Roy Damen - Tuin en Tuinier van de Peelrandbreuk

Page 1

tuin en tuinier van de peelrandbreuk

1


Roy Damen 2023 Master Landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst Amsterdam Afstudeercommissie; Saline Verhoeven Paul de Kort Erik A. De Jong

2




opgroeien met een onzichtbare breuklijn opzoek naar de Peelrandbreuk Biografie van een diep verleden ontstaan van een geomorfologische breuklijn de mens zet zich neer, in harmonie met de breuk de verbinding gaat verloren De tuin als denkkader adam als eerste tuinier de drie naturen van callemont nederland: tuin van de maakbaarheid Tuin van de Peelrandbreuk woeste gronden, woeste mensen mens en veen herenigd op de breuk de bodem komt tot rust en de wijst tot leven slapende zadenbank wakkermaken voeden van grondwater - regen wordt weer grondwater historische put herdacht symboliek van het wijstwater in tijden van droogte de tuin als geheel Tunier van de Peelrandbreuk


Foto uit de dennen- eikenbossen nabij Liessel

6


Tuinman bij een appelboom Vincent van Gogh (1853 - 1890), Den Haag, juli 1883

Foto uit de Mariapeel

7


Opgroeien met een onzichtbare breuklijn Opgroeiend in Liessel, een dorp gelegen aan de peelrandbreuk in de provincie Noord-Brabant heb ik de eerste 25 jaar van mijn leven nooit enige notie gehad van de oerkracht in de bodem aan de rand van het dorp. Achteraf gezien was en is de breuk vandaag wel degelijk aanwezig.

Foto met mijn broer in een zandverstuiving

8


Liessel is een dorp tussen droog en nat waar verschillende type landschappen op korte afstand van elkaar liggen. Zo bouwden we tijdens de zomers vaak ondergrondse hutten in de droge bossen terwijl we in de winter schaatsten op de snel bevriezende, ondiepe vennen in de peel.

Communie foto in de Peel

9


Opzoek naar de Peelrandbreuk Eerst opgeleid tot tuinier heb ik jarenlang in deze omgeving met mijn handen in de aarde gewerkt. Als iemand die bezig was met de bodem door er in de planten en deze beplantingen vervolgens te onderhouden vraag ik me af hoe het kan dat ik nooit van de Peelrandbreuk heb gehoord? Bij de start van het project ben ik daarom opzoek gegaan naar lokale experts zoals aardrijkskundeleraren en geologen. Op basis van deze gesprekken ben ik vervolgens letterlijk opzoek gegaan naar de breuk in het landschap in en rondom het dorp. Soms zijn er directe, letterlijke sporen te vinden, zoals rood opborrelend water in een sloot of ineens stromend water door een onverwachts hoogteverschil. Op andere plekken loopt de weg omhoog of zijn er opvallende veel stuwen aanwezig op een korte afstand in de waterloop. Op weinig bewerkte gronden zijn er soms zelfs verschillende type begroeiingen zichtbaar. Op deze manier is deze onzichtbare breuklijn langzaam maar zeker zichtbaar geworden in het dorp waar ik ben opgegroeid. Later heb ik deze methode toegepast op andere locaties aan de breuklijn zoals de omgeving van Uden en Roermond.

Wijstwater in een sloot nabij Liessel

Breuk onzichtbaar door bewerking land

10


Wijstwater en riet in een sloot

Terreintrede zichtbaar in de weg

Hoger waterpeil t.o.v. droge sloot verderop

Vlies op sloot gevuld met wijstwater

11


Peelrandbreuk zichtbaar op een akker Kerstin Werner, november 2019

Rood breukwater bij het Sint-Anna bosje Onbekend

12


Verschillen in begroeiing op de breuklijn Roy Damen, Uden

13


“Het dorp is bijna midden met eenen bergketen doorsneden, lopende van het zuidoosten naar het noordwesten; het is opmerkzaam dat voor de bergketen van de zuidzijde bijna geen steentje in den grond gevonden wordt, terwijl achterop van de noordzijde de grond bijna een kieselbank is en nog opmerkzamer, dat bijna onmiddellijk achter de bergketen van het zuidoosten naar het noordwesten langs door het dorp een streek loopt die opwelt en waar het water tot boven in den grond zit. Die streek is de vruchtbaarste van het dorp en verdroogt nooit en is op de meeste plaatsen minder of meer met ijzererts bezwangerd; de landman noemt deze grond Wijst.” -Pastoor Bijl in het midden van de 19deeeuw over het dorp boekel

14


Biografie van een diep verleden

15


16


17


Het ontstaan van een geomorfologische breuklijn De Peelrandbreuk lijkt op het eerste oog een zeer lokaal fenomeen maar wanneer we de breuk zowel horizontaal als verticaal volgen komen we er al snel achter dat ‘onze’ breuk een klein schakeltje is in de tektoniek van de aarde. De buitensten laag van onze aarde is op sommige plekken honderden kilometers dik en bestaat niet uit één geheel maar uit 13 ‘platen’. Door de beweging van magma in de kern van de aarde ontstaat er beweging, in de geologie wordt dit plaattektoniek genoemd . Nederland ligt samen met de rest van Europa en Azië op de Euraziatische plaat. 450 miljoen jaar geleden, tijdens de geologische periode het Carboon, bewoog de Afrikaanse plaat zich richting de onze terwijl de NoordAmerikaanse plaat zich juist van ons af bewoog . Tijdens deze fase ontstonden onder andere de Alpen als gebergte in Europa.

IJselmeer Noordzee

Maas

Rijn

Seine Mosel

Loire

Lake Geneva

Dordogne Rhone

Middellandse Zee

18


19


Aardplaten in beweging Het oprijzen van dit gebied in combinatie met de trekkende kracht van de Noord-Amerikaanse plaat zorgde voor een breukensysteem in de diepe ondergrond, het RijnRhône slenkensysteem. Deze geologische breukzone loopt dwars door west Europa, van de monding van de Rhône in de middellandse zee, via het Ardennen-Eiffelmassief tot in de Noordzee ter hoogte van de Doggersbank. De lijnvormige zone bestaat grofweg uit breuken waartussen slenken naar beneden bewegen en horsten juist omhoog worden gestuwd. Belangrijke laagtes uit het systeem zijn de Bresse Slenk in het Rhône dal, de Rijnslenk én de Roerdaalslenk, gevormd door de Peelrandbreuk. In het totale breukensysteem van daling en opheffing, slenken en horsten en ondergrondse waterhuishouding zijn slenken de stroomdalen geworden van de rivieren Rijn, Maas en Rhône. De Maas en de Rijn hebben een sterke relatie met de Peelrandbreuk doordat deze het stroomgebied heeft bepaald binnen onze landsgrenzen.

20


21


Zone met een systeem van breuken De Peelrandbreuk is dus een onderdeel van een groter systeem en komt vanuit Bonn en Keulen bij Assenray in de Meinweg Nederland binnen. De breuk loopt daarna door in noordwestelijke richting via Meijel, Deurne, Gemert en Uden om bij Oss weer de grond in te duiken en uiteindelijk uit te lopen in de Doggersbank. Als mens omschrijven we de breuk vaak als lijn, zoals we dit ook doen om een grens tussen water en land aan te duiden. Wanneer we in de complexiteit van de bodem duiken zien we echter dat een lijn als omschrijving te simplistisch is. Net zoals we bij het volledige systeem spreken van een lijnvormige zone, moeten we dat op de schaal van een breuk net zo doen. Een zone die bestaat uit verschillende breuken samen. Binnen de zone bestaan hoofdbreuken zoals de Peelrandbreuk en aftakkingen zoals de breuk van Gemert.

22


23


“Het is vandaag precies 15 jaar geleden dat Limburg werd getroffen door een zware aardbeving. Met een kracht van 5,8 op de schaal van Richter was het de sterkste aardbeving ooit in Nederland gemeten. Het epicentrum lag enkele kilometers ten zuidwesten van Roermond, bij de Peelrandbreuk. De beving werd gevoeld tot in Tsjechië, Zwitserland, Frankrijk en Engeland. De aardbeving van 13 april 1992 liet een schade achter van 275 miljoen gulden.” -Verslag Limbrug1 op 13/04/2007

24


25


Het ontstaan van een geomorfologische breuklijn 2 miljoen jaar geleden stroomde de Maas vanaf Eijsden naar het noordoosten en mondde in de buurt van Keulen in de Rijn uit. Maar door de opheffing, samen met de Ardennen, van Zuid-Limburg, verschoof de Maas naar het westen tot zijn huidige loop via de Grensmaas. Vandaar stroomde de Maas aanvankelijk door de Roerdalslenk in noordwestelijke richting en vulde hij deze slenk met zand en grind op. Ook de Rijn stroomde aanvankelijk door deze slenk. De slenk van de Nederrijnse Laagte bij Keulen daalde sneller waardoor de Rijn zijn loop naar het oosten verplaatste. Ook de Maas ging hierin mee, maar moest tussen Roermond en Venlo over de hogere Peelhorst gaan stromen. Sinds 400.000 jaar geleden stroomt de Maas ongeveer op de huidige plek. Door de schaarse begroeiing konden de rivieren veel zand en grind meenemen, waardoor de beddingen soms verstopt raakten en een uitgestrekt, vlechtend patroon ontstond. De rivieren hebben zand en grind achtergelaten in zowel de slenk als op de horst. Door de verticale beweging is deze grindrijke bodemlaag in de roerdalslenk lager komen te liggen en later afgedekt door lagen stuifzand uit de droogstaande noordzee. Op de horst is deze laag juist aan het oppervlak blijven liggen door verticale opheffing.

26


27


Afzettingen door rivieren en wind Door de verticale beweging van de aardkorst zijn verschillende bodemlagen tegen elkaar komen te liggen. Hierdoor ontstaat er een plotselinge overgang van het grove riviermateriaal van de oude Maasafzettingen op de horst naar het fijnere dekzand in de slenk. Maar waar komt dit dekzand vandaan? Tijdens de laatste ijstijd van zo’n 20.000 jaar geleden was het landschap in Brabant een kale toendra. De Noordzee stond droog en was een onuitputtelijke bron van zand. Hoe fijner het zand, hoe verder weg het werd geblazen. In de slenk waar de bodem steeds dieper wegzakte, is wel een pakket van 1545 meter aan zand terecht gekomen. Het dekzand waaide op tegen de breukrand en bedekt deze deels waardoor de breuk op veel plekken niet meer zichtbaar is.

de Nederlandse rivierendelta werden de laagtes in het landschap opgevuld door water en wind.

Miljoenen jaren van verticale beweging heeft gezorgd voor een waterdicht leemlaagje van duizenden kilometers diep. Dit leemlaagje is als lijn en scheiding tussen droog en nat leesbaar in het landschap en wordt door de mens gekarteerd als lijn. Doordat de breuk de slenk naar beneden en de horst naar boven laat bewegen ontstond er een subtiele terreintrede in het landschap. Ondergronds is deze trede minder subtiel en liggen bepaalde bodemlagen honderden meters lager in de slenk dan op de horst. In rotsachtige gebieden zoals de Grand Canyon ontstaan langs breuklijnen gigantische hoogteverschillen, maar in 28


29


wijstverschijnsel Diepe grondwaterstromen worden onderbroken door de breuk en als het ware naar het oppervlak gedwongen. Onderweg naar boven passeert het water ijzerhoudende lagen waardoor deze mineralen in het water terecht komen en bij aanraking met zuurstof gaan oxideren. Wanneer dit roodkleurige water het oppervlak bereikt zorgt het voor een bijzonder aardkundig fenomeen, wijst gronden. De hoeveelheid ijzer in het water en de intensiteit van de rode kleur zijn opvallend groot. Wijstwater heeft een specifieke waterkwaliteit. In het algemeen wordt wijstwater gekarakteriseerd als voedselarm kalkarm water met onder andere een hoog gehalte aan ijzer, nikkel en sulfaat.

roerdalslenk

fijn zand

grof zand

30


peelhorst

veen wijst

fijn zand grof zand

peelrandbreuk

31


Ontstaan van de Peel Ongeveer 10.000 jaar geleden kwam een einde aan de laatste ijstijd. De temperatuur steeg en al spoedig veranderde de open, vrijwel boomloze vlakte zich in een gesloten bos. Op plaatsen met een slechte afwatering op de Peelhorst begonnen zich moerassen te ontwikkelen waarin veenvorming plaatsvond. Deze moerassen breidden zich in de loop der eeuwen over grote oppervlakten uit en leidden uiteindelijk tot het uitgebreide hoogveengebied van de Peel. Het veengebied van de Peel besloeg voor de grootscheepse veenontginningen een oppervlakte van meer dan 100.000 ha. Een deel hiervan is bewaard gebleven en worden nu beheerd als natuurgebied: de Groote Peel, de Deurnese Peel en, in Limburg, de Mariapeel. Bodemkundigen hebben ontdekt dat de dikke veenlagen niet allemaal van dezelfde samenstelling zijn. Dit komt omdat de milieuomstandigheden tijdens het eeuwenlange proces van veenvorming veranderen. In het begin van het Holoceen bestond het gebied van de Peel uit een zwak golvend dekzandgebied met hier en daar ondiepe meertjes. Vanuit deze meertjes is de veenvorming begonnen. Kort gezegd komt de ontwikkeling van een ondiepe plas tot een hoogveen op het volgende neer. In ondiepe meertjes kan riet gaan groeien. Riet produceert jaarlijks een grote hoeveelheid dode plantenresten. Na verloop van tijd ontstaat er een dikke

laag halfverteerde plantenresten: rietveen. Op plaatsen waar het water ondieper is ontstaat een vegetatie met tal van zeggesoorten. Op den duur komt hier zeggeveen tot ontwikkeling. De veenlaag wordt dikker en dikker en aan het oppervlak komen nattere en drogere plekken voor. Op de droge plaatsen kunnen bomen ontkiemen. Als de bodem voedselarm is zullen dat over het algemeen vooral berken zijn, op voedselrijkere plaatsen doen elzen het beter. De dode bomen zorgen voor een laag bosveen. Het totale veenpakket kan zo dik worden dat er gebieden zijn die geïsoleerd raken van het voedselrijke rivierwater. De planten zijn dan voor hun voedingsstoffen alleen op het regenwater aangewezen. Onder dergelijke voedselarme omstandigheden kunnen maar weinig planten groeien. Planten die optimaal aan deze extreme situaties zijn aangepast zijn de verschillende soorten veenmossen. Het zijn planten die in hoogvenen voorkomen en daar dikke veenpakketten kunnen vormen. Maar het veenpakket groeide niet alleen in de hoogte. Aan de randen van het veenmoeras werd het steeds natter, zodat de veenvorming ook daar kon plaatsvinden. Op deze manier breidden de aanvankelijk geïsoleerde veentjes zich steeds verder uit tot ze contact met elkaar kregen en grote oppervlakten met veen bedekt werden. Soms verdwenen hele bossen onder het veen, doordat het milieu voor de bomen te nat en te zuur werd.

32


Kaart van Brabant, De Peel Frederik de Wit, 1688

33


De mens zet zich neer, in harmonie met de breuk Na honderden miljoenen jaren van geologische ontwikkeling heeft de breuk kennis gemaakt met de mens in het gebied. Destijds hadden ze geen weet van breuken in de ondergrond maar de logica van het landschap en haar elementen kende ze wel. De locaties waar historische vondsten worden gedaan zijn zeer interessant omdat ze veel vertellen over de relatie van de mens met de Peelrandbreuk, het veengebied en de wijst gronden. Vooral de locaties gekoppeld aan de historische objecten zijn interessant. Dat blijkt uit een bewijs van gemeenschapsvorming, zo’n 4000 jaar geleden, op de flanken van de Peelhorst in de regio van Oss, waar een aantal hooggelegen urnenvelden en grafheuvels gevonden zijn. Op de hoogtekaart blijkt duidelijk dat de deze gemeenschappen aan de randen van het hooggelegen moeraslandschap geleefd hebben, aan de droge kant van de breuk. Ook de romeinen waren sterk geobsedeerd door het gigantische moerasgebied dat men aantrof. Er zijn verschillende vondsten gedaan in het veen uit die tijd, van een gouden helm tot paarden, kleding en andere objecten die men meenam op verkenning.

34


35


Latere kerkdorpen zijn als een kring rondom het gebied ontstaan. Ook zijn er veel kastelen te vinden in de omgeving, precies op de overgang van droog naar nat. Op deze wijze kon de slotgracht ten alle tijden gevuld blijven en men achtte deze locaties zeer strategisch voor een vijand die men niet zag aankomen uit het moeras. De mensen uit deze kerkdorpen zijn later begonnen met kleinschalig turfsteken en zogenaamde eenmansputten. Deze kleine putten werden gegraven onder natte omstandigheden, zonder het gebied op grote schaal te ontwateren. Mensen waren doorheen de tijd sterk verwonderd door de breuk en het veengebied. Er werd als het ware op verschillende manieren in harmonie samengeleefd met een fenomeen wat niet begrepen werd en soms zelfs angst opriep. Het gebied zit mede daarom vol met verhalen en sagen, ook wel Peelverhalen genoemd, over heksen, onverklaarbare branden, dolende ridders, reuzen en dwaallichten.

Prent uit 1777 - twee wandelaars komen een bovennatuurlijk verschijnsel tegen in de Peel Noach van der Meer, Rijksmuseum

36


Kaart van Zalinge, kring van kerkdorpen rondom de Peel Onbekend

37


De verbinding gaat verloren Op een bepaald moment verdwijnt de harmonie langzaam en word de mens in het gebied steeds dominanter. We zijn beetje bij beetje een andere verhouding gaan aannemen ten opzichte van de bodem, natuur en het landschap. Door het steeds schaarser worden van hout als brandstof en door de groei van de steden kwam vanaf de Middeleeuwen een grootschalige ontginning van het veen op gang. De Peel bleef lang onaangetast, althans voor de grootschalige georganiseerde verveners. Dit had vooral te maken met het feit dat men de turf moeilijk kon afvoeren. Hierin kwam verandering toen de Zuid-Willemsvaart werd aangelegd (1822-1826). Hierop werd de in de provincie Limburg gelegen Noordervaart aangesloten, een kanaal waaraan al in de tijd van Napoleon was begonnen. Dit kanaal is niet helemaal voltooid, maar delen van het tracé konden wel gebruikt worden voor de openlegging van het moeilijk bereikbare gebied van de Peel. De Noordervaart werd omstreeks 1850 bevaarbaar gemaakt, en dit was het startsein voor de gebroeders Van der Griendt. Zij kochten een lap veengrond van de gemeente Directie Kennis 157 Deurne en begonnen met de exploitatie van het veen.

38


39


Het Peelmoeras is doorheen de tijd steeds verder verdroogd en ontgonnen, eerst voor het turf en later voor agrarische doeleinden. Vandaag de dag vinden we er dan ook een grote concentratie van veeteelt. De ruilverkaveling van na de tweede wereldoorlog heeft hier een belangrijke rol in gespeeld door de laatste restanten van de breuk en de wijst gronden met grote machines weg te vagen.

We zijn de verbinding met de ondergrond, natuur en daarmee de Peelrandbreuk totaal verloren. Een krantenkop omschrijft het project als volgt: “Ga niet als mens tuinieren in de natuur”

De branden van de laatste jaren zijn kenmerkend voor onze omgang met het gebied. Daarbij ontstaat er veel sociale frictie doordat het vuur allerlei natuurclubs aanwakkert als tegenreactie en opzet tegen de boeren in het gebied, met totaal andere belangen op gebied van o.a. stikstof. De discussies zijn de laatste jaren steeds verder verhard, tot aan de raad van state aan toe, waar natuurbeheerders rechts tegenover agrariërs staan. Staatsbosbeheer heeft de laatste jaren duidelijk een positie ingenomen met een groot project om de veen natuur in het gebied te herstellen. Met een gigantisch project zijn er als het ware bassins gecreëerd waarin regenwater wordt vastgehouden waarin vervolgens langzaam maar zeker weer veen kan ontstaan. Vooral de manier waarop roept veel vragen op bij de lokale bevolking. De slogan “Help de Peel verzuipt” op een spandoek tijdens een demonstratie tegen de plannen in 2019 zegt alles. 40


Turfsteken in de Peel 1961

41


42


De tuin als denkkader

43


Adam als eerste tuinier Als tuinier zie ik de Tuin als fysieke plek waarin mens vormgeeft aan de natuur volgens een bepaald gedachtegoed op en bepaald moment in de tijd. De tuin is tegelijkertijd een metaforische verbeelding van de wereld, waarin de mens, als tuinier, een positie ten opzichte van de natuur inneemt. Binnen dit project zet ik de tuin in als denkkader om de relatie tussen mens en breuk (ondergrond) te onderzoeken. Na diep in de peelrandbreuk en het ontstaan te zijn gedoken vraag ik me als tuinier of hoe het zo ver heeft kunnen komen, welke afslagen heeft onze westerse cultuur genomen om hier uit te komen? Uiteindelijk kom ik uit bij misschien wel mijn eerst vooranger als tuinier, Adam in de Hof van Eden. Het moment waarop hij zijn spade in de grond zet wordt het zaadje voor onze westerse cultuur geplant. Op dat moment zet hij ‘ons’, binnen ‘onze’ manier van denken boven de natuur, als dominante soort.

44


45


De drie naturen van Vallemont Om aan te tonen hoe wij in onze cultuur doorheen de tijd andere gedachtes hebben gehad over natuur en hoe we deze vormgaven in onze leefomgeving kwam ik zoals velen uit bij de prent van Abbé Pierre le Lorrain de Vallemont in zijn boek Curiositez de la Nature et de l’Art uit 1705. In deze tekening geeft hij de eerste, tweede en derde natuur weer met de kunsten en de natuur als toeschouwers. Het idee als basis voor deze tekening stamt echter uit 45 voor Christus, toen Cicero de tekst De natura deorum schreef, waarin het idee van verschillende naturen introduceert. De eerste natuur is de wildernis (bovenin de tekening), het rijk van de goden, niet aangeraakt door de mens. De wildernis vormt de basis voor de tweede natuur, een agrarisch landschap waar men de wildernis cultiveert tot akkers en boomgaarden. De tuin vormt de derde natuur, een plek waar de mens volledige controle heeft en zowel natuurlijke als culturele samen vormgeeft.

“We sow corn, we plant trees, we fertilise the soil by irrigation, we dam the rivers and direct them where we want. In short, by means of our hands we try to create as it were a second nature within the natural world” -Cicero, cited by Hunt in 2000

46


47


Nederland: tuin van de maakbaarheid Het idee van de drie naturen wordt later op verschillende manier toegepast in de tuinkunst. Zo werden de drie vaak gecombineerd in de engelse landschapsstijl waarbij de ruimte in verschillende zones werd ingedeeld. We kunnen zeggen dat de tuin als ruimtelijk fenomeen een reflectie is van een cultuur op een bepaald moment in de tijd. Wanneer we vandaag de dag naar nederland kijken met onze extreme cultuur van maakbaarheid begin ik ons land te zien als een tuin. Nederland: tuin van de maakbaarheid. Een tuin die net zoals een hortus conclusus is afgezonderd van de, als vijandig ervaren, wildernis buiten de muren (dijken). Binnen de muren hebben we ons eigen hof van eden gemaakt, vol controle, gestuurde waterpeilen en kleine natuurgebiedjes op basis van doelsoorten.

48


49


De prent van de drie naturen laat een steeds sterkere dominantie van de menselijk soort op de natuur zien. Als we deze lijn doortrekken komen we volgens mij uit bij onze huidige cultuur van extreme maakbaarheid.

50


We gaan niet om terug in deze tekening en de tijd maar voegen juist een laag toe aan ons verhaal waarin we ons via de extreme maakbaarheid richting de wildernis bewegen waarin een nieuwe balans ontstaat tussen tuinier (de mens) en de ondergrond (de natuur).

51


52


Tuin van de Peelrandbreuk

53


54


woeste gronden, woeste mensen veen en mens herenigd op de breuk

55


Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Door mezelf te verdiepen in de diepe ondergrond van de breuk kijk ik met een andere blik naar de huidige vraagstukken en sociale frictie rondom ons dorp. Zo ben ik de complexe relatie tussen de woeste gronden en de woeste mensen gaan begrijpen. Het in miljoenen jaren opgestuwde en daardoor hoger gelegen veenrestant de Peel ligt vandaag als een teruggedrongen postzegeltje natte natuur in een groene woestijn van veeteelt en landbouw. Nu vraag ik me af: hoe kan ik als tuinier de dorpelingen, zowel boer als natuur fanaat, weer met het veen van de Peel laten samenkomen op de breuk? Dit is immers de geboortegrond vanwaar het veen ooit ontstaan is, en de reden waarom ons dorp ligt waar het ligt.

56


57


Woeste gronden Door mezelf te verdiepen in de diepe ondergrond van de breuk en het eeuwenlange ontstaansproces kijk ik nu met een andere blik naar de huidige vraagstukken en sociale frictie rondom ons dorp. Zo ben ik de relatie tussen de woeste gronden en de woeste mensen gaan begrijpen. Het in miljoenen jaren opgestuwde en daardoor hoger gelegen veenrestant de Peel ligt als een postzegeltje natte natuur in een woestijn van agrarische activiteit met alle uitstoten van dien. Ooit onderdeel van een groot uitgestrekt moeras, ontstaan in een ‘badkuip’ tussen breuklijnen.

58


59


60


Woeste mensen Vanaf het moment dat onze verbinding met de breuk werd verbroken hebben we het veengebied steeds verder losgerukt van zijn geboortegrond, in het geval de Peelrandbreuk. Het resultaat hiervan is dat men de logica van het landschap, de verbinding tussen veen en breuk, niet meer begrijp, omdat deze simpelweg niet meer direct zichtbaar is. Als gevolg wordt er al jarenlang hevig discussie gevoerd in het gebied waarbij de Werkgroep behoud de Peel en agrariërs in het gebied recht tegenover elkaar staan. Een deel van deze discussies zijn inmiddels tot bij de raad van state geëscaleerd. “Enigszins verwacht, maar toch ook positief verrast.” Wim van Opbergen, voorzitter van Werkgroep Behoud De Peel, is blij met de uitspraak die de Raad van State woensdagmorgen deed. De belangenorganisatie was naar de Raad van State gestapt om zes natuurvergunningen voor veehouderijen in onder meer Brabant aan te vechten. Ze vindt dat de vergunningen ten onrechte zijn gebaseerd op het stikstofbeleid van het rijk. Nederlands hoogste beroepsorgaan is het eens met haar. - Omroep Brabant in 2019

“Waarom pompen we in hemelsnaam water naar die bult in het landschap?” hoor ik een boer uit de omgeving zeggen in een van onze gesprekken. Protesten, stikstof, raad van staten, wat nou als er een oplossing verscholen zit in de diepe ondergrond van de breuk?

61


Protestactie van omwonenden November 2018

Help! De dokter verzuipt... is een Brabantse streekroman van de Nederlandse schrijver Toon Kortooms 1968

62


63


Route tussen droog en nat Wat we nodig hebben is een nieuwe grondhouding, een nieuw hoofdstuk in het lange verhaal van de Peelrandbreuk. Een verhaal waarin de mens de breuk herontdekt en een nieuwe harmonie vindt. Mijn persoonlijke weg tot de breuk heeft plus minus 25 jaar geduurd. Ik durf met enige zekerheid te zeggen dat het merendeel van de mensen in het dorp nog steeds onderweg zijn om de breuk te ontdekken. We hebben de meest zichtbare sporen van de breuk uitgevaagd tijdens de ruilverkaveling dus hoe kan ik de breuk als tuinier helpen om zichzelf kenbaar te maken en vervolgens het verhaal te vertellen? De eerste ingreep is een route tussen droog en nat, opgespannen tussen momenten in het landschap die de grondwaterstand, en daarmee de breuk, toonbaar maken. De route naar de breuk begint en eindigt in het dorp en de landschappen van mijn jeugd. Je zou kunnen zeggen dat de route zomers in de bossen begint en eindigt tijdens onze winters in de peel. Waarna we terug richting het dorp wandelen en de toekomst tegemoet gaan.

64


65


Droog

66


Een eenvoudige put op een plek in het bos waar veel mensen hun dagelijkse wandelrondje beginnen en eindigen laat zien dat we hier op de droge zandgronden zitten in de lagergelegen Roerdalslenk. Het grondwater dat tegen de breuk omhoog beweegt is hier inmiddels weer diep weggezakt in de bodem.

67


Verwanten van de breuk

Liessel is een typisch kerkdorp en daarmee een van de historische dorpen in een kring rondom het grote peelmoeras.

Door de oude stroming van de Maas en Rijn zijn er rotsen vanuit de Ardennen en in de bodem rondom het dorp terecht gekomen. Deze rotsen zijn doorheen de tijd boven komen ‘drijven’ en hebben een belangrijke maatschappelijke betekenis gekregen. Zo is de carnavalsvereniging ‘De Kei’ vernoemd naar een van deze rotsen. 68


Het moment in 1957 dat een boer aan de rand van het dorp deze rots tegenkwam zorgde voor veel verwondering in het dorp. De krant schreef destijds: “Toen een van de zonen van landbouwer Feller een stuk land aan het ploegen was, brak de ploeg plotseling middendoor. In allerijl werden de nodig graafwerktuigen gecharterd en men slaagde er in om een kei bloot te leggen, na enkele uren van ingespannen arbeid, waarvan de grootte alle verwachtingen overtrof. Onder veel belangstelling vond vrijdagavond het uitlichten plaats. Enkele tractoren bonden de strijd aan met de kolos die een lengte heeft van ongeveer twee en een halve meter (breed 1.33 meter, dikte 0.60 meter en een gewicht van plusminus 2500 kg) en onder luid gejuich van de menigte werd het gevaarte op het ‘droge’ gebracht. Naar wij vernemen zal er overleg worden gepleegd met de burgemeester van Deurne om te bewerkstelligen dat de Liesselse Kei (die een stuk groter en zwaarder is dan de Deurnese Kei) een waardige standplaats zal krijgen in dit schone Peeldorp.”

69


Het einde van de route wordt gevormd door een bron en vormt tegelijktijdig de start voor de route terug naar het dorp, richting de toekomst. Het peelwater met specifieke alkalische waarde waarin hoogveen groeit wordt hier bij gezonde waterstand opgenomen en richting de breuk getransporteerd door een open goot.

70


Nat

71


Terug naar de breuk Op de route terug naar de breuk valt de open goot ineens op. De ene dag stroomt er meer water door de goot dan de andere, dit heeft met de gezondheid van het peelgebied te maken. Vroeger toen mens en breuk nog in harmonie waren werd er hier individueel turf gestoken door bewoners van het dorp, een dorp specifiek patroon. Deze eenmansputten of boerenkuilen zijn na het uitdrogen van de peel lang de enige plekken geweest waar nog levend hoogveen aanwezig was. Deze lokale en oude methode vormt de inspiratie om het veen weer terug te laten bewegen naar de breuk in de toekomst.

72


73


Nieuwe veenkuilen Door de afvoer van water te stoppen en de waterhuishouding te herstellen ontstaat er tot de breuk weer een hoge grondwaterstand. Door samen met de dorpelingen nieuwe putten te graven waarin een laagje oppervlaktewater komt te staan scheppen we nieuwe condities voor veenvorming. Ten opzichte van de wellicht rigoureuze methode van Staatsbosbeheer in het veenrestant verderop is dit een langzame methode, meer in lijn met de ontstaansgeschiedenis van het gebied en op een tempo waar de dorpelingen begrip voor hebben. Als tuinier neem ik de dorpelingen langzaam mee in het verhaal door het netwerk van boerenkuilen uit te breiden.

74


75


Proces van veenvorming

Rietveen Rietveen

Wanneer het grondwater omhoogkomt ontstaat er een laagje oppervlakte water waarin riet gaat groeien. Riet zorgt ieder seizoen voor een grote hoeveelheid biologische massa wat afsterft in de winter. Deze massa vormt de eerste veenlaag, het rietveen.

Zeggeveen Zeggeveen

Bosvee Bo

De zuurtegraad veranderd en de eerst laagveen vormt de voedingsbodem voor zeggesoorten. Deze zeggesoorten vergaan langzamer dan het riet maar vormen samen met andere grassen voor de tweede veenlaag, het zeggeveen.

76


Bosveen Bosveen

Inmiddels zijn we generaties verder en is er al een dikke veenlaag ontstaan onder water. De broeiing wordt meer houtachtig en er gaan bomen groeien. Doordat de waterstand hoog blijft vergaan deze echter snel weer, waardoor er bosveen ontstaat.

Veenmosveen Veenmosveen

Inmiddels is men in het gebied gewend geraakt aan het nieuwe landschap en is het veen terug waar het ooit ontstaan is, op de breuk. Andere generaties van tuiniers hebben het werk overgenomen en vertellen nog altijd het verhaal, waardoor de harmonie tussen mens, breuk en veen terug is.

77


Generaties later Inmiddels is men in het gebied gewend geraakt aan het nieuwe landschap en is het veen terug waar het ooit ontstaan is, op de breuk. Andere generaties van tuiniers hebben het werk overgenomen en vertellen nog altijd het verhaal, waardoor de harmonie tussen mens, breuk en veen terug is. Er is ruimte ontstaan voor nieuwe economieën in het gebied, waarbij de bodem en het water leidend zijn geworden. Er wordt ook nog steeds gewoond voorbij de breuk, maar op een wijze die bij het landschap past.

78


79


80


bodem met rust wekt wijst tot leven slapende zadenbank ontwaakt

81


Ontwateringsoperatie Op de grens tussen Limburg en Duitsland is de ontwateringsoperatie van de ruilverkavling sterk zichtbaar in het nederlandse deel van het breukenlandschap. Waar er aan de Duitse kant van de grens nog veenrestanten en moerassige gebieden aanwezig zijn, zien we deze hier niet meer.

82


83


Sporen van de breuk Wanneer we goed naar het landschap kijken en de natuurlijke kenmerken van het breukenlandschap leren kennen zijn er toch nog heel wat sporen terug te vinden. Van cultuurhistorische elementen in het landschap zoals kastelen en een watermolen tot aan bepaalde plantensoorten of het landschap net over de grens, ze laten allemaal zien dat de Peelrandbreuk nog weldegelijk aanwezig is in de ondergrond.

84


85


Watermolen bij het kasteel Hillenraad.

Kasteelboerderij Zuidewijk Spick vlak bij de breuk met een slotgracht gevuld met kwelwater.

86


Zeggesoorten die hier enkel voorkomen door de kwel veroorzaakt door de Peelrandbreuk.

Het riet dat hier in het talud groeit kan hier enkel voorkomen door de lokale kwel.

87


Boerderij op de breuk, symbool van de ruilverkaveling Ik kan me als tuinier eigenlijk geen betere woon, werk, leer en testplek bedenken dan pal op de breuk. In Assen Ray, vlak bij de Duitse grens, staat een prachtig voorbeeld van de maakbaarheidscultuur. Een boerderij – woonhuis staat hier midden op de breuk en verzakt precies in het midden door de verticale beweging in de ondergrond. Ik vraag me af wanneer de boerderij in deze vorm precies gebouwd is,

maar weet vanuit historische kaarten wel dat het voor de ruilverkaveling op een heuvel lag in een moerasachtig landschap. Is dit niet de perfecte plek om een andere omgang met de breuk te onderzoeken en de wijstgronden weer tot leven te wekken? Kunnen we de slapende zadenbank in de bodem van de oude wijstgronden weer wakkermaken?

88


89


Huidige situaite boerderij Vandaag word de omgeving op verschillende manier ingezet als landbouwgronden, met graslanden en sterker bewerkte akkerlanden. We kunnen zeggen dat de breuk hier jaarlijks wordt weggeploegd. Een systeem van sloten zorgt voor een goede drooglegging voor deze functie van het land. Het water dat tegen de breuk omhoog komt vormt een

ondergrondse waterval net voordat het water de oppervlakte bereikt. Op sommige plekken is de kwelvorming echter wel zichtbaar, hier duiken bijzondere plantensoorten op. Vlak naast de boerderij groeien eiken en elzen op korte afstand van elkaar, ook hier wordt de breuk dus zichtbaar aan de hand van plantensoorten.

90


91


Stap 1: de tuinier trekt in Wanneer ik intrek in de boerderij wordt de bewerking van de bodem door deze jaarlijks te ploegen gestopt. Er ontstaat rust en en ruimte voor de bodem waardoor lokale ecosystemen opnieuw opgestart worden. Door de langdurige landbouw met (over)bemesing zijn er teveel nitraten

aanwezig in de bodem voor de plantensoorten van de wijstgronden. Door de begroeiing ieder seizoen af te maaien de bodem te verschralen komen de eerste gras en kruidensoorten terug in een bloemrijk grasland.

92


93


Stap 1: de tuinier trekt in Ik stel me voor om het gebouw om te vormen tot woongedeelte in de droge slenk zodat het erf goed bereikbaar is. Het werkatelier komt op de natte horst. Door het gebouw op te knippen is er weer ruimte voor de verticale beweging, onder afbreuk te doen aan de boerderij.

Vanuit deze plek leer ik de breuk stap voor stap opnieuw kennen. Ik ontvang hier omwonende en andere bezoekers en maak het landschap beleefbaar middels een gelaagd padensysteem dat de successie stadia van de wijstgronden in de tijd zal volgen.

94


95


Stap 2: het zandpad Enkele seizoenen verder is de bodem verder verschraalt en zien we langzaam maar zeker een lijn ontstaan van verschillende plantensoorten in het grasland. Aan de drog kant van de breuk komen soorten zoals Gestreepte Witbol en Glanshaver terug.

Door iedere dag langs de breuk af te wanden om het verandere landschap te onderzoeken ontstaat een zandpad. Dit pad vul ik aan met plekken waar bezoekers het landschap verder kunnen ontekken.

96


97


het zandpad

98


een rij van palen maakt de lijn van verschillende graslanden steeds verder zichtbaar

een platform om net verheven boven het landschap een goed zicht te krijgen op de veranderende begroeiing

99


Stap 3: de brug Waar ik voorheen nog eenvoudig even de breuk kon oversteken wordt dit nu steeds lastiger doordat de breuk zichtzelf aan het herstellen is. De wijstgronden komen langzaam weer tot leven en de bodem tegen de breuk wordt steeds natter. Om zelf en

met bezoekers goed op de hoogte te blijven van welke wijst soorten er terugkomen leg ik een brug aan om de wijstgronden als het ware weer te overbruggen. De wijstgronden zullen in de toekomst steeds verder naar het einde van de brug opschuiven.

100


101


de brug

102


103


Stap 4: de vlonder Doordat het de wijstgronden steeds natter worden en de plantengemeenschappen sterker zichtbaar worden wordt de achtergrens en de overgang naar de zoetwaterlens helder. Om deze grens te duiden en

beleefbaar te maken leg ik hier een vlonder aan. De vlonder kenmerkt ook het moment waarop we als mens in het gebied steeds dichter bij de onze herontdekking van de wijstgronden komen.

104


105


de vlonder

106


107


Stap 5: tussen de wijst De laatste stap in de successie van de wijstgronden zorgt ervoor dat de bosrijke begrooeiing van elzen en wilgen terugkomt. Tussen de bomen en struiken is de bijzondere Rietorchis veelal zichtbaar. Aan de randen van de natte poelen staat veel

Gewone Dotterbloem, welke inmiddels weer ‘gewoon’ is geworden in het landschap. Als laatste stap in onze herontdekking van de wijstgronden begeven we ons weer tussen de wijst soorten wanneer we van de gebaande paden afstappen.

108


109


met je voeten in de wijst

110


van de gebaande paden

111


112


voeden met grondwater historische put herdacht

113


De Eessense Put Ten oosten van de dorpen Bakel en Milheeze vinden we op vele historische kaarten een broemde put terug. De Eessense, Eschense of zelf Boose Put was een laagte in het landschap, vlak bij een aftakking van de Peelrandbreuk, vanwaaruit de Kaweise loop is gaan stromen. Er bestaande wilde verhalen over de put, zo zou er ooit een paard in verdronken zijn. Later heeft men de put dan ook dichtgegooid. Waar veel van dit soort befaamde putten vooral door religie een defintieve, vaak gebouwde, vorm hebben kregen in het landschap, is deze put verdwenen.

114


115


Verlenging van een natuurlijke loop Later heeft men de Kaweise loop ingezet om het peelmoeras verder te ontwateren. De stroming van de loop is aangepast en later als een kaarsrechte lijn door het landschap doorgetrokken om een groter gebied te kunnen ontwateren. De rode lijn op de kaart links toont dit moment.

116


117


Geschiedenis van de put op kaart De verwondering voor de put is verdwenen bij het dichtgooien maar de werking is bij de ontwatering van het gebied verder weggevaagd. Wanneer we naar het lokale landschap, de ligging van de breuken en de verschillende veengrenzen kijken zien

we een sterk verband ontstaan tussen het steeds dominanter ingrijpen in het landschap, het terugdringen van het veen en het aanpassen van de Kaweise loop.

118


119


Omgekeerde bron Het eerste doel is hier om de put een vaste, blijvende plek te geven in het lokale landschap, als originele bron van de Kaweise loop. De peelrandbreuk is in staat gebleken zichzelf te kunnen herstellen onder de juiste omstandigheden. We gaan de bron daarom herdenken van een natuurlijke kwalbron naar een bron voor grondwater en de breuk, de omgekeerde bron. Op basis van historische omschrijven breng ik als tuinier een put terug van ongeveer 12 meter diameter. Door her omringende slotenstelsel te ontdiepen en aan te sluiten op de put kan overtollig water hier infiltreren in de bodem, vlak bij de aftakking van de breuk.

120


121


Herstelde grondwaterstand Wanneer de breuk langzaam maar zeker de kans heeft gekregen om te herstellen tot het maaiveld zien we de grondwaterstand in de put steeds verder omhoogkomen. De stuw tussen de put en de Kaweise loop houdt het water in eerste instantie tegen maar wanneer de grondwaterstand herstelt begint de loop weer te stromen.

122


123


124


monumenten van verlangen symboliek van wijstwater in tijden van droogte

125


Wijstwater als statussymbool Het wijstwater heeft doorheen de historie verschillende waardes gehad. Voor kastelen werd het water bijvoorbeeld strategisch ingezet en als statussymbool. Zo hadden

kastelen altijd water in hun slotgracht. Daarnaast bevriest het wijstwater niet door de specifieke samenstelling. Hierdoor waren de kastelen ook tijdens barre winters te verdedigen.

Het Blokhuis, Liessel (verdwenen)

Kasteel, Deurne

Kasteel Hillenraad, Swalmen

Kasteel, Gemert

126


Het Blokhu

Kasteel Hil

127


Gebruik van wijstwater Daarnaast maakten men slim gebruik van het aanwezige water aan de rand van het dorp. Zo is er een kannenbuizen waterleiding gevonden tussen een bakkerij en Zeilberg bij Deurne en net voorbij de peelrandbreuk.

Kannenbuizen waterleiding 14e eeuw, Zeilberg

Kannenbuizen waterleiding 14e eeuw, Zeilberg

Kannenbuizen waterleiding 14e eeuw, Zeilberg

Kannenbuizen waterleiding 14e eeuw, Zeilberg

128


Kannenbui

Kannenbui

129


Symboliek van wijstwater De meest bekende en aanwezige waarde van het wijstwater is die van religie. De putten waar wijstwater kwam boven borrelen zijn in veelvoud omgevormd tot Willibrordus putten of bonnen in het gebied. Een bekend voorbeeld

is de wonderbare bron in Handel. Aan het eind van de middeleeuwen kwamen er heuse bedevaarten opgang vanuit heel Europa naar handel om water uit de bron te drinken.

Wonderbare bron, Handel

Willibrordusput, Oss

Sint Servaasput, Nunhem

Willibrordusput Meijel

130


Wonderba

Sint Serva

131


Symboliek van wijstwater In tijden van droogte kan het wijstwater voor een nieuwe waarde en symboliek zorgen. Het kan zorgen voor een gezamenlijke grondhouding waarin we de breuk in staat willen brengen zichzelf te herstellen door het landschap te leren kennen en de waterhuishouding aan te passen. Als symbool voor deze gezamenlijke grondhouding plaatsen we een fontein op de dorpspleintjes, net in de slenk aan de droge kant van de breuk. De fontein bestaat uit een eenvoudige ‘bak’ met een kraan die als het ware wacht op het wijstwater om terug te keren. De brokken ijzeroer in de bak symboliseren het opgedroogde water van weleer. Samen wachten we tot het moment waarop het wijstwater weer begin te stromen over enkele generaties, we voegen ons weer in het tijdsbestek van de Peelrandbreuk.

132


133


de fontein in mijn geboortedorp Liessel

134


135


de fontein bij de wonderbare bron in Handel

136


137


138


de fontein op het dorpsplein in Gemert

139


De tuin als geheel Het ontwerp is een narratief bestaande uit 4 hoofdstukken op of bij de breuklijn waarin de tuinier onzichtbare aspecten van de breuk zichtbaar maakt door ondergrondse processen wakker te maken. De hoofdstukken vormen punten of momenten in het landschap waar geologische historie en cultuur

Tuin van de Peelrandbreuk

Tuin van de Peelrandbreuk

elkaar kruisen. De grens van de tuin van de peelrandbreuk wordt gevormd door het gedachtegoed van de mens in het gebied en de omgang met de bodem.

Tuin van de peel

Aan de hand van de tuinier leert de mens de breuk opnieuw kennen.

Tuinkamers vertellen samen gehele verhaal tuin

Be

Be v

Tuinkamers vertellen samen het verhaal van de tuin

140


de peelrandbreuk

haal tuin

en

Begrenzing van de tuin = gedachtegoed van de dynamische onbalans tussen mens en natuur

Begrenzing tuin = gedachtegoed van de dynamische onbalans tussen mens en natuur

Nieuw gedachtegoed leidt tot nieuwe, lokale tuinkamers binnen de tuin van de Peelrandbreuk

Nieuw gedachtegoed leidt tot nieuwe, lokale tuinkamers binnen de tuin van de peelrandbreuk

141


142


Tuinier van de Peelrandbreuk

143


Tuinier één met het landschap Door aan dit project te werken heb ik zelf een nieuwe relatie kunnen opbouwen met de breuk en de plek waar ik vandaan kom. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat ik de tuinier ben in het verhaal en dat mijn rol als landschapsarchitect tot leven in de tuin, waar ik ooit ben begonnen.

Door in de ondergrond te duiken en de breuk te herontdekken heb ik binnen het project een ontwerptaal kunnen ontwikkelen van iets wakker maken in plaats van maken, tijd en ruimte geven, meebewegen en mensen letterlijk meenemen in het verhaal van het landschap.

144


145


Tuinierspak Om de tuinier uit het verhaal tot leven te wekken heb ik samen met patronenmaker Evita Rigert een pak ontworpen en gemaakt voor de tuinier van de Peelrandbreuk. Het pak bestaat uit een tuinbroek, jas en losse tassen voor het verzamelen van plantmateriaal in het landschap. In het pak wil de tuinier een verbinding met de Peelrandbreuk, de bodem en het landschap uitstralen. Daarnaast straalt het de gidsrol uit van de tuinier, als verhalen verteller die mensen meeneemt naar de breuk.

De kleurenstelling en vlakkenverdeling van het pak zijn bepaald door naar het landschap en de kleuren van de peelrandbreuk te kijken. Zo zijn bijvoorbeeld bruintinten van de bodem en water gebruikt en blauwtinten van de horizon. Door de kleuren en materialen om te draaien en bloot te stellen aan het landschap ontstaat er zowel focus op de bodem als een kans om op te gaan in het landschap van de breuk als tuinier. De foto’s in het landschap zijn gemaakt door fotograaf Bernardo Laureano

146


147


Bodemprofielen en herbarium Een van de belangrijke taken voor de tuinier uit het verhaal is het kijken, leren, vastleggen en uitdragen van het proces van het herontdekken van de Peelrandbreuk. Tijdens het project ben ik hier dan ook mee gestart door bodemprofielen te maken met geoloog Rimbaud Lapperre en door opzoek te gaan naar kenmerken planten soorten met ecoloog Nico Ettema en deze samen te brengen in een Herbarium.

148


149


Verhaal van het landschap uitdragen Sinds de afronding van het project probeer ik de zelf opgelegde rol van de tuinier binnen het project op te pakken door het verhaal van de Peelrandbreuk op verschillende plekken en voor verschillende publieken uit te dragen. Zo heb ik het verhaal vertelt tijdens lokale bijeenkomsten in de peel, bij het symposium Landschap Verbindt van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en Staatsbosbeheer en vertel ik het verhaal in november voor de Gemeente Maashorst. Het mooie is dat er op deze manier een steeds groter netwerk ontstaat van mensen die zich op verschillende manieren, professioneel of in vrije tijd, inzetten voor de Peelrandbreuk.

150


151


Roy Damen 2023 Master Landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst Amsterdam Afstudeercommissie; Saline Verhoeven Paul de Kort Erik A. De Jong

152


153


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.