3 minute read

Flora en Fauna in Lisserbroek: vleermuizen

Kijk op een mooie nazomeravond eens naar boven als het aan het schemeren is. In de lucht zijn op sommige plekken razendsnelle kleine beestjes te zien die volop jagen: vleermuizen. Vleermuizen verblijven vooral op plekken waar mensen niet bij kunnen komen, zoals in de spouw of onder de dakbedekking, maar ook achter betimmering, daklijsten of in dubbelwandige schoorstenen. De temperatuur in het verblijf is van groot belang voor de groei en ontwikkeling van de jongen. Afhankelijk van de buitentemperatuur zoeken vleermuizen warme, heel warme of juist iets koelere plekken op. Tref je een groep vleermuizen in je woning aan, dan is dat altijd tijdelijk; zodra de jongen groot zijn, verlaten ze de plek. Soms komen ze het daaropvolgende jaar terug, maar dat hoeft niet altijd.

Enkele uren voordat ze uitvliegen, worden ze wakker. Dit gaat gepaard met het nodige, soms luide, gekwetter. Vleermuizen blijven ‘s nachts zo lang mogelijk jagen, afhankelijk van hun ‘honger’ en het aantal insecten dat er rondvliegt en dat is vaak weer afhankelijk van de nachttemperatuur. In het vroege voorjaar en late najaar jagen vleermuizen vooral aan het begin van de nacht. In de periode dat ze jongen moeten voeden, jagen de vrouwtjes de hele nacht. Wel keren zij dan halverwege terug om hun jong te zogen. Ze blijven dan wat dichter ‘bij huis’. In de Haarlemmermeer vliegen o.a. de laatbloeier, de meervleermuis en de gewone dwergvleermuis rond. De dwergvleermuis weegt ca. 5 gram en is 3,5 tot 4,5 cm lang: best wel heel klein dus! Vleermuizen zijn zoogdieren: ze hebben een vacht en de vrouwtjes voeden hun jong met melk. Ze worden 20 tot 25 jaar oud. De nek van een vleermuis is heel flexibel. Als de vleermuis hangt, kan hij zijn kop zo draaien dat hij je kan aankijken. Vleermuizen zijn nachtdieren. De meeste zien niet erg goed maar kunnen wel heel erg goed horen. Behalve de naam hebben vleermuizen niets met muizen gemeen. Muizen zijn knaagdieren; vleermuizen zijn ‘handvleugeligen’ door de tot vleugels omgebouwde handen, waarmee zij, als enige zoogdier, in staat zijn tot vliegen. Een andere unieke eigenschap is het gebruik van echolocatie: vleermuizen zenden in de vlucht hele hoge, voor ons onhoorbare tonen uit; aan de hand van de echo’s daarvan weten ze insecten op te sporen en te vangen. Iedere nacht eten ze 20 tot 50% van hun eigen lichaamsgewicht aan insecten. Een vrouwtje dat voor haar jong moet zorgen, eet meer dan haar eigen lichaamsgewicht, omdat ze melk moet produceren. Per zomerseizoen eet een vleermuis gemiddeld wel een kilo insecten.

Advertisement

Vleermuizen zijn hoogontwikkelde, sociale dieren die in groepsverband leven in een kolonie. Afhankelijk van de temperatuur gaan de vleermuizen in de loop van oktober tot in december in winterslaap. De gemeente Haarlemmermeer heeft geen belangrijke functie als overwinteringsplaats voor vleermuizen, maar wel in de actieve periode van de vleermuizen van half april t/m half oktober. Na hun winterslaap, in de loop van april/mei, gaan ze van hun overwinterplek naar hun zomerverblijf, begin juni vormen zich de kraamkolonies alwaar na een zwangerschap van één tot anderhalve maand het kleintje, en soms een tweeling, wordt geboren. De mannetjes en vrouwtjes leven ‘s zomers gescheiden. De vrouwtjes leven in kraamkolonies die meestal bestaan uit enkele tientallen volwassen vrouwtjes. Mannetjes, onvolwassen dieren en onbevruchte vrouwtjes zoeken vaak, alleen of in kleine groepjes, hun verblijfplaats. Als ‘s nachts de moeders op insectenjacht gaan, blijven de jongen in de kraamkamer achter. In vier tot zes weken groeien de jongen op, waarna ze van begin juli tot eind juli zelfstandig uitvliegen. De kolonies vallen daarna uiteen; elk dier gaat dan zijn eigen weg. In de nazomer begint de paartijd. Het mannetje en vrouwtje zoeken elkaar dan weer op en het vrouwtje bewaart de zaadjes van het mannetje tot na de winterslaap. Welterusten!