Magazine FOM expres_nummer 4_December 2015

Page 1

Relatiemagazine van de Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie

expres

5

• jaargang 28 • nummer 4 • december 2015

Nieuws

DE STAPPEN NAAR EEN NIEUW NWO Het plan van aanpak voor de transitie naar een vernieuwd NWO is half oktober beschikbaar gekomen

10 Interview

FOM-directeur Christa Hooijer gaat voor zichtbare natuurkunde binnen NWO 15 Vrouwen in de fysica

Column

Visie UB-lid Theo Rasing op de transitie:

“ Breek deze muren af” Interview

4 22

Wetenschap

René Janssen over zijn NWO-Spinozapremie FOM-werkgroepleider Mireille Claessens wil weten hoe leven werkt

6

Wouter Verkerke over het higgsdeeltje

Sijbrand de Jong verkozen tot nieuwe president van de CERN Council

16

Prijzen Vier winnaars van de FOM-prijzen 2015: • Said Rahimzadeh-Kalaleh Rodriguez • Gabriele Bulgarini • Anouk Rijs • Jo van den Brand


Reportage

Terugblik op geslaagd DutchBiophysics 2015

Over FOM Bij de Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie (FOM) vindt natuurkundig toponderzoek plaats aan vier FOM-instituten, universiteiten en kennisinstellingen in Nederland. Rond de 1100 werknemers werken nauw samen met andere relevante disciplines. FOM bestrijkt het hele spectrum van fundamenteel onderzoek, van nieuwsgierigheidsgedreven tot door toepassingen geïnspireerd onderzoek. In dat laatste ligt ook een belangrijke link naar het bedrijfsleven en maatschappelijke uitdagingen. FOM maakt deel uit van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (www.nwo.nl).

Het jaarlijkse congres DutchBiophysics vond dit jaar plaats op maandag 28 en dinsdag 29 september, traditiegetrouw in de NH Koningshof te Veldhoven. Ruim 550 belangstellenden volgden het tweedaagse programma met 8 plenaire lezingen, 54 presentaties in 12 parallelle sessies en meer dan 200 posters. William E. Moerner, Nobelprijswinnaar in de chemie in 2014, was de keynote speaker en vertelde op maandagavond over zijn werk op het gebied van single-molecule spectroscopy en beeldvorming. Tijdens DutchBiophysics vielen de drie beste posters in de prijzen. De eerste prijs ging naar Aafke van den Berg, TUD (midden), de tweede prijs naar Ineke Brouwer, VU (rechts) en de derde prijs was voor Doortje Borrenberghs, KU Leuven (links). In 2016 vindt DutchBiophysics plaats op maandag 3 en dinsdag 4 oktober.

FOM heeft de status van een Algemeen Nut Beogende Instelling.

FOM expres is het relatiemagazine van de stichting FOM en verschijnt vier keer per jaar. In de FOM expres gepubliceerde opvattingen en meningen vallen onder de verantwoordelijkheid van de redactie en weerspiegelen niet noodzakelijk het standpunt van het bestuur en de directeur van FOM.

Foto’s: Bram Saeys

Colofon

➥ www.fom.nl/dutchbiophysics Via deze weblink kunnen de deelnemers de foto’s van het congres terugzien.

Abonneren Wilt u zich (gratis) abonneren op de FOM expres? Stuur dan een mail met uw gegevens naar info@fom.nl. U vindt de FOM expres ook online op ➥ www.fom.nl/fomexpres

Nieuws

succesvol International

Opmerkingen en suggesties Heeft u opmerkingen of suggesties voor de redactie? Mail naar fomexpres@fom.nl.

Year of Light 2015

Uitgave Stichting FOM, Postbus 3021 3502 GA Utrecht, T (030) 600 12 11

Het jaar 2015 is door Unesco en de Verenigde Naties uitgeroepen tot 'International Year of Light' (IYL). Over de hele wereld zijn activiteiten georganiseerd om het belang van licht voor ons dagelijks leven te benadrukken, op het gebied van onder andere wetenschap, kunst en educatie.

➥ www.fom.nl ➥ info@fom.nl ➥ @FOMphysics Redactie Melissa Vianen Teksten Ans Hekkenberg, Martijn de Jager, Sonja Knols, Gijsje Koenderink, Kobus Kuipers, Theo Rasing, Anita van Stel, Melissa Vianen, Gieljan de Vries, Anouck Vrouwe, Gabby Zegers. Fotografie en illustraties AMOLF, ASPERA, Henk-Jan Boluijt, Joeri Borst, L.Bret, Eric Brinkhorst, Martijn van Calmthout, Rogier Chang, A.Chantelauze, Gran Sasso National Laboratory (LNGS), Helmholtz Alliance for Astroparticle Physics, Aart Kleijn, Mark Knight, Marco Kraan, Erik Kriek, Willem Melssen,

2

expres

Bram Lamers, Nikhef, Novapix, NWO, Norbert van Onna, Pierre Auger Observatory, Alex Poelman, RU, Bram Saeys, S.Saffi, Sascha Schalkwijk, Shutterstock, Nout Steenkamp, RobertJan Stokman, STW, De Volkskrant, Joost Weber, Sjoerd Wouda. Vertalingen NST Science Vormgeving Petra Klerkx, Amsterdam Drukwerk Drukkerij Badoux, Houten

Nationale Lichtmeting door scholieren: online lichtkaart van Nederland! Dit najaar hebben scholieren in heel Nederland in het kader van het IYL2015 een 'Nationale Lichtmeting' uitgevoerd. Zij hebben met behulp van zelfgebouwde spectroscopen samen bepaald hoe duurzaam wij onze huiskamers verlichten. Ze deden dat door per wijk huizenblokken te selecteren en de straat op te gaan. Ze liepen langs de huizen en scanden het licht dat langs of door de gordijnen van de woonkamers naar buiten kwam. Aan de hand van het kleurenspectrum van de lichtbron konden ze zien welke soorten lampen in de huiskamer werden gebruikt (ledlampen, spaarlampen of gloeilampen). Daarna voerden zij de meetgegevens in een database in, wat uiteindelijk zal resulteren in een online lichtkaart van Nederland.

Lichtkunstenaar Rogier van der Heide was een goede ambassadeur om ook buiten de wetenschap aandacht te krijgen. Er zijn veel activiteiten georganiseerd zoals het Amsterdam Light Festival, een onderdeel van het Summerlabb (met AMOLF) op Eurosonic Noorderslag, concerten, tentoonstellingen, lezingen en fotografieworkshops. Tot en met 3 januari 2016 is de tentoonstelling 'Einstein & friends' te zien in het Museum Boerhaave in Leiden ter gelegenheid van 100 jaar Algemene Relativiteitstheorie én het jaar van het licht. FOM-werkgroepleider Kobus Kuipers (AMOLF) is voorzitter van de Stichting IYL in Nederland. Hij kijkt tevreden terug op het afgelopen jaar. “Heel veel mensen hebben aan het lichtjaar bijgedragen en hebben zelf initiatieven ontplooid. Naast veel initiatieven op het gebied van educatie, was ook het aanbieden van activiteiten voor het grote publiek belangrijk”, vertelt

Kuipers. “Licht komt op zoveel manieren in ons leven binnen. Planten gebruiken zonlicht om door middel van fotosynthese zuurstof te maken die wij inademen, Zelfs internet werkt niet zonder licht. Licht is mooi en kan ons ontroeren, bijvoorbeeld via kunst en architectuur. Maar licht is ook een belangrijk onderdeel van wetenschappelijk onderzoek. Denk aan geneticus Hans Clevers die tijdens de kick-off van het IYL2015 sprak over de manieren waarop hij cellen met licht identificeert. Het belang van licht wilden wij dit jaar voor het voetlicht brengen.” Ook al loopt het IYL2015 ten einde, de stuurgroep verwacht dat veel 'licht-initiatieven' ook na 2015 blijven doorlopen, zoals het scholenexperiment ‘Nationale Lichtmeting’ (zie kader), de speciaal ontworpen proefjes en diverse naschoolse activiteiten. Ook zal het boek ‘Findings on light’ van de PARS foundation in 2016 verschijnen, waar Kuipers een bijdrage aan heeft geleverd. (MV) ➥ www.iyl2015.nl ➥ www.museumboerhaave.nl


FOM etalage

FOM-instituten open in het Weekend van de Wetenschap Ruim 143.000 bezoekers hebben in het weekend van 3 en 4 oktober één van de ruim 240 deelnemende locaties van het Weekend van de Wetenschap bezocht. Ook de FOM-instituten AMOLF, ARCNL, DIFFER en Nikhef openden hun deuren voor het publiek om hen kennis te laten maken met de wereld van wetenschap. Iedereen, jong en oud, was van harte welkom om een kijkje te nemen bij de instituten, te praten met wetenschappers en technici of deel te nemen aan een van de mini-lezingen, workshops, rondleidingen of demonstraties. Enkele hoogtepunten: op de foto met een kosmisch deeltje bij Nikhef, het theatercollege van Albert Polman op AMOLF, en wetenschapsjournalist Diederik Jekel ging bij DIFFER in Eindhoven met het publiek in gesprek over energie in de toekomst. De interactieve zandbak, kon maken, was nieuw tijdens de open dag op FOM-instituut

Technici installeren een

AMOLF en trok veel aandacht

spiegel in een gang waarin

van zowel jong als oud. Met be-

het laserlicht voor Virgo

hulp van een Xbox Kinect sen-

wordt gestabiliseerd.

sor, een projector, open source software en een zandbak

in tijdschrift KIJK Begin november verscheen een uitgebreid artikel over het Virgo gravitatiegolvenonderzoek in het tijdschrift KIJK. Nikhef-programmaleider Jo van den Brand komt aan het woord en er wordt veel aandacht besteed aan de Nederlandse bijdrage aan het onderzoek. De werking van het experiment wordt op een heldere manier uiteengezet door auteur Jean-Paul Keulen. Ook wordt de vraag "Waar is dit allemaal goed voor?" beantwoord door Van den Brand: “We kunnen aan de hand van de eigenschappen van gravitatiegolven ook de algemene relativiteitstheorie testen. Want niemand weet of de vergelijkingen van Einstein een correcte beschrijving geven in een gebied waar de zwaartekracht heel sterk is – bijvoorbeeld als er twee zwarte gaten samensmelten.”

konden bezoekers bergen, valleien, rivieren en uitbarstende vulkanen bouwen terwijl de structuren geprojecteerd werden op het zand. Door bergen of kuilen te maken verandert de hoogtekleur die op het zand wordt geprojecteerd. Je kon het zelfs laten ‘regenen’ om zo water in kuilen en riviertjes te laten lopen. Kijk hoe het werkt via het YouTube-filmpje op de

Foto: Mark Knight

Nikhef-gravitatiegolvenonderzoek

FOM-website. ➥ www.fom.nl/opendagamolf

Lees een korte beschrijving van het KIJK-artikel en bekijk het filmpje dat Marco Kraan en Thomas Bauer maakten tijdens een van de installaties van de spiegels: ➥ www.nikhef.nl (onder ‘Nieuws’ van 2 november 2015)

Save the date! In 2016 bestaat FOM 70 jaar. Dat gaan we op

vrijdag 16 september 2016 vieren in Amersfoort. Stay tuned!

Inspirerend symposium 'Uitdagingen voor het onderzoek naar het oogsten en omzetten van zonne-energie'

Foto: Norbert van Onna

Foto: Marco Kraan/Nikhef

waarmee je zelf landschappen

Op 4 september organiseerde FOM-instituut DIFFER een wetenschappelijk symposium om onderzoeksgemeenschappen samen te brengen die werken aan bio-geïnspireerde en synthetische manieren om duurzame energie om te zetten. Er waren bijna honderd deelnemers van academische instellingen, instituten, ondernemingen en bedrijven die zich bezighouden met onderwerpen die gerelateerd zijn aan de NWO-programma’s Towards biosolar cells,

CO2-neutral fuels en Plasma conversion of CO2. Tijdens deze dag werden de nieuwste resultaten uit de programma’s gedeeld en presenteerden promovendi hun onderzoek. ‘s Middags volgde de aankondiging van het nieuwe NWO-programma Solar-to-Products. Dit publiek-privaat samenwerkingsprogramma is in begin november van start gegaan (deadline: 29 januari 2016) en zal zich bezighouden met het onderzoek naar een bio-geïnspireerde en

synthetische manier om duurzame energie om te zetten in chemische verbindingen. Dit nieuwe programma is opgezet in samenwerking met de topsectoren Chemie en Energie. Dit symposium maakt deel uit van de serie workshops Science & The Energy Challenge die DIFFER faciliteert. Kijk voor meer informatie over de call op de FOM-website. ➥ www.fom.nl/solartoproducts

expres

3


Interview

Nieuws

Sijbrand de Jong over zijn nieuwe functie als president van de CERN Council

Artist’s impression van een lawine van kosmische deeltjes

“ Bij CERN is het gebruikelijk om wel dertig jaar vooruit te plannen” Op 18 september heeft de CERN Council Sijbrand de Jong verkozen tot zijn 22e president. De Jong zal per 1 januari 2016 de huidige president Agnieszka Zalewska opvolgen. ‘Nederlander de baas van CERN!’ kopten de kranten. Is dat zo? Tijd om De Jong te bellen over wat deze prestigieuze functie precies inhoudt, welke ervaringen hij vanuit zijn onderzoek meeneemt en waar hij verwacht dat CERN over tien jaar zal staan.

Tienjarig Pierre Auger Observatorium maakt doorstart met

De Jong legt uit dat de CERN Council, op voorspraak van de Directeur Generaal, verantwoordelijk is voor het vormgeven en vaststellen van de strategie en het beleid van CERN en toeziet op de correcte uitvoering van die strategie. De Council is samengesteld uit twee leden van elke lidstaat. De dagelijkse leiding van CERN is in handen van de directeur-generaal; per 1 januari 2016 is dat Fabiola Giannotti, die verantwoording aflegt aan de CERN Council. “Omdat de Council een vertegenwoordiging is van alle lidstaten kun je de Council vergelijken met het Nederlandse parlement. De leden zijn echter niet direct democratisch gekozen, maar benoemd door de regering van het land zelf. Het Directoraat, waarvan Gianotti aan het hoofd komt te staan, vormt daarnaast de uitvoerende ‘regering’ die het lab runt en met nieuwe ideeën komt”, aldus De Jong De benoeming van De Jong heeft veel aandacht gekregen van de media, waarin hij regelmatig werd gepositioneerd als ‘nieuwe baas van CERN’. De Jong ziet dat toch anders. “Als president mag ik niet meestemmen als er beslismomenten zijn, dat doen alleen de vertegenwoordigers van de lidstaten. In mijn nieuwe rol ben ik straks vooral verantwoordelijk voor het diplomatiek leiden en begeleiden van het besluitvormingsproces, het sluiten van compromissen en het vinden van consensus tussen alle lidstaten.”

Dosis ervaring

De Jong zal volgend jaar ruim de helft van zijn werktijd besteden aan het presidentschap. Hij blijft wel in Nederland wonen en zal zijn nieuwe functie, die maximaal drie jaar duurt, combineren met zijn huidige werk aan de Radboud Universiteit en bij Nikhef. “Ik zal dus ergens iets moeten inleveren en ik voorzie nu dat ik vooral een aantal jaren minder actief zal zijn op het gebied van het onderwijs”, blikt De Jong vooruit. Hij vertelt dat hij zijn jarenlange ervaring in het onderzoek, en vijf jaar zitting namens Nederland in de CERN Council, goed kan gebruiken in zijn nieuwe functie: ”Ik ken CERN in de volle breedte en heb bestuurlijk op diverse vlakken meegedraaid, onder andere als onafhankelijk lid van het Large Hadron Collider Comité, als toezichthouder. Maar ook de werkvloer ken ik goed, want ik ben tot in detail betrokken geweest bij de voorbereiding en uitvoering van verschillende grote experimenten op CERN. Die combinatie is heel waardevol.”

CERN over tien jaar

Als we De Jong vragen waar CERN over tien jaar staat, weet hij dat tot in detail. “Er is de hoop dat we met de LHC - nu met de verhoogde energie, en over tien jaar met veel meer botsingen - veel nieuwe fysica ontdekken, waaronder nieuwe deeltjes. Daar zijn ook veel theoretische verwachtingen over. Het kan zijn dat we iets ontdekken dat we helemaal nooit hadden verwacht, maar het zou ook kunnen dat alles binnen het standaardmodel blijft en dat veel van de huidige out-of-the-box-ideeën dan worden afgeschreven. Maar...”, voegt hij snel toe “tien jaar is bij CERN een korte termijnplanning. Strategisch gesproken is tien jaar voor ons maar matig interessant. Het is gebruikelijk om wel dertig jaar vooruit te plannen. Faciliteiten als de LHC hebben een lange voorbereidingstijd nodig. Niet alleen qua besluitvormingsproces, maar er moet ook een budgettaire spreiding zijn over vele jaren vanwege de hoge kosten. Het is straks mijn rol om de ambities van CERN aan te laten sluiten bij het financiële plaatje dat de lidstaten meebrengen.” (MV)

Sijbrand de Jong is hoogleraar experimentele natuurkunde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, FOM-werkgroepleider en onderzoeker bij Nikhef. De Jong was vanaf 2001 tien jaar lid van de Raad van Bestuur van FOM en was in 2013 lid van de Commissie Dijkgraaf die het Vision Paper 2025 'Chemistry & Physics, Fundamental For Our Future' opstelde. Sinds 2010 is De Jong afgevaardigde

4

expres

namens Nederland in de CERN Council. Daarnaast was hij in 2006 en 2013 de Nederlandse vertegenwoordiger van de CERN Council strategiegroepen. Van 2004 tot 2008 was hij lid van het Large Hadron Collider Comité bij CERN. De Jong is actief in de astrodeeltjesfysica. Hij neemt deel aan het onderzoek naar kosmische straling in het Pierre Auger Observatorium in Argentinië (zie artikel hiernaast). Daarnaast is

hij nauw betrokken bij educatieprojecten en de initiatiefnemer van het team dat in 2009 de Academische Jaarprijs won met een op resultaten van het Pierre Auger Observatorium gebaseerd project. Door het winnen van de Jaarprijs en dankzij een bijdrage van de RU kon De Jong in 2010 het dancefeest 'Cosmic Sensation' organiseren. Tijdens het feest werd kosmische straling gebruikt om muziek te maken.

verbeterde detectoren Pierre Auger, het observatorium voor kosmische deeltjes in Argentinië, krijgt nieuwe, verbeterde detectoren. Om deze mijlpaal te vieren vond van 14 tot en met 16 november een groot evenement bij het observatorium plaats om de behaalde successen van de eerste tien jaar en de plannen voor het volgende decennium te bespreken. De Nederlandse deelnemers aan het internationale onderzoeksproject, waaronder Nikhef, dragen in belangrijke mate bij aan de nieuwe ‘Scintillator Surface Detector’, een van de belangrijkste nieuwe onderdelen. Hiermee hopen de onderzoekers de exacte eigenschappen van de aankomende hoogst-energetische kosmische straling te kunnen meten. Het Pierre Auger Observatorium in de provincie Mendoza, Argentinië, is de belangrijkste meetinstallatie voor het onderzoek aan kosmische straling, die veroorzaakt wordt door geladen deeltjes uit de ruimte. Ruim 500 wetenschappers uit 16 verschillende landen werken er aan de vraag waar de hoogst energetische deeltjes uit het heelal vandaan komen. Sinds de metingen begonnen in 2005 hebben meer dan 220 jonge wetenschappers hun proefschrift op Auger-metingen gebaseerd. Sinds 2005 is een Nederlandse Augergroep actief, een samenwerkingsverband tussen Nikhef en KVI Center for Advanced Radiation Technology. Ook onderzoekers van het Institute for Mathematics, Astrophysics and Particle Physics van de Radboud Universiteit doen hierin mee. De groep heeft een vooraanstaande rol in de analyse en interpretatie van de data, met name voor de bepaling uit welke soorten deeltjes de kosmische straling bij de hoogste energie bestaat. Ook bij de geplande verbeteringen hebben Nederlandse wetenschappers een belangrijke rol. ➥ www.nikhef.nl ➥ www.auger.org

Credits: Montage: Helmholtz Alliance for Astroparticle Physics / A.Chantelauze Afbeelding: Pierre Auger Observatory / S.Saffi; Cosmic Shower: ASPERA / Novapix / L.Bret

President CERN Council

Over Sijbrand de Jong

die de aarde bereikt.


Nieuws

Plan van aanpak bekend

voor nieuwe organisatie Het plan van aanpak voor de transitie naar een vernieuwd NWO, en de samenvatting daarvan, zijn half oktober beschikbaar gekomen. Het plan geeft de stappen aan van het transitieproces. 1 januari 2017 is de datum waarop het nieuwe organisatiemodel van start gaat. Onder verantwoordelijkheid van de Stuurgroep Transitie NWO is de eerste stap het uitwerken van een integraal hoofdontwerp voor het nieuwe NWO. Werkgroepen, bestaande uit NWO-betrokkenen, gaan in eerste instantie aan de slag met de uitwerking. In het proces is voorzien dat stakeholders van NWO kunnen meedenken. NWO beter toerusten voor de toekomst Het nieuwe NWO wordt slagvaardiger en meer op samenwerking gericht, gaat flexibeler inspelen op ontwikkelingen in de wetenschap en zal samenwerking binnen de wetenschap en met de maatschappij versterken. De organisatie wordt efficiënter en transparanter ingericht: de huidige disciplines worden geclusterd tot vier domeinen. Financieringsinstrumenten Voor 2016 wordt de continuïteit van de bestaande financieringsinstrumenten van alle onderdelen van NWO gewaarborgd. Aanpassingen zal FOM tijdig communiceren, zodat onderzoekers zich kunnen voorbereiden op veranderingen in procedures.

kwaliteit en vernieuwing in de wetenschap te bevorderen. De contouren van de toekomstige organisatie zijn bekend gemaakt op 14 april 2015. Fase 1 van start: de planfase Na de vaststelling van het Plan van Aanpak gaat nu de eerste fase naar een nieuw NWO in: de planfase. Een belangrijk onderdeel van deze fase is de vorming van de vijftien werkgroepen die delen van het hoofdontwerp voor het nieuwe NWO gaan uitwerken. De projectleiders van alle werkgroepen zijn inmiddels aangesteld en vanuit FOM zullen de volgende mensen (mede) een werkgroep gaan leiden: Bètadomein (Marjolein Robijn, NWO Natuurkunde), Functies & personeel (Joost Weber, FOM-CPD) en Splitsing FOM (Christa Hooijer, FOM).

OrganOgram tOekOmstig nWO Raad van Toezicht

Stakeholders

Raad van Bestuur Voorzitter + CFO/COO Portefeuillehouders domeinen:

Instituten NIOZ CWI AMOLF DIFFER Nikhef ASTRON SRON NSCR

Bèta

Technisch en Toegepast

Sociaal en Geestes

Zorg en Medisch

Vz. bestuur

Vz. Bestuur

Vz. bestuur

Vz. bestuur

Bèta wetenschap

Technischeen toegepaste wetenschap

Sociale- en Geesteswetenschap

Zorgonderzoek en Medische wetenschap

(Voormalig TW/STW)

(Voormalig MaGW - GW)

(Voormalig N* - EW CW - ALW)

Raad van Advies

(ZonMw)

Domeinoverstijgende programmering (NIHC, WOTRO, Strategische uitdagingen, Topsectoren)

N* staat in dit organogram voor de granting delen van het huidige NWO-gebied Natuurkunde en FOM samen.

Context van de verandering In de Wetenschapsvisie 2015 van het kabinet en in de NWO-Strategie 2015-2018 werd de vernieuwing van de NWO-organisatie al aangekondigd, met als doel dat zij transparanter, flexibeler, krachtiger, meer coherent en duurzaam invulling kan geven aan de missie van NWO: een sterk wetenschapsstelsel in Nederland door

Meer informatie Op de FOM-website kunt u het 'Plan van Aanpak Transitie NWO' en de 'Samenvatting Plan van Aanpak Transitie NWO' downloaden. Daar vindt u ook eerdere berichtgeving over de transitie naar een vernieuwd NWO. ➥ www.fom.nl/planvanaanpak

In de nieuwe structuur vindt de

le zaken, deel van uitmaken. Deze

nisatie. Adviesraden stimuleren

besluitvorming plaats in een

vier actieve wetenschappers zul-

de wederzijdse afstemming van

Raad van Bestuur. Dit collegiale

len daarnaast ieder voorzitter zijn

de instituten met de domeinen.

bestuur is nauw verbonden met

van één van de vier domeinbestu-

Er komt ook een brede Raad van

de domeinen en de instituten via

ren. De Raad van Bestuur als ge-

Advies voor heel NWO, voor de

de vier actieve wetenschappers

heel is verantwoordelijk voor de

dialoog met de samenleving

die er, naast een voorzitter en een

instituten, die ondersteund zullen

en de multidisciplinaire

lid voor financiële en operatione-

worden door een institutenorga-

afstemming.

Vrije FOM-programma's 2016: indienen vóór 1 maart Sinds begin december is het weer mogelijk om aanvragen voor Vrije FOM-programma's in te dienen. De vooraanmelding voor de ronde 2016 sluit op dinsdag 1 maart 2016 om 12.00 uur. Voor deze ronde is 14,6 miljoen euro beschikbaar. In een Vrij FOM-programma kunnen de specialisten van de verschillende Nederlandse kennisinstellingen hun krachten bundelen op specifieke terreinen. De onderzoeksgroepen werken aan gebieden waarop de Nederlandse natuurkunde internationaal uitblinkt en waarvan het wetenschappelijk en maatschappelijk belang duidelijk aanwezig is. De nieuwe onderzoeksprogramma’s moeten leiden tot wezenlijk begrip van recent ontdekte verschijnselen en in sommige gevallen ook zicht bieden op nieuwe technologieën. De Vrije programma’s ontstaan op basis van ideeën van onderzoekers, die een aanvraag kunnen ontwikkelen en indienen. Alle programmaaanvragen staan met elkaar in onderlinge competitie. De programma's dienen een duidelijke doelstelling, focus, cohesie en meerwaarde (ten opzichte van afzonderlijke kleinschalige projecten) te hebben. Vanzelfsprekend moet de wetenschappelijke kwaliteit overtuigend zijn. ➥ www.fom.nl/vrijeprogrammas

In de ronde 2016 zijn twee belangrijke wijzigingen: 1 I n de ronde in 2016 is de vooraanmelding gelimiteerd tot 2500 woorden (exclusief literatuurverwijzigingen en budgetparagraaf).

FOM/NWO zijn overgegaan op een nieuwe manier van indienen: systeem ISAAC Als u een onderzoeksaanvraag indient (bijvoorbeeld een voorstel voor de Vrije FOMprogramma's of de FOM-Projectruimte) gaat dat sinds 23 november 2015 via het nieuwe online indiensysteem ISAAC. Indienen via Flamingo is niet meer mogelijk. Houd er rekening mee dat het indienen van een aanvraag in het nieuwe systeem ISAAC iets meer tijd kan kosten dan het oude bekende systeem.

2 Het indienen zal via ISAAC gaan (en niet meer via Flamingo), zie kader hieronder.

FOM and NWO have switched to a new submission system: ISAAC If you submit a research proposal (for example, a proposal for the 'Vrije FOM-programma's’ or ‘FOM Projectruimte’) then with effect from 23 November 2015 this must be done via the new online submission system ISAAC. Submission via Flamingo is no longer possible. Please allow for the fact that submitting a proposal in the new system ISAAC can cost slightly more time than in the old familiar system.

for our english readers

expres

5


Column

Het was een roerige tijd, tien jaar geleden bij ons op de Radboud Universiteit. De subfaculteit Natuurkunde verdween, net als de andere subfaculteiten in de bètarichting. De nieuwe bètafaculteit werd georganiseerd in onderwijs- en onderzoeksinstituten. Voortaan werkte ik binnen het onderzoeksinstituut Instituut voor Moleculen en Materialen (IMM), een instituut waarin chemie en natuurkunde samenkomen. De eerste tijd was dat onwennig. Mensen schoten terug in oude reflexen: de natuurkundigen bang dat het instituut gedomineerd zou worden door chemici, die met meer mensen waren. En de chemici bang dat de natuurkundigen, met hun grote, kostbare apparatuur het hele budget op zouden slokken. Maar na een tijdje verdween dat wij-zij-denken. De chemici gingen zelf ook gebruik maken van die dure apparaten, en de fysici bleken veel te hebben aan hun collega's met chemische kennis. Zelf kwam ik door de reorganisatie in contact met de chemici Roeland Nolte en Alan Rowan. Ik werk nu veel met ze samen. Alan gebruikt voor zijn experimenten nu ook regelmatig het Hoge Veld Magneten Laboratorium (HFML). Datzelfde geldt voor IMM-directeur Elias Vlieg; hij deed altijd al experimenten met kristalgroei, maar doet dat nu geregeld in een sterk magneetveld, om zo een zwaartekrachtsvrije omgeving te simuleren. Het veranderen van de organisatiestructuur heeft de samenwerking binnen de faculteit dus sterk verbeterd. Ik zou niet meer terug willen – en ik denk dat dit voor al mijn collega's geldt.

Theo Rasing lid van het Uitvoerend Bestuur van FOM

breek deze muren af Niek Lopes Cardozo geeft het stokje door aan Theo Rasing De afgelopen drie nummers heeft FOM-voorzitter Niek Lopes Cardozo de column in de FOM expres geschreven. Lopes Cardozo heeft het stokje overgedragen aan Theo Rasing, sinds 2008 lid van het Uitvoerend Bestuur van FOM en FOM-werkgroepleider. Hoogleraar Rasing is experimenteel natuurkundige aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In 2008 won hij de NWOSpinozapremie, de hoogste Nederlandse onderscheiding voor wetenschappelijk onderzoek, en in 2013 ontving hij een ERC Advanced Grant voor zijn onderzoeksvoorstel ‘Magnetisatie op zijn allersnelst’.

FOM zal over een dik jaar opgaan in het bètadomein van de nieuwe NWOorganisatie. Net als bij ons in Nijmegen verdwijnen de grenzen tussen de disciplines. En ja, ik verwacht dat dit in het begin wel het nodige gedoe met zich meebrengt. Maar ik verwacht ook dat niemand straks meer terug wil, net als bij ons.

Wat ik vooral hoop, is dat mensen straks niet hun oude koninkrijkjes zullen gaan bevechten. Als ik één advies mag meegeven aan de mensen in de werkgroep Bètadomein, dan is het dit: creëer een open structuur, geen hokjes. Het lijkt nu misschien het eenvoudigst om het bètadomein te organiseren in een deel natuurkunde, een deel chemie, een deel exacte wetenschappen en een deel algemene levenswetenschappen. Eigenlijk zoals het nu al is, maar dan met elkaar onder één gezamenlijke vlag. Ik zou dat een gemiste kans vinden. Dit is het moment om te zorgen dat mensen uit hun hok komen – net zoals wij in Nijmegen uit ons hok zijn gekomen door de reorganisatie. Dit is het goede moment om binnen NWO de muren tussen de bètarichtingen af te breken. De nieuwe, open structuur kan je ondersteunen met bètabrede calls op thema's. Onderwerpen als energie of materialen lenen zich daar uitstekend voor. Begrijp me niet verkeerd, ik zeg niet dat ál het geld thematisch moet worden verdeeld. Het lijkt me goed dat het nieuwe bètadomein ook calls voor specifieke disciplines uitschrijft. Multidisciplinair werken kan alleen als je sterke disciplines hebt.

De eerste tijd zal onwennig zijn, zeker. Maar het went vast snel, net als bij ons in Nijmegen. Een open structuur zal zoveel toevoegen. De natuurkunde kan leren van de andere richtingen in het bètadomein. Zelf ben ik bijvoorbeeld benieuwd naar de kennis van de mensen uit de astronomie. Zij weten grote, langlopende onderzoeksprojecten strak te organiseren en de financiering voor langere tijd veilig te stellen. Maar nu kom ik de astronomen bijna nooit tegen, omdat ze niet binnen FOM zitten. Ik verheug me er op dat dit verandert, omdat we straks samen in hetzelfde bètadomein vallen.

Personalia Op 20 november heeft de Algemene Vergadering van Science Europe de nieuwe raad van bestuur verkozen. NWO-voorzitter prof.dr. Jos Engelen is benoemd als lid van de nieuwe raad van bestuur. Engelen had zich kandidaat gesteld omdat “deze positie binnen Science Europe goed aansluit bij de strategische keuze van NWO om meer in te zetten op beïnvloeding van het Europese onderzoeksbeleid en actief bij te dragen aan de ERA en Europees onderzoek. Het is ook een erkenning van NWO’s positie en zichtbaarheid onder de belangrijkste onderzoeksorganisaties in Europa.”

6

expres

Dr. Eppo Bruins heeft begin decem-

ber afscheid genomen als directeur van Technologiestichting STW. Bruins gaat sinds 2 december verder als Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie. Dr. Cor de Boer neemt de taken van Bruins over en is door het STW-bestuur benoemd tot ad-interim directeur. De Boer is sinds 2000 werkzaam bij STW, eerst als program officer, later als clusterleider.


IPP-nieuws

Quantuminstituut Qutech start samenwerking met Intel Meer onderzoek naar Quantumtechnologie Hierboven las u over de samenwerking van quantuminstituut QuTech met Intel. Quantumonderzoek is veel breder dan alleen het onderzoek dat binnen QuTech plaatsvindt. In opdracht van het ministerie van Economische Zaken maakt FOM samen met NWO-gebied Exacte Wetenschappen (EW) dit jaar een quick scan van het Nederlandse quantumonderzoek, dat specifiek gericht is op het bestuderen van quantumeffecten die mogelijk tot nieuwe technologie kunnen leiden. FOM richt zich daarbij op het in kaart brengen van het Nederlandse natuurkundige quantumonderzoek, EW op het quantumonderzoek binnen de informatica. Er zijn inmiddels ook verschillende initiatieven in ontwikkeling om quantumtechnologie in breder verband op de Nederlandse en Europese wetenschapskaart te zetten:

Q

• Conferentie over Quantum Technologie Op 17 en 18 mei 2016 zal in het kader van het Nederlands voorzitterschap van de EU een conferentie plaatsvinden op het gebied van quantumtechnologie, op initiatief van het ministerie van Economische Zaken.

Begin september werd bekend dat het Amerikaanse elektronicabedrijf Intel en quantuminstituut QuTech de komende tien jaar intensief gaan samenwerken. De bijdrage van Intel aan QuTech vertegenwoordigt een waarde van ongeveer 50 miljoen dollar, plus inbreng van expertise, mankracht en faciliteiten. QuTech is een instituut dat in 2013 is opgericht door TU Delft en TNO, en partner is van onder andere NWO en FOM. ➥ www.fom.nl/QutechIntel

”QuTech is verheugd om Intel als partner te mogen verwelkomen. De grote uitdaging voor het ontwikkelen van quantumtechnologie, zoals een quantumcomputer, zal het komende decennia ‘opschaling’ zijn: het kunnen maken van complexe structuren met zeer veel quantumbits. Deze samenwerking stelt ons in staat onze wetenschappelijke kennis te combineren met de beste engineering-kennis uit de computerindustrie”, zegt Lieven Vandersypen, onderzoeksleider van de samenwerking bij QuTech en werkgroepleider van FOM.

Einsteins ongelijk nu echt bewezen met technisch hoogstandje Een onzichtbare en instantane verbinding tussen elektronen op grote afstand van elkaar: Einstein achtte zo'n verbinding onmogelijk. Hij geloofde niet in spooky action at a distance. FOM-werkgroepleider Ronald Hanson en zijn team (TU Delft) publiceerden eind oktober in Nature het bewijs dat die spookachtige interactie wel degelijk mogelijk is. Hij kreeg het voor elkaar met elektronen in twee diamanten die meer dan een kilometer uit elkaar lagen. In 2014 maakten Hanson en zijn team bekend, dat zij een opzienbarend quantumexperiment voorbereidden om definitief een einde te maken aan een tachtig jaar oude discussie uit de natuurkunde. De theorie van de quan-

tummechanica voorspelt dat het waarnemen van een object instantaan gevolgen kan hebben voor een ander verderop Ronald Hanson gelegen object – in theorie zelfs aan de andere kant van de Melkweg. Albert Einstein weigerde dat verschijnsel te accepteren, en labelde het in 1935 'spookachtige interactie op afstand'. Het team van Hanson heeft nu Einsteins ongelijk aangetoond. Het experiment dat is uitgevoerd, besluit een van de meest intrigerende discussies in de natuurkunde. Daarnaast heeft het een belangrijke toepassing: verstren-

geling maakt een vorm van inherent veilige communicatie mogelijk. De baanbrekende resultaten staan in het vakblad Nature van 21 oktober. Het onderzoek van Hansons groep is onder meer ondersteund door FOM, STW en NWO: onder andere in een tienjarige, inmiddels afgesloten, FOM-focusgroep. Hansons onderzoeksgroep is onderdeel van quantuminstituut QuTech. ➥ www.fom.nl/ronaldhanson

Veel media-aandacht voor het quantumonderzoek van Ronald Hanson Robbert Dijkgraaf @RHDijkgraaf 22 oktober Proud of Dutch proof of quantum entanglement, also at Einstein's home. Front-page physics

Q • ERA-NET Cofund voor quantum Een European Research Area Network (ERA-NET) is een instrument van de Europese Commissie binnen Horizon 2020 (en diens voorganger het 7e Kaderprogramma). Doel van een ERA-NET is afstemming van onderzoeksprogramma's in de nationale lidstaten en stimuleren van de samenwerking tussen nationale research councils en onderzoeksfinanciers. Er wordt nu gewerkt aan een ERA-NET Cofund op het gebied van quantumtechnologie: Quant-ERA. Ook FOM zal daarin deelnemen namens NWO. De verwachte omvang van het programma zal ongeveer 30 miljoen euro bedragen.

Enkele krantenkoppen Dankzij Delft hoeft Einstein geen spoken meer te zien Volkskrant, 22 oktober 2015

Delftse ingenieurs bewijzen het ongelijk van Albert Einstein Trouw, 22 oktober 2015

In Delft is echt geen minuut te verliezen AD/Haagsche Courant, 22 oktober 2015

Onderzoek TU Delft: Einstein had het fout

Algemeen Nederlands Persbureau ANP, 22 oktober 2015

Einstein geloofde er niet in, maar spookwerking bestaat NRC.NEXT, 22 oktober 2015

Illustratie: Volkskrant, 24 oktober 2015. Gemaakt door striptekenaar Erik Kriek en wetenschapsredacteur Martijn van Calmthout. © Erik Kriek

Einstein had ongelijk; Nederlandse fysici bewijzen kwantumwazigheid De Morgen, 22 oktober 2015

Einsteins pech

Volkskrant, 23 oktober 2015

We gaan teleporteren Trouw, 24 oktober 2015

expres

7


Topsectoren

Nederlandse Kennis- en Innovatiecontract voor 2016-2017 getekend FOM draagt in totaal 125 miljoen euro bij aan topsectoren

Op 5 oktober ondertekende NWO als een van de betrokken organisaties het Nederlandse Kennis- en Innovatiecontract voor 2016 en 2017. Met dit contract onderschrijven overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen, waaronder FOM als onderdeel van NWO, de inhoudelijke ambities voor de topsectoren met als doel het Nederlandse kennis- en innovatiesysteem te versterken. In totaal wordt een bedrag van 4,2 miljard euro geïnvesteerd, NWO draagt hier 550 miljoen euro aan bij. De NWO-bijdrage is bestemd voor hoogwaardig wetenschappelijk onderzoek. FOM-bijdrage De totale FOM-bijdrage aan het Kennis- en Innovatiecontract 2016-2017 is 125 miljoen euro. FOM besteedt dat geld aan veel verschillende kleine en grote onderzoeksprojecten en ook een deel van de missiebudgetten van de FOM-instituten wordt aan topsectoronderzoek besteed. Van dit bedrag geeft FOM 28 miljoen euro uit aan publiek-private samenwerking onder andere via nieuwe Industrial Partnership Programmes (IPP) en strategische programma's van FOM. In de verschillende kaders op deze pagina worden enkele onderzoeksprojecten uit de Kennis- en Innovatiecontracten uitgelicht, waar FOM bij betrokken is.

Concrete voorstellen van FOM in de propositie 2016-2017

Publiek-private samenwerking Van de NWO-bijdrage gaat 200 miljoen euro naar onderzoek waar ook bedrijven aan meebetalen: publiek-private samenwerking (PPS). Een deel hiervan krijgt de vorm van samenwerkingsverbanden van langere duur. Een voorbeeld hiervan is het Advanced Research Center for Nanolithography (ARCNL), dat fundamenteel onderzoek doet naar technologie voor een toekomstige generatie computerchips en processoren. Een belangrijk instrument voor FOM om actief te kunnen bijdragen aan de topsectoren is het Industrial Partnership Programme (IPP) Afgelopen juni concludeerde een onafhankelijke evaluatiecommissie dat het FOM IPP als instrument voor publiek-private samenwerking een eigen, unieke positie binnen het innovatielandschap heeft en van groot strategisch belang is voor de fundamentele natuurkunde en de toepassing daarvan. FOM weet met dit instrument topkwaliteit te koppelen aan innovatie. Er zullen in 20162017 verschillende nieuwe IPP's tot stand komen binnen de topsectoren HTSM, Energie en Chemie. ➥ www.fom.nl/ippevaluatie

8

expres

Ruimte voor mkb binnen de FOM Industrial Partnership Programmes De IPP-evaluatiecommissie pleitte ook voor uitbreiding van het IPP-instrument, onder andere voor betere aansluiting met het mkb. Binnen het palet aan IPP's wordt daarom binnen de Topsector HTSM, bij wijze van pilot, ruimte gecreëerd voor samenwerkingsprojecten. Deze ruimte is gericht op mkb-ondernemers die zo op een laagdrempelige manier deel kunnen nemen in programma's. Deze aanpassing is geïnspireerd op de instrumenten van NWO Chemische Wetenschappen: KIEM en LIFT. KIEM is gericht op korte projecten die typisch binnen een half jaar klaar zijn, en LIFT biedt ruimte voor omvangrijkere samenwerkingsprojecten op een iets langere termijn. De verwachting is dat er veel interesse voor deze instrumenten zal zijn vanuit de mkb-achterban van de Topsector HTSM, onder andere vanuit de Roadmap Advanced Instrumentation, waarin ook de NWO- en FOM-instituten actief participeren.

Lectorenprogramma's Sinds 2001 zijn er bijna 700 lectoren aangesteld in het hoger beroepsonderwijs onder meer om de kloof tussen wetenschappelijke kennis en het werkveld te overbruggen. Uit een uitgebreide NWO-verkenning blijkt dat bij hogescholen en alle NWO-instituten de wens leeft om samenwerking tussen hogescholen en de NWO-instituten te versterken. Dit heeft zijn beslag gekregen met het voorgestelde lectorenprogramma. In dit programma worden lectoren 50 procent aangesteld bij de NWO-instituten (waaronder de FOM-instituten). De samenwerking tussen hogescholen en instituten via deze lectoren dient twee doelen. Ten eerste het versterken van onderzoek in de keten: kansen op toepassing van kennis worden structureel vergroot door verbinding met het praktijkgericht onderzoek aan hogescholen en met het mkb dat met de hogescholen samenwerkt. Ten tweede de beschikbaarheid van technisch talent: samenwerking met hogescholen verhoogt de instroom van technisch opgeleid talent dat kan worden ingezet voor praktijkgericht onderzoek, onder andere middels afstudeerprojecten. Dit is een speerpunt in de Human Capital agenda van de drie betrokken Topsectoren Energie, HTSM en Water. De ambitie van de hogescholen is daarnaast om de kwaliteit van opleidingen te verbeteren via uitdagende onderzoeksstages en doordat hogescholen een betere (toegang tot) de onderzoeksinfrastructuur ontwikkelen.


Verbinding met maatschappelijke uitdagingen en de Wetenschapsagenda Een belangrijk aspect van de NWO-inzet voor 2016-2017 is de verbinding met grote maatschappelijke uitdagingen op nationaal en internationaal niveau. Daarnaast wil NWO de aansluiting maken met grote Europese onderzoeksprogramma’s. Met deze verbreding speelt NWO al in op de totstandkoming van de Nationale Wetenschapsagenda, waarin wetenschap, burgers en overheid gezamenlijk onderwerpen formuleren voor onderzoek. De volgende concrete doorsnijdende en verbindende initiatieven hebben een directe relatie tot de Nationale Wetenschapsagenda (zie ook pagina 22/23), en hiervoor zal FOM, in samenwerking met andere NWO-gebieden, calls ontwikkelen: Bouwstenen van Leven FOM heeft samen met NWO het programma Bouwstenen van Leven gelanceerd om een aantal urgente wetenschappelijke en maatschappelijke uitdagingen op het grensvlak van de fysica, chemie, biologie, informatica en systeemanalyse aan te gaan. Het programma zal recente kennis integreren om een beslissende stap vooruit te zetten in het fundamentele begrip van cellulaire systemen vanuit de (moleculaire) bouwstenen ervan. Het doel is om grensverleggend onderzoek te faciliteren en duurzame interdisciplinaire onderzoeksprojecten in publiek-privaatsamenwerkingsverband te vormen. In

november heeft NWO een matchmaking event georganiseerd, waarin deelnemers ideeën konden pitchen. In het voorjaar van 2016 gaat een call for proposals open. De call heeft een omvang van circa tien miljoen euro en vraagt per project minimaal tien procent private bijdrage. ➥ www.nwo.nl/buildingblocksoflife

Materials for sustainability Materialenonderzoek is een kracht van Nederland en is typisch een crossdisciplinair onderzoeksveld met groot belang voor de maatschappij en het

bedrijfsleven. Het NWO Verkenningsrapport Materialen, dat binnenkort zal verschijnen, beschrijft de trends en de uitdagingen voor Nederland. NWO zal een breed Materialen-initiatief opzetten, met daarin een programma ‘Materials for sustainability’. Dit thema is van belang voor verschillende topsectoren (Energie, HTSM, Chemie) en onderzoekers vanuit verschillende disciplines zullen in dit multidisciplinaire onderzoeksveld aanvragen kunnen indienen. Het gaat hierbij zowel om onderzoek naar op grote schaal genereren van nieuwe duurzame materialen voor systemen die duurzame energie opwekken (bijvoorbeeld zonnecellen, batterijen en windturbines) en duurzame materialen die de huidige fossiele brandstoffen kunnen vervangen. De call heeft een omvang van 9 miljoen euro en daarnaast zal naar verwachting circa 25 procent private bijdrage worden gevraagd. Houd de FOM-website in de gaten voor meer informatie over het programma en de call.

Uitbreiding samenwerking tussen FOM-instituten en bedrijven De FOM-instituten AMOLF, Nikhef en DIFFER ontwikkelen voor de komende twee jaar voor drie miljoen euro aan samenwerkingsprojecten met bedrijven. De plannen zijn mogelijk gemaakt doordat NWO extra middelen voor publiek-private samenwerking (PPS) beschikbaar heeft gesteld voor de NWO-instituten om actiever te kunnen samenwerken binnen de topsectoren. De FOM-instituten hebben de middelen gebruikt als seed money om nieuwe, kleinschalige projecten op te

zetten. Dat kan in de toekomst leiden tot meer duurzame samenwerking met kleine en grote bedrijven. De projecten bij AMOLF richten zich op een breed palet aan onderwerpen, van de ontwikkeling van nieuwe zonnecellen, het ontwikkelen van een chip om bacteriële infecties te volgen buiten het lichaam en een onderzoek naar de biofysica van het eiwit fibrine voor toepassingen in de kliniek (zie ook het kader hieronder). Nikhef werkt verder aan geavanceerde

instrumentatie, waarbij het gaat om sensornetwerken om via seismische waarneming de ondergrond beter te scannen, het ontwikkelen van diagnostiek in hoogovens gebaseerd op de detectieapparatuur van de LHC, tot het mogelijk maken van een table-top versneller voor het scannen van moleculen. DIFFER richt zich op CO2-neutrale staalproductie, maar ook op gasscheiding via speciale membranen. ➥ www.fom.nl/topsectoren

Publiek-private samenwerking in het kader van de topsectoren

Biofysisch onderzoek naar fibrine voor toepassingen in de kliniek Fibrine is een eiwit dat cruciaal is voor bloedstolling en wondheling. Zodra we een wond oplopen, vormt fibrine een netwerk van fibers (vezels) dat het bloeden stopt en cellen aantrekt die betrokken zijn bij wondheling. Aangezien fibrine de reparatie van weefsels stimuleert, wordt het ook gezien als een interessant biomateriaal voor toepassingen in de kliniek zoals chirurgische lijm of regeneratieve geneeskunde. Tot nu toe wordt fibrine vooral verkregen door opzuivering uit plasma van donoren. Dit leidt tot verschillende beperkingen, zoals beperkte opbrengst, mogelijke risico’s op overdracht van ziektes, en variaties tussen verschillende partijen binnengekomen donormateriaal. Fibriant is een innovatief biomedisch bedrijf in Leiden dat zich richt op het ontwikkelen van producten gebaseerd op 'recombinant fibrine', fibrine dat met biotechnologische technieken is verkregen uit gekweekte cellijnen. Naast de gegarandeerde zuiverheid van dit product is een groot voordeel dat de moleculaire structuur naar wens kan worden veranderd om verschillende biomechanische eigenschappen te verkrijgen.

De onderzoeksgroep van AMOLF-groepsleider Gijsje Koenderink onderzoekt samen met Fibriant de precieze fysische relatie tussen de moleculaire structuur van fibrine en de biomechanische eigenschappen van fibrine-netwerken. Hiervoor zetten zij een scala aan biofysische technieken in, om de structuur en mechanica op verschillende lengteschalen te bestuderen. Door deze unieke combinatie van expertise krijgen de onderzoekers fundamenteel inzicht in de fysische basis van de bijzondere elastische eigenschappen van fibrine. En daarmee wordt een basis gelegd voor het rationeel ontwerpen van nieuwe fibrine producten voor de kliniek. De onderzoekers leggen door biofysische technieken te gebruiken de relatie tussen de structuur van het fibrine molecuul: de moleculaire structuur wordt met hulp van moleculair biologische technieken gevarieerd.

expres

9


FOM-directeur Christa Hooijer over de transitie

“Ik wil een organisatie die Christa Hooijer is sinds een half jaar directeur ad interim van FOM. Haar voornaamste taak is om de transitie van FOM in goede banen te leiden. “De schotten in de wetenschap moeten verdwijnen.” “Het is fijn om terug te zijn, leuk en vertrouwd.” Na twee jaar NWO is Christa Hooijer terug op honk, bij het FOM-bureau in Utrecht, waar ze het fundament voor haar carrière legde. Dertien jaar werkte ze er als programmacoördinator, waardoor ze het natuurkundelandschap kent als haar broekzak. Nu is het haar taak om de transitie van FOM naar het nieuwe NWO te begeleiden. “Het is belangrijk dat de natuurkunde een goede plek krijgt in de nieuwe organisatie.”

Foto: Rogier Chang

Ze is niet van de prietpraat en komt meteen ter zake. Over de transitie, over een dienstvaardig ‘NWO 2.0’. Over hoe FOM daar aan bij kan dragen. Ze heeft het doel helder voor ogen; als een kapitein, die FOM koersvast door woelige wateren loodst. Ze lacht hard om dat beeld. “Om in de beeldspraak te blijven: de golven zijn soms hoog, we gaan nog behoorlijk heen en weer”, antwoordt ze gevat, met een vleugje zelfspot in haar stem. En dan, zonder een spoor van twijfel: “Maar we komen er wel. Deze overgang is nodig om de Nederlandse wetenschap beter van dienst te kunnen zijn.”

10

expres

Départ: afscheid en start “Dit is ons baken, hier koersen we op”, voegt Hooijer er nog aan toe, en dan is het wel genoeg zeemanspraat voor één dag. Terug naar de wereld van de wetenschap, haar wereld. Ze wijst naar het organogram van de nieuwe organisatie. Dat kader staat al vast: vier grote domeinen, waaronder dat van de bètawetenschappen. Met als vijfde pijler een institutenorganisatie, waarin ook de FOM-instituten zijn onder gebracht. Voor FOM betekent de transitie een splitsing, waarbij het instituutsdeel van FOM opgaat in de ‘institutenpoot’ en het granting deel van FOM onderdeel is van het bètadomein.


Interview

dicht bij de wetenschap staat” Stroomlijnen De voorbereidingen voor die overgang zijn in volle gang. Programmadirecteur transitie Wim van Saarloos presenteerde in oktober bij NWO en FOM het plan van aanpak. De Grand Départ staat gepland voor 1 januari 2017. Een goede term, benadrukte Van Saarloos, omdat départ zowel afscheid als start betekent. Hooijer: “Het is jammer dat we FOM vaarwel zeggen, maar onze expertise nemen we mee naar het nieuwe NWO. Voor de wetenschap biedt de nieuwe organisatie goede kansen. Zoals voor wetenschappers op het grensvlak van disciplines, die nu soms tussen wal en schip dreigen te vallen.” De transitie is volgens Hooijer nodig om de schotten tussen die disciplines af te breken. “De opzet van aanvragen moet worden gestroomlijnd. Nu ziet een wetenschapper een lappendeken aan financieringsinstrumenten. Voor ieder gebied gelden net weer andere regels, van de aanvraag voor een dienstreis tot de beoordeling van een onderzoeksvoorstel. Dat moet helderder.”

En niet alleen voor wetenschappers moet het helderder, benadrukt Hooijer. Voor de overheid moet het ook duidelijker zijn wat NWO doet, en voor alle burgers wat er met het NWO-geld gebeurt. En ook het bedrijfsleven heeft behoefte aan helderheid, in hun zoektocht naar wetenschappelijke expertise. “Mensen uit de industrie vertellen me dat ze lastig hun weg vinden. Ze komen langs NWO, langs STW, langs FOM, voor ze weten met wie ze zaken kunnen doen. Straks is er één aanspreekpunt.” Gelijkenis De contouren van de nieuwe organisatie zijn geschetst. Nu is het de beurt aan de transitiewerkgroepen, die onderdelen in meer detail uitwerken. In die groepen zitten ook FOM-werknemers, zowel vanuit het bureau als uit de instituten. Ondertussen gaat het normale werk van FOM gewoon door, benadrukt Hooijer. “De toko blijft open tijdens de verbouwing.” Voor de FOM-onderzoekers en technici verandert er komend jaar nog weinig. “En ook daarna zal veel hetzelfde blijven”, benadrukt Hooijer. Zo verwacht ze dat veel van de vertrouwde financieringsinstrumenten een plaats krijgen in de nieuwe organisatie, wellicht onder een nieuwe naam. “Wetenschappers zullen in de toekomst vooral merken dat het nieuwe NWO slagvaardiger en flexibeler is.” De transitiewerkgroep Bètadomein buigt zich over de inrichting van dat nieuwe, grote domein, waarin Natuurkunde, Exacte Wetenschappen, Chemische Wetenschappen en Aard- en Levenswetenschappen

zijn ondergebracht. Hooijer: “Het is een flinke klus om die vier gebieden op een goede manier in één domein onder te brengen.” Ze verwacht dat de natuurkunde als discipline zichtbaar blijft. “We werken aan een duidelijk landingspunt voor natuurkundigen.” In discussies over de transitie zijn de schijnwerpers vaak gericht op verschillen tussen FOM en NWO, maar Hooijer ziet vooral de overeenkomsten en gezamenlijke belangen. Zo zitten FOM en NWO bij het toekennen van onderzoeksfinanciering al op één lijn: “In het buitenland hebben wetenschappers niet altijd recht op weerwoord bij een referentenrapport. Of zien beoordelaars niet de volledige referentenrapporten, maar alleen een samenvatting. NWO en FOM lijken in die zin al veel op elkaar.” Wetenschap sturen Van Saarloos heeft alle betrokken organisaties gevraagd om hun best practices in te brengen in de nieuwe organisatie. Hooijer: “De Nederlandse natuurkunde is in zekere zin één en ondeelbaar: het is een gemeenschap, met sterke samenhang tussen de onderzoeksgebieden. En met een sterke samenhang tussen de universiteiten en de instituten. FOM heeft daarin een belangrijke verbindende rol gespeeld, door dicht op het veld te zitten en mee te denken en te sturen bij strategische keuzes. Die ervaring nemen we mee.”

ze spelen snel in op wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen. Het is de taak van NWO om voor een gezond Nederlands wetenschapslandschap te zorgen; daarin spelen de instituten een essentiële rol. Ze zijn in feite het zwaarste instrument dat er is om de Nederlandse wetenschap te sturen. Het is belangrijk dat de ondersteuning voor de instituten, en daarmee ook de ondersteuning van de instituutsstrategieën, op een goede manier wordt geregeld.” Coach Het mee helpen vormgeven van de Nederlandse wetenschap ziet Hooijer als belangrijkste taak van de nieuwe organisatie. Ze maakt een vergelijking met de scheidsrechters op het hockeyveld, waar ze in het weekend te vinden is. “Er zijn scheidsrechters die tijdens de wedstrijd niet met de spelers praten, om afstand te houden. Er zijn er ook die dat juist wel doen, zij verkiezen een coachende scheidsrechtersrol en weten wat er speelt. Voor allebei is een logische onderbouwing te vinden”, aldus Hooijer. Zo is het straks met de nieuwe organisatie ook, vindt ze. “Wat zie je als de hoofdtaak? Is het nieuwe NWO een organisatie die de schaarse middelen verdeelt, of die goede wetenschap faciliteert? Voor beide is wat te zeggen. Ik vind het belangrijk dat de nieuwe organisatie die coachende rol kiest: een dienstvaardig NWO, dat staat voor de gehele Nederlandse wetenschap en weet wat er speelt.” (AV)

Hooijer vindt het belangrijk dat de FOMinstituten bij NWO blijven: “De instituten zorgen voor samenhang in de Nederlandse wetenschap. Ze zijn flexibel en wendbaar,

Over Christa Hooijer “Of ik me NWO-er of FOM-er voel? Ik heb een FOM-hart in een NWO-jasje. Maar in de eerste plaats voel ik me fysicus, ik vind natuurkunde geweldig.” FOM-directeur a.i. Christa Hooijer begon in 2000 als programmacoördinator bij het FOM-bureau, nadat ze als FOM-promovendus haar promotie in de theoretische quantumoptica had afgerond. Bij FOM zag ze alle facetten van de Nederlandse natuurkunde. “Fysica van Leven, Theoretische Hoge Energie Fysica, AMOLF, Nikhef, Gecondenseerde materie en optische fysica, vrouwenbeleid, Physics@FOM Veldhoven… heel breed, daardoor bleef het werk boeien.” Daarna was ze bij NWO plaatsvervangend directeur van het NWO-gebied Natuurkunde, secretaris van de Nationale Commissie Grote Onderzoeksinfrastructuur en secretaris van de Commissie Dijkgraaf. Die commissie schreef ‘Chemistry & Physics, Fundamental For our Future’, het visiedocument dat de ambities voor de natuur- en scheikunde voor de komende tien jaar beschrijft. In juni 2015 keerde ze terug naar FOM. Daar volgde ze Wim van Saarloos op, die bij NWO de transitie ging leiden. Ze kwam geen dag te vroeg: zonder haar had FOM enkel mannelijke directeuren gehad. Hooijer is getrouwd en heeft een dochter (12) en een zoon (10). Hooijer hockeyt fanatiek; ze speelt bij de Deventer Hockey Vereniging in Dames Veteranen A, in de hoofdklasse.

expres

11


Nieuws

IPP-nieuws

Shell, NWO en FOM verwelkomen derde lichting CSERpromovendi uit India Op 7 en 8 september verwelkomden Shell, NWO en FOM de derde lichting CSER-promovendi uit India. De 18 promovendi die bij FOM de komende vier jaar hun promotieonderzoek zullen gaan doen binnen het onderzoeksprogramma Computational sciences for energy research (CSER), namen deel aan dit tweedaagse welkomstevenement. Het merendeel van de oio’s was pas net in Nederland aangekomen. Op de eerste dag stond een bezoek aan Shell in Amsterdam op het programma met een reeks presentaties en een uitgebreide rondleiding in het Shell Technology Centre. De dag werd feestelijk afgesloten met een diner en een rondvaart op de Amsterdamse grachten. De tweede dag vond plaats op FOM-instituut AMOLF. Na presentaties over NWO, FOM en AMOLF kregen zij een rondleiding door AMOLF. De workshop ‘Dealing with the Dutch’ om alvast kennis te maken met de Nederlandse cultuur en omgangsvormen, vormde een mooie afsluiting. Na hun promotie wacht de oio's een baan bij het technologiecentrum van Shell in Bangalore, India. Hetzelfde geldt voor de vierde en laatste groep promovendi, die in India is geworven en waarmee een matchmaking heeft plaatsgevonden met de onderzoeksvoorstellen. Deze laatste lichting start in 2016 met hun promotietraject in Nederland.

Aanbevelingen voor versterking bètadisciplines binnenkort naar OCW In de Wetenschapsvisie 2025 verzochten minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) de Commissie Breimer om aanbevelingen op te stellen voor de versterking van de bètadisciplines. De leden van de Commissie Breimer zien toe op de uitvoering van de Sectorplannen natuuren scheikunde. Voorzitter Douwe Breimer zal de rapportage met de titel ‘Koersvast, Aanbevelingen van de Commissie Breimer aan de minister en staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ter verdere versterking van de bètadisciplines natuur- en scheikunde’ binnenkort officieel aanbieden. Het document bevat een omgevingsverkenning en koersbepaling, en aanbevelingen op het gebied van onderwijs, onderzoek, maatschappij en innovatie. In de volgende FOM expres en op de FOM-website volgt meer informatie over de aanbevelingen; deze worden openbaar nadat de officiële overhandiging heeft plaatsgevonden. Op de FOM-website vindt u meer informatie over het Sectorplan natuur- en scheikunde. ➥ www.fom.nl/sectorplan

Save the date! In 2016 FOM will be 70 years old. We will celebrate this on Friday 16 September 2016 in Amersfoort. Stay tuned! for our english readers

Nieuws

Foto: Joost Weber

Prestigieuze Snelliusmedaille voor Nederlandse ATLAS-groep CSER is een grootschalige publiek-private samenwerking van Shell, NWO en FOM op het gebied van computational sciences binnen het fundamentele energieonderzoek. Het gehele programma bevat onderzoeksprojecten voor 75 promotieplaatsen, waarvan de eerste 50 inmiddels van start zijn gegaan. Hiernaast omvat het programma flinke investeringen in de Nederlandse kennisinfrastructuur op het gebied van computational sciences, zoals tenure track aanstellingen bij Nederlandse kennisinstellingen. Het initiatief sluit goed aan bij de agenda van diverse topsectoren, waaronder Energie en Chemie.

Het Genootschap ter Bevordering van Natuur-, Genees- en Heelkunde van de Universiteit van Amsterdam (UvA) heeft de Snelliusmedaille 2015 toegekend aan de Nederlandse ATLAS-groep. De wetenschappers ontvangen de medaille, die eens in de tien jaar wordt uitgereikt, voor hun bijdrage aan het onderzoek dat heeft geleid tot de ontdekking van het higgsdeeltje. Deze ontdekking, aangekondigd in 2012, markeert het sluitstuk van een intense speurtocht die bijna een kwart eeuw in beslag heeft genomen en waaraan honderden fysici van over de gehele wereld hebben meegewerkt. De Nederlandse inspanningen hebben zich geconcentreerd op het Nationaal instituut voor subatomaire fysica (Nikhef). Nikhef-directeur Stan Bentvelsen heeft op zaterdag 21 november de medaille namens de hele groep in ontvangst genomen tijdens het lustrumsymposium in het kader van het 225-jarig bestaan van het Genootschap. Op de FOM-website leest u wie de betrokken onderzoekers zijn bij het ATLAS-onderzoek.

➥ www.fom.nl/cser

➥ www.fom.nl/snellius

Over CSER

12

expres


Interview

Een 'Chinees DIFFER' als voorbeeld VOOR DE

ENERGIEVOORZIENING VAN DE TOEKOMST Op de middag dat FOM expres Aart Kleijn interviewt, is hij in Nederland en heeft hij een ronde langs de Amstel gereden op zijn racefiets. “In Amsterdam is de particle index voor luchtvervuiling nu 7, in mijn huidige woonplaats Chengdu in China soms meer dan 200”, vertelt hij. “Maar China is zich bewust van de vervuiling en zoekt naar duurzame energiebronnen en schone technologieën.” Kleijn is sinds begin 2014 directeur van het nieuwe Center for Interface Dynamics and Sustainability in de Chinese provincie Sichuan, dat zich à la DIFFER richt op de energievoorziening van de toekomst. In september waren de gebouwen en de eerste opstellingen klaar.

Onderzoeksopstelling Harpoen

Kleijn was van 2003 tot 2010 directeur van FOM-instituut Rijnhuizen, de voorloper van het huidige FOM-instituut voor energieonderzoek DIFFER. Kleijn: “Ik nam ooit apparatuur van AMOLF mee naar de Universiteit Leiden, die vervolgens met mij mee verhuisde naar Rijnhuizen. Deze omvangrijke opstelling, bekend als Harpoen, is nu net naar Eindhoven overgebracht.” Uit het onderzoek aan Harpoen kwam in 2014 een belangrijk artikel in Physical Review of Letters. Onderzoekers lieten voor het eerst zien dat zwaardere atomen in een materiaaloppervlak direct kunnen reageren met die in een omringend gas. “Op dat onderzoek ga ik nu verder. We bouwen een soortgelijk apparaat in Chengdu”, zegt Kleijn.

Het avontuur

Hoe kwam zijn overstap naar China tot stand? Kleijn: “De Chinese overheid heeft het zogenaamde 1000-talenten-programma in het leven geroepen, met als doel buitenlandse onderzoekers aan te trekken. Een Chinese oud-promovendus uit Leiden, nu hoogleraar in Sichuan, droeg mij voor. Tijdens de paasdagen van 2013 werd ik ontboden in Peking. Daar vroeg de Academy of Engineering Physics mij een nieuw instituut te gaan leiden, met onderzoek naar eigen inzicht.” Kleijns vrouw voelde ook voor het avontuur.

ze een neutrale bundelinjectie en negatieve ionen voor nodig. Inmiddels staan er voor 20 gigawatt splijtingsreactoren in het land en in 2020 moeten dat er 59 zijn; eens in de vijf tot tien weken komt er één bij.”

Voormalig instituutsdirecteur Aart Kleijn zet onderzoeksinstituut op in Chengdu Improviseren

Niets is transparant in China, het leven is verwarrend, maar daardoor boeiend, ervaart Kleijn. Ondanks dat de meeste onderzoekers Engels spreken, is er veel spraakverwarring en soms duren processen lang. Hij vertelt over de bezorging van materiaal vanuit DIFFER naar China. Dat kon niet ingeklaard worden omdat de vrachtbrieven verdwenen waren. “Wij hebben een week lang duimen zitten draaien, met mensen uit Nederland. Toen ik belde dat ze zouden vertrekken, waren de spullen er binnen een paar

uur. Met heel veel Chinezen, een op de valreep georganiseerde vorkheftruck en een reeks karretjes ging de kist van 300 kilo naar het goede gebouw. Ze zijn ongelooflijk goed in improviseren. Uiteindelijk hebben we allemaal hetzelfde doel, namelijk ons instituut zichtbaar neerzetten en goed onderzoek doen.”

Grenzeloze ambitie

Kleijn en zijn vrouw wonen in Huayang, vroeger een klein stadje aan de zuidkant van Chengdu. Ze moeten wennen aan de schaalgrootte, want er wonen in Chengdu meer mensen dan in Nederland. Kleijn: “Veel gewone dingen kan je niet, omdat je geen Chinees spreekt. Op zeker moment besloot de kapper mijn scheiding aan de andere kant te leggen en ik kon hem niet duidelijk maken dat ik dat geen goed idee vond. Soms bel ik mijn assistente om via de telefoon te bemiddelen als iemand boos op me is. Je moet continu sonderen bij mensen en je mag niemand op de tenen trappen. Al in de tijd van Mao bezocht Kleijn China. Sindsdien is er veel veranderd: “Mensen dragen vrolijke kleding en iedereen heeft goede moed. Het is fascinerend dat de grootste markteconomie ter wereld geleid wordt door een communistische partij. Sommige dingen zijn ouderwets en sommige extreem modern. De zonnecelmarkt in China groeit wereldwijd het hardst. ‘China is going to make a kung fu war against global warming’, stond laatst in de krant, als illustratie van de ambitie om 200 gigawatt vermogen aan kerncentrales bij te plaatsen, dat is 400 keer Borssele, en daarnaast 300 gigawatt zonne-energie op te wekken en 500 gigawatt windenergie. Ter vergelijking: in heel Duitsland wordt 20 gigawatt aan windenergie gewonnen. Het is mooi om getuige te zijn van die grenzeloze ambitie.” (AvS)

Start met niets

Kleijn startte op 1 januari 2014 met ‘helemaal niets’. Er was een kantoor voor hem en één voor zijn groepsleider. Het eerste dat hij deed, was het werven van mensen: “De Academy neemt elk jaar een grote groep extreem talentvolle afgestudeerden van topuniversiteiten aan, waaruit ik een keuze mag maken. Op de campus, waar mijn instituut staat, werken zesduizend mensen en ik ben als enige niet-Chinees. Bijzonder is dat de Communistische Partij de supervisie heeft. Toch werkt alles redelijk efficiënt. Op zeker moment sprak ik de Secretary General, via een tolk, die aan het eind zei dat ‘secretary Lie concluded that he and you agreed on any matter.’ Dat was prettig.”

Ionfusiereactor

Kleijns doel is een instituut op te bouwen gericht op de energievoorziening van de toekomst. Kleijn noemt thema's zoals zonnebrandstoffen, chemische reacties aan oppervlakken en plasmawandwisselwerking. Kleijn: “Daarnaast gaan we ons bezighouden met het maken van negatieve ionen aan oppervlakken, ooit mijn onderzoek bij AMOLF. De Chinese fusiewereld heeft me gevraagd dit op te starten. China heeft de ambitie om zelfstandig een ionfusiereactor zoals ITER te bouwen. Daar hebben

expres

13


Opinie

“Gevangen door een getalletje”

Foto: Henk-Jan Boluijt

Het is gebruikelijk dat wij, onderzoekers, een nieuwe wetenschappelijke vinding publiceren in een internationaal tijdschrift. Op deze manier archiveren we de nieuwe kennis en vertellen we het resultaat aan onze collega’s. Zij kunnen hiervan leren en ideeën opdoen voor hun eigen onderzoek. Door alles nauwkeurig te beschrijven kunnen anderen de resultaten reproduceren of toetsen.

Kobus Kuipers Groepsleider op FOM-instituut AMOLF, FOM-werkgroepleider en tot voor kort voorzitter van de Werkgemeenschapscommissie Nanofysica/-technologie. In 2013 ontving Kuipers een ERC Advanced Grant voor zijn onderzoeksvoorstel ‘Control of the structure of light at the nanoscale (CONSTANS)’.

In welk tijdschrift kun je het best publiceren? Gezien het doel van publiceren, lijkt het antwoord simpel, namelijk in dát tijdschrift dat door het grootste aantal collega’s gelezen wordt, idealiter met zo min mogelijk vertraging. Maar wie ook maar eventjes in ons wereldje zijn of haar oor te luisteren legt, komt er snel achter dat het bovenstaande antwoord niet het hele verhaal is: tegenwoordig moet het tijdschrift een hoge impactfactor hebben en voor veel onderzoeksgebieden helpt het als het tijdschrift de ‘Nature-brand’ naam voert. Er is zeker een correlatie tussen deze ‘nieuwe’ randvoorwaarden en de zichtbaarheid van het gepubliceerde werk. Toch is er rond publiceren een nieuwe dynamiek ontstaan. Ik kan de laatste jaren nauwelijks nog naar een wetenschappelijke bijeenkomst gaan zonder verzeild te raken in verhitte gesprekken over hoe vreselijk met name Nature Home & Garden, Nature Horse & Hound, etc... zijn. Gesprekken gevoerd door mensen die zodra ze terug zijn op hun eigen werkplek, zo snel mogelijk hun laatste doorbraak naar Nature Source & Drain opsturen. Zo ook ik. Ja, ik heb ook boter op mijn hoofd.

Waarom gaan we hiermee door? Ik denk niet dat ons gedrag één-op-één te beschrijven is als een klassiek ‘prisoner’s dilemma’: als ik stop met publiceren in Nature Song & Dance en jij niet, dan schaad ik m’n eigen carrière. Om zo elkaar gevangen te houden. Wellicht is deze vergelijking niet perfect, toch zijn de ongeschreven regels van de gemeenschap zó dat een individu zich er lastig aan onttrekt. We zijn kennelijk adiabatisch met z’n allen in een toestand terechtgekomen die ons niet langer bevalt. In dat geval zou het voldoende moeten zijn als een voldoende groot aantal van ons het roer omgooit zowel in publicatiegedrag als in beoordelingsgedrag.

Waar gaan die gesprekken dan over? Ze gaan niet over de wens om gelezen te worden. Ze gaan over de noodzaak van publiceren in dit soort tijdschriften om onderzoeksvoorstellen gehonoreerd te krijgen ‘het moet van FOM/EPSRC/DFG’, de noodzaak voor het verkrijgen van een nieuwe baan: ‘het moet van de benoemingscommissie’, etc... Let wel, inmiddels zijn we al zover dat pas gepromoveerden voor een Rubicon-voorstel van NWO de impactfactor moeten vermelden van de tijdschriften waarin ze hebben gepubliceerd. In het licht van deze, voor de carrière van de onderzoeker belangrijke zaken, lopen de gemoederen over de hagelruis in het evaluatieproces van manuscripten, de willekeur van redacties, de macht van anonieme referenten, het winstoogmerk van de bladen, het opkrikken van impactfactoren door reviews op uitnodiging, en de noodzaak van trendy onderzoek, al gauw heel hoog op.

Kobus Kuipers geeft het stokje door aan

Welbeschouwd is deze verontwaardiging heel vreemd. Want wie is (de beoordelingscommissie van) 'de FOM' die onze voorstellen beoordeelt? Wie is de benoemings-, selectie- of promotiecommissie? Geen van deze entiteiten is een anonieme scherprechter. Het betreft commissies bestaande uit mensen. En die mensen, dat zijn we zelf! Wij bevolken die commissies, die zo goed en zo kwaad als het gaat, naar eer en geweten de kwaliteit van het gebodene proberen te wegen. Dus we doen het onszelf aan!

Totdat we die ommekeer bewerkstelligen kun je het jonge onderzoekers niet kwalijk nemen dat ze hun werk willen publiceren in een tijdschrift met een zo hoog mogelijke impactfactor. Hun toekomst hangt er van af. Verwachten dat zíj voor de ommekeer zullen zorgen, kan dus niet. Die moet van gevestigde wetenschappers komen, een lastig proces, wellicht binnenkort nog moeilijker wanneer verschillende vakgebieden bij NWO opgaan in een breed bètadomein waardoor tijdschriften met een bekende ‘brand name’ een veilige haven zullen lijken. Het alternatief, vraagt u. Ik weet het niet precies. Eigenlijk zouden we de artikelen op alle voorstellen allemaal moeten lezen om ze zelf te wegen. Dat gebeurt nu zelden. Hopelijk verzinnen we snel een list om het samenvatten van kwaliteit in een getalletje of tijdschriftnaam te doorbreken. Want het doet pijn als een postdoc minder tevreden is met een mooie wetenschappelijke vondst omdat die ‘slechts’ in Physical Review B werd gepubliceerd. Begrijpelijk, maar toch pijnlijk. Op deze plek zou ik graag Jaime Gómez-Rivas en Ewold Verhagen bedanken voor vele interessante koffietafelgesprekken over dit thema.

Hanneke Gelderblom

groepsleider van het FOM Industrial Partnership Programme ‘Fundamental fluid dynamics challenges in extreme ultraviolet lithography’, een samenwerking tussen de Physics of Fluids groep aan de Universiteit Twente en ASML.

14

expres


Vrouwen in de fysica

Over Mireille Claessens Mireille Claessens (1975) is hoofd van de Nanobiofysica groep van het MESA+ instituut en het MIRA-instituut van de Universiteit Twente. Via de onderstaande weblink vindt u een filmpje over het onderzoek van Claessens aan de UT. In 2009 kreeg zij een Vidi-beurs, en in 2012 won zij de Nationale Wetenschapsquiz en daarmee een reis naar CERN.

➥ https://vimeo.com/118594417

“Voor mij persoonlijk is de aantrekkingskracht dat het gaat om vraagstukken rondom het leven. En het is een heel uitdagend vakgebied. Cellen zijn ingewikkelde systemen. Het is de uitdaging om met vereenvoudigde modellen kwantitatief en voorspellend onderzoek te doen, en vervolgens die uitkomsten te vertalen naar gedrag dat je in levende cellen terug moet kunnen zien.” De biofysicagemeenschap speelt een belangrijke rol, zegt ze. “Iedereen kent elkaar. Elk jaar hebben we in het najaar de grote biofysicabijeenkomst DutchBiophysics in Veldhoven. Daar komt ook iedereen naartoe. En de FOM-werkgemeenschapscommissie Fysica van levensprocessen plaveit de weg voor interdisciplinaire projecten.”

Eiwit met vele gezichten

Haar onderzoek richt zich op de relatie tussen fysische eigenschappen en het gedrag van biomoleculen. “Mijn voornaamste interesse gaat uit naar alpha-synucleïne, een eiwit dat in overvloed in cellen voorkomt en dat amyloïde fibrillen kan vormen. Dat eiwit neemt door interacties met de omgeving verschillende functies aan. Blijkbaar bevat het eiwit schakelaars, die bepalen voor weke functie het geschikt gemaakt moet worden.” Claessens wil weten hoe die schakelaars werken. Welke materiaaleigenschappen bepalen welke functie het eiwit krijgt? En kun je die schakelaars ook van buiten beïnvloeden? Daarnaast speelt het eiwit een rol bij verschillende ziekten, zoals Parkinson en een specifieke vorm van dementie. Zo kan het eiwit zich ophopen in de hersenen, waar het amyloïd plaques kan vormen. Die plaques zijn zichtbaar in de hersenen van Parkisonpatiënten. “Het heersende idee was dat de cel ervoor zorgt dat dit eiwit gaat samenklonteren. Wij hebben echter laten zien dat dat samenklonteren geen proces is dat gestuurd wordt vanuit de cel, maar dat het een resultaat is van een spontane zelfordening van het eiwit.”

Foto: Nout Steenkamp

UT-hoogleraar Mireille Claessens over haar onderzoek naar eiwitten

Weten hoe leven werkt

“ Proberen te begrijpen wat er in zo’n eiwit gebeurt, blijft toch het mooiste wat er is”

FOM-werkgroepleider en lid van de FOM-werkgemeenschapscommissie Fysica van levensprocessen Mireille Claessens begeeft zich met haar onderzoek naar eiwitten op het grensvlak tussen natuurkunde, moleculaire wetenschappen en biologie. “Ik ben altijd al gefascineerd geweest door leven: hoe het werkt, en hoe het is ontstaan.”

Amyloïdstructuren zijn niet alleen schadelijk. Ze hebben ook bijzonder nuttige functies. Zo gebruiken bacteriën ze om aan oppervlakken te blijven plakken. In menselijke cellen dienen deze structuren voor de hormoonopslag. Onlangs ontdekte Claessens groep – min of meer per toeval – dat negatief geladen, nanometer grote stukjes zich spontaan organiseren in goed gedefinieerde vormen met micrometerafmetingen. Nu proberen ze te achterhalen hoe deze zelforganisatie precies werkt. “Als we dat begrijpen, kunnen we de interacties tussen die eiwitstrengen wellicht gaan sturen, en er netwerken mee vormen. Dat zou dan weer tot toepassingen kunnen leiden. Zo kijken we samen met een weefselgroep of we dit soort netwerken kunnen gebruiken als ondergrond om cellen op te laten groeien.”

Hoewel zij zich als hoogleraar aan de Universiteit Twente (UT) vooral richt op fysische vraagstukken, is Mireille Claessens van huis uit geen natuurkundige. “Ik heb Moleculaire Wetenschappen gestudeerd in Wageningen. Tijdens een voorlichtingsdag daar wist ik meteen ‘dit is het’. Dat lag aan de combinatie van vakken, het type studenten, en de onderzoeksgerichte mentaliteit. De meesten van de twintig studiegenoten uit mijn jaar zijn nog steeds actief in het onderzoek.” Al tijdens haar studie ging haar interesse snel uit naar de fysische vakken, vertelt ze. “Daar kwam het meeste

Eén van de mooiste eigenschappen van haar werk aan de universiteit vindt ze het contact met studenten. "Met name promovendi, die zie je in die vier jaar zo groeien!" Zelf komt ze inmiddels nog zelden in een lab. Veel spijt heeft ze daar niet van. “Nu kan ik de bredere lijnen van het onderzoek uitzetten, en me meer bezighouden met langeretermijnplannen.” In onderwijsvrije periodes, als ze iets meer ruimte heeft in haar agenda, stort ze zich echter vaak met liefde weer op het puzzelen op data. ”Want proberen te begrijpen wat er in zo’n eiwit gebeurt, dat blijft toch het mooiste wat er is.” (SK)

denkwerk bij kijken, daar houd ik van. Tijdens mijn postdoc in München heb ik wel even gedacht dat ik eigenlijk natuurkunde had moeten studeren. Maar toch ben ik blij met mijn keuze. Door mijn interdisciplinaire opleiding is het voor mij makkelijker om de link naar de biologie te maken en te zien wat daar de interessante problemen zijn. Dat brengt me veel.” De biofysica in Nederland is goed ontwikkeld, stelt Claessens. Dat was ook een van de redenen voor haar terugkeer naar Nederland, een jaar of acht geleden.

This article is also available in English on the FOM website! ➥ www.fom.nl/fomf expres

15


Said Rahimzadeh-Kalaleh Rodriguez wint FOM Natuurkunde Proefschrift Prijs 2015

Indienen voordrachten FOM-prijzen 2016 De eerstvolgende deadline voor het indienen van voordrachten voor de FOM-prijzen 2016 is 1 april 2016.

Awarded each year to the best physics thesis

Design: www.petraklerkx.nl

Awarded each year to a (group of) physics researcher(s) actively making research results useful for society

Awarded each year to a FOM PhD student with the best chapter dedicated to valorisation of his or her research

Submit before 1 April 2016 www.fom.nl/prizes

De FOM Natuurkunde Proefschrift Prijs 2015 gaat naar Said Rahimzadeh-Kalaleh Rodriguez. Hij ontvangt de prijs ter waarde van 10.000 euro voor zijn proefschrift ‘Coupling Light and Matter in Metallic Nanoparticle Arrays’. Rahimzadeh-Kalaleh Rodriguez promoveerde cum laude aan de TU/e in een onderzoeksgroep van AMOLF, onder leiding van Jaime Gómez Rivas. Het onderzoek van Rodriguez maakte deel uit van een Industrial Partnership Programme tussen FOM en Philips Research. Veel van de concepten die hij onder de loep nam, zijn daardoor niet alleen van fundamenteel belang, maar dragen ook bij aan de ontwikkeling van bijvoorbeeld ledverlichting. De beoordelingscommissie van de FOM Natuurkunde Proefschrift Prijs was diep onder de indruk van het hoogstaande, fundamentele onderzoek, de toepasbaarheid én de outreach-activiteiten van Rodriguez. “Dit proefschrift is het werk van een zeer professionele, allround wetenschapper”, aldus de commissie. In het proefschrift beschrijft Rodriguez een aantal onderzoeken die ons begrip over de interactie tussen licht en materie vergroten. Rodriguez richt zich op de licht-materie-interactie op de minieme schaal van nanometers. Het winnende proefschrift vindt u op de FOM-website. ➥ www.fom.nl/proefschriftprijs2015

FOM Valorisatiehoofdstuk Prijs 2015 voor Gabriele Bulgarini Gabriele Bulgarini wint de FOM Valorisatiehoofdstuk Prijs 2015 van 5.000 euro. Hij besteedde in zijn proefschrift aandacht aan de toepassing en implementatie van quantumtechnologie. Bulgarini promoveerde vorig jaar aan de TU Delft, onder leiding van Leo Kouwenhoven. Hij richtte zijn promotieonderzoek op de elektrische en optische eigenschappen van quantum dots – minuscule halfgeleiders die slechts miljardsten van een meter groot zijn. In het hoofdstuk dat Bulgarini wijdde aan valorisatie, concludeert hij dat nanodraden nu voldoende ontwikkeld zijn om de basis te vormen van toekomstige quantumcommunicatietechnologie. Hij laat zien welke obstakels inmiddels zijn overwonnen, en gaat in op toepassingen zoals volledig optische quantumcomputers en quantumcryptografie. Bulgarini’s werk gaat verder dan alleen het idee: hij is toegetreden tot de spin-off Single Quantum om zijn plannen verder uit te werken. “Bulgarini heeft een nadrukkelijke en kwalitatief hoogstaande aandacht gehad voor de toepassing, het beschrijven en de implementatie van quantumtechnologie”, zo liet de jury weten.

Uitreiking FOM-prijzen 2015 De FOM-prijzen worden op 19 januari 2016 aan de winnaars uitgereikt tijdens het congres Physics@FOM Veldhoven.

Personalia FOM-programmaleider, Nikhef-onderzoeker en UvA-hoogleraar prof.dr. Patrick Decowski is één van de winnaars van de 'Breakthrough Prize in Fundamental Physics 2016'. De prijs wordt uitgereikt aan vijf grootschalige experimenten, die tezamen het bestaan van neutrino-oscillaties hebben aangetoond. Decowski is één van de winnaars, als lid van het KamLANDexperiment in Japan.

16

expres

Per 1 september 2015 is AMOLF-groepsleider

prof.dr. Tom Shimizu

voor een periode van vijf jaar benoemd tot hoogleraar experimentele fysica van gedrag aan de VU. Hij gaat onderzoek doen naar de vraag hoe het gedrag van modelorganismen tot stand komt. Voormalige vice-voorzitter van het FOMbestuur prof.dr. Detlef Lohse is benoemd tot extern wetenschappelijk lid van het ‘Max-Planck-Gesellschaft’. Met de benoeming bekroont het instituut de jarenlange samenwerking met de gerenommeerde natuurkundige van de UT.

De American Physical Society (APS) heeft AMOLF-groepsleider

prof.dr. Pieter Rein ten Wolde

gekozen als APS Fellow. Niet meer dan een half procent van de leden wordt toegelaten tot het APS Fellowship. Ten Wolde is door zijn vakgenoten gekozen en zijn verkiezing kan daarom gezien worden als erkenning van zijn bijdragen aan de fysica. FOM Valorisatie Prijswinnaar (2013) prof. dr. Freek Beekman (TUD) heeft in september met het bedrijf MILabs (waarvan Beekman oprichter is) de prijs voor beste commerciële innovatie van het jaar gekre-

gen van de World Molecular Imaging Society. Het bedrijf werkt aan een SPECT-scanner met een veel hogere resolutie dan de bestaande systemen om de activiteit van tumoren in kaart te brengen. FOM-werkgroepleider dr. Bas van de Meerakker, die onderzoek doet naar botsingen tussen moleculen, heeft in september een van de drie Radboud Science Awards ontvangen. De prijzen zijn voor de drie beste, belangrijkste en boeiendste wetenschappelijke onderzoeksresultaten van de Radboud Universiteit en het Radboudumc van het afgelopen jaar. Het


Jo van den Brand winnaar van de FOM Valorisatie Prijs 2015

steld binnen de Designer Matter groep, een pas gestarte onderzoekslijn bij AMOLF.

Foto: Nout Steenkamp

Zwaartekrachtgolvenonderzoeker Jo van den Brand is de winnaar van de FOM Valorisatie Prijs 2015. Hij ontvangt de prijs van 250.000 euro voor “zijn inzet voor de valorisatie van de zeer fundamentele kennis en kunde die voortvloeit uit zijn onderzoek binnen de subatomaire fysica”, aldus de jury. Zijn team vertaalde een zeer gevoelig detectiesysteem voor trillingen naar sensoren voor de industrie.

Anouk Rijs wint Minerva-Prijs 2015 FOM bekroont elke twee jaar de beste natuurkundige publicatie van een vrouwelijke onderzoeker met de Minerva-Prijs. Anouk Rijs is de winnaar van de MinervaPrijs 2015. Ze ontvangt de prijs ter waarde van 5.000 euro voor een artikel dat zijn schreef over haar onderzoek op het gebied van biologische moleculen. De commissie was erg onder de indruk van de kwaliteit van dat artikel, dat in april 2014 in 'Angewandte Chemie International Edition' verscheen. Daarin beschreef Rijs een nieuwe, geavanceerde methode om informatie te verkrijgen over de driedimensionale structuur van kleine biologische moleculen. Met haar methode is zij de eerste die hiervoor ver-infraroodlicht gebruikt. De commissie onderstreepte dat Rijs in relatief korte tijd en op eigen kracht een doorbraak in de fysica tot stand heeft gebracht. Ook prees de commissie de kwaliteit en duidelijkheid van haar artikel, en noemde haar werk “een goed voorbeeld van toegepaste natuurkunde”. Rijs is in 2012 aangesteld als Assistant Professor in de Molecular and Biophysics onderzoeksgroep binnen het FELIX Laboratory (FOM-focusgroep) van de Radboud Universiteit.

Van den Brand is leider van het FOM-programma 'Gravitational physics' en als hoogleraar verbonden aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Zijn team bij FOMinstituut Nikhef hoopt zwaartekrachtgolven, oftewel ‘rimpelingen’ in de ruimtetijd, te detecteren. Hiervoor gebruiken zij interferometers met kilometerslange armen: die van het experiment Virgo in Italië en de LIGO-detectoren in de VS. Deze systemen moeten gevoelig zijn voor zelfs de kleinste trillingen. Daarom ontwikkelde het Nikhef-team een sensorsysteem dat de kleinste vibraties kan opmerken. Van den Brand vertaalde het systeem naar industriële toepassingen, bijvoorbeeld sensoren voor olie- en gasexploratie. “Niet alleen is Van den Brand een gerenommeerd wetenschapper met een indrukwekkend track record, ook heeft hij getoond oog te hebben voor de waarde van zijn onderzoek buiten zijn eigen kring”, liet de jury weten. “Zijn ondernemerschap heeft hij bijvoorbeeld laten zien als medeoprichter van Innoseis, een Nikhef-spin-off waar revolutionaire sensortechnologie ontwikkeld wordt.” Van den Brand zal de prijs daar ook voor gebruiken. “We hebben nu sensoren met de grootste gevoeligheid in de seismische industrie. Met dit prijzengeld kunnen we deze voorsprong verder uitbouwen,” aldus een enthousiaste Van den Brand.

Prof.dr. Wim Sinke ontving op

13 november de koninklijke onderscheiding, Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw, tijdens het symposium ‘Our solar energy future’, dat door AMOLF werd georganiseerd ter gelegenheid van zijn 60ste verjaardag. Sinke

kreeg deze onderscheiding voor zijn buitengewone maatschappelijke bijdrage als leider van onderzoek en ontwikkeling op het gebied van duurzame energieopwekking. Sinke begon zijn carrière als promovendus bij AMOLF en werd later AMOLF-groepsleider in het destijds nieuwe onderzoeksveld photovoltaics. Momenteel werkt hij bij het Energieonderzoekscentrum Nederland (ECN) en heeft hij deeltijdaanstellingen in de focusgroep Light Management in New Photovoltaic Materials op AMOLF en als hoogleraar bij de UvA.

Op 1 oktober heeft het ARCNL dr. Oscar Versolato aangesteld als tenure track groepsleider van de nieuwe onderzoeksgroep Atomic Plasma Processes. In juni heeft IXA (the Amsterdam Innovation Exchange) vier prestigieuze Proof of Concept subsidies van € 100.000 toegekend, onder andere aan tenure tracker dr. Katerina Dohnalová (UvA) voor haar start-up bedrijf Quantis en aan dr.ir. Mark Beker van Nikhef voor zijn spin-off bedrijf Innoseis. FOM-werkgroepleider prof.dr.ir.ing. Dave Blank is per 1 september tijdens de opening van het academisch jaar benoemd tot universiteitshoogleraar en chief scientific ambassador aan de Universiteit Twente. FOM postdoc dr. Muru Amirthalingam (TUD) en zijn medewerkers hebben de prestigieuze Kenneth Easterling Best Paper Award ontvangen van het International Institute of Welding voor de presentatie van hun publicatie. Het onderzoek werd uitgevoerd binnen het FOM IPP ‘Physics of Failure’ samen met M2i.

Op 1 december is dr. Rob Blokzijl overleden. Blokzijl was in dienst van Nikhef van 1969 tot aan zijn pensionering in 2006. Blokzijl was een van de grondleggers van RIPE (Réseaux IP Européens, een platform ter bevordering van ontwikkelingen van internet), dat hij vanaf 1989 25 jaar lang onafgebroken heeft voorgezeten. Voor zijn grote verdiensten voor de ontwikkeling van het internet ontving hij in 2010 een koninklijke onderscheiding en dit jaar de Jonathan B. Postel Service Award. Ook Nikhef heeft veel aan Rob te danken: de prominente positie van Nikhef in de internetwereld is op zijn conto te schrijven.

Meer informatie over de FOM-prijzen en de prijswinnaars vindt u op de FOMwebsite ➥ www.fom.nl/prijzen

Wetenschapsknooppunt Radboud Universiteit organiseert de uitreiking. De winnaars van de awards krijgen de kans om hun onderzoek te vertalen naar activiteiten voor kinderen in groep 7 en 8 van het basisonderwijs. ➥ www.ru.nl/wetenschapsknooppunt

Met ingang van 1 augustus is dr. Niklas Ottosson aangesteld als tenure track groepsleider bij ARCNL en AMOLF. De start van zijn EUV Photoemissiongroep markeert het begin van een gezamenlijk onderzoeksprogramma van AMOLF en ARCNL.

Sinds 1 september heeft het Advanced Research Center for Nanolithography (ARCNL) een nieuwe Manager Bedrijfsvoering. Dr. Marjan Fretz volgt Jasper Reijnders op die als programmamanager transitie bij NWO is gestart. Fretz was hiervoor Program Officer binnen het cluster Nanotechnologie bij Technologiestichting STW.

Dr. Wim Noorduin

is in augustus benoemd als AMOLF-groepsleider. Noorduin is de tweede groepsleider die is aange-

Op donderdag 24 september is prof.dr.ir. Henk Hagedoorn, emeritus hoogleraar van de faculteit Technische Natuurkunde van de TU/e, overleden. Henk Hagedoorn was op de eerste plaats fysicus met grote interesse in dynamiek in deeltjes-versnellers. Maar hij had ook zeer vroeg belangstelling voor validatie, lang voordat dit gewenst en later noodzaak werd. Ook heeft Hagedoorn heeft vele bijdragen geleverd aan bestuurlijke aspecten van het wetenschappelijke onderzoek en onderwijs. Hij was onder andere lid van de Raad van Bestuur van FOM van 1988 tot 1997 en lid van het Uitvoerend Bestuur van FOM van 1989 tot 1992.

expres

17


Nieuws Britta Redlich, facility manager van FELIX, in gesprek met staatssecretaris

Nieuws

Sander Dekker (OCW).

Vinod Subramaniam

neemt afscheid Foto: RU/Joeri Borst

Op 12 oktober kwamen de AMOLFmedewerkers en goede relaties bij elkaar om afscheid te nemen van Vinod Subramaniam. Ruim een maand eerder startte de voormalige directeur van AMOLF als rector magnificus van de Vrije Universiteit in Amsterdam. De korte toespraken lieten zien hoe geliefd Subramaniam was als directeur binnen de eigen organisatie, maar ook hoe hij doeltreffend in een relatief korte periode belangrijke successen voor AMOLF wist te realiseren. Huib Bakker volgde Subramaniam op als interim directeur.

FELIX 'laserlab' op de Radboud-campus geopend door Sander Dekker Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft op 30 oktober FELIX officieel geopend op de campus van de Radboud Universiteit. In het FELIX Laboratory kunnen onderzoekers met zeer intens (ver)infrarood laserlicht werken. Het onderzoek met de vrije-elektronen lasers draagt bij aan het inzicht in nieuwe materialen en de fundamentele eigenschappen van moleculen.

Foto: Mark Knight

Laserlicht op maat In het FELIX Laboratory maken drie verschillende (ver) infrarood-lasers 'licht op maat' voor verschillende typen onderzoek. De lasers FELIX, FLARE en FELICE genereren zeer intense laserstraling in het infrarode gebied van het elektromagnetisch spectrum, waarmee biologen, chemici, natuurkundigen en ook sterrenkundigen de eigenschappen van moleculen en materialen tot in detail kunnen onderzoeken. Bovendien is het FELIX-licht gekoppeld aan het nabijgelegen sterke magneetvelden laboratorium HFML (High Field Magnet Laboratory), een andere grote onderzoeksfaciliteit in Nijmegen. De FELIX-bundels kunnen naar het HFML gestuurd worden, voor onderzoek in hoge magneetvelden. De combinatie van de infrarood en en terahertz-straling (THz) met de hoge magneetvelden is wereldwijd uniek. De combinatie van deze continue sterke magnetische velden met licht van de FELIX-lasers biedt wetenschappers de mogelijkheid om materie en materialen te bestuderen in omstandigheden die nergens anders

te vinden zijn. Hoewel de bundellijn tussen FELIX en het HFML pas onlangs is afgerond, zijn de eerste succesvolle metingen al gedaan. FOM is een van de partners van het HFML en heeft een FOM-focusgroep bij FELIX. Het FELIX Laboratorium is een fusie van de vrije-elektronen lasers en medewerkers van de FELIX-faciliteit van het voormalige FOM-Instituut voor Plasmafysica Rijnhuizen en de FLARE-laser die in Nijmegen is ontwikkeld . De vrije-elektronen lasers FELIX en FELICE zijn in april 2012 naar Nijmegen overgebracht en zijn naast de Nijmeegse laser FLARE opgebouwd. Nu vormen ze samen de internationale infrarood en THz gebruikersfaciliteit FELIX. De nieuwe, gecombineerde faciliteit FELIX is open voor gebruikers sinds 2013 en is onlangs volledig operationeel geworden. Via de FOM-website kunt u een video bekijken voor een indruk van het werk in het FELIX Laboratory. ➥ www.fom.nl/felix

Nieuws

Het Advanced Research Center for Nanolithography (ARCNL) behaalde een nieuwe mijlpaal. Het onderzoekscentrum vierde op 3 september de verzelfstandiging. Tijdens de startfase opereerde ARCNL als afdeling van het naastgelegen FOM-instituut AMOLF, waardoor het nieuwe onderzoekscentrum een snelle groei en ontwikkeling kon doormaken. ARCNL-directeur Joost Frenken en interim AMOLF-directeur Huib Bakker knipten tijdens een feestelijke ceremonie samen ‘de navelstreng’ door. Het moment werd ook aangegrepen om afscheid te nemen van twee leden van de Governing Board: Bart Noordam en Vinod Subramaniam, die een belangrijke rol speelden bij het ontstaan en de start van ARCNL. Voormalig Vice-President Research bij ASML Bart Noordam nam het initiatief om een fundamenteel onderzoekscentrum op te richten dat nauw verbonden is met de onderzoeksvragen van ASML. Voormalig AMOLF-directeur Vinod Subramaniam had als lid van de Governing Board een belangrijke rol in de eerste fasen van de ontwikkeling van ARCNL.

ARCNL-directeur Joost Frenken (links) en interim AMOLF-directeur Huib Bakker (rechts) knippen 'de navelstreng' door.

18

expres

een feit Foto: Mark Knight

Verzelfstandiging


Nieuws

Foto McDonald: K. MacFarlane. Queen's University /SNOLAB

FOM financiert acht projecten in de call High Tech

Materialen Nobelprijswinnaars Arthur McDonald (links)

Wetenschap

Het neutrino krijgt

vierde Nobelprijs

De neutrinodetector Kamiokande in Japan.

De Nobelprijs voor de Natuurkunde 2015 ging naar Takaaki Kajita en Arthur McDonald voor hun onderzoek naar neutrino-oscillaties. Zij toonden aan dat neutrino's massa hebben. Het is al de vierde keer dat neutrinoonderzoek de Nobelprijs binnensleept. De uitreiking van de prijs was traditiegetrouw op 10 december, de sterfdatum van Alfred Nobel. “Geweldig! Deze zag ik niet aankomen”, zo reageerde Frank Linde, voorzitter van het Astroparticle Physics European Consortium (APPEC) en voormalig Nikhef-directeur, in oktober op het nieuws dat de Nobelprijs naar neutrino-oscillaties gaat. In 2002 ging de Nobelprijs voor de Natuurkunde namelijk ook al naar neutrino-onderzoek. Destijds beloonde het Nobelcomité de detectie van neutrino's afkomstig van de zon. Nóg eerder waren er een Nobelprijs voor de detectie van het neutrino en de ontdekking van het muonneutrino. Linde: “Na 2002 verwachtte ik niet dat er nog een Nobelprijs voor neutrino-onderzoek zou komen. Dat dit toch gebeurt, toont wel aan hoe groot het belang van dit onderzoek is voor de fysica.” Verdwenen zonneneutrino's Kajita presenteerde in 1998 het opzienbarende nieuws dat neutrino's uit de atmosfeer oscilleren: ze wisselen van identiteit op hun reis naar de Super-Kamiokande-detector in Japan. Rond dezelfde tijd ontdekte de onderzoeksgroep van Arthur McDonald van het Canadese Sudbury Neutrino Observatory (SNO) dat ook neutrino's van de zon onderweg van 'smaak' veranderden. Deze ontdekking loste het zogeheten zonneneutrinoprobleem op: astronomen detecteerden al decennia minder elektronneutrino's van de zon dan ze op basis van hun berekeningen verwachtten. Een deel van de neutrino's van de zon, dat als elektronneutrino begint, verandert onderweg in een muon- of tauneutrino. “Ik dacht altijd, en met mij veel collega-deeltjesfysici, dat de zonnemodellen van de astronomen niet klopten. Maar ze bleken toch gelijk te hebben”, blikt Linde terug.

Onderzeese detector Het werk van Kajita en McDonald vormt het begin van een nieuw onderzoeksveld, het onderzoek naar neutrinooscillaties. Nikhef-directeur Stan Bentvelsen: “Dat is een eerste deuk in het klassieke standaardmodel van elementaire deeltjes, dat uitging van massaloze neutrino's. Een serie nieuwe vragen kwam op. Vragen als hoe groot is dan die neutrinomassa en wordt die ook verkregen door het higgsmechanisme? En is dit de sleutel tot het materie-antimaterie verschil?” Nikhef werkt in Europees verband aan de bouw van een onderzeese neutrinodetector, KM3NeT, om die vragen te beantwoorden. FOM organiseerde voorafgaand aan de bekendmaking van de prijs een Nobelprijspoll. Nikhef-onderzoeker Kazuhiro Agatsuma heeft die poll gewonnen. Hij voorspelde als enige deelnemer Kajita correct en won daarmee het FOM-prijzenpakket. Agatsuma kent Kajita persoonlijk door zijn werk aan Kagra, een grativitatiegolfdetector in aanbouw in Japan. Kajita is hoofd onderzoek van Kagra. (AV)

Foto: Kamioka Observatory, ICRR (Institute for Cosmic Ray Research), The University of Tokyo

en Takaaki Kajita (rechts)

FOM heeft eind oktober acht materialenonderzoeksvoorstellen gehonoreerd voor bijna 2,8 miljoen euro, waarvan het bedrijfsleven de helft betaalt. FOM organiseerde dit voorjaar samen met technologiestichting STW en in samenspraak met het Materials Innovation Institute (M2i) deze vijfde High Tech Materialen (HTM) call met als doel om het materialenonderzoek in Nederland te stimuleren. HTM-calls Op verzoek van het topteam van de Topsector High Tech Systemen en Materialen (HTSM), organiseren FOM en STW, in samenspraak met M2i, zes High Tech Materialen calls. FOM financiert hiervan twee calls waarbij private partijen de helft van het onderzoeksgeld inleggen. De laatste van die twee FOM-rondes is in het voorjaar en de zomer van dit jaar uitgevoerd en het bestuur van FOM heeft besloten acht projecten te financieren. In 2014 honoreerde FOM zeven projecten. STW organiseert de volgende call. De projecten richten zich op het ontwikkelen van nieuwe inzichten en technologieën die passen binnen de doelstellingen van de High Tech Materialen Roadmap, één van de 17 roadmaps van de Topsector HTSM. Onderwerpen binnen deze roadmap zijn onder meer Materials for Sustainable Energy, Next-Generation Engineering Materials en Functional & Metamaterials. Op de FOM-website onder 'Nieuws' kunt u nalezen welke acht projecten zijn gehonoreerd, wie de projecten zullen leiden en wat de onderzoekers gaan doen. ➥ www.fom.nl/nieuws (26 oktober 2015)

Over M2i M2i is een netwerkorganisatie die innovatie in materialen mogelijk maakt, door bedrijfsleven en samenleving te ondersteunen in het vinden van oplossingen bij materiaal-gerelateerde uitdagingen op het gebied van productontwikkeling en productieprocessen. M2i werkt samen met bedrijven en onderzoeksinstellingen.

Over STW

Kazuhiro Agatsuma, de winnaar van de Nobelprijs-poll.

Technologiestichting STW realiseert kennisoverdracht tussen de technische wetenschappen en gebruikers van die wetenschappelijke kennis. STW financiert excellent toepassingsgericht onderzoek en begeleidt de resultaten naar toepassing in de industrie, in het ziekenhuis of breder in de maatschappij. STW is onderdeel van NWO.

expres

19


PhD@Fom

for our english readers Surender Khumar Dhayal •

Morten Peter Bakker • Cavity

Stefan Gadatsch • The Higgs

Joris Stegen • Non universality and

l 'An intuitive of core principles is more important than knowing all the right formulas.'

Stan Bentvelsen @stanbentvelsen 26 juni 2015 Cum Laude! Promotie van Stefan Gadatsch zojuist over simply "the Higgs Boson' - geweldig manuscript! #_nikhef

Filipp Müller • Single-charge tun-

Rolf Schön • XAMS – development

Mesoscale structure and technofunctional properties of ezymatically cross-linked α-lactalbumin nanoparticles, 11 May 2015, WUR, promotor prof.dr. H. Gruppen, copromotors dr. P.A. Wierenga and dr. R.J. de Vries, workgroup FOM-W-04

kinetics in soft matter systems: phase separation of proteins and sonication of carbon nanotubes, 21 May 2015, TU/e, promotors prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen and prof.dr. H.J.H. Clercx, workgroup-FOM-E-22

Floran Peeters • The electrical dynamics of dielectric barriers discharges, 28 May 2015, TU/e, promotors prof.dr.ir. M.C.M. van de Sanden and prof.dr. N.J. Lopes Cardozo, DIFFER

quantum electrodynamics with quantum dots in microcavities, 17 June 2015, LEI, promotor prof.dr. D. Bouwmeester, copromotor dr. M.P. van Exter

neling in ambipolar silicon quantum dots, 19 June 2015, UT, promotor prof. dr. W.G. van der Wiel, copromotor dr.ir. F.A. Zwanenburg, workgroup FOM-T-31

Peter van Rhee • Magnetic manipulation of nanostructures, 19 June 2015, RU, promotors prof.dr.ir. J.C. Maan and prof.dr. P.C.M. Christianen, copromotor dr. H. Engelkamp, workgroup FOM-N-27

Boson, 26 June 2015, UvA, promotor prof.dr. S.C.M. Bentvelsen, copromotor dr. W. Verkerke, Nikhef

l

of liquid xenon detector technology for dark matter searches, 1 July 2015, UvA, promotor prof.dr.ir. E.N. Koffeman, copromotors dr. M. Alfonsi, dr. N.A. van Bakel, Nikhef

Hasan Yilmaz • Advanced imaging with scattering lenses, 1 July 2015, UT, promotor prof.dr. A.P. Mosk, workgroup FOM-T-23

Best memory of my PhD research The 2014 EPS plasma physics conference in Berlin. It was a good chance to present my work, meet up with colleagues from around Europe. It also allowed me to explore the city, meet new long lasting friends in my favorite city in Europe.

Name:

Joshua Nathaniel Hawke age: 28 Country of origin: United States of America

Plans for the (near) future Postdoctoral position at either Los Alamos National Laboratory in New Mexico, USA working in diagnostic systems and plasma physics for the PLX experiment, a new Magnetic Inertial Fusion experimental device. Or go to CRPP in Lausanne, to work as a postdoctoral researcher focused on upgrading the TCV tokamaks Thomson scattering diagnostic system and play a role in plasma physics studies using the newly upgraded system of the plasma edge and divertor regions. Advice to current PhD students Take advantage of the expertise around you: supervisors or other scientists, engineers or fellow students. Start writing the thesis chapters a year in advanced so you have time to get that last bit of research done. Finally, take time to travel and relax, your work and attitude will deteriorate otherwise.

Anna Spinelli • Quantum magne-

tism through atomic assembly, 2 July 2015, TUD, promotor prof.dr.ir. H.S.J. van der Zant, copromotor dr. A.F. Otte, workgroup FOM-D-44

l 'Everyone should aim to live abroad for a period of time in order to put their own country in perspective.'

Lutz Armin Langguth • Plasmon

assisted fluorescence emission: farfield observables and their fluctuations, 3 July 2015, UvA, promotor prof.dr. A.F. Koenderink, AMOLF

Erwin Paul van der Poel • Structures boundary layers and plumes in turbulent Rayleigh-Bénard convections, 3 July 2015, UT, promotors prof. dr. D. Lohse and prof.dr. R. Verzicco, workgroup FOM-T-03

Sebastianus A. Goorden • Re-

versible scattering of light exploited for quantum-secure authentication, 10 July 2015, UT, promotors prof.dr. A.P. Mosk and prof.dr. P.W.H. Pinkse, workgroup FOM-T-23 Carlos Eugenio Pérez Lara • Azimuthal anisotropy of Strange and Charm hadrons; measured in Pb-Pb collisions at 2.76 TeV, 27 August 2015, UU, promotor prof.dr. T. Peitzmann, copromotor dr. P.G. Kuijer, workgroup FOM-U-02

Rogier van der Geer • Searches

for new physics through single top, 1 September 2015, UvA, promotor prof. dr. S.C.M. Bentvelsen, copromotor dr. M. Vreeswijk, Nikhef

Benjamin Mosk • The entangled

universe, 8 September 2015, UvA, promotor prof.dr. J. de Boer, copromotors dr. B.W. Freivogel and dr. J.P. van der Schaar, workgroup FOM-A-20

Matthijs van Berkel • Estimation

of heat transport coefficients in fusion plasmas, 2 June 2015, TU/e, promotor prof.dr. M.R. de Baar, copromotor prof. dr.ir. G. Vandersteen, DIFFER

Best memory of my PhD research The memorable Nikhef annual meeting in snowy Nijmegen where both students and staff decided to party as if there was no tomorrow.

Francesco Zappon • It is about

Plans for the (near) future I'm currently traveling through South-America and the stories of the people that I meet inspire me to be creative in job finding. When I'm back I will carefully explore the different options. I'm passionate about explaining physics subjects to a non-expert public so a career in science journalism would be one of the possibilities.

time, design and test of per-pixel high-resolution TDC, 5 June 2015, UvA, promotor prof.dr.ir. E.N. Koffeman, Nikhef

Rosemarie Zoë Aben • Spinning

the Higgs, spin and parity measurement of the discovered Higgs-like boson in the H → WW → ℓνℓν decay mode, 17 June 2015, UvA, promotor prof.dr. S.C.M. Bentvelsen, copromotor dr.i.r P.M. Kluit, Nikhef

Anastasia Bukhvostova • Heat

and mass transfer in turbulent multiphase channel flow, 19 June 2015, UT, promotors prof.dr.ir. B.J. Geurts and prof. dr. J.G.M. Kuerten, workgroup FOM-T-39

20

expres

Name:

Rosemarie Zoë Aben age: 29 Country of origin:

The Netherlands

Advice to current PhD students First, don't be afraid to ask questions! Your research is not in the books yet. Talking with people in the field provides insights and inspiration. Secondly, participate in outreach. The enthusiasm and curiosity of people who visit an open day gives a lot of motivation to continue when the work gets harder.


Joshua Nathaniel Hawke • Mea-

Best memory of my PhD research I met a lot of great colleagues who became also my close friends here. My best memories are the moments that we spent together.

surement of electron kinetic profiles in the divertor region and during magnetic perturbations using Thomson scattering, 23 September 2015, TU/e, promotor prof. dr. A.J. Donné, copromotor dr. R. Scanell, DIFFER

Plans for the (near) future I will continue doing research as a postdoctoral associate at Yale University in the USA. I will study fundamental properties of light propagation through complex systems.

Name:

Hasan Yılmaz age: 30 Country of origin:

Turkey

Joost van den Berg • Traveling-wave

Stark deceleration of SrF molecules, 4 September 2015, RUG, promotors prof.dr. S. Hoekstra and prof.dr. K.H.K.J. Jungmann, workgroup FOM-G-26

Kristof de Bruyn • Searching for Pen-

guin footprints; towards high precision CP violation measurements in the B meson systems, 8 October 2015, VU, promotor prof.dr. R. Fleischer, copromotor dr. P. Koppenberg, Nikhef

Advice to current PhD students Avoid going behind hypes. Focus on learning and understanding your topic. Weekly plans help a lot to manage your time. Be open to discussions with a lot of people, each person will show you a different perspective. Although it is necessary to get help from other people, do not forget that you must learn how to walk alone during your PhD.

Anil Ozan Yalçin • Heteronano-

crystal transformations through in-situ transmission electron microscopy, 28 September 2015, TUD, promotor prof.dr. H.W. Zandbergen, workgroup FOM-D-05

Ruben Maas • Light propa'During construction of an gation in multilayer metamaterials, experimental setup, gravity is 25 September 2015, UvA, often experienced as the most adverse of the four fundamental promotor prof.dr. A. Polman, AMOLF forces of nature.'

l 'Having a number of rejections from journals in early stages of a PhD period, either directly from an editor or from a referee, is frustrating, but should be seen as a chance to acquire proper writing skills for the next review processes.'

FOM Valorisation workshop for PhDs and postdocs

How to make the step from idea to application FOM PhD researcher Sander Mann is enthusiastic about the FOM valorisation workshop that he recently took part in and he advises other PhDs to do the workshop as well. He did not have any concrete plans for valorisation, but through the workshop, he certainly gained some ideas. “I enjoyed thinking about my research in a different way, for example presenting my product, more efficient and cheaper solar panels, to non-physicists in fifteen seconds. It taught me to explain what I do briefly and in simple terms. As participants, we were also challenged to place our research in a societal or economic context. I found that difficult but overall highly motivating”, says Mann whose PhD research is about the interaction between light and nanostructures.

career of the researcher as he or she becomes familiar with the demands of the commercial sector. In the workshop, we devote attention to other skills, such as determining the potential in the market and – most importantly – how to make the step from idea to application. We also teach the participants to give a pitch about a product; they become familiar with the basics of putting together a business plan and they learn when companies must submit an application for a patent. The workshop is a mix of theory, hands-on exercises on selected projects from the group of participants, and discussions.” Van der Vlist says the workshop was originally just one day. However, participants stated this was too short and FOM wanted to devote more attention to

entrepreneurship. Therefore, in consultation with the trainers, the workshop has been expanded to two days starting 2015. This extra time also provides the opportunity for a young entrepreneur to be invited to tell something about his or her experiences. This year, the presentation was given by former FOM PhD researcher Gertjan van Baarle of Leiden Probe Microscopy B.V. Van Baarle told that as a young PhD researcher, he had not thought that he would become an entrepreneur. However, as he was so closely involved in the development of the product, it was a logical step to continue the realisation of it in a business he would start. (AvS) ➥ www.fom.nl/phdcourses

Since 2009, FOM has included the valorisation workshop in the training programme for PhDs and postdocs. “As a scientist, do you ever think about how you could use the knowledge you have acquired to solve societal problems or how you could cooperate with the commercial sector to develop innovations and practical applications as an extension of your research?” reads the recruitment text. The valorisation workshop is aimed at making researchers aware of the possibilities for valorisation, translating research results into applications or starting a business after their PhD graduation. Lydia van der Vlist of the Human Resources Department of FOM organises the valorisation workshop. She explains: “Thinking about valorisation possibilities might also give an additional boost or a twist to the

expres

21


wetenschap Twee wetenschappers vertellen

RENÉ JANSSEN:

Spinoza voor zonnecellen

Met zonnebrandstoffen willen we zonneenergie efficiënt opslaan voor later gebruik. Zonlicht wekt elektriciteit op, die vervolgens een chemische reactie veroorzaakt. Je kunt bijvoorbeeld onder invloed van zonlicht water splitsen in zuurstof en de zonnebrandstof waterstof. De energie sla je dus op in de chemische verbindingen van de brandstof. Dat biedt een handig opslagmedium, waarmee we bijvoorbeeld zonne-energie van overdag kunnen bewaren voor ’s nachts. Op het tweede gebied, plastic zonnecellen, staan we aan de frontlinie. We hebben meerdere malen een primeur gehad. Momenteel hebben onze zonnecellen een rendement van twaalf procent. Daarmee kunnen we niet tippen aan de huidige silicium zonnecellen, die in het lab rendementen van 25 procent halen, maar plastic zonnecellen hebben andere voordelen. Zo werken we aan flexibele en transparante cellen. Die kun je op elk dak plaatsen, in de vorm van de dakpannen, zonder dat je ze ziet. En het rendement kan natuurlijk nog flink omhoog. Ook willen we werken aan een nieuw type zonnecellen van het veelbelovende mineraal

perovskiet. In de afgelopen drie tot vier jaar is het rendement van perovskiet-zonnecellen zo'n twintig procent gestegen. Maar er zijn nog veel vragen over de stabiliteit van deze cellen. Daar willen we graag aan bijdragen. U zegt dat uw groep aan de frontlinie staat van het zonnecelonderzoek. Welke primeur bent u het meest trots op? Het lukte ons als eerste zonnecellen van polymeren te maken met meerdere, lichtabsorberende lagen. Dat was geen koud kunstje; je moet zo'n laag aanbrengen vanuit een oplossing, opdrogen, en dan een nieuwe laag plaatsen zonder dat de lagen mengen. Het is eigenlijk net als op de kleuterschool: je wil niet dat de lagen van je vingerverfkunstwerk door elkaar lopen. Het lukt ons tien tot twintig lagen te stapelen. Dat opende een compleet nieuw onderzoeksgebied. Wat zorgt ervoor dat uw onderzoeksgroep zo'n vooraanstaande positie heeft bij nieuwe ontwikkelingen? Onze groep combineert fysica met chemie. Dat samenspel is veel waard. Verschillende mensen in het team benaderen problemen

op heel verschillende manieren. Je leert van elkaar. Na jaren in dit onderzoek durf ik mezelf wel een expert te noemen, maar ook ik word regelmatig verrast door een onverwacht inzicht van een promovendus. Door de gecombineerde expertise kunnen we ook echt experimenten uitvoeren die andere groepen niet kunnen doen. Ik vind dat geweldig. Ik ben competitief ingesteld, maar op een leuke manier. Ik hoef niet de allerbeste te zijn, maar ook als je amateurvoetbal speelt, wil je winnen, toch? Is het extra uitdagend om aan een thema te werken met een sterk maatschappelijk belang, zoals energie? Ja en nee. Natuurlijk is energie een belangrijke kwestie. Deze eeuw moeten we het energieprobleem oplossen, zo simpel is het. Daar wil ik aan bijdragen, dat is belangrijk voor me. Maar ik vind het juist ook belangrijk om de fysica en de chemie te verkennen, om steeds meer te begrijpen en te achterhalen hoe alles werkt. Onze publicaties gaan over de wetenschappelijke doorbraken, niet over de maatschappelijke toepassingen. En dat fundamentele aspect is een belangrijk deel van mijn motivatie. Kortom, het maatschappelijk belang is relevant, maar niet het enige dat telt. (AH)

Nationale Wetenschapsagenda aangeboden aan de ministers Bussemaker en Kamp Op vrijdag 27 november is de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) officieel aangeboden aan minister Jet Bussemaker (OCW), staatssecretaris Sander Dekker (OCW) en minister Henk Kamp (EZ). Nu de NWA is vastgesteld, zal de ontwikkeling van de NWA komende maanden worden voortgezet. De partijen in de kenniscoalitie - bestaande uit de VSNU, de Vereniging Hogescholen, TO2, VNO-NCW, MKB Nederland, NWO en de KNAW - zullen gezamenlijk zorgdragen voor de nadere uitwerking van de voorbeeldroutes. Daarnaast zal een investeringsagenda worden opgesteld. NWO zal naar verwachting nauw betrokken zijn bij de nadere uitwerking van vele van de routes en in meerdere gevallen ook een trekkersrol vervullen.

22

expres

Totstandkoming NWA Eind 2014 hebben de minister en staatssecretaris van OCW en de minister van EZ de kenniscoalitie de opdracht gegeven tot het opstellen van een Nationale Wetenschapsagenda. De agenda moest bestaan uit een beperkt aantal thema's met daarbinnen specifieke, uitdagende en richtinggevende vraagstukken die laten zien waarin het Nederlandse onderzoek wil excelleren, zich internationaal wil onderscheiden en waarmee we de kenniseconomie- en samenleving versterken. Dit zijn vragen aan de wetenschap, kansrijke uitdagingen die bijdragen aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken en het benutten van economische kansen. Van 1 april tot 1 mei van dit jaar kreeg iedereen de kans om vra-

Foto: NWO/Sascha Schalkwijk

Waar gaat u de Spinozapremie voor gebruiken? We werken aan allerlei opto-elektronische toepassingen, maar het gewicht ligt op twee onderzoeksthema's: zonnebrandstoffen en zonnecellen.

Foto: Ivar Pel

René Janssen werkt aan plastic zonnecellen en zonnebrandstoffen. Hij wil op die manier bijdragen aan het energievraagstuk. Maar, deze maatschappelijke drijfveer is niet het enige waardoor Janssen elke dag met plezier naar zijn werk gaat. “De zoektocht naar nieuwe fundamentele kennis vind ik minstens net zo belangrijk.” Dit jaar won Janssen, die werkzaam is bij de Technische Universiteit Eindhoven en FOM-instituut DIFFER, de NWO-Spinozapremie van 2,5 miljoen euro.


Wouter Verkerke:

Higgs scherp in beeld Drie jaar geleden boekten CERN-wetenschappers en –technici een grote overwinning: ze hadden het lang gezochte higgsboson gevonden. Nu ze het deeltje eindelijk in het vizier hadden, was het tijd om zijn eigenschappen goed te bekijken. Afgelopen september publiceerden de teams van twee CERN-experimenten, ATLAS en CMS, hun gezamenlijke metingen naar deze eigenschappen. Nikhef-onderzoeker Wouter Verkerke speelde hierbij een grote rol. Zijn eigen softwarepakket, waar hij vijftien jaar aan werkte, bleek cruciaal. Verkerke is co-programmaleider van de Nederlandse inbreng bij ATLAS, en coördineerde het gecombineerde onderzoek.

ATLAS en CMS namen samen het higgsdeeltje beter dan ooit tevoren onder de loep. Wat hebben jullie vastgesteld? We hebben de productie en het verval van het deeltje bekeken. Een higgsdeeltje kan namelijk op verschillende manieren ontstaan en weer uiteenvallen. Het standaardmodel, de gangbare theorie die alle krachten en deeltjes beschrijft, voorspelt in welke verhoudingen de verschillende vervalopties optreden. De gecombineerde metingen van ATLAS en CMS beproefden deze voorspellingen nauwkeuriger dan ooit. Het standaardmodel heeft de test doorstaan, want tot nog toe passen alle metingen in het voorspelde plaatje. Het mooie van dit onderzoek is dat we het higgsdeeltje kunnen gebruiken om te speuren naar nieuwe natuurkunde. Het higgsmechanisme speelt een heel centrale rol in de theorie. Dat betekent dat als we higgseigenschappen vinden die afwijken van het standaardmodel, dat direct een indicatie is dat er nieuwe natuurkunde bestaat. Dan kun je bijvoorbeeld denken aan onbekende krachten of elementaire deeltjes. De precisiemetingen die we nu en in de toekomst doen, zijn een veelbelovende frontlijn in de zoektocht naar nieuwe natuurkunde.

Waarom is dit niet gemeten met één van de detectoren? Door de metingen van CMS en ATLAS te combineren, is de analyse veel nauwkeuriger. Je hebt effectief meer data: we hebben gezamenlijk 580 data samples geanalyseerd. Daarnaast filter je, door het combineren, de systematische fouten van de afzonderlijke experiment eruit. Het resultaat is een foutenmarge die dertig procent kleiner is dan de foutenmarge van afzonderlijke metingen. Hoe was het om samen te werken met de 'concurrent'? Interessant! De fysica is mooi, maar het sociologische aspect is ook heel boeiend om mee te maken. Normaal gesproken delen we ons werk alleen als we publiceren. Nu deelden de CMSen ATLAS-teams alles: ruwe data, modellen, functies... Het was echt een kwestie van gelijk oversteken. Vervolgens ging elk team afzonderlijk de data verwerken, ofwel de puzzelstukken van ATLAS en CMS ineensteken. Pas toen we het eindplaatje af hadden, gingen we het weer vergelijken met de andere groep: komen we op hetzelfde resultaat? Er was een gezonde competitie en veel inhoudelijke discussies. Je haalt kleine foutjes uit andermans werk en andersom, daardoor blijft iedereen scherp. En

gen in te dienen en te reageren op andere vragen. Er zijn vervolgens bijna 12.000 vragen ingediend die in meerdere stappen door breed samengestelde wetenschappelijke jury’s, discussies tijdens drie conferenties, een schrijfgroep en een redactieraad zijn ondergebracht in 140 clusters. De clusters zijn voorzien van een overkoepelende clustervraag. Deze vraagstukken richten zich op terreinen waarin het Nederlandse wetenschappelijk onderzoek sterk is en waarin er binnen een periode van tien jaar doorbraken te verwachten zijn. EUREKA! festival voor HET grote publiek Het afgelopen jaar zijn veel activiteiten ondernomen om het grote publiek bij de NWA te betrekken. Ter gelegenheid van de totstandkoming van de NWA werd op zondag 29 november

het eindresultaat is dan ook grondig beproefd. We gaan zo'n samenwerking in de toekomst zeker opnieuw doen.

Het standaardmodel beschrijft alle deeltjes en krachten die tot nog toe bekend zijn. Door nauwkeurige metingen aan het higgs-

U ontwikkelde RooFit, dat zowel ATLAS als CMS gebruikt voor statistische analyse. Wat is dat, en welke rol speelde het bij het onderzoek? RooFit is een raamwerk waarin je meetgegevens kunt analyseren. Zodra je meetgegevens hebt verzameld, kun je normaliter een fit doen met veel verschillende softwarepakketten. Maar bij de LHC-metingen moet je zoveel verschillende componenten samenstellen, dat standaardpakketten ontoereikend zijn. Daarom begon ik zo'n vijftien jaar geleden met de bouw van RooFit, een pakket waarin je steeds nieuwe ‘bouwstukken’ kunt toevoegen. RooFit was al snel populair, het is een fijn systeem en vooral ook snel. Daarom werken heel veel CERN-wetenschappers met het pakket, wat erg praktisch is: als je hetzelfde pakket gebruikt kun je gemakkelijker je werk uitwisselen. Dat was nu dus extra relevant: het combineren van ATLAS- en CMS-werk was mogelijk omdat we onze analysen in dezelfde ‘taal’ doen. Een van onze promovendi, Stefan Gadatsch (in juni cum laude gepromoveerd aan de UvA), is vreselijk handig met het systeem. Toen hij de data van ATLAS en CMS ontving, wist hij in één dag een gecombineerd model in elkaar te zetten. Zonder RooFit, en zonder mensen als Stefan, was het vrijwel onmogelijk geweest om deze klus te klaren. (AH)

boson te doen, onderwerpen de CERN-teams het standaardmodel aan de ultieme test.

het Eureka! Festival in de Westergasfabriek in Amsterdam georganiseerd. Tijdens dit festival kwamen de bijna 12.000 vragen van Nederland aan de wetenschap aan de orde in spannende live experimenten, proeven, mini-colleges en films. Heel Nederland was welkom om te ervaren hoe wetenschap ons leven, onze maatschappij en onze economie verrijkt. Hoe komen rokers van hun verslaving af? Wordt slapen ooit overbodig? Kunnen we melk maken uit gras? En waarom worden we zo geraakt door muziek? Het Eureka! Festival bracht al deze vragen tot leven en bood gelegenheid om te ervaren hoe relevant, interessant en veelzijdig de wetenschap is. ➥ www.wetenschapsagenda.nl

expres

23


Nieuws

Staatssecretaris Dekker opent duurzame nieuwbouw energie-instituut DIFFER Op donderdag 19 november openden staatssecretaris Sander Dekker (OCW) en Ellen Williams (directeur ARPA-E) samen het nieuwe laboratorium van FOMinstituut DIFFER op de campus van de Technische Universiteit Eindhoven. Met flinke zaklampen en geholpen door het publiek voerden ze voldoende energie aan een zonnepaneel om de openingsact te starten. In dit duurzame gebouw kan het instituut zijn werk aan solar fuels en fusie-energie uitbreiden met nieuwe wetenschappelijke teams en nieuwe faciliteiten. Dekker: “Hier wordt gewerkt aan schone energiebronnen voor de toekomst. En met zijn unieke faciliteiten is dit instituut een magneet voor de allergrootste wetenschappelijke talenten in de wereld om hier in Eindhoven hun werk te komen doen.” De staatssecretaris roept DIFFER op om vanaf de nieuwe locatie op het TU/e Science Park de samenwerking aan te gaan met onderzoek, onderwijs en bedrijfsleven. “De beste vondsten komen voort uit samenwerking tussen verschillende disciplines.” Het volledige nieuwsbericht over de opening vindt u op de DIFFER-website. De openingsceremonie en het middagsymposium zijn ook terug te kijken.

Onderzoekers in cleanroomuitrusting werken aan de XENON1T ‘Time Projection Chamber’.

XENON1T maakt zich op om donkere materie te detecteren

www.differ.nl

Ellen Williams (links) en staatssecretaris Sander Dekker (midden)

Op 11 november heeft een internationaal samenwerkingsverband van wetenschappers in het ondergrondse Gran Sasso laboratorium in Italië het nieuwe XENON1T-experiment in gebruik genomen. XENON1T is ontworpen om met een ongeëvenaarde gevoeligheid naar donkere materie te zoeken. Het heelal bestaat uit vijf keer zoveel donkere materie dan uit de materie die wij nu kennen. Toch is die mysterieuze donkere materie nog altijd niet direct waargenomen. XENON1T moet hier verandering in brengen, mede dankzij Nederlandse inbreng.

openden samen het nieuwe gebouw van FOM-instituut DIFFER.

Donkere materie is een van de basisingrediënten van het heelal en al decennialang wordt er in laboratoriumexperimenten naar gezocht. Maar tot nu toe is donkere materie alleen indirect waargenomen, via de zwaartekrachtinteracties die de bewegingen van hemellichamen bepalen. Op basis hiervan verwachten wetenschappers dat donkere materie bestaat uit een nieuw, stabiel elementair deeltje dat tot nu toe aan detectie ontsnapt is. “We verwachten dat er per seconde ongeveer honderdduizend donkere-materiedeeltjes door een oppervlak ter grootte van een duimnagel bewegen”, zegt Patrick Decowski, programmaleider van de onderzoeksgroep Donkere Materie bij Nikhef. “Het feit dat we ze nog niet hebben waargenomen, vertelt ons dat de waarschijnlijkheid dat de deeltjes tegen atomen in onze detectors aanbotsen zeer klein is en dat we gevoeligere experimenten nodig hebben om de vingerafdrukken van dit deeltje te vinden. XENON1T is zo’n experiment.” ➥ www.fom.nl/xenon1T

24

expres

Foto’s: Bram Lamers

Nederland bouwde mee aan gevoeligste detector voor donkere materie ooit

FOM-directeur a.i. Christa Hooijer (rechts op de foto) was aanwezig bij de inauguratie van XENO1T en sprak over de inbreng van FOM en Nikhef in het experiment. Ze staat naast Elena Aprile, de woordvoerder van Xenon.

Professor Laura Baudis, verbonden aan het Physik Institut van de Universiteit van Zürich en onderzoeker bij XENON1T is één van de plenaire sprekers op Physics@FOM Veldhoven (19 en 20 januari 2016) over onder andere haar onderzoek bij het samenwerkingsverband.

Primeur: duurzaamste laboratorium van Nederland DIFFER wil zijn onderzoek naar duurzame energie doen in een zo duurzaam mogelijk gebouw. Als eerste onderzoeksgebouw van Nederland wist het te voldoen aan de hoge eisen van het duurzaamheidskeurmerk BREEAM-Excellent. Namens de Dutch Green Building Council reikte Guido Slokkers het bijbehorende certificaat uit aan Wim van Saarloos, programmadirecteur voor de NWOtransitie en voorzitter van de stuurgroep voor DIFFER's nieuwbouwproject.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.