1 minute read

Poedersuikerplein

Songtekst: Paul de Leeuw

Kruip maar uit je bed koude voeten op de vloer het is donker de gordijnen zijn nog dicht. En ook als je naar buiten kijkt de zon is nog niet op maar alles wit en de sneeuw geeft bijna licht.

Advertisement

Alles slaapt je kan de stilte bijna horen en in het kraakheldere wit zijn nog geen sporen. Die witte deken is zo glad en alles is perfect want de hele wereld is bedekt.

Haastig al je kleren aan je muts op en een sjaal je grote laarzen en een dikke warme jas. Je zwaait de deur dan open voelt de kou in je gezicht en in een wit tapijt zet jij de eerste pas. Onder je voeten hoor je de dikke sneeuw al kraken en je bukt om met je handen aan te raken. En de vlokken blijven vallen en ze zijn zo mooi en zacht. Hier heb je al die maanden op gewacht.

Als er sneeuw ligt zijn de grenzen er niet meer. Je weet niet meer waar de stoep begint en eindigt. Dus de straten zijn veel breder en er is ook geen verkeer. Wees welkom op het Poedersuikerplein. Zo zou het altijd moeten zijn.

Op de foto: pleintje aan de Muntstraat

Iedereen naar buiten. Pak een schep of pak een slee. Help maar mee want de sneeuwpop staat niet recht. En de eerste bal belandt bij de buurman in zijn nek en dat ontaardt in een sneeuwballengevecht. Niemand alleen want iedereen is samen en we kijken naar de lichtjes voor de ramen. Blaas de wolken uit je mond want je vingers zijn haast blauw en we hebben rode wangen van de kou.

Als er sneeuw ligt zijn de grenzen er niet meer. Je weet niet meer waar de stoep begint en eindigt. En de straten zijn veel breder en er is ook geen verkeer. Wees welkom op het Poedersuikerplein. Zo zou het altijd moeten zijn.