5 minute read

Onbekend = onbemind / De Kaukasus in beeld.

Tekst en foto’s: Sanne Moonemans

Landen aan de oostelijke zijde van ons Europese continent fascineren mij al jaren, en elke keer als ik de kans krijg op reis te gaan, verkies ik een bestemming richting het oosten boven het westen, in tegenstelling tot vele anderen die een meer gebruikelijk vakantieoord kiezen, zoals Spanje of Italië, om hun vrije dagen door te brengen. Een keuze waar het merendeel van mijn vrienden en familie die ik achterlaat, niet heel erg gelukkig mee bleken. Hoewel men weinig weet over deze landen bleven de achterblijvers mij attenderen op de stereotypen en vooroordelen tot op het moment dat ik klaar stond te vertrekken. Toch kon dat mij niet tegenhouden om wederom op avontuur te gaan.

Advertisement
Halverwege de Military Highway: een essentieel fotomoment voor de passerende toerist.

Halverwege de Military Highway: een essentieel fotomoment voor de passerende toerist.

Hoewel de zuidelijke Kaukasus een regio was waar ik al lang van droomde ooit te bezoeken, werd ik na de eerste afgelegde kilometers toch geconfronteerd met het gebrek aan kennis dat zelfs ik als doorgewinterde Oostblokganger had. Natuurlijk had ik verwachtingen; ik deed wekenlang research naar wat de beste route was om moeilijkheden te ontwijken en er zeker van te zijn dat ik in de korte tijd die ik had, toch de mooiste plekken kon bezoeken. Maar tegelijkertijd had ik geen idee wat mij te wachten stond. Naast de vele mooie foto’s en veelbelovende reviews die ik tegenkwam tijdens mijn voorbereiding, wist ik eigenlijk bijzonder weinig.

Mijn eerste stop van deze trip was Tbilisi, de hoofdstad van Georgië waar ik met het vliegtuig aankwam. Direct bij het verlaten van het vliegveld werd ik al geconfronteerd met de sporen die de rode tijd hier achter heeft gelaten. De bus naar het centrum was alleen te betalen met lokale munten via een automaatje in het midden van het voertuig. Maar ik had nog geen cash. Terug in de aankomsthal ging ik op zoek naar een wisselkantoor. De enige plek waar dit kon, zat een nors mannetje die mij direct afwees met “I ghev breek.” Juist. Dat snelle bestaan waar tijd geld is, wat we in het hectische westen gewend zijn, is hier totaal niet van toepassing. Alles op z’n dode gemak. Geduldig wacht ik dus af tot de meneer zijn tas koffie uit heeft en voor mij enkele tientallen euro’s omwisselt. Na een lange, hobbelige busrit kom ik aan in het centrum van de stad. Wederom een sterk contrast.

Want Tbilisi is geen grijze Sovjet stad, maar een bruisende metropool die inmiddels het nieuwe Berlijn wordt genoemd. Straten zijn bezaaid met hippe koffietentjes en burger restaurants die je bijvoorbeeld ook in Antwerpen op elke straathoek tegenkomt. Maar ook voor een glimp van de traditionele keuken hoef je niet ver te zoeken. Tbilisi is een perfecte mix van de beste dingen die Oost en West te bieden hebben. Na een paar dagen van deze fantastische stad te hebben genoten, nam ik een nachttrein richting de buren: Bakoe, Azerbeidzjan. Wederom stond ik oog in oog met de stempel die het communisme hier achter heeft gelaten. De trein was gammel, maar redelijk comfortabel. Er liep een aardig, Russisch sprekend vrouwtje rond aan boord om iedereen van thee te voorzien. Tot de avond viel liep ze talloze keren heen en weer door het oubollig gestoffeerde gangpad. De grensovergang verliep bijzonder moeizaam. Een van de dingen waar ik wel op voorbereid was. Azerbeidzjan is tot de dag van vandaag namelijk in oorlog met een van haar buren; Armenië.

Al sinds 1988 zijn de twee landen in strijd over een stuk grondgebied genaamd Nagorno-Karabach. Lang verhaal kort: er werden duizend vragen gesteld over mij, mijn reis en of ik naar Armenië was geweest. ‘Natuurlijk niet’, vertelde ik ze. En na uren van inspectie, reed de trein door naar het eindstation. Eenmaal aangekomen in Bakoe, kreeg ik wederom te maken met een soort cultuurschok. Het station was van top tot teen bedekt in glinsterend wit marmer, waar geen vuiltje op te bekennen was. Azerbeidzjan staat 180 graden tegenover Georgië, op bijna elk denkbaar vlak. Hier zijn de meeste mensen Islamitisch, in Georgië Orthodox Christen. Azerbeidzjan kent weinig vrijheid van pers en meningsuiting, terwijl de buren hier al een stuk progressiever in zijn. En bovenal: in Azerbeidzjan, of vooral Bakoe, wonen hele, hele rijke mensen. Deze stad doet denken aan het absurdistische van Dubai; veel pracht en praal waar zo veel mogelijk mee gepronkt dient te worden. Hoewel dit een bijzondere ervaring op zich was, heeft de stad verder weinig te bieden. Het binnenland heeft daarentegen een meer authentieke beleving te bieden. Zoals mijn volgende stop; Şəki. Deze stad bereikte ik per marshrutka, een minibusje omgebouwd om zo veel mogelijk mensen erin te kunnen proppen. Needless to say, werd er veel harder gereden dan zowel de gemodificeerde Mercedes als de slecht onderhouden wegen aankonden. Maar wonder boven wonder, kwamen alle passagiers er zonder kleerscheuren vanaf. Şəki is vooral bekend om het Paleis van de Khan, een oud zomerverblijf geroemd om het prachtige glas in lood, en tevens UNESCO erfgoed. Na deze indrukwekkende plek te hebben bezocht, spring ik wederom aan boord van een marshrutka; terug naar Georgië. Dit keer om al het natuurlijk schoon dat dit land te bieden heeft te ontdekken.

Nationaal park Lagodekhi was als eerste aan de beurt. De hoofdattractie hier is een uitgestrekt meer van Noord-Oost Georgië tot de Russische provincie Dagestan. Hoewel je hier trektochten van meerdere dagen kunt maken, koos ik voor een korte hike richting een prachtige waterval om vervolgens weer rechtsomkeer te maken. Na Lagodekhi reisde ik richting het Kazbegi gebergte via Tbilisi, om nog een extra dagje van de stad te genieten, khachapuri te eten en tot rust te komen voor de volgende fysieke uitdaging.

Uitzicht over het Kazbegi gebergte tijdens een prachtige wandeling richting het noorden.

Uitzicht over het Kazbegi gebergte tijdens een prachtige wandeling richting het noorden.

Eenmaal in Stepantsminda aangekomen, een klein dorpje aan de voet van de berg, neem ik na een sterk ontbijt met vers brood en Georgische kaas een 4x4 wagen richting het eerste plateau in dit brute berglandschap. Hier staat een van de bekendste toeristische trekpleisters: Gergeti Trinity Church, van waaruit je een prachtig uitzicht hebt over de omgeving. Van hieruit kun je wederom zo ver wandelen als je zou willen, maar voor mij was dit weer een dagtrip. Hoe hoger ik kwam, hoe kouder het werd wat een aangename verandering was na de broeierige zomertemperaturen in de stad. Na een kilometer of 10 begint de zon te zakken, en besluit ik dat het tijd is terug te keren voor een avondmaal uit de Georgische keuken, waar ik inmiddels groot fan van ben geworden. De volgende dag is het helaas weer tijd om de eerste stappen huiswaarts te zetten, dus pak ik mijn backpack voor een laatste keer terug in en stap op een marshrutka richting Tbilisi om vervolgens een taxi naar het vliegveld te nemen.

Met de taxi naar Yanar Dag: een fleurige Lada, een Sovjet auto die hier nog veel te zien is.

Met de taxi naar Yanar Dag: een fleurige Lada, een Sovjet auto die hier nog veel te zien is.

Samengevat: de Kaukasus is ondanks dat het een kleine regio is, een gebied waar zoveel culturen samen komen dat het voor ieder iets te bieden heeft: avontuur, stadsleven, lekker eten, indrukwekkende natuur en fijne mensen. Dus voor al die mensen die mij voor gek verklaarden dat ik er heen wilde: jullie zijn gek dat je deze bestemming niet de kans geeft die ze verdient.