5 minute read

iK BEn gEEn tEgElzEttEr maar

in deze kwartaalcolumn graaft remus aussen, de hoofdredacteur van bovatinfo, wat in het vak van de tegelzetter. hebt u een onderwerp waar hij eens in mag graven? mail het naar redactie@bovatin.nl!ook als u op deze column wilt reageren, natuurlijk.

Cijfers wil ik zien! #durf te VrAgen…

Advertisement

alles en iedereen is op internet te vinden. Je kunt het eigenlijk zo gek niet verzinnen. Maar weet u wat er niet op internet te vinden is? cijfers over tegels in Nederland! Ja, je kunt een (flink) bedrag overmaken aan een marktonderzoeksbureau dat een link naar een ‘boek der boeken’ met het antwoord op alle vragen laat zien, en dan krijg je een rapport met een veelbelovende titel – waar 10 tegen 1 net niet in staat wat je zoekt: meerjarige cijfers over import, export, opslag, verkoop, verwerking, aandelen tegels-hulpstoffen-verwerking, kopersmarkt, verdeling arbeidskrachten, schades, opslag, vergelijking aanneemsommen versus gerelateerde omzet (af)bouw…

cijfers zeggen niet alles, maar het is wel fijn om sommige zaken te weten. Meten is weten is… Hoe heeft zich jouw markt ontwikkeld? Zijn je kansen en bedreigingen alleen maar zinloos lawaai, of kun je iets aan de cijfers zien?

Zelf willen wij bijvoorbeeld weten welke invloed onze campagne ‘Meerwaarde van tegels’ heeft op het aantal verkochte meters vloertegels. dan moet je ook nog twee periodes kunnen vergelijken, ontwikkelingen kunnen isoleren, factoren uitsluiten, kortom – statistiek is een vak.

in een inmiddels wat verder verleden werkte ik (ook) als hoofd van een afdeling concernbeleid & onderzoek bij een gemeente. de onderzoekers van die afdeling konden behoorlijk goed aangeven wat van jaar tot jaar het effect was van beleid, koerswijzigingen, bezuinigingen, het stoppen van activiteiten. en in beeld brengen hoe de publieke opinie op beleid en uitvoering reageerde. er vielen zelfs redelijke prognoses op te maken, en daar baseerde we even redelijk accurate toekomstvisies op. Zodat die gemeente trouwens bakken met geld kon verdienen: investeerders houden namelijk erg van duidelijkheid en koersvastheid. in onze branche is cijfermateriaal mondjesmaat beschikbaar. Natuurlijk beschikt iedere fabrikant en ieder handelshuis – denk ik - over enige relevante externe cijfers, en vanzelfsprekend over de cijfers van het eigen bedrijf. Maar een vrij toegankelijk enkhuizer almanakje van 1 tot 10 a4tjes met de Nederlandse keramische kerngetallen? liefst van een paar jaar? onze huidige koningin zei na een korte studie over de Nederlandse identiteit: “ik heb hem niet kunnen vinden…” Wat haar een storm van kritiek, maar ook best wat bruikbare informatie opleverde… Nou, voor die kritiek sta ook ik open. Mits vergezeld van de ontbrekende informatie…

Ik som even op wat een paar uur internetten (ik scoor wel eens een onmogelijk verkrijgbaar boek inclusief veilingsniper binnen een minuut…) aan tamelijk willekeurige en waarschijnlijk niet altijd even onweerlegbare cijfers opgeleverd heeft:

• Omzet tegels wereldwijd: $ 346.500.000.000,- /jaar, gemiddelde verwachte omzetgroei tot 2027: 6,7 tot 7,3%. Zo’n 55% betreft vloertegels. • Nederland heeft ongeveer 8 miljoen woningen, waarvan 56% in particulier bezit. In (huur)woningen wordt minimaal eens per 30 jaar alles vernieuwd. Er verhuizen jaarlijks 1,785 miljoen mensen. Per jaar worden er ca. 66.000 nieuwe woningen gebouwd (tsja, de wens ofwel ‘prognose’ is een stuk hoger…).

Er zijn 470.000 utiliteitsgebouwen met gemiddeld 1000m2 vloeroppervlak; van winkels tot kantoren. • Netto omzet keuken- en badkamerzaken: € 2.962.000.000,- in 2020 (in 2019 € 2.423.000.000,-). Er gaat (2017) 20,8 miljard om in renovatie en onderhoud. Daarvan bestaat 6,1 miljard uit doe-het-zelfprojecten. Eenzelfde bedrag wordt besteed aan professioneel onderhoud, verdeeld over particulieren (1,8 miljard ) en woningbouwcorporaties (4,3 miljard).

Rest dus blijkbaar voor utiliteitsbouw? 55% van de omzet aan bouwmaterialen gaat naar renovatie. • De totale omzet in vloerbedekking hard/zacht bedroeg in 2019 1,9 miljard, exclusief verwerking.

Het bijzondere is natuurlijk dat, als we verschillende bronnen naast elkaar leggen, er wel wat verschillen zijn. Kijken we op de pagina van het Italiaanse Ceramica.Info, dan zou Corona een negatief effect gehad hebben op de bouw en de tegelconsumptie in bijvoorbeeld West-Europa (-15,9% omzet van tegels, -12,7% omzet bouw). Bij navraag blijkt dat de Italiaanse export naar Nederland in 2020 echter ongeveer 9 miljoen m2 bereikte, ter waarde van € 130.000.000,- (was € 115.000.000 in 2019). Dit zou ongeveer 30% van de totale Nederlandse import (30 miljoen vierkante meters) moeten zijn, en 20% van de totaal verwerkte meters (40 miljoen). NB bij Indexbox komt de import op 78.000.000 dollar…

De 40% omzetstijging die elders in dit blad voor gereedschap gesignaleerd wordt laat ook weer iets bijzonders zien: worden er steeds minder meters per tegelsnijder gemaakt…? (met cijfers kun je echt àlles bewijzen…)

Kortom… de branche als geheel zou gebaat zijn bij goede meerjarige indicatoren: cijfers die tot op het niveau van het eenmansbedrijf helpen bij het maken van keuzes, en die op kortere en langere termijn laten zien wat het effect van keuzes is. Winststijging zegt immers niet alles: om te kunnen sturen moet je oorzaken kennen. En we hebben al meermalen geconstateerd dat de concurrentie TUSSEN tegel- en lijmmerken veel minder boeiend is dan de concurrentie met andere vloer- en wandmaterialen: er is ZO veel buiten ons eigen segment te verdienen! Dus hoewel kennis natuurlijk een kaart is die je soms beter voor de borst kunt houden, is het soms nog slimmer om die kennis te delen. Helpt ook bij het voeren van sommige discussies…

De meest onvindbare indicatoren zijn overigens die van het tegelwerk zelf. We staren ons een klein beetje blind op de diverse meterprijzen die we op basis van ervaring blijkbaar kunnen vragen: soms wat meer, soms wat minder, sowieso een hogere prijs voor werk volgens Tegelgroep 1, minder voor 2 en 3. Maar hoe groot is in verhouding daarmee het aandeel tegelwerk in het totaal aan kosten bij de ontwikkeling van een gebouw van zand tot krant? Welke overhead is er eigenlijk op tegelwerk…? Hoeveel tegelzetters zijn er nou ECHT, en hoeveel moeten we er koste wat het kost aantrekken, wetende wat de gemiddelde leeftijd, het aantal werkbare jaren (slijtage!) en de reële opleidingstijd van de huidige vaklieden is? We hebben het er over, we klagen er over, maar – als we simpelweg weten wat de ‘kengetallen’ ongeveer zijn, dan kan er misschien met iets meer zelfvertrouwen onderhandeld worden, en laten we ons misschien iets minder richting ‘laagste prijs’ manoeuvreren. En laat die ‘bouwheer’ uit het voorwoord van Gerard Reus het wel uit zijn knar om te eisen dat ‘dat kimbandje ook wel weggelaten mag worden’. Hij kan er immers gewoon van uitgaan dat hij als opdrachtgever – zelfs nu! - de prijs kan bepalen. En eerlijk is eerlijk: tegelzetters zijn vaak véél te bescheiden.

Kortom: dit is een schot voor de boeg. De cijfers en vindplaatsen zijn diffuus en ik heb slechts enkele poging gedaan om ze serieus te checken, te interpreteren of ‘slimme verbanden’ en prijsrelaties te leggen. Ik ben namelijk geen tegelzetter, en ook geen statisticus of econoom. Maar als ik het wel was… ■

Reageren? redactie@BOVATIN.nl

(Bronnen: onder andere FCNews, Grandviewresearch, IndexBox, HIBIN, VCBS e.a.)

This article is from: