Tessa Schouten - The Island of Silence

Page 1

The Island of Silence ALDERNE Y ’ S GE SCHIEDENIS WEER L ATEN SPREKEN


Tessa Schouten tessa.schouten@hotmail.com Master Landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst Amsterdam 21 december 2021 Commissie: Jana Crepon (mentor) Tomas Degenaar Ricky Rijkenberg Toegevoegde commissieleden ten behoeve van het examen: Mirjam Koevoet Cees van der Veeken

Dit afstudeerproject is mede tot stand gekomen dankzij een financiële bijdrage de Stichting NHBOS © Tessa Schouten, 2021 Niets van de in dit afstudeerwerk gepubliceerde beelden of teksten mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de auteur.


The Island of Silence ALDERNE Y ’ S GE SCHIEDENIS WEER L ATEN SPREKEN


4


HERINNEREN IS NAAR DE TOEKOMST KIJKEN

Door te herdenken vorm je een verbinding tussen het verleden en het heden. Vaak als je herdenkt, probeer je jezelf te verplaatsen in de situatie die je op dat moment aan het eren bent. Of je nu de Nationale Dodenherdenking op 4 mei via televisie volgt, een oorlogsfilm kijkt of een historische locatie bezoekt tijdens je vakantie: in elke situatie houd je jezelf in feite een spiegel voor. Verschillende vragen komen bij je op: wat zou ik hebben gedaan in die tijd? Welke keuzes zou ik hebben gemaakt? Daarmee zegt herdenken ook iets over de manier waarop we onze toekomst willen vormgeven. Na de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog is er in Europa nog nooit zo lang vrede geweest als nu. We ervaren het als vanzelfsprekend dat we in rust en vrijheid kunnen leven, waardoor we dreigen te vergeten dat er in de wereld om ons heen nog steeds sprake is van racisme, discriminatie, uitsluiting en schending van mensenrechten. Zelfs meer dan driekwart eeuw na de Tweede Wereldoorlog blijft het relevant om stil te staan bij de oorzaken en de catastrofale gevolgen die de bovengenoemde processen hadden toen zij ten grondslag lagen aan het ontstaan van de Tweede Wereldoorlog. Over enkele jaren zullen er echter geen mensen meer in leven zijn die de Tweede Wereldoorlog bewust hebben meegemaakt. Wanneer er geen getuigen meer zijn, is het onze taak om de verhalen van de oorlog door te geven. Oorlogsrelicten en andere fysieke sporen uit deze periode kunnen ons als blijvende getuigen daarbij helpen. Door de locaties waarop zij zich bevinden toegankelijk en betekenisvol te maken, kunnen we ervoor zorgen dat de belangrijke levenslessen die we uit de oorlogsperiode kunnen opmaken niet in de vergetelheid raken. Zelfs waar dit misschien pijnlijk of confronterend is, zoals op het eiland Alderney, waar men de trauma’s van de Tweede Wereldoorlog nog niet volledig heeft kunnen verwerken. Met dit standpunt begon ik in het najaar van 2020 aan mijn afstuderen. Gaandeweg kwam ik erachter dat mijn ‘Nederlandse’ opvatting over het herdenken van de Tweede Wereldoorlog niet door ieder land in West-Europa op dezelfde manier wordt gedeeld. De manier waarop we herinneren en herdenken verschilt van land tot land, en zelfs van mens tot mens. Dit afstudeerproject is het resultaat van een persoonlijke zoektocht naar de manier waarop kan worden omgegaan met het beladen oorlogserfgoed op Alderney. De zoektocht is opgeladen met persoonlijke ervaringen, maar ook met meningen en gedachten van experts en lokale betrokkenen. Door weggestopte herinneringen te verstevigen en zichtbaar te maken in het landschap, hoop ik dat het eiland dat na de oorlog bekend stond als ‘The Island Of Silence’, haar volledige geschiedenis weer durft te laten spreken.

5


INHOUDSOPGAVE

1 – Kennismaking met het eiland

9

2 – De (stilgehouden) geschiedenis De Duitse bezetting Dwangarbeid op Alderney Het trauma van de eilandbewoners

25 27 38 48

3 – Diagnose

53

4 – Bouwen aan een verstevigde herinnering

75

5 – Een landschap dat spreekt Kamp Sylt Kamp Helgoland Kamp Norderney

85 97 117 133

6


LEESWIJZER

Dit afstudeerproject beschrijft mijn zoektocht naar de manier waarop de beladen geschiedenis van de dwangarbeid die tijdens de Tweede Wereldoorlog plaatsvond op het eiland Alderney, tot expressie kan komen in het landschap op het eiland. In het eerste hoofdstuk, “Kennismaking met het eiland”, wordt het onderwerp en de locatie van mijn afstudeerproject gepresenteerd. Het is een verslag van mijn eerste kennismaking met Alderney en schets een beeld van het eiland, haar bewoners, het landschap en de geschiedenis van het eiland tot de Tweede Wereldoorlog. Het tweede hoofdstuk, “De (stilgehouden) geschiedenis”, gaat over het eiland tijdens de Tweede Wereldoorlog en bestaat uit drie delen. Het eerste deel beschrijft globaal de gebeurtenissen op het eiland tijdens de bezetting, vanuit het perspectief van de Duitse bezetter. Het tweede deel vertelt over de dwangarbeid die resulteerde uit de Duitse ambities om het eiland grootschalig te versterken. Het derde deel gaat in op de gevolgen van de bezetting voor de bewoners van Alderney. In het derde hoofdstuk, “Diagnose”, schets ik aan de hand van mijn onderzoek de probleemstelling en opgave voor dit afstudeerproject. Het vierde hoofdstuk, “Bouwen aan een verstevigde herinnering”, beschrijf ik het proces dat ik ontworpen heb om de bewoners te laten komen tot de acceptatie en expressie van het volledige oorlogsverleden van Alderney. Het laatste hoofdstuk, “Mogelijke eindbeelden”, laat aan de hand van drie projectlocaties zien wat het resultaat kan zijn van het in het voorgaande hoofdstuk beschreven proces.

7


8


1 KENNISMAKING MET HET EILAND

9


Iconisch beeld van ‘The Odeon’ , een Duitse marinetoren op Alderney

10


KENNISMAKING MET HET EILAND

In het voorjaar van 2020 verscheen op de website van National Geographic een artikel over de ontdekking van een ‘vergeten’ concentratiekamp op Alderney, één van de eilanden in Het Kanaal tussen Frankrijk en Groot-Brittannië. Alderney werd, net als de andere Kanaaleilanden dicht bij de Franse kust, tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers bezet, en zij legden hier als onderdeel van de Atlantikwall allerlei verdedigingswerken aan.

Zou het mogelijk kunnen zijn om de zogenaamd vergeten geschiedenis weer zichtbaar en ervaarbaar te maken in het landschap, zonder dat het een reconstructie ervan hoeft te zijn? Om deze vragen te kunnen beantwoorden moest ik eerst een beter beeld krijgen van Alderney, haar bewoners en de geschiedenis. In dit hoofdstuk neem ik je mee in mijn kennismaking met het eiland. * Concentratiekamp is een verzamelterm die gebruikt wordt voor alle kampen waarin mensen onder dwang bijeengebracht worden. Deze kampen kunnen verschillende doelen dienen zoals doorgangskamp, werkkamp of vernietigingskamp, en lopen qua functie soms ook in elkaar over. Een concentratiekamp is dus niet per definitie een vernietigingskamp, dat enkel het doden van mensen als doel had. Het begrip ‘Konzentrationslager’, waar het woord concentratiekamp van afgeleid is, werd door de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog slechts toegekend aan een beperkt aantal kampen. Voor zover duidelijk heeft zich op Alderney nooit een concentratiekamp in Duitse formele zin bevonden. Om verwarring te voorkomen gebruik ik in dit afstudeerproject ‘werkkamp’ voor de kampen waarin (dwang)arbeiders werden gehuisvest, ‘gevangenenkamp’ voor het kamp waarin gevangenen uit concentratiekamp Neuengamme werden gehuisvest, en ‘kamp’ om beide vormen aan te duiden. Meer hierover wordt beschreven in hoofdstuk 2.

Het zijn vaak de gigantische betonnen kolossen die iedereen wel herkent als de door de Duitsers achtergelaten sporen in het landschap van WestEuropa. Het verhaal dat schuilgaat achter deze bouwwerken is echter bij minder mensen bekend. Vaak wordt aangenomen dat het de Duitsers zelf waren die ze bouwden, terwijl er in alle door de Duitsers bezette gebieden honderdduizenden mensen, vrijwillig en onvrijwillig, gemobiliseerd werden om mee te werken aan Duitslands oorlogsmachine. Zo dus ook voor de constructie van de verdedigingswerken op Alderney. Dat het vooral dwangarbeiders waren die op Alderney in kampen gehuisvest werden, was geen geheim. Dat een van deze kampen ook gebruikt werd als satellietkamp van concentratiekamp Neuengamme, en daarom concentratiekamp* wordt genoemd, is ook niet vergeten. Wel vormen de schrijnende verhalen over dwangarbeid op Alderney de zwarte bladzijden uit de eilandgeschiedenis die, bewust of onbewust, weinig aandacht krijgen. Het opnieuw oprakelen van deze verhalen middels het onderzoek waarover op National Geographic werd geschreven, fascineerde mij enorm. Want hoe ga je om met de herontdekking van zo’n gevoelige geschiedenis, en wat betekent dat voor de inrichting van de voormalige kampen?

11


12


Een rots in de zee In Het Kanaal tussen Engeland en Frankrijk liggen meerdere eilanden. Alderney, dat op zo’n zestien kilometer afstand van de kust van Normandië ligt, is hier één van. Samen met Jersey, Guernsey, Sark, Herm en een aantal onbewoonde eilandjes, behoort het tot Brits kroonbezit. Hoewel Alderney dichter bij Frankrijk dan bij Groot-Brittannië ligt, is het staatshoofd Queen Elizabeth, wordt er Engels gesproken en aan de linkerkant van de weg gereden.

Texel

Alderney is een klein eiland. Het is op zijn breedste punt ongeveer zes kilometer lang en anderhalf kilometer breed en heeft een totale oppervlakte van 7,8 vierkante kilometer. Op het eiland wonen ongeveer tweeduizend mensen, waarvan het overgrote deel Brits is. Ongeveer zeshonderd bewoners zijn slechts een aantal maanden per jaar op het eiland te vinden, omdat zij elders wonen maar een tweede huis op Alderney hebben. De meeste inwoners wonen in ‘town’, het dorp Saint Anne, waarin de meeste bebouwing geconcentreerd is. Hieromheen ligt de zogenaamde ‘green belt’, een landschap met stranden, getijdenzones, klifkusten, ruigte-achtige vegetatie en graslanden. Het is een open landschap, met slechts een aantal besloten valleien waarin hoger opgaande loofbeplanting groeit.

Schiermonnikoog

Wieringen

Tiengemeten

Alderney

Marken

13


Alderney gezien vanuit het vliegtuig

14


Ruigte (linksboven), duinen (rechtsboven), valleien (linksonder) en getijdenzones (rechtsonder) bepalen het landschap van Alderney

15


16


N

0

17

200

1000 m


18


L’île sauvage: het wilde eiland Het eiland heeft een geologische geschiedenis die te vergelijken is met die van de Normandische kust. Het is grotendeels gevormd door stollingsgesteente, dat later bedekt is met dekzand. Het grootste deel van het eiland bestaat uit een hoog plateau, dat op sommige plekken wel 80 meter boven zeeniveau uitstijgt. De hoge zuidwestzijde van het eiland heeft ruige kliffen. De lager gelegen noordoostzijde van het eiland kenmerkt zich door een flauwere overgang tussen zee en land. In dit intergetijdengebied is de dynamiek van de zee goed waarneembaar. Tussen eb en vloed kan bij springtij wel 6,5 meter hoogteverschil zitten. Aan dit fenomeen dankt het eiland waarschijnlijk ook haar naam. Er wordt aangenomen dat ‘Alderney’ afkomstig is uit de Vikingtijd, en een samenvoeging is van de Oudnoorse worden ‘alda’: zwellende, rollende golf, ‘renna’: sterke stroming en ‘öy’ of ‘ey’: eiland. De magie van de zee, almaar waaiende zeewind en de openheid geeft het landschap van Alderney een uniek en ruig karakter. Het is dan ook niet voor niets dat het eiland in Frankrijk de bijnaam ‘het wilde eiland’ heeft gekregen.

0

19

>60m


20


Intergetijdengebied bij Longis Bay, met rechts Fort Île de Raz en op de achtergrond de Franse kust

21


Een historie van bezetting Vanwege haar ligging in het Kanaal wordt de geschiedenis van Alderney gekenmerkt door afwisselende perioden van bezetting. De vroegste geschiedenis van Alderney dateert uit de prehistorie. Op verschillende plekken op het eiland zijn hiervan restanten zoals aardewerk en hunebedden waar te nemen. Ook de Romeinen deden voet aan wal op Alderney. Vanwege de strategische ligging van het eiland tussen het vasteland van Europa en het overzeese gedeelte van het Romeinse Rijk in het zuiden van Groot-Brittannië, bouwden zij een fort in de enige natuurlijke haven van het eiland. De fundamenten van het fort, dat nu ‘The Nunnery’ wordt genoemd en het oudste gebouw van Alderney is, liggen nu onder een twee meter dikke laag dekzand verscholen. Nadat de Romeinen het eiland verlieten, had Alderney net als de andere Kanaaleilanden jarenlang te maken met plotselinge aanvallen door Noormannen en Vikingen. In 933 werd het eiland ingelijfd bij het Hertogdom van Normandië. In 1066 veroverde de Normandiërs het Koninkrijk Engeland. In de eeuwen die hierop volgde lag het eiland letterlijk midden in de eeuwenlange strijd tussen wat nu Engeland en Frankrijk is.

Alderney bleef echter altijd trouw aan de Normandiërs, en daarmee de Engelsen, zelfs nadat het vasteland van Frankrijk weer werd onderworpen aan de Franse troon. Om een strategische haven te creëren en om aanvallen vanuit Frankrijk af te schrikken, werd in de 19e eeuw door de Britse regering besloten om enorme vestingwerken te bouwen. De 800 meter lange golfbreker die de haven bij storm beschermt stamt ook uit deze periode. De tien victoriaanse forten langs de noordkust van het eiland zijn, ondanks dat ze hun nut destijds nooit hebben kunnen bewijzen, ook nu nog beeldbepalend voor het landschap van Alderney. Brits staatsman William Ewart Gladstone (1809-1898) beschreef ze als: “een monument van menselijke dwaasheid, nutteloos voor ons, maar misschien niet absoluut nutteloos voor een mogelijke vijand, met wie we mogelijk ooit te maken gaan krijgen, en die mogelijk in staat zal zijn om profijt van deze ruïnes zal hebben in de vorm van onderdak en accommodatie.” Zijn voorspelling kwam uit toen de Duitsers aan het begin van de Tweede Wereldoorlog Alderney bezetten, en de victoriaanse forten opnamen in hun verdedigingsstrategie voor het eiland.

Bewaard gebleven relicten van vooroorlogse bezettingen

22

­


Op de achtergrond de victoriaanse golfbreker, op de voorgrond restanten van Duitse verdedigingswerken

23


24


2 DE (STILGEHOUDEN) GESCHIEDENIS

25


Linksboven: Duitse troepen bij Fort Albert, uitkijkend over de haven Rechtsboven: Duitse troepen bij hun hoofdkwartier in de Lloyds Bank. Onder: Duitse soldaten in Saint Anne.

26


DE (STILGEHOUDEN) GESCHIEDENIS DE DUITSE BEZETTING

De Tweede Wereldoorlog start wanneer Duitsland in september 1939 Polen aanvalt. De Duitsers winnen snel terrein in West-Europa. Op 14 juni 1940 valt Parijs en de Kanaaleilanden, die op zo’n korte afstand van de Franse kust liggen, zijn in gevaar. De Britse regering besluit dat de Kanaaleilanden niet van strategisch belang zijn en dus niet verdedigd zullen worden tegen de naderende Duitse invasie. Alle troepen die op de eilanden gestationeerd waren vertrekken van het eiland. Anders dan op de andere eilanden, waar de evacuatie van burgers traag op gang kwam, evacueerden van Alderney vrijwel alle bewoners.

Ondanks dat een grootschalige aanval op de Kanaaleilanden volgens hem onwaarschijnlijk was moesten ook kleine aanvallen worden voorkomen, omwille van het risico dat een succesvolle aanval goede propaganda zou zijn voor de tegenstanders van Duitsland. Tegelijkertijd waren de Duitsers ook in de andere door hen bezette landen gestart met het aanleggen van verdedigingswerken langs de kust. De Kanaaleilanden gingen met de versterking deel uitmaken van de zogenaamde Atlantikwall, de meer dan 5.000 kilometer lange verdedigingslinie die vanaf de kust van Noorwegen tot en met Frankrijk liep.

Na bombardementen op het eiland werd op 30 juni 1940 het bestuur van Guernsey ‘vreedzaam’ overgedragen aan de Duitsers. Niet veel later, op 2 juli 1940, landt de Luftwaffe ook op Alderney, waar zij tevens op geen verzet duidden. Hitler was heel trots op zijn Britse veroveringen. Foto- en videopnamen van paraderende Duitse troepen op deze kleine stukjes ‘Engeland’ vormden voor de Duitsers dan ook een bruikbaar propagandamiddel.

Zoals in Hitlers bevel onder e. wordt beschreven (zie volgende pagina), werd niet uitgesloten dat buitenlandse arbeiders zouden worden ingezet om de enorme bouwoperatie te voltooien. De meeste Duitse mannen waren immers opgeroepen om te vechten aan het front. Om de (buitenlandse) arbeiders van Organisation Todt te kunnen huisvesten, werd op Alderney gestart met de bouw van vier kampen. Deze kampen werden vernoemd naar de Duitse Waddeneilanden Borkum, Helgoland, Norderney en Sylt.

Hoewel de bezette Kanaaleilanden door Hitler werden gezien als ‘laatste stapsteen’ naar de verovering van de rest van het Verenigd Koninkrijk, veranderde het beleid voor de eilanden al snel in een meer defensieve strategie. In het begin van 1941 startten de Duitsers met eerste inspecties om de Kanaaleilanden te versterken. Organisation Todt, de bouwmaatschappij naar naam van architect en ingenieur Fritz Todt, werd met deze taak belast. Het eiland moest worden getransformeerd tot ‘onneembare vesting’. Op 20 oktober kwam hiertoe zelfs een persoonlijk bevel van Hitler.

27


THE FUHRER AND SUPREME COMMANDER OF THE FORCES

b. For the Army it is urgent to provide: a close network of emplacements, as far as possible with flanking fire, which must be well concealed (sufficient for guns of the size required to pierce 100 mm armour plate) for defence against tanks which may be landed from flat-bottomed boats; accommodation for mobile diversion parties and armoured cars; accommodation for ample stores of ammunition, including that for the Navy and Air Force; incorporation of minefields into the defence system. The total numbers of buildings estimated as necessary must be reported.

FUHRER’S HEADQUARTERS 20.10.41 Fortification and Defence of the English Channel Islands 1. English operations on a large scale against the territories occupied by us in the west are, now as before, unlikely. But under pressure of the situation in the east, and for reasons of politics and propaganda, small-scale operations must at any moment be reckoned with, particularly in an attempt to regain possession of the Channel Islands, which are important to us for the protection of our sea communications.

c. The Navy has for the safeguarding of the sea approaches 3 batteries of the heaviest type, one in Guersney and two on the French coast; and furthermore it will eventually have with the help of the Army light and medium coastal batteries on the islands themselves and on the French coast suitable for firing on targets at sea, so that the whole bay may be protected.

2. Countermeasures in the Channel Islands must ensure that any English attack fails before a landing is effected, whether it be attempted by sea or air or both simultaneously. The possibility of the enemy taking advantage of bad visibility to make a surprise landing must be borne in mind. Emergency measures for strengthening the defences have already been ordered. All branches of the forces stationed in the islands are placed under the order of the Commandant of the islands except the Air Forces.

d. For the Air Force strongpoints must be created, with searchlights, sufficient to accommodate such anti-aircraft units as needed for the protection of all important constructions. e. Foreign labour, especially Russian and Spanish but also French, may be used for building operations.

3. With regard to the permanent fortifying of the islands to convert them into an impregnable fortress (which must be pressed forward at maximum speed) I give the following orders:

4. Another order will follow for the deportation to the Continent of all Englishman who are not native islanders i.e. who were not born in the islands. 5. The progress of the fortifications must be reported to me on the first of each month through the Commanderin-Chief, Army, directed to the Supreme Command of the Armed Forces Staff of the Führer, Division L.

a. The High Command of the Army is responsible for the fortifications as a whole and will incorporate in the overall programme the constructions needed for the Navy and Air Force. The strength of the fortifications and the order in which they are built will be based on the principles and practical knowledge derived from the building of the Western Wall.

(Signed) A.H. (i.e. Adolf Hitler)

Vertaalde versie van het bevel waarmee Hitler sommeert om de Kanaaleilanden te versterken. Een kopie van het originele bevel is bewaard in de Priaulx Library in Guernsey.

28


De Atlantikwall, de westelijke verdedigingslinie van het Duitse Rijk, strekte zich uit van Noorwegen tot de Spaanse grens

29


30


In de lente van 1944 waren de Kanaaleilanden versterkt met 11 zware batterijen en 38 strongpoints. Daarmee waren de eilanden zelfs zwaarder verdedigd dan de 1000 kilometer lange kustlijn van Frankrijk. Van alle eilanden werd Alderney het meest versterkt. Op het eiland werden drie van de zware kustverdedigingsbatterijen gebouwd, waarmee de Duitsers zelfs de Franse kust zouden kunnen bevuren. Naast de kustverdediging werden er talloze geschutsposities gebouwd voor zowel de luchtwacht, landmacht als de marine. Twee anti-tankmuren, waarvan één immense bij Longis Bay, moesten ervoor zorgen dat er geen tanks aan land konden komen. Resistance nests met bunkers en schuilplekken lagen verspreid over het eiland. Zelfs Alderney’s Romeinse en victoriaanse forten werden verbouwd of aangepast, zodat ze onderdeel gingen uitmaken van het enorme Duitse verdedigingsstelsel. Op de stranden werden obstakels geplaatst om een eventuele invasie te vertragen. Daarnaast werd een netwerk van ondergrondse tunnels en opslagplekken op het eiland aangelegd. Tot slot werd er verspreid over het gehele eiland prikkeldraad gespannen, werden boobytraps opgezet en werden er in totaal 37.000 mijnen geplaatst.

Met de voltooiing van de verdedigingswerken steeg ook het aantal Duitse soldaten dat op het eiland gestationeerd werd om ze te bemannen. Het aantal van 450 soldaten dat in 1941 op Alderney was, groeide uit tot zo’n 3000, meer dan het dubbele van het aantal eilandbewoners vòòr de evacuatie. De soldaten bemanden verschillende posities in de infanterie (grondtroepen), de marine, de luchtmacht en in ondersteunende functies. Zoals Hitler al vermoedde, werd de versterking van het eiland echter nooit echt op de proef gesteld. Het was daarom vrij ‘saai’ om soldaat te zijn op Alderney. Het ontbreken van de lokale bevolking en het uitblijven van actie zorgden voor een eentonig soldatenleven. Volgens getuigenissen werd het onder de garnizoenen op de andere eilanden zelfs als een straf beschouwd om naar Alderney te worden overgeplaatst.

Links: het complexe verdedigingsstelsel van de Duitsers op Alderney Boven: in zwart wit: historische foto, in kleur: huidige situatie. Houten driehoeksstellingen waren één van de strandobstakels die op de stranden van Alderney gebruikt werden.

31


In de loop van 1944 leidt Duitsland grote verliezen aan de oostelijke fronten, waar de Sovjet-Unie oprukt. Later is ook het westfront aan de beurt. Op 25 juni 1944, D-Day, landden Britse, Canadese en Amerikaanse soldaten op de Franse kust. Cherbourg kwam onder Duits vuur te liggen van één van Alderney’s mariene batterijen, maar nadat een geallieerd schip zo’n twee uur en twintig minuten teruggeschoten had, staakten de Duitsers het vuren. De Kanaaleilanden werden tijdens D-Day gepasseerd, maar de effecten van de geallieerde invasie werden al snel op Alderney merkbaar. Nadat de geallieerden Cherbourg bevrijdden, was er geen toevoer van voedsel en goederen naar het eiland meer mogelijk. De meeste arbeiders en soldaten waren al voor D-Day van het eiland vertrokken, maar de kleine groep achterblijvers werd aan hun lot overgelaten. Pas bijna een jaar later, op 26 mei 1945, werd Alderney ‘bevrijd’ door de Britse troepen.

kamp verdedigingswerk begraafplaats

mijnenveld

Kaart van Alderney waarop alle door de Duitsers gemaakte verdedigingswerken en ‘aangeraakte’ gebieden worden weergeven

32


Boven: Britse troepen en Duitse soldaten bij batterij Annes. Onder: de aankomst van Britse troepen in de haven van Alderney. Foto’s mei 1945.

33


Foto uit 1945, gemaakt door de Britse luchtmacht. In oranje zijn de nu nog overgebleven restanten van de Duitse verdedigingswerken weergegeven.

34


35


Een greep uit de vele zichtbare restanten van de Duitse verdedigingswerken op Alderney

36


‘Souvenirs’ van Alderney’s oorlogsverleden

37


DWANGARBEID OP ALDERNEY

Insel Adolf De geschiedenis van dwangarbeid op Alderney begint in december 1940, wanneer een boot vanuit Cherbourg met daarop gevangenen van verschillende nationaliteiten naar het eiland vaart. Deze groep gevangenen was afkomstig vanuit een kamp in ZuidFrankrijk. Onder hen was Norbert Beermart, een jonge Belg, die het volgende vertelt over deze gebeurtenis: “We sailed to Alderney and disembarked with no food, no German guards and no shelter. It was very cold. We could have been in Africa for all we knew. (...) The next day it was lovely weather and we began to look around. (...) There was no sight of any Germans. (...) After several days without any food or water, about twenty Germans arrived with some horses and we started to build Norderney camp.” Waar bij andere kampen in Europa hekken of prikkeldraad de kampgrenzen markeerden, was het op Alderney de zee die het onmogelijk maakte om het eiland te verlaten.

Na Norderney volgde de drie andere kampen Helgoland, Borkum en Sylt. In de jaren van 1941 tot en met 1943 beschikten de kampen over een gezamenlijke capaciteit van zo’n 5.000 arbeiders. In Norderney, Helgoland en Sylt werden voornamelijk buitenlandse dwangarbeiders gehuisvest. In Borkum werden vooral Duitse ‘vrijwilligers’ en gespecialiseerde technici gehuisvest. Tijdens de drie jaar waarop de kampen in bedrijf waren, maakten duizenden mannelijke dwangarbeiders uit verschillende door Duitsland bezette gebieden een gedwongen reis naar het eiland. Sommige van hen waren nog tieners. Zij hadden allerlei nationaliteiten: Fransen, Belgen, Nederlanders, Polen, Marokkanen, Duitsers, maar vooral opvallend veel inwoners van de Sovjet-Unie, die voor het gemak door de Duitsers ‘‘Russen” werden genoemd. Het overgrote deel van de dwangarbeiders die op Alderney te werk werden gesteld leefden voor de oorlog in de binnenlanden van Oost-Europa. Velen van hen zagen voor het eerst de zee tijdens hun reis naar het eiland dat zij alleen als ‘Insel Adolf’ zouden leren kennen.

De kampen werden gebouwd om de arbeiders van Organisation Todt, die zouden gaan werken aan de versterking van het eiland, te kunnen huisvesten.

Er waren vier kampen, maar eigenlijk was het gehele eiland één groot kampenlandschap met de zee als kampgrens

38


Vernichtung durch Arbeit Eenmaal op het eiland werden de dwangarbeiders verdeeld over de verschillende kampen. Het was niet zo dat de dwangarbeiders alleen maar bezig waren met de constructie van de verdedigingswerken. Er waren allerlei verschillende bouwbedrijven die de militaire verdediging van het eiland mogelijk maakten. De dwangarbeiders werden toegewezen aan de verschillende bedrijven, en vervulden daardoor een diversiteit aan werkzaamheden op het eiland. Zo was er de firma ‘Strassenbau A.G.,’ ook wel Strabag genoemd, die verantwoordelijk was voor het aanleggen en onderhouden van wegen op het eiland. De firma West Deutsche zette de dwangarbeiders aan het werk in de steengroeves. Daarnaast waren er nog verschillende andere bedrijven die waarvoor de dwangarbeiders aan de slag gingen. Van havenwerker tot doodgraver, iedere dwangarbeider had zijn eigen taak in de bizarre nieuwe maatschappij op het eiland. Een typische werkdag voor een dwangarbeider bestond uit twaalf tot veertien uur zware arbeid. ’s Ochtends kregen de dwangarbeiders een halve liter surrogaatkoffie. ’s Middags eenzelfde hoeveelheid koffie en een halve liter soep. In feite was dit echter niets meer dan wat verdunde bouillon, waar soms een blaadje groente in dreef. De avondmaaltijd bestond uit wederom een halve liter soep en een brood dat met zes tot acht personen moest worden gedeeld. Niet altijd hielden de Duitsers zich aan de hiervoor genoemde richtlijnen over de voeding van de dwangarbeiders. Voedsel werd hierdoor schaars, maar dat gold eigenlijk voor alle zaken in de kampen. Men kreeg geen kleding, maar moest het doen met de kleren waarin zij op het eiland waren aangekomen. Na verloop van tijd heerste er dankzij de onhygiënische omstandigheden in de kampen een enorme luizenplaag. Door de schaarste ontstond er een levendige handel onder de dwangarbeiders. Voedsel werd bijvoorbeeld geruild voor sigaretten, zelfs wanneer het ruilen een stuk brood een kwestie van leven of dood betekende.

39


Anti-tankmuur bij Longis Bay

40


Zee als begraafplaats De combinatie van ondervoeding, de slechte hygiënische omstandigheden en het harde werken leek in zekere zin op ‘Vernichtung durch Arbeit’, de strategie die de Duitsers in de concentratiekampen op het Europese vasteland hanteerden. In eerste instantie waren het niet veel dwangarbeiders die stierven. Zij werden begraven op het kerkhof bij de kerk in Saint Anne. Naarmate het dodental flink opliep, werd het door de Duitsers niet meer haalbaar geacht om alle gestorven dwangarbeiders een begraafplaats op het eiland te geven. Hoewel het door de Duitsers nooit is toegegeven, zijn er tientallen getuigenissen van dwangarbeiders die Alderney overleefden over de plek waar de levenloze lichamen terechtkwamen: de zee.

Één van deze overlevenden is Georgi Kondakov. Hij zat in Helgoland gevangen en schreef het volgende over de laatste rustplaats van de gestorven dwangarbeiders: “To my mind the largest grave of the Russians was the sea”. Zijn vriend Kirill Nevrov, van wie hij bij aankomst op Alderney gescheiden werd, zat gevangen in kamp Norderney. Kirill schrijft het volgende: “The only place in the island where I worked was at the Inevitable Death*. Once during a very low tide, when the water receded into the distance, a tip lorry filled with dead bodies approached the exposed sand. It was in front of the place where we were building the wall. Six of us were ordered to dig a pit. We didn’t make it very deep, eighteen corpses were thrown down into the pit. When the next ebb began the following day, it was impossible to find this place.” * De Russische dwangarbeiders noemden de plek waar zij de funderingen voor de anti-tankmuur bij Longis Bay moesten graven, верная гибель, onvermijdelijke dood.

41


Toen er in 1942 een nieuwe ‘Frontführer’ naar het eiland kwam, was hij naar verhaal met afschuw vervuld van alle in de zee drijvende lichamen. In dit jaar wordt op Longis Common, het duingebied bij Longis Bay, een begraafplaats opgericht die bekend zou gaan staan als de ‘Russische begraafplaats’.

Het officiële dodenaantal van 389 dwangarbeiders dat werd opgemaakt uit het opgraven van de lichamen in de jaren zestig geeft geen indicatie voor de massale sterfte die er was onder de dwangarbeiders. Schattingen lopen uiteen tot wel 40.000 doden. De met feiten onderbouwde schatting van 1.500 tot 2.000 doden, is echter aannemelijker is. Ter vergelijking: onder het garnizoen van de 3.000 Duitse soldaten, stierven er tijdens de vijf bezettingsjaren op het eiland slechts 21.

Het is bewezen dat de Duitsers, die normaal gezien zo bekend stonden om hun preciesheid, de administratie wat betreft dodenaantal en doodsoorzaak niet zo nauwkeurig bijhielden. Toen in 1961 de graven van Longis Common werden geruimd, bleken er verschillen te zitten tussen het door de Duitsers geregistreerde dodental en het aantal lichamen dat werd opgegraven.

42


In zwart wit: historische foto, in kleur: huidige situatie. Links: de ‘Russische begraafplaats’ op Longis Common / Longis Common nu. Rechtsboven: dwangarbeiders marcherend richting hun werk / voormalig kamp Borkum nu. Linksonder: SS-Hauptsturmführer Maximilian List / voormalig kamp Sylt nu.

43


Het concentratiekamp In maart 1943 werd kamp Sylt, dat nog onder leiding stond van Organisation Todt, overgedragen aan de SS. De SS was verantwoordelijk voor de leiding van de concentratiekampen in het Duitse rijk. Met de overdracht werd het kamp één van de tientallen satellietkampen van Konzentrationslager Neuengamme. Met de zogenaamde SS-Baubrigade I kwamen ongeveer 1.000 gevangenen naar het eiland. Onder hen waren zo’n 500 Russische krijgsgevangenen, 200 Duitsers die werden geclassificeerd als ‘arbeitsscheu’ (werkschuw) en een mix van politieke gevangen uit Tsjecho-Slowakije, Frankrijk, Nederland en Polen. In eerste instantie werkten de gevangenen van Sylt binnen de grenzen van het kamp aan nieuwe barakken, omdat het kamp nog niet geschikt was om zo’n groot aantal gevangenen te accommoderen. Later werden ze, evenals de dwangarbeiders uit de werkkampen, aan het werk gezet op verschillende plekken op het eiland. Omdat de gevangenen van kamp Sylt de kenmerkende gestreepte overalls droegen, waren ze eenvoudig te onderscheiden van de andere dwangarbeiders. De werkzaamheden van de gevangenen van kamp Sylt verschilden in feite niet zo zeer van die van de dwangarbeiders. Ook zij maakten extreem lange werkdagen, kregen weinig te eten en werden blootgesteld aan overbevolking, slechte hygiëne en ziektes in het kamp. Wat wel anders was, was het regime waar de gevangenen mee te maken hadden. Het kamp werd zwaarbewaakt door de 70 tot 80 SS-bewakers die er de leiding over hadden. Daarnaast werden er onder de gevangenen zogenaamde kapo’s aangesteld, die als taak hadden om ‘disciplinaire maatregelen’ te nemen tegen de andere gevangenen. Vaak kregen zij in ruil voor hun diensten privileges, zoals een betere behandeling, sigaretten of meer eten. Deze aanpak resulteerde in een complexe hiërarchie onder gevangenen en veroorzaakte conflicten en wantrouwen in het kamp. Hoewel het vanwege de afgelegen ligging van Alderney al onmogelijk was om te ontsnappen uit kamp Sylt, werden de kampgrenzen zwaarbewaakt. De grenzen en poorten van het kamp werden ook regelmatig gebruikt als plaats voor het uitvoeren van straffen. Er zijn veel verschrikkelijke getuigenissen over de martelingen die de SS’ers de kampgevangenen toebrachten. Het is overduidelijk dat het einde van de oorlog voor veel van de kampgevangenen te laat kwam. Evacuatie naar Frankrijk Toen Duitsland aan het oostfront grote verliezen leed en de oorlog op een kantelpunt terecht kwam, werden de eerste gevangenen en dwangarbeiders van Alderney terug verscheept naar Frankrijk. Het lot dat velen van hen daar te wachten stond was een doorreis naar een ander concentratie- of vernietigingskamp. Zo werd het mogelijk dat er tegen de tijd dat het eiland bevrijd werd, geen dwangarbeiders meer op Alderney aanwezig waren. Dankzij de enkelingen die in Frankrijk aan hun ellendige lot wisten te ontsnappen, zoals Georgi Kondakov, is het verhaal van de dwangarbeid op Alderney niet geheel onbeschreven gebleven.

44

Foto’s van Alexander Rodine, Anton Yezhel en Alexander Pyanov, gemaakt in de kampen


Boven: gevangenen van kamp Sylt onder toezicht aan het werk Onder: de enige bekende foto van kamp Sylt

45


HET TRAUMA VAN DE EILANDBEWONERS

“Do we stay or do we go?” Toen de oorlog in september 1939 begon was er nog geen enkele reden voor de bewoners van Alderney om aan te nemen dat hun rustige leven op het eiland verstoord zou worden door de oorlog. De eerste tekenen van de naderende oorlog kwamen van de boten met Franse vluchtelingen, die op het eiland om voedsel, dekens en kleding kwamen vragen. Met de beroemde speech van Winston Churchill “We shall fight on the beaches” (4 juni 1940) kwam de oorlog nog een stap dichterbij, toen ook de mannen van Alderney werden opgeroepen om zich aan te sluiten bij het Britse leger. Wanneer de Duitsers door Frankrijk oprukken en er gevreesd wordt voor een invasie van Groot-Brittannië, wordt door de Britse

regering een radiostilte opgelegd. Hierdoor was er geen directe communicatie mogelijk tussen de Britten en de Kanaaleilanden, waardoor het onduidelijk was wat men van plan was met het eiland. Zouden de eilandbewoners aan hun lot worden overgelaten? Op 16 juni werd duidelijk wat de Britten van plan waren met het eiland. De eilanden werden gedemilitariseerd, waardoor elke vorm van bescherming weg was en de angst voor wat ging gebeuren met de dag groeide. Later werd gestart met het evacueren van de eilanden. Het waren allereerst de kinderen die Alderney verlieten. Op Saint Anne’s School werd hun verteld dat ze naar huis moesten gaan om hun ouders te vertellen dat er schepen zouden komen die, op vrijwillige basis, kinderen naar een veiligere plek zouden gaan brengen.

Briefje waarmee de bewoners van Alderney op de hoogte werden gesteld van de naderende evacuatie

46


Op 22 juni kwam er ook voor degenen die hadden besloten om te blijven, een verlossend woord van Judge French, de hoogste bestuurder van Alderney. “Men and women from Alderney! As you value your lives.. if that boat comes.. you get on it. It will be the last touch with the outside world. It will be the last boat that will reach the island!”. Middels een klein handgeschreven briefje werden de bewoners op het eiland op de hoogte gebracht van de naderende evacuatie. Mochten ze de kerkklokken horen luiden, dan moesten ze zich naar de haven haasten waar een schip dat hen naar Engeland zou brengen lag te wachten. Die dag erna werd direct gestart met de volledige evacuatie. De eilandbewoners mochten elk slechts één koffer meenemen en moesten dus huis en haard achterlaten. Hun huisdieren mochten niet mee aan boord, en moesten worden afgeschoten. Op zeven mensen na werden alle 1.432 eilandbewoners geëvacueerd richting Engeland. De boten voeren de evacuees naar Wymouth, een kustplaats in Zuid-Engeland. Na een nacht te hebben doorgebracht in een pakhuis, werden de eilanders op een trein naar het noorden gezet. Omdat er destijds in Engeland nog gevreesd werd voor een Duitse invasie, waren alle stationsborden weggehaald. De Duitsers zouden dan bij een eventuele invasie niet weten waar zij zich bevonden, maar ook de eilandbewoners hadden geen idee waar deze lange treinreis hen naartoe zou gaan brengen. Een groot deel van hen werd helemaal naar Glasgow gebracht, waar men met Franse woordenboeken op hen afkwam, denkende dat ze Frans zouden spreken. Eenmaal in Glasgow dachten de eilandbewoners dat ze veilig waren, maar de slag om Engeland was nog steeds gaande. In vijf luchtaanvallen werd Glasgow gebombardeerd, waardoor de eilandbewoners wederom in een staat van vrees verkeerden. Na de beëindiging van the Blitz konden zij in tijdens de oorlog in relatieve rust leven, en velen van hen bleven terugverlangen naar ‘hun’ eiland.

Foto getiteld ‘The last look’, gemaakt vanaf één van de evacuatie-schepen

47


Foto’s van de ‘welkomstceremonie’ en ontvangst van de teruggekeerde eilandbewoners

48


Homecoming en nasleep Na de bevrijding van het eiland op 26 mei 1945 werd er een grootschalige opruimactie opgestart door het Britse leger. Britse soldaten ruimden samen met de achtergebleven Duitse soldaten het eiland op. Strandobstakels werden verwijderd, prikkeldraad werd opgeruimd, geweren werden ontmanteld en er werden zo’n driehonderd mijnen per dag geruimd.

Gezien de omstandigheden werd er met beperkte middelen een welkomstceremonie georganiseerd voor de terugkeerders. Maar al bij het aangezicht van het eiland vanaf de haven, werden velen van hen teleurgesteld. Veel mensen dachten dat als ze terug zouden keren naar het eiland, alles weer zou worden zoals het was. Maar eenmaal op het eiland aangekomen zagen zij een Alderney dat totaal van gedaante was verwisseld. De eilandbewoners waren diepbedroefd. Hun eiland bestond nu uit een kaalgeslagen landschap vol afval, verwoeste gebouwen, oorlogsgraven en een enorm aantal betonnen verdedigingswerken. “Hell couldn’t get any worse”.

Het duurde nog tot 15 december voordat de eerste eilandbewoners terugkwamen naar het eiland. In groepjes van ongeveer honderd mensen per keer, kwamen steeds meer eilandbewoners terug op Alderney.

Verwoeste woning in Saint Anne

49


Omdat de Duitse achterblijvers maanden zonder toevoer van onder andere brandstof vanuit Frankrijk moesten overleven op het eiland, waren uit veel huizen meubels, vloeren en balken verwijderd en opgestookt. Veel eilandbewoners konden hierdoor niet terugkeren naar hun woning en waren letterlijk alles kwijtgeraakt door de oorlog. Het eiland en de samenleving moest weer vanaf niets worden opgebouwd. De vierhonderd Duitse soldaten die op het eiland waren achtergebleven en nu krijgsgevangenen waren, hielpen daarbij. Ze hielpen bij het repareren van de woningen, herstellen van de elektriciteit en deden allerlei klusjes om het eiland weer bewoonbaar te maken. Hoewel er eigenlijk niet met hen gepraat mocht worden, gebeurde dat uiteraard toch.

Maandenlang leefden de Duitse krijgsgevangenen samen met de eilandbewoners. “The enemies weren’t monsters, they were just human beings”. Onder de teruggekeerde eilandbewoners groeide een sterk gevoel van saamhorigheid. Gezamenlijk werkten ze met grote veerkracht om het eiland voor de kerst enigszins leefbaar te maken, waar ze in slaagden. Maar niet iedereen keerde terug naar Alderney. In de vijf jaar dat de eilandbewoners weg waren geweest van het eiland hadden velen een nieuw leven opgebouwd in Engeland of Schotland. Van de 1.432 bewoners die het eiland voor de evacuatie telde, waren er op 28 december 1945 nog maar 360 teruggekeerd.

50


Hammond Memorial Hoewel het de eilandbewoners zelf waren die de restanten van de concentratiekampen opruimden en afvoerden, was er voor het herdenken van de slachtoffers van de dwangarbeid op het eiland in de eerste jaren na de oorlog geen sprake. Logischerwijs wilden de eilandbewoners de geschiedenis snel achter zich laten en het eiland voor zich terugwinnen. De overgebleven sporen van de kampen en de begraafplaatsen waren een constante herinnering aan de misdaden die zich op hun eiland hadden afgespeeld. In de jaren 60 kwam hier verandering in. Toen de oorlogsgraven van de Duitsers en de dwangarbeiders geruimd werden, en de lichamen werden herbegraven in Frankrijk, besloten broers

Jack en Bert Hammond en hun zus Babs om op eigen initiatief het Hammond Memorial op te richten. Het gedenkmonument werd opgedragen aan dwangarbeiders van alle nationaliteiten die slachtoffer waren geworden van de gruwelijkheden die zich op het eiland afgespeeld hadden. De locatie voor het Hammond Memorial werd gekozen omdat men vanaf hier enerzijds de voormalige locatie van kamp Norderney kon zien, en anderzijds naar de net geruimde Russische begraafplaats kon kijken. Sinds het oprichten van het monument in 1966 wordt er elke Pinksterdag een mis gehouden waarbij de slachtoffers van de dwangarbeid op Alderney herdacht worden.

In zwart wit: historische foto, in kleur: huidige situatie. Links: verwoeste pakhuizen bij de haven in Braye/Braye nu. Rechts: verwoeste woning in Saint Anne/Straat in Saint Anne nu.

51


52


3 DIAGNOSE

53


Artikelen uit The Observer en The Mirror en stonden vol met aannames over wat zich op Alderney tijdens de oorlog afspeelde

54


DIAGNOSE

Bewoners als zwart schaap Als je beter kijkt naar het geschiedenisverhaal van de eilandbewoners, zie je dat ook zij slachtoffer zijn geworden van de oorlog op hun eiland, ondanks dat zij er zelf geen directe getuigen van zijn geweest. Voor de eilandbewoners was de evacuatie een ontregelende gebeurtenis, waarbij zij onverwacht huis en haard moesten achterlaten. Het eiland dat zij kenden met lieflijke valleien en stranden met huizen en straten van keitjes, was bij terugkomst compleet vernield en getransformeerd tot een kaalgeslagen decor voor kolossale betonnen verdedigingswerken. Getraumatiseerd probeerden zij met man en macht het eiland voor zichzelf terug te winnen en de verschrikkingen van de oorlog snel achter zich te laten. Hierdoor kwam het accent van het oorlogsverhaal te liggen op de evacuatie, de ‘homecoming’ en de wederopbouw van het eiland. Over dwangarbeid op het eiland werd liever niet gesproken. Ook de Britse regering wijdde liever niet te veel uit over de gebeurtenissen op het eiland: het was al pijnlijk genoeg dat de Duitsers erin geslaagd waren om een stukje van het Verenigd Koninkrijk te bezetten. Doordat het een mysterie bleef wat zich precies op het eiland had afgespeeld, en het zwijgen hierover door zowel de Britse regering als de eilandbewoners niet werd doorbroken, kreeg Alderney in de periode na de oorlog de bijnaam ‘The Island Of Silence’. Er verschenen de wildste artikelen over Alderney. Zo zou het eiland dienst hebben gedaan als vernietigingskamp en zouden er duizenden Joden zijn vermoord. Ook nu nog verschijnen er, vaak in sensatiezoekende kranten, artikelen over de geschiedenis van Alderney door de ogen van zogenaamde experts. De artikelen schoppen regelmatig tegen het zere been van huidige bewoners, die door de artikelen afgeschilderd worden als mensen die onwetend zijn of zelfs een ontkennend houding tegenover de eilandgeschiedenis hebben. Het is helaas waar dat sommige van de eilanders de geschiedenis bewust wil verdoezelen, zoals een voormalige bestuurder van het eiland die zich in 2017 negatief uitsprak tegen de eventuele verbetering van de beleefbaarheid van dwangarbeid op de kamplocaties: “We can’t change it, and do we want to continue to drag up the downside of what went on in Alderney all those years ago?” Wat bijdraagt aan het mysterie rondom Alderney’s oorlogsverleden, is dat de enige logische vervolgstap in het wegnemen van vragen en geruchten over de geschiedenis van het eiland, namelijk archeologisch onderzoek waarbij er daadwerkelijk gegraven wordt, nog niet heeft plaatsgevonden. Dit wordt zelfs om diverse redenen tegengewerkt, waardoor de bewoners van het eiland wederom als onwelwillend worden afgeschilderd.

55


Onzichtbare wonden in het landschap Nog steeds bepaalt het collectieve trauma bij veel eilandbewoners de houding ten opzichte van hun geschiedenis. Ondanks dat is er een groep eilanders die ervoor pleiten om de werkelijkheid onder ogen te zien, en deze fase van de eilandgeschiedenis niet langer met de mantel der liefde te bedekken. Tussen deze groep en de groep ‘ontkenners’ in zit een grote groep ‘zwevende kiezers’ zonder duidelijke mening. Omdat er veel verschillende meningen zijn over wat belangrijk is om te herdenken en wat niet, blijft verandering in de omgang met het verhaal van de dwangarbeiders uit. Hierdoor verkeert de herdenking van de geschiedenis van de dwangarbeiders in een impasse.

Deze is opgehangen in 2008 door een voormalige gevangene die het kamp overleefde. Anders dan de plaquette, de entreezuilen en een aantal overgroeide betonnen constructies zijn er geen aanwijzingen dat dit terrein tijdens de Tweede Wereldoorlog een werken gevangenenkamp was. Bij de drie andere kamplocaties van ‘Lager’ Borkum, Helgoland en Norderney zijn geen plaquettes of bordjes aangebracht die bezoekers vertellen over de voormalige functie van de terreinen. Bij kamp Borkum, dat nu gedeeltelijk bestaat uit een stuk grasland van de naastgelegen boerderij en gedeeltelijk bestaat uit een overwoekerd terrein, zijn tussen de bramenstruiken in een aantal laagtes in het landschap te zien op de plekken waar de ingegraven barakken stonden. Bij de woonwijk die nu op de locatie van kamp Helgoland ligt, zijn alleen twee entreezuilen van het voormalige kamp bewaard gebleven. Zij markeren nu de oprit van iemands woning. Op kamp Norderney zijn nog een aantal betonnen bouwwerken zichtbaar, maar niets dat men doet herinneren aan het feit dat dit tijdens de Tweede Wereldoorlog een kamp was. Sterker nog, het terrein heeft de macabere functie van een kampeerterrein gekregen. De omgang met de voormalige kamplocaties zorgt ervoor dat het verhaal van de dwangarbeiders onder het tapijt is geveegd.

De zo contrasterende percepties op de geschiedenis van het eiland en meningen over wat wel en niet belangrijk is om te herdenken, leiden tot een gespannen houding ten opzichte van tastbare herinneringen aan de oorlogsjaren. De kamplocaties zijn om deze reden open wonden in het landschap gebleven. Ze worden, zowel fysiek als in conversatie, nog steeds gemeden door een groep eilandbewoners die het onderwerp tot een taboe heeft gemaakt. Op de locatie van kamp Sylt, dat misschien wel het meest besproken kamp is, hangt een kleine plaquette op een van de drie overgebleven entreezuilen van het kamp.

ontkenning

‘zwevende kiezer’

Schematische weergave van de impasse waarin de herdenking van het dwangarbeidersverleden zich bevindt 56

herdenking


Van boven naar beneden: de voormalige locaties van kampen Sylt, Borkum, Helgoland en Norderney 57


0

50

200 m

Kamp Borkum, 1945

58


0

50

200 m

2021: gedeeltelijk grasland, gedeeltelijk overgroeid terrein

59


0

50

200 m

Kamp Sylt, 1945

60


0

50

200 m

2021: overgroeid terrein

61


0

50

200 m

Kamp Helgoland, 1945

62


0

50

200 m

2021: woonwijk

63


0

50

200 m

Kamp Norderney, 1945

64


0

50

200 m

2021: kampeerterrein

65


1

2

“For the first two months.. 4

3

..people managed to keep going. 5

After we had gone, they would come with lorries..

Then they started to die one after the other. 6

..go through the sheds, picking up the corpses and taking them somewhere out of sight..

“and there they would dump them straight into the sea”

Voormalig dwangarbeider Nikolaï Virijnikov in de film L’Île Adolf

66

..and then they would dump them straight into the sea.”


1

2

“All the children were excited because everyone else was..

3

..and then the boat arrived and it suddenly went a bit quiet.

4

5

..it was built in 1709 by the family and grandpa’s very excited. He just looked at the house..

When we eventualy got to Little Street where the old family home was.. 6

..and he just started sobbing just quietly and tears were rolling down his face..

..and I think that’s when I realised you know just how devastating everything was.”

“and I think that’s when I realised you know just how devestating everything was”

Teruggekeerde eilandbewoner Colleen Davy in een BBC-item over de Homecoming

67


Samenvattend zijn er vier belangrijke zaken die mijn diagnose vormen over de omgang met het verleden van dwangarbeid op het eiland.

Contrasterende herinneringstijdlijnen In de oorlogsgeschiedenis van het eiland zijn twee groepen mensen slachtoffer geworden van de Tweede Wereldoorlog: de dwangarbeiders en de eilandbewoners. Zij dragen elk hun eigen trauma en beide groepen en hun nabestaanden hebben een andere visie op wat belangrijk is om te herinneren en wat niet. Omdat de buitenlandse dwangarbeiders nog voor het einde van de oorlog van het eiland werden verscheept, en de eilandbewoners vanwege de evacuatie niet op het eiland aanwezig waren, hebben de twee groepen contrasterende herinneringstijdlijnen. Hierdoor kunnen zij in mindere mate meevoelen met elkaars trauma.

68


Weeserfgoed Anders dan in andere West-Europese landen, waar de bevolking tijdens de Tweede Wereldoorlog wel aanwezig was, waren de eilandbewoners dus geen getuigen van de daden van de Duitsers tegen de dwangarbeiders. Hierdoor is dit deel van de oorlogsgeschiedenis van Alderney ‘weeserfgoed’ geworden: erfgoed zonder duidelijke erfgenaam of gemeenschap die pleit voor de betekenis en instandhouding ervan. Hiermee dreigt het verhaal van de dwangarbeid op Alderney verloren te gaan.

69


Scheve verhoudingen De Duitse bezetter heeft met alle verdedigingswerken vele onuitwisbare sporen op het eiland achtergelaten. Deze zijn al snel na de oorlog uit de taboe gehaald, en worden nu juist gezien als indrukwekkende constructies die getuigen van de macht van de Duitse techniek. De verdedigingswerken spelen ook een rol bij de promotie van toerisme op het eiland. Over het verhaal van de dwangarbeiders wordt daarentegen slechts op een aantal plekken in het landschap verteld: bij het Hammond Memorial en de plaquette op de intacte entreezuilen van kamp Sylt. Ook aan toeristen wordt het kampverleden van het eiland kenbaar gemaakt, maar wordt op kaartjes van het eiland bijvoorbeeld wel strategisch de naam ‘Lager Norderney’ opgeschoven tot buiten de perimeter van het kampeerterrein. Door de ontelbare betonnen verdedigingswerken die zo prominent in het zicht zijn, maar het ontbreken van aanwijzingen over het dwangarbeid-verleden, is er een scheve verhouding tussen de bezetter en de dwangarbeider ontstaan.

70


Bodemarchief vol verhalen Omdat er op de kampen nog geen archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden waarbij er daadwerkelijk een schop de grond in is gegaan, liggen er mogelijk nog allerlei sporen onder het maaiveld die meer kunnen vertellen over de kampen en zijn slachtoffers. De laatste jaren heeft non-invasief archeologisch onderzoek kunnen aantonen dat er op de kampen meer fysieke overblijfselen in de bodem zijn achtergebleven dan men boven de grond kan zien. Deze relicten fungeren als laatste getuigen en kunnen worden ingezet om het verhaal van de dwangarbeiders te vertellen.

71


72


Voortdurende ontmenselijking Drie foto’s die ik maakte tijdens mijn verblijf op Alderney illustreren mijn diagnose. Linksboven een spandoek in de oudste pub van Alderney met daarop de beroemde uitspraak “Don’t mention the war” uit de serie Fawlty Towers. De uitspraak staat symbool voor de mentaliteit op het eiland als het om de oorlog gaat: dwangarbeid was onderdeel van de geschiedenis van het eiland, maar er wordt niet graag over gesproken. Linksonder een beeld uit het Alderney Museum. “Genuine WWII Wehrmacht barbed wire”, te koop voor 12 Guernseypond (ongeveer 14 euro) in de museumwinkel. Men pronkt hier met de bezetting en alle sporen die deze in het landschap heeft achtergelaten. In de vitrines van het museum wordt veel aandacht geschonken aan Duitse uniformen, geweren en munitie, terwijl er slechts één kleine vitrine gewijd is aan de dwangarbeiders. Rechtsonder is de gevel van de protestantse kerk in Saint Anne gefotografeerd. Ernaast ligt het kerkhof waar in de vroege periode van dwangarbeid op Alderney overleden dwangarbeiders werden begraven. Nu ligt er een geasfalteerde parkeerplaats. Op een bordje dat op kniehoogte hangt is te lezen: “1941-1945 - Near this place are buried 45 Soviet citizens who died in Alderney. Their names are recorded in the States Office.” Door de huidige manier waarop er met het oorlogsverleden wordt omgegaan, duurt de door de Duitsers in gang gezette dehumanisatie van de dwangarbeiders in mijn optiek nog steeds voort op het eiland. Uit mijn diagnose destilleer ik dan ook twee opgaven: een mentale opgave, waarbij het doel is dat de eilandbewoners het weeserfgoed van de dwangarbeiders adopteren, en een fysieke opgave, waarbij dit erfgoed tot ruimtelijke expressie wordt gebracht op het eiland om de scheve verhoudingen in de nalatenschap van de Duitsers en de dwangarbeiders tegen te gaan.

73


74


4 BOUWEN AAN EEN VERSTEVIGDE HERINNERING

75


De textuur van de herinnering

76


BOUWEN AAN EEN VERSTEVIGDE HERINNERING

Tweeledige opgave De opgave die ik uit mijn diagnose destilleer is tweeledig. Enerzijds betreft het een mentale opgave waarin de bewoners van het eiland gereed worden gemaakt voor de acceptatie van het gehele oorlogsverleden. Anderzijds is het een fysieke opgave waarin de kampen weer herkenbaar worden gemaakt in het landschap, waarbij onder andere de bestaande relicten beter tot expressie worden gebracht. Er zijn allerlei aanleidingen om de kampen in te richten als herdenkingsplek. Echter hebben herdenkingsplekken op zichzelf geen betekenis. Alleen de wil om de geschiedenis daadwerkelijk te herdenken, maakt deze plekken betekenisvol voor een samenleving. Een voorwaarde voor het voltooien van de fysieke opgave is dus dat de mentale opgave tevens (gedeeltelijk) voltooid is.

Er zijn weliswaar genoeg getuigenissen, brieven, artikelen en foto’s over wat zich op Alderney heeft afgespeeld waarmee het herinneringsweefsel zou kunnen worden opgeladen, maar deze zijn vanwege het collectieve trauma van de eilandbewoners gedeeltelijk weggestopt. Daarom is het van belang dat er op Alderney gewerkt wordt aan het gehele weefsel van de herinnering, en niet alleen aan fysieke plekken. Dit ontstijgt het vakgebied van de landschapsarchitectuur en gaat ook over zaken zoals het maken van een website met liquide geschiedenis over de dwangarbeid op het eiland, het maken van nieuw lesmateriaal, het geven van rondleidingen, het verzorgen van een complete tentoonstelling in het museum op het eiland, et cetera. De unieke kracht van plekken Dat wil niet zeggen dat er niet tegelijkertijd met de mentale opgave, gestart kan worden aan het werken aan de fysieke opgave. Het inrichten van herdenkingsplekken kan juist ook helpen om de geschiedenis te accepteren en te begrijpen. De door de bezetting achtergelaten sporen in het landschap op het eiland hebben een unieke kracht. Het zijn de laatste getuigen en ook de wegwijzers naar het verleden. Ze zijn tastbaar en hebben het vermogen om de locaties en de omvang van de dwangarbeid op Alderney zichtbaar te maken. Door dit verhaal te vertellen op de plekken waar deze geschiedenis zich daadwerkelijk heeft afgespeeld, krijgt het meer lading. Denk bijvoorbeeld aan het vertellen van een verhaal over zware condities die de dwangarbeiders op Alderney moesten doorstaan. Dat verhaal maakt meer impact als men in de wind en regen op een voormalig kamp staat, dan wanneer het wordt verteld in een verwarmd klaslokaal. Op deze manier kan het teken ‘plekken’ gebruikt worden om de overige tekens uit de textuur van de herinnering te verstevigen.

Textuur van de herinnering Het gewicht dat iemand geeft aan de belangrijkheid om de geschiedenis te herdenken, wordt gevormd door verschillende aspecten. Een herinnering aan de oorlog is persoonlijk, complex en moeilijk te vatten. Het bestaat uit verschillende tekens, die gezamenlijk de ‘textuur van de herinnering’ vormen. Een getextureerde herinnering bevat de volgende tekens: • Gebeurtenissen, die vooral voor hen die de oorlog hebben meegemaakt relevant zijn. • Verhalen, zoals het dagboek van Anne Frank. • Tradities, zoals de Nationale Dodenherdenking. • Beelden, zoals afbeeldingen uit schoolboeken of films. • Plekken, zoals gedenkplekken of musea. Een herinnering heeft weinig gewicht als één of meerdere van de tekens uit het weefsel ontbreken.

77


Boven: verschillende strategieën om van ‘ontkenning’ naar ‘acceptatie’ te komen Onder: Memorial Service bij het Hammond Memorial in 2021

78


Processie door het landschap Tijdens mijn afstudeerproject heb ik verschillende strategieën bedacht en getest om eilandbewoners vanuit een ontkennende houding naar een accepterende houding te krijgen. Ik heb geconcludeerd dat het doorbreken van de impasse waarin de herdenking van de dwangarbeiders op Alderney zich bevindt, vraagt om een geleidelijke aanpak waarin de bewoners zelf een actieve rol spelen. Zomaar een nieuwe herdenkingsplek oprichten vormt een confrontatie met het verleden dat een deel van de bewoners juist weg zou willen stoppen. Daarom is het belangrijk om stapsgewijs te werken aan een proces dat de geesten rijp maakt voor nieuwe herdenkingsplekken, waarin de bewoners zelf het tempo bepalen. Een eerste stap in het verwerken van het oorlogstrauma begint niet bij het oprichten van een nieuwe plek of traditie, maar juist bij de locatie en activiteiten die reeds door de eilandbewoners geaccepteerd en omarmd zijn. Bij het Hammond Memorial, de herdenkingsplek die eilandbreed geassocieerd wordt met de dwangarbeid op Alderney, vindt jaarlijks op Pinksterzondag een herdenkingsdienst plaats. De herdenkingsdienst bij het monument is voortgekomen op eigen initiatief van de eilandbewoners en wordt goed bijgewoond. Kinderen van Saint Annes School zijn ook bij de dienst aanwezig en er worden gedichten voorgelezen en verhalen verteld. Het helpt aanzienlijk als we bij plechtigheden een concrete voorstelling kunnen maken van de geschiedenis die we herdenken. Ik stel voor om de herdenkingsdienst niet alleen bij het Hammond Memorial plaats te laten vinden, maar ook een plek te geven op de locaties waar de te herdenken geschiedenis zich heeft afgespeeld. Door een wandeling te maken door het landschap die het monument, de vier kampen en een groot aantal van de vele verdedigingswerken op het eiland verbindt, wordt het complete verhaal van de bezetting van het eiland verteld. Door de wandeling na afloop van de herdenkingsdienst te maken worden de locaties van de kampen betrokken in het herdenkingsritueel, en krijgen de betonnen verdedigingswerken nieuwe betekenis als nalatenschap van de dwangarbeiders. Het teken ‘traditie’ wordt hierdoor opgeladen met het teken ‘plekken’. Het is een lange route die een fysieke inspanning vraagt en daarmee een confrontatie is met de realiteit van de slachtoffers van de dwangarbeid tijdens de Tweede Wereldoorlog.

June 6th, 2022, With Sunday Today, after the annual Memorial Service, we took a walking tour of all the former forced labor camps. In column we moved, foot by foot, step by step, for about 7 miles through the landscape. Because of the long hike and the emotional memorial service that preceded it, I suddenly saw my island through different eyes. At camp Borkum we stopped for a while. I never knew that the route to the recycling center ran straight through a former concentration camp. We looked at the landscape in which the contours of the former barracks can still be clearly recognized. I asked myself: why has this been hidden from me for so long, while it has always been there?

79



“A long march and terribly exhausting work lay before us” - Georgi Kondakov

Impressie: wandelen van de herdenkingsroute langs kamp Borkum


Stapsgewijze ontwikkeling van een nieuw herdenkingslandschap De herdenkingsroute loopt over het gehele eiland en biedt een andere kijk op de ‘vergeten’ geschiedenis van een aantal plekken op het eiland. Deze jaarlijkse ‘processie’ door het landschap kan uitgroeien tot een nieuwe traditie, en kan ook een moment worden waarop de eilandbewoners zelf kleine ingrepen doen om de fysieke sporen van de dwangarbeid op het eiland beter zichtbaar te maken. Dit kan in eerste instantie laagdrempelig, door bijvoorbeeld de route in te gaan zaaien met bloemen. Hierdoor krijgt het tijdelijke herinneringsritueel ook op een ander moment in het jaar een weer verdwijnend effect op het landschap. Wanneer de tijd verstrijkt, er meer mensen geïnteresseerd raken om te participeren in het herinneringsritueel en wanneer zij er klaar voor zijn, kunnen de plekken die aan de route liggen gewijzigd worden om het verhaal van de dwangarbeid beter zichtbaar te maken op de kampen. Het maken van deze plekken wordt onderdeel van het proces om naar een volwaardige herinnering te komen. Als bedels aan een bedelarmband kan de route op deze manier parallel met de traumaverwerking van de eilandbewoners ontwikkeld worden. De ingrepen hebben allen als doel om op de locatie van de kampen vergeten verhalen te vertellen, beelden op te roepen of nieuwe gebeurtenissen te laten plaatsvinden. In eerste instantie denk ik hierbij aan het verwijderen van vegetatie op de nu overgroeide kampen Sylt en Borkum, of het weer zichtbaar maken van de funderingen van de barakken op deze kampen. Bij kamp Sylt kan het herdenkingsritueel in een later stadium worden aangevuld met het planten van bomen, waardoor de fysieke plek letterlijk meegroeit met de mentale opgave. Met de steeds steviger wordende verwerking van het trauma van de eilandbewoners, worden de fysieke ingrepen in het landschap ook steeds steviger. Bij kamp Helgoland en kamp Norderney stel ik meer ingrijpende ingrepen voor, waarbij grond vergraven wordt om fysieke sporen van de kampen uit de onzichtbaarheid te halen. Door steeds iets rigoureuzere stappen te nemen wordt de geschiedenis op het eiland stapsgewijs beter zichtbaar en komen de tastbare herinneringen aan de dwangarbeid bloot te liggen. Door hoofdzakelijk landschappelijke ingrepen te doen, of het landschap in te zetten om het verhaal van de dwangarbeid te laten vertellen, ontstaat er bij de kampen een nieuw multi-interpretabel landschap dat ook objectief kan worden waargenomen. Alleen met gedegen voorkennis zijn de nieuw ontstane plekken in het landschap direct te herkennen als ‘schuldige’ plekken. De manier waarop men het nieuwe herdenkingslandschap beleeft, hangt dus samen met de mate waarin hun herinneringsweefsel is opgeladen.

82


Route inzaaien

Barakken uitmaaien

Bomen planten

Grond vergraven

Maaien en onderhouden

Kamp Sylt, Kamp Borkum

Kamp Sylt

Kamp Helgoland, kamp Norderney

Kamp Helgoland, Kamp Sylt

Links: Bedelarmband als metafoor voor de ontwikkeling van een nieuw herinneringslandschap Rechts: stappen die de eilandbewoners kunnen ondernemen om de geschiedenis van dwangarbeid beter zichtbaar te maken

83


84


5 EEN L ANDSCHAP DAT SPREEK T

85


EEN L ANDSCHAP DAT SPREEK T

Voor drie van de vier kampen heb ik een scenario ontworpen waarin er stapsgewijs een nieuw herdenkingslandschap wordt gecreëerd. Met een herhaaldelijk proces van herdenken en herinneren bouwen de eilandbewoners zelf aan dit nieuwe landschap. Een laagdrempelige of tijdelijke gebeurtenis, zoals het planten van bomen of het vergraven van grond, is vormend voor de nieuwe, meer permanente invulling van de voormalige kamplocaties. De scenario’s die ik voorstel verschillen per kamp en zijn gebaseerd op de huidige locatie van de kampen, de verschillende verhalen die ik over de kampen heb gelezen en de (verscholen) fysieke overblijfselen van de kampen. De ligging van de kampen in het landschap en de lokale landschappelijke condities geven vorm aan de ontwerpen. Als rode draad door de ontwerpen loopt de zee. De zee speelde een belangrijke rol in de levens van de dwangarbeiders. De zee veroorzaakte hun gevangenschap, de zware weersomstandigheden waar zij mee te maken kregen en was voor sommigen hun laatste rustplaats. De zee is als grens nu onzichtbaar geworden: vrij verkeer van personen en goederen van en naar het eiland is nu eenvoudig mogelijk. Door de zee in drie scenario’s voor de kampen te benadrukken, wordt de voormalige functie van de zee beter beleefbaar.

Van boven naar beneden: strategie voor de ontwikkeling van kamp Sylt, Helgoland en Norderney

86


Kamp Borkum Voor de locatie van kamp Borkum is nog geen scenario geschreven, omdat er over dit kamp weinig informatie bekend is. Er is nog geen specifiek onderzoek gedaan naar het kamp en er zijn bovendien weinig getuigenissen van mensen die in het kamp gevangen hebben gezeten. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat voor de ‘vrijwillige’ Duitse arbeiders en gespecialiseerde technici die hier gehuisvest werden, de condities aanzienlijk beter waren dan voor overige dwangarbeiders op Alderney. Kleine ingrepen zoals voorgesteld in het vorige hoofdstuk kunnen uiteraard wel op het kamp plaatsvinden. Een scenario voor de eventuele herontwikkeling van de locatie van het kamp, zal op initiatief van de bewoners van het eiland en na eventueel (archeologisch) onderzoek kunnen worden opgetekend.

Kamp Helgoland Voor kamp Helgoland, dat nu een woonwijk is, stel ik voor om het kamp van een afstand te markeren door de nog aanwezige entreezuilen van het voormalige kamp vanuit een nieuw perspectief uit te lichten. Dit is een tijdelijke gebeurtenis die vorm krijgt door excessief regenwater op maaiveldniveau op te vangen. In dit door de bewoners nieuw te vormen wetland is bij extreem nat weer slechts één route begaanbaar, met de zee aan de ene kant en de voormalige kampentree aan de andere kant. Kamp Norderney Voor kamp Norderney, het voormalige kamp met het meest controversiële huidige gebruik, stel ik voor dat de camping plaatsmaakt voor de zee. De zware condities van het kamp, dat direct grensde aan de zee, worden opnieuw beleefbaar wanneer de zee het land binnendringt via een kleine duindoorbraak. De start van deze duindoorbraak wordt gemaakt door de bewoners, die met het wegscheppen van duinzand een sluimerende transitie in gang zetten waarbij de eroderende zee kamprestanten opnieuw zichtbaar maakt en de menselijke invloed daarop buitenspel wordt gezet.

Kamp Sylt Voor kamp Sylt stel ik een strategie voor waarbij het kamp meegroeit in de transitie van ontkenning naar acceptatie. De huidige inrichting van het kamp leent zich ervoor om eerst kleinere stappen te nemen die uiteindelijk kunnen leiden tot een grotere landschapstransformatie. Met deze stapsgewijze ontwikkeling kan op ieder moment worden gestart. De bosrand die in mijn voorstel dankzij het planten van bomen de kampgrens zal gaan markeren, vormt een opmerkelijk beeld in het open landschap van het eilandplateau. Er binnenin ervaart men een gevoel van opgeslotenheid, met de zee als enige uitweg.

De volgende delen uit dit afstudeerproject vormen een voorstel voor de manier waarop ik denk dat het landschap rondom de kampen, met de hulp van de eilandbewoners, ontwikkeld zou kunnen worden.

87


N

0

200

1000 m

88


LEGENDA herinneringsroute bewaard gebleven restanten verdedigingswerken akker wegen en paden spoorweg Victoriaanse forten bebouwing zee getijdengebied overstromingsvlakte ruigte bos bosrand vallei met stroompje wetland groeve

89

golfbreker


N

0

50

200 m

90


91


N

0

50

200 m

92


93


N

0

50

200 m

94


95


96


KAMP SYLT

Huidige situatie

97


Kleinschalige ingrepen De eerste ontwikkeling van Sylt start met kleinschalige activiteiten die gekoppeld kunnen worden aan het herdenkingsritueel dat beschreven is in het voorgaande hoofdstuk. Op het kamp zijn vandaag de dag nog steeds een aantal betonnen constructies en barakfunderingen aanwezig. Een aantal daarvan bevindt zich aan de oppervlakte, maar is verstopt onder de woekerende bramenstruiken. De stapsgewijze ontwikkeling van het kamp begint met het weghalen van vegetatie op de plekken waar deze voormalige kampconstructies het verhaal van het kamp kunnen gaan vertellen. Een tweede stap in de vorming van het nieuwe herdenkingslandschap op het kamp, zou kunnen bestaan uit het zichtbaar maken van de schaal van het kamp door op het gehele gevangenenkamp woekerende vegetatie te verwijderen. Door tevens de buiten gebruik geraakte naoorlogse bebouwing op het kamp te saneren, ontstaat er een nieuw beeld van het kamp op het niveau van de kamplocatie.

98


0

Stapsgewijze ontwikkeling voor kamp Sylt. Links: huidige situatie,99stap 1 en stap 2. Rechts: stap 3 en de ontwikkeling van de bosrand.

5

20m


100


0

101

10

40 m


Kampgrens benadrukken Van de vier kampen op Alderney, is over kamp Sylt het meeste geschreven. Van 1941 tot en met 1942 was Sylt een werkkamp zoals de overige drie kampen, maar van 1943-1944 werd de leiding van het kamp overgenomen door de SS en veranderde het kamp in een zwaarbewaakt gevangenenkamp. Daarmee was Sylt het enige kamp op Alderney dat een harde begrenzing had met prikkeldraad en wachtposten.

102


In het huidige landschap van het kamp, ervaar je dat niet. Het kamp onderscheidt zich niet ten opzichte van zijn omgeving, waardoor je het onopgemerkt kunt passeren. Wanneer je eenmaal op het kamp komt, is de verbinding met de dagelijkse realiteit eigenlijk overal aanwezig. Het zien van het naastgelegen vliegveld, waardoor je makkelijk op het eiland komt en het ook weer verlaat, speelt daar een grote rol in. Hierdoor kun je het gevoel van gevangenschap dat de gevangenen en dwangarbeiders die in dit kamp verbleven ervaren moeten hebben, als bezoeker niet ‘voelen’. Het kamp vraagt om een andere landschappelijke context. Ik stel een transformatie voor waarbij het huidige open landschap waarin de ruimte wegloopt, transformeert tot een naar binnen gekeerde ruimte waar men meer op zichzelf en hun eigen beleving van de plek gericht is.

Als derde stap kan men daarom beginnen met het markeren van de kampgrenzen. Allereerst moeten er aan de zuidwestelijke zijde windsingels worden aangeplant. Pioniers zoals elzen, die er van houden om in de zon en wind op te groeien, kunnen de later aan te planten bomen een beschutte standplaats bieden. Door het kamp buiten de voormalige kampgrenzen te markeren met een nieuwe bosrand, ontstaat er een landschap dat zich als nieuw baken in het landschap onderscheid ten opzichte van het open plateau. Hiermee verandert ook op eilandschaal het beeld van het kamp.

Maquette van een deel van kamp Sylt. Boven: huidige situatie. Beneden (van links naar rechts): stap 1, uitmaaien van de overgebleven barak-funderingen. Stap 2, gehele gevangenenkamp zichtbaar maken en verdwenen barakken uitmaaien. Stap 3: aanplant van bosrand. Helemaal rechts: eindbeeld met volgroeide bomen.

103


July 23rd, 2045 Yesterday, for the first time in 30 years, we set foot on the island again where time seems to stand still. At least, that’s what we used to say during our annual vacations here. When the plane started landing, I suddenly saw a forest in the middle of the vast landscape. Would something have changed in the years that we were gone?

104


Impressie: zicht op kamp Sylt in het open landschap van Alderney’s plateau

105


455678949 455678949

bosrand met ondergroei rondom kampcomplex

voormalige kampentree met intacte entreezuilen

struweel SS-gedeelte kamp

intacte wachtposten kamp

kruidenweide gevangenenkamp

wegen en paden

vrijgemaakte fundering barak

struinpaden

voormalige locatie barak, frequent gemaaid

ruigte

uitzichtplateau

bestaande bebouwing

zicht richting zee

start- en landingsbaan Alderney Airport

vallei

zee

N

106

0

20

200 m


Contrast maken in het landschap

Eindbeeld In het door mij voorgestelde eindbeeld bestaat het kamp uit een dichte bosrand van 30 meter breedte rondom de grenzen van het gehele kamp. Door jonge bomen te planten in kleine plantgaten wordt de bodem minimaal verstoord. De bomen groeien met hun wortels rondom eventuele ondergrondse objecten, maar beschadigen deze niet. Archeologisch onderzoek kan nog op elk moment plaatsvinden.

In contrast met de dichtheid van het SS-gedeelte bestaat het voormalige gevangenenkamp uit een open weide waarin de eerder verscholen gelegen barakfunderingen zichtbaar zijn. De barakken waarvan geen restanten meer terug te vinden zijn, worden frequent gemaaid, waardoor ze toch zichtbaar zijn. Door een strategie van maaien en afvoeren kan zich een kruidenvegetatie ontwikkelen en ontstaat er een regeneratie van het landschap dat sinds het begin van de Tweede Wereldoorlog verarmd is geraakt.

Binnen de bosrand bestaat het kamp uit twee zones: het voormalige gevangenenkamp en het SS-gedeelte van het kamp. De focus van het herdenkingslandschap komt op het gevangenenkamp te liggen. Bij het SS-gedeelte van het kamp wordt de struikachtige vegetatie intact gelaten, maar zijn voor avonturiers de barakken nog vindbaar. De entree die door het SS-gedeelte heen loopt wordt versmald, zodat het niet meer mogelijk is om met een auto of busje het kamp op te rijden. De wandeling naar de kampentree wordt daardoor onderdeel van de beleving van het kamp.

De bosrand is opgebouwd uit inheemse boomsoorten die licht doorlaten voor een rijke, dichte onderbeplanting die het zicht op de omgeving zal wegnemen. De rand zorgt weer voor het gevoel van een kampgrens. Door op één plek in de zuidoostelijke zijde van de bosrand ruimte vrij te laten en aan weerszijden beuken te planten die geen ondergroei mogelijk maken, wordt een opening in de bosrand voorgesteld. Hier bevindt zich een lagergelegen vallei waardoor dit de enige plek is waarvandaan men de zee kan zien.

107


Impressie: zicht op kampentree

108


109


110


Links: van beneden naar boven de stapsgewijze ontwikkeling van het nieuwe herinneringslandschap op kamp Sylt. Boven: eindbeeld waarbij de het kamp omzoomd is door een bosrand, de funderingen van de barakken weer zichtbaar zijn en het gevangenenkamp bestaat uit een open ruimte waarin de verdwenen barakken frequent gemaaid worden.

111


Door middel van een plateau dat door de bosrand heen prikt, wordt de ervaring van de zee versterkt. Het steeds smaller toelopende plateau bevindt zich zwevend boven het lagergelegen maaiveld. Door de beperkte ruimte op de kop van het plateau, het transparante materiaal van persroosters en het ontbreken van leuningen, ontstaat een gevoel van kwetsbaarheid. Op de kop van het plateau wordt een tekst gegraveerd “I saw the sea for the first time in my life”. De tekst komt van Georgi Kondakov, die de zee voor het eerst zag in Saint Malo, waar hij na een dagenlange treinreis een tussenstop maakte voordat hij verschrikkelijke jaren op Alderney zou moeten doorbrengen. De tekst herinnert de bezoekers, ondanks het bevrijdende uitzicht, aan de weerloosheid van de dwangarbeiders.

112


113


Impressie: zicht op zee door opening in bosrand


“I saw the sea for the first time in my life” - Georgi Kondakov


116


KAMP HELGOLAND

Huidige situatie

117


Impressie: wetland bij kamp Helgoland

118


28 oktober 2020 Ik zat vandaag in de auto bij vogelaars John en Jason. We maakten een ronde over het eiland, en zij telden de vogels die ze waarnamen. We reden langs de kust en ik zag een witte vogel op de weg zitten. Het zag er uit als een van de honderden meeuwen die je hier elke dag ziet. Pas vlak voor de auto vloog hij op en John en Jason schreeuwden het uit: “BLOODY HELL!”. Terwijl ik nog steeds in de overtuiging was dat we bijna een meeuw hadden aangereden, legden de mannen aan mij uit dat we een bijzondere vogel hadden gezien die al jaren niet meer op Alderney was waargenomen. Deze rosse franjepoot moest en zou gefotografeerd worden, dus raceten we naar Johns huis om zijn camera op te pikken. We snelden daarna terug naar de plek waar we de vogel hadden gezien, maar daar was hij niet meer te vinden. Blijkbaar houdt de rosse franjepoot van ondiepe poelen en plasjes, maar laat dat nou juist een habitat zijn die schaars is op Alderney. Gelukkig had het recent nog geregend en dus reden we het gehele eiland over langs allerlei kleine modderpoeltjes. Helaas heeft de rosse franjepoot zichtzelf niet meer laten zien.

119


Het voormalige kamp Helgoland is nu volledig bebouwd door een woonwijk uit de jaren 70. De tastbare sporen die het kamp heeft achtergelaten in het landschap zijn hierdoor grotendeels verdwenen. Het enige restant van het kamp dat in het zicht bewaard is gebleven, zijn de entreezuilen van één van de ingangen van het kamp. De entreezuilen markeren nu de oprit van iemands woning, net zoals soortgelijke zuilen dat doen bij de naburige woningen. De entreezuilen zijn hierdoor niet meer te herkennen als voormalige kampentree. De locatie van het voormalige kamp Helgoland bevindt zich op de noordelijke helling van het eilandplateau en wordt omsloten door twee valleien. Twee op het plateau ontspringende stroompjes, lopen via deze valleien langs de helling naar beneden. Het water wordt gedeeltelijk afgevoerd op het niveau van het maaiveld, maar ook gedeeltelijk via ondergrondse buizen. In de zone tussen het voormalige kamp en de duinen loopt het water via een ondergrondse buis naar zee. Schoon zoet water verdwijnt hierdoor zonder in zee, terwijl zoet water oppervlaktewater juist schaars is op het eiland. Wanneer ervoor wordt gekozen om het regenwater niet langer meer in zee te laten verdwijnen, maar het te laten infiltreren op het maaiveld, kan een moerasachtig gebied ontstaan in de lagergelegen zone tussen de duinen en de helling van het plateau. Door de ondergrondse buizen af te koppelen en het water hier heen te leiden, ontstaat een nieuw waterrijk landschap met een zoetwaterhabitat die zeldzaam is voor Alderney. Het vormt het ideale leefgebied voor zoetwaterminnende planten, vogels, libellen en waterjuffers. De waterstanden in dit gebied zullen, afhankelijk van de hoeveelheid regen, gaan fluctueren. In drogere perioden kan het gebied volledig droog zijn, maar in langere perioden van extreme regenval zal het grotendeels onder water komen te staan.

120


wetland bij hoogwater

121

strandopgang

schijndijk door wetland

strand

markering in bodemplaat

duinen

moerasbos

vallei met stroompje

zichtlijn zee-kampentree

afwatering vallei via ondergrondse buizen

voormalige kampentree met intacte entreezuilen

retentiebekken watermolen

woonwijk op voormalig kamp

brug over stroompje

wegen

zee

N

0

40

400 m


De schijndijk Het terrein tussen het voormalige kamp en de duinen bestaat nu uit een eentonig grasveld met enkele bomen. Het maaiveld bevat een aantal inzinkingen. Wanneer de eilandbewoners de laagtes reliëfvolgend vergraven, kunnen hier poelen ontstaan die permanent onder water blijven staan. De vrijgekomen grond kan worden ingezet om een route te maken die hoger ligt dan een groot deel van het omliggende maaiveld: een ‘schijndijk’. De schijndijk is een hoger gelegen route door het landschap, die bij hevige regenval net iets boven de rest van het maaiveld uitsteekt en daarmee de enige begaanbare route wordt wanneer het gebied onder water staat. In mijn voorstel is de schijndijk een lange rechte route die wordt ingezet om de anoniem geworden entreezuilen van de voormalige kampentree tijdelijk te accentueren.

De schijndijk oriënteert zich tussen de kampentree en de kust, en wordt gebruikt om de relatie tussen de kampen en de zee te accentueren. De dijk krijgt een heel flauw talud, waardoor hij in drogere perioden wegvalt in het reliëfrijke landschap. De kruin van de duik is smal waardoor alleen bij hoge waterstanden een smal pad ontstaat die de voormalige kampentree uitlicht. Hiermee wordt vormgegeven aan een tijdelijke gebeurtenis, die terloops ontstaat. Van ongemerkt voorbijrijden in oost-westelijke richting, wordt met de schijndijk een zichtlijn toegevoegd in noordzuidrichting. Je ervaart het als toevallig dat het zicht ontstaat, aangezien men ook om hele andere redenen (bijvoorbeeld om vogels te spotten) het gebied zou kunnen bezoeken.

Nieuw perspectief creëren op de voormalige kampentree

122


0

5

20 m

Boven: situatie schijndijk na aanleg, droge periode Beneden: situatie bij extreme regenval, waardoor kampentree uitgelicht wordt

123


“Then there we were, in front of some gates. This was the camp.” - Georgi Kondakov


Impressie: schijndijk bij hoogwater


Als beëindiging van de schijndijk wordt een kleine markering geplaatst waarin de kampnaam en de jaren waarin het kamp in bedrijf was zijn opgenomen. De footprint van de twee entreezuilen zijn hiervoor vertaald naar een stalen bodemplaat waarmee het kamp van een afstand gemarkeerd wordt. De richting die men op moet kijken, wordt echter alleen duidelijk wanneer de route die zij afgelegd hebben via de schijndijk liep.

126


Zicht op kampentree via schijndijk

127


Onderhoud als herinneringsritueel De fluctuerende waterstanden en de natte bodem bieden de ideale groeiplaats voor riet. Om het toevallige effect van het tijdelijk ontstaan van de schijndijk te behouden, zal het gebied periodiek vrijgemaakt moeten worden van beplanting. Het maaien van het riet kan gekoppeld worden aan het jaarlijkse herdenkingsritueel, waardoor deze dag niet alleen een moment wordt om stil te staan en na te denken, maar ook de handen uit de mouwen te steken om de fysieke herdenkingsplekken op het eiland in stand te houden.

Rechtsboven: situatie na ongeveer een jaar: tijd voor onderhoud, droge periode Rechtsmidden: herstelde situatie na onderhoud, extreme regenval Onder: lengtedoorsnede van de schijndijk tussen kampentree en zee

0

5

20 m

128


0

129

5

20 m


130


131


132


KAMP NORDERNEY

Huidige situatie

133


Kirill Nevrov over Norderney “One of the huts stood in the corner of the camp, parallel to the sea-shore. When a storm began, the waves would get through numerous cracks in the roof, and sometimes roll right over it. It was impossible to live there, but at the beginning, there was no other place in the camp. Soon, however, the problem was solved by itself, prisoners started to die, and lots of empty beds appeared.”

134


Impressie: stormvloed veroorzaakt een duindoorbraak bij kamp Norderney

135


136


“The waves would get through numerous cracks in the roof and sometimes roll right over it” - Kirill Nevrov

137


Norderney, het kamp dat als eerste van de vier kampen op Alderney direct achter de duinen van Saye Bay werd gebouwd, heeft vandaag de dag misschien wel de meest controversiële invulling. Het voormalige kampterrein is nu een kampeerterrein geworden, en zoals je vermoed is de voormalige functie van het terrein niet iets dat met de gasten van de camping wordt gecommuniceerd. De voormalige bestemming van het terrein wordt daarmee volledig genegeerd. Zelfs op toeristenkaarten, waarop alle vier de kampen inmiddels wel vermeld staan, wordt de kampnaam strategisch buiten de contouren van het kamp geplaatst. Op het terrein zelf bevinden zich dan ook geen zichtbare sporen die direct te herleiden zijn naar het grimmige verleden van de camping.

Ondertussen is gebleken dat er wel degelijk fysieke overblijfselen van het kamp in het landschap zijn achtergelaten. Er liggen nog funderingen en restanten van barakken en bunkers onder de duinen en het na de oorlog geëgaliseerde maaiveld. Verscholen onder een dun laagje zand, bevinden zich dus nog allerlei tastbare herinneringen aan het kampverleden. Het is twijfelachtig of de perceptie dat er weinig van het kamp is overgebleven echt wordt geloofd, of dat het wijst op een gebrek aan verlangen om geconfronteerd te worden met de fysieke overblijfselen van het kamp. In mijn voorstel voor kamp Norderney wordt de zee ingezet als middel om de fysieke overblijfselen van de kampbarakken weer aan de oppervlakte te brengen.

De overtuiging dat de Duitsers alle sporen van Norderney voor het einde van de oorlog hebben vernietigd, zoals vermeld wordt in historische literatuur, is blijven bestaan.

Onder het maaiveld verborgen funderingen onthullen

138


zee intergetijdengebied getijdengeul duinen gecreëerde duinopening blootgelegde fundering barak voormalige locatie barak, mogelijk blootgelegde restanten onder maaiveld verborgen fundering barak brakke laagte bestaande (vooroorlogse) bebouwing wegen en paden verhoogd wandelpad bij hoogwater overstroomd wandelpad bestaande tunnel

4

steengroeve

4

4

4

0

20

200 m

N

139


Situatie tijdens ingreep

Impact van de zee Norderney is het kamp dat in de periode van dwangarbeid op Alderney de meest directe relatie had met de zee. Niet alleen bevond het kamp zich het dichtst bij de zee, het was ook de plek waar de zee letterlijk voelbaar was, zoals in de getuigenis van Kirill Nevrov te lezen is. De condities op dit kamp waren daarom zeer slecht, en het sterftecijfer hoog.

snede AA

Het verhaal van de verhouding tussen het kamp en de zee wordt in mijn voorstel verteld door middel van een sluimerende landschapstransformatie. Wanneer eilandbrede acceptatie van de geschiedenis van de camping uitblijft, kan een kleine groep welwillende bewoners starten met het in gang zetten van deze transformatie door wat helmgras te verwijderen en schep voor schep een opening in de duinen te graven. De duinen in Saye Bay vertonen nu al een afgekalfde vorm. Er is dus niet veel voor nodig om het water bij stormtij een duindoorbraak te laten vormen. Het water zal binnendringen op het voormalige kampterrein en het zand waarmee het terrein is geëgaliseerd meenemen. Bij normale zeeniveaus zal er niet veel veranderen, maar na meerdere stormvloeden zullen na verloop van tijd de kamprestanten steeds verder bloot komen te liggen.

Situatie na ingreep snede AA

De eroderende werking van het water zal er mogelijk in resulteren dat een deel van het bodemarchief in de zee verdwijnt. De kans is echter groot dat acceptatie van dit kamp uitblijft. In ruil daarvoor ontstaat er met het onthullen van de confronterende kamprestanten waarschijnlijk wel een vergrote bewustwording over het dwangarbeidersverleden van het eiland, en groeit daarmee ook de wil om het te herdenken. Op de locatie zelf ontstaat een nieuw dynamisch landschap: een binnenduins zout milieu met grote betekenis voor de vele zee- en kustvogels die Alderney rijk is.

Situatie na 20 jaar snede AA

140


0

141

5

20 m


0

5

20 m

142


143


Naarmate de tijd verstrijkt zal het zeewater de onder het maaiveld verborgen funderingen steeds verder blootleggen

144


145


146


Zee als barrière Langs de westzijde van het kamp loopt nu een pad dat onderdeel uitmaakt van het Alderney Coast Path, de bekendste wandelroute van Alderney. Omdat dit pad als gevolg van de duindoorbraak gedeeltelijk onder water komt te staan wordt in mijn voorstel hier een nieuw verhoogd wandelpad aangelegd. De dynamiek van het water wordt zichtbaar door het verhoogde wandelpad extra zichtbaar. Het stijgende en zakkende water is beleefbaar door de semi-transparante persroosters, maar wordt bovenal zichtbaar wanneer het pad af en toe onder water komt te staan. Het pad heeft namelijk een verlaging in het midden, welke onder water zal komen te staan bij hoogwater springtij. Dit komt ongeveer twee keer per maand voor. Hierdoor wordt het pad, dat normaalgezien een verbindende functie zou hebben, een barrière en wordt het onmogelijk om over te steken zonder nat te worden. In het verlaagde gedeelte van het pad wordt een tekst gegraveerd die ook bij lagere waterstanden de impact van de zee tot uiting brengt. Bij het lezen van deze tekst, die afkomstig is van de voormalige Russische dwangarbeider Kirill Nevrov, en het zien van de blootgelegde barakken, ervaar je even dezelfde machteloosheid als die de dwangarbeiders moeten hebben gevoeld. Als toeschouwer van dit landschap waarin de zee het krachtenspel bepaalt, sta je buiten spel. De zee neemt het landschap over, en als mens kun je alleen maar toekijken naar wat zich ontvouwt.

147


148


Impressie: zicht vanaf het verhoogde wandelpad op de blootgelegde barak-funderingen

149


150


151


Een week in zelfisolatie op Alderney in foto’s

152


“ZAL IK HET GEWOON DOEN?”

Bovenstaande vraag stelde ik mezelf nadat ik voor het eerst had gelezen over de verborgen geschiedenis van Alderney. Geschiedenis, en in het bijzonder de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, heeft mij altijd geïnteresseerd. Met het lezen van het National Geographic artikel over Alderney begon het te kriebelen, maar ik had ook allerlei praktische bezwaren. Want hoe ging ik überhaupt op een eiland komen waar ze in tijden van COVID-19 helemaal niet zaten te wachten op buitenstaanders? Een bijzondere reis en een leerzaam afstudeerproject volgde. Ik wil iedereen bedanken die mij heeft aangemoedigd om het “gewoon te gaan doen” en dit fascinerende onderwerp en eiland als opgave voor mijn afstuderen te kiezen. In het speciaal wil ik de volgende mensen bedanken: Bas, omdat je altijd in mij gelooft en mij bijstaat, terwijl dit niet zo vanzelfsprekend is als jij zegt. Mark, Kasper en Sophie, voor alle studiedagen van de afgelopen anderhalf jaar én de vier jaren hiervoor. Mijn familie en schoonfamilie. Daarnaast zijn er nog een groot aantal mensen die mij tijdens mijn afstudeerproject geholpen hebben en mij gevoed hebben met hun kennis over het eiland en het onderwerp. Van mijn tijd op Alderney wil ik vooral John en in het bijzonder Jason noemen, die als enige andere persoon op het eiland wist hoe het voelde om als buitenstaander veertien dagen opgesloten in zelf-isolatie te moeten doorbrengen. Tot slot wil ik mijn afstudeercommissie, bestaande uit Jana, Tomas en Ricky bedanken. Jullie waren de eersten die mij lieten inzien dat ieder persoon een andere kijk heeft op herdenking en een verschillende opvatting heeft over de manier waarop dit tot uiting moet worden gebracht. Bedankt dat jullie mij gedurende mijn afstudeerproject hebben gestimuleerd om hierin, met jullie hulp, mijn eigen weg te vinden.

153


154


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.