Magazine KMA

Page 1

2008-2009

Special kma

ING K I E R A UIT M O DIPL

un MA h uk n de K e het sluitst a v n e t d t d e m e d r o a o 25 c htigheid v ten met g e de gen 2 t c ontvin a. Deze ple die de cade n hen volgd l de r a ja a m ee g v Dit lo l in e ip id e d dere d rsd ple officie officiers-o erond. Een ar), het an ar). Laatst- arte g ja van de hebben af iding (1,5 leiding (4 ja ens een ap d gevolgOfficiersople ppelijke Op ochtend, tij t voor de a Korte -wetensch kreeg in de rift uitgereikie aan de iking ir Milita mde groep t getuigsch pelijke stud loma-uitre rière r e ip p e a h a d o c l h n e a n c s , u D ge weten igheid al in h ppen. plecht ing van de Wetenscha erste mijlpa algemene rige afrond it Militaire detten de e n intensieve or de drieja e Facult voor alle ca nsie. Na ee gevolgd do cadet zijn e vormt cier bij Def , al dan niet die, sluit de leiding, de ied. fi g f o in e stu hnische op en vakgeb id ls a z e ople c n ppelijk militair -wetenscha et de vakte f haar geko et Kasteel e de o h ir m n a a f n m it a a a e r v e h mil officie period scheid t door KMA- lisatie in he n hierna af moment als acht, Lucht ens e t m ia spec etten nem vanaf da van Land n wordt tijd n d De ca eda en gaa onderdelen gros van he. r e B s r n e a . Het gezonden iv v it aussee ij de d slag b en Marech rmijn ook u e t t h c p a o m atsing die pla

Alles over officieren en het leven op de KMA ‘Vertrouwen in elkaar is essentieel’ KMA in beeld


Special

4

Goede opleiding begint met goede voorbereiding

“Je moet niet denken dat je direct troepen aanstuurt of in een F-16 weg vliegt.” Dat stelt majoor Roland Albertema. Lees hoe je je zo goed mogelijk kan voorbereiden op een officiersopleiding bij de Koninklijke Militaire Academie.

18 Kitzen: ‘Strijd vergt lange adem én bagage’ Heden én verleden leren hoe complex een gevecht tegen opstandelingen als de Taliban is. NLDA-promovendus Martijn Kitzen geeft zijn visie over de Nederlandse missie in Uruzgan.

24 Wargame als leermiddel binnen handbereik Studeren doe je zeker niet alleen uit boeken. Ook wargames geven de student inzicht in de gevolgen van commandovoering.

Verder in dit nummer... Voorwoord GeneraalMajoor Van Groningen

3

Vieger worden vergt doorzettingsvermogen en flexibiliteit

6

Studeren, wonen en werken aan de KMA

10

Een kijkje achter de schermen

14

KMA in beeld

22

‘Vertrouwen in elkaar 26 is essentieel’ Het Cadettencorps

29

Sport als hoofdvak

30

Colofon KMA Special is een uitgave van de Sectie Communicatie van de Nederlandse Defensie Academie en verschijnt één keer per jaar. Doel van het blad is om medewerkers te informeren over ontwikkelingen binnen de NLDA. Redactie en samenstelling: Bas Kock, ELNT Desirée van Put, LTZSD 2 Marieke Kappetein. Fotografie: AVDD, Desirée van Put, Simone van Es, Peter van Bastelaar Redactieadres: Sectie Communicatie NLDA, Redactie KMA Special, Gebouw K, Kasteelplein 10, 4811 XC Breda, Tel: 076-5273543, Fax: 076-5273545, E-mail: d.v.put@mindef.nl, E-mail: m.kappetein.01@mindef.nl Postadres: Redactie KMA Special, Postbus 90002. 4800PA Breda (MPC 71 C) Vormgeving en layout: Grafisch Bedrijf/AVDD, Frederikkazerne Den Haag Druk: OBT BV, Den Haag Voorpagina: Simone van Es: vier militaire studenten Overname: Overname uit dit magazine is toegestaan mits de bron wordt vermeld.

kma

Special

v o o r w o o r d

Inhoud KMA

De KMA? Kies bewust! Je staat voor een keuze die grote invloed heeft op je toekomst: je overweegt officier te worden bij Defensie. Uit eigen ervaring weet ik hoe uitdagend en veelzijdig die loopbaan kan zijn. Echter, het officiersschap en de officiersopleiding aan de Koninklijke Militaire Academie is niet voor iedereen weggelegd. Je moet stevig in je schoenen staan, een geboren leider zijn en zowel fysiek als mentaal tegen een stootje kunnen. Je toekomstige functie brengt immers flinke verantwoordelijkheden met zich mee. Je wordt een leider die onder moeilijke omstandigheden de juiste beslissingen moet kunnen nemen. Voor jezelf, maar vooral voor jouw mensen. Om een weloverwogen besluit te kunnen nemen of dit beroep en de bijbehorende officiersopleiding voor jou de goede keuze is, raad ik je aan om vooraf zo veel mogelijk informatie in te winnen. De Nederlandse Defensie Academie helpt je daarbij. Met Oriëntatiedagen en Informatiedagen, met onze website www.nlda.nl en met informatieve brochures. En uiteraard met deze Special, die je een beeld geeft van de opleidingen en het leven aan de KMA. De diverse facetten van de opleiding passeren in dit magazine de revue. Zoals de militaire training, het wetenschappelijke onderwijs, de prominente rol die sport in onze opleidingen speelt, het cadettenleven en de activiteiten van het Cadettencorps. Een interview met een jonge luitenant in Afghanistan geeft je een beeld van hoe jouw baan er straks uit zou kunnen zien wanneer je je opleiding hebt afgerond. Kortom, in deze Special proef je de sfeer van een studie aan de KMA en de Nederlandse Defensie Academie. Ik wens je veel leesplezier toe en hoop van harte dat ik je binnenkort als cadet op de KMA mag begroeten.

Commandant van de Nederlandse Defensie Academie, tevens Gouverneur van de KMA, Mr. Siem van Groningen Generaal-Majoor

3


et m t n i g e b g idin e l p o e d e o g: g n i d i e r e b goede voor

e j r a a weet w int g e b n a a

Onder tijdsdruk met een wapen in de hand belangrijke beslissingen nemen. Maar ook onder wisselende en extreme omstandigheden verantwoordelijk zijn voor je manschappen. Uitgezonden worden naar operatiegebieden, zoals Congo en Afghanistan. Dat houdt officier bij Defensie zijn onder meer in. “Niet iedereen kan dat werk doen. De krijgsmacht zoekt officieren met doorzettingsvermogen, stressbestendigheid, discipline en verantwoordelijkheidsbesef. Uiteraard hoeven ze dat bij aanvang van de opleiding nog niet tot in de puntjes te beheersen, want dat leren we ze. De scholier of student moet alleen in het wervings- en keuringstraject wel laten zien, dat hij of zij ‘opleidbaar’ is en beschikt over een goede motivatie”, weet Albertema, die ieder jaar nieuwe cadetten op de KMA begroet.

Sociaal vangnet

MAJOOR AL BERTEMA, CO MMANDANT VAN DE

Beschikt een kandidaat over het gewenste profiel, juiste vooropleiding en het fysieke basisniveau én komt hij door de keuringen, dan start de opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie. “Een tijd waarin het leven van de jonge vent of meid flink verandert. Vooral de introductieperiode, de overgang van spijkerbroek tot militair, is even wennen”, vertelt Albertema. Elke nieuwe opkomst wordt direct opgenomen in het internaatsysteem. “Ineens maak je 24 uur per dag deel uit van een groep. Privacy heb je niet meer en je realiseert je direct dat je geen baan van acht tot vijf hebt. Je eet, slaapt en sport samen én voert gezamenlijk opdrachten uit. Samen kan je ten slotte meer bereiken, dan alleen. Ook leer je de waarden en normen die wij bij Defensie belangrijk vinden. Dat zijn eigenlijk niets anders dan de civiele fatsoensnormen toegespitst op de militaire wereld”, constateert hij. “De groep is het sociale vangnet van het individu. Als iemand het moeilijk heeft, dan kan hij bij zijn pelotonsmaten terecht voor steun óf bij zijn buddy natuurlijk.” Een buddy is een vaste collega uit je peloton waaraan je door de instructeurs wordt gekoppeld. OPLEIDINGS COMPAGNIE VAN DE KM A

“Je moet niet denken dat je op je eerste dag op de KMA troepen aanstuurt of in een F-16 weg vliegt.” Dat stelt majoor Roland Albertema, commandant Opleidingscompagnie KMA. “Aan alle officiersfuncties gaat altijd eerst een militaire opleiding vooraf.” Als geen ander weet Albertema waar kersverse cadetten tegenaan lopen. “Weet daarom wat je te wachten staat”, waarschuwt hij.

Privacy heb je niet meer

“Jij let op jouw buddy en je buddy let op jou. Eet je goed, drink je genoeg? Zit de camouflage goed en voel je je goed? Dat zijn onder meer taken van een buddy. Iedereen heeft een buddy, maar is er zelf ook één.”

Nieuwe vriendschappen “Een andere grote verandering is het omgaan met onzekerheid”, weet Albertema. Niet weten wanneer je naar huis gaat, niet weten wat er op het journaal is en zelfs geen snel telefonisch contact met een geliefde vanuit het veld. “Als militair moet je daarmee leren omgaan, omdat je onder operationele omstandigheden hiermee ook te maken krijgt. In Afghanistan kun je ook niet altijd bellen en even snel naar huis gaan zit er zeker niet in. Gezien de huidige missies van de krijgsmacht moeten toekomstig officieren namelijk zich eerder afvragen wanneer ze op uitzending gaan, dan óf ze überhaupt wel gaan”, licht de majoor toe. “De sociale omgeving van de aspirant officieren verandert ook tijdens de opleiding. Je bent net op oefening, wanneer je beste vriend een feestje geeft. Je moet je ouders missen, je vriend of vriendin en zult andere vrienden veel minder zien. Maar omdat je veel met je nieuwe Defensie-collega’s meemaakt, ontstaan daar ook weer nieuwe en hechte vriendschappen uit.”

Fouten maken Volgens Albertema kan iedereen die geselecteerd is, de officiersopleiding tot een goed einde brengen. “Ik ben daar van overtuigd. Iedereen die hier opkomt, wordt uitvoerig begeleid en gecoacht en heeft volgens het keuringsinstituut de capaciteiten”. Toch vindt hij het opvallend dat aanstaande officieren soms verwachten gedrild te worden tijdens de opleiding. “Vroeger was dat ook wel zo”, geeft de majoor toe. “Maar er is veel veranderd. We drillen niet om te drillen. We spreken elkaar aan op verantwoordelijkheid; bespreken wat we willen bereiken en motiveren waarom bepaalde dingen gaan zoals ze gaan.” Dit maakt onderdeel uit van de persoonsvorming, een belangrijk aspect van de officiersopleiding. “Uiteraard moeten er wel opdrachten worden gedaan, waarbij geldt ‘niet goed,

De groep is het sociale vangnet van een individu is opnieuw’ én ‘tijd is tijd’, somt Albertema op. “Mensen zijn hier om te leren. Op de KMA laten we ze geleidelijk kennis maken met de bijzondere militaire cultuur. Als ze hier wat langer rondlopen worden deadlines aangescherpt en krijgen de cadetten zelf meer verantwoordelijkheid.” Volgens de majoor, die zelf inmiddels meer dan 25 jaar in het groene vlekkenpak rondloopt, leert een aspirant niet alleen leiding te geven, maar wordt hij of zij ook volwassen. “De student krijgt verantwoordelijkheden, wordt geconfronteerd met het eigen handelen en zal zijn grenzen verleggen. Ook moet hij of zij doorzettingsvermogen tonen en train je om te leren omgaan met stress en dat terwijl je onderdeel uit maakt van een groep en samen werkt. De aspirant officier leert bovenal om als officier, ook onder wisselende omstandigheden, het hoofd koel te houden en leiding te geven aan zijn mensen waar hij of zij verantwoordelijk voor is. En zal hierdoor ook op eigen benen komen te staan. Ik zeg altijd tijdens de introductie: je gaat het huis uit, dus trakteer maar op taart!”

Een tijd waarin het leven van de jonge vent of meid volledig verandert Een goede vo • Het bezo orbereiding bestaat uit: eken en leze n van de web van: sites www.defen sie.nl www.nlda.nl www.werke nb www.werke ijdelandmacht.nl nb www.werke ijdeluchtmacht.nl nb www.werke ijdemarine.nl nbijdemarec haussee.nl • Bezoeken oriëntatieda gen en info matiedagen, rDefensie Aca van zowel de Nederland se de m ie als he onderdeel w aarnaar je in t specifieke gaat. teresse uit • Laat je ze lf do deskundige or wervers en ervarin gs n en realiseer informeren. Vraag veel je consequent wat voor verregaand e ie carrière bij des qua (liefdes)relaties ee n kr ijg sm ac ht betekenen. kunnen

6


VLIEGER WORDEN VERGT DOORZETTINGSVERMOGEN EN FLEXIBILITEIT

“Zo veel

power

onder je kont”

Elk jaar zoekt de Koninklijke Luchtmacht ongeveer zesenzestig kandidaten die vervolgens tot officiervlieger in een straaljager of helikopter worden opgeleid. Hoewel de straaljager veruit favoriet is, stapt uiteindelijk niet idereen in deze kist. Ervaringsdeskundigen cadet-vaandrig Jan Huib en tweede luitenant Joël vertellen vanuit Amerika, waar een deel van de opleiding plaats vindt, over dromen waarmaken en hard werken.

kma

Special

7 7


Hoewel het voor velen een droom is, slaagt niet iedereen erin om daadwerkelijk vlieger in een f-16 te worden. Het begint allemaal met het opvragen van informatie en deelname aan één van de informatiebijeenkomsten. Daarna kunnen geïnteresseerden het sollicitatieformulier insturen en hopen dat ze uitgenodigd worden door Instituut Werving en Selectie van de Luchtmacht in Amsterdam. Gaat dat allemaal voorspoedig? Dan volgen snel de keuringen. Deze bestaan uit diverse psychologische en medische onderzoeken en een sporttest. Uiteraard wordt er nauwlettend gekeken naar de hand/oog coördinatie, omdat dit bij vliegen ontzettend belangrijk is. Slechts drie procent haalt de strenge eisen. Hoewel vrouwen meer dan welkom zijn, halen deze minder vaak de keuring. Na de selectie begint de opleiding met een luitenantsopleiding op de Koninklijke Militaire Academie, de elementaire vliegeropleiding in Woensdrecht en bekwaamheidstrainingen op een straaljager of helikopter op diverse plekken in Amerika. De gehele opleiding duurt ongeveer 24 tot 45 maanden, wat afhankelijk is van het type vliegtuig waarbij de toekomstig vlieger wordt ingedeeld. De cadet mag zelf niet kiezen. De vliegeropleiding bepaalt welke vliegers tot de crème de la crème behoren en zodoende voor de straaljager in aanmerking komen. Eén van de gelukkigen die tot deze selecte club behoren is cadet-vaandrig Jan Huib.

Twaalf tot veertien uur Jan Huib woont inmiddels één jaar in Amerika, waar hij ook zijn opleiding volgt. Hier op de Sheppard Airforce Base in Wichita Falls, drie uur rijden van de luchthaven van Dallas, woont en werkt een deel van de toekomstig gevechtsvliegers van de Koninklijke Luchtmacht. De basis beschikt onder meer over een Burger King en nog zeventien andere eetgelegenheden, bibliotheek, winkels, supermarkten, sportscholen, discotheek, theater/bioscoop, zwembaden, golfbaan, ziekenhuis, kinderdagverblijven, buurtcentra, postkantoren, banken én twee bowlingbanen. “Het leven is goed hier, maar het is ook hard werken”, concludeert de 21-jarige aspirant gevechtsvlieger. De vlieger opleiding komt de student niet aanwaaien. “Zeker niet”, begint de 21-jarige Jan Huib.

het net Tweede luitenant Joël: “Als ik vlieg, lijkt of ik in een andere wereld zit.”

kma

Special8

“Je moet er familie en vrienden voor missen en keihard knokken om het hoge studietempo bij te benen.” Daarmee doelt hij op de werkdagen van ongeveer twaalf tot veertien uur per dag, die hij voornamelijk in briefingrooms doorbrengt. “Door het volgen van de opleiding aan de andere kant van de Atlantische oceaan, ben je er niet op een bruiloft of verjaardagsfeest. Daarnaast maak je kennis met een volstrekt nieuwe omgeving met nieuwe mensen. “Je maakt hier deel uit van een hechte Nederlandse community. In het weekend wordt je vaak thuis bij een instructeur uitgenodigd en maken we regelmatig uitstapjes gemaakt naar Dallas, Oklahoma City of verder weg wanneer er een Amerikaanse feestdag is. Ieder weekend de bloemetjes buiten zetten zit er echter niet in, want de vliegeropleiding vergt veel van je”, stelt de cadet-vaandrig. “Maar”, gaat hij verder “dat gemis wordt ruimschoots gecompenseerd met vliegen natuurlijk!” Hij veert op en krijgt een twinkeling in zijn ogen als hij over zijn passie praat. Vlieger worden, dat wilde hij al vanaf dat hij een vierjarig knulletje was die altijd naar overvliegende vliegtuigen stond te kijken. Zeventien jaar later zit het knulletje van toen, in een klas met vele nationaliteiten op de Amerikaanse base Sheppard die als kweekvijver voor de jachtvliegers dient.

Zevenhonderd kilometer per uur Momenteel volgt Jan Huib de Euro NATO Joint Jet Pilot op Sheppard en vliegt daarvoor in de T-38 type C, een supersonisch lesvliegtuig. Dat is slechts één fase voor het daadwerkelijke F-16 vliegen. Elke fase in de vliegopleiding krijgen de aspirant vliegers een ander toestel met meer vermogen en mogelijkheden. Ze beginnen ‘klein’ in de Elementaire Vliegeropleiding in Woensdrecht, met de Pilatus PC-7. In Amerika maken ze de overstap naar de nieuwe T-6, bijnaam de ‘Texan’. Een turboprop vliegtuig met meer power en een moderne cockpit. De laatste klassen vliegen nu nog op de oude T-37 ‘Tweet’, een lesvliegtuig met straalmotoren. Iedereen maakt uiteindelijk de overstap op de high performance T-38c ‘Talon’, een supersonisch lesvliegtuig, dat bijna twee keer zo snel vliegt en ongeveer vergelijkbaar is met een grondsnelheid van zevenhonderd kilometer per uur. Voordat ze

een nieuw toestel mogen besturen, krijgen de vliegers eerst een blok met theorie en gaan ze oefenen in de vliegsimulator. Daarna volgt een blok met echt vliegen. Aan het einde van zo’n blok voeren de militairen ook solovluchten uit.

Olifant Als Jan Huib terug denkt aan zijn eerste keer alleen in de T-38, glimlacht hij breeduit. “In het begin denk je ‘Help! Ik word in het diepe gegooid!’ én ‘dat leer ik nooit!’, maar stapje voor stapje krijg je het steeds beter onder de knie.” Volgens de jonge vlieger heeft elke cadet in de opleiding meerdere mailen het gevoel dat ze het nooit leren. “Je bent continue bezig je grenzen te verleggen én als je dan daadwerkelijk alleen in een vliegtuig zit, met een snelheid van zevenhonderd kilometer per uur boven een wolkendek... Dan vergeet je alle twijfels en geniet je. Belangrijke vluchten als de eerste keer door de geluidsbarrière, de eerste formatievlucht in de T38 en ook de eerste nachtvlucht, vergeet je nooit! Op het moment zelf, geniet je er van. Uiteraard maar heel even, want vliegen vergt heel veel concentratie en fysiek veel van je lichaam.” Een vlieger krijgt een aantal g-krachten te verduren waardoor het lichaam tot vijf keer zo zwaar kan worden. “Je wordt hard in je stoel gedrukt. Alsof er een olifant bovenop je komt zitten. Je arm optillen of je hoofd omdraaien gaat allemaal lastiger omdat het zoveel keer zo zwaar is. Het is dus belangrijk dat je fysiek in goede conditie blijft”, weet de cadet-vaandrig.

Selectie Niet alleen in Texas worden Nederlandse vliegers opgeleid. Wanneer de cadetten klaar zijn met de kleine jets, moeten ze zo’n duizend mijl naar het noord-oosten verhuizen. Daar, in Springfield Ohio, volgt het deel waar het uiteindelijk om gaat, namelijk het vliegen in de F-16. Tweede luitenant Joël (26) scheert regelmatig met een grondsnelheid van meer dan duizend kilometer per uur boven het Amerikaanse wolkendek. In Springfield woont hij met zijn vrouw en twee zoons, waarvan de jongste (2) in Amerika is geboren. Voor Joël is het vliegen een jongensdroom die in vervulling gaat. Terwijl hij even snel een pitstop maakt bij de Subway –zijn favoriete broodjeszaak, op vijf kilometer van de Air Force Base- gaat hij desgevraagd terug in de tijd. “Ik weet nog goed dat ik vijf jaar oud was en dat we aan het voetballen waren. Terwijl alle andere kindjes als een gek achter de bal aanliepen, stond ik stil en in de lucht te kijken als er een vliegtuig overkwam. Ik wist zo zeker dat ik vlieger wilde worden, dat ik na mijn VWO niet eens een back-up plan had gemaakt voor als ik niet door de selectie heen kwam.” De luitenant realiseerde zich dat de kans om de keuring te halen, klein was. “Ik was heel realistisch toen ik naar de keuring

ging, maar ik gaf mezelf wel een kans en had vertrouwen in een goede afl oop.” Deze kwam er, maar wat hem daarna te wachten stond, daar had de 26-jarige bijna gevechtsvlieger geen beeld van. “Van de KMA had ik al helemaal geen beeld, maar zoals elke militair krijg je een militaire opleiding. Veel jongens realiseren zich niet dat een vlieger bij de Koninklijke Luchtmacht net zo goed een militair is en dus ook op bivak gaat. Ik vond het trouwens een leuke tijd. De Algemene Luitenantsopleiding geeft een militaire basis en mindset.”

Trouwen Inmiddels ligt de tijd van KMA achter hem. Joël weet nog steeds zeker dat hij voor dit vak in de wieg is gelegd. “Als ik vlieg, lijkt het net of ik in een andere wereld zit. Ik voel me één met het vliegtuig en ik ben in mijn element.” De wereld op aarde is wel flink veranderd sinds hij met de opleiding startte. De luitenant verhuisde met zijn vrouw en hun zoon in januari 2006 naar Amerika. Het gezin woont in een appartement buiten de basis. Het vertrek naar Amerika was voor het hele gezin een grote stap. Vooral voor zijn vrouw. In Nederland werkte ze ook, maar in Amerika mogen de partners van de vliegers in opleiding geen betaalde arbeid verrichten. Sterker nog, als een stelletje niet getrouwd is, mag de vriendin niet eens mee. Een stel moet trouwen of de partner blijft achter in Nederland. Aangezien Joël en zijn vrouw al getrouwd waren, was het geen enkel probleem. Hun leven staat volledig in het teken van de vliegeropleiding. “Het is zeker niet ideaal om deze opleiding te combineren met een relatie en een gezin. Je maakt hele lange dagen en hebt chronisch tijd tekort. Ik ben mijn vrouw erg dankbaar dat ze dit voor mij mogelijk maakt”, vertelt de jonge vlieger. Voelt hij zich niet schuldig over deze beroepskeuze tegenover zijn gezin? “Nee, we hebben het er samen over gehad. We kenden elkaar al voordat ik naar de KMA ging en daardoor maakten we alles samen mee. Dat scheelt enorm veel.”

Power onder je kont Om vlieger te willen worden, moet je dus bereid zijn je familie en vrienden in Nederland te missen, dagen van tien uur of langer te maken, herhaaldelijk te verhuizen en eventueel zelfs te trouwen. Is dat het allemaal wel waard? Joël vindt van wel: “Je moet liefde voor het vliegen hebben, een goede motivatie, besluitvaardigheid, doorzettingsvermogen en flexibiliteit. Alles kan altijd veranderen… Maar als je dan alleen in een F-16 zit en je hebt een seconde om te bedenken dat je met zo veel power onder je kont boven de wolken vliegt, dan glimlach je wel van oor tot oor. Uiteraard moet je wel de aandacht bij de missie houden, maar genieten hoort er ook bij!”

t keihard Cadet-vaandrig Jan Huib: “Je moe bij te benen.” knokken om het hoge studietempo

Zo word je vlieger De vliegeropleiding - van opkomst tot plaatsing bij het onderdeel - neemt 24 tot 45 maanden in beslag. De opleiding bestaat uit een aantal onderdelen, zoals de algemene luitenantsopleiding, de elementaire vliegeropleiding en bekwaamheidstrainingen op straaljager of helikopter. Er treden regelmatig wijzigingen op in de vliegeropleiding. Dit is het traject sinds 1 januari 2008.

Algemene luitenantsopleiding Wie vlieger wil worden, zal net als elke andere officier eerst achttien weken de Algemene Luitenantsopleiding bij Koninklijke Militaire Academie, onderdeel van de Nederlandse Defensie Academie, moeten volgen. Ze leren onder meer schieten, exerceren, kaartlezen, militaire EHBO en zichzelf te beschermen tegen nucleaire, biologische en chemische strijdmiddelen. Ook gaan de toekomstig officieren meerdere keren op oefening in het veld.

Elementaire Vliegeropleiding Als ze dit succesvol afronden vertrekken de aspirant vliegers voor een jaar naar de Elementaire Vliegeropleiding in Woensdrecht. Daar gaan ze een grondopleiding doen, een theoretisch gedeelte. Tevens maken ze hun eerste vluchten in de simulator. Dan is de tijd aangebroken om écht in een vliegtuig te stappen en zelf de

stuurknuppel te bedienen. De vliegers leren de basisprincipes van het vliegen in een turbopropellervliegtuig. Pas aan het einde van de Elementaire Vliegeropleiding horen de cadetten voor welk vervolgtraject ze in aanmerking komen: de helikopter- of straaljageropleiding.

Bekwaamheidstrainingen op straaljager of helikopter Alle vliegers worden geselecteerd, verdeeld en vertrekken dan naar Amerika. De straaljageropleiding in Amerika bestaat uit de basis en gevorderden bekwaamheidstraining: de Euro NATO Joint Jet Pilot Training (ENJJPT). Daarna volgt de missie bekwaamheidstraining genaamd de Instruction to Fighter Fundamentals (IFF). De ENJJPT en IFF doorlopen kost de studenten zo’n anderhalf jaar. Er wordt gevlogen vanaf de Sheppard Air Force Base (Texas) met de T-6 en de T-38 type C. Als ze hebben leren vliegen op de T-38 krijgen ze na voltooiing van verschillende examens en vluchten, de felbegeerde ‘wings’ uitgereikt. Vervolgens ruilen de vlieger de T-38 om voor de echte F-16 in Springfield Air Force Base (Ohio). De training op de F-16 neemt acht maanden in beslag. De heli-vliegers gaan voor een periode van acht tot elf maanden naar Ford Rucker (Alabama). De vervolgopleiding en het verloop van hun training hangt af van het type waar ze bij zijn ingedeeld.

9


n e n j i z r e i c fi f o r e v o s Alle A M K e d het leven op In het hartje van het oude stadscentrum van Breda volgen jaarlijks zo’n duizend cadetten en tweehonderd cursisten een opleiding tot officier bij de land-, luchtmacht of marechaussee. Met de verleidingen van het goede Brabantse leven op de loer, combineren de studenten de groene praktijk met hun (wetenschappelijke) studie aan de Faculteit Militaire Wetenschappen.

De dagelijkse leiding van de KMA is in handen van generaal-majoor mr. Siem van Groningen. Naast gouverneur van de academie is Van Groningen ook de commandant van de Nederlandse Defensie Academie (NLDA), waar de KMA sinds 2005 deel vanuit maakt. Ook het Koninklijk Instituut voor de Marine, waar officieren voor het maritieme krijgsmachtdeel worden opgeleid - samen met nog een aantal andere instituten - maakt deel uit van de NLDA. Wie officier wil worden bij Defensie, moet daarvoor altijd naar de KMA of het KIM. Op die instituten volgen officieren in spe hun militaire opleiding en vorming. Voor het wetenschappelijke onderwijs en onderzoek, gaan de cadetten en adelborsten naar de Faculteit Militaire Wetenschappen.

Kort of lang Afhankelijk van je vooropleiding ga je de Korte Officiersopleiding of de Militairwetenschappelijke opleiding volgen. Welke opleiding je met jouw vooropleiding kunt gaan volgen, kun je nakijken op www.werkenbijdelandmacht, luchtmacht, marine of marechaussee.nl. Tijdens de Korte Offi-ciersopleiding doen cadetten in anderhalf jaar tijd de kennis en ervaring op die je nodig hebt voor je eerste functie in de rang van luitenant. Cadetten beginnen

kma

Special

3

met de algemene luitenantsopleiding, die er op gericht is om je militair te maken. Deze opleiding sluit je af met oefeningen waarbij je al het geleerde in de praktijk brengt.

is aan de opleiding Civiele Techniek al een erkende Bachelortitel toegekend. De andere opleidingen worden naar verwachting niet voor 2009 geaccrediteerd.

Hiervoor breng je onder meer een week door op een schietkamp en een twee weken durende eindoefening. Wie het traject met goed gevolg doorloopt, is geschikt om te presteren op het niveau van luitenant.

Sport en ontspanning

Accreditatie De Militair-wetenschappelijke opleiding duurt een stuk langer, namelijk minstens vier jaar. Op termijn biedt het diploma dat je bij de opleiding haalt, toegang tot de hogere officiersrangen. Cadetten van de land- en luchtmacht volgen hun wetenschappelijke opleiding aan de Faculteit. Marechausseecadetten doen dit aan de Politieacademie in Apeldoorn. Afhankelijk van je VWO of HBO profiel en het Defensieonderdeel of dienstvak waarvoor je wordt opgeleid, biedt de Faculteit vijf wetenschappelijke Bachelor programma’s. De Nederlandse Defensie Academie werkt hard aan de accreditatie van de Faculteit Militaire Wetenschappen en haar militairwetenschappelijke opleidingen. Dankzij de samenwerking met de Universiteit Twente

Naast veel studeren en bikkelen tijdens velddiensten is er op de KMA ook tijd voor ontspanning. Hierin heeft het CadettenCorps een belangrijk aandeel. Het Cadettencorps is een vereniging voor en door cadetten. Het lidmaatschap van het Corps en de daarin ondergebrachte besturen, vormt een goede voorbereiding op de militaire loopbaan. Het Corps wordt bestuurd door de vijfkoppige Senaat. Zij is tevens het ‘gezicht’ van het Corps en vormt de spil tussen cadetten en staf van de KMA. Doel van de verenging is tweeledig. In de eerste plaats is er het vormende aspect. Leidinggevende en organisatorische vaardigheden worden gestimuleerd door de mogelijkheid om verschillende bestuursfuncties uit te oefenen. Daarnaast staan gezelligheid en ‘Esprit de Corps’ hoog in het vaandel. Saamhorigheid vormt daarbij het sleutelwoord. Er zijn zo’n veertig actieve verenigingen op het gebied van sport, outdoor, cultuur en diverse wapens- en dienstvakken. >>

Alle KMA officiersopleidingen op een rij Vooropleiding: HAVO, VWO, HBO of WO? Welke vooropleiding je nodig hebt is afhankelijk van de officiersopleiding die je gaat volgen. Wie kiest voor de Militair-wetenschappelijke opleiding moet een VWO-diploma hebben. In sommige gevallen geeft ook een WO- of HBO-propedeuse toegang tot de Militair-wetenschappelijke opleiding. Kies je voor de Korte Officiersopleiding dan moet je minstens de HAVO hebben afgerond. Studenten met een voor Defensie relevante HBO- of WO-opleiding komen in aanmerking voor de Korte Officiersopleiding en de Specialistenopleiding. Voor exacte informatie over vooropleidingen, toelatingseisen en de sollicitatieprocedure kijk je op de volgende websites: Landmacht: bel: 0800-0124 Luchtmacht: bel: 0800-0016 Marechaussee: bel: 0800-09110911

www.werkenbijdelandmacht.nl www.werkenbijdeluchtmacht.nl www.werkenbijdemarechaussee.nl

11


je specifiek militaire vakken, zoals genietechnieken en het ontwerpen van militaire constructies.

5. Communicatie-, Informatie- en Commandovoeringssystemen (Den Helder) Deze opleiding richt zich op de analyse en oplossing van vraagstukken die zich voordoen bij de inzet van de verschillende ICT-systemen binnen de krijgsmacht. Het is een technisch georiënteerde studie die zowel informatie- als communicatietechnologie behandelt en ingaat op de samenhang van de verschillende ICT-systemen met de commando- en bedrijfsvoering. Welke studierichting je ook kiest, je opleiding begint met het militaire deel van de Algemene Luitenantsopleiding (zie: Korte Officiersopleiding). Daarop volgt de Gemeenschappelijke Officiersopleiding waarin je een inleiding krijgt in vakken als Militaire Bedrijfswetenschappen, Krijgswetenschappen en Technische Wetenschappen. In de daaropvolgende semesters vervolg je één van de vijf Bachelor-opleidingen. Daarbij voer je ook een (leer)onderzoek uit. Dit is een actieve werkvorm waarbij je bijvoorbeeld een literatuurstudie doet naar een krijgswetenschappelijk onderwerp, of een militair-technisch onderwerp of militaire bedrijfsprocessen onderzoekt. Academische vaardigheden, zoals spreken en schrijven in het Nederlands en Engels, debatteren en wetenschappelijke onderzoeksmethoden lopen door het gehele Bachelor-programma.

Militair-wetenschappelijke opleiding De Militair-wetenschappelijke opleiding duurt minstens vier jaar. Je diploma kan op termijn toegang bieden tot de hogere officiersrangen binnen de krijgsmacht. Cadetten van de Landmacht en Luchtmacht volgen de wetenschappelijke opleiding aan de Faculteit Militaire Wetenschappen, cadetten van de Marechaussee aan de Politieacademie in Apeldoorn. Afhankelijk van je VWO-profiel en het krijgsmachtdeel of dienstvak waarvoor je wordt opgeleid, biedt de Faculteit Militaire Wetenschappen vijf wetenschappelijke Bachelor-opleidingen1:

1. Krijgswetenschappen (Breda) Deze studierichting gaat in op de situaties waarin de krijgsmacht te maken krijgt met wapengeweld. Denk daarbij niet alleen

kma

Special

aan oorlogssituaties maar ook aan andere conflictvormen, zoals terreur(bestrijding). De studie richt zich nadrukkelijk ook op het herstel en de handhaving van een vreedzame samenleving. Daarbij komen actuele situaties en de geleerde lessen uit het verleden aan bod.

2. Militaire Bedrijfswetenschappen (Breda) Centraal tijdens deze studie staat de vraag: hoe kan een organisatie in het algemeen en de krijgsmacht in het bijzonder worden aangestuurd om de gewenste doelen en resultaten te bereiken? Aan bod komen de bedrijfskundige vraagstukken van Defensie, zowel in vredestijd als tijdens uitzendingen. Denk aan personele, logistieke, financieel-economische en veiligheidsvraagstukken.

Tijdens je opleiding zijn regelmatig ’groene momenten’ ingebouwd, waarin je je militaire vaardigheden aanleert en op peil houdt. Je sluit je Bachelor-programma af met het schrijven van een scriptie. Het laatste deel van je studie is de Vaktechnische Opleiding, die meestal een half jaar duurt. Op een opleidingsschool van de landmacht of luchtmacht ergens in het land doe je de specifieke vakkennis op die je nodig hebt voor je eerste luitenantsfunctie. Na afrondig van de Vaktechnische Opleiding ontvang je de Officiersbul. Meer informatie over de studierichtingen staat op de website van de faculteit: www.nlda. nl/fmw.

Korte Officiersopleiding Tijdens de Korte Officiersopleiding doe je in anderhalf jaar tijd de kennis en vaardigheden op die je nodig hebt voor je eerste functie in de rang van luitenant. Je begint met de Algemene Luitenantsopleiding, die is opgebouwd uit twee delen. Het eerste deel is erop gericht om je militair te maken, waarbij meteen ook de eerste stappen in leiderschap, training en vorming zijn geïntegreerd. Je leert onder meer schieten, exerceren, kaartlezen, militaire EHBO en je leert jezelf te beschermen tegen nucleaire, biologische en chemische strijdmiddelen. Je gaat meerdere keren op oefening in het veld. Samen met je groepsgenoten voer je onder verzwaarde omstandigheden diverse opdrachten uit.

Het tweede deel van je opleiding gaat in op commandovoering op luitenantsniveau en presentatietechniek. Daarnaast oriënteer je je op het krijgsmachtdeel waar je na je opleiding aan de slag gaat. Ook krijg je veel praktijkles en oefen je in het veld. Je bestudeert de theorie die je nodig hebt om als officier in de krijgsmacht te kunnen functioneren. Aan bod komen onder meer militaire operaties, vredesbedrijfsvoering, regelgeving, joint optreden, vredesoperaties en irreguliere tegenstanders. De landmachtcadetten richten zich op militair landoptreden, de luchtmacht op ‘airpower’ en de marechaussee op politieoptreden. Je sluit de Algemene Luitenantsopleiding af met oefeningen waarbij je alles wat je geleerd hebt in de praktijk moet brengen. Hiervoor breng je onder andere een week door op een schietkamp door en neem je deel aan een twee weken durende eindoefening. Als je de praktijkoefeningen met goed gevolg doorloopt ben je in staat om te presteren op het niveau van luitenant. Wat rest is je Vaktechnische Opleiding. Je wordt zes maanden ondergebracht bij een militaire opleidingsschool van de landmacht, luchtmacht of marechaussee ergens in het land. Daar doe je de specifieke vakkennis op die je nodig hebt voor je eerste luitenantsfunctie. Na het voltooien van de opleiding ontvang je het KMA Officiersdiploma. <

3. Militaire Systemen & Technologie (Den Helder) De technisch opgeleide officier is verantwoordelijk voor de inzet en instandhouding van het technologisch hoogwaardig materieel en de verschillende militaire systemen van Defensie. Deze studierichting gaat in op diverse technologische toepassingsgebieden, zoals bijvoorbeeld luchtvaarttechniek, materiaalkunde, maritieme techniek, navigatiesystemen en elektrotechniek.

4. Civiele Techniek (Breda/Enschede) Deze studie wordt gegeven in samenwerking met de Universiteit Twente en gaat in op het ontwerpen en analyseren van civieltechnische systemen, in wisselwerking met de maatschappelijke en fysieke omgeving. De vakken zijn waar nodig in een militaire context geplaatst. Ook krijg

13


JE EERSTE DAGEN ALS CADET

linda

Woensdag 13 augustus / Van Beek / De opkomst Verzamelen in de Grote Zaal, de ‘woonkamer’ van de cadetten. Het is een drukte van jewelste, want alle bijna cadetten moeten zich vandaag melden. Met mijn akte van aanstelling én lunchpakket in mijn ene hand en een weekendtas in mijn andere loop ik met de hele meute mee naar de kamers. Dan gaan we de uitrusting ophalen. Met mij hebben ze andere plannen, zo blijkt. Ik moet me gaan melden bij de majoor. WAT?! Er schijnt een interview te zijn met Uruzgan FM en ik word samen met de majoor geïnterviewd over de opkomst. De dag was vermoeiend en vloog in sneltreinvaart voorbij. Snel gaan slapen dus!

joris De opkomst vormt voor iedere aspirant officier hét begin van een carrière bij de krijgsmacht. Nieuwe adelborsten en kersverse cadetten worden in een aantaljaren tot officieren opgeleid. Hoe is deze overgang, koud uit de schoolbanken? KMA Special vroeg landmachtcadetten Linda van Beek en Joris Welles hun belevenissen bij te houden en jou alvast een kijkje achter de schermen te gunnen als ze half augustus hun entree maken op de KMA.

1 Joris

JORIS WELLES (HIER RECHTS) MIST TIJDENS DE EERSTE TWEE WEKEN VAN DE OPLEIDING ZIJN THUISFRONT HEEL ERG. “DAAR HEB IK HET MOEILIJKER MEE DAN WENNEN AAN DEZE HELE NIEUWE WERELD.”

Gezamenlijk optreden

ALS BELONING VINDEN WE CADET LINDA VAN DIJK PROBEERT ORDE IN HAAR GROENE CHAOS TE SCHEPPEN.

kma

Special

Donderdag 14 augustus / Welles / cultuurshock Onze kapitein nam vandaag tijdens haar voorstelronde het woord cultuurshock in de mond. Nou daar is zeker sprake van. Na acht weken vakantie, gaan en staan waar je wilt, achttien jaar lang bij je ouders wonen, ineens opgehokt worden en je elke minuut van de dag laten zeggen wat je moet doen. Het is me even een stap! Je gaat meteen de kleine dingetjes missen, gewoon even lekker met je vriendin samenzijn, even een belletje maken. Niks van dat alles, geen tv, geen radio, alles gaat langs je heen. Daarbij moet vandaag ook nog eens die kledingkast helemaal perfect zijn, dus dat gaat weer door tot ver in de avond. Wéér geen vrije tijd vandaag.

linda Vrijdag 15 augustus / Van Beek / Ziek, zwak en misselijk Weer slecht geslapen. Ver voordat er ‘reveille’ wordt geroepen hang ik al boven de wc pot. Ik voel me vreselijk ziek. Eerst maar op jacht naar de paracetamol. Eten lukt niet echt en ik moet moeite doen om mijn aandacht bij de lessen te houden. s’ Middags wordt de eerste conditietest afgelegd. Al voel ik me slecht én ga ik bijna tegen de vlakte; ik zal doorzetten. Dat hoort erbij. Ik doe gewoon mee.

joris

Vrijdag 15 augustus / Welles / Oppepper Elke keer dat gehaast, ik word er niet goed van. Ik heb niet eens de tijd om op mijn gemak mijn ontbijt te eten. Ik begin mijn familie nu al echt te missen, zeker omdat ik weet dat ik nog twee weken moet. Mentaal is het zwaarder dan ik had verwacht, om uit dat heerlijke ritme te komen en dan hier zo aan de slag te gaan. Gelukkig heb ik ‘s avonds mijn vader nog heel even aan de telefoon die me oppept en me aanmoedigt om door te gaan. Hierdoor heb ik wéér geen tijd gehad om mijn vriendin even te bellen. >>

BORRELNOOT OP ONZE RUGZAKKEN 15


linda joris

Dinsdag 19 augustus / Welles / op bivak We zijn de hele dag hard bezig met de opbouw van ons kamp. In combinatie met weinig slaap én hard werken, ben ik helemaal kapot. Terwijl wij worstelen met het opzetten van de tent zónder gebruiksaanwijzing, staan onze instructeurs op afstand toe te kijken. Onder het genot van een kopje koffie… Fijn is dat! Toch merk ik dat iedereen het naar zijn zin heeft. Hier zijn we tenslotte ook voor gekomen.

linda Woensdag 20 augustus / Van Beek / Meidendingen Ze stinken, je durft ze bijna niet aan te raken en ze zitten bomvol! Tot vandaag, want het goede nieuws is dat de chemische toiletten eindelijk zijn geleegd. Dat zorgt voor een luid gejuich bij 3KL. Iedereen verlangt naar zijn eigen wc thuis, maar deze oplossing is nog altijd beter dat een gat graven met je pioniersschepje. Vanmorgen gaan we aan de slag met onze gasmaskers. Dat betekend dat we alle ‘luchtjes’ moeten vermijden. Tandpasta, aftershave, deo’s en crèmepjes niet zijn toegestaan na 07:00 uur. Persoonlijke verzorging wordt zo geminimaliseerd. Aandacht voor je haar, make-up en andere meidendingen, zijn hier niet meer belangrijk. Ik ben pas acht dagen bezig, maar het lijkt veel langer. Je verliest het gevoel van tijd.

linda

Zaterdag 16 augustus / Van Beek / Volle lesdag! Eindelijk goed geslapen. Langzaam begin ik te wennen aan het ritme. Militair worden doe je niet zomaar! Het verandert je hele levensstijl. Vanaf vandaag doen we direct na het reveille aan ‘ochtendsport’. Rennen op de baan en wat rek-, strek- en krachtoefeningen. Dat is wennen, om voor dag en dauw al zo actief te zijn! Er volgt een hele drukke lesdag met exercitie, kaartlezen (leuk!), militair recht, NBC en ZHKH. Ik zie andere pelotons al in hun gevechtspak lopen en vraag me af wanneer wij ‘in het groen’ mogen.

joris Maandag 18 augustus / Welles / vrije loop We zijn nu bijna een week van huis. Vandaag krijgen we de kans om alles te laten bezinken tijdens een bezinningsmomentje; tijd om stil te staan bij thuis, geliefden of jezelf. We krijgen ‘les’ van de Geestelijk Verzorger. Ik kan en durf mijn emoties de vrije loop te laten. Wat lucht dat op zeg! Maar twee en een half uur later is het weer zweten geblazen. We moeten onder tijdsdruk onze tassen inpakken voor het bivak. Andere pelotons zijn vandaag al vertrokken maar wij gaan morgen. Dan gaat het écht beginnen. Ik heb het gevoel dat ik in het ritme begin te komen.

joris Zaterdag 16 augustus / Welles / Cement Ik voel me niet echt fit. Thuis heb een heerlijk matras waar ik geweldig op slaap. Hier gaat het net iets minder door het dunne schuimrubber matrasje en hoofdkussen (lees: zak cement). Alsof dat niet genoeg is, wordt vandaag ook de fittest afgenomen. Helaas kom ik dertig meter te kort bij de coopertest. Kan er ook nog wel even bij… Gelukkig wel even met mijn meid kunnen bellen.

Van Beek:

Militair worden doe je niet zomaar

linda

Zondag 17 augustus / Van Beek / Weekend Tja... weekend… Door het drukke rooster merk je daar weinig van. Máár: we beginnen de dag in ons gevechtstenue! Veel mensen hebben vandaag een ‘knakmomentje’ en zich vragen zich af wat ze hier doen. Na de warming up en het ontbijt, hebben we wapenles. Onze Diemaco’s uit elkaar halen, vind ik behoorlijk ingewikkeld. Met exercitie-les haal ik alle commando’s een beetje door elkaar. Weinig slaap en drukke lange dagen, beginnen nu toch echt zijn uitwerking te hebben. Eind van de middag is het afgelopen met de rust. Alles moet klaar worden gemaakt voor het bivak. Opnieuw chaos. Wat is wat én wat moet mee? Na de les kaartlezen loop ik naar de eetzaal. Als ik de trap af kom, staat mijn neus op scherp. Ik ruik friet. Dat heb ik gemist!

kma

Special

linda

Dinsdag 19 augustus / Van Beek / Fout is opnieuw Ik ben vannacht om het uur wakker geweest, bang dat ik niet wakker zou worden bij de reveille. Als we dan om 06:00 uur buiten naast de tent staan opgesteld, blijken we kennis te maken met een goed militair gezegde: ‘Niet goed, is fout én fout is opnieuw’. Het tenue was niet bij iedereen in orde. Niet goed, dus opnieuw. Zelfs tot drie keer toe. Uitkleden, opstaan, aankleden, opstellen. Zie de elastieken van je broek nog maar ’s te vinden in het donker! We zijn ons er allemaal bewust van geworden dat we écht secuur en op tijd moeten werken.

joris

Woensdag 20 augustus / Welles / Totaal afgesloten Ons veldbedje is keihard en we hebben geen kussen. Ik heb dus alweer slecht geslapen. Het was vanochtend ijskoud in de tent, vochtig en klam. Overdag is het er snikheet en kost het moeite om je ogen open te houden. De wasgelegenheid bestaat uit twee tafels met wat doeken er omheen voor de privacy. Je staat jezelf dus s’ ochtends vroeg in de kou te wassen. Bovendien mogen we alleen bellen en smsen als dat wordt aangegeven door het kader. Ik voel me hierdoor totaal afgesloten. Niet zo vreemd als je in een bos zit, zonder contact met de buitenwereld.

Vrijdag 22 augustus / Van Beek / Dag van de Bravodouche Het is 23:42 uur en ik lig net lekker warm in mijn slaapzak, als ik word gewekt om de taak als wachtcommandant over te nemen. Om het nachtelijke uurtje te overbruggen, poets ik mijn kisten. Om 02:00 uur ga ik weer slapen. Na de reveille krijg ik mijn eerste Leiderschapsopdracht. Bravo krijgt de uitdaging om een douche te bouwen voor het hele peloton. Het eindresultaat is verbluffend. Binnen een uur staat er een stellage met jerrycans tussen twee douchecabines die omwikkeld zijn met jute. Na de sportles test ik hem uit. Het is zo koud dat ik spontaan, geen woord meer kan uitbrengen. Verkwikkend is het wel en slapen kan ik er ook goed van. Zelfs mijn snurkende overbuurman, die we allemaal vinden klinken als een kapot koffiezetapparaat, houd me niet meer uit mijn slaap.

joris

Vrijdag 22 augustus / Welles / aftellen De chaos begint toe te slaan. Vrijwel iedereen is wel iets kwijt. Vandaag gaat ons peloton voor het eerst écht het bos in. Het kwartiertje rijden naar het gebied, is net lang genoeg voor een hazenslaapje. Het veldwerk valt vies tegen. Die rugzak is behoorlijk zwaar én als je met dat ding op je rug ook nog wat vreemde bewegingen moet maken, heb je het er snel mee gehad. Als we dan s’ avonds terugkomen op het kamp is het eten gelukkig, weer vies. En dat terwijl het niet eens uit blik komt! Gelukkig hoeven we nog maar één week, want ik mis thuis echt heel erg. Daar heb ik het op dit moment moeilijker mee dan met deze hele nieuwe wereld. De laatste zeven dagen tel ik wel af, maar ik weet tegelijkertijd dat er ook nog heel wat gaat komen.

Welles:

Je gaat meteen de kleine kleine dingentjes missen

linda

Donderdag 21 augustus / Van Beek / Tijger krijger Vandaag is onze eerste velddag. Ik kan me eindelijk uitleven met het camoufleren. Als ik even later over de hei tijger, voel ik me even trots. Op mijn groepsleden en mezelf. Eigenlijk is het verbazingwekkend hoe we eruit zien en hoe goed we het met zijn allen doen na iets meer dan een week. ’s Avonds ben ik doodop. Tegenwoordig ben ik elke avond te vinden in de ‘eetzaal’ met een flinke stapel boterhammen én pasta. Dat is een goede afsluiter van de dag. ’s Nachts is het opvallend wat het woord ‘reveille’ met je doet. Elke nacht is er wel iemand die slaapdronken naast zijn veldbed in paniek om zich heen staat te roepen en zwaaien dat we eruit moeten.

joris

Donderdag 21 augustus / Welles / Ochtendgym Ook hier kennen ze blijkbaar een soort kamerinspectie; tentinspectie. Het was een zwijnenstal. Als straf ‘mogen’ we twee rondjes over het kamp speedmarsen. Heerlijk op een lege maag! Net zoals de ochtendgym die ons - niet vrijblijvend - wordt aangeboden door één van onze instructeurs. Het is trouwens ook geen ochtendgym hoor, het is gewoon verschrikkelijk. Elke ochtend moeten we binnen acht minuten in ons T-shirtje buiten klaar staan voor de ochtendsport. We staan dan te vernikkelen!

linda

Zondag 24 augustus / Van Beek / Velddienst Ik ben oververmoeid. Wat ik voel, kan ik niet op papier zetten. De tijd gaat zo snel dat je niks voelt, maar alles beleefd. En je hele rare dingen gaat waarderen. Als ‘beloning’ vinden we één borrelnoot op onze rugzakken. En of die smaakt! De velddienst blijkt nog een flinke kluif. Onder normale omstandigheden zou het allemaal meevallen, maar met blessures, een vreemde omgeving, een flinke bepakking en veel slaaptekort, worden we nog flink op de proef gesteld. Alarm na alarm volgt en we springen van onze ligsleuf naar ons onderkomen en weer terug. Zo gaat het de rest van de nacht. Om 03:00 uur lig ik in een greppel de wacht te houden en moet ik stiekem lachen. Links houdt mijn buddy de ‘vijand’ in de gaten. Aan mijn oor heb ik de verbindingstelefoon waarop ik de Alfa- en Charliegroep hoor zenden. Rechts van mij ligt mijn peloton op ‘scherp’ verscholen onder de poncho’s. Het lijkt wel een film! Ondanks de vermoeidheid komt er maar één conclusie in me op… Dit is toch geweldig! < (Met dank aan cadet Joris Welles en Linda van Beek)

17


fmw promovendus kitzen:

Van het uiteindelijke succes van de Nederlandse missie in Uruzgan is hij nog niet overtuigd. Heden én verleden leren hoe complex een gevecht tegen opstandelingen als de Taliban is. Om daadwerkelijk de ‘hearts and minds’ van de bevolking te winnen, heeft de hedendaagse officier – naast een lange adem en vakkennis – een flinke intellectuele bagage nodig. Meent de aan de Faculteit Militaire Wetenschappen verbonden promovendus Martijn Kitzen.

‘strijd vergt lange adem Én bagage’ kma

Special

Een actueler thema voor zijn promotieonderzoek had hij nauwelijks kunnen kiezen. Counter-insurgency: het bestrijden van opstandelingen die met hulp van de bevolking of van ‘buitenaf’ een guerrilla-achtig verzet voeren. Een strijdtype dat Nederlandse militairen tijdens missies in landen als Bosnië, Irak en Afghanistan veelvuldig tegenkomen.

wikkelingen en ideeën. Er zijn bijvoorbeeld moderne wapens en communicatiemiddelen gekomen, waar ook de vijand gebruik van maakt. Maar de kern is en blijft: het tegengaan van een opstand.” In zijn onderzoek probeert Kitzen parallellen te trekken tussen heden en verleden. “Wat legers in het verleden deden was er vol ingaan: met veel vuurkracht en manschappen. Natuurlijk win je het dan van mensen met speren. Maar op de lange termijn bereik je niet wat je wilt. De pacificatie van een gebied lukt pas als je door de bevolking wordt geaccepteerd.” Het was de excentrieke Arabist en adviseur Christiaan Snouck Hurgronje die Van Heutsz ervan overtuigde dat een campagne óók gericht moet zijn op het winnen van de ‘hearts and minds’ van de bevolking. “Dat was in die tijd baanbrekend”, zegt Kitzen. Het bleek bovendien de sleutel tot Van Heutsz’ overwinning.

moeilijk opstanden onderdrukken Hoewel het lijkt alsof counter-insurgency een voor de Nederlandse krijgsmacht nieuw fenomeen is, deed het leger er al lang voor de Koude Oorlog ervaring mee op. Met name in Nederlands-Indië moesten regelmatig opstanden worden bedwongen. In Atjeh bijvoorbeeld, waar de legendarische generaal Van Heutsz aan het begin van de twintigste eeuw een succesvolle campagne voerde tegen lokale opstandelingen. Maar ook de Engelse en Franse legers hebben in het koloniale tijdperk de nodige opstanden onderdrukt. “Niets nieuws onder de zon, dus”, zegt Martijn Kitzen. “Al is het concept natuurlijk wel enigszins veranderd door nieuwe ont-

Ondanks de leerzame ervaringen uit het verleden en hun militaire superioriteit hebben de Westerse legers het momenteel moeilijk in landen als Irak en Afghanistan. Kitzen onderzoekt hoe dat komt: “Is de militaire cultuur nog te veel gericht op grootschalige oorlogvoering tegen andere staten? Belemmert de militaire cultuur het winnen van de ‘hearts and minds’ van de bevolking? Denken militairen nog te veel zwart-wit: ik heb een tegenstander en die moet ik verslaan?” Wat de geschiedenis in ieder geval leert, is dat counter-insurgency een kwestie van de lange adem is. “De Westerse cultuur is te veel gericht op resultaat op korte termijn. Wij denken in termijnen en stellen doelen als: ‘Uruzgan moet over twee jaar

veilig zijn’. Maar juist dit type campagnes kost veel tijd. Denk aan een termijn van 20 tot 25 jaar.” Dat drukt Kitzen in de lezingen die hij geeft voor militairen die op het punt staan naar Uruzgan te vertrekken, op het hart: “Je bijdrage doet ertoe, maar denk niet dat je in zes maanden het verschil gaat maken.”

voorstander Doorzettingsvermogen is cruciaal, meent Kitzen. Het is juist de onzekerheid over de duur van de missie die het winnen van de ‘hearts and minds’ van de bevolking bemoeilijkt: “Het winnen gaat nog wel, maar het behouden is moeilijk, vooral wat betreft de minds. Hoe blij ze ook zijn met de Nederlandse aanwezigheid, de mensen in Uruzgan houden in hun achterhoofd dat we straks weer weg zijn, dus dat ze ook vrienden moeten blijven met de Taliban. Want die blijven wél.” Maar er liggen ook andere gevaren op de loer. Want wie graag aardig gevonden wil worden, loopt het risico om misbruikt te worden. “Een voorbeeld daarvan was het bezoek van een Amerikaanse bevelhebber aan een lokale bestuurder in Afghanistan. Tijdens dat bezoek werd er voor de deur een lijk uit een auto gegooid. ‘Kijk wat de Taliban ons aandoen. Ze hebben een van mijn beste mensen gedood’, klaagde de bestuurder tegen zijn Amerikaanse gast. Hij greep het incident aan om meer wapens te vragen. Maar de Amerikaanse inlichtingendiensten kwamen er achter dat de man het hele incident in scène had gezet en dat hij de wapens die hij van de Amerikanen kreeg, deelde met de Taliban.”

19


je bijdrage doet ertoe, maar denk niet dat je in zes maanden het verschil gaat maken

eisen aan officieren Een belangrijke les die Kitzen trekt uit recente vredesoperaties en uit het koloniale verleden is dat dit soort campagnes bijzondere eisen stelt aan officieren. “Zij moeten méér kunnen dan hun peloton in gevechtsacties aansturen.” Onderhandelen met stamhoofden, omgaan met de lokale bevolking en cultuur, het doorzien van sociale structuren; het zijn vaardigheden die volgens Kitzen onontbeerlijk zijn. Daarom is het belangrijk dat officieren tijdens hun opleiding wetenschappelijke vorming krijgen. “Belangrijker nog dan achtergrondkennis is dat je snel, analytisch en gestructureerd leert denken.” Een competentie die tijdens de complexe en diffuse hedendaagse missies bijzonder goed van pas komt. Niet voor niets schreef de beroemde Britse guerrilla-expert T.E. Lawrence, beter bekend als ‘Lawrence of Arabia’, al in 1933 dat militaire leiders alleen succesvol kunnen zijn in deze vorm van oorlogvoering door “understanding, hard study, brain work and concentration.”

denken militairen nog te veel zwart-wit: ik heb een tegenstander en die moet ik verslaan? kma

Special

kritisch Zoals het een wetenschapper betaamt, is Kitzen kritisch. Oók over de Nederlandse missie in Uruzgan: “Ik heb twijfels over ons uiteindelijke succes.” Een kritische geest is een voorwaarde voor wetenschappelijk onderzoek, net als academische onafhankelijkheid. Wat dat betreft bevinden de

wetenschappers aan de Faculteit Militaire Wetenschappen zich in een bijzondere positie: ze zijn in dienst van Defensie en dienen dus ook loyaal te zijn aan hun werkgever. Dat is goed te combineren, meent Kitzen: “Wij hebben het beste met Defensie voor. Ik ben ervan overtuigd dat een kritisch geluid Defensie ten goede komt. Er verschijnen al te veel publicaties waarin staat hoe goed het allemaal gaat. Het is een doel van de wetenschap om reflectie te bieden.” De loopbaan van Martijn Kitzen (29) kent een aantal opmerkelijke wendingen. Achttien jaar was Kitzen toen hij als cadet voor de landmacht aan de KMA begon. Na het toenmalige eerste, driejarige deel van zijn studie werd hij als pelotonscommandant aangesteld bij de luchtdoelartillerie in Ede. In zijn vrije tijd volgde hij aan de Universiteit Leiden een studie politicologie. In 2001 volgde een uitzending naar Cyprus, waar hij commandant was van een multinationaal peloton. Terug op de KMA voor het slotjaar van zijn studie sleepte Kitzen in 2002 de Scriptieprijs in de wacht. Er volgde een korte terugkeer naar Ede, waarna hij een functie bij de MIVD bekleedde. In 2003 stapte Kitzen over naar de luchtmacht waar hij in 2004 aan een vliegeropleiding begon. In 2005 keerde hij terug naar de faculteit in Breda, waar hij in 2006 aan zijn promotieonderzoek begon. Kitzen doet zijn onderzoek in opdracht van de NLDA maar omdat die nog niet is geaccrediteerd is hij als promovendus in dienst van de Universiteit van Amsterdam. Hij hoopt zijn onderzoek in 2010 af te ronden. <

21


Special

K

D L E E B N I A M

kma

IJKE NINKL DE KO VEEL T N A A V A REN IE OM M ZAND E T D STUDE E A H OOR IRE AC D A IT N É ZIJN E IL IV E M L EN PR AN AL K D R E R ‘JE E W ME EN. VEN. TIJGER AAR VERWE EERT, HEEN D K L U MET E SLAAPT, ST ELFDE VAAK EET, P DEZ , O T T N N O A E P S D WO T N N EN O RT VA EL ET HA N´, OFTEW SPORT H IN E IE. ID T T U A S Z C , AAT T LO BREDA AN HE ‘PAREL VCENTRUM VANEDA. DE THUIS R T B E H N N IN L VA N. EE ASTEE DETTE T HET K DE CA SIE VAN HE N A V S N E E R E V P D A A H -IM AN EEN C T… FOTO KLEINE VEN V E L IJKS DAGEL

23


Cadetten klikkend voorwaarts

Een praatje bij het plaatje. Oorlogssimulatie met het computerspel Steel Beasts laat de gevolgen van commandovoering direct zien. Docent van de Faculteit Militaire Wetenschappen, luitenant-kolonel Hans Visser wil het spel inzetten bij zijn lessen militaire operaties. Cadetten zijn enthousiast, dat bewezen de wallen na een avond plus nacht spelen. “Wacht even, ik ben bijna klaar”, luitenant-kolonel Hans Visser kan zich maar moeilijk van het beeldscherm losmaken. “Ik moet nog even een paar hoogtelijnen op de landkaart invullen.” Hoewel je bij een gamer niet direct aan de op middelbare leeftijd zijnde overste Visser denkt, brengt hij vele uurtjes achter de computer met het oorlogsspelletje door. Niet om het spelen zelf, maar vooral om de bestaande computersimulatie Steel Beasts, in samenwerking met het Opleidings en Trainingscentrum Manoeuvre (OTCMAN), aan te passen zodat ook cadetten er mee aan de slag kunnen. De aanpassing van de wargame –een computerspelgenre waarbij de spelers militaire operaties uitvoeren, vooral gericht op commandovoering- is nodig om de simulatie zo dicht mogelijk bij de belevingswereld van cadetten aan te laten sluiten. Daarom voert Visser, docent Manoeuvre bij de kennissectie Militair-Operationele wetenschappen van de Faculteit Militaire Wetenschappen, handmatig de details van de stafkaarten van Breda en omgeving in. Gebieden waar cadetten veel oefenen, krijgen speciale aandacht en worden zeer precies uitgewerkt. Omgevingsdetails zijn aan de hand van stafkaarten zo nauwkeurig ingevuld, dat de cadetten bij het spelen van de game de trainingsgebieden direct herkennen. “Ook echte oefeningen die in de bossen worden gehouden, kunnen we achteraf bij de evaluatie via de simulatie als film laten afdraaien en verschillende alternatieven laten zien.”

Wargame als leermiddel binnen handbereik

Tot in de kleine uurtjes Dezelfde nauwkeurigheid vinden de cadetten straks ook als ze in een lessituatie met het programma gaan werken. “Vrijwel alles is mogelijk. Ze kunnen oefenen in Loon op Zand of in Afghanistan; kennis maken met de voordelen en nadelen van bepaalde voertuigen. Maar het allerbelangrijkste is dat ze overzien wat voor gevolgen hun beslissingen kunnen hebben. Vroeger tekenden ze op een stafkaart waar ze hun troepen weglegden en dan waren ze klaar.” Volgens Visser begint het dan eigenlijk pas echt. “Waar zet je een Leopard in, waar kan de vijand zitten, hoe benadert de groepscommandant deze, wanneer stuur je je troepen voorwaarts, over welk terrein? Maar ook in welke volgorde, wat voor rol speelt de omgeving en het klimaat en welke beslissing neem je als de voertuigen schade oplopen? Dat zijn allemaal variabelen die we in de simulator kunnen invoeren”, legt hij uit. Vraaggestuurd onderwijs Binnen Defensie is de inzet van simulatie niet nieuw. Zo worden er bij het opleidingscentrum van de landmacht regelmatig games ingezet om een oorlogssituatie na te bootsen. Ook vaandrigs in Vak Technische Opleiding krijgen op de Bernardkazerne simulaties als oefenmethode op hun bordje. Toch vindt de manoeuvredocent dat binnen de NLDA de wargames hun opmars moeten maken. “Het is een combinatie van praatje en plaatje. De docent kan echt coachen en hoeft niet alles van A tot Z uit te leggen. Ik krijg liever vragen waarom een bepaalde missie mislukt, oftewel vraaggestuurd onderwijs, dan klassikaal alles tot in de kleinste details uit te moeten leggen zonder te weten of de boodschap aankomt. Met Steel Beasts zien we direct de gevolgen van de commandovoering en maken we de keuzes van de student inzichtelijk.” <

kma

Special

25

Ik krijg liever vragen wáárom een bepaalde missie mislukt

De simulatie als film laten afdraaien en verschillende alternatieven laten zien


ending z t i u p nt o luitena

‘vertrouwen in elkaar is essentieel’ De stap van de collegebanken naar het verre Afghanistan of een ander uitzendgebied is klein. Als pelotonscommandant sta je – als hoogst verantwoordelijke – dan voor ruim dertig man. Niks geen oefening of herkansing: dan ‘heb je ‘m’ gewoon’. Eerste luitenant Peter Marx weet daar alles van. Zijn eenheid werd twee jaar geleden nog door opinieblad Elsevier uitverkozen tot ‘Nederlander van het jaar’. In de Afghaanse provincie Uruzgan raken eerste luitenant Peter Marx (25) en zijn eenheid zo’n negen keer in conflict, met enkele zwaargewonden tot gevolg. Marx zat drie jaar geleden nog in de studiebanken van de KMA. Augustus 2006. Nog maar drie weken is de eenheid van Marx, het tweede peloton van de Coyotecompagnie van het 44ste pantserinfanteriebataljon uit Halvelte, in de Afghaanse provincie Uruzgan, en het eerste conflict met de Taliban is een feit. Dat loopt goed af. Een paar dagen later komt de eenheid een stuk minder goed weg. Vanaf drie locaties wordt het granaatvuur op hen geopend. Zo’n veertig Taliban krijgers nemen Marx en zijn mannen met kalashnikovs en raketwerpers onder vuur. Een hinderlaag. YPR chauffeur soldaat 1 Roy Schoenmakers raakt bij de aanval zwaar gewond aan zijn been, doordat een antitankwapen de motor van het voertuig heeft geraakt. Later zal blijken dat hij zijn rechterbeen moet missen. In de maanden die volgen raakt het peloton nog vaker in conflict. Bij een van die gevechten, waarbij zo’n zestig Taliban krijgers vanuit huizen en stegen het vuur openen met granaatwerpers op de Nederlanders. Groepscommandant Iwan Kamminga wordt

Special Special

kma kma

daarbij door beide benen geschoten. Hoewel zwaargewond, wil hij niet naar huis maar besluit hij om in het gebied te revalideren. Dat verloopt zo goed dat hij tegen het einde van de missie weer mee kan op patrouille. Zes jaar eerder. Augustus 2005. De dan 19jarige Marx meldt zich op de KMA voor de wetenschappelijke officiersopleiding. Officier bij de infanterie, dat is wat de voormalige VWO scholier wil worden. De Oriëntatiedagen en een bezoek aan de Infanterieschool in Amersfoort sterkten hem in dat idee. Vanaf dag een is Marx gericht op zijn toekomstige functie. De KMA is voor hem een middel, pelotonscommandant worden het (eerste) doel. Om goed voorbereid aan zijn startfunctie te beginnen, maakt de officier zich er op de KMA niet gemakkelijk vanaf. “De KMA bereid je breed voor en biedt veel mogelijkheden voor verdieping. Maar je zelfontplooiing hangt wel van jezelf af”, blikt hij terug. “En die voorbereiding is echt essentieel. Als je pas op maandagochtend gaat bedenken hoe je als pc wilt gaan werken, ben je toch echt te laat. Van mijn functies als cadet bataljonscommandant, voorzitter van ‘de Infanterist’ en Dudok heb ik echt heel veel profijt van gehad.” In 2004 gaat Peter de Vaktechnische Opleiding volgen. De laatste –zeven maanden durende – stap voordat het échte werk gaat beginnen. “Ik wist al dat mijn toekomstige peloton gereed gesteld werd als NRF-eeheid (NAVO onderdeel dat snel en wereldwijd inzetbaar is, red.) en wat mij daardoor te wachten kon staan. Daarom heb ik geprobeerd om alles uit de VTO te halen wat er in zat. Daarna was ik echt klaar voor mijn functie.” Direct na het einde van de VTO reist Peter zijn eenheid achterna die

op dat moment in het buitenland bezig is met een tactische oefening. Op hoog niveau wordt er getraind, de complete eenheid staat tenslotte gedurende een half jaar op een notice van twintig dagen. Binnen de krijgsmacht gonst het dan, november 2005, al langer over Uruzgan en Sudan. Als de mannen trainen, speelt dat in hun achterhoofd mee. “Eind januari, begin februari was het zeker: we gaan! Omdat de NRF periode net ten einde was, waren er veel mensen vertrokkken. Gelukkig bleven mijn kaderleden, waarmee ik inmiddels kon lezen en schrijven, wel. Het peloton moest eerst opgetopt worden. Samen met mijn OPC heb ik een opwerkplan gemaakt. We hebben gekeken naar wat we in het gebied verwachtten tegen te komen. We verzamelden veel informatie en dat in combinatie met een stukje ervaring, vormde een plan. In Afghanistan is flexibel kunnen optreden een vereiste. Aan de ene kant moet je pakjes uitdelen, maar je moet zo kunnen omschakelen om te vechten.” Marx moest niet alleen zichzelf voorbereiden op de 4,5 maand durende missie. De voorbereiding van het hele peloton drukte op zijn schouders. “Ik ben heel open geweest over wat we daar konden aantreffen en verwachten. Daar moet je gewoon bij stil staan. Daarom heb ik ook de relaties van mijn mensen uitgenodigd. Ik was tenslotte nog maar 24, maar wilde hen mijn visie laten zien. Daarmee hoopte ik wat angst en onzekerheid weg te nemen.” De voorbereiding op de missie nam Marx bloedserieus. “Ik wilde kosten noch moeite besparen op een gedegen voorbereiding. Er werd natuurlijk een hoop van ze geëist, daar moet je zorgvuldig mee omgaan. We hebben ontzettend veel getraind van te voren en dat was ook zeker nodig. Daardoor krijg je veel vertrouwen in elkaar en dat is essentieel.” >>

27


Die verantwoordelijkheid, dat was het waarom Marx destijds koos voor de KMA. Nu ervoer hij dat het die enorme verantwoordelijkheid is wat je scherp houdt. “Je kunt simpelweg niet verslappen en dat doe je dan ook niet. Pas als je weer thuis komt kan dat.” Alle oefening ten spijt, hoe je reageert in gevechtssituaties weet je pas als je het mee maakt. “En dan doe je het gewoon. Je handelt direct en denkt niet waarom. Ons eerste contact, waarbij Roy gewond raakte, was direct erg ingewikkeld. Zowel op tactisch als mentaal gebied. Roy raakte direct na de eerste klap gewond. Daarna ga je vechten en neem je de touwtjes in handen. Toen ervoer je dat je rug ook echt gedekt wordt. Dat geeft een veilig gevoel en maakt de onderlinge band echt sterk. En dat is belangrijk, want je moet nog drie maanden verder met elkaar.” Nadenken over leven en dood, over gewond raken of vervelende dingen meemaken. Het is geen dagelijkse kost voor een gemiddelde 24-jarige. Toch waren het onderwerpen waar Marx zich voor vertrek naar Afghanistan, net als iedere andere militair, mee bezig moest houden. “Dat heb ik ook heel bewust gedaan. Ik heb alles op orde gemaakt, mijn huis, financiën.” Maar dat de aard van het werk je verplicht om rekening te houden met verwondingen en overlijden, betekent zeer zeker niet dat het dan ‘minder erg is’, als het gebeurt. “Daar kan ik me best kwaad om maken. Alsof je er voor kiest om gewond te raken als je militair wordt? Een slager loopt ook het risico dat zijn hand in de gehaktmolen verdwijnt, maar daar kíest hij toch niet voor? Mensen die dat zeggen, hebben geen idee hoe het zit. Als je gewond raakt staat de hele wereld op z’n kop. Ineens wordt je uit het scenario gerukt en voor je het weet zit je in Nederland. Zonder dat je het met elkaar kunt afsluiten.” Hoe hecht de groep in het uitzendgebied ook wordt, onherroepelijk valt de eenheid terug in Nederland vaak snel uit elkaar. Einde contract, nieuwe functie, overplaatsing, ieder gaat zn eigen weg. Ook Marx kreeg een nieuwe functie, wel binnen dezelfde Drentse eenheid. Tegenwoordig is hij plaatsvervangend compagnies commandant. Vanuit die functie ziet hij de nieuwe pc’s, vers van de KMA, binnen stromen. Voor die jonge luitenants is het ook niet gemakkelijk. Instromen in een groep die al zoveel met elkaar heeft meegemaakt. Marx helpt de kersverse officieren om hun weg te vinden. “Natuurlijk moet je niet te hoog van de toren blazen, maar je moet je wel vanaf dag één als pc opstellen. En daar moet je van te voren goed over nadenken.” “Mijn eerste functie was direct een heel uitdagende. Op de KMA kregen we les over de piramide van Maslow, nou wij hebben echt in de hoogste schaal van groepsvorming geacteerd. We hebben tactisch gewerkt onder oorlogsomstandigheden. Uit het motiveren, begeleiden en vormen van mensen haal ik echt veel voldoening. Ik ben er nog niet klaar mee!” <

kma

Special

Ontspanning, gezelligheid en uitdaging

Het Cadettencorps Cadet-vaandrig Remco Mulder (22) is voorzitter van de Senaat van het Cadettencorps, dé vereniging voor cadetten. Iedereen die studeert aan de KMA wordt lid van het Corps en kan daarmee rekenen op veel gezelligheid en nuttige ervaringen. Mulder beantwoord vijf vragen over het Corps.

1. Waarom is er een Cadettencorps? “Het Cadettencorps is dé (studie)vereniging op de Koninklijke Militaire Academie waarin alle cadetten zijn vertegenwoordigd. Het Corps speelt een belangrijke rol in je leven als militair. Het biedt ontspanning en gezelligheid, maar ook uitdagingen en leerzame momenten. Het ledental schommelt zo rond de zeshonderd. Het jaar 1898 geldt als het oprichtingsjaar, maar sindsdien is er veel veranderd. Van gezelligheidsvereniging veranderde het Corps in de loop der jaren naar een integraal onderdeel van de opleiding. De Senaat is het hoogste orgaan en het gezicht van de vereniging. De voorzitter wordt gekozen, de overige leden en de Chef du protocol solliciteren op hun functie. De Senaat vormt het dagelijks bestuur en is verantwoordelijk voor de financiën.” 2. Waarom zou ik lid worden? “Iedereen die studeert aan de KMA is per definitie lid van het Corps. Je lidmaatschap is verplicht omdat deelname aan het Corps integraal deel uitmaakt van je opleiding tot officier. Ook helpt je lidmaatschap je voorbereiden op jouw rol als officier ná de opleiding. Het Cadettencorps lijkt op het officierscorps waar je dan deel van uitmaakt. Het Corps maakt je vertrouwd met tradities en gebruiken die horen bij het vak van officier. Ook bouw je vriendschappen en contacten op die je in je latere carrière nog goed van pas kunnen komen.”

4.Wat maakt het Corps handig, nuttig en leuk? “Het Corps bied je de mogelijkheid om de vaardigheden die je tijdens je studie leert in de praktijk te brengen en te ontwikkelen. Denk daarbij aan plannen, organiseren, spreken in het openbaar en het beheer van de financiën; allemaal zaken die je moet kunnen wanneer je als officier gaat functioneren.” 5. Het Corps herbergt heel veel verenigingen, vertel daar eens wat meer over? “Het Corps is een vereniging voor en door cadetten. Het bestuur en de leiding liggen in hun handen. Het Corps kent zo’n vijftig verschillende verenigingen. De belangrijkste zijn de wapen- en dienstvakverenigingen. Ook zijn er sportverenigingen; variërend van judo en voetbal tot zweefvliegen en parachutespringen. Zit jouw sport of vereniging er niet bij? Richt dan samen met anderen een nieuwe vereniging op! De Culturele Raad organiseert theaterbezoeken en filmavonden maar ook een jaarlijkse reis naar Rome met audiëntie bij de paus. Ook met lezingen en bezoeken aan symposia biedt het Corps volop mogelijkheden om jezelf intellectueel te vormen.”

3. Kun je het Corps vergelijken met een burgerstudentenvereniging? “Nee, die twee zijn niet met elkaar te vergelijken ook al zorgen beiden ervoor dat je een leuke studietijd kunt hebben. Het Corpslidmaatschap is niet vrijblijvend en ook is er geen ontgroeningsperiode maar een Corpsintroductie. Het lidmaatschap kent ook verplichtingen. Zo wordt er van je verwacht dat je bij sommige activiteiten aanwezig bent. Ook wordt er vaak aanspraak gemaakt op je verantwoordelijkheidsbesef.”

Cadet-vaandrig Remco Mulder studeert al een aantal jaar aan de KMA. Hij gaat straks als officier infanterist aan de slag bij de Koninklijke Landmacht. “Officier zijn is het mooiste en meest uitdagende beroep wat er is. Zorgen voor vrede en veiligheid overal ter wereld, dat is ontzettend belangrijk. Maar het is ook werk waar niet iedere Nederlander geschikt voor is of voor durft te kiezen. Ik wil graag wel bij die selecte groep horen die dat werk verricht wat ertoe doet.” Mulder wil graag na de KMA aan de slag gaan bij de Pantserinfanterie.

29


FI T A A N D E STA RT

SPORT ALS HOOFDVAK

KLIJKE WIE OFFICIER BIJ DE KONIN , MARINE HT AC TM CH LANDMACHT, LU RDEN, WO L WI E OF MARECHAUSSE STEL ED GO N EE ER OV MOET NAAST IEVE HERSENS OOK OVER SPORT WANT . EN IKK SCH BE N KWALITEITE E OP DE KONINKLIJKE MILITAIR GEEN RT SPO IS A ED BR IN ACADEMIE . AK BIJVAK, MAAR EEN HOOFDV l uit van de opleiding tot Sport maakt een wezenlijk onderdee verwacht dat hij of zij in lotte tens t word air milit officier. Van een lei, soms moeilijke, aller r onde staat is om te kunnen opereren om vele uurtjes per daar zich en werk tten Cade den. omstandighe elijkse sportlessen wek de ns tijde wijs week in het zweet. Groepsge uurtjes. én zelfstandig in de schaarse vrije

IR METAMORFOSE TOT MILITA

de vele honderden cadetten een In de Bredase binnenstad vormen marcheren ze door de stad na ton pelo hun In ht. vertrouwd gezic hardlopend aan de broodnoen een oefening te velde of ze werk Lichamelijke Oefening (LO) au bure door de wel Hoe dige conditie. aagt aan een ijzersterke bijdr ing train & Sport aangeboden fysieke Peet, hoofd van het der van r Piete or majo rt ulee stim conditie, hard aan te trekken. tijd’ n ‘eige in ook er bureau, de cadetten om ol komen is het scho re elba “Voor cadetten die net van de midd in het verleden zelf die or majo de t wee , hier best even wennen” “Sommigen van ht. brac door ook als student enige tijd op de KMA school. Hier is op d geha r mee gym geen tijdje hen hebben al een ns de eerste Tijde d.” lijven vrijb sport een A vak en is het zeker niet erbroeken’, ‘spijk de n rgaa onde emie acad aire weken op de milit collega’s genoemd worden, de zoals de kersverse militairen door metamorfose tot militair. aire vaardigheden, conditie en Door het op peil brengen van milit wen klaargestoomd voor het kracht worden de mannen en vrou t beschikken over een goede moe t, kom vak. “Wie naar de KMA “Die wordt tijdens de fysieke basisconditie”, legt Van der Peet uit. ipe is de hoeveelheid princ In . eten gem m keuring in Amsterda cadetten hier binnen rmee kracht en uithoudingsvermogen waa sportinstructeurs aan de rmee waa atie nsitu begi of komen de basis en te vergroten en rmog gsve udin de slag gaan om kracht en uitho “ . leren te aan eden digh nieuwe vaar

RODE DRAAD

twintig instructeurs, die allemaal Bij Bureau LO & Sport werken de studie aan een CIOS of ALO een ook iding naast hun militaire ople en en vormen’. “Zo train n, volgden, volgens het principe ‘lere rdere doelstellingen mee baan ernis hind de op kun je aan een les en snelle wijze een e veilig op je koppelen. De ene les leer je hoe t de hindernisbaan word les ende volg De en. nem hindernis kan udingsvermogen te trainen. bijvoorbeeld gebruikt om het uitho gebruikt worden om de nog ook baan lfde dieze kan Tenslotte eteren. Te denken valt verb te g rmin groeps- en leiderschapsvo rol van commandant zijn mede aan een les waarbij de cadet in de op een veilige manier over de tijd alde bepa cadetten binnen een hindernisbaan moet krijgen.” e conditie staat ook mentale Naast het opwerken naar een goed en. “Dat loopt als een rode vorming centraal tijdens de sportless namelijk heel geschikt voor is t Spor . iding ople hele draad door de hoogte. Je moet weten hoe op en mentale training. Denk aan werk kend en misschien onprettig is. je reageert op een situatie die onbe gen.” Van der Peet vindt het bren r wate Dat kan sport mooi boven er houden in het sporten, ook belangrijk dat ‘zijn’ studenten plezi arom besteden we naast de “Da is. werk je als fit blijven deel van dmarsen, de hindernisbaan en echte militaire activiteiten zoals spee aan bijvoorbeeld voetbal, acht aand ook g militaire zelfverdedigin hockey en andere spelsporten.”

kma

Special

middelbare school de n va t ne e di n tte de ca or Vo ennen komen is het hier best even w

31


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.