2 minute read

Ontstaan van Lisserbroek

Ontstaan van Lisserbroek(hoofdstuk 2/deel 4)

Overgenomen uit het boekwerk ‘Zo was het in Lisserbroek’ (uitgave 1978) geschreven door Nic. Bouwmeester, samenstelling Aart Donker en fotografische verzorging Maarten Doedes. Hoofdstuk 2: Lisserbroek als veenderij.

Advertisement

We vervolgen ons verhaal over de brugwachter.

Brugwachterswoning van Gerard Wesselius omstreeks 1950 dichtbij genaderd was, gooide de brugwachter allebei de bomen dicht. De chauffeur, door dit gebaar duidelijk geïrriteerd, gaf plankgas zodat hij pardoes door allebei de bomen heen reed, de brugwachter zeer verbouwereerd achterlatend. Ja, dat waren moeilijke tijden voor de brugwachter.

De brug geblokkeerd

De kwekers in de Lisserbroek hadden veelal achter in hun land een ‘heilig huisje’ staan. In de Lisserbroek beter bekend als ‘no. 100’ of ‘het sch….huis’. Zo’n huisje was eenvoudig getimmerd en stond altijd half boven de sloot. Op een bepaald moment bedachten een paar jongelieden eens, om zo’n huisje te verplaatsen. Het werd vierkant opgepakt en midden op de brug geplaatst zodat er nog maar nauwelijks een hond langs kon.

Bijkomstige werkzaamheden

Zo’n brugwachtersbaan, en dat verdient wel enige aandacht, moet niet onderschat worden. Behalve dat de brug zo’n 100 maal per dag open en dicht gedraaid moest worden (volgens bijgehouden gegevens), waren er ook nog de nodige andere zaken te verzorgen. Hij moest bijvoorbeeld de houten palen van de brug, die in het water stonden rondom ijsvrij houden, zodat ze niet gekraakt zouden kunnen worden als de Ringvaart opengebroken werd. Hij moest er onder andere op toezien dat er geen vrachtwagens over de brug gingen met een asdruk hoger van 3,5 ton. Ter ondersteuning stond er bij de brug een bord waarop dat aangegeven stond. Dat gaf met de chauffeur van de firma Verduyn toch wel problemen omdat die wagen vaak beduidend zwaarder geladen was. Op een bepaalde dag werd de chauffeur met een lege wagen teruggestuurd. Hij bedacht: ‘Nu zal ik die brugwachter eens pakken’. Hij deed heel uitvoerig het dekzeil over de wagen, zodat het de schijn had dat hij zwaar aan de vracht was. De brugwachter zag hem al aankomen en bedacht op zijn beurt: ‘Nu zal ik hem eens pakken’. Toen de wagen de brug tot zeer

Een andere ‘verstopping’:

Door het aanhoudend op een hoger toerental inschakelen van de scheepsmotoren, nadat de schipper de brug gepasseerd was, werd de bodem, grond en bagger, in het water opgedraaid, waarna het in wat rustiger water weer naar de bodem zakte. Hierdoor was de Ringvaart precies onder de brug het ondiepst. Grote zwaar geladen schepen liepen bij herhaling midden tussen de brug op de bodem vast. Het kwam zodoende nog al eens voor dat de brug ‘verstopt’ zat. Het karakteristieke beeld van de Lisserbroek, een lange rij wachtende mensen voor de brug, werd dan weer eens extra benadrukt. Veel schoolkinderen hielden er meest wel een extra vrije middag aan over.

De brug der zuchten

In 1968 is de Rolbrug vervangen door de huidige ophaalbrug die op 6 april van dat jaar met veel vertoon van blijdschap is geopend. Eindelijk konden de bewoners rond de brug weer van een rustige nachtrust genieten zonder herhaaldelijk opgeschrikt te worden door een hels kabaal als er bijvoorbeeld een auto over de brug reed. De Rolbrug had een gietijzeren leuning en een houten brugdek.