9 minute read

TecHnieK

Waterdicht, en nog maar eens waarom…!

Ton Borre n b er gs , technisch adviseur bovatin

Advertisement

Natuurlijk, veel badkamers blijven gewoon 20 jaar droog: ook zonder kit, kimband en waterdicht membraan. Ik ken badkamers uit de jaren ‘30 die 90 jaar later nog steeds geen ‘ krimp’ gegeven hebben, ondanks de twijfelachtige balken onder de tegelvloer, de matige tegelkwaliteit en de uitgesleten cementvoegen. Maar de norm is natuurlijk waar het NIET goed gegaan is: een consument gaat er immers – en terecht – van uit dat zijn badkamer ‘ gewoon’ waterdicht is. Ook na 10 jaar of meer. En, aangezien de tegelzetter als laatste aan het werk is, en het zichtwerk levert, (OK, degene die de badkamerelementen monteert is er nog iets later) is hij degene die het telefoontje krijgt dat je niet wilt. En dan stel je je de vraag: ‘Had ik dit telefoontje kunnen voorkomen?’ Er zijn absoluut redenen die de tegelzetter met recht kan aanvoeren waardoor hem absoluut geen blaam treft. Een muur kan zich ‘gezet’ hebben – ook buiten Groningen! - of een vloer kan door een latere verbouwing aan stabiliteit verloren hebben. Maar de schadegevallen hieronder vallen niet onder die redenen: hier had beter werk geleverd kunnen worden. Niet alleen vanwege ‘de regels’, maar ook omdat tegelzetten niet zo maar HANDwerk is, maar werk waarbij vooraf het hoofd gebruikt moet worden: tegelzetwerk is een zaak van een verantwoorde tegelverdeling, mooie volvlakse voegen en een fraai vlak tegeloppervlak, maar vooral van een goede verkenning van de ruimte, de al gebruikte ondergrondmaterialen, het verwachte gebruik en de mate van vlakheid van het te betegelen oppervlak… Plus nog een aantal zaken, zoals vochtgehalte bij aanvang, de kwaliteit van de tegels, het door de klant/opdrachtgever voorgeschreven lijmsysteem, enzovoorts. Even een spoiler vooraf: bij de volgende zaken was het handwerk in orde, op de rest was het nodige aan te merken. En toevallig hadden klant en tegelzetter bij deze badkamers pech… Nog een spoiler: niet alles was aan de tegelzetter toe te schrijven. Maar zoals het nu eenmaal in ons werk is: alles wat fout gaat is zichtbaar. Dus verkoop die waterdichtlaag, en – zeker nu een tegelzetbedrijf het werk voor het uitkiezen heeft – weiger de riskante Mission Impossible voor Weinig…! En – leg je werk vast. Doe je vochtmeting, en leg hem vast... Zaak #1: ‘sliced pebbles’ op veZelcementplaten, met Hsb gipsveZelplaten wanden in een badkamer. en tocH geen alarmbellen…

Er is dat spreekwoord met die koe en die kont. Maar wanneer een particuliere klant ‘doorgezaagde’ kiezels (dus met veel voegmassa) op door een houten balklaag gedragen set vezelcementplaten wil, en de wanden uit HSB (houtskeletbouw) gipsvezelplaten zijn opgetrokken, dan trek je als aanbieder van tegelwerken even je adviespak aan. En leg je uit dat er risico is op beweging en dus scheuren in de tegelvloer, intrekkend vocht in de ondergrond en dus optrekkend vocht in de gipswand? Waarbij een kimbandje nauwelijks iets oplost, en een rechttreeks ingegoten douchegoot al helemaal niet?

Precies dat ging hier mis. Waar het ook vaak goed gaat, zoals veel bouwbedrijven ‘ gewoon het risico nemen’, want het gaat 9 van de 10 keer goed, of uitsluitend onzichtbaar (onder de tegelvloer, zonder zichtbare gevolgen) fout.

Dit was dus 1 van de 10. En in feite zorgt houtskeletbouw sowieso al voor minder stabiliteit, zeker wanneer er sprake is van ‘smakken’ en ‘ kwakken’ (niet iedere wasmachine wordt zacht-

→jes neergezet, en iemand komt wel eens met een dreun op de vloer terecht...) Door het niet waterdicht maken van de ondergrond is deze onstabiel geworden (kwetsbare droge afbouw in combinatie met sanitaire voorzieningen). Door de vrij poreuze lijm- voegmortel kon vocht vrij gemakkelijk indringen en vastgehouden worden na in gebruik nemen van de douche. Voegafwerking met een siliconenkit is daarbij nu eenmaal een onderhoudsgevoelige voegvulling: hiermee is een waterdichtheid niet gegarandeerd! Water is simpelweg doorgesijpeld en in de ondergrond terecht gekomen. Mogelijk zijn de cementvezelplaten en houten elementen gaan zwellen/ expanderen, waar door er barsten zijn ontstaan in de starre afwerking. Waterdichtheid is dus bij deze opbouw zo niet gegarandeerd. En wel essentieel! Lekkages waren zelfs al doorgedrongen tot in de onderliggende ruimtes. Gevolgschades zullen in de loop der jaren alleen maar ernstiger gaan toenemen. Het creëren van een waterdichte bak onder het tegelwerk was bij deze kwetsbare situatie de enige oplossing geweest. de regels: hou je eraan, houd je opdrachtgevers eraan!

Afdichtingen zijn tegenwoordig simpelweg de standaard EN de zelfbescherming voor tegelzetters. Je wilt immers geen schadeclaims. Plus - afdichtingen maken deel uit van de standaard/ norm voor het voorbereiden van substraten in vochtige ruimtes:

• De normenreeks DIN 18531 tot DIN 18535 die in 2017 is gepubliceerd, biedt duidelijke richtlijnen voor het afdichten in de verschillende gebieden. • De standaard DIN 18534 - afdichting van interieurs - is vooral belangrijk voor de tegelzetter. • Waterdichte membramen dienen te voldoen aan ETAG022 of

NEN-EN 14981 waterdichtingssystemen. • Bouwbesluit (art.3.2.1 wering van vocht) verwijst naar de

NEN2778 (vochtwering in gebouwen):

“De betegeling moet zodanig ontworpen en uitgevoerd worden zodat er geen schadelijke vochtdoorslag kan ontstaan.

Vóór de plaatsing van de tegels en afhankelijk van de graad van blootstelling aan water, dient men dus specifieke voorzorgsmaatregels te nemen, om de gewenste waterdichtheid achteraf te verzekeren. Dat kan door een waterdicht membraan aan te brengen onder de vloer- en wandtegels. Dit wordt ook wel ‘volvlakse afdichting’ genoemd. Een membraam kan worden gevormd door een dispersie, door een cementaire dichtlaag of een combinatie van beide. De verschillende componenten worden ter plaatse samengesteld tot een waterproof systeem.”

Zulke membranen zijn er in diverse materialen: de het gebruikelijke smeerbare materiaal (vaak een hybride polymeer), die je bij voorkeur in twee kruisende banen dient aan te brengen. En mis geen millimeter! Ook mogelijk: een polyethyleen contactafdichting (op rol en ook vaak al gedeeltelijk gemonteerd op de drain), of een gecementeerde bouwplaat (zoals bijvoorbeeld van wedi). Ieder systeem heeft zo zijn voordelen en kosten. Maar, mits op de juiste wijze aangebracht: de besparing op lekkage is altijd winstgevend…

te laat, lekkage, geen wd-laag aangebracht. en nu?

Onderzoek in de badkamer wees uit dat de vloer onder de ‘pebbles’ doorweekt is. En het vocht is achter de wandtegels via capillaire werking in de gipswanden achter de wandtegels opgetrokken. De opdracht is dan ook niet mals:

• Maak een herstelplan. Bescherm looproutes en plak alles netjes af. • Demonteer sanitaire voorzieningen. • Verwijder het complete wand en vloertegelwerk in het natte douchegedeelte. • Controleer de ondergrond op geschiktheid. Aangetaste ondergrond, constructieve lagen en mortels dienen te worden hersteld (indien hier twijfel over bestaat, schakel dan een bouwkundig specialist in). • Werk wand en vloer volledig waterdicht af met het gekozen middel (raadpleeg je leverancier). • Verlijm wand en vloertegels volgens de regels der kunsten van het ambacht. • Werk alles netjes af en lever opnieuw op.

Zaak #2: modern appartementencomplex met metalstud/gipsplaten en anHydriet: alarmbellen plus sirene?

Sirenes en alarmbellen bij materialen op gipsbasis… In feite overdreven, want met gewoon goede waterdichting is er niets aan de hand: zodra er maar onder geen voorwaarde vocht doorlekt. Nou, en laten die membranen daar nou uitstekend toe in staat zijn… Mits – we kunnen het niet vaak genoeg herhalen – volgens de voorschriften aangebracht.

In een appartementengebouw zijn door een bedrijf diverse badkamers betegeld. De ondergrond: gipsplaten, anhydriet en in de natte hoek/inloopdouche, een zand/cementvloer. Gips stelt extra eisen, en dus is extra aandacht geboden. Waar het hier mis ging? Op de overgangen. In de douchehoek, op de zand/ cementvoer, liggen de tegels nog stabiel, maar op het vloergedeelte waar zich een anhydriet ondergrond bevindt is de ondergrond volledig gedestabiliseerd door vocht onder de tegels. Want alleen een kimbandje in een natte douchehoek doet niets wanneer een voeg elders niet 100% afsluit, of een kitnaad het niet houdt. Ook in het laatste geval verspreidt het vocht zich →

→ immers, langs de kim, richting de rest van de vloer. In dit geval had de beweging van de vloer ook effect op de wanden: de vloer zette uit, en de vloer, met mee-schuivende vloertegels, brak diverse wandtegels. Nog los van het vocht dat in de gipsplaten getrokken is: het kan beslist ook hier en daar zo zijn dat de uitzetting van de wand zorgde voor de breukschade.

nog even over anhydriet dekvloeren…

Er zijn behoorlijk wat tegelzetters die een afkeer van anhydriet hebben. Nogmaals: er is niets mis met anhydriet, maar je moet er wel anders mee omgaan dan met een zand/cementvloer (alleen al het ‘huidje’). Negeer je het verschil, dan heb je een probleem, daarover hebben we al in eerdere edities van dit blad geschreven. Anderzijds: het gebruik van anhydrietgebonden dekvloeren biedt tal van voordelen. Zo beschikken ze over een hoge mechanische sterkte, een homogene kwaliteit en ze zijn nauwelijks krimpgevoelig. Anhydriet is een bindmiddel dat hoofdzakelijk uit calciumsulfaat (CaSO4) bestaat. Het kan in drie hoofdcategorieën ingedeeld worden :

1. Natuurlijk anhydriet, d.i. een sedimentgesteente dat gewonnen wordt bij de mijnbouw. 2. Synthetisch anhydriet, d.i. een nevenproduct dat ontstaat bij de productie van fluorwaterstof (CaF2 + H2SO4 → 2 HF +

CaSO4). 3. Thermisch of RO-anhydriet; dit materiaal wordt bekomen door calcinatie bij 800 °C van RO-gips (rookgasontzwavelingsgips), dat op zijn beurt gevormd wordt bij de ontzwaveling van rookgassen in kolengestookte energiecentrales (CaSO4. 2 H2O (nat) → CaSO4 + H2O). Aan anhydriet worden hulpstoffen toegevoegd om zijn eigenschappen te verbeteren en het als bindmiddel voor dekvloeren te kunnen gebruiken.

Anhydrietgebonden dekvloeren zijn van nature vochtgevoeliger dan traditionele, cementgebonden dekvloeren. Deze vochtgevoeligheid wordt sterk beïnvloed door de samenstelling van de gebruikte dekvloermortel (bv. keuze van de hulpstoffen). Indien het vochtgehalte in de dekvloer langdurig te hoog is, kan dit leiden tot cohesieverlies. In voorkomend geval zal de hechtingsbreuk zich voordoen in de massa van de dekvloer.

Men dient er tevens op toe te zien dat de Anhydrietgebonden dekvloer na zijn uitvoering niet meer vochtig kan worden, bijvoorbeeld door opstijgend vocht uit de ondergrond of doorsijpeling van douchewater. Wanneer het toch in contact komt met water of nog een te hoog restvocht gehalte heeft voor de betegeling, zal anhydriet zacht worden, zwellen, kristalliseren met als gevolg een ontbinding/losraken van de vloertegels. en nu…?

Het is niet meer vast te stellen of er al vocht in de anhydriet aanwezig was; de tegelzetter had niet vooraf een vochtmeting (kan alleen met de carbidmeting! De vochtmeter werkt niet bij anhydriet) verricht. Is er te vroeg getegeld? Calciumsulfaat gebonden ondergronden mogen maximaal 0,5 % restvocht bevatten, alvorens de betegeling gaat beginnen. (Bij gebruik van speciale lijmen en bij cementgebonden lijmen mag het restvocht percentage maximaal 1 % bedragen). De tegelzetter had in dat geval zijn werk moeten uitstellen en/of maatregelingen moeten nemen.

Het resultaat is echter hetzelfde, en dezelfde herstelaanpak als hierboven zal gevolgd kunnen worden. Echter met een extra maatregel:

• Plaats de wandtegels op de vloertegels! Vooral een vochtgevoelige wandtegel kan zich hierdoor moeilijker capillair volzuigen met water. De kans op vervolgschade wordt hiermee vele malen verkleind. ■

Meer weten? Neem contact op met technischadvies@bovatin.nl

This article is from: