Llard joordens anthonius samen beter

Page 1

1 AFSTUDEERVERSLAG

Antonius. Samen Beter.


Afstudeerproject Lard Joordens Academie van bouwkunst Amsterdam Architectuur 2012 / 2013 Afstudeercommissie Marlies Boterman (mentor) Marnix van der Meer Oana Rades Toegevoegde leden T3 Peter Defesche Bart Bulter

INLEIDING


D’n Heilige Anthonius deen mos ‘t wiete. Heej schreef meej terug, beste vrind wette dat. Soms is ‘t beater iets moeis te verleeze. Beater verleeze dan dat ge ‘t noeit het gehad. Rowwen Heze - Heilige Antonius

INLEIDING


Samenvatting 1

Aanleiding en motivatie

1a

Fascinaties

• • •

1b

Limburg: back to the roots

2

Achtergrond en analyse

2a

Leegstand en herbestemming van kerken • Katholiek vs protestant • Wederopbouwkerken

2b

Vergrijzing en ouderenzorg

2c

Antoniuskerk: locatie en geschiedenis • Ontstaan van Blerick (1000-1850) • Industrialisatie en komst van geestelijken (1850-1944) • Het naoorlogse Blerick (1945 - 1970) • Blerick als onderdeel van Groot-Venlo (1970 - heden)

2d

Conclusies Antoniuskerk • Groot-Venlo • Situatie • Exterieur • Interieur • Symboliek en maatsysteem

Kerken Herbestemming Opa

INHOUDSOPGAVE


3

Programma

3a

Ouderenzorg en -woningen

3b

Maatschappelijke voorziening en aanverwante functies

4 Ontwerp 4a

Centrale uitgangspunten

4b

Ruimtelijk concept

4c

Het terrein • Huidige situatie • Nieuwe situatie

4d

In detail • Hoofdopzet • De verdiepingen Niveau -1: VVV-informatiepunt en expositieruimt BG: bibliotheek Eerste verdieping: woonlaag Tweede verdieping: leeszaal en woonlaag Derde verdieping: leescafé en ontmoetingsruimten • Routing • Gevels • Constructie & materialisatie

5 Afsluiting 5a

Samen beter

5b

Slotwoord


ANALYSE


Mijn roots liggen in Venlo-Blerick, waar ik van mijn geboorte tot mijn 18de jaar heb gewoond. In het katholieke zuiden is het bijna onvermijdelijk dat je al vroeg in aanraking komt met kerkelijke tradities: de doop, de communie, kerst- en andere missen. Een bezoek aan de kerk was en is voor mij altijd een beleving. Niet vanuit religieuze gronden, maar door de ruimtelijke ervaring: de stilte, de galm door de hoge ruimte, de beleving van licht, de geur van wierook. Kerken hebben iets mysterieus. Er staat één kerk in Blerick die extra mijn aandacht trekt en nieuwsgierigheid wekt. Dat is de Antoniuskerk, ontworpen door mijn opa Baan Titulaer - die ik nooit heb gekend - in samenwerking met Jozef Fanchamps. Deze kerk werd in 1960 gebouwd als vervanger van de bedevaartskerk die in de oorlog door de Duitsers is opgeblazen. Het gebouw is een typisch voorbeeld van een wederopbouwkerk. Een geometrische zaalkerk van beton, staal, baksteen en glas met een losse toren en een geschakelde dagkerk. De kerk was een toonbeeld voor het moderne christendom en vervulde een belangrijke ontmoetingsfunctie in de wijk. Door de sterke terugloop van gelovigen dreigt momenteel leegstand voor vele kerkgebouwen. Het vinden van een nieuwe passende (maatschappelijke) functie op een locatie die door katholieken als heilig wordt beschouwd, blijkt een uitdaging. Het voorzieningenniveau in dorpen en steden in Limburg is verzadigd waardoor sloop helaas nog te vaak als enige oplossing wordt gezien. Met name de grote wederopbouwkerken zijn kwetsbaar door gebrek aan monumentenstatus en lange historie. Zo ook de Antoniuskerk. Deze problematiek vormt de aanleiding voor mijn afstudeeropgave, waarin ik het belangrijkste project van mijn opa - de met leegstand bedreigde kerk - nieuw leven inblaas.

grootste ouderdomsziekten - verveling en eenzaamheid - tegen te gaan. Aan de andere kant maakt de gecombineerde functie het mogelijk om de bibliotheek de allure te geven die het verdient, als belangrijk maatschappelijk gebouw. Ontmoeting tussen beide functies wordt met een bijzondere routing door het gebouw gefaciliteerd maar niet gedwongen. Het gebrek aan monumentenstatus biedt de vrijheid om naast een transformatie van het interieur tevens de introverte gesloten kopgevels te openen naar de omgeving. Het gebouw is gelegen op een schakelpunt tussen de recreatieve Maascorridor en het dorpscentrum van Blerick. Met het openbreken van de huidige kopgevels en met de inrichting van het kerkplein wordt het gebouw ruimtelijk en functioneel weer verbonden met het centrum en krijgt Blerick weer een gezicht aan de Maas. Uit analyse is gebleken dat een geometrisch patroon - een symbolische verwijzing naar de bijbel – de basis vormt voor het bestaande gebouw. Deze onzichtbare onderlegger, die als uitgangspunt gold voor de plattegrond en gevels van de kerk, heb ik opnieuw als ontwerpmiddel gebruikt en zichtbaar gemaakt middels de invulling van het gebouw. Door voort te borduren op deze onderliggende structuur in constructie en ruimte wordt een nieuwe laag van het bestaande gebouw blootgelegd. Het ontwerp sluit op deze manier naadloos aan op de bestaande kerk. Zonder mijn opa gekend te hebben, heb ik voor mijn gevoel met hem samengewerkt aan dit project: verschillende generaties smelten samen tot een nieuw geheel. Antonius. Samen beter.

Een nieuwe bestemming voor de kerk heb ik gevonden in de combinatie van ouderenwoningen en een nieuw onderkomen voor de bestaande bibliotheek, die momenteel – gesitueerd langs een doorgaande weg – niet tot zijn recht komt. Deze publiek-privaat gecombineerde functie beantwoordt enerzijds de grote vraag naar (zorg)woningen voor de snel groeiende groep ouderen in Limburg en anderzijds blijft de ontmoetingsfunctie van de kerk in de wijk behouden. Het verweven van een publieke functie met een woonfunctie heeft als doel om ontmoeting tussen ouderen onderling en met de buurt te stimuleren om zo de

SAMENVATTING


1 AANLEIDING EN MOTIVATIE



Figuur 1.1 De doop, mijn eerste kennismaking met de kerk

AANLEIDING


1a - Fascinatie: kerken Ik ben geboren in Venlo-Blerick, een stad in het noordelijke deel van Limburg. Limburg staat bekend om haar bourgondische leefstijl, het Limburgsche dialect, ‘vastelaovend’, maar ook als religieuze provincie waar de kerk nog een relatief grote rol speelt. Voor mij allemaal vanzelfsprekendheden uit mijn jeugd. Later besef je pas - als je het van een ‘afstandje’ bekijkt - dat het typisch Limburgs is. De kerk en bijbehorende tradities hebben misschien wel de meeste indruk gemaakt in mijn jeugd. Als kind kom je al vroeg in aanraking met kerkelijke tradities: de doop, de communie, kerstmis, maar ook bij begrafenissen en bruiloften. Een bezoek aan de kerk was en is voor mij altijd een beleving. Niet vanuit religieuze gronden, maar door de ruimtelijke ervaring: de stilte, de galm door de hoge ruimte, de beleving van licht, de geur van wierook. Kerken hebben iets mysterieus en maken altijd een grote indruk op mij. Geometrie, verhoudingen, ritmiek, het gebruik van licht en geluid vormen de basis voor de sacraliteit.

AANLEIDING EN MOTIVATIE


Figuur 1.2 Een greep uit de grote voorraad wederopbouwkerken in Limburg


1a - Fascinatie: Herbestemming Terugkijkend op de afgelopen jaren constateer ik dat herbestemming als een rode draad door mijn studie heeft gelopen. Met de herbestemming van een dakpannenfabriek aan de oever van de Oude Rijn werd mijn interesse voor dit thema gewekt. De combinatie van oud en nieuw fascineert me en dan met name hoe ze zich ten opzichte van elkaar verhouden. Het verhaal achter het bestaande gebouw vormt voor mij het uitgangspunt voor het ontwerp. De nieuwe invulling dient zich op een duideijke manier te verhouden tot het bestaande gebouw. Na het afronden van het project langs de Oude Rijn heb ik tevens een tweetal papers over herbestemming geschreven. De eerste over de noodzaak om bestaande gebouwen te behouden omdat deze vaak onderdeel zijn van de identiteit van een gebied. Het tweede paper beschrijft de potentie van herbestemmingsprojecten om de regierol bij de architect terug te brengen. Door de combinatie van ruimtelijke en technische kennis heeft de architect de mogelijkheid om nieuwe functies op bestaande gebouwen te projecteren om daarmee de (on)mogelijkheden van een gebouw weer te geven. In plaats van te reageren op de vraag vanuit de markt zou de architect als initiator van projecten kunnen acteren om op deze manier onze bestaande gebouwvoorraad optimaal te benutten. Mijn fascinatie voor het verhaal achter bestaande gebouwen en de inhoud van mijn twee papers komen in mijn afstudeerproject samen. Namelijk de herbestemming van een van de vele leegstaande religieuze gebouwen in mijn geboorteprovincie Limburg.

AANLEIDING EN MOTIVATIE


Figuur 1.3 Opa Titulaer op de bouwplaats


1a - Fascinatie: Opa Mijn opa Titulaer, de vader van mijn moeder is in 1971 op 53 jarige leeftijd overleden aan een hartstilstand. Ik ben geboren in 1983 en ken mijn opa zodoende vooral uit verhalen. Verhalen van mijn moeder, mijn tantes en natuurlijk mijn oma. Het beeld dat ik door deze verhalen van mijn opa heb gekregen, was dat hij leefde voor zijn vak. Hij was architect. Zonder hem gekend te hebben, heeft hij mij de passie voor architectuur overgegeven. Ik heb mijn afstudeerproject aangegrepen als kans om de ideeën achter mijn opa’s belangrijkste ontwerp - de Antoniuskerk in Blerick - te onderzoeken. Via deze kerk waar hij in de jaren ‘60 intensief aan heeft gewerkt, ben ik stukje bij beetje meer over hem te weten gekomen; dat hij bijvoorbeeld ook de avondopleiding in Arnhem volgde naast zijn werk. Dat het interieur van de kerk ook een ontwerp binnen de familie is; van de broers van mijn opa die een eigen meubelbedrijf hadden. En het moment dat ik geconfronteerd werd met zijn handschrijft en handtekening op de archieftekeningen van de kerk - die ik had opgevraagd bij de Gemeente Venlo - staat me ook nog heel goed bij. Heel bijzonder hoe ik als academiestudent via de architectuur mijn opa beter heb leren kennen. En zo is de cirkel rond en is het thema ‘samen beter’ niet alleen van toepassing op mijn uiteindelijke ontwerp, maar ook op de nadere kennismaking met mijn overleden opa.

AANLEIDING EN MOTIVATIE


Figuur 1.4 De Antoniuskerk in mijn geboortedorp Blerick


1b - Limburg: back to the roots Vanuit de drie hiervoor beschreven fascinaties ben ik tot mijn afstudeeropgave gekomen. Back to the roots, naar Venlo-Blerick. Er is geen provincie in Nederland waar leegstand van religieus erfgoed zo actueel is als in Limburg. De katholieke kerk is sterk verbonden met de Limburgse identiteit en de kerken zijn kenmerkend voor de provincie. Echter, door de terugloop van het geloof dreigt voor veel van deze bouwwerken leegstand. En in het bijzonder voor kerken en kloosters uit de wederopbouw periode. Het gebrek aan monumentenstatus, de introvertie van gebouwen uit deze periode en de strenge eisen van het bisdom ten aanzien van een passend programma maakt dat sloop helaas nog te vaak wordt gezien als enige oplossing. Ook in Venlo-Blerick is het afstoten van kerken aan de orde van de dag. Ik heb mijn afstudeerperiode aangegrepen om mijn persoonlijke fascinaties samen te brengen in een gebouw dat heel dichtbij me staat; de Antoniuskerk in Blerick die in de jaren ‘60 is ontworpen door mijn opa. Om te voorkomen dat deze kerk ten prooi valt aan de sloophamer heb ik onderzocht op welke manier de Antoniuskerk nieuw leven ingeblazen kan worden.

AANLEIDING EN MOTIVATIE


2 ACHTERGROND EN ANALYSE



35

1975-1979

1980-1984

30 1985-1989

1990-1984

1995-1999

2000-2004

2005-heden

25

<1560 1581-1799

20 15

1800-1849 1850-1899

10

1900-1940 1941-1969

5

>1970 1970-1974

1975-1979

1980-1984

1985-1989

1990-1984

1995-1999

2000-2004

2005-heden

Figuur 2.1 Aantal gesloopte kerken per bouwperiode <1560 1581-1799 1800-1849 1850-1899

250

1900-1940 1941-1969

200

>1970

150 100

rooms-katholiek

Figuur 2.2 Nieuwe bestemmingen na onttrekking van eredienst

protestants

sloop

onbekend

overig

multifunctioneel

woongebouwen

onderwijs, cultuur en wetenschap

religieuze functie

restauratie, amusement en recreatiegebouwen

kantoren en handelsgebouwen

gebouwen voor verkeer en industrie

religieus meervoudig gebruik

50


2a - Leegstand en herbestemming van kerken De kerk verliest aan populariteit. De conservatieve houding van het katholicisme zorgt ervoor dat veel mensen zich niet meer kunnen identificeren met de kerk. Daarnaast is de kerk de laatste jaren door een reeks aan misbruikschandalen in diskrediet gebracht. Ook in Limburg begint vanaf de jaren ‘60 de kerk te wankelen. Het aantal katholieken is geslonken van 94% (1960) naar nog geen 75% van de Limburgse bevolking in 2010. Van deze 75% is nog maar 9% te classificeren als ‘actieve kerkganger’. Dit betekent dat de kerken steeds leger worden. De daling gaat, zoals blijkt uit de statistieken, op alle fronten gestaag door. De voorspelling is dat over ongeveer 25 jaar, als we een generatie verder zijn, het restant van de ‘volkskerk’ in Limburg als een kaartenhuis in elkaar zakt. Steeds meer kerken hebben daardoor te kampen met leegstand of dreigen gesloopt te worden.

mond samen. De katholieke kerk vormde hiermee de enige factor van eenheid in de nieuwe provincie. De kerk had een vanzelfsprekende en centrale plaats in de samenleving. Met de verzuiling aan het begin van de 20e eeuw werd het gehele maatschappelijke leven waaronder scholen, ziekenhuizen en(woningbouw) verenigingen gekleurd door het rooms-katholieke geloof. Logisch gevolg was dat bij de aanleg van nieuwe wijken in de wederopbouw periode in Limburg voor deze nieuwe bewoners een eigen kerk werd gebouwd.

Katholiek versus protestant De leegstand van kerken is een landelijk probleem. Zowel het protestantse- als het rooms-katholieke geloof heeft de afgelopen decennia vele kerken moeten afstoten. Het onderzoek ‘Herbestemming van Kerken’ stelt het aantal gesloopte en herbestemde kerken van de afgelopen 38 jaar op 927. Van al deze kerken is ongeveer eenderde gesloopt. Opvallend is dat 53% van de afgestoten katholieke kerken is gesloopt tegenover ‘slechts’ 10% van de protestantse kerken. De oorzaak hiervan ligt in het feit dat katholieke kerken worden beschouwd als gezegende plekken, terwijl voor protestanten de kerk puur als gebouw voor samenkomst voor gelovigen wordt gezien. Het feit dat katholieke kerken worden beschouwd als gezegend beperkt de mogelijkheden voor het vinden van een nieuwe ‘passende’ functie aanzienlijk. De rooms-katholieke kerken vormen dus de grootste uitdaging voor succesvolle herbestemming. En er is geen provincie waar de rooms-katholieke kerk meer aanwezig is dan in Limburg. De kerk heeft in de afgelopen eeuwen een grote rol gespeeld in de identiteit van de provincie. De onafhankelijkheid van België dat door het verdrag van London in 1839 werd gesloten markeert het begin van de huidige provincie Limburg. Tot deze tijd was het gebied een lappendeken van zelfstandige en onafhankelijke delen. Met de herindeling van de bisschoppelijke hiërarchie in 1851 kwamen de grenzen van het nieuwe deel van Nederland en het bisdom Roer-

ACHTERGROND EN ANALYSE


nr. religie naam monumentenstatus 1. R.K. Antonius van Padua (1962) 2. P.K. Het Baken (1974) 3. R.K. St. Hubertus (1954) 4. R.K. Johannes de Doper (1973) 5. R.K. Lambertus (1950) 6. R.K. Maximiliaan Maria Kolbe (1978) 7. N.K Nieuw Apolistische Kerk (1970) 8. R.K. Onbevlekt hart van Maria (1953) 9. R.K. Jozefkerk (1953) 10. R.K. Josephkerk (1929) 11. R.K. Hart van Jezus (1922/1946) + 12. R.K. Jacobskapel (1500) + 13. R.K. Joannes Bosco (1957) 14. P.K. Joriskerk (1718/1950) + 15. R.K. Klooster Mariadal (1881/1902) + 16. R.K. Klooster Mariaweide (1416/1955) + 17. R.K. Martineskerk (1400/1950) + 18. R.K. Michaelskerk (1960/2007) 19. R.K. Jongerenkerk (1617/1950) + 20. R.K. Nicolaaskerk (1962) 21. R.K. O.L. Vrouwen Onbevlekt ontvangen (1913/1948) + 22. R.K. Kapel van Genooi (1631/1916) + 23. R.K. Ursulineklooster (1900) 24. R.K. Broederklooster (1894/1987) 25. R.K. Klooster Nazereth (1901/1939) + 26. R.K. H. Familiekerk (1939) +

22

15

20

18

25

7

11 8 4 5 2 6

3

12

17 14

1

24 26 19

16 21 10

9 13 23

Figuur 2.3 Religieuze gebouwen in directe omgeving Venlo


Wederopbouwkerken In de gemeente Venlo staan momenteel 26 kerkgebouwen. De oudste kerkgebouwen staan in het historische centrum van Venlo (zie figuur 2.3). Aan het einde van de 19e eeuw was de katholieke kerk op zijn hoogtepunt. Met de komst van de industrie groeiden steden snel in deze periode. En de kerk groeide mee. Het grote aantal neo-gotische kerken is hiervan het bewijs. Ook gedurende de wederopbouw toen de vraag naar nieuwe woningen in en rondom de steden groot was, speelde de kerk een belangrijke rol in de samenleving en ook in de ruimtelijke planning. De grootte van nieuwe wijken werd bepaald op basis van de grootte van een parochie (ca. 5000 mensen). Binnen deze wijken vervulde de kerk een ontmoetingsfunctie. Jong en oud, arm en rijk kwamen samen in de kerk die als vangnet gold voor de zwakkeren in de samenleving. Deze parochie gedachte (in de rest van het land beter bekend als de wijkgedachte) had een exponentiĂŤle groei van nieuwe kerken na de oorlog tot gevolg.

3.

Gunstige ligging: bij de planvorming gedurende de wederopbouw kreeg de kerk in veel gevallen een centrale positie dicht bij stadscentra en maatschappelijke voorzieningen.

Het herbestemmen van kerken is niet nieuw. Al vanaf de jaren ‘70 worden kerken getransformeerd naar woningen, kantoorfuncties, discotheken of andere bestemmingen. In de meeste gevallen wordt in de herbestemming het contrast opgezocht waarbij oud en nieuw zich duidelijk van elkaar onderscheiden. In de traditie van de kerkenbouw is dit eigenlijk vreemd. Al van oudsher worden kathedralen en kerken door verschillende generaties gebouwd en uitgebreid. Er wordt dan juist geen nadruk op het contrast tussen verschillende perioden gelegd, maar er wordt voortgeborduurd op het bestaande. Waardoor oud en nieuw voor zover mogelijk samensmelten.

Het grootste deel van de afgestoten kerken betreft de bouwwerken uit de wederopbouw periode (1941-1969). Kerken van voor het jaar 1850 worden relatief weinig gesloten (zie figuur 2.1) vanwege de monumentenstatus en de geschiedenis die hieraan verbonden is. Ongeveer 40% van de inkomsten van de kerk wordt besteed aan het onderhouden van de bestaande kerkgebouwen. De kerken die door maatschappelijke-, culturele- of sociale waarde een monumentenstatus toegewezen hebben gekregen, zijn veelal dezelfde gebouwen die door de kerk als waardevol worden beschouwd. De kerken zonder monumentenstatus, het overgrote deel van de wederopbouw kerken, dreigt aan de sloophamer ten prooi te vallen. Aanleiding om juist deze categorie als studieobject te gebruiken. Bovendien bieden deze kerken een aantal voordelen voor wat betreft herbestemming ten opzichte van traditionele monumentale kerken: 1.

Ontbreken van monumentenstatus: hierdoor zijn er meer mogelijkheden voor transformatie met betrekking tot uitbreiding en aanpassingen aan zowel binnen- en buitenzijde.

2.

Eenvoudig van opzet: vaak doosvormig en voorzien van lineaire structurele elementen die een goede basis vormen voor invulling.

ACHTERGROND EN ANALYSE


18-20% 20 tot 22% 22 tot 24% 24% of meer

Figuur 2.4 Prognose percentage 65+ in 2020 per provincie


2b - Vergrijzing en ouderenzorg Nederland vergrijst, dat is geen nieuws. In Limburg is de situatie nog extremer; deze provincie vergrijst sneller dan Nederland als geheel. Limburg loopt leeg doordat met name jonge mensen vanuit de provincie naar de grote steden in de randstad trekken. Het gebrek aan opleidingen, voorzieningen en werkgelegenheid is de oorzaak dat de vergrijzing hier in een hoger tempo dan de rest van het land toeslaat. De afgelopen decennia is Limburg op het gebied van cultuur, onderwijs en het bedrijfsleven te ver achtergebleven om mensen aan zich te binden. De politiek beseft dit ook en maakt zich momenteel hard om het tij te keren. Stadsvernieuwing, marketing en evenementen worden ingezet om het zuiden weer op de kaart te zetten. In Venlo is deze ontwikkeling ook voelbaar. Venlo organiseerde in 2012 de Floriade en probeerde hiermee een positie als agrarisch centrum te verwerven. Andere initiatieven die moeten bijdragen aan het ‘verjongen’ van Venlo zijn de kunstenaarswijk Q4 in een verpauperd gedeelte van het centrum, de uitbreiding van het Maaspoort theater en de plannen voor een multifunctioneel stadion. Allemaal projecten die het cultureel klimaat in Venlo moeten verbeteren om daarmee de aantrekkingskracht van de stad te vergroten. Tot slot zijn er nog diverse binnenstedelijke ontwikkelingen zoals de aanpassing van het stationsplein en de Maasboulevard met (recreatieve) voorzieningen en woningen. Met de komst van deze voorzieningen en kwalitatieve woningen speelt Venlo in op de ambitie om de kwaliteit van Limburg als woon- en werk omgeving te verbeteren. Tegelijk met al deze initiatieven om de extreme vergrijzing in Limburg enigszins af te zwakken, zal men ook moeten nadenken over een juist antwoord op de zorgvraag die alsmaar zal toenemen als gevolg van de vergrijzing. De generaties, net na de oorlog geboren, bereiken de pensioengerechtigde leeftijd. Deze groeiende groep ouderen zal in de toekomst op grote schaal een beroep doen op pensioenfondsen, gezondheidszorg en de woningmarkt. Het percentage ouderen boven de 65 jaar zal in de aankomende dertig jaar, met 2040 als hoogtepunt, stijgen van 15% naar 25,6% van de totale bevolking (Rapport College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen, 2003). Mede doordat de levensverwachting de laatste decennia - door de goede gezondheidszorg en de milde arbeidsomstandigheden

- flink is gestegen. Met het vergrijzen van onze bevolking zal de vraag naar zorg groeien omdat het ouder worden nou eenmaal een ‘positieve’ invloed heeft op de zorgbehoefte. Door de hoge vergrijzingscijfers in Limburg zal de zorgbehoefte hier ook alsmaar verder groeien. Om deze toegenomen vraag adequaat te kunnen beantwoorden, zal de manier waarop zorg wordt aangeboden moeten veranderen. Combinatie leegstand met zorgwoningen Het is belangrijk dat voor het behoud van de identiteit van Limburg een juiste balans wordt gevonden tussen sloop, nieuwbouw en herbestemming. De kerken zijn onderdeel van de ruggengraat van de provincie. Het is daarom van belang om juist deze identiteitbepalende bouwwerken nieuw leven in te blazen en mee te nemen in de toekomstplannen voor Limburg. De grote hoeveelheid leegstaande religieuze gebouwen in Limburg aan de ene kant en de groeiende vraag naar geschikte ouderenzorghuisvesting als gevolg van de vergrijzingsproblematiek aan de andere kant is een interessante combinatie waar ik me tijdens mijn afstuderen in heb verdiept. Ouderenzorg en de van oudsher sociale functie van de kerk zijn aan elkaar geliëerd. Een dergelijke hernieuwde invulling van de kerk zou het strenge fit criterium (passendheid) kunnen doorstaan. Bovendien sluit de gunstige ligging van veel naoorlogse kerken ook aan bij de ontwikkelingen op zorggebied. Deze centrale ligging van veel wederopbouw kerken maakt openbare voorzieningen die ook veelal centraal gelegen zijn toegankelijk voor ouderen. Tot slot vormen de specifieke ruimtelijke kwaliteiten van de kerkgebouwen een mogelijkheid om bijzondere zorghuisvesting voor onze ouderen te creëren.

ACHTERGROND EN ANALYSE


Blerick omstreeks 1200 Oude Lambertuskerk op kruissing met een aantal boerderijen

Figuur 2.5 Geschiedenis Blerick in beeld

Blerick omstreeks 1900 Oude Antoniuskerk met gemeenschapshuis vormt centrum van dorp

Huidige situatie Huidige Antoniuskerk aan doorgaande weg: ontwikkeling van dorpscentrum van de Maas af


2c - Antoniuskerk: locatie en geschiedenis Ontstaan van Blerick (1000-1850) Rond het jaar 1000 vestigen de eerste boerderijen zich op de landschappelijke oevers van de Maas. Op het kruispunt van twee verbindingswegen die we nu kennen als de Antoniuslaan en de Kloosterstraat. De kleine gemeenschap groeit gestaag en in het begin van de 13e wordt door Otto van Borne, een getrouwe van de Graaf van Loon, de Lambertuskerk gesticht. Deze kleine zaalkerk wordt door de groeiende bevolking in verschillende fasen uitgebreid tot een driebeukige gotische kerk. De kerk vormt het hart van het dorp Blerick. Industrialisatie, de komst van geestelijken en de WOII (1850-1944) De aanleg van de spoorlijn tussen Venlo, Eindhoven en Nijmegen is zeer belangrijk voor de ontwikkeling van Blerick. Aan het einde van de 19e eeuw krijgt Blerick zijn eigen treinstation langs deze belangrijke verbinding waardoor de werkgelegenheid en het inwonertal enorm groeien. Daarnaast vestigen ook de zusters van de Goddelijke Voorzieningheid zich aan de Antoniuslaan. Blerick verliest langzaam zijn landschappelijke karakter.

Het naoorlogse Blerick (1945 - 1970) Na de oorlog wordt het terrein met het oude kerkhof parkachtig ingericht en wordt er een noodkerk gesticht voor het houden van diensten. Het geloof speelt in de periode na de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol in de maatschappij. Een moderne, grote nieuwe kerk ter vervanging van de Antoniuskerk moet het toonbeeld worden voor het invloedrijke en moderne Christendom. De architect werd gevonden in de persoon van mijn opa, Urbaan Titulaer, in samenwerking met Josef Fanchamps. De kerk wordt in 1960 ontworpen en in 1962 in gebruik genomen. De kerk wordt over het bestaande kerkhof heen gebouwd en de palen worden zoveel mogelijk in de paden tussen de graven geslagen zodat er geen graven geruimd hoeven te worden. Het kerkhof wordt ingericht als urnenveld. In de wederopbouwperiode groeit Blerick exponentieel. Winkels en woonwijken vestigen zich verder van de Maas af waardoor het centrum van het dorp langzaam steeds verder van de Maas verwijderd raakt. Daarnaast is de Antoniuslaan door de groei van het autoverkeer een steeds belangrijkere verkeersader, die een barièrre vormt tussen het dorp en de Maas.

Omdat de Lambertuskerk al snel te klein blijkt voor het groeiende Blerick wordt besloten om de bestaande kerk grotendeels te slopen en een nieuwe kerk te stichten op dezelfde plek. In 1899 wordt een grote neogotische bedevaartskerk naar een ontwerp van Caspar Franssen in gebruik genomen. Deze prestigieuze neo-gotische bedevaartskerk ter ere van H. Antonius is voorzien van brede gangen voor de drommen bedevaartgangers, die worden verwacht. De oude Lambertuskerk wordt op het koor na, dat als Mariakapel werd ingericht, gesloopt. Het oude kerkhof blijft grotendeels behouden. Door de strategische positie aan de Maas worden de oevers van Venlo en Blerick met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog onderdeel van het front. Door de ligging aan de Maas geldt de Antoniukerks met zijn grote hoogte als een strategisch punt. In 1944 worden zowel de kerk als de kapel door de terugtrekkende Duitsers opgeblazen en volledig vernield.

ACHTERGROND EN ANALYSE


1. VENLO Bebouwing geörienteerd op de Maas Vanuit winkelstraat zicht op Maas door steegjes Publieke ruimte aan Maas (boulevard)

Figuur 2.6 Identiteiten aan de Maas

2. TEGELEN Objecten (met seriematige woningbouw) geörienteerd op de Maas. Vanuit de onsluitingsweg is zicht op Maas tussen de objecten. Landschappelijke oever grenst aan achtertuin.

3. STEYL Kloostercomplex met zicht op Maas. Objecten vormen een pleinruimte. Het plein heeft uitzicht op de Maas. Woningen volgens een erfprincipe. Landschappelijke oever grenst aan achtertuinen.

4. BLERICK Geen duidelijke identiteit aan de maas. Privé tuinen grenzen aan landschappelijke oever. Openbare ruimte achter bebouwing. Recreatieve wandel- en fietsroutes evenwijdig langs Maas.


Blerick als onderdeel van Groot-Venlo ( 1970 - heden) De huidige stad bestaat uit het historisch centrum van Venlo aan de oostelijke oever van de Maas en omliggende dorpen met eigen historische kernen. De stad Venlo met de dorpen Blerick, Steyl en Tegelen zijn in de loop van de tijd langzaam aan elkaar vast gegroeid en vormen gezamelijk Groot-Venlo (zie figuur 2.7). De Maas vormt het verbindende element tussen de losse dorpen. In het kader ‘ruimte voor rivieren’ zijn de oevers van de Maas landschappelijke ingericht en vormen op deze manier een langgerekte groene recreatieve zone die in geval van hoogwater als buffer fungeert. Venlo, Steyl en Tegelen hebben een duidelijke identiteit aan de Maas (zie figuur 2.6). Blerick vormt hierop een uitzondering. De woningen aan de Antoniuslaan zijn hoofdzakelijk gericht op deze verkeersader. Ter plaatse van de kerk blokkeert een hoge keerwand het zicht naar het dorp vanaf het water en de kopgevel van de kerk is volledig gesloten. Alleen het oude veerhuis heeft een terras dat zich duidelijk richt op het water. De expressie richting de Maas is onduidelijk. Door het wegvallen van de oorspronkelijke ontmoetingsfunctie van de kerk staat deze momenteel buitenspel. Zowel ruimtelijk als functioneel is er geen aansluiting met het dorp en de Maas. En dat terwijl de Antoniuskerk zich bevindt zich op het schakelpunt tussen het dorp Blerick en de Maas. Door het openen van de kopgevels van de kerk is het mogelijk een ruimteijke verbinding met het dorp Blerick te creëren en het stadsdeel weer een gezicht aan de Maas te geven. Op de hierna volgende pagina’s wordt de bestaande situatie van de Antoniuskerk en haar directe omgeving in beeld gebracht en geanalyseerd middels plattegronden, schema’s en diverse foto’s van het exterieur en het interieur.

Figuur 2.6 Gemeente Venlo Samenstelling van dorpen met eigen identiteit aan de Maas

ACHTERGROND EN ANALYSE


orientatieorientatie orientatie N

N

Lambertuskerk 1200 - 1899

Figuur 2.8 Chronologisch overzicht van kerken op de locatie

NN

N

Oude Antoniuskerk 1899 - 1944

N

N

N

N

Antoniuskerk 1960 - heden


Figuur 2.9 Bestaande situatie

ACHTERGROND EN ANALYSE


Figuur 2.10 Vogelvlucht met west- en zuidgevel Antoniuskerk


Figuur 2.11 Vogelvlucht zuid- en oostgevel Antoniuskerk

ACHTERGROND EN ANALYSE


Figuur 2.12 Zicht vanaf de Maasbrug richting Blerick


ACHTERGROND EN ANALYSE


Figuur 2.13 Zicht vanaf recreatieve maascorridor richting Antoniuskerk


ACHTERGROND EN ANALYSE


Figuur 2.14 Zicht vanaf Antoniuslaan richting Antoniuskerk


ACHTERGROND EN ANALYSE


Figuur 2.15 Voorgevel, Gesloten kopgevel met entree als los volume. Geschakelde dagkerk met eigen toegang via trap en hellingbaan. Doorgaande betonnen band als verbinding tussen beide gebouwdelen.


Figuur 2.16 Zuidgevel met zigzag wanden met stroken glas en baksteen. Horizontale belijning door doorgaande betonnen band en zeshoekige elementen als overgang tussen gevel en dak. De 12 ramen in de zijgevels zijn een symbolische verwijzing naar de twaalf apostelen. De zijgevel is opgebouwd uit 7 beuken waarvan er 6 met glas zijn ingevuld en 1 volledig gesloten is. Dit is een verwijzing naar de schepping van de aarde in 6 dagen (met glas) en de rustdag (gesloten beuk).

ACHTERGROND EN ANALYSE


Dagkapel met horizontale raamstrook en houtsnijwerk op wanden

Figuur 2.17 Dagkapel

Verbindingsstrook als scheiding tussen kerkzaal en dagkapel. Dagkapel kan door grote schuifpuien volledig geopend worden richting de kerkzaal.

Figuur 2.18 Verbindingsstrook

Symmetrische kerkzaal met licht van de zijgevels en gefacetteerd houten plafond. Centrale as geaccentueerd door vloer, plafond en altaar met kruis.

Figuur 2.19 Kerkzaal


Patroon houtsnijwerk achterwand dagkapel

Figuur 2.20 Houtsnijwerk achterwand dagkapel

Tegelvloer (Noorse Leisteen)

Figuur 2.21 Kerkvloer

Lichteffect van ramen in de zijgevel

Figuur 2.22 Lichtinval zijgevel

ACHTERGROND EN ANALYSE


Bestaande plattegrond Een duidelijke functionele scheiding tussen de twee gebouwdelen. De kerkzaal als hoofdvolume waarbij de entree wordt gevormd door een losse rechthoekig volume.

Orthogonaal grid Op het moment dat de kerk werd gebouwd (in de periode rond 1960) werd er veel gebruik gemaakt van onderleggers en maatsystemen. Verhoudingen zoals het plastisch getal en gridsystemen werden als hulpmiddel gebruikt om samenhang te creĂŤren.

De dagkerk met de ondersteunende functies zoals de sacristie zijn ondergebracht in het langgerekte volume dat d.m.v. een verbindingsstrook aan het hoofdvolume is geschakeld.

Ook in de Antoniuskerk is een onderliggend orthogonaal grid in beide gebouwdelen herkenbaar.

Figuur 2.23 Achterliggende maatsystemen en geometrie


Geometrische onderlegger Naast de orthogonale structuur is tevens een geometrisch patroon af te leiden uit de gevels van de kerkzaal. Als de hoek (30 graden) van de gevel verder wordt doorgezet naar binnen onstaan twaalfhoeken of dodecagonen die gezamelijk de plattegrond van de kerkzaal vormen. 3 Dodecagonen in de breedte, een verwijzing naar de heilige drieĂŤenheid. 7 in de lengte, waarbij het getal 7 verwijst naar de schepping van de aarde (6 +1 rustdag).

Ontwerpstructuur Aan de hand van de ontdekking van de structuur van twaalfhoeken die voortkomt uit de gevel is onderzocht op welke manier de bestaande structuur gebruikt zou kunnen worden voor de invuling van de kerk. De ontwerpstructuur die de basis vormt voor de invulling is een vereenvoudiging van de 12 hoek; de zeshoek. De zeshoek heeft als voordeel dat er doorlopende diagonale lijnen ontstaan. Daarnaast heeft de zeshoek symbolisch gezien ook veel betekenis in de bijbel. Zie Genesis symbool (figuur 2.22).

ACHTERGROND EN ANALYSE


Opbouw van het Genesis symbool Elke cirkel staat voor een dag. De wereld werd geschapen in 6 dagen en op de 7e dag rustte God. Uit het genesis symbool is het hexagram of Davidster af te leiden. Deze (en hiervan afgeleide) geometrische symbolen zijn op verschillende manieren terug te vinden in de verschillende religies van het Christendom tot de Islam.

Figuur 2.24 Genesis symbool


2d - Conclusies analyse Antoniuskerk Uit de analyse volgen een aantal conclusies die ik heb gebruikt als uitgangspunten voor het herbestemmen van de kerk. Groot-Venlo • Maas met recreatieve Maascorridor als verbindend element tussen de losse dorpskernen. Venlo, Steyl en Tegelen hebben ieder op eigen wijze een duidelijke relatie met de Maas. Bij Blerick mist de identiteit aan de Maas. Situatie • • •

Antoniuskerk op oudste plek van Blerick, maar geschiedenis is in de huidige situatie niet afleesbaar. De unieke locatie van de kerk, schakelpunt tussen Maas en dorpscentrum, wordt momenteel niet optimaal benut. Er is geen heldere verbinding tussen het dorp en de Maas. Kerkplein in gebruik als parkeerplaats waardoor een barrière tussen dorp en Maas ontstaat.

Exterieur • Antoniuskerk ensemble bestaande uit kerkzaal, geschakelde dagkerk, urnenhof en losse toren. • Introvert gebouw door onder andere gesloten kopgevels. • Glas in lood in zijgevels voor effect van buiten naar binnen, verwijzing naar 12 apostelen. • Horizontale band als verbindend element tussen dagkerk en kerkzaal, gekartelde betonnen dakbeëindiging. Interieur • Kerkzaal als hoofdruimte, beleving van licht door glas in lood in zijgevels. • Opbouwende beleving van entree tot aan altaar. • Houten plafond met geometrisch spel in combinatie met gevel. • Verfijnd houtsnijwerk en meubels. Symboliek en maatsysteem • Aan de bestaande plattegrond en gevel ligt een onzichtbare structuur ten grondslag; een orthogonaal maatsysteem. • De dodecagonen die voortkomen uit de gevel zijn een abstracte verwijzing naar de bijbel (twaalfhoek en driedeling) en vormt de basis voor de plattegrond en het dak. • Hexagonale ontwerpstructuur biedt veel mogelijkheden om de bestaande ruimte te fragmenteren. Door voort te borduren op de bestaande (onzichtbare) onderleggers van het gebouw is het mogelijk de huidige kerk en de nieuwe invulling met elkaar samen te laten smelten.

ACHTERGROND EN ANALYSE


3 PROGRAMMA




3a - Ouderenzorg en -woningen In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de ontwikkelingen rondom ouderenzorg door de tijd heen om van daaruit te kunnen bepalen hoe de toekomst van ouderenzorg eruit moeten komen te zien. Middeleeuwen De manier waarop ouderenzorg in Nederland wordt aangeboden heeft een lange geschiedenis. Al in de Middeleeuwen werden ouderen en zieken verpleegd in zogenaamde gasthuizen, die oorspronkelijk werden gebouwd door de kerken. De ouderen en zieken werden verpleegd en verzorgd in grote zalen. Mannen en vrouwen werden gescheiden. Daarnaast woonden ouderen in begijnhoven, in proveniershuizen en in oude mannen- en oude vrouwenhuizen. Binnen deze woonvormen had men slechts beschikking over een bedstede in een zaal. Privacy was dus ver te zoeken. Verzuiling Invaliditeits- en ouderdomswet uit 1913 markeerde het begin van het ouderendebat. Het geloof van een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor de zorg van ouderen was aanleiding voor de ontwikkeling van nieuwe woonvormen. In eerste instantie op kleine schaal en gebaseerd op het zuilensysteem waarbij op basis van levensbeschouwing voorzieningen werden gerealiseerd. In Limburg en Brabant was het vooral de katholieke zuil die zich liet spreken. Wederopbouw De periode na de oorlog vormde een grote omslag voor ouderenhuisvesting. Deze omslag werd gedreven door twee pijlers. Allereerst het besef van de aankomende vergrijzing als gevolg van de hogere levensverwachting van ouderen. Anderzijds kreeg de sociale woningbouw nieuwe betekenis gedurende de wederopbouw. Wonen moest bijdragen aan gemeenschapsvorming. De sociale gedachte vermengde zich met architectuur en de in 1947 ingevoerde Noodwet Ouderdomsvoorziening - de voorloper van de AOW - werd de motor achter de bouw van specifieke ouderenhuisvesting. Door standaardisatie en schaalvergroting werd getracht alle ouderen van een geschikt onderkomen te voorzien. De schaalvergroting en standaardisatie had echter niet het gewenste effect. Ouderen raakten

juist geïsoleerd van de samenleving en bovendien bleek de ambitie om voor alle ouderen specifieke woningen te realiseren financieel niet haalbaar. Scheiding van wonen en zorg De periode van eind jaren ‘70, begin jaren ‘80 markeert een nieuwe fase voor ouderenhuisvesting. Enerzijds een reactie op de grootschalige complexen uit de wederopbouw periode en anderzijds ingegeven door de verslechterde economsiche omstandigheden kwamen de specifiek ingerichte woonvormen voor ouderen ter discussie te staan. Ouderen moesten weer onderdeel worden van de maatschappij en gebruik maken van de bestaande woonvoorraad. Met de bouw van levensloopbestendige woningen en kleinschalige projecten dichtbij voorzieningen werd wonen en zorg steeds verder van elkaar losgekoppeld. Huidige situatie Momenteel ligt binnen de zorg de nadruk op kleinschaligheid en zorg op maat. De scheiding van zorg en wonen is doorgevoerd zodat ouderen zolang mogelijk in hun eigen omgeving kunnen blijven wonen. Door middel van thuiszorg, domotica en wijkverpleging worden ouderen thuis van zorg voorzien. De verzorgingshuizen verdwijnen langzaam en transformeren richting verpleegtehuizen waarbij alleen ouderen met een intensieve zorgvraag worden opgenomen. Het huidige zorgbeleid is zodanig ingericht dat alleen de mensen met een zware zorgvraag worden toegelaten in verzorgings- en verpleeghuizen. Uit onderzoek blijkt dat ouderen in deze situatie beperkt nieuwe sociale contacten aangaan. Veel ouderen zijn dan ook eenzaam ook al wonen zo met een grote groep gelijkgestemden bij elkaar. Wanneer ouderen op ‘jongere’ leeftijd reeds samen gaan wonen blijkt dat ouderen elkaar wel opzoeken. Uitgangspunt voor het woonprogramma is een combinatie van bewoners van verschillende leeftijden, waarbij een grote groep zorg kan dragen voor een kleine groep zorgbehoevenden. Samen wonen, samen zorgen.

PROGRAMMA


Zorgambitie tijdens wederopbouw Wonen en zorg gecombineerd voor alle ouderen

Figuur 3.1 Ontwikkeling ouderenzorg

Huidige ontwikkeling zorg Scheiden van wonen en zorg Thuis blijven wonen in combinatie met thuiszorg en domotica

Ambitie gemeensch책appelijk wonen, stimuleren van burgerschap waarbij professionele zorg wordt beperkt


De toekomst Ook vandaag de dag staan we weer op een (gedwongen) kantelpunt van de visie op ouderenzorg. Door de vergrijzing neemt de zorgvraag namelijk alsmaar toe en dat terwijl het aantal ‘professionele’ handen minder wordt. Scheiding van wonen en zorg alleen lijkt niet voldoende. Om ook in de toekomst de zorg betaalbaar te kunnen houden, is een hervorming van het zorgsysteem noodzakelijk. Uit onderzoek van Joris Slaets, hoogleraar ouderengeneeskunde van het UMCG, blijkt dat het grootste probleem voor ouderen niet het gebrek aan gezondheid maar het gebrek aan welbevinden is. De zorg zit momenteel gevangen in het medisch model: alles is gericht op ziekte en gebrek, op diagnose en therapie. Maar de vraag van de vergrijzende bevolking is veelal geen zorgvraag, maar een vraag die voortvloeit uit de meest voorkomende ‘ouderdomsziekten’, namelijk eenzaamheid, verveling, een gevoel van onveiligheid en het gevoel er niet meer toe te doen. Dit zijn geen gezondheidsproblemen en zorgaanbod helpt dus niet, daar gaan mensen zich niet beter door voelen. Het welbevinden van ouderen hangt in hoge mate af van zaken als vitaliteit en deelname aan de samenleving. Kleine interventies kunnen vaak al afdoende zijn om zorgconsumptie uit- of af te stellen. Om de huidige kwaliteit van zorg te kunnen behouden, is het daarom van belang dat zorg gericht wordt aangeboden. In plaats van leunen op professionele zorg moeten we zorgen dat mensen meer verantwoordelijkheid nemen voor zichzelf en voor elkaar. Voor eigen familieleden, voor buren, voor onbekenden in de wijk of buurt. Veel mensen, ook heel veel ouderen willen graag iets betekenen voor een ander. De sociale integratie van ouderen is van groot belang voor het stimuleren van burgerschap. Uitgangspunt is om in het ontwerp ontmoeting te faciliteren tussen bewoners onderling en met de buurt, om ouderdomsziekten als eenzaamheid en verveling tegen te gaan. De basis voor de invulling van de kerk zijn individuele woningen, geschikt voor ouderen waarbij gemeenschappelijke ruimten onderling contact stimuleren. Om ook het contact met de buurt mogelijk te maken, is de combinatie met een maatschappelijke functie onderzocht.

85+

75+

65+

Figuur 3.2 Zorgcirkel Grote groep vitale ouderen kan zorgdragen voor een kleine groep zorgbehoevende

PROGRAMMA


Figuur 3.3 Huidige bibliotheek gelegen aan de doorgaande Antoniuslaan


3b - Maatschappelijke voorziening en aanverwante functies Het voorzieningenniveau in veel steden en dorpen in Limburg is reeds verzadigd. Het toevoegen van een maatschappelijke functie ligt daarom niet voor de hand. Na een lange zoektocht en overweging van vele mogelijke functies zoals een museum of een zwembad, heb ik besloten om me te richten op een reeds bestaande voorziening in Blerick: de bibliotheek. Waarom de bestaande bibliotheek in Blerick verplaatsen naar de kerk als nieuwe locatie? De huidige bibliotheek in Blerick verkeert in zwaar weer. Er wordt te weinig gebruik gemaakt van deze voorziening waardoor sluiting dreigt. De huidige locatie van de Blerickse bibliotheek is aan de drukke Antoniuslaan. Bovendien is het huidige gebouw niet ingericht op de veranderende functie van een bibliotheek. Daar waar de bibliotheek voorheen vooral een afhaalpunt was voor boeken en andere fysieke media heeft de bibliotheek tegenwoordig steeds meer een verblijfsfunctie. De nieuwe bibliotheek is een gebouw dat naast een uitleenplek ook een bijzondere plek is om te verblijven, te werken en elkaar te ontmoeten. Door de huidige bibliotheek (met weinig verblijfskwaliteit) te verplaatsen naar de kerk kan de bibliotheek opnieuw worden vormgegeven rekening houdend met de veranderde vraag. In het kerkgebouw met uitzicht over de Maas en gelegen aan het Antoniusplein krijgt de nieuwe bibliotheek de allure die past bij deze belangrijke maatschappelijke voorziening.

Naast het feit dat de ontmoetingsfunctie van de bibliotheek in lijn is met de gemeenschapsgedachte van het katholieke geloof, passen de boeken ook helemaal in het plaatje van de geschiedenis van de kerk. Met de komst van de bibliotheek komen de boeken namelijk weer terug in de kerk, net als in de middeleeuwen toen lezen en schrijven alleen was weggelegd voor de geestelijken en de adel. Boeken waren toen alleen te vinden in paleizen, kloosters en kerken. Aanverwante functies De relatie met de omgeving kan nog verder worden versterkt door middel van het toevoegen van publiekstrekkers zoals een leescafĂŠ, een expositieruimte en een VVV-informatiepunt voor de fietsroute aan de Maas. Hierdoor wordt het gebouw beter verankerd in zijn omgeving en gaat de kerk weer een relatie met zijn omgeving aan. Een transformatie van een introvert kerkgebouw naar een toegankelijke plek voor iedereen. De huidige kerkfunctie is ontworpen voor de beleving van binnenuit en is met de gesloten kopgevels en het glas in lood erg introvert. Dit maakt dat de potentie van de locatie - gelegen aan de rivier en het centrum van Blerick - momenteel niet optimaal wordt benut. Door de kerk te herbestemmen naar een combinatie van ouderenwoningen en een bibliotheek met leescafĂŠ, expositieruimte en VVV-informatiepunt kan optimaal worden geprofiteerd van de unieke locatie. Zowel van binnen naar buiten als van buiten naar binnen.

De publieke functie die een bibliotheek vervult, maakt dat de oorspronkelijke ontmoetingsfunctie van de kerk weer kan worden hersteld. Een bibliotheek is een laagdrempelige maatschappelijke voorziening waar zowel oud als jong gebruik van kan maken. De combinatie van ouderenwoningen met een bibliotheek brengt voor ouderen de buurt een stukje dichterbij. Aan de andere kant maken de woningen het (financieel) mogelijk om de maatschappelijke functie op deze bijzondere locatie te realiseren. De kerk blijft zo een gebouw voor de gemeenschap en voldoet daarmee aan de strenge criteria van het katholieke geloof voor herbestemming van een gezegende plek.

PROGRAMMA


4 ONTWERP



4a - Centrale uitgangspunten 12 ramen zichtbaar behouden De meest kenmerkende onderdelen van de huidige kerk zijn de twaalf ramen in de zigzag gevels. De gevelopeningen vormen een symbolische verwijzing naar de twaalf apostelen. Daarnaast wordt de geometrische onderlegger zichtbaar in de zijgevels.

Opbouw van ruimtebeleving van entree richting Maas In de huidige kerk zijn een aantal duidelijke ruimtelijke overgangen voelbaar. Als bezoeker van de kerk kom je via de trappen vanaf het kerkplein binnen in het losse entreevolume om vervolgens de kerkzaal te betreden onder het zangkoor. Deze ruimte vormt een inleiding op de grote kerkzaal met de kerkbanken. Het altaar in de centrale as van het gebouw is verhoogd. Met een aantal traptreden wordt de ruimte voor pastoor, sprekers en misdienaars ruimtelijk gescheiden van de rest van de zaal. De centrale as eindigt tegen de achterwand. In deze wand is het verhoogde tabernakel opgenomen. Deze kluis is wederom met een aantal traptreden losgemaakt van het altaar. Deze route in de as van het gebouw maakt een bezoek aan de kerk een beleving. De routing door het gebouw zal ook in de nieuwe situatie een belangrijke rol spelen.

Bestaande vloer en plafond De huidige kerkvloer van Noorse Leisteen is een verbindend element tussen de kerkzaal en de dagkapel.

Beleving van oorspronkelijke afmetingen De huidige kerkzaal is een grote, hoge lege ruimte. Deze afmetingen maken indruk.

Het houten plafond is kenmerkend voor het huidige interieur. Het plafond komt voort uit de gevel en doet mee met het geometrische spel tussen plattegrond en gevel.

Figuur 4.1 Behouden

Het fragmenteren van deze ruimte is noodzakelijk als programma wordt toegevoegd maar door op bepaalde plekken de oorspronkelijke lengte, breedte of hoogte zichtbaar te maken is het mogelijk de sacraliteit van de bestaande kerk te behouden.


Geschiedenis van de plek zichtbaar maken De huidige kerk staat op de oudste plek van Blerick, dit is momenteel echter niet zichtbaar. De drie kerken op deze plek vertellen de geschiedenis van Blerick en dienen daarom in de nieuwe situatie weer een plek te krijgen.

Geometrische onderlegger als uitgangspunt structuur zichtbaar maken in ontwerp Achter de bestaande gevels gaat een geometrische onderlegger schuil. Deze structuur vormt de basis van de gevels, de plattegrond en het plafond. In plaats van het contrast te zoeken tussen bestaand en nieuw wordt zoals voorheen gebruikelijk was bij de bouw van kathedralen voortgeborduurd op de ideeĂŤn van de voorganger. Voor de herbestemming van de kerk wordt de onderliggende structuur als ontwerpmiddel gebruikt waardoor de invulling en het bestaande gebouw samen smelten.

Openen van introverte kopgevels om relatie met omgeving te leggen De kerk ligt op een schakelpunt tussen de Maas en het dorp Blerick. De gesloten kopgevels gaan in de huidige situatie geen relatie aan met de omgeving. De potentie van de locatie blijft onbenut. Door de introverte kopgevels te openen richting de Maas en het dorpscentrum is het mogelijk het een nieuwe ruimtelijke verbinding te leggen van buiten naar binnen, maar ook van binnen naar buiten.

Figuur 4.2 Toevoegen

ONTWERP


prive prive prive publiek Wonen boven publiek gebouw Principe scheiding publiek/prive: beperkte interactie tussen functies

Figuur 4.3 Ruimtelijk concept

publiek prive prive publiek Wonen in publiek gebouw Publieke ruimte rondom woningen: hoge mate van interactie tussen functies

Woningen in relatie tot bibliotheek Anderhalve laag woningen toevoegen binnen de contour van het bestaande gebouw. Bibliotheek zowel boven als onder de woningen

Woningen in relatie tot gevels Woonunits aan gevel met buitenruimte binnen gevel Ontsluiting in as van gebouw. Collectieve ruimte als overgang tussen publiek / prive


4b - Ruimtelijk concept De combinatie van een publieke functie met een woonfunctie wordt vaak vormgegeven door de woningen boven een pubieke plint te realiseren (zie figuur 4.3). De interactie tussen beide functies is hierbij beperkt. De woningen profiteren niet van de pubieke functie en andersom. Omdat het uitgangspunt is ontmoeting te stimuleren heb ik ervoor gekozen om de woningen letterlijk in het pubieke gebouw te realiseren. Op deze manier wordt interactie tussen beide functies optimaal gestimuleerd. Bezoekers van de bibliotheek bewegen door de woonverdiepingen waardoor bewoners en bezoekers op verschillende momenten met elkaar in contact staan. De woonunits zijn gebaseerd op de onzichtbare onderlegger van het bestaande gebouw. De twaalfhoeken die voortkomen uit de gevel en de plattegrond vormen, zijn ingevuld met zeshoeken. Een hexagoon meet ca. 70 m2 en vormt de basis voor een woonunit. De woningen zijn aan de beide zijgevels gepositioneerd voor voldoende daglicht en zicht op de omgeving. De twaalf woonunits zijn verdeeld over anderhalve woonlaag: de eerste verdieping wordt volledig gevuld met woningen en de tweede voor de helft. De restruimten - de begane grond en de ruimten onder het geometrische plafond - vormen de bibliotheek. De driehoekige ruimten die ontstaan tussen de hexagonen vormen buitenruimten en vides die de verdiepingen ruimtelijk met elkaar verbinden. De middenzone wordt gebruikt voor de overgang tussen pubiek en privĂŠ. Als buffer tussen de bezoeker en de bewoners zijn twee gemeenschappelijke ruimten in het midden van het gebouw gerealiseerd. De verschillende verdiepingen en functies worden door middel van een bijzondere route door het gebouw met elkaar verbonden.

ONTWERP




Figuur 4.4 Overzichtsmaquette


4c - Het terrein Het ensemble van de herbestemmingsopgave bestaat naast de kerk uit de dagkapel, het plein, de toren en het urnenhof, zie overzichtsmaquette (figuur 4.4). Op de oudste plek van Blerick, daar waar het dorp is ontstaan, staan nu auto’s geparkeerd en staat een gebouw dat niet meer wordt gebruikt. Met het herbestemmen van de kerk naar een maatschappelijke functie met ouderenwoningen wordt het gebouw zelf geactiveerd. Maar om aansluiting met de omgeving te vinden, is het ook van belang dat het terrein wordt aangepakt. De herinrichting van het terrein heeft als voornaamste doel om het gebouw vanuit de omgeving beter zichtbaar te maken en hiermee ruimtelijk te verbinden met het dorp. Een andere functie van de inrichting van het terrein is het zichtbaar maken van de geschiedenis van de plek. De middeleeuwse gotische kerk en de neogotische bedevaartskerk die op deze plek hebben gestaan en door de eeuwen heen een belangrijke functie hebben gehad binnen het dorp zijn momenteel niet meer zichtbaar. Om het gebied aan de overzijde van de Antoniuslaan te activeren, is het van belang dat het kerkplein weer een duidelijke bestemming krijgt. Een open lege ruimte is geen plein en zal ook niet als zodanig worden gebuikt. Door het toevoegen van functies en voorzieningen op specifieke plekken op het plein kan het gebruik worden gestuurd.

ONTWERP


Huidige situatie De huidige introverte kerk gaat geen relatie aan met zijn omgeving. Tussen het centrum van Blerick en de kerk ligt nu een parkeerterrein. Dit parkeerplein vormt een obstakel tussen de kerk en het dorp. De begroeiing, evenwijdig aan de Antoniuslaan, verslechtert het zicht op het gebouw. Direct aan de doorgaande Antoniuslaan, in de as van de kerk, ligt momenteel een voorplein (zie aangegeven met rode cirkel). Vanaf hier is er toegang tot de dagkapel en de entree van de kerk. De kerktoren staat tussen beide pleinen in het verlengde van de parkeerplaatsen. Langs de kerk ligt het kerkhof. De graven op dit kerkhof, dat al sinds de 13e eeuw in gebruik is, zijn grotendeels geruimd. Momenteel is de plek ingericht als urnenhof en alleen een aantal monumentale graven zijn behouden. In het verlengde van de hoofdwinkelstraat van Blerick (de Kloosterstraat) ligt een kleine aflopende doorgang (de Helling) naar de Maas. Tussen de Maascorridor en het kerkhof is een hoogteverschil van ca. 3m. Een hoge gesloten gemetselde keerwand vormt deze overgang. De oevers van de Maas zijn onderdeel van de Maascorridor. Deze uiterwaarden zijn parkachtig ingericht en er lopen verschillende wandel- en fietsroutes. In het verlengde van de Helling is een aanlegsteiger gerealiseerd voor pleziervaart. Het oude veerhuis heeft in de zomer een terras aan de waterzijde en speelt in op het recreatieve karakter van de Maasoevers. De kerk daarentegen, met een gesloten kopgevel en de keerwand vormen niet bepaald een uitnodigende entree van Blerick.

Figuur 4.5 Huidige situatie


Nieuwe situatie Het verplaatsen van de parkeerplaatsen is een eerste ingreep in het terrein die ervoor moet zorgen dat de relatie tussen het dorp en de kerk wordt verbeterd. Door de parkeerplaatsen direct aan de Antoniuslaan te realiseren, kan een nieuwe pleinruimte tussen kerk en dorp worden ingericht (zie aangegeven met rode cirkel). De oude kerken, die voor de huidige Antoniuskerk op deze plek hebben gestaan, zijn in de nieuwe situatie weer zichtbaar gemaakt. De contour van de 12e eeuwse Lambertuskerk is ingericht voor activiteiten voor oud en jong zoals een petanquebaan en fitnesstoestellen. De contour van de neo-gotische Antoniuskerk doet dienst als verhoogd voorplein met toegang tot de bibliotheek, de zorgvoorzieningen (in de voormalige dagkapel) en de woningen. De positie van de kerktoren heeft een duidelijke functie gekregen. De toren markeert de entree van het urnenhof en de entree vanaf de Antoniuslaan. Aan de achterzijde van de kerk is een gemeenschappelijke buitenruimte voor de bewoners gerealiseerd. Een rustige plek met uitzicht over de Maas. Aan deze zijde is tevens een stijgpunt toegevoegd zodat de bewoners direct naar de Maasboulevard kunnen afdalen voor een wandeling of fietstocht langs de Maas. Op het niveau van de Maascorridor is een deel van de keerwand opengewerk. Hierachter zijn een tweetal functies ondergebracht - een VVV-informatiepunt en een galerie - die aansluiten bij het gebruik van de Maasoevers. Deze ingreep in combinatie met het openen van de kopgevel van de kerk en het oude veerhuis zorgen voor een uitnodigende entree van Blerick.

Figuur 4.6 Nieuwe situatie

ONTWERP




bezoekers bewoners Figuur 4.7 Ontsluiting


4d - In detail In dit hoofdstuk geef ik een gedetailleerde toelichting op het ontwerp van de kerk door op de verschillende onderdelen apart in te zoomen. Te beginnen bij de hoofdopzet van het gebouw om vervolgens dieper in te gaan op de verschillende verdiepingen, de routing door het gebouw, de gevels, de constructie en de materialisatie. Hoofdopzet De onderliggende structuur van de bestaande kerk vormt het uitgangstpunt voor de invulling van de kerk (zie maatssysteem p. ..). De onzichtbare driedeling van de plattegrond is in het ontwerp zichtbaar gemaakt. De verblijfsruimten - op basis van hexagonen - zijn aan de gevel geplaatst achter de bestaande langwerpige raamstroken. De ontsluiting van zowel de woningen als de bibliotheek is in de middenzone ondergebracht. De doorgaande elementen zoals de liften zijn ondergebracht in gesloten volumes aan twee zijden van de middenzone als brede kolommen. Het is mogelijk het gebouw van twee zijden te betreden. Aan de dorpszijde via het voorplein of aan de Maaszijde (niveau -1) ter plaatse van het VVV-informatiepunt en de galerie op de plek waar de keerwand is opengewerkt. Een doorgaande route verbindt de onderlinge verdiepingen. Deze route is tevens ingepast binnen de structuur. Het startpunt van deze route bevindt zich in het hart van het gebouw. De route is opgebouwd uit twee delen - het eerste deel beweegt richting de Maas. Het tweede deel beweegt van de Maas af. Op het keerpunt is er een panorama over de Maas. Doordat de woningen letterlijk in het bestaande gebouw zijn geplaatst, kunnen het plafond en de bestaande vloer behouden blijven. Het bestaande gebouw en de nieuwe invulling komen samen ter plaatse van de gevel en het plafond. Op deze plekken smelt oud en nieuw samen. Een tussenzone vormt de overgang tussen de geometrische kerkzaal en de orthogonale kerkzaal. De huidige dagkerk is op basis van een orthogonaal grid ingedeeld. Dit grid is tevens als uitgangspunt genomen voor de nieuwe indeling voor de zorgvoorzieningen. Figuur 4.7 Ontwerp. Invoegen van anderhalve laag woningen binnen bestaand volume

ONTWERP


Figuur 4.8 niveau -1, expositieruimte onder bestaand altaar


Figuur 4.9 niveau -1, 0 en +1 expositieruimte. Bestaand altaar.

ONTWERP


Verdiepingen Niveau -1: VVV-informatiepunt en expositieruimte Deze verdieping met VVV-informatiepunt en een expositieruimte is ondergebracht achter de bestaande keerwand en sluit aan bij de reacreatieve Maascorridor. De gevel is tussen de metselwerkpenanten ingevuld met glas. In het geval van hoogwater kan tussen deze kolommen een waterscherm worden opgetrokken zodat de ruimte watervrij blijft. De ruimte wordt bepaald door een kolommenstructuur gebaseerd op het geometrische patroon dat voortkomt uit het bestaande gebouw. Twee trappen verbinden deze verdieping met de bibliotheek en de expositieruimte op de begane grond. Begane Grond: bibliotheek De entree van het gebouw - onder het overstek - ligt in de as van het gebouw. In de middenbeuk zijn de balie, de toegang tot de lift, de toiletten, de trappen naar de verschillende verdiepingen en de verhoogde expositieruimte op de plek van het voormalige altaar gelegen. De zijbeuken zijn ingericht als lees- en computerruimten. Op basis van ruimtelijk onderzoek is onderzocht hoe de structuur voelbaar gemaakt kan worden binnen een open ruimte. Door middel van driehoekige boekenkasten wordt de zeshoekige structuur zichtbaar en ontstaan er intieme ruimten voor leesplekken en video- en gameruimten. De vorm van de hexagon wordt versterkt doordat het plafond meedoet in het geometrisch spel. De zijbeuk aan de zuidgevel krijgt direct licht van buiten via de ramen op de begane grond. Door de in een punt samenkomende kasten te verschuiven ter plaatse van de beuk grenzend aan de dagkerk krijgt deze zijde indirect licht van boven. Dit zorgt voor een andere ruimtelijke beleving. Aan deze zijde zijn functies ondergebracht waar geen direct daglicht is gewenst. Verlichting en belijning van constructie doen mee in geometrisch spel.

Figuur 4.10 Impressie bibliotheek, zijbeuk zuidzijde

Een huisartsenpost en een fysiotherapeut zijn ondergebracht aan weerszijden van de dagkapel. De maatvoering is afgestemd op het orthogonale grid van het bestaande gebouw. De voormalige dagkerk blijft als ruimte behouden maar de biechtruimten vormen in de nieuwe situatie lichthoven doordat de wanden van de biechthokjes zijn voorzien van glas. Op deze manier kan de dagkerk tevens als auditorium of voor bijeenkomsten worden gebruikt.


Figuur 4.11 Niveau -1

Figuur 4.12 Begane grond

Begane grond ca. 600 m2 bibliotheek ca. 70 m2 expositieruimte ca. 150 m2 huisartenpost ca. 170 m2 fysio en wijkverpleging ca. 230 m2 auditorium en dagkapel

kerkruimte voorzieningenstrook

ONTWERP


Figuur 4.13 Beeld vanaf middenbeuk richting balie en zuidbeuk


Figuur 4.14 Doorzicht door zuidbeuk

ONTWERP


1e verdieping ca. 640 m2 woningen (8 units) ca. 130 m2 gemeenschappelijke ruimte

Figuur 4.15 Niveau +1


Eerste verdieping: woonlaag In een dubbelhoge ruimte stijgen bezoekers en de bewoners via de symmetrische trap in het hart van het gebouw naar de eerste verdieping. De bezoekers lopen in een natuurlijke beweging door naar de trap naar de leeszaal van de bibliotheek die in het verlengde van deze trap ligt. Als men op dit punt echter weer in de richting van het dorp terugloopt - via de bajonet in het midden - komt men in de gemeenschappelijke eetruimte. Deze ruimte in de middenbeuk vormt de overgang tussen bibliotheek en woningen. Vanaf deze plek is er zicht op het kerkplein aan de voorzijde en op de doorgaande stroom bibliotheekbezoekers. Gelegen in de nissen, beschut tussen de stijgpunten en de keuken, bevinden zich de entrees tot de woningen. In deze gemeenschappelijke ruimte kunnen bewoners elkaar opzoeken maar ook contact leggen met bezoekers van de bibliotheek. Of andersom - bij een bezoek aan de bibliotheek - kun je ook je opa of oma een bezoek brengen. De gemeenschappelijke ruimte is ruimtelijk gekoppeld met de bovenliggende gemeenschappelijke huiskamer door middel van een vide en fysiek gekoppeld door een interne wenteltrap. De woningen zijn gebaseerd op een zeshoek van ca. 70m2. De voorzieningen zijn ondergebracht in de kern van de woning. In dit blok zijn de badkamer, het toilet, de keuken en de technische ruimten opgenomen (zie figuur). De afmetingen van deze ruimten zijn geschikt voor thuiszorg. Doordat alle voorzieningen in de kern zijn opgenomen is het mogelijk om aan alle kanten van de woning gevelopeningen te creĂŤren om zowel een relatie met de bibliotheek als met de omgeving te leggen. Tussen de bibliotheek en de woning zijn de gevelopeningen ingevuld met een semi-transparant scherm en glas. Het patroon van het scherm is gebaseerd op het verfijnde houtsnijpatroon van de achterwand van de bestaande dagkapel. Als het raam achter het scherm wordt geopend, is het mogelijk om voor je gevoel in de bibliotheek te zitten. De onderlinge woonunits zijn qua indeling flexibel en onderling te combineren zodat verschillende typen woningen mogelijk zijn. De buitenruimte van de woningen aan zuidzijde zijn binnen de contour van het gebouw als loggia gerealiseerd zodat de schaal van de gevel blijft behouden. Aan de noordzijde zijn de buitenruimten op het dak van de dagkapel ingericht. Door de diepte van deze tuinen komt hier ook voldoende zonlicht. De woningen op de hoeken krijgen een buitenruimte met uitzicht op het plein (de westzijde) en de Maas (oostzijde).

Figuur 4.16 Zicht op gemeenschappelijke ruimte niveau +1

ONTWERP


Figuur 4.17 Gemeenschappelijke ruimten woningen

Figuur 4.18 Ruimtelijke verbinding Gemeenschappelijke ruimten


Figuur 4.19 Zicht op entrees woningen

ONTWERP


Figuur 4.20 Zicht op woonkamer


De woning De hexagonaal vormt de basis van een woonunit. Door de koppeling met een buitenruimte of een andere woonunit horizontaal of verticaal is het mogelijk verschillende woningtypen binnen het gebouw te realiseren. Twee naast elkaar gekoppelde woonunits vormen een horizontale woning van 160m2 met een grote leefkeuken en een spectaculaire vide in de woonkamer. Twee verticaal gekoppelde woningen vormen ofwel een maisonette of een zogenaamde kangaroowoning waarbij twee kleinere woningen onderling gekoppeld zijn zodat kinderen bijvoorbeeld voor hun ouders kunnen zorgen. De flexibele opzet van de woningen maakt een zeer gevarieerde samenstelling van woningen binnen het gebouw mogelijk. Door de woningen uit te voeren met schuifwanden kan binnen de woonunit ook snel worden ingespeeld op veranderende omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer een bewoner bedledig zou worden. Door de buitenruimten binnen de contour van het gebouw te realiseren, blijft de privacy van de bewoners behouden. Zo is het mogelijk om in de buitenlucht - met het openen van grote puien - in bed te verblijven. De hexagonale structuur en de driehoekige vides en loggia’s geven de woningen een zeer specifieke ruimtelijke kwaliteit. Door de voorzieningenkern blijven de gevels vrij om een relatie te leggen met de bibliotheek en de omgeving.

Figuur 4.21 Plattegrond woonunit

ONTWERP


Figuur 4.22 Impressies verticaal geschakelde woning (kangaroo- of maisonettewoning)


Figuur 4.23 Plattegrond verticaal geschakelde woning

woonunit

ONTWERP


Figuur 4.24 Plattegrond horizontaal geschakelde woning


Figuur 4.25 Impressies verticaal geschakelde woning (kangaroo- of maisonettewoning)

ONTWERP


Figuur 4.26 Woningen in relatie tot bibliotheek


ONTWERP


Tweede verdieping: leeszaal en woonlaag De tweede verdieping bestaat voor de helft uit woningen (vier woonunits) en voor de helft uit bibliotheek. De woningen en de gemeenschappelijke ruimte worden via een interne trap verbonden met de onderliggende verdieping. De woningen zijn gelijk aan de eerste verdieping. Net als op de eerste verdieping vormt een gemeenschappelijke ruimte de overgang tussen de bezoeker en de bewoner. De gemeenschappelijke ruimte op deze verdieping is echter meer gericht op contact tussen de bewoners, een gezamelijke huiskamer. Er is geen directe verbinding tussen de bibliotheek en de woningen en er is meer privacy dan op de eerste verdieping. Vanaf de gemeenschappelijke woonkamer geeft een vide zicht op de onderliggende verdieping. De andere helft van de tweede verdieping vormt de dubbelhoge leeszaal van de bibliotheek. Na een panorama over de Maas op het keerpunt van de route sta je midden in de leeszaal. Deze ruimte onder het bestaande plafond heeft uitzicht over de Maas en door de hoogte van het plafond wordt stilte afgedwongen. Rondom de vide, zijn leesplekken gemaakt met zicht op het voormalige altaar dat in de nieuwe situatie als expositieruimte is ingericht. De aansluiting op het bestaande plafond is gerealiseerd middels vlakken die in een punt samen komen. Deze vlaken vormen een naadloze aansluiting op de bestaande gevel en het plafond en vormen daarnaast de afsluiting van de vides en de buitenruimten van de onderliggende woningen. De invulling van de vlakken met transluscent materiaal zorgt voor extra licht dat via het plafond over de ruimte wordt uitgestraald. De gevel is aan de Maaszijde op deze verdieping verder naar binnen gebracht zodat een buitenruimte ontstaat. Zodat bezoekers op deze plek een boek in de buitenlucht met zicht op Venlo en de Maas kunnen lezen.

Figuur 4.27 Zicht vanaf trap over leeszaal en Maas


2e verdieping ca. 300 m2 woningen (4 units) ca. 90 m2 gemeenschappelijke ruimte ca. 350m2 leeszaal

Figuur 4.28 Niveau +2

ONTWERP


Figuur 4.28 Impressies niveau +2


ONTWERP


3e verdieping ca. 350 m2 leescafe / ontmoetingsruimte

Figuur 4.29 Niveau +3


Derde verdieping: leescafé en ontmoetingsruimten Het leescafe en de ontmoetingsruimten vormen het einde van de doorgaande route. Door middel van twee uitwaaierende trappen kom je vanaf de leeszaal op dit niveau. De trappen zijn zo breed dat ze naast stijgpunt tevens als verblijfplek dienen. Zittend op de trap kijk je uit over de leeszaal met op de achtergrond Venlo en de Maas. In het hart van deze verdieping zijn de voorzieningen zoals toiletten, lift en bar ondergebracht. Een lange tafel in de as van het gebouw geeft zicht op de Maas aan de ene zijde en het dorp Blerick aan de andere zijde. De zijbeuken zijn ingericht als ontmoetingsplekken om informatie te delen maar ook om een kop koffie te drinken. De ‘vergaderruimten’ zijn gelegen aan de zijde van de leeszaal. De ruimten voor horeca zijn gelegen aan de westzijde van het gebouw. Aan de westzijde is op deze verdieping tevens de gevel verder naar binnen gebracht zodat een buitenruimte ontstaat. Een buitenruimte op het westen met uitzicht over het dorp en het voorliggende verblijfsplein. Alle binnenruimten zijn gelegen onder het bestaande houten plafond. Daar waar in de leeszaal het plafond op grote hoogte ligt, bevind je je in op deze verdieping vlak onder het plafond en kun je het bijna aanraken. De hoogteverschillen en de structuur van het plafond bepalen voor een groot deel de ruimte.

ONTWERP


Figuur 4.30 Overzicht leescafe en ontsluiting


Figuur 4.31 Impressie leescafe niveau +3

ONTWERP


Figuur 4.32 Dakaanzicht


Routing De doorgaande route door het gebouw verbindt de verschillende verdiepingen in het gebouw met elkaar. De route begint in het hart van het gebouw en eindigt bij de publiekstrekker - het leescafĂŠ - op de derde verdieping. Door deze functie op het einde van deze route te plaatsen, wordt beweging door het gebouw gestimuleerd. Dit heeft een postievie invloed op de interactie tussen bewoner en bezoeker. De doorgaande route faciliteert ontmoeting tussen beide functies. Door de vides tussen de hexagonen worden de onderlinge verdiepingen en functies ruimtelijk en visueel met elkaar verbonden. De semi-transparante schermen bieden zicht vanuit de woningen op de bibliotheek. Zien zonder gezien te worden. Het blijft een keuze van bewoners om gezien te worden. Vanaf de trappen ontstaan spannende doorzichten op de bibliotheek, de gemeenschappelijke ruimten en de omgeving. De structuur wordt op deze manier op verschillende manieren beleeft. De bezoeker bevindt zich in eerste instantie onder de structuur, gaat door de structuur en komt uiteindelijk uit boven de structuur. Door de vides en doorzichten in het gebouw blijven de oorspronkelijke afmetingen van de kerk zichtbaar.

Figuur 4.33 Trap van begane grond naar 1e verdieping

ONTWERP


Figuur 4.34 West- en zuidgevel


Gevels De structuur die de basis vormt voor de invulling van de bestaande kerk komt voort uit de zijgevels. Deze gevels vormen de enige zichtbare verwijzing naar deze structuur. Om de relatie tussen de invulling en het bestaande gebouw zichtbaar te houden zijn de zijgevels intact gelaten. In de huidige situatie zijn de open delen ingevuld met glas-in-lood. Deze ramen zijn niet meer origineel en zijn in tegenstelling tot de oorspronkelijke ramen erg figuratief. De glas-in-lood ramen verstoren in de huidige situatie de relatie tussen binnen en buiten. Ik heb er daarom voor gekozen deze ramen te vervangen door ramen met helder glas. In de nieuwe situatie zijn verdiepingen ingevoegd. De eerste verdieping ligt ter plaatse van de bestaande horizontale band en is daarom niet zichtbaar in de gevel. De vloerranden van de tweede en derde verdieping daarentegen worden wel zichtbaar achter het glas. De verdeling van de beglazing is afgestemd op de verdiepingen. Om de schaal van de bestaande gevel te behouden is rondom de glazen stroken een kader toegevoegd dat de gehele hoogte van de pui benadrukt. Om de relatie met de omgeving te realiseren zijn de kopgevels volledig opengewerkt met glas. In deze gevels komen twee systemen bij elkaar. Het orthogonale systeem van de dagkapel en de omgeving en de hexagonale structuur van de nieuwe invulling. De restruimte tussen deze twee systemen is ingevuld met buitenruimten voor zowel de woningen als de bibliotheek. Aan de dorpszijde is op de begane grond een uitholling gemaakt om zo een uitnodigende entree van het gebouw richting dorp te creĂŤren. De gesloten geveldelen in de uithollingen zijn uitgevoerd in hout om de opengewekte delen te benadrukken. De nieuwe gevelvlakken zijn uitgevoerd in hetzelfde metselwerk. Enkel de voeg is hierbij diep uitgevoerd om het onderscheid tussen oud en nieuw weer te geven. Alle dubbelhoge ruimten, zoals de leeszaal aan de maaszijde en de gemeenschappelijke ruimte aan de dorpszijde zijn in de gevel als zodanig uitgedrukt.

ONTWERP


Figuur 4.35 Zuidgevel, effect gefacetteerde wanden


Figuur 4.36 Zuidgevel, expressie dubbele hoogte door kader rondom ramen

ONTWERP



GEVELS


Figuur 4.36 Principe dwarsdoorsnede

Figuur 4.37 Principe langsdoorsnede


Constructie en materialisatie De constructie van de invulling volgt de hexagonale structuur. De houten balken overspannen tussen de bestaande gevel en de gesloten volumes in de middenzone, de liften trappen en wanden. Hierdoor zijn overspanningen van circa 5 meter benodigd. Met houten balken met een hoogte van circa 350mm kunnen deze overspanningen worden gerealiseerd. Doordat de kerk op een plateau is gebouwd, kunnen de dragende gesloten volumes onder de bestaande vloer van een extra fundering worden voorzien. De bestaande betonnen zijwanden hebben in de huidige situatie een zeer grote kniklengte. Het ligt daarom voor de hand dat het mogelijk is om aan deze wanden extra te belasten wanneer de kniklengte wordt verkort. De balkenconstructie wordt zichtbaar ter plaatse van de vides. Ter plaatse van deze openingen wordt de constructie zichtbaar in de vorm van belijning. Het ontwerp borduurt voort op het bestaande gebouw zowel ruimtelijk als constructief. Oud en nieuw smelten als het ware samen - ook in de materialisatie. De nieuwe wanden sluiten ter plaatse van de gvel aan op de bestaande gestucte wanden. Hierdoor lijkt de nieuwe invulling vanuit de bestaande wanden te komen. De semi-transparante schermen in de wanden van de nieuwe structuur zijn in hout uitgevoerd conform de achterwand van de bestaande dagkerk. De wanden van de gemeenschappelijke ruimten met de entrees tot de woningen hebben een afwijkende afwerking. De wanden worden bekleed met verticale houten delen. Hierdoor ontstaat een intiemere sfeer die past bij het gebruik van deze ruimten, vergelijkbaar met de afwerking van de wanden in de dagkerk. De wisseling van materiaal versterkt daarnaast de overgang van publiek naar collectief en privaat. De bestaande vloer, Noorse leisteen, blijft op de bagane grond behouden. De kleur van de bestaande vloer wordt op alle horizontale vlakken op de trappen en de overige verdiepingen continu doorgezet.

Figuur 4.38 Constructieprincipe

ONTWERP


5 AFSLUITING




5a - Samen beter ‘Antonius. Samen beter.’ Een hele treffende titel omdat ‘samen beter’ binnen mijn afstudeeropgave multiinterpretabel is. Het is de rode draad in mijn ontwerp. Samen beter slaat op de kanteling van het zorgsysteem die nodig is om zorg betaalbaar te houden in de toekomst. Er treedt een verandering van denken op: van afhankelijkheid naar eigen kracht en van ziekte naar gezondheid. We moeten meer uit gaan van wat mensen zelf kunnen, dat versterken, ze zolang mogelijk thuis laten wonen. Daarvoor is het noodzakelijk te bouwen aan een samenleving die solidair is. Samenredzaamheid is dan ook een belangrijk uitgangspunt geweest bij de herbestemming van de Antoniuskerk. Door ouderenwoningen te combineren met een bibliotheek met leescafé, expositieruimte en VVV-informatiepunt kunnen beide functies optimaal van elkaar profiteren. Ouderen komen op een natuurlijke manier in contact met elkaar en de buurt. En de bibliotheek kan door de opbrengsten van de woningen weer worden gehuisvest in een gebouw met allure die past bij deze belangrijke maatschappelijke functie.

Maar bovenal is ‘samen beter’ van toepassing op de symbolische samenwerking tussen mij en mijn opa. In de meeste gevallen wordt bij herbestemming het contrast opgezocht waardoor oud en nieuw zich duidelijk van elkaar onderscheiden. Ik heb er heel bewust voor gekozen om niet het contrast op te zoeken, maar juist bestaande uitgangspunten te continueren. Door voort te borduren op de onderliggende structuur in constructie en ruimte is een nieuwe laag van het bestaande gebouw blootgelegd. Het ontwerp sluit op deze manier naadloos aan op de bestaande kerk. Zonder mijn opa gekend te hebben, heb ik voor mijn gevoel met hem samengewerkt aan dit project: verschillende generaties smelten samen tot een nieuw geheel. Samen beter.

Met het openstellen van de kerk wordt bovendien de oude verbinding tussen Maas en dorp in ere hersteld. Een transformatie van een introvert kerkgebouw naar een toegankelijke plek voor iedereen. De huidige kerkfunctie is ontworpen voor de beleving van binnenuit en is met de gesloten kopgevels en het glas in lood erg naar binnen gericht. Door het kerkgebouw aan zowel voor- als achterzijde te openen komen Maas en dorp samen in de nieuwe bibliotheek. De nieuwe indeling van het plein speelt hier ook nog een belangrijke rol in. De huidige parkeerplaats maakt plaats voor een verblijfsplein voor verschillende generaties en wordt hiermee getransformeerd van een barièrre naar een verbindend element tussen tussen jong en oud, Maas en dorp.

AFSLUITING



5b - Slotwoord Het fomuleren van mijn afstudeeropgave voelde in eerste instantie letterlijk als een opgave. De voorgaande jaren op de academie heb ik het feit dat de locatie, het programma of het thema reeds gegeven waren wel eens vervloekt. Echter, op het moment dat ik mijn onderwerp, de locatie en de manier waarop ik mijn afstudeerperiode ging inrichten helemaal zelf mocht bepalen, heb ik momenten gehad dat ik verlangde naar vaste uitgangspunten. Ik heb uiteindelijk gekozen voor een project dat heel dicht bij me staat. De transformatie van de kerk van mijn opa, die ik nooit heb gekend, maar die altijd mijn nieuwsgierigheid heeft gewekt in het dorp waar ik ben geboren en opgegroeid. Ik heb deze afstudeerperiode kunnen gebruiken om mijn eigen interesses en fascinaties verder uit te diepen met als resultaat het project dat in dit verslag beschreven staat. De weg naar de eindbestemming was niet altijd even rechtlijnig. Met name in de eerste periode van mijn afstudeerproject heb ik behoorlijk wat zijwegen verkend die doodlopend bleken te zijn. Zo heb ik een tijdje het plan gehad om het bestaande gebouw volledig te slopen, een Tajiri-museum in de kerk te realiseren of om de kerk volledig als buitenruimte in te richten. Dit alles is het (gelukkig) niet geworden. Ik wil hiervoor mijn begeleiders, en Marlies in het bijzonder, bedanken. Zij hebben mij gedurende mijn afstuderen begeleid met hun opbouwende kritische houding ten op zichte van het project. En veel tijd ge誰nvesteerd om mijn ontwerp scherper neer te zetten. Het was niet altijd even leuk om te horen, maar het project is er zeker beter door geworden.

Daarnaast wil ik graag iedereen bedanken die mijn oeverloos getwijfel over het ontwerp hebben aangehoord, me hebben geholpen met het bouwen van maquettes, met tekenwerk of me moreel hebben bijgestaan. Mijn lieve ouders die me altijd volledig steunen en altijd ge誰nteresseerd zijn in mijn projecten. En natuurlijk mijn lieve vriendin die het vijf-en-een-half jaar met part-time vriend heeft moeten doen. Met het afronden van deze laatste fase van de academie komt daar ook eindelijk verandering in. De huidige bibliotheek verkeert in zwaar weer, er is een grote vraag naar ouderenwoningen en voor een aantal kerken in Venlo dreigt leegstand, waaronder de Antoniuskerk. Deze drie feiten komen in dit project bij elkaar. Op zijn minst de moeite waard om te kijken of de Gemeente Venlo hiervoor open staat. Wie niet waagt, wie niet wint. Lard Joordens

AFSLUITING


1960

Antonius. Samen beter.

Antonius. Samen beter.

Zicht op bestaande kerk en doorgang naar maascorridor vanaf de Helling

Baan Titulaer

2013

Antonius. Samen beter.

Huidige situatie - kerk aan recreatieve maascorridor

3e verdieping ca. 350 m2 leescafe / ontmoetingsruimte

1. VENLO Bebouwing geörienteerd op de Maas Vanuit winkelstraat zicht op Maas door steegjes Publieke ruimte aan Maas (boulevard)

2e verdieping ca. 300 m2 woningen (4 units) ca. 90 m2 gemeenschappelijke ruimte ca. 350m2 leeszaal

Blerick omstreeks 1200 Oude Lambertuskerk op kruissing met een aantal boerderijen

Blerick omstreeks 1900 Oude Antoniuskerk met gemeenschapshuis vormt centrum van dorp

Huidige situatie Huidige Antoniuskerk aan doorgaande weg: ontwikkeling van dorpscentrum van de Maas af

Gemeente Venlo Samenstelling van dorpen met eigen identiteit aan de Maas

2. TEGELEN Objecten (met seriematige woningbouw) geörienteerd op de Maas. Vanuit de onsluitingsweg is zicht op Maas tussen de objecten. Landschappelijke oever grenst aan achtertuin.

4. BLERICK Geen duidelijke identiteit aan de maas. Privé tuinen grenzen aan landschappelijke oever. Openbare ruimte achter bebouwing. Recreatieve wandel- en fietsroutes evenwijdig langs Maas.

3. STEYL Kloostercomplex met zicht op Maas. Objecten vormen een pleinruimte. Het plein heeft uitzicht op de Maas. Woningen volgens een erfprincipe. Landschappelijke oever grenst aan achtertuinen.

Identiteiten aan de Maas

1e verdieping ca. 640 m2 woningen (8 units) ca. 130 m2 gemeenschappelijke ruimte

stad Wijkgedachte Voorzieningen afgestemd op grootte van parochie

Huidige ontwikkeling zorg Scheiden van wonen en zorg Thuis blijven wonen in combinatie met thuiszorg en domotica

Dagkapel

Verbindende zone

Kerkzaal

18-20% 20 tot 22% 22 tot 24% 24% of meer

Prognose percentage 65+ in 2020 per provincie

in gebruik gesloopt

minder dan 13% 13 tot 20%

van eredienst onttrokken

20 tot 27% 27 tot 67%

Antonius van Padua te Blerick

67% of meer

35 30 25 20

Percentage van de bevolking rooms-katholiek

15 10 5

35

1970-1974

1975-1979

1980-1984

30 1985-1989

1990-1984

1995-1999

2000-2004

2005-heden

25

<1560 1581-1799

20 15

1800-1849 1850-1899

10

1900-1940 1941-1969

5

>1970 1975-1979

1970-1974

1980-1984

1985-1989

1990-1984

1995-1999

2000-2004

2005-heden

Aantal gesloopte kerken per bouwperiode <1560 1581-1799 1800-1849 1850-1899

200

1900-1940

150

>1970

100

rooms-katholiek

protestants

Nieuwe bestemmingen na onttrekking van eredienst

sloop

overig

onbekend

woongebouwen

50

multifunctioneel

Status wederopbouwkerken Limburg

religieuze functie

Antonius van Padua te Blerick

voorzieningenstrook

kantoren en handelsgebouwen

van eredienst onttrokken

kerkruimte

1941-1969

gebouwen voor verkeer en industrie

Begane grond ca. 600 m2 bibliotheek ca. 70 m2 expositieruimte ca. 150 m2 huisartenpost ca. 170 m2 fysio en wijkverpleging ca. 230 m2 auditorium en dagkapel

250

onderwijs, cultuur en wetenschap

gesloopt

restauratie, amusement en recreatiegebouwen

in gebruik

religieus meervoudig gebruik

Zorgambitie tijdens wederopbouw Wonen en zorg gecombineerd voor alle ouderen

wijk


20..

Antonius. Samen beter.

Zicht op leeszaal vanaf trap naar leescafé

Behouden Huidige situatie - parkeerplaats

12 ramen (als verwijzing naar 12 apostelen) zichtbaar behouden

Bestaande vloer en plafond

Oorspronkelijke afmetingen van gebouw voelbaar door vides

Opbouw van ruimtebeleving van entree richting Maas

Toevoegen

Gemeenschappelijke ruimte op 1e verdieping

Geometrische onderlegger als uitgangspunt structuur zichtbaar maken in ontwerp

Openen van kopgevels om relatie met omgeving te leggen

Geschiedenis van de plek zichtbaar maken

Principe dwarsdoorsnede

Nieuwe situatie - verblijfsplein

prive prive prive publiek Wonen boven publiek gebouw Principe scheiding publiek/prive: beperkte interactie tussen functies

publiek prive prive publiek Wonen in publiek gebouw Publieke ruimte rondom woningen: hoge mate van interactie tussen functies

Woningen

Woonunits aan gevel met buitenruimte binnen gevel Ontsluiting in as van gebouw. Collectieve ruimte als overgang tussen publiek / prive.

85+

75+

65+

Trap naar woningen, leeszaal en leescafé

Ambitie gemeenschåappelijk wonen stimuleren van burgerschap met mogelijke aanvulling thuiszorg

Samen beter

Begane grond - bibliotheek in zijbeuk Principe langsdoorsnede

Orthogonaal grid - maatsysteem achter bestaande dagkapel en kerkzaal

Dodecagoon (12 hoeken) afgeleid van bestaande gevel

Hexagonale ontwerpstructuur

Constructieprincipe

POSTERS EINDPRESENTATIE


BRONNEN


College Bouw Ziekenhuizen (2003). Op tijd bouwen voor ouderen. Utrecht. TNO (2003), Het nieuwe wonen voor ouderen. Een omgevingsverkenning naar domotica en duurzaamheid voor ouderen. BNA (2011), Zorg voor leegstand, herbestemmen van leegstaande kantoren naar zorgfuncties. Amsterdam. Atelier Rijksbouwmeester (2008). De Oude Kaart van Nederland. Leegstand en herbestemming. Den Haag. Projectbureau Belvedere (2008). Onderzoek herbestemming kerken en kerklocaties. Een inventarisatie vanaf 1970. Rigo Research en Advies BV (2011). Het Tweede Begin. Meer doen met bestaand vastgoed in de Zorg. Amsterdam. Rigo Research en Advies BV (2009). Van Oude Gebouwen en Nieuwe Functies. Herbestemming voor wonen met zorg. Amsterdam. John Lobell (2008). Between Silence and Light. Spirit in the architecture of Louis I. Kahn. Canada. Hilde de Laan en Ids Haagsma (2010). Gebouwen van het plastisch getal, een lexigon van de ‘Bossche school’. Haarlem. Noor Mens / Cor Wagenaar (2009). De architectuur van ouderenhuisvesting, bouwen voor wonen en zorg. L. Goossens (2008). Kleinschalige woonzorgvoorzieningen voor ouderen, een wereld te winnen voor instellingen en ondernemers . Den Haag. BNA (2000). Architectuur in Noord- en midden Limburg 1900-2000. Amsterdam.

Michiel Kruidenier (2006) Kerken. Categoriaal onderzoek wederopbouw 1940-1965.Utrecht. Nicole Roeterdink (2002). De domo dei ad habitationis usum - van godshuis tot woonbestemming. Delft NOBO (2007). De markante kerk. Kerken van wederopbouw in overijssel. Zwolle. Ministerie VWS (2010). Expirimenteel onderzoek in de sociale werkelijkheid. Utrecht. Ministerie VWS (2010). Tussen kwetsbaar en vitaal. Utrecht. Povincie Limburg (2011). Bevolkingsonderzoek Limburg 2011. Maastricht. RIGO (2009). Van oude gebouwen en nieuwe functies. Amsterdam. Verwey Jonker instituur (2009). Gezond en wel ouder worden. Utrecht. SCP (2004). Individualisering en sociale integratie. Den Haag. BMC. Limburg van crisis tot kans Amersfoort.


Antonius. Samen beter. Afstudeerproject Lard Joordens Academie van bouwkunst Amsterdam Architectuur 2012 / 2013


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.