Tweede Kamerlid voor de VVD. Als woordvoerder Buitenlandse Zaken ontwikkelde hij een groot respect voor militairen en hij werd in 2012 voorzitter van de vaste commissie voor Defensie. Nu, als Director Political Affairs bij het Haags Centrum voor Strategische Studies, blijft hij dat respect graag delen.


24 – MILITAIRE COURANT

Scania 165kN/WLS


DECEMBER 2019 – 25

FACTSHEET

De Scania 165kN/WLS Defensie maakt gebruik van materieel dat vaak speciaal is ontwikkeld voor militaire toepassing. Dit keer presenteren wij een van de trucks die ontworpen zijn door producent Scania.

H

et Scania 165kN/Wissellaadsysteem is een 8x8 (All Wheel Drive) vrachtauto bestemd voor het vervoer van standaard of flat rack containers. Het wissellaadsysteem is de totale constructie van vrachtauto en haakarm. Met de haakarm kan een chauffeur zelfstandig ladingen op de vrachtwagen trekken of juist lossen. Een flat rack is een container waarvan de zijwanden en het dak ontbreken. Dit soort containers zijn bedoeld voor zware ladingen met afwijkende maten. Het wissellaadsysteem kan worden ingezet bij rampen, bijvoorbeeld door een flat rack voor de brandweer te vervoeren. Het voertuig kan ook uitgerust worden met een autolaadkraan. Hiermee kan bijvoorbeeld een afgeleverde flat rack worden ontladen. De cabine kan voorzien worden van ballistische bescherming tegen klein kaliber munitie, antipersoneelsmijnen en granaatscherven. Van de 555 Scania 165kN/WLS werd de laatste in 2005 afgeleverd.

SPECIFICATIES

SCANIA NEDERLAND

Aantal 555 stuks Lengte 9,50 meter Breedte 2,55 meter Hoogte 4,00 meter Gewicht 32.000 kilo Motor Scania 420 pk Euro III diesel Laadvermogen maximaal 16.500 Kg Bemanning 5 (2 bemanning + 3 passagiers) Brandstof diesel Draaicirkel 26,0 meter Maximale snelheid 90 kilometer per uur Motor/Voortstuwing Scania DC1201, 6-cylinder TD, 420 pk bij 1.900 toeren per minuut Tankinhoud 400 liter Waadvermogen 0,75 meter In gebruik bij Koninklijke Landmacht, Koninklijke Marine, Korps Mariniers


26 – MILITAIRE COURANT

‘Het gaat erom dat je jezelf overwint’ N

a vier decennia als beroepsmilitair te hebben gewerkt, was het voor luitenantgeneraal b.d. Mart de Kruif in 2016 tijd om op zoek te gaan naar een nieuwe missie. In zijn laatste functie was hij Commandant Landstrijdkrachten en gaf hij leiding aan tienduizenden mensen, zowel burgers als militairen. In een eerdere functie was hij commandant van de internationale troepenmacht ISAF in Afghanistan. Tja, en wat ga je dan doen? Niet stilzitten, zoveel was algauw duidelijk. Een prachtige uitdaging was snel gevonden: de organisatie van de Invictus Games 2020 in Den Haag.

Hoe bent u betrokken geraakt bij de organisatie van de komende Invictus Games? ‘Het begon eigenlijk heel toevallig. In 2017 heb ik voor het Sports Leadership Program bij Nyenrode Business Universiteit een aantal keer een verhaal gehouden over leiderschap onder extreme omstandigheden. Daarvoor werkte ik samen met coördinator Conny Wenting en luitenant-kolonel b.d. Pim Versteeg. Door die lezingen kwamen we op congressen en symposia waar ook mensen van het Invictus-team aanwezig waren. En terwijl we op een avond met z’n drieën aan het evalueren waren, zei Conny: “Eigenlijk moeten wij die Invictus Games eens organiseren.” En ik zei: “Dat gaan we doen!” En zo is het gekomen.’

Hoe hebben jullie vervolgens het bestuur overtuigd om de Spelen naar Nederland te halen? ‘Medio 2017 hebben we een eerste voorstel gedaan, een pre-bid,

bij de foundation in Londen, waar His Royal Highness The Duke of Sussex (prins Harry) de voorzitter van is. Ik kende hem niet heel persoonlijk, maar we hadden wel in dezelfde tijd in Afghanistan gezeten, toen hij, formeel gezien, onder mij diende als piloot van een van de begeleidende Chinookhelikopters waarmee gewonden werden opgehaald. Daar heb ik toen nog even subtiel naar verwezen, met een knipoog. ‘In januari 2018 werden we gevraagd om weer op gesprek te komen in Londen, en toen bleek dat wij de enige serieuze kandidaat waren voor 2020. Daarvoor hadden ze drie voorwaarden: we moesten op papier een organisatie en een begroting hebben, een brief van de NOS dat ze bereid waren om alles te registreren, en een brief van de overheid dat ze garant stonden voor de financiele tekorten. Daar hadden we drie weken voor, en dat is gelukt! Op 19 februari zijn we weer naar Londen gegaan om onze bid te presenteren. Een uur na afloop kreeg ik een telefoontje van prins Harry, die zei: “Ga je gang!” Dat was wel een what the fuck-momentje, want nu moesten we het ineens echt gaan doen.’

Waar begin je bij het organiseren van zo’n groot evenement? ‘Heel standaard, met het maken van een goed plan. Mensen om je heen verzamelen die je zouden kunnen helpen, en een organisatievorm kiezen. Wij hebben gekozen voor een ANBI, een stichting die in principe voor geen enkele vergoeding werkt. Daar ben ik de voorzitter van. Daaronder hebben we een organiserend comité

ED O’MAHONEY

De vijfde editie van de Invictus Games vindt komend jaar voor het eerst niet plaats in een Angelsaksische stad, maar in ons eigen Den Haag. Van 9 tot 16 mei 2020 zullen vijfhonderd oud-militairen uit negentien landen laten zien wat zij, ondanks hun handicaps, kunnen bereiken. De Militaire Courant spreekt met Mart de Kruif over hoe de Invictus Games naar Nederland zijn gehaald.

dat alles daadwerkelijk uitvoert, bestaande uit gedetacheerd Defensiepersoneel, zzp’ers met bepaalde expertises en medewerkers van TIG Sports. Daarboven hebben we nog een comité van aanbeveling, met prinses Margriet als erevoorzitter. Een mooie mix dus.’

Moet je eigenlijk veteraan zijn om mee te doen aan de Invictus Games? ‘Nee, dat hoeft niet per se. Je mag meedoen als je fysiek of mentaal gewond bent geraakt in of door de dienst. Dat heeft er ook mee te maken dat de definitie van veteranen in elk land anders is. In de VS ben je veteraan als jij bijvoorbeeld een jaar goed hebt gediend, je hoeft niet op missie te zijn geweest. Dus er zijn ook deelnemers die bijvoor-


DECEMBER 2019 – 27

INTERVIEW

Prins Harry (midden) en Mart de Kruif (rechts) fietsen door het Zuiderpark Den Haag.

beeld gewond zijn geraakt tijdens oefeningen. Het gros is wel veteraan, maar het is geen exclusief veteranen-evenement.’

wat we doen door de ogen van de sporters te zien.’

Jullie deelnemers vereisen waarschijnlijk een bijzondere aanpak. Hoe houden jullie daar rekening mee?

‘De sporters. Dat zijn mensen die na hun verwonding in een enorm gat zijn gedonderd, en vervolgens de keus hebben gemaakt, soms na jaren, om hun leven niet langer in te richten naar wat ze niet meer kunnen, maar naar wat ze wél kunnen. De kracht van de Invictus Games is dat je aan iedereen laat zien dat dit ook op hen van toepassing is: hoe sterk de mens is als jij jezelf kunt overwinnen. ‘Daarnaast is het competitieve element bij ons secundair. Het gaat niet om de absolute prestatie, maar om de relatieve. Dus als jij 20 kilo bankdrukt, terwijl het wereldrecord 220 kilo is, maar je doet het

‘Ten eerste worden niet alleen de sporters uitgenodigd, maar ook de vrienden en familie. Zij maken ook deel uit van het herstelproces. En ten tweede proberen we altijd zo min mogelijk verandering in het programma te hebben, want daar kunnen mentaal gewonden moeilijk mee omgaan. Je moet rustmomenten inbouwen, ruimtes hebben waar het stil is en hulphonden ter beschikking stellen. Duur vuurwerk kun je beter achterwege laten. We proberen alles

Waarin onderscheiden de Invictus Games zich van andere Spelen?

‘Een uur na afloop kreeg ik een telefoontje van prins Harry, die zei: “Ga je gang!” Dat was wel een what the fuck-momentje.’ met één arm en één vinger, dan is dat natuurlijk relatief gezien een ongekende prestatie. Datzelfde geldt voor de mentaal gewonden. Het gaat erom dat je jezelf overwint, al is het maar de durf om weer in een basketbalteam te spelen.’ Kijk voor meer informatie op www.invictusgames2020.com.


vanaf 14 feb 2020 Het verhaal van een Canadees en een Duitser


DECEMBER 2019 – 29

VETERAAN MIRJAM MEINDERTSMA

‘Vrijheid is niet vanzelfsprekend, denk daar een keer echt over na’

‘I

k studeerde journalistiek in Tilburg en kon na mijn afstuderen direct aan de slag bij een Amerikaans software bedrijf. Ik zat van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat op de tiende verdieping van een hoog gebouw. Daar was ik snel klaar mee. Ik zei mijn baan op en wilde via een uitzendbureau tijdelijk aan het werk om geld te sparen voor die wereldreis waar ik nog steeds van droomde. Toen ze me een baan bij de landmacht aanboden was mijn eerste reactie: veel snorren en commanderen, dat is niks voor mij. Toch was ik ergens wel nieuwsgierig, dus kwam ik niet veel later op de legerplaats in Oirschot terecht. Het was fantastisch. De mooie natuur en iedereen was heel aardig; militairen bleken ook maar gewoon mensen te zijn. Ik kreeg de vrijheid om met iedereen te praten en ging vaak mee op oefening. Mijn chef vroeg mij of de KMA niks voor mij was. Ik stelde de wereldreis nog even uit en startte aan de opleiding. We zijn nu 22 jaar verder, en ik zit nog steeds bij Defensie.’ ‘Op televisie had ik de oorlog in Kosovo vaak voorbij zien komen. Ik weet nog dat ik dacht: ik hoop niet dat ik daar naartoe word gestuurd. Niet veel later vertelde mijn baas dat ik daar naartoe moest. Ja, dan ga je. Ik vond het heel spannend om de grens daar over te steken. We zagen heel veel vluchtelingen die het gebied hadden ontvlucht, het was bloedheet en alles was kapot. Dat maakte heel veel indruk. Iedereen had alles achter moeten laten. Ik herinner me de enorme stank. Lijken, vee, verwilderde honden. Toen we de eerste stad binnenreden werden we door de achterblijvers onthaald als bevrijders. Bloemen op je auto, handjeklappen met de kinderen. Dat doet wel wat me je. We reden verder en toen de avond viel zag ik in de verte allemaal lichtflitsen, dat waren schoten. Dan moet je wel even slikken. ‘Ik werkte als legerjournalist bij de communicatie afdeling, wij zorgden ervoor dat iedereen in het missiegebied op de hoogte bleef van wat er speelde. Elke twee weken bracht ik een tijdschrift uit, het KFORmaatje. Daar stonden soms ook luchtige dingen in, om het moreel hoog te houden. Ik maakte veel reportages en ging met iedereen mee op pad. Tijdens patrouilles sprak ik veel verschillende collega’s,

iedereen had wel een eigen verhaal. Je krijgt dan veel emoties mee. ‘Onderdeel van ons werk was het bewaken van massagraven. Teams van Scotland Yard gingen hier aan de slag om onderzoek te doen. Dat was super heftig voor de veelal jonge collega’s die daarbij assisteerden. Het was een interessante baan, maar ook heel pittig omdat je echt alles meekrijgt. Na die zeven maanden was ik helemaal op. Ik heb er gelukkig geen trauma aan over gehouden, ik denk dat het mij enorm heeft geholpen dat ik alles van me af kon schrijven. ‘Ik was onderdeel van de eerste lichting in Kosovo. De Gele Rijders werden ingezet om het gebied onder controle te houden en het Geniehulpbataljon hielp met de wederopbouw. In het begin van mijn missie was het overal uitgestorven. Ik zal nooit vergeten dat we in een dorp waren en een pleintje opliepen. Ik was de enige vrouw en opeens kwam er een klein meisje op ons afrennen. Ze vloog me in de armen. Dat was heel bijzonder, ze waren zo blij dat wij er waren. Na een paar maanden zag je het dorp langzaam weer tot leven komen. Het voelde echt alsof ons werk ertoe deed. Ik heb ook gezien dat je veel meer kan dan je denkt. Bij Defensie leer je je grenzen verleggen, dat vind ik heel mooi. ‘We praatten onderling veel met elkaar, tijdens een missie ben je op elkaar aangewezen. Bij thuiskomst vond ik het lastig uitleggen wat ik allemaal had gezien. Je moet daar zijn om het echt te begrijpen. Ik heb die eerste maanden terug in Nederland even als kluizenaar geleefd, die tijd heb ik nodig gehad om het te verwerken. Toen ik een nieuwe baan binnen Defensie kreeg, kwam ik weer een beetje tot leven. Ik besefte hoe goed we het hier hebben. Wij kunnen ons oorlog in Nederland niet meer voorstellen. In angst moeten leven of onderduiken in je eigen land. Vrijheid is niet vanzelfsprekend. Denk daar een keer echt over na. Ik probeer hier extra aandacht aan te geven, zeker rondom 4 en 5 mei. Vrijheid is heel broos, zeker in de wereld waarin we nu leven. Er hoeft maar iets geks te gebeuren. Gelukkig ben ik ook erg optimistisch.’ KIJK VOOR MEER VERHALEN OP WWW.VETERANENDAG.NL.

Een wereldreis, dat was altijd de grootste droom van Mirjam Meindertsma (45). Ze komt per toeval bij Defensie terecht en vindt hiermee op een andere manier avontuur. In 1999 vertrekt ze op missie naar Kosovo. De oorlog had daar alles kapotgemaakt. Nederlandse militairen kwamen er om te helpen bij de wederopbouw.


30 – MILITAIRE COURANT

NIMH

Verzwegen Oorlogsjaren G

Boven: Nederlandse krijgsgevangenen worden ondervraagd door Duitse militairen van de SS-Standarte Der Führer. Zij hebben zojuist de wapens neergelegd en de geleverde strijd is nog op hun gezichten af te lezen.

WWW.NIMH.NL

edurende de strijd in de meidagen van 1940 voerden de Duitsers ca. 20.000 Nederlandse militairen in krijgsgevangenschap af naar Duitsland. Op persoonlijk bevel van Hitler keerde deze groep enkele weken later weer terug naar Nederland. Hiermee was het gevaar echter niet geweken. Al in juli 1940 verdwenen ca. 70 beroepsofficieren achter het prikkeldraad, nadat zij hadden geweigerd de door de Duitsers verlangde erewoordverklaring te tekenen. Vervolgens voerden de Duitsers, als reactie op het groeiend verzet, op 15 mei 1942 met een list ruim 2.000 beroepsofficieren af in gevangenschap. In 1943 liep de behoefte aan arbeidskrachten voor de Duitse oorlogsindustrie zo hoog op dat zij besloten het gehele voormalige Nederlandse leger alsnog krijgsgevangen te zetten. Veel militairen wisten echter de dans te ontspringen. Uiteindelijk voerden de Duitsers 8.500

man af. Daarmee zaten van juli 1940 tot mei 1945 in totaal ruim 11.000 Nederlandse militairen in krijgsgevangenschap. De omstandigheden in de krijgsgevangenkampen liepen sterk uiteen. Officieren en onderofficieren mochten volgens de Conventie van Genève niet voor werkzaamheden worden ingezet. Voor hen stond het leven in de krijgsgevangenkampen in het teken van verveling, vernedering, honger lijden en soms ook spanning. Manschappen konden wel aan het werk worden gezet zolang zij niet werden ingeschakeld bij de oorlogsproductie. Het merendeel van hen kwam in Arbeitskommando’s terecht om onder zware en gevaarlijke arbeidsomstandigheden gedwongen werk te verrichten in fabrieken en raffinaderijen. Tot overmaat van ramp waren deze industriële complexen regelmatig het doelwit van geallieerde bombardementen. Van de ruim

180 Nederlandse krijgsgevangenen die tijdens de Tweede Wereldoorlog om het leven kwamen, was het merendeel het slachtoffer van een luchtaanval. Tientallen gevangenen besloten niet lijdzaam toe te zien en ondernamen een of meer ontsnappingspogingen. Slechts een handvol militairen wist daarbij uit handen van de Duitsers te blijven. Enkele krijgsgevangenen betaalden voor hun ontsnappingspoging de hoogste prijs en kwamen daarbij om het leven. In 2020 verschijnt vanuit het NIMH onder de titel Verzwegen Oorlogsjaren een publicatie over Nederlandse militairen in Duitse krijgsgevangenschap. Aan de hand van vele nog nooit eerder gepubliceerde brondocumenten zoals dagboeken, correspondentie en foto’s, wordt het leven van de krijgsgevangenen voor het voetlicht gebracht.

TEKST EN BEELD: NIMH


DECEMBER 2019 – 31

NIMH

Boven: Terugkeer van Nederlandse krijgsgevangenen op het station te Weert in mei/ juni 1945. Rechts: Waterverf schilderij van het kamp. Rechtsonder: Zo zag een reserveofficier er uit in Oflag XXI-c/z Grüne bei Lissa in 1944.

Links: ‘Personalkarte’ van tweede luitenant Leo de Hartog. Hij weigerde op 14 juli 1940 de erewoordverklaring te tekenen en werd afgevoerd naar Oflag VI A te Soest (Westfalen).


32 – MILITAIRE COURANT

INTERVIEW

Stevig op twee benen Als onderofficier van het 12e Infanteriebataljon Garde Jagers wordt Edwin de Wolf in 1994 naar Bosnië uitgezonden, waar hij tijdens een patrouille op een mijn stapt en zijn been verliest. Ruim twintig jaar later neemt hij driemaal deel aan de Invictus Games, en wint drie bronzen en één gouden medaille. Het maakt Edwin tot wat hij nu is: kampioen op één been. DOOR NIELS ROELEN

I

n plaats van als sporter, zal Edwin in 2020 zijn ervaringen gebruiken als lid van de organisatie van de Invictus Games in Den Haag. Een van de stappen die hij in aanloop naar deze spelen zette, bestond voor hem uit het schrijven van het boek Kampioen op één been, zijn Invictus-verhaal. Op zaterdag 16 november bood hij op de oude kazerne in Harderwijk het eerste exemplaar onder grote belangstelling aan aan Ludy de Vos, directeur van het Veteraneninstituut. Ik spreek Edwin op het Militair Revalidatie Centrum Aardenburg in Doorn. ‘Wetenschappelijk gezien had ik dood moeten zijn.’ In de eetzaal van het revalidatiecentrum wordt

Edwins dienblad door een medewerker uit de keuken op tafel gezet. Krukken verhinderen dat hij het zelf draagt. ‘Toen ik op 18 augustus 1994 in Srebrenica op een mijn stapte, zorgde de adrenaline ervoor dat ik bleef leven. Ik was in complete paniek, door de klap zag en hoorde ik niets meer en alles aan mijn lichaam deed pijn.’ Als hij zijn zicht weer terug heeft, vertelt hij de gewondenverzorger dat hij, behalve aan het been dat op de antipersoneelsmijn stapte, ook pijn aan zijn arm heeft. Het bloed pulseert uit zijn arm, een slagaderlijke bloeding waaruit hij in de komende uren meer dan de helft van zijn bloed zal verliezen. ‘Brancards hadden we in die tijd niet en dus deden ze hun best om mij op een draagbaar van takken

weg te slepen. Het werkt niet en dus moet er van de dichtstbijzijnde observatiepost een YPRpantserrupsvoertuig komen.’ Omdat de YPR niet dichtbij genoeg kan komen, slepen zijn collega’s hem op een brancard naar het voertuig. Daar raakt hij door het grote bloedverlies en de pijn buiten bewustzijn. ‘De trillingen, het hotsen en botsen van het voertuig werden me te veel. Met de vlakke hand slaat de gewondenverzorger me in mijn gezicht waardoor ik weer bijkom. Drie uur zat er tussen het moment dat ik gewond raakte en uiteindelijk op de operatietafel lag. Bij aankomst op het kamp biedt ik mijn excuses voor het ongeval aan bij onze compagniescommandant, Ludy de Vos, waarna ik de OK in verdwijn.’


DECEMBER 2019 – 33

INTERVIEW

DEFENSIE

OPSTAAN Hoewel zijn ambitie om onderofficier bij het Korps Commando Troepen te worden hier strandt, duurt het niet lang voordat Edwin besluit om door te gaan. Een uur na aankomst in Nederland heeft hij zijn opa, die in de meidagen van ’40 nog vocht in de Peel-Raamstelling, aan de telefoon. ‘Alles komt goed,’ vertelt Edwin hem, iets wat met name in de beginfase veel moeite kostte. ‘Dat je opstaat omdat je moet plassen en dan ineens op de vloer ligt, omdat je even vergeten bent dat je een been minder hebt. Soms, als ik voor de spiegel stond, zag ik mijn been nog staan.’ Het krijgen van zijn eerste prothese heeft hem daarbij geholpen. Edwin: ‘Dat je je gewicht weer over twee benen kunt verdelen, je niet meer op krukken hoeft te lopen en je dus qua uiterlijk weer compleet bent. Natuurlijk bracht dat kunstbeen ook nieuwe problemen met zich mee: huidirritatie, pijn aan mijn stomp en opnieuw de herinnering aan het feit dat je beschadigd bent.’ 25 jaar later is hij aan zijn zesde prothese toe. De banaan die op onze tafel ligt, doet dienst als voorbeeld van zijn stomp. Hij laat zien waar er een gat geboord is om een metalen pin in het bot vast te

zetten. Een pin waar zijn nieuwe, bionische been aan vast geklikt kan worden. ‘Osseointegratie heet het. Mijn nieuwe been is een hitech computergestuurde waterdichte knie.’ Op het woord waterdicht ligt precies genoeg nadruk om duidelijk te maken dat de vorige protheses dat niet waren. ‘Waar ik mijn voorgaande protheses ’s morgens naast mijn bed liet liggen, naar de badkamer hinkelde om daar heel voorzichtig op één been de douche in te waggelen, is dat nu anders. Zodra mijn wekker gaat, draai ik naar de rand van het bed, haal ik mijn poot uit de oplader, draai de bajonetsluiting vast aan de pen, ga douchen en droog mijn twee benen af. Voor het eerst in 25 jaar sta ik weer met twee benen onder de douche. De prothese heeft zelfs een fietsstand, waardoor ik onlangs voorzichtig met twee benen op de mountainbike heb gereden, stel je eens voor.’

gehandicapt. ‘Natuurlijk weet je dat er aan zo’n ingreep risico’s zitten, maar dit had ik niet verwacht.’ De eetzaal is inmiddels leeg, waardoor de stilte door de ruimte galmt. ‘Net als na die 18e augustus 1994, moest ik mijzelf weer tot de orde roepen. Toch de stad in gaan, uit eten, genieten en leven. Vooral dat laatste, want als ik iets ben na die dag dat ik op een mijn stapte, is het blij. Blij dat ik leef.’ WWW.EDWINDEWOLF.NL

ONVERWACHT Als de prothese naast zijn bed ligt is het een poot, eenmaal aan hem vast wordt het een been. Een been dat ondanks alle technologie ook weer nieuwe problemen bracht. Een dubbele longembolie dwong hem terug op krukken. Vier maanden lang weer zichtbaar

EDWIN DE WOLF, KAMPIOEN OP ÉÉN BEEN. HET INVICTUS VERHAAL, UITGEVERIJ KOMPAS, 192 PAGINA’S (€ 20,95)

Vorige pagina: Edwin op missie in Bosnië in 1994. Linksboven: presentatie van zijn boek met minister Bijleveld. Boven: Edwin krijgt een duwtje van Prins Harry, de grondlegger van de Invictus Games.


Laat veteranen weten dat je aan ze denkt tijdens de feestdagen!

Stuur je kerstwens via kerstwens.veteraneninstituut.nl Stay Safe! Tijdens de kerstvakantie van 23ɉdecember t/m 7ɉjanuari staat het Nationaal Militair Museum in het teken van de militaire kerstviering in missiegebieden. Kom langs en stuur een kerstwens naar het missiegebied! Schrijf en kleur een kerstkaart of stuur je digitale wens via het Veteraneninstituut.


DECEMBER 2019 – 35

BOEKFRAGMENT

Oorlog in de operatiekamer Maaike Hoogewoning was twee keer militair operatieassistent in Afghanistan. In haar boek Oorlog in de operatiekamer neemt ze de lezer mee in een wereld die velen niet kennen.

I MAAIKE HOOGEWONING, OORLOG IN DE OPERATIEKAMER. BELEVENISSEN VAN EEN MILITAIR OPERATIEASSISTENT IN AFGHANISTAN, WHITE ELEPHANT PUBLISHING, 304 PAGINA’S (€ 22,00) WWW.WE.PUBLISHING.NL

n de loop der jaren heb ik ook aan medische collega’s in diverse ziekenhuizen mijn verhaal verteld. Wat ik opmerkte is dat er veel interesse is in mijn ervaringen in oorlogsgebied. Dat heeft mij doen besluiten toch verder te gaan met het op papier zetten van mijn verhaal. Eigenlijk moest het boek al af zijn voordat onze tweede geboren werd. Maar dat heb ik niet gehaald; hij is wanneer mijn boek daadwerkelijk uitkomt inmiddels al vier jaar. Tijdens mijn missies in Afghanistan, Kandahar, hield ik een dagboek bij. Op die manier kon ik de ervaringen die ik tijdens mijn werk op de operatiekamer (OK) meemaakte, van mij af schrijven en het een plek geven. Maar ook om naar het oh zo belangrijke thuisfront te sturen, die graag wilden weten hoe het mij verging, daar in de zandbak. Dat heb ik ze tot op zekere hoogte ook wel geschreven, maar niet alles, lang niet alles. Hoe kan ik thuis vertellen dat ik een paar keer per dag op de grond moet gaan liggen, omdat er raketten op de basis worden afgevuurd? Maar ze hoeven zich geen zorgen te maken, hoor, er is niks aan de hand hier. Of hoe vertel ik dat er op één dag helaas drie jonge Amerikaanse collega’s zijn overleden bij mij op de operatiekamer? Meestal vertel ik alleen de leuke dingen die ik die dag heb gedaan en dat ik het druk heb gehad met werken, we hadden veel patiënten. Je wilt het thuisfront niet nog ongeruster maken dan zij toch al zijn. Daarnaast vind ik het ook belangrijk om de andere kant van onze krijgsmacht te laten zien, de verzorgende kant. Vaak is de eerste gedachte aan het leger: schieten en bommen gooien. Maar er is meer binnen de

krijgsmacht. Ik zit bij het regiment Geneeskundige troepen. ‘Eripiendo Victoriae Prosum’ staat er op mijn baretembleem, in het Nederlands vertaald: ‘Al helpende dien ik de overwinning’ en dat doe ik op de operatiekamer, tezamen met de rest van het chirurgisch team. Ik denk dat zo’n 80% van de krijgsmacht uit ondersteunend personeel bestaat om de overige 20%, die soms wél schietend voorwaarts moeten gaan, te ondersteunen en bij te staan. De vele ondersteunende collega’s zorgen ervoor dat er post aankomt in het missiegebied, dat er gegeten kan worden, dat er schoon drinkwater is, dat er een woon- en werkomgeving wordt gebouwd, dat er psychische zorg aanwezig is, noem alles maar op. Maar ook medische zorg is aanwezig en uitgebreid in de vorm van een chirurgisch team, waar ik als operatieassistent deel van uitmaak. We helpen elkaar tijdens de momenten dat het goed gaat, maar ook wanneer het fout gaat. Dan staan wij als chirurgisch team dag en nacht klaar om de gewonde collega’s de medische hulp te bieden die zij op dat moment zo hard nodig hebben. Het is heel paradoxaal; aan de ene kant wil ik graag werken tijdens een missie, want dat is mijn vak, daar heb ik voor geleerd en veel cursussen voor gevolgd. Maar aan de andere kant zijn het in mijn geval wel mijn (internationale) collega’s die (meestal) zwaargewond en verminkt aan mij voorbij trekken. Ik vergelijk het maar met een topsporter: die traint ook niet zijn gehele leven alleen maar om het trainen, hij wil die allerbelangrijkste wedstrijd winnen en met goud thuiskomen. Op dat moment functioneer ik als de beste, ik vlieg op de adrenaline en skills en drills die mij geleerd zijn. Maar achteraf pas komt het besef dat het een jonge collega van mij is of was…. Diezelfde adrenaline zal mij later gaan dwarszitten. Mijn uitzendingen hebben mij

gemaakt tot wie ik ben en voor mij is dodenherdenking op 4 mei voorgoed veranderd. Ik heb samen met mijn man Ray gekozen om voor Defensie te gaan werken en daar horen tenslotte ook uitzendingen bij. Ik wist dat ik in de hel op aarde terecht zou komen in Afghanistan, maar er daadwerkelijk dan ook zijn, zien, horen, ruiken en voelen is toch echt een ander verhaal, mijn verhaal: ‘Oorlog in de operatiekamer’.


*HURP\ EY YRRUEHKRXG YDQ KHW OXFKWYDDUWKLVWRULVFK HUIJRHG

&HQWUDDO LQ 1HGHUODQG KHEEHQ ZLM RS GH =RQQHEDDQ WH 8WUHFKW HHQ DQWLTXDULDDW JHYHVWLJG +LHU NXQW X RS DIVSUDDN KRQGHUGHQ ERHNHQ RS KHW JHELHG YDQ OXFKWYDDUW YLQGHQ EHNLMNHQ HQ DDQVFKDIIHQ 2RN ]LMQ GH ERHNHQ HQ RQ]H HLJHQ XLWJDYHQ RS RQ]H ZHEVLWH WH EHVWHOOHQ ZZZ JHURP\ QO ( PDLO LQIR#JHURP\EY QO 2RN RQ]H HLJHQ XLWJDYHQ NXQW X KLHU YLQGHQ

'LW ERHN RYHU GH PLOLWDLUH OXFKWYDDUW YDQ KHW NRQLQNOLMN 1HGHUODQGV ,QGLVFK OHJHU QHHPW X PHH LQ GH NOHXUULMNH JHVFKLHGHQLV YDQ KHW MDULJ EHVWDDQ YDQ GH HQLJH RQDIKDQNHOLMNH NRORQLDOH YOLHJDIGHOLQJ LQ $]Ls HQ GH ZHUHOG (HQ ERHN PHW SDJLQD·V YRRU GH YHHOHLVHQGH PRGHOERXZHU HQ JHwQWHUHVVHHUGH LQ GH 1HGHUODQGVH OXFKWYDDUWJHVFKLHGHQLV 'H DXWHXU KLVWRULFXV 0D[ 6FKHS LV DO PHHU GDQ MDDU DFWLHI PHW KHW YDVWOHJJHQ YDQ GH IDVFLQHUHQGH JHVFKLHGHQLV YDQ GH PLOLWDLUH OXFKWYDDUW LQ GH YRRUPDOLJH NRORQLH 1HGHUODQGV ,QGLs $ OV GHVNXQGLJH YHUOHHQGH KLM ]LMQ PHGHZHUNLQJ DDQ PHHUGHUH SXEOLFDWLHV

Uitgeverij Geromy BV

=RQQHEDDQ (* 8WUHFKW ZZZ JHRP\ QO


DECEMBER 2019 – 37

BOEKRECENSIE

Frank Westerman LIONNE HIETBERG

Wat er overbleef van de Koude Oorlog In De wereld volgens Darp verzamelt journalist Frank Westerman dertig reportages, interviews en essays over zijn tijd in Zuid-Amerika en Oost-Europa, en beschrijft hij wat daar is overgebleven van de grote communistische idealen sinds de val van de Muur. Het begint allemaal in het Drentse dorpje Darp… DOOR ANTAL GIESBERS

B

ang kun je Westerman niet noemen. Hij reisde naar diverse brandhaarden in Zuid-Amerika, Rusland en OostEuropa en heeft de sang-froid om onder zware omstandigheden te werken. Dit komt nog het leukst tot uiting in zijn dossier bij de Roemeense Securitate: wetend dat hij elk moment kan worden opgepakt, zit Westerman volgens de observant ‘de hele tijd (…) te schrijven.’ En schrijven kán Westerman, zelfs onder druk: het boek is uit stilistisch oogpunt een plezier om te lezen. RUM EN WODKA De wereld volgens Darp valt uiteen in twee geografisch bepaalde delen. De reportages en portretten uit Latijns-Amerika gaan vooral

over personen die een belangrijke rol speelden in de linkse politieke strijd, zoals Margrit Schiller, een militante van de Rote Armee Fraktion, Abimael Guzmán, leider van de partij Lichtend Pad, en guerillaleider Che Guevara. Gepassioneerde, maar ook bijna manische personages, en bijna altijd in verzet. Hoe anders het toenmalige Oostblok. Westerman beschrijft de situatie in Moskou en Belgrado, maar ook Turkmenië, Tsjetsjenië, Tadzjikistan en Siberië. Hij laat zien hoe allesomvattend, nihilistisch en vooral dodelijk vermoeiend het leven onder het communistische systeem is. Dat schisma tussen Oost-Europa en Zuid-Amerika wordt mooi afgebeeld in het afrondende essay over het huidige Cuba: ‘Van een liefdesrelatie tussen de Cubanen en hun Oost-Europese meesters is nooit sprake geweest. Het verschil in temperament, Caraïbisch-Slavisch, is als rum en wodka, prima spul, tenzij je het gaat mengen.’

locoburgemeester van Villa El Salvador, Maria Elena Moyana, op een verkiezingsfeest van haar partij. Omdat ze ervoor zorgde dat de kinderen op school elke dag een glas melk kregen, kwam ze later op de dodenlijst van Sendero. (…) in februari 1992 werd ze door een doodseskader van Sendero vermoord. Haar lichaam werd met vijf kilo dynamiet opgeblazen.’ Anderzijds schenkt Westerman ook aandacht aan gewone mensen die onbaatzuchtig besloten dat ze iets moesten doen, zonder zich geliefd te maken. Zoals Mihajlo Komasovic, een Serviër die in 1991 een kudde Kroatische lippizaners uit de staatsstoeterij van het plaatsje Lipik redde, ondanks dat hij zich daarmee de haat van veel Kroaten op de hals haalde. En Darp? Ook Darp gaat zijn eigen weg zonder te malen om de mening van anderen: een eigengereid links dorp dat moest leren leven met kernraketten en Amerikaanse militairen. En dat langzaam zijn linksheid verloor, terwijl de Amerikaanse wachttorens verwerden tot museumstuk. Met Darp zet Westerman een sluitsteen op zijn eigen rol in die Koude Oorlog. De nagalm kan dienen als een waarschuwing, maar ook als een schildering van de menselijke conditie.

++++

TEGENDRAADS Toch is dit ook een boek over hoe mensen doen wat ze doen en vinden wat ze vinden, ondanks wat ánderen daarvan vinden. Denk enerzijds aan bovengenoemde trits Schiller, Guzmán en Guevara. De auteur beschrijft ze redelijk mild, maar hun soms gruwelijke wreedheid kan schokkend persoonlijk worden. Zo vertelt hij in het hoofdstuk over Guzmàn: ‘Die avond danste ik met de

FRANK WESTERMAN, DE WERELD VOLGENS DARP. DE NAGALM VAN DE KOUDE OORLOG SINDS DE VAL VAN DE MUUR, UITGEVERIJ QUERIDO FOSFOR, 368 PAGINA’S (€ 20,99)


38 – MILITAIRE COURANT

REPORTAGE

Bij de bijzondere Sunset March van 21 september 2019 ter ere van 75 jaar Market Garden liep de Nijmeegse burgemeester Hubert Bruls (r) mee.

JALEESA DERKSEN

De Sunset March wordt elke keer besloten met een eregroet bij het monument voor de Waaloversteek.


DECEMBER 2019 – 39

REPORTAGE

Sunset March: dagelijks eerbetoon Op de plek waar Amerikaanse militairen in 1944 tijdens Operatie Market Garden de Waal bij Nijmegen overstaken, vindt dagelijks de Sunset March plaats. Een veteraan loopt bij het vallen van de avond over stadsbrug De Oversteek, op het ritme van de 48 lantaarnpalen die een voor een gaan branden als eerbetoon aan de 48 gesneuvelden bij de Waaloversteek. Dit eerbetoon vindt al vijf jaar lang elke dag plaats.

D

e Sunset March is bedacht door Tim Ruijling, die als militair actief was in Egypte en Kroatië. Hij las in het najaar van 2014 in de Gelderlander over het lichtkunstwerk Lights Crossing op de nieuwe stadsbrug en kwam op het idee om dagelijks iemand mee te laten lopen, als levendig eerbetoon aan de Waaloversteek. ‘Ik dacht daarbij meteen aan veteranen. Enerzijds om een verbinding te leggen met andere

oorlogsmissies. Anderzijds omdat je op veteranen kunt bouwen: die komen zeker opdagen en zijn altijd op tijd,’ aldus Ruijling. Dat heeft ertoe geleid dat er elke dag een ‘veteraan van de dag’ is die de Sunset March loopt. Veteranen kunnen zich via de website www.sunsetmarch.nl melden en niet-veteranen kunnen zich daarbij dagelijks aansluiten. Vanaf het begin en met name

dit jaar – vanwege vijfenzeventig jaar bevrijding – zijn er al veel bijzondere marsen gelopen door onder meer de gemeenteraad van Nijmegen, de opperbevelhebber van de NAVO, maar ook door buurtcomités en sportclubs uit Nijmegen en omgeving. Vanwege het vijfjarig jubileum zijn foto’s daarvan, samen met interviews en de ontstaansgeschiedenis van de Sunset March, gebundeld in een gelijknamig boek.

ELSKE NISSEN

Op 21 september werden de Nijmeegse burgers uitgenodigd voor deze bijzondere mars. Er liepen ruim 7500 burgers mee.


HET EINDE VAN DE PACIFIC-‐CYCLUS

boek 6

atomic

Een WO2-‐avontuur van Yann en Romain Hugault ( 1945. WASP-pilote Angela McCloud komt aan op het eiland Tinian die als platform dient voor wel duizend bommenwerpers type B-29. Dagelijks vliegen die uit om Japanse steden te begraven onder een meedogenloos bommentapijt...

WWW.SILVESTERSTRIPS.NL kijk op onze site voor meer vliegtuigstrips CM

ISBN 978-94-6306-588-7

© 2019 BELG Prod Sàrl.

(De Nachtuil, Edelweiss)


DECEMBER 2019 – 41

BOEKFRAGMENT

Zandhappen In het najaar van 2007 wordt Mart de Kruif gevraagd om als generaal-majoor de leiding op zich te nemen van de International Security Assistance Force (ISAF) in ZuidAfghanistan. In Zandhappen heeft hij zijn ervaringen opgetekend. MART DE KRUIF, ZANDHAPPEN. GENERAAL IN AFGHANISTAN, UITGEVERIJ WATER, 368 PAGINA’S (€ 20,00) WWW.UITGEVERIJWATER.NL

E

en week na de overname had ik al het gevoel dat ik er al maanden was, maar na twee maanden zat ik echt volop in de routine. En dat gold voor iedereen. We hadden een dagelijkse routine ontwikkeld die ons door het werk hielp. Ons lichaam was zo langzamerhand gewend aan het klimaat, de staf functioneerde en we hadden inzicht in het speelveld waarin we opereerden. En we hadden vertrouwen in elkaar. Maar het echte werk stond ons nog te wachten. Die eerste maanden was het touwtrekken met de Taliban, waarbij beide partijen soms wat centimeters wonnen. Dat schoot niet op. Maar wij wisten dat die situatie zou gaan veranderen. Binnen zes maanden zouden we er 25.000 Amerikanen bij hebben. Dat was heel erg nodig, maar zou onze wereld ook volledig op zijn kop zetten. Alles werd anders nadat Obama groen licht had gegeven om extra troepen naar Afghanistan te sturen. Eind 2008 was het iedereen wel duidelijk dat de situatie in het Zuiden niet rooskleurig was. In 2006 had ISAF de blik vooral op de hoofdstad en op Oost-Afghanistan gericht. Daar lag dan ook het militaire zwaartepunt en werden de Amerikanen ingezet. Begrijpelijk, want in het Oosten lagen veel wegen van Pakistan naar Kabul, een historische verbinding die ook de Taliban gebruikten. Maar de band tussen de Pashtun en de Taliban was het sterkst in het Zuiden. Daar was de koppeling tussen de Taliban en de exploitatie van opium onmiskenbaar. En daar lag ook nog een grens met Iran, een

land dat niet direct gebaat was bij een stabiel Afghanistan en zeker niet bij een westers Afghanistan. Die mix was van grote invloed op de veiligheid in Afghanistan. Het Zuiden was meer dan het Oosten een bron van onrust. En juist in dat Zuiden bestond ISAF uit een coalitie van landen, geleid door het Verenigd Koninkrijk, Canada en Nederland. Eigenlijk zaten de Amerikanen dus op de verkeerde plek. Helaas duurde het twee jaar voordat iedereen daarvan overtuigd was. Dagboek, donderdag 8 januari 2009 Weer een hele slechte dag. Eigenlijk was alles rustig en waren we ‘op track’ met het werk. Aan het einde van de dag kregen we een melding dat er een grote explosie had plaatsgevonden in het district Maywand, in de provincie Kandahar. Daar was een bom afgegaan op het moment dat een U.S. Army-patrouille over de bazar liep. Er werd een massive casualty (masscass) verklaard, wat betekent dat alle medische middelen worden ingezet. Uiteindelijk bleken er twee Amerikanen te zijn gesneuveld en circa twintig gewond. Tijdens de ramp ceremony voor de gesneuvelde Canadees van gisteren kwamen de heli’s met de gewonden binnen. Een zeer indrukwekkend gezicht. Daarna naar het hospitaal geweest om te kijken of ze daar alles aankonden en met de gewonde jongens gesproken. Net MASH. De tegenstelling tussen het zwaartepunt van de hele operatie van ISAF en de verdeling van de beschikbare middelen leidde tot een gevaarlijke situatie, want als ISAF het Zuiden zou verliezen, zou de gehele operatie kansloos zijn. Op de grond waren daar de eerste tekenen al van te zien. RCS deed wat het kon, maar gleed steeds verder weg in zelfbescherming en verdediging van wat men had. Dat was vooral het geval in de provincies Kandahar en Helmand, waar Britten, Canadezen en een aantal Amerikanen dagelijks vochten

voor hun leven. En daar konden we weinig aan doen. Ook de Afghaanse structuren waren niet aangepast aan het zwaartepunt. Niet alleen ontbrak het in het Zuiden vaak aan capabel bestuur op ieder gebied (politiek, economisch en juridisch), het bestuur zat soms ook gevangen in relaties, met corruptie als gevolg. Daarbij ging het wel om een Afghaanse variant van corruptie, want vaak ging het niet om zelfverrijking maar om het faciliteren van de stam of de familie. De landbouwcultuur was vooral gericht op de verbouw van opiumpapavers en steeds minder op de teelt van consumptiegewassen. Medische voorzieningen waren grotendeels afwezig, evenals onderwijs. Van echt structurele civiele opbouw was in het Zuiden dan ook niet of nauwelijks sprake. Maar ook de Afghan National Police (ANP) en de Afghan National Army (ANA) waren niet ontplooid op grond van rationele principes. Het was begrijpelijk dat er een zwaartepunt in en om Kabul lag, want dat was de hoofdstad en die had ook historisch gezien een grote symbolische waarde. De rest van de troepen was min of meer evenredig over het land verdeeld en niet duidelijk gericht op inzet waar dat het meest nodig was, namelijk in het Zuiden.


Wilt u op 5 mei 2020 ook een Vrijheidsmaaltijd organiseren? Meld u dan snel aan! Vrijheidsmaaltijden kunnen zowel klein en laagdrempelig als groots en meeslepend zijn, van een picknick voor twintig mensen tot een diner voor tweeduizend personen. Tijdens de maaltijd komen bijzondere gesprekken en ontmoetingen tot stand. Op 5 mei vieren wij dat we 75 jaar in vrijheid leven door met elkaar aan tafel te gaan. Meld uw Vrijheidsmaaltijd aan via: www.4en5mei.nl/maaltijd


DECEMBER 2019 – 43

BOEKRECENSIE

Missie F-16: boeiend verslag over de mens in de cockpit Soms weet je na een paar zinnen dat een boek klopt. Dat is ook het geval met Missie F-16, waarvoor Olof van Joolen en Silvan Schoonhoven, beide verslaggevers bij De Telegraaf, met een aantal jachtvliegers spraken. Een eerlijk portret van de gesloten vliegergemeenschap. DOOR PETER PAUL DE WAAL

H

et is 11 juli 1995 als Manja ‘Toots’ Blok, de eerste vrouwelijke F-16-vlieger ter wereld, en haar wingman via de radio bericht krijgen om contact op te nemen met ‘Windmill’, een Nederlandse commando vlakbij Srebrenica, die de vliegers naar twee uit te schakelen tanks zal ‘praten’. De Bosnische Serviërs onder leiding van generaal Mladić zijn het offensief begonnen om de VN-enclave te veroveren. Dutchbat kan niet veel uitrichten en alles komt nu op luchtsteun aan. ‘Toots: Tipping in, tipping in hot. Windmill-02, tipping in hot.’ Blok zet de aanval in en laat een bom vallen, maar kan door het opstuivende stof niet zien of het doel is geraakt. Terug op de Italiaanse basis Villafranca worden de twee piloten als helden binnengehaald, maar verdere luchtsteun wordt door de VN en de NAVO tegengehouden. De enclave valt. Dat was de eerste keer dat Nederlandse F-16’s in een oorlogssituatie daadwerkelijk werden ingezet, maar niet de laatste. Sinds het einde van de Koude Oorlog moeten squadrons van de Koninklijke Luchtmacht steeds vaker uitrukken, om bondgenoten te helpen in hun pogingen de internationale rechtsorde te handhaven. Bestond het leven van de jachtvliegers tijdens de Koude Oorlog hoofdzakelijk uit eindeloos oefenen vanaf hun eigen, comfortabele basis voor een scenario dat geen realiteit werd, vanaf de oorlog in

Manja ‘Toots’ Blok, de eerste vrouwelijke F-16-vlieger ter wereld ARCHIEF NIMH

voormalig Joegoslavië bevinden zij zich steeds vaker in de geenszins comfortabele frontlinie van gloeiendhete conflicten. Missie F-16 is een aaneenschakeling van dergelijke ervaringen, die de Nederlandse F-16-bemanningen tijdens de vele uitzendingen sinds 1995 hebben opgedaan. Het leest weg als een spannend avonturenboek, zonder de ervaringen te romantiseren. De schrijvers hebben overigens niet alleen aandacht voor de militairen hoog in de lucht; sporadisch komen ook de grondtroepen die op hun hulp zijn aangewezen aan bod en blijkt hoe er een band ontstaat tussen beide. Als in 2007 tijdens een aanval in de Chora-vallei in Afghanistan sergeant-majoor Leunissen van de landmacht sneuvelt, komt dat bij Jan-Willem ‘Puff ’ van Alphen, die vanuit de lucht bij het gevecht was betrokken, hard aan. Maar tijd om te rouwen is er niet; de hulp van de F-16’s is elders alweer dringend nodig. Missie F-16 is een eerlijk en boeiend stuk geschiedschrijving en het zijn de persoonlijke verhalen die het onderwerp meer dan recht doen. Ook moeilijke, en nu bijzonder actuele, onderwerpen schuwen de

schrijvers niet. In het voorlaatste hoofdstuk komen burgerslachtoffers indringend ter sprake, en wat dat met een vlieger doet. Daaruit blijkt dat, hoewel ze een uitzonderlijke groep binnen de krijgsmacht vormen, zij niet bovenmenselijk zijn. En dat levert een sympathiek portret op.

++++

OLOF VAN JOOLEN EN SILVAN SCHOONHOVEN, MISSIE F-16. NEDERLANDSE JACHTVLIEGERS BOVEN BRANDHAARDEN, UITGEVERIJ NIEUWAMSTERDAM, 224 PAGINA’S (€ 20,00)


44 – MILITAIRE COURANT

EVENEMENTEN

Agenda 24 DECEMBER 2019 EINDHOVEN – Op 24 december worden er voor de tweede keer 686 kaarsjes ontstoken op de geallieerde graven op de Oude Toren in Woensel. Naderhand is er een samenkomst onder het genot van koek en zopie. WWW.VETERANENINSTITUUT.NL

27 DECEMBER 2019 BEEK – Vrijdag 27 december wordt Oorlogsmuseum Eyewitness gehuld in de sfeer van het Ardenneoffensief! Zo wordt het terrein van het museum met echte sneeuw omgetoverd in de koude winter van december 1944. Reenactors

en legervoertuigen zullen zowel de Amerikaanse als Duitse zijde tot leven brengen. Frontsoldaten die in sneeuw en mist ook de kerstdagen in hun koude en doorweekte schuttersputjes moesten doorbrengen… WWW.EYEWITNESSWO2.NL

2 JANUARI 2020 GROESBEEK – Op 2 januari kunnen kinderen in de leeftijd van 8-12 jaar in het Vrijheidsmuseum een spoedcursus volgen om spion te worden. Het programma staat volledig in het teken van spionage en geheimschrift tijdens de oorlog. Na afloop krijgen de kinderen een spionagediploma mee naar huis! WWW.VRIJHEIDSMUSEUM.NL

15 JANUARI – 20 MEI 2020 AMSTERDAM – Jaarlijks vindt in het Verzetsmuseum de vijfdelige

27 december. Oorlogsmuseum Eyewitness gehuld in de sfeer van het Ardenneoffensief

lezingenserie ‘Helden & Schurken’ plaats. Elke maand is er een lezing, met elk een eigen onderwerp, maar altijd over een thema dat te maken heeft met de bezetting. In 2020 is, in het kader van 75 jaar bevrijding, het thema ‘Bevrijd, en toen…’, over de rechteloze periode vlak na de oorlog. WWW.VERZETSMUSEUM.ORG

23 JANUARI 2020 DEN HAAG – Op 23 januari 2020 voert de Fanfare Bereden Wapen een Nieuwjaarsconcert uit voor gasten van de Nederlandse Veteranendag. Het orkest speelt ‘Tour of Freedom’, een uitvoering die ingaat op ’75 Jaar Vrijheid’. Het concert start om 20.00 uur in het Haagse theater de Regentes. Er zijn nog enkele plaatsen vrij, (snel) opgeven kan via info@veteranendag.nl. WWW.VETERANENDAG.NL


DECEMBER 2019 – 45

EVENEMENTEN 16 FEBRUARI 2020 ARNHEM – De oorlog in Atjeh (1873-1942) is een van de grootste en langdurigste uit de Nederlandse geschiedenis. Hoe kan het dat dit conflict nagenoeg volledig uit onze geschiedenisboeken is verdwenen? In samenwerking met Volksuniversiteit Arnhem organiseert Anton Stolwijk, die 1,5 jaar door Atjeh reisde, een lezing waarin hij je meeneemt naar het verleden en het heden van de Atjeh-oorlog. De toegangsprijs is € 15,-. WWW.VOLKSUNIVERSITEITARNHEM.NL

19 FEBRUARI 2020 BEST – Een marinier bezit een grote portie volharding, wilskracht en ijzeren discipline. Herken jij jezelf hierin en wil je je inzetten voor vrede en veiligheid wereldwijd? Kom dan naar de

Mariniers Experience-dag en ontdet of jij het in je hebt om marinier te worden. WWW.WERKENBIJDEFENSIE.NL

22 FEBRUARI T/M 1 MAART 2020 ARNHEM – Het is weer voorjaarsvakantie! Dan is ook Landgoed Bronbeek bijna klaar voor de mooie kleuren van het voorjaar. In deze workshop zoek je de mooiste materialen bij elkaar en maak je een kleurrijk en magisch Indonesisch landschap op canvas. Met blaadjes, bloemetjes en andere dingen breng je je schilderij op jouw eigen manier tot leven. De gratis workshop is voor kinderen van 4 t/m 12 jaar. WWW.DEFENSIE.NL

5 MAART – 31 AUGUSTUS 2020 VUGHT – Vanaf 5 maart is de interactieve tentoonstelling Kind onder vuur te zien in Nationaal

Monument Kamp Vught. De expositie vertelt de verhalen van verschillende kinderen in oorlogssituaties, met educatieve maar herkenbare video’s, verrassende en actieve spellen en persoonlijke dilemma’s. WWW.NMKAMPVUGHT.NL

14 MAART 2020 OOSTERBEEK – Op 14 maart 2020ropent het volledig hernieuwde Airborne Museum. De vaste presentatie op de eerste verdieping wordt vernieuwd en de ondergrondse Airborne Experience bevat straks een groot aantal nieuwe elementen. Ook wordt er een meertalige audiotour ontwikkeld waar vooraanstaande historici met een specialisatie in de Tweede Wereldoorlog aan mee werken. WWW.AIRBORNEMUSEUM.NL

OORLOGSMUSEUM EYEWITNESS


Over de Waalcrossing, 5 jaar Sunset March en de veteranen achter dit eerbetoon.

Ik neem een abonnement op de Militaire Courant: ₏ 12,– voor vier nummers

naam straat postcode land e-mail telefoon

BON

m/v

plaats

IBAN nummer betaling

automatische incasso per factuur (+ 2,50 administratiekosten)

geboortedatum handtekening

Stuur deze bon naar: UHB uitgevers, Zonnebaan 54, 3542 EG Utrecht, Nederland


DECEMBER 2019 – 47

COLOFON Musea die de Militaire Courant verspreiden AMSTERDAM Verzetsmuseum Plantage ARNHEM Museum Bronbeek BEEK Oorlogsmuseum Eyewitness BEST Museum Bevrijdende Vleugels BUREN Marechausseemuseum DEN HELDER Marinemuseum GOUDA Libertum GROESBEEK Vrijheidsmuseum HUISDUINEN Fort Kijkduin KORNWERDERZAND Kazemattenmuseum NAARDEN Nederlands Vestingmuseum NIEUWDORP Bevrijdingsmuseum Zeeland NIJMEGEN Infocentrum WO2 ROTTERDAM Mariniersmuseum SOESTERBERG Nationaal Militair Museum VUGHT Geniemuseum Kijk voor een compleet overzicht op www.militairecourant.nl.

Prijsvraag Bij deze prijsvraag verloten we een exemplaar van Missie F-16 van Olof van Joolen en Silvan Schoonhoven.

Redactie redactie@militairecourant.nl

V

oor het eerst spreken leden van de gesloten vliegergemeenschap over de moeilijke afwegingen die ze in fracties van seconden moeten maken. Hoe is het om te beslissen over leven of dood? Gooi je die bom wel of niet? Hoe ga je om met rigide geweldsregels uit Den Haag of het risico om burgers te treffen? Missie F-16 vertelt over het avontuur, maar ook over de schaduwkanten van de baan waar velen van dromen: jachtvlieger bij de Koninklijke Luchtmacht.

Abonnementen 4 nummers voor €12. Vul de bon in of meld je aan via www.militairecourant.nl Overige vragen? abo@militairecourant.nl Online www.militairecourant.nl twitter @militaircourant www.facebook.com/militairecourant Oplage 25.000 OLOF VAN JOOLEN EN SILVAN SCHOONHOVEN, MISSIE F-16. NEDERLANDSE JACHTVLIEGERS

Wilt u kans maken op een exemplaar? Beantwoord dan de volgende vraag:

In welke oorlog werden Nederlandse F-16’s voor het eerst in een oorlogssituatie ingezet? Stuur uw antwoord, onder

Winnaar In de september-editie van de Militaire Courant was de prijsvraag: Welke vier krijgsheren uit onze geschiedenis gebruikt Klep om de veranderende relatie tussen burgers en het leger te illustreren? Het juiste antwoord daarop is Michiel de Ruijter, Jan van Speijk, Thom Karremans en Marco Kroon. Onder de inzenders van het juiste antwoord is een exemplaar van het boek Van wereldmacht tot ‘braafste jongetje’ verloot. De winnaar is Herbert Kisteman uit Staphorst. Van harte gefeliciteerd!

Contact Militaire Courant UHB uitgevers Zonnebaan 54 3542 EG Utrecht Nederland Telefoon +31302231718 info@militairecourant.nl

BOVEN BRANDHAARDEN, UITGEVERIJ NIEUWAMSTERDAM, 224 PAGINA’S (€ 20,00)

vermelding van ‘Prijsvraag Militaire Courant’ naar info@militairecourant.nl. Vergeet niet uw naam en adresgegevens te vermelden.

Volgende nummer De volgende Militaire Courant verschijnt in maart 2020. Hoofdredacteur Jan Louwers Redactie Mirjam Mulder en Isabel Verboom Medewerkers Han ten Broeke, Antal Giesbers, Niels Roelen en Peter Paul de Waal Vormgeving Titus Vegter Uitgever Jan Louwers De Militaire Courant is een uitgave van UHB uitgevers. De Militaire Courant informeert een breed publiek over militaire onderwerpen. De inhoud wordt verzorgd door een onafhankelijke redactie. De Militaire Courant wordt verspreid via middelbare scholen, mbo- en hbo-opleidingen, universiteiten, musea, Defensie, veteranenorganisaties en boekhandels. Tevens is het mogelijk om een abonnement op de Militaire Courant te nemen.


Het Nationaal ComitĂŠ Veteranendag en het vfonds wensen alle veteranen en hun thuisfront mooie feestdagen en een voorspoedig 2020.

hoofdpartner


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.