15 minute read

uit dE rijKE Bovatin HistoriE Niet altijd zonnegeur

“het heeft mIjn famIlIe zó geRaakt”

Nostalgie is een goed gevoel, en dat gevoel krijg je wel als je terugkijkt op 70 jaar

Advertisement

BOVATIN-historie. De brancheorganisatie heeft immers veel goeds gedaan voor het onderwijs, het vakmanschap, de belangenbehartiging, de technische en de juridische advisering, de promotie voor de leden, voor de geassocieerde leden, de branche als geheel en indirect ook voor de zakelijke eindgebruiker en de consument. En BOVATIN weet vaak – ook al in de ‘oude tijd’, toen de jaardag nog een jasje-dasjedag was, met bal na – een hoop gezelligheid te organiseren.

Héél af en toe hoor je een ander geluid. Dan gaat het over de periode dat de Vestigingswet werd afgeschaft. Nog altijd wordt er vooral naar die periode verwezen als iemand ‘een oud appeltje te schillen’ zegt te hebben met

BOVATIN. Hoor je dat één keer, dan is het een incident. Hoor je het twee keer, dan ook. Hoor je er een derde keer over, dan is het de moeite waard om uit te zoeken en er een artikel over te schrijven. Hoe kwam het? Staat het verhaal op zich? Wat ging er dan goed, of mis?… Gaat u er maar even voor zitten.

VeRandeRende ReGels: Best lastiG…

Wanneer je een regel stevig handhaaft, en ‘m daarna ‘ineens’ beëindigt, is dat best even slikken. Zowel voor de handhaver als voor degene die met de regels moest leven. een recent voorbeeld was natuurlijk, in februari van dit jaar, de avondklok: ineens was ‘ie er, inclusief handhaving, en vervolgens leek hij weer te verdwijnen. ook al ging het uiteindelijk natuurlijk om het doel…

Jaren terug had bovatiN ook met zo’n regel te maken: tot aan de afschaffing van de vestigingswet moest de directeur van ieder tegelzetbedrijf met personeel een stevig examen doen, en het ‘patroonsdiploma’ behalen om zich te kunnen ‘vestigen’. Waarom? de consument moest verzekerd kunnen zijn van goede diensten en producten. en de ondernemer moest over de kwaliteiten beschikken om als ondernemer te kunnen slagen. Had je dat diploma, dan kon je je dus vestigen. beschikte je over andere relevante diploma’s in combinatie met ervaring, dan kon de ser een ontheffing verlenen. in 1989 heeft bovatiN de stichting tot bevordering van de rechtmatige Uitoefening van het tegelzettersbedrijf, bekend als de stichting brUt, opgericht. door deze stichting is in de jaren 1989 en 1990 met succes een aantal rechtszaken gevoerd tegen tegelzettersbedrijven die niet beschikten over een vergunning of ontheffing. een aantal bedrijven heeft de activiteiten gestaakt, andere hebben alsnog het patroonsdiploma gehaald of een ontheffing verkregen. in de jaren tachtig en negentig is de kritiek op de vestigingswetgeving toegenomen, en in 2007 is de wet in zijn geheel afgeschaft. voor de tegelbranche was de werking van de wet al sinds 1990 niet meer van kracht.

de aanleidinG: ledenweRVinG en pRomotie

Maar waarom komen we hier ‘ineens’ weer op terug? dat zit zo: bovatiN doet sinds kort de actieve ledenwerving via linkedin. immers, direct-marketing via de telefoon is sinds een jaar of twee grotendeels bij wet verboden. en via linkedin geven mensen met één á twee klikken op een advertentie aan dat ze meer willen weten en benaderd mogen worden. tegelijk waren we gestart met het promoten van leden via de Facebookpagina van ‘meerwaarde van tegels’. daar werd door consumenten behoorlijk positief op gereageerd, zo konden we aan de ctr (click through rate: wie klikt er niet alleen op de advertentie, maar ook door naar een andere website? Ja, dit blad gaat ook over de verkoop van tegels en tegelwerk!) zien dat tegelzetbedrijven rechtstreeks klanten op digitaal bezoek kregen. Maar er waren ook boze reacties: van parketteurs, tapijthandelaren en vinylverkopers bijvoorbeeld. en ook van tegelzetbedrijven die geeN lid van bovatiN zijn. ‘Jullie bevoordelen je leden! ben je alleen een goede tegelzetter als je lid van bovatiN bent?’ ‘Nee, een goede tegelzetter weet dat hij een nog betere tegelzetter kan zijn door de diverse diensten van bovatiN! dus die zijn lid…’. inderdaad: wij bevoordelen onze leden. ook daar zijn we voor…

“HIj HAD AL 15 jAAR EEN FLOREREND BEDRIjF MET 13 MAN IN DIENST. DAN DOe je TOCH iN ieDeR GeVAL ieTS GOeD, DeNk je DAN”

eén reactie was behoorlijk persoonlijk, en maakte indruk. Zozeer dat we die mijnheer zijn telefoonnummer hebben opgezocht, en hem hebben gebeld.

walteR Van Gompel: “het heeft mijn familie Zó GeRaakt…”

Walter van gompel is 52, en heeft inmiddels zo’n 25 jaar zijn eigen bedrijf. Hij is geen bovatiN-lid. Zijn vader, toon van gompel, was dat wel. totdat hij in 1988 gedwongen werd om zijn bedrijf te staken en als ZZp-er verder te gaan. “Hij had al 15 jaar een florerend bedrijf, ‘a. van gompel’, met 13 man in dienst. dan doe je toch in ieder geval iets goed, denk je dan. Maar hij kon gewoon niet tegen de examens. Hij is vier keer opgegaan, dat kostte alleen al zo’n 2000 gulden. Maar hij slaagde niet, en een ontheffing is er ook niet verleend. Hij was goed in zijn vak, hij stuurde zijn personeel goed aan. Maar er leek geen genade te zijn. Hij heeft noodgedwongen zijn bedrijf opgeheven, en is als zelfstandige gaan werken. Hij was 40 jaar oud, toen… Het heeft hem echt geknakt. Fysiek zelfs. al deed het tegelwerk zelf dat ook: tegelzetten was toen vooral zwaar omdat er te weinig aandacht voor gezondheid en gezond werken was.” toch werd Walter van gompel ook tegelzetter. “en ik was het niet van plan! ik had mijn zinnen op de werktuigbouw gezet… Maar mijn vader had mij in 1984 overgehaald, en in de vier jaar daarop heb ik het vak van hem kunnen leren. en goed ook! de laatste kneepjes heb ik daarna bij het bedrijf van (het inmiddels overleden bovatiN erelid, red.) Jan van de ven geleerd. “

“Mijn vader is erg vroeg gestopt met het werk. Hij kon fysiek niet verder. Maar zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering bevatte een paar clausules waardoor ze niet- of minder hoefden uit te keren… kortom: mijn ouders hebben hun huis moeten verkopen. de opeenvolging van gebeurtenissen heeft mijn familie zó geraakt… dat krijg je dan wel even mee…!”

“HeT WAS GeWOON eeN ONGeLukkiGe BOTSiNG VAN OVeRHeiD, VeRANDeReNDe WeTGeViNG, BRANCHeORGANiSATie, De VeRZekeRiNG, HeT WeRk, De meNS eN ZijN GOeDe BeDOeLiNGeN… EN MIjN VADER WAS OP HET VERkEERDE MOMENT, IN DE VERkEERDE OMSTANDIGHEDEN, OP DE VERkEERDE PLEk”

‘schuldiG’?

“Je vraagt je van alles af. Had bovatiN redenen om bedrijven te weren, en ons bedrijf in het bijzonder? ik zou niet weten waarom… in feite waren de mensen van die tijd, in de examencommissie, en ook de toenmalige voorzitter (Mario tomaello, red.) echt niet verkeerd. sowieso kun je geen ‘schuldigen’ aanwijzen – het was gewoon een ongelukkige botsing van overheid, veranderende wetgeving, brancheorganisatie, de verzekering, het werk, de mens en zijn goede bedoelingen… en mijn vader was op het verkeerde moment, in de verkeerde omstandigheden, op de verkeerde plek. dus wat moet je er vandaag nog mee? Nou eh… , ik werd dus géén bovatiN-lid… ! Maar het leven ging door... ook voor mij, en mede dankzij mijn vader. ik werd in 1989 Nederlands kampioen tegelzetten (zie ook de foto met ‘150 jaar Ns’). Nico de Moor (zie een eerdere bovatiNfo, toen hij op bezoek was bij de Nk tegelzetten bij espeQ Heerhugowaard) zat toen in de jury… en in 1990 of 1991 haalde ik mijn diploma’s. tsja, het zou wat geweest zijn als ik daarna, met Jan van de ven en hem in de examencommissie, gezakt zou zijn… Maar heel kort daarna werd alles afgeschaft. dan gaat er wel wat door je heen…! Mijn vader heeft het natuurlijk ook achter zich gelaten. Hij overleed in 2012, 71 jaar oud.”

hoe kijkt BoVatin eRop teRuG?

teus Zanen is al jaren bovatiN-juridisch adviseur en steunpilaar van lidbedrijven: “Mijn eerste contacten met bovatiN dateren van eind december 1988. Mij werd gevraagd hoe er acties ondernomen zouden kunnen worden tegen tegelzetters die hun bedrijf uitoefenden zonder te beschikken over een vergunning of een ser-ontheffing. in 1989 is daarom de stichting tot bevordering van de rechtmatige Uitoefening van het tegelzettersbedrijf, bekend als de stichting brUt, opgericht. door deze stichting is er in de jaren 1989 en 1990 een aantal rechtszaken gevoerd tegen tegelzettersbedrijven die niet beschikten over een vergunning of ontheffing. een aantal bedrijven heeft de activiteiten gestaakt, andere hebben alsnog het patroonsdiploma gehaald of een ontheffing verkregen.” Welke redenen waren er dan voor de overheid om die regeling stop te zetten? “de kritiek op de vestigingswetgeving nam toe, aangezien deze de vrije mededinging zou belemmeren. Nadelen die aan vestigingsbeperkingen worden toegeschreven zijn onder andere dat, door de beperking van de concurrentie, de prijzen te hoog zijn en de bedrijven niet worden gestimuleerd om met nieuwe producten of verbeterde dienstverlening te komen. daarnaast voorkomt het stellen van (diploma)eisen in beginsel wel slechte kwaliteit van dienstverlening door beunhazerij, maar stimuleert het niet tot voortdurende kwaliteitsverbetering. ook worden startende ondernemers belemmerd, terwijl die juist zorgen voor economische groei en werkgelegenheid.”, weet de bovatiN-jurist.

VReemd moment…

die stopzetting moet een vreemd moment zijn geweest…? Zanen: “op al deze argumenten valt wel het een en ander af te dingen… maar het was een keuze van de politiek om de werking van de vestigingswet voor de tegelzetters al meteen op te schorten. en sinds 18 juli 2007 is de vestigingswet als geheel afgeschaft. Wij hebben toen – om de consument toch de keuze te bieden om een ‘erkende’ tegelzetter te kiezen - de sgat in het leven geroepen. We hebben geprobeerd om de eerste versie van deze regeling – een eigen, private erkenning van bedrijven die voldeden aan de diploma- en ontheffingseisen – te promoten bij de verenging eigen Huis en de consumentenbond. Maar die verenigingen hadden kritiek op een erkenning van bedrijven op basis van een ooit behaald diploma. Men vond dat te mager, en men stelde dat periodiek door een onafhankelijke partij zou moeten worden gecontroleerd of de tegelwerkzaamheden goed waren uitgevoerd; zo zou het dus ook mogelijk zou moeten zijn om een erkenning kwijt te raken. Na enkele jaren is er daarom in samenwerking met ikob-bkb (inmiddels skgikob) een Url en brl tegelzetten opgesteld. in de Url zijn de eisen vermeld waaraan tegelwerk dient te voldoen en waarop men in de voorbereiding daartoe allemaal dient te letten. in de brl is opgenomen op welke wijze en met welke frequentie wordt gecontroleerd of

het tegelwerk aan de eisen voldoet. dit werd later het koMoproces-certificaat – maar in feite waren we te vroeg. pas nu, met de Wet kwaliteitsborging in het vooruitzicht, kan deze regeling de tegelzetter een echt marktvoordeel bieden. binnenkort kom ik daar graag in dit blad op terug, echter, dan wil ik eerst precies weten wat een en ander voor de tegelzetter betekent, en daarover moet de politiek nog besluiten.”

Maar als je dan het verhaal over de heer van gompel hoort? “als ik het zo beluister, is dit zo’n situatie waarbij je tegen één van de grootste dilemma’s aanloopt die je als ‘jurist in de tegelbranche’ kunt hebben: het verschil tussen wet en rechtvaardigheid, tussen eerlijk en open de regels volgen, ruim interpreteren en toch iets bereiken wat uiteindelijk niet de bedoeling van de regelgeving was… als mijnheer van gompel al 13 jaar lang een bedrijf met 15 personeelsleden kon runnen – in een overigens economisch niet al te makkelijke tijd – dan moet hij inderdaad in de praktijk toch veel goed gedaan hebben. Maar op basis daarvan kon blijkbaar toen geen vrijstelling gegeven worden – wat trouwens wel vaak gebeurde. Hij heeft die vrijstelling toch wel aangevraagd hoop ik? We gaven ondernemers namelijk wel dat advies. Maar je begrijpt wel wat er gebeurd zou zijn als de ser een vrijstelling zou hebben verleend, alleen maar omdat wij dat graag wilden. Niet voor niets zijn we later aan een procescertificaat gaan werken: het was en is - ook straks met de Wet kwaliteitsborging – de bedoeling om een ‘borging’ voor de bouwconsument te bieden die de kwaliteit van de totale bedrijfsvoering laat zien. Weet je, het blijft lastig om met de kennis van nu terug te blikken… maar als dit bedrijf zo lang succesvol met 15 man personeel heeft kunnen werken, en als mijnheer van gompel bij zijn zoon de basis heeft weten te leggen om Nederlands kampioen tegelzetten te worden… deze handhaving was toen wat de leden en het bestuur in meerderheid wilden. als je er nu op terugkijkt, pakte deze combinatie van wetgeving en handhaving blijkbaar niet altijd goed uit – al beantwoordde het vaak wel aan het doel om consumenten tegen beunhazerij te beschermen, daar blijf ik bij. We hebben in die tijd van ‘koppelbazen’ echt flink wat ronduit malafide bedrijven van de markt weten te weren. eén ding is dus waarom de heer van gompel toen, op basis van zijn florerend bedrijf, geen ser-vrijstelling voor zijn bedrijf heeft aangevraagd en/ of gekregen. en – had hij zelf niet over de benodigde papieren beschikt, dan had hij toch ook iemand in zijn bedrijf kunnen aanstellen die dat wel deed. Je hoeft als ondernemer immers niet alles zelf te kunnen!” Naar verluidt kon men bij de ser, met aanbevelingen van respectievelijk twee aannemers, twee opdrachtgevers en een architect, in aanmerking komen voor een vrijstelling.

“ALS mijNHeeR VAN GOmpeL AL 13 jAAR LANG eeN BeDRijf meT 15 peRSONeeLSLeDeN kON RuNNeN, DAN MOET HIj TOCH VEEL GOED GEDAAN HEBBEN.”

Walter van gompel: “ik begreep van mijn moeder inderdaad dat ze met zo’n vrijstelling bezig zijn geweest, maar waarom het er uiteindelijk niet van gekomen is, dat laat zich niet meer reconstrueren… en binnen het bedrijf iemand opleiden om die als bedrijfsleider aan te stellen, had -zo begreep ik - ook een aantal nadelen: immers, daarna zou het, zo werd toen gedacht, voor die persoon vervolgens namelijk wel erg aantrekkelijk zijn om zich zelfstandig te vestigen… en ook diens salariëring zou het bedrijf voor een paar uitdagingen gesteld hebben…”

oud-RijksGecommitteeRde nico de mooR: “70% slaaGde!” Nico de Moor was in die jaren rijksgecommitteerde, docent en lid van de examencommissie. van 1951 tot 1967 had hij zelf een tegelzettersbedrijf, maar daarna kwam hij in het onderwijs terecht. “ik kan me deze specifieke zaak niet herinneren, maar ik kan je vertellen dat het examen inderdaad geen eitje was!”, aldus de heer de Moor. “al slaagde toch zo’n 70% van de

kandidaten. Het examen bestond uit drie onderdelen: een praktijkwerkstuk, een vakgesprek en een berekening. Het praktijkwerkstuk spreekt voor zich, tijdens het vakgesprek had je een gesprek met de examencommissie over onder andere materiaalkennis en ondernemerschap, en vervolgens moest je aan de hand van een opdracht een berekening maken – de berekening van een ‘boogje’ bijvoorbeeld – en uiteindelijk moest dat in een complete offerteberekening uitmonden. aan de hand van de punten die gescoord werden bij deze drie onderdelen kon je dan als commissie een redelijk geobjectiveerd cijfer geven. en je had ook echt een idee of de kandidaat niet alleen zich goed voorbereid had, maar ook of hij alle aspecten van het ondernemersvak voldoende beheerste.”

achteRaf en die koe…

Het was natuurlijk met de kennis van toen: de leden die bescherming voor hun mooie vak en voor de consument wilden, nog niet wetend dat het beroep kort daarop volledig ‘vrij’ werd gegeven. Het speelveld van wetgevers en politiek… de huidige bovatiN-voorzitter gerard reus kan zich zijn examen nog goed herinneren: “ik haalde de praktijk wel, maar de theorie niet in één keer, ik droom er nog wel eens van, haha! tsja, met de kennis van dat speelveld, nu, is het makkelijk om te zeggen dat we het nu anders aangepakt zouden hebben. Het was een andere tijdgeest… ik zal je eerlijk zeggen dat ik nog wel eens zou wensen dat dat examen er nog was… al zie ik ook bedrijven die zonder diploma’s, maar met een onderweg op de ‘Universiteit van het leven’ opgedane vakkennis toch succesvol zijn. iedereen leert op zijn eigen manier, al blijf ik voorstander van een reguliere opleiding.”

“Ik kAN jE VERTELLEN DAT HET ExAMEN INDERDAAD GEEN EITjE WAS, AL SLAAGDe TOCH ZO’N 70% VAN De kANDiDATeN”

over het lidmaatschap: “onze leden kiezen voor het lidmaatschap, simpelweg omdat ze als tegelzetter en ondernemer met de nodige vakbekwaamheid weten dat een brancheorganisatie een meerwaarde heeft. We weten allemaal dat de doorgeschoten ‘vrije markt’ nu vaak tot excessen leidt: de schadezaken – in verreweg de meeste gevallen van niet-bovatiN-leden! – spreken boekdelen.”

twee jaaR ‘testen’!

en de ‘Zaak van gompel’? “Wat ik mooi vind, is dat de heer van gompel junior toch ook voor het vak gekozen heeft. en de moeite heeft genomen om er zoveel jaren later met ons over te communiceren. We krijgen echt de onderste steen niet boven van hoe het toen allemaal gegaan is, maar feit is dat het de familie geraakt heeft, en dat men in de familie nu een slecht beeld heeft van bovatiN, juist doordat er Zo veel achter elkaar is gebeurd. om die reden hebben we als bestuur afgesproken dat we de heer van gompel junior bij hoge uitzondering een gratis tweejarig lidmaatschap van bovatiN aanbieden. in twee jaar kun je immers zelf ervaren wat onze brancheorganisatie is en doet. Niet om iets ‘goed te maken’, en ook niet omdat bovatiN het ‘dus verkeerd’ heeft gedaan: er is hier echt sprake van een ongewoon nare samenloop van omstandigheden, waarbij overheid, verzekeraar, brancheorganisatie en stichting brUt ieder hun eigen – zeer waarschijnlijk, geheel legitieme - rol hebben gespeeld. Maar we willen onze ogen er niet voor sluiten dat het voor het bedrijf en het gezin van de heer van gompel onevenredig slecht heeft uitgepakt. en we willen Walter van gompel graag de kans bieden om zelf te ervaren wat bovatiN nu en hier voor zijn huidige leden betekent. Na die twee jaar is het aan hem om te besluiten of hij dan betalend lid wil worden of niet!”

voor de heer van gompel junior is betalend lid worden op dit moment dus geen optie. “Maar ik vind het sportief dat bovatiN me deze gelegenheid tot een hernieuwde kennismaking biedt! dus op die uitnodiging ga ik in. en over twee jaar kijk ik hoe ik er dan in sta. ik houd nog even een zekere reserve, dat begrijp je…!” ■

“WE WILLEN ONzE OGEN ER NIET VOOR SLUITEN DAT HeT VOOR HeT BeDRijf eN HeT GeZiN VAN De HeeR VAN GOmpeL ONeVeNReDiG SLeCHT HeefT uiTGepAkT”

Voor informatie:

twvangompel@hotmail.com, tel. 06 – 6534 4899 www.tegelzetbedrijfvangompel.nl (te bladel, website i.o.)

This article is from: