BNA Blad #04/11

Page 1

Ge誰ntegreerde contracten Wat betekent het voor de rol en positie van de architect en wat zijn de gevolgen voor de kwaliteit?

Nieuwe architecten-cao Waar zit de vernieuwing en hoe zijn de eerste reacties bij de BNA-bureaus?

Meer dan een werkplek In Sjanghai is de Dutch Design Workspace gevestigd, waar 足Nederlandse creatieve onder足 nemingen een onderkomen vinden.

Dossier De Nieuwe Regeling 2011 De algemene voorwaarden, die de rechtsverhouding met opdrachtgevers regelen, zijn vernieuwd.

BNABLAD#04/11

Bij de architect komt alles samen


advertentie

CREĂ‹ER MEER WOONCOMFORT Breng licht, lucht en ruimte in uw appartement. Vouwschuifdeuren van Solarlux maken flexibel genieten van elk seizoen mogelijk, open of (deels) gesloten. Binnen buiten zitten, met uitzicht vanaf de eerste rang.

Solarlux Nederland BV | 0548 - 631323 | www.solarlux.nl


inhoud 04 Uitvergroot

22 Opinie

07 Rob Hendriks

24

Marnix van der Meer over het fietsenpakhuis in Zaandam van nunc architecten

Oude schoenen

08 Kortom 10

Hoe actief zijn architecten op Twitter, Facebook en LinkedIn? Is het een must om mee te gaan met de social media? En levert het werk op?

Nieuwe architectencao Per 1 juli trad de nieuwe cao in werking. Waar zit de vernieuwing en hoe zijn de eerste reacties bij de BNA-bureaus?

26

Bij de architect komt Meer dan een alles samen werkplek Vier architecten over hun ervaringen met nieuwe contractvormen. ‘Voor een goed gebouw heb je een opdrachtgever nodig.’

15 De vondst

De dubbele rij kappen die Dana Ponec voor het nieuwe dienstencentrum in Cuijk ontwierp, wekt de illusie dat het enorme gebouw uit een verzameling huizen bestaat.

16

Breed x diep x ver

In dit deel van de serie over integraal ondernemerschap komen architecten aan het woord die bewust de grenzen van het vak oprekken.

19 Studentenwerk

Amber Beernink maakte een gebouw waarin de teler en de stedelijke consument zo dicht mogelijk bij elkaar worden gebracht.

20

Dossier De Nieuwe Regeling 2011

De algemene voorwaarden, die voor architecten en ingenieurs de rechtsverhouding met hun opdrachtgevers regelen, zijn vernieuwd.

BNABLAD #04/11

In een complex van gerenoveerde fabrieken in Sjanghai is de Dutch Design Workspace gevestigd, waar talrijke Nederlandse creatieve ondernemingen een onderkomen vinden.

29 Bureauberichten 30 BNA Academie 32 Nieuwe oogst 33 Het Bureau

VOCUS architecten BNA

4 03


■UITVERGROOT In de bladen zie je vaak dezelfde projecten terug. In deze rubriek daarom aandacht voor architectuur die niet dagelijks in de schijnwerpers staat. Architecten bespreken bijzonder werk van een collega.

Fietsenpakhuis in Zaandam een ontwerp van nunc architecten ‘Toen ik werd gevraagd een nog onopgemerkt, maar bijzonder project uit te kiezen om hier te bespreken, heb ik een oproep op Twitter geplaatst. Daarmee hoopte ik los te komen van wat ik zoal in de bladen of op mijn vaste fietsroute door Utrecht tegenkom. Wat dat opleverde, viel absoluut niet tegen in kwaliteit, maar wel in kwantiteit: precies één serieuze reactie. Waar zijn al die bureaus die leuke dingen maken en dat graag willen laten zien? Eén daarvan heeft in ieder geval zijn PR op orde: Johan Krol van nunc architecten mailde mij met trots een presentatie van het op 1 juni geopende Fietsenpakhuis in Zaandam. Gepaste trots, want het is een sprankelend, verrassend ontwerp, een echte aanwinst voor de stad. Terwijl in veel steden fietsen onder de grond worden weggestopt, hebben ze dat hier bewust niet gedaan. In plaats daarvan is er een sympathiek, transparant gebouw neergezet voor heel veel fietsen – what you see is what you get. Het is niet té groot, het past in de Zaanse schaal en korrel. Het ontwerp refereert aan de oude hallen en Zaanse huisjes zonder historiserend te zijn, het is eigenzinnig en van deze tijd. Zonder poespas, met basismateriaal als vuren, baksteen en glas, en de verbindingen gewoon in het zicht. Maar alles is wel ragfijn gedetailleerd. In het ontwerp is zelfs nog geanticipeerd op een eventuele uitbreiding op een later moment, hoewel ik niet weet hoe realistisch dat is. De gemeente heeft er hoe dan ook goed aan gedaan nunc architecten de ruimte te geven voor het creëren van zo’n helder moment in de stad.’ Marnix van der Meer architect/directeur Zecc Architecten

04

BNABLAD #04/11


Het ontwerp refereert aan de oude hallen en Zaanse huisjes

alles is ragfijn gedetailleerd BNABLAD #04/11

05


een sympathiek, transparant gebouw voor heel veel fietsen – what you see is what you get

Beeld Ineke Krijt

06

BNABLAD #04/11


COLUMN

Oude Schoenen

COLOFON BNA Blad #04, vijfde jaargang, augustus 2011 Uitgever Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten BNA, Postbus 19606, 1000 GP Amsterdam, T 020 555 36 66, E redactie@bna.nl, I www.bna.nl. BNA Blad verschijnt zes keer per jaar (oplage 5.500) Advertenties Architectenweb B.V., Postbus 92103, 1090 AC Amsterdam, T 020 71 30 600, E bs@architecetnweb.nl of amdb@architectenweb.nl Adreswijzigingen administratie@bna.nl Druk Ipskamp Drukkers Redactie Inge Pit (hoofdredactie), Isabel van Lent, (bladcoördinatie), Natascha Beets (beeldredactie), Lonneke Bakkeren, Wilma Jansen, Carla Roos Redactiecommissie Michiel Cohen, Erik van Eck, Maarten Engelman, Sander Mirck, Machiel Spaan Basisontwerp Thonik, Amsterdam Vormgeving Architectenweb, Amsterdam Beeld omslag Ministerie van Financiën in Den Haag. Ontwerp: Meyer en Van Schooten Architecten. Foto: Imre Csany Tekst Uitvergroot Willemijn de Jonge Foto column Jan Anninga ISSN 1874-2696 Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de BNA geheel of gedeeltelijk worden overgenomen. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die onjuist of onvolledig is opgenomen, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid.

Als ik dit schrijf is de teerling geworpen: het nieuwe cultuurbeleid van staatssecretaris Halbe Zijlstra is duidelijk: de disproportionele aanslag op het cultuurbeleid gaat onverminderd door. Wie nog dacht dat er een inhoudelijk cultuurpolitiek debat gevoerd kon worden komt bedrogen uit. Er is alleen nog maar een politiek debat. Met een bijna onsmakelijk onderscheid tussen opgetogen winnaars en verbijsterde verliezers. Een sfeertje van afrekenen. Dat moet snel van tafel, anders is de schade voor cultuur en economie niet te overzien. Wat het kabinet ook roept. Die schade geldt ook voor het unieke Nederlandse architectuurbeleid. De afgelopen decennia is er hard gewerkt aan de opbouw van een samenspel van architectuurnota’s, -instellingen, -onderwijs en een cultuurverandering in de praktijk met geïnspireerd en professioneel opdrachtgeverschap als één van de hoekstenen. En met een beperkt, toereikend stimuleringsbudget voor een bloeiend, innovatief architectuurklimaat. De BNA heeft er kritisch en positief altijd aan bijgedragen. En we waren er collectief trots op, zeker ook gezien de buitenlandse waardering. In dit bestel wordt nu een bres geschoten. Je mag hopen dat het een gericht schot is. Dat is misschien nog het meest positieve aan wat Zijlstra doet: een precisiebombardement. Alle lobby – inclusief het advies van de Raad voor Cultuur – ten spijt. Er is een duidelijke keuze gemaakt voor snelle helderheid, geen uitstel en geen kaasschaaf. Op zijn minst doortastend. Het voelt voor mij wel als een vegetariër die praat over hoe de slager zijn vee moet slachten. Als er dan toch geslacht moet worden, doe het snel. Wat echter zorgen baart is de visie op de toekomst. Het kabinet holt te snel achter het vaandel Creatieve Industrie aan, als topsector voor onze economie in nood. Dat moet geen goocheltruc worden. De BNA werkt samen met anderen in de Federatie Dutch Creative Industries (FDCI). Maar de creatieve industrie als georganiseerde sector bestaat nog niet. Zij ontwikkelt zich en is zeer, zeer divers. Ook de belangen van een goede willekeurige eenpitter met een creatief te vermarkten product zijn niet zonder meer hetzelfde als die van een architectenbureau dat in opdracht werkt van grote opdrachtgevers. En innovaties en ondersteuning moeten vooral ook aan het culturele veld, inclusief de architectonische ‘infrastructuur; gekoppeld blijven. Vanuit die culturele kracht kan ondernemerschap groeien. Met architectuur zijn we al wereldspeler, in een keiharde en complexe markt. Dat is niet vanzelf gegaan, maar met veel experiment in een oersoep van beleid en goede bedoelingen. Times they are a changin’. Mogelijk komen er kansen aan. Zoals vanuit één gezamenlijk instituut – NAi, Premsela en Virtueel Platform. Dat moet niet gesmoord worden in een op geld beluste speurtocht naar cross-overs, projectgelden en andere modieuze zaken. Dan gooien we het kind met het badwater weg. Nederland is gebaat bij een teerling die niet alleen geworpen wordt, maar die ook doet wat een teerling in de bouw doet: onderdeel vormen van een fundering. Voor beschaving, cultuur en economie. Den Haag is misschien hardleers en blind voor een long shot. Aan ons om haar scherp te houden! Rob Hendriks

BNABLAD #04/11

07


kort nieuws

kortom Veilig en gezond in de ontwerpfase

Advies Topteam ­Creatieve Industrie

De BNA ontwikkelt dit jaar samen met de stichting Arbouw, Aedes en Bouwend Nederland nieuwe instrumenten om de veiligheid en gezondheid van bouwmedewerkers te verbeteren.

Het Topteam Creatieve Industrie heeft in juni zijn advies aan minister Verhagen aangeboden. De BNA was als een van de partners van de Federatie Dutch Creative Industries (FDCI) bij de totstandkoming betrokken. Topteamvoorzitter Victor van der Chijs (partner/managing director OMA) presenteerde op de TU Delft de inhoud van het advies aan de leden van de bij de FDCI aangesloten verenigingen.

Op het gebied van veiligheid en gezondheid zijn de afgelopen jaren in de bouw grote stappen gezet. Uitvoerende bouwbedrijven hebben veel geïnvesteerd in arbeidshulpmiddelen die het werk in de bouw minder zwaar en minder belastend moeten maken. De bouw is echter ondanks die inspanningen nog steeds een sector waar relatief veel arbeidsongelukken gebeuren en die relatief belastend is voor de werknemers. Architecten, opdrachtgevers en bouwers kunnen gezamenlijk de bouw veiliger en gezonder maken door al in de ontwerpfase rekening te houden met de arbeidsbelasting die bepaalde materialen, constructieprincipes of uitvoeringsmethodes met zich meebrengen. Een deel van deze beslissingen wordt vastgelegd in een V&G-plan waarvan de architect in de ontwerpfase vaak de rol van coördinator vervult. De leidraad voor het maken van V&G-plannen in de ontwerpfase die de BNA samen met NLingenieurs in 1999 heeft gemaakt is inmiddels gedateerd. Daarnaast kreeg de BNA in de afgelopen periode signalen van de Arbeidsinspectie dat de kwaliteit van de V&G-plannen in de ontwerpfase te wensen over laat. Aanleiding genoeg om de bestaande kennis van architecten over V&G-plannen op te frissen. De BNA vernieuwt de bestaande brochure ‘Veilig en gezond ontwerpen’. Hierbij krijgt de BNA ondersteuning van Arbouw, Aboma en een begeleidingsgroep van leden. De vernieuwing van de brochure is aanleiding om ook het ‘Toetsingskader veilig onderhoud’ onder de aandacht van leden te brengen. Het toetsingskader geldt vanaf 1 juli 2012 als instrument om te bepalen of een gebouw veilig te onderhouden is. Het Bouwbesluit 2012 kent een nieuw artikel (6.54) dat specifiek eisen stelt aan de onderhoudbaarheid van gebouwen op arbotechnische wijze voor de werknemers in de onderhouden schoonmaakbranche. Begin december verschijnt de vernieuwde brochure ‘Veilig en gezond ontwerpen’, waarin op een integrale manier alle ontwerpaspecten aan de orde komen die een rol spelen bij het ontwerpen van een veilig en gezond te bouwen en onderhouden gebouw. Alexander Pastoors, beleidsmedewerker ontwerpproces en techniek

Het topteam bepleit innovatie-impulsen voor de creatieve sector als versterking van de Nederlandse economie. De creatieve industrie is volgens het topteam nu nog teveel in zichzelf gekeerd. Het doel van het advies is om juist de relaties met de andere topsectoren van de economie te versterken, daartoe is een toekomstagenda met vijf speerpunten opgesteld. Ondernemerschap, onderwijs en levenscyclus, met een Sectorplan Onderwijs en Incubators voor creatieve start-ups; Markt en opdrachtgeverschap, met een Stimuleringsprogramma Creatief Opdrachtgeverschap en een Fonds voor de Creatieve Industrie; Kennis en innovatie, met een Creatief Topinstituut en een vraaggestuurde sectorbrede onderzoeksagenda; Financiering en fiscaliteit, met een Creative Business Intelligence Platform voor nieuwe, alternatieve financieringsvormen en een Investeringsfonds voor de creatieve industrie; Internationalisering, met een Creative Industries Diplomatic Network en een sectorbreed internationaliseringsprogramma. Voor de uitvoering van deze agenda bepleit het topteam een Dutch Creative Industries Council (D-CIC), een licht en flexibel orgaan dat goed aansluit bij het karakter van de creatieve industrie en dicht bij de betrokken partijen staat. De FDCI en de BNA onderschrijven in grote lijnen de visie en ambities van het topteam en zijn tevreden dat veel elementen uit het Creatief Manifest van de FDCI zijn overgenomen. Toch zal de waarde ervan pas in de verdere uitwerking van deze globale plannen blijken, waarbij vooral voorkomen moet worden dat allerlei nieuwe en bestaande (gefuseerde) instituten elkaar voor de voeten gaan lopen en de kracht van de afzonderlijke disciplines verloren gaat. Ook worden zaken die door het topteam krachtig worden bepleit tegelijkertijd door de cultuurbezuinigingen tenietgedaan. Jacob van Rijs (MVRDV) merkte tijdens de bijeenkomst dan ook op dat internationalisering een speerpunt is voor het topteam en ook voor minister Verhagen, maar dat die voor architecten een gevoelige slag is toegedaan door de sluiting van het Berlage-instituut. De internationale studenten van dit instituut zijn voor veel architectenbureaus juist de ideale springplank naar het buitenland gebleken. Wilma Jansen, manager beleid Download het volledige rapport via www.rijksoverheid.nl

08

BNABLAD #04/11


kort nieuws

1e Amsterdamse Architectenbal

Bouwen in het ­buitenland

‘Heeft u ooit een architect zien dansen?’ Gastheer Jord den Hollander heeft zijn twijfels of men hier de crisis straks daadwerkelijk van zich af zal dansen – een van de gedachtes achter het 1e Amsterdamse Architectenbal. Toch is de dansvloer tegen middernacht bijzonder goed gevuld. Architecten houden wel van een feestje; ze waren er naar eigen zeggen helemaal aan toe.

In juni organiseerde de BNA in samenwerking met Syntens de bijeenkomst Bouwen in het buitenland: kansen voor architecten. Wat komt er kijken bij ondernemen in het buitenland?

Op de pont zijn ze al te herkennen: de architecten op weg naar het 1e Amsterdamse Architectenbal in de Toren Overhoeks. Ze hebben zich goed gehouden aan de dresscode van zwart-wit en polkadots, een enkeling heeft zich creatief uitgeleefd en de zwarte schoenen effectief beplakt met witte stippen. In de leegstaande toren, een ontwerp uit ’66 van Arthur Staal voor Shell, struikel je bij aankomst al over de ballen.‘Bal’ is het thema van dit bal. Er is een verkiezing van de Bal van het Jaar, waarbij Emma architecten en DUS architects in de prijzen vallen. En een lastige quiz, waar veel architecten ‘geen bal van begrijpen’, en die dan ook gewonnen wordt door een theatermaakster. Teken van leven ‘Het eerste Amsterdamse Architectenbal is een teken van leven,’ zegt Frederik Vermeesch, voorzitter van de Kring Amsterdam Kennemerland. Deze kring bedacht en organiseerde dit alles. ‘De beroepsgroep heeft een ellendige tijd achter de rug. Dit is een zonnig moment om te laten zien dat we er nog steeds zijn, volhardend en creatief en bruisend.’ De kring liet zich inspireren door het jaarlijkse Beaux Arts Ball van New Yorkse collega’s, inmiddels een 200 jaar oude traditie. Dat dit het juiste moment was om die traditie ook hier te beginnen, getuigt de grote drukte. Er is meer jong dan oud, maar ook de gevestigde garde is goed vertegenwoordigd. Balboekje Terwijl BNA-directeur Fred Schoorl de sterren van de hemel swingt, wordt er naast de dansvloer gepraat over werk, hoe de crisis te overleven, en over wie er nog meer is. Menigeen wil graag naar boven om de kroon van de toren en ook de rest van de stad te exploreren. Het blijven tenslotte architecten. Men is enthousiast over het initiatief en vindt het absoluut voor herhaling vatbaar. De Amsterdamse architectenwereld is volop in beweging en dat willen we vieren, staat in het balboekje. Het eerste architectenbal heeft laten zien dat het écht zo is. Willemijn de Jonge

BNABLAD #04/11

Voor een volle zaal vertelde Irma van Oort (partner bij KCAP) een verhaal uit de praktijk. KCAP heeft nevenvestigingen in Zürich en Sjanghai en veel ervaring opgedaan in het verkrijgen maar ook behouden van opdrachten. Cultuurverschillen, de buitenlandse bouwpraktijk en de taalbarrière zorgen voor een ingewikkelde uitdaging. De workshops die volgden gaven informatie over internationaal ondernemerschap. Het stappenplan voor internationaal innoveren van Syntens bleek een praktisch handvat. En wat kan NL EVD Internationaal voor architectenbureaus betekenen? Zij biedt onder andere informatie voor het maken van een landenkeuze en helpt bij het zoeken naar partners. Ook bij het leggen van contacten bij Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland en internationale organisaties verlenen zij ondersteuning. Bureau Buren van Velzen Guelen vertelde over de juridische en fiscale kansen en valkuilen voor architecten in het buitenland. Op één land werd dieper ingegaan; Duitsland. Marcel Blom (Benthem Crouwel Architects), Lodewijk Reijs (Duitsland coördinator DutchDFA), Rita de Graaf (economisch medewerker Ambassade Berlijn) en Patrick Janssen (Wirtschaftsberater General Consulaat Düsseldorf) vormden het panel van experts. Uit de vragen bleek dat ook werken in een buurland ingewikkeld is en veel kennis vraagt over cultuur en bouwpraktijk. Alleen al door de zestien Duitse deelstaten vanwege verschillen in cultuur en regelgeving. En belangrijk bleek het opbouwen en onderhouden van een netwerk. Niet alleen met lokale bouwpartners, ook met de lokale politiek. De evaluatie van deze middag laat zien dat de mening van deelnemers over bouwen in het buitenland niet veel is veranderd. Wel heeft men meer inzicht gekregen in de benodigde voorbereidingen en zowel kansen als risico’s beter voor ogen. Lonneke Bakkeren, manager leden www.syntens.nl www.agentschapnl.nl (NL EVD Internationaal) www.bvvg.nl www.niederlandeweb.de www.dutchdfa.com/germany (binnenkort verschijnt het onderzoek over marktkansen en mogelijkheden in Duitsland voor design, mode en architectuur) www.bna.nl (een handvat voor ondernemen in het buitenland biedt het dossier Buitenland)

09


ARTIKEL Beeld Hoofdkantoor Essent in Den Bosch. Ontwerp: Pi de Bruijn, de Architekten Cie. Foto: Daria Scagliola

Bij de architect komt alles samen Geïntegreerde contracten: kansen en risico’s voor het vak

10

BNABLAD #04/11


ARTIKEL

Van oudsher staat de architect van alle partijen in de bouwkolom het dichtst bij de opdrachtgever. Hij fungeert als raadsheer en vertrouwenspersoon. Met de opkomst van geïntegreerde contractvormen staat de architect ­ineens aan de andere kant van de lijn, namelijk aan die van de opdrachtnemer. Het consortium of de bouwer is nu degene die zijn rekeningen betaalt. Wat betekent dat voor de rol en positie van de architect in het proces, en wat zijn de gevolgen voor de architectonische kwaliteit? Vier ­architecten over hun ervaringen met nieuwe contract­vormen. ‘Voor een goed gebouw heb je een ­opdrachtgever nodig.’ ––

Tekst Anne Luijten

Geïntegreerde contracten zijn in opmars. Ze zijn er in soorten en maten, van een ‘eenvoudig’ Design and Build-contract (DB) tot een uitgebreid DBFMO-contract, waarin ook financiering, onderhoud en exploitatie over een bepaalde termijn zijn meegenomen. De Rijksgebouwendienst en steeds meer lagere overheden en andere opdrachtgevers, zoals scholenbesturen, stappen over op deze nieuwe aanbestedings- en contractvormen. In de beroepsgroep brengt dit nogal wat beroering teweeg. Wordt de architect hiermee niet gedegradeerd tot slechts één van de adviseurs in het team? Wat is zijn rol tijdens de uitvoering, heeft hij mogelijkheden om de kwaliteit van het ontwerp overeind te houden? De ervaringen tot dusver zijn wisselend. Jeroen van Schooten is positief over zijn ervaringen met de Rijksgebouwendienst voor het Ministerie van Financiën en recentelijk de Kromhoutkazerne. Het hoge tempo waar het contract de uitvoerder toe dwong zorgde juist voor een relatief ongeschonden realisering van zijn ontwerp. Maar er zijn ook risico’s voor de kwaliteitsbewaking en zelfs ligt het gevaar op de loer dat de architect na inlevering van het VO vriendelijk wordt bedankt en weg kan wezen, stelt Erik van Eck. Sturen op prijs en tempo maken discussies over kwaliteit met de nieuwe opdrachtgever ingewikkeld en vaak zelfs bij voorbaat kansloos. Kortom, nieuwe contractvormen gaan zeker een verschuiving teweegbrengen in het vak. Een zekere zelfbewuste houding is aan te raden voordat je als bureau in zee gaat met een consortium of aannemer in een geïntegreerd contract: wees bewust van je toegevoegde waarde als architect en van de mogelijkheden én beperkingen die het contract en de contractpartners je bieden.

BNABLAD #04/11

Processen ontwerpen Titia Luiten van JHK Architecten deed de nodige ervaring op met D+B-contracten voor een basisschool en een bedrijfsverzamelgebouw. Een grote verandering voor de architect vindt zij het toenemende belang van proceskennis en deze weten te integreren in het ontwerp. ‘Je moet als architect goed je processen weten te ontwerpen. Weten wanneer je wat vastlegt. In een vroeg stadium moet je al keuzes maken ten aanzien van de detaillering en materialisering. Ook moet je in het proces de kwaliteitsbewaking kunnen borgen. Daarvoor moet je strategieën vastleggen in het DO. De vraag is dus niet meer alleen: wat is een goed ontwerp voor deze vraag, maar vooral ook: op welke manier doorstaat dit ontwerp het proces?’ De architect moet met andere woorden in een vroeg stadium al vrij precies weten wat hij wil en dat vastleggen in het contract. Voor Titia Luiten is het daarom een voordeel om te werken met een modulaire aanpak van het ontwerp, waardoor je in een vroeg stadium al veel bijzonderheden kunt vastleggen. Een grote mate van vakmanschap is in ieder geval vereist. Juist omdát het ontwerp onderdeel is van de bieding en het contract, wordt de kwaliteit geborgd, aldus Jeroen van Schooten van Meyer en Van Schooten architecten. Het is een juridisch bindend stuk geworden, wat oeverloze discussies in de uitvoering voorkomt. Het staat immers zo in het contract. ‘Hoe meer volledig je bent in je ontwerp en de uitwerking daarvan, hoe meer houvast je hebt als architect. Als ze zeggen ‘maak maar een schetsje’ en in de stukken veel wordt opengelaten, dan wordt het veel moeilij-

11


ARTIKEL

Beeld Frederikkazerne in Den Haag. Ontwerp: Broekbakema. Beeld: Broekbakema

ker om onderweg de kwaliteit af te dwingen. Het voordeel van het contract is: what you see is what you get. Ik heb dan ook nog nooit zoals in DBFMO-projecten meegemaakt dat het initiële ontwerp zo relatief ongeschonden wordt uitgevoerd. Dat is een openbaring.’ Het tempo waarin het contract de uitvoerder dwingt speelt daar ook een belangrijke rol in. Omdat de aannemer haast had, had hij geen zin in veel overdrachten aan andere partijen gaandeweg en kreeg Van Schooten een bijna volledige opdracht. De architect is dan de spin in het web die als enige partij alle kennis heeft van de planvormings- en uitvoeringsprocessen.

Vrijheid Het werken naar de letter van het contract kan ook nadelen hebben, stelt Erik van Eck van Broekbakema. Het betekent óók dat alle vrijheid is verdwenen, terwijl in de beginfase een ontwerp is aangeboden dat waarschijnlijk nog niet tot op het schroefje is uitgewerkt. ‘In de

‘Je moet als architect goed je processen weten te ontwerpen’ uitvoering kom je altijd dingen tegen die verder moeten worden uitgewerkt. Dan ligt het maar heel erg aan de aannemer of hij kiest voor de goedkoopste weg of dat hij naar jou luistert.’ De meeste risico’s voor de kwaliteit liggen in de uitvoeringsfase, beaamt ook Frank Segaar van de Architekten Cie. ‘In eerste instantie ben jij de initiator, iedereen luistert naar jou, want jij komt met het ontwerp. De andere partijen aan tafel

12

reageren daar op. In je ontwerp moet je meer dan in traditionele contracten een strateeg zijn. Je moet belangen kunnen afwegen en inschatten. Gaandeweg richting uitvoering verlies je de lead, word je meer één van de adviseurs. Dan gaat het ontwerp van leidend naar lijdend voorwerp.’ Voor Van Schooten is het werken in een breed samengesteld team eerder een verruiming dan een beperking gebleken, waarin hij als architect de lead had. Ook Segaar vindt een breed team prettig werken. ‘Het is ontzettend leuk om gelijk met alle partijen en kennis aan tafel te zitten en direct feedback te krijgen. Je kunt zo veel gemakkelijker doorpakken met elkaar.’ De lead hebben is ook een kwestie van de lead némen, stelt Luiten. ‘Mijn ervaring is dat je vaak de enige partij bent die het overzicht heeft. Bij jou als architect komt alles samen.’ Het werken in een breed samengesteld team vraagt dan ook de nodige vaardigheden van de architect, in ieder geval op communicatief en strategisch vlak. Maar veel architecten missen vooral de communicatie die je als ontwerper van oudsher hebt met de opdrachtgever. Want die spreek je niet of nauwelijks. Vaak is het contact beperkt tot een toelichting in de beginfase, die verkrampt en afstandelijk verloopt vanwege het biedingsproces. Segaar: ‘Het totale traject is sterk gejuridificeerd. De open discussie met elkaar wordt zeer beperkt.’ Van Eck vindt het ontbreken van dat contact het lastigste punt van werken met geïntegreerde contracten. ‘In een outputspecificatie is alles vaak zo abstract en ingewikkeld beschreven. Op basis van summiere

BNABLAD #04/11


ARTIKEL Beeld BioPartner Accelerator in Leiden. Ontwerp: JHK Architecten. Foto: Barbara Burg + Oliver Schuh

Traditioneel

OPDRACHTGEVER/eigenaar PVE GEBRUIKER JURIDISCH

FACILITAIR

EIGENAAR

FINANCIERING

DIRECTIEVOERING

ONTWERP

TOEZICHT COÖRDINATIE

KOSTEN

COÖRDINATIE BOUW

BOUWEN

TECH. UITWERKING

TECH. CONTROLE

LOGISTIEK

ARChitect/bouwmeester

AANNEMER/BOUWER

Tussenvormen PVE GEBRUIKER JURIDISCH FACILITAIR

informatie moet je allerlei vergaande besluiten nemen. Dan zou het zo veel eenvoudiger zijn om gewoon met elkaar aan tafel te gaan en te vragen ‘wat wil je nou eigenlijk?’. De oplossingen zijn dan vaak heel simpel. Het lijkt erop alsof opdrachtgevers vooral geen zin hebben in lastige processen. Zo zijn deze contracten natuurlijk ook ontstaan: het consortium moet een aantal zorgen wegnemen bij de opdrachtgever. Het is nu ‘geef mij maar een goed gebouw’, maar in mijn optiek is daarvoor toch een opdrachtgever nodig.’

EIGENAAR

FINANCIERING

DIRECTIEVOERING

ONTWERP

TOEZICHT COÖRDINATIE

KOSTEN

COÖRDINATIE BOUW BOUWEN

TECH. UITWERKING

TECH. CONTROLE LOGISTIEK

Overgeleverd aan de aannemer Van Schooten is positiever over het werken met outputspecificaties. In zijn ervaring disciplineert het de opdrachtgever: ze hebben vantevoren al heel goed nagedacht over wat ze precies willen. ‘Je krijgt daardoor een veel evenwichtiger programma aangeleverd. En laten we eerlijk zijn, ook bij traditionele contracten is de werkelijkheid helaas al lang niet meer zo romantisch als we graag zouden willen. In de praktijk werk je vaak voor een projectontwikkelaar en anonieme huurders.’ Zeker in een groot DBFMO-contract zijn er volgens Van Schooten juist kansen voor een integrale, kwalitatieve benadering van het ontwerp. Door middel van harde cijfers kunnen ontwerpbeslissingen worden gerechtvaardigd. Zo is een natuurstenen vloer in initiële investering kostbaarder dan marmoleum maar levert hij voor de looptijd van het contract juist een kostenbesparing op in het onderhoudsbudget omdat hij in tegenstelling tot een marmoleumvloer niet hoeft te worden vervangen. Cruciaal is in ieder geval dat de opdrachtgever

BNABLAD #04/11

PPS OPDRACHTGEVER/eigenaar PVE JURIDISCH

GEBRUIKER FACILITAIR

EIGENAAR

ONTWERP

FINANCIERING

DIRECTIEVOERING

TOEZICHT COÖRDINATIE

KOSTEN

COÖRDINATIE BOUW TECH. UITWERKING

BOUWEN

consortium

TECH. CONTROLE LOGISTIEK

Beeld Contractvorm diagrammen. Schema: Meyer en Van Schooten Architecten

13


ARTIKEL

het belang ziet van kwaliteit en niet puur op prijs selecteert. Hierin zitten de grootste gevaren. Niet instappen als de randvoorwaarden niet kloppen en je alleen de goedkoopste optie mag maken, waarschuwen Segaar en Van Schooten. Als het alleen om zo goedkoop mogelijk gaat, wordt je als architect roepende in de woestijn en feitelijk overgeleverd aan de aannemer, zegt Luiten. ‘Terwijl, als een opdrachtgever op

‘Het totale traject is sterk gejuridificeerd’ kwaliteit stuurt, dan ziet hij ook de toegevoegde waarde van de architect. Dan krijg je die rol ook in de uitvoering.’ Luiten en Van Eck zien het gevaar opdoemen van een architect die niet verder komt dan het VO. Terwijl de cruciale fase in de uitvoering zit. ‘Uitvoering is voor ons ook inhoud,’ zegt Luiten. Van Eck: ‘Er wordt geboden op basis van het VO, waarin al veel meer werk zit dan feitelijk gevraagd is. Het gevaar bestaat dat er vervolgens al zo veel meer ligt dat je als architect wordt afgeserveerd als niet meer nodig. Veel bouwbedrijven hebben tegenwoordig een eigen tekenbureau. Dat zou een risicovolle tendens kunnen zijn.’

Oeverloos Tijd en geld, is het nu werkelijk zo dat er bij geïntegreerde contracten meer spanning zit tussen deze factoren enerzijds en aan de andere kant kwaliteit? Als er immers een prijs en opleveringsdatum is overeengekomen is er weinig tot geen ruimte voor wijzigingen. De

Beeld Ministerie van Financiën in Den Haag. Ontwerp: Meyer en Van Schooten Architecten. Foto: Imre Csany

14

sneltrein dendert ondertussen door. De consequentie daarvan is dat zoveel mogelijk kwaliteit al in de bieding moet worden gestopt. Maar hoe zit het met de wijzigingen of vragen die onvermijdelijk onderweg tegen gaat komen? De aannemer heeft geen belang om meer te betalen voor kwaliteit. Toch levert het werken onder deze hoge tijds- en gelddruk ook positieve punten op in termen van dynamiek en besluitvaardigheid. De eindeloze discussies over budget en meer- en minderwerk zijn verleden tijd. En traditionele contracten leiden vaak tot trage processen, zeker als de opdrachtgever een grote organisatie betreft met hiërarchische structuur. De oeverloze discussies en vaak bezuinigingen onderweg maken het domweg onmogelijk om de initiële kwaliteit te behalen, die in geïntegreerde contracten juridisch is vastgelegd. Een risico voor het vak ten slotte zou kunnen zijn dat jonge, onervaren bureaus niet aan de bak komen. Alleen de grote, brede bureaus zijn toegericht op deze complexe opdrachten. Jeroen van Schooten: ‘Maar geldt dat niet evenzeer in een traditioneel contract en een ingewikkeld project? Dat wordt ook niet aan een onervaren architect gegund.’ De ervaring van Luiten op dit vlak is positief: zij ziet haar opdrachtenpalet juist veelkleuriger worden. ‘Wij zien kansen om in andere markten terecht te komen door deze contracten. Een geselecteerde bouwer die ons al kende van eerdere projecten vroeg ons om een basisschool te ontwerpen. Als dat project via een traditionele Europese architectenselectie was aanbesteed, hadden wij als bureau nooit een kans gehad.’

Beeld Gemeentehuis in Hardenberg. Ontwerp: Branimir Medic´ en Pero Puljiz, de Architekten Cie. Beeld: de Architekten Cie.

BNABLAD #04/11


RUBRIEK

■De Vondst

Waarom ziet een gebouw eruit zoals het eruitziet? De architect van het gebouw bespreekt een slimme oplossing in zijn ontwerp.

Tekst Kirsten Hannema Beeld Dana Ponec architecten

Dubbele kappenrij

De dubbele rij kappen die Dana Ponec voor het nieuwe dienstencentrum in Cuijk ontwierp, wekt de illusie dat het enorme gebouw uit een verzameling huizen bestaat. Het dienstencentrum is met 14.000 m² vloeroppervlak verreweg het grootste nieuwe gebouw van Cuijk en staat pal aan het centrale dorpsplein. Om een al te grote clash tussen het kleinschalige dorp en de nieuwbouw te voorkomen, werkte de architect het idee uit van een gebouw als reeks bakstenen panden met zadeldaken. Onderling worden de panden nog eens verdeeld door een passage en een steeg. En qua materialen ademt het gebouw de sfeer van het dorps industriële verleden (zo komt de klei voor de bakstenen uit Cuijk). De opdrachtgever was direct enthousiast. ‘Eigenlijk is het gewoon één volume,’ zegt architect Dana Ponec over het dienstencentrum, dat commerciële ruimte, BNABLAD #04/11

kantoren, appartementen, grondgebonden woningen en een ondergrondse parkeergarage omvat. ‘Maar door de gevel vanuit perspectief te bekijken, werkt het gebouw als een verzameling huizen.’ Het plan bleek echter alleen financieel haalbaar als de gehele bovenste verdieping uit nuttig vloeroppervlak zou bestaan. Een lastig ontwerpprobleem, want als de kappen zouden komen te vervallen, was het hele concept weg. De oplossing diende zich aan toen Ponec in Praag was om les te geven. Het kubistische gebouw van architect Otakar Novotný met zijn dikke daklijst inspireerde haar. Ze mailde direct een foto naar het bureau: ‘Is dit misschien wat?’ Zodoende werd het ontwerp uiteindelijk een ‘doos met een hele dikke dubbele gevel’. Een simpel idee, maar de technische uitwerking was lang niet eenvoudig. Waar de ‘huizen’ in elkaar schuiven ontstaan allerlei lastige aansluitingen, zoals op de

plaatsen waar de spanten van de kappen samenkomen. Toch is het, samen met de aannemer, gelukt de optische illusie tot in detail door te voeren. Project Dienstencentrum, Cuijk (2011) Architect Dana Ponec architecten Opdrachtgever Mooiland Vastgoedontwikkeling Programma Winkel/bedrijfsruimte, kantoren, appartementen, grondgebonden woningen, parkeergarage BVO: 14.000 m²

15


SERIE ONDERNEMERSCHAP

Beeld Het kantoor van ARX Architecten

16

BNABLAD #04/11


SERIE ONDERNEMERSCHAP

Breed × diep × ver Ondernemen betekent keuzes maken en risico’s nemen. In dit deel van de serie over integraal ondernemerschap komen architecten aan het woord die bewust de grenzen van het vak oprekken. Dat levert nieuwe inzichten op én werk. ––

Tekst Ellen Meijer

Veel opdrachtgevers zien architecten als dienstbare uitvoerders: aan de hand van een programma van eisen ontwerpen ze een gebouw. Een leverancier van tekeningen is het laatste wat Björn van Rheenen en Alfonso Wolbert willen zijn. Beide ­architect-directeuren bewandelen met hun bureau de weg van initiatief nemen en samenwerken met andere disciplines. Zoals dat gaat bij ondernemen wordt niet elk project een succes, toch ligt hier ­volgens hen de toekomst van het vak.

Grond kopen Na de zoveelste vraag om alleen een schets was Van Rheenen de houding van professionele opdrachtgevers zat. Hij besloot zijn eigen plan te trekken en zelf initiatieven te ontwikkelen om de markt mee op te gaan. Met als resultaat dat zijn bureau Sponge Architects een groot netwerk heeft opgebouwd van specialisten uit uiteenlopende sectoren. Als hij de ruimte krijgt, gaan de diensten van Van Rheenen ver. Bij de inrichting van het Panoramaterras op Schiphol strekte zijn werk zich uit van de esthetiek van de ruimte tot de exploitatie, begrotingen maken en ideeën ontwikkelen om andere partijen bij het project te betrekken. Hij wil zich als adviseur van de opdrachtgever bezig houden met concept en strategie: ‘Het gaat me meer om de manier van een opdracht benaderen dan om wat ik ontwerp.’ Interactie met andere disciplines zoekt hij via structurele samenwerking en projecten. Met de directeur van Scope Bouwmanagement is hij een vof gestart (Scope&Sponge). Het tweetal heeft grond gekocht in Almere voor een nog te bouwen villa. Met een theatermaker bedacht hij ‘Creative cargo’, een plan voor verplaatsbare creatieve broedplaatsen gebaseerd op unitbouw met zeecontainers. Een ondernemingsplan is er niet. Althans, niet op papier. Van Rheenen stelt zichzelf doelen en zet zijn antennes aan voor kansen die voorbij komen. Verder verloopt het ondernemen in zijn beleving organisch: ‘Een doel is voor mij een aanleiding om een bepaalde kant op te gaan. Vaak kom ik onderweg andere dingen tegen die me verrassen.’

Actieve houding Nog vóór de crisis drong bij ARX Architecten het besef door dat de architectenwereld er slecht voor

BNABLAD #04/11

staat. Wolbert hoorde collega’s klagen dat hun vak verwaterde tot geveltjes schetsen. Op dat moment groeide zijn bureau en was hij op zoek naar een nieuwe locatie: ‘Je vraagt je dan af hoe zo’n plek eruit moet zien. Weer een kantoorgebouw waar van acht tot vijf mensen zitten en dat de rest van de tijd leeg staat?’ Hij vond een voormalige theaterruimte waar in het verleden creatieve activiteiten plaatsvonden. Het bureau pakte die draad weer op. Wolbert: ‘We hebben iemand aangenomen die ­theatervoorstellingen, jazz- en filmavonden organiseert vanuit het idee dat die dingen ons ook inspireren.’ Het denken over de locatie bracht hem op de identiteit van de architect: ‘Wij kunnen veel meer dan ontwerpen. Als we onze creativiteit en analytisch vermogen inzetten voor het volledige concept en proces weet ik zeker dat opdrachtgevers daarmee kunnen verdienen. Het vraagt een proactieve houding van de architect, maar de noodzaak om in actie te komen was toch al versterkt door de crisis.’ Hij wil de basiskwaliteiten van het bureau versterken, maar ook verder weg kijken naar andere

‘Ik zie dit als experiment, kijken of het lukt’ vak- en werkgebieden. Dat streven geeft richting aan het ondernemen: ‘Om de risico’s te kunnen dragen, moet je een middelgroot bureau zijn. We zijn nu met twaalf mensen, er is dus groei nodig. Onze doelstelling luidt: verbeteren, verbreden en de omzet vergroten.’

Meedenken Om de ambities waar te maken, heeft het bureau ARX Lab opgericht. In dit architectenatelier worden concepten bedacht, uitvindingen gedaan, ontwerpen gemaakt. Voor studies naar bijvoorbeeld zorg of energieneutraal ontwerpen benadert het bureau mensen uit allerlei disciplines zoals de auto-industrie, ruimtevaart of agrarische sector. Wolbert: ‘In de traditionele manier van werken komen de technische mensen pas bij een project wanneer het ontwerp in grote lijnen klaar is. Wij zetten de constructeur, bouwfysicus, energiespecialist en landschapsarchitect direct bij elkaar. De architect

17


SERIE ONDERNEMERSCHAP

heeft dan de taak om te coördineren en enthousiasmeren. Want iedereen wacht bij de eerste vergadering tot de ander wat heeft gezegd. Als wij ze vragen mee te denken, komt het proces schoorvoetend op gang en blijkt uiteindelijk iedereen een inbreng te hebben die het ontwerp verrijkt.’ ARX Lab is vervlochten met de ontwerpopdrachten van het bureau. Zo werd voor een prijsvraag over nulenergiewoningen de kennis gebruikt van de projectgroep zorg. Wolbert: ‘Hoewel de opdrachtgever er niet om vroeg, hebben wij erop gewezen dat er aandacht zou moeten zijn voor zorg. Bijvoorbeeld

’Innoveren kun je niet alleen vanuit je eigen vak’ door standaard ruimte vrij te houden voor een huiskamerlift en basisvoorzieningen aan te leggen voor domotica. Die toevoeging droeg eraan bij dat we wonnen.’

Sparringpartner Wie zijn nek uitsteekt, loopt de kans zijn hoofd te stoten. ‘Dat is ondernemerschap’, meent Van Rheenen, ‘niet elk project slaagt.’ De villa in Almere staat nog te koop omdat sinds de crisis de klad zit in de hogere segmenten van de woningmarkt. Hij kan eten van wat hij doet, maar het is geen vetpot. Met regulier werk waarborgt hij de continuïteit van zijn bedrijf: ‘In die zin ben ik pragmatisch. Betaalde opdrachten gaan voor. Maar ieder uur dat overblijft, steek ik in eigen projecten.’ Hoewel Sponge één medewerker op de loonlijst heeft, beschouwt hij zijn bureau als groot: ‘Ik werk samen met mensen die expertise hebben op allerlei terreinen; zij zitten maar één telefoontje verderop. Ik zou wel wat willen groeien, maar een groot bureau ambieer ik niet. Meer omvang kun je ook op andere manieren creëren. Ik werk bijvoorbeeld samen met een groot architectenbureau, Grunstra Architectengroep BNA, om onze gezamenlijke marktpositie te versterken. Dat doen we vanuit de eigenheid van beide bureaus zodat we ieder onze specifieke kwaliteiten kunnen

laten zien.’ Particuliere klanten heeft Van Rheenen weinig. De meesten denken dat hij uitsluitend projectontwikkeling en grote projecten doet. Ook opdrachtgevers die alleen tekenklussen uitbesteden, slaan hem over. ‘Niet iedereen wil een meedenkende architect’, vermoedt hij. ‘Aan de andere kant ontmoet ik door mijn werkwijze mensen op interessante posities die in mij een sparringpartner zien. Zij vinden mijn combinatie van creatief en ondernemend zijn juist prettig.’ De rode draad zit voor hem in problemen oplossen en de wereld verbeteren. Dat profiel is nog te algemeen, merkt hij: ‘Stel dat een opdrachtgever een appartementencomplex wil met parkeerkelder en een mix van koop en sociale huur. Dan zoekt hij iemand die dat al tien keer heeft gedaan. De meesten durven het niet aan een ander een kans te geven.’ Desondanks blijft hij bij zijn keuze om als generalist te werken, ook al heeft hij soms een maand minder inkomsten: ‘Als ik mijn drijfveren loslaat, kan ik net zo goed een saaie kantoorbaan zoeken. Ik zie dit als experiment, kijken of het lukt.’

Kennis delen ARX Lab startte twee jaar geleden met een pilotproject. Omdat het zo goed loopt, heeft Wolbert onlangs besloten ermee verder te gaan. De komende tijd staan vier projecten op stapel, waaronder een studie naar werken in China en de ontwikkeling van een duurzame kippenstal. Kennis stapelen brengt volgens hem veel werk binnen: ‘Innoveren kun je niet alleen vanuit je eigen vak en zeker niet alleen vanuit je eigen bureau. Door de inbreng van buiten maken we betere ontwerpen waardoor we bij meer opdrachtgevers in beeld komen. Mensen benaderen ons spontaan om deel te nemen in projecten.’ Hij krijgt wel eens het ‘verwijt’ dat zijn bureau makkelijk praten heeft omdat het veel prijsvragen wint. Zelf denkt hij dat het meer in de houding zit: ‘We nemen risico en we delen kennis, dat blijkt te werken. Overigens hoeven we niet alles voor onszelf te houden. Architecten met een goed idee mogen gerust gebruik maken van onze faciliteiten. Ook dat past bij breder en beter ondernemen.’

Beeld Het kantoor van SPONGE Architecten in Amsterdam. Foto: Björn van Rheenen

18

BNABLAD #04/11


RUBRIEK

■Studentenwerk

In deze rubriek aandacht voor bijzondere afstudeerprojecten van architectuurstudenten.

Tekst Kirsten Hannema

Verticale kas Verbazing over de ongezonde voedselconsumptie in haar omgeving – Amsterdam-Noord – bracht Amber Beernink ertoe een gebouw te maken waarin de teler en de stedelijke consument zo dicht mogelijk bij elkaar worden gebracht.

‘Voor mijn afstuderen wilde ik een actueel maatschappelijk probleem aanpakken’, vertelt Beernink. ‘Ik heb me altijd verbaasd over hoe ongezond en weinig duurzaam de voedselindustrie in elkaar zit, en hoeveel onwetendheid er hierover bij de consument bestaat.’ Een eerste stap om de situatie te verbeteren, meent de ontwerpster, is om lokaal te gaan produceren. Juist in de stad, waar grond schaars is en het meeste voedsel nodig is, is dat een uitdaging. Van meet af aan was dan ook duidelijk dat het ontwerp ‘de lucht in’ moest. Vandaar de verticale kas, die op de kop van het Amsterdamse Java-eiland is ontworpen. Drie wensen bepaalden de keuze voor deze plek: de aanwezigheid van voldoende zonlicht (zodat geen kunstlicht nodig is voor de productie), zichtbaarheid en ruimte voor openbaar programma, in relatie tot de stad. Op maaiveldniveau is een groot (markt) plein, dat overvloeit in de supermarkt onderin het gebouw. Helemaal bovenin is een restaurant waar, uiteraard, gekookt wordt met eigen gewassen. Daar tussenin zijn de negen kasverdiepingen. Voor de inrichting van deze ruimten zocht Beernink contact met de Universiteit van Wageningen. Uitgangspunt was om de productie zo efficiënt mogelijk te organiseren, als een ‘machine voor voedsel’. Het gebouw is ook als een kweekmachine opgebouwd: transparant en lichtgewicht. Een stalen vakwerkconstructie zorgt dat zo veel mogelijk daglicht binnenvalt, ETFE-kussens dragen de windbelasting op de gevels af. De vloeren zijn gevuld met water van diep onder de grond, waar de temperatuur constant is. Via de spouw in de gevel en de luchtkanalen in de vloeren wordt het gebouw extra gekoeld. ‘Voor mij was het een experiment om me te laten leiden door de techniek, en de vorm los te laten’, vertelt de jonge architect. ‘Dat dat gelukt is, vind ik het meest geslaagde aan mijn project. Hoewel ik ook hoop dat het ooit ergens gerealiseerd zal worden.’

Ontwerp Amber Beernink Opleiding Academie van Bouwkunst, Amsterdam

BNABLAD #04/11

19


DOSSIER

■dossier De Nieuwe Regeling 2011 Onderwerpen uit de dagelijkse praktijk van de architect worden in een uitgebreid dossier van alle kanten belicht.

What’s new? Eind augustus ontvangen alle BNAleden, de zusterorganisaties en grote opdrachtgevers de DNR 2011, per mail. U leest het goed; de DNR 2011 is digitaal. Het blijft overigens ook mogelijk om gedrukte exemplaren te bestellen. De herziening van de DNR 2005 heeft geresulteerd in inhoudelijke wijzigingen, duidelijkere formuleringen en een betere aansluiting op bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek. Nieuw is het tweesporige aansprakelijkheidsregime in artikel 15. Bij het aangaan van de overeenkomst moeten adviseur en opdrachtgever kiezen voor een aansprakelijkheid van € 1.000.000 of € 2.500.000. Er was in de praktijk behoefte om bepaalde opdrachtgevers met een ruimere aansprakelijkheid tegemoet te kunnen treden. Tegelijkertijd mocht daar geen automatische verhoging van de beroepsaansprakelijkheidspremie tegenover staan. Het nieuwe artikel 15 is het ei van Columbus dat aan beide behoeftes tegemoet komt. In de Tekstvergelijking DNR 2005-2011 die ook per mail wordt verzonden - zijn álle wijzigingen na te lezen: de herstelde taalfouten, maar ook meer inhoudelijke wijzigingen zoals een nadere regeling van ‘vertraging van de opdracht’, de limitatieve regeling van de opzeggingsgronden, een duidelijker ijkpunt van de betalingsverplichting bij opzegging van de opdracht, en duidelijkheid over de aanmerking van ‘reistijd’ als ‘bestede tijd’.

De samenwerking Het heeft even geduurd, maar dan heb je ook wat: de DNR 2011. Deze algemene voorwaarden, die voor architecten en ingenieurs de rechtsverhouding met hun opdrachtgevers regelen, zijn net als de vorige versie een coproductie van BNA en NLingenieurs. Hoe is de samenwerking verlopen?

––

Tekst Marc Mijer & Nelleke van Thiel

De kleine lettertjes. Dat is wat de DNR voor architecten en ingenieurs is: de algemene voorwaarden van de overeenkomsten met opdrachtgevers. Over de inhoud van de werkzaamheden, de planning en het honorarium vinden meestal concrete besprekingen plaats. Maar over bepaalde zaken heb je het eigenlijk nauwelijks, terwijl die toch van belang kunnen zijn. Zoals aansprakelijkheid, gronden voor opzegging, het auteursrecht en de manier waarop eventuele geschillen opgelost moeten worden. Het is handig om dit soort kwesties min of meer automatisch goed te regelen. Eén klant, één regeling Nadat de ingenieurs en de architecten jarenlang aparte voorwaarden hanteerden, zag in 2005 de eerste gezamenlijke regeling het licht. Bij de herziening, die nu als DNR 2011 gepresenteerd wordt, sloegen beide beroepsgroepen opnieuw de handen ineen. ‘De integratie tussen beide disciplines gaat door,’ aldus Freerk Hoekstra, architect en lid van de DNR Stuurgroep. ‘Die ene bouwheer van vroeger is steeds vaker een consortium waarin architecten en ingenieurs als adviseurs beiden een plaats hebben. Aan ontwikkelingen in het buitenland zie je dat die trend zich zal voortzetten.’ Ingenieur Frank Sperling, namens NLingenieurs ook lid van de DNR Stuurgroep: ‘Je kunt het een opdrachtgever niet aandoen om met verschillende voorwaarden aan te komen. (On)gedeelde belangen De reden om (opnieuw) gezamenlijk aan idem voorwaarden te werken, is duidelijk. Maar dat brengt wel wat met zich mee.

20

Want ook al gebeurt het gelijktijdig; als een proces twee organisaties doorloopt, kost dat tijd. En niet alle belangen worden gedeeld. Bijvoorbeeld de aansprakelijkheid. Opdrachtgevers leggen het liefst een onbeperkte aansprakelijkheid bij hun adviseurs neer. Architecten werken vaker voor kleine opdrachtgevers en de bijbehorende lage honoraria. Zij willen dan niet aansprakelijk zijn voor bedragen die daar disproportioneel bij afsteken. Ingenieurs kennen nauwelijks kleine opdrachten en hebben er geen belang bij om over een vergaande aansprakelijkheidsbeperking te steggelen met opdrachtgevers. Overbruggen De Stuurgroep, bestaande uit twee architecten, twee ingenieurs en de directeuren van beide beroepsverenigingen, fungeerde als klankbord voor de DNR-teksten die de Werkgroep schreef. Hoe gingen beide bloedgroepen tijdens de besprekingen om met controversiële onderwerpen zoals de aansprakelijkheidsregeling? ‘Goed’, antwoordt Sperling resoluut. ‘Er is nooit met de vuist op tafel geslagen. De twee beroepsgroepen kennen elkaar goed. Daardoor bestaat er begrip voor elkaars situatie.’ Hoekstra: ‘Het overbruggen van de verschillen is een kwestie van geduld. Dat betekent onderzoek doen, spreken met partijen zoals opdrachtgevers en verzekeraars en ruggespraak plegen met de achterban. En nu is daar dan weer één regeling uit gerold. ‘Logisch’, vindt Sperling. ‘Architecten en ingenieurs zijn met dezelfde dingen bezig. De belangen zijn toch voornamelijk gedeelde belangen.’

BNABLAD #04/11


DOSSIER

dossier■ De Nieuwe Regeling 2011

Het Proces

Gebruiksaanwijzing(en)

Waarom was de herziening van de DNR nodig? En hoe komt zoiets tot stand? Het antwoord komt van hoogleraar Bouwrecht en directeur van het Instituut voor Bouwrecht Monika Chao-Duivis en van Agnes Evers, die een kwart eeuw beleidsmedewerker Juridische Zaken was bij de BNA. Samen verrichtten zij het concrete denk- en schrijfwerk.

De DNR is geschikt voor geïntegreerde contracten. Hoe werkt dat dan in de praktijk? Het antwoord luidt: ‘back to back’. Wat dat precies betekent, valt te lezen in de Leidraad voor het werken met geïntegreerde contracten. Daarin staat beschreven hoe het gaat als een opdrachtnemer, die contracteerde op basis van de UAV-GC 2005 of een DBFMO-contract, een contract afsluit met een architect. Gelden de afspraken die de opdrachtnemer maakte met zijn opdrachtgever nu ook automatisch voor de relatie opdrachtnemer-architect? Of moeten er andere afspraken gemaakt worden? Waar moet dan op gelet worden om te voorkomen dat niemand tussen wal en schip valt? Deze digitale Leidraad is alleen beschikbaar voor leden van BNA en NLingenieurs, en zal tegelijkertijd met de DNR per mail worden verspreid. Hetzelfde geldt voor de herziene Raampolis en de nieuwe Gebruikshandleiding bij de DNR 2011. Deze handleiding heeft als doel het inzicht in de DNR 2011 te vergroten en het gebruik ervan te vergemakkelijken. Ook geeft het nadere informatie over zaken die spelen rond de totstandkoming van overeenkomsten, maar die zich niet lenen voor opname in de DNR of de Toelichting op de DNR. Denk daarbij aan onderwerpen als digitale terhandstelling van de DNR en (nieuwe) risico’s waarop gebruikers van de DNR bedacht moeten zijn.

We schrijven 2007. De DNR is twee jaar in gebruik. Via vakbladen en andere discussiepodia komen de eerste signalen naar buiten dat bepaalde zaken voor verbetering vatbaar zijn. ‘Dat was ook niet zo gek’, blikt Chao-Duivis terug. ‘De DNR als gezamenlijk document van BNA en destijds ONRI was volkomen nieuw. Ik vond het heel moedig maar ook verstandig dat beide organisaties er na die eerste twee jaar opnieuw naar wilden kijken.’ Onderdelen die onder loep gingen, waren onder meer de aansprakelijkheid en de situatie waarbij opdrachtgevers hun opdrachtnemer verplichten om samen te werken met een specifieke partij. Deze en andere onderwerpen ondergingen aanpassingen en herformuleringen. Chao-Duivis schreef de eerste concepten en sprak ze door met Evers. Daarna boog de DNR Werkgroep zich erover. ‘Dat mondde uit in een advies aan de Stuurgroep’, aldus Evers. ‘Daarin waren de besturen van zowel BNA als NLingenieurs vertegenwoordigd. Zij gaven uiteindelijk het akkoord.’ Polderen Volgens dit stramien lag er juli 2008 een ‘eindconcept’ op tafel. ‘Toen trad een intermezzo in’, vertelt Evers. ‘Bij beide organisaties was sprake van lange, interne discussies en voortschrijdende inzichten. Bij de BNA vonden bovendien enkele personeelswisselingen plaats, op voor het traject relevante posities. Uiteindelijk konden we pas begin 2010 weer verder.’ Op basis van input vanuit de twee beroepsverenigingen werd het proces herhaald. Een heet hangijzer bleek vooral de aansprakelijkheidsparagraaf. Hiervoor werd uiteindelijk

BNABLAD #04/11

een soort keuzemenu ontworpen. Al met al duurde het tot juni dit jaar eer er witte rook uit de gezamenlijke schoorsteen kwam. ‘Gebruikelijk’, zo bestempelt Chao-Duivis de lange bevalling. ‘Zeker als je poldert tussen twee organisaties en ook nog rekening moet houden met allerlei externe partijen. Iedereen werkt met de DNR en heeft er een mening over. Wij hebben alle opmerkingen bekeken. Ook al neem je ze niet over; als je de moeite neemt om je keuzes uit te leggen, creëer je toch draagvlak.’ Goed en fair Het lange en arbeidsintensieve traject heeft zijn vruchten afgeworpen. Chao-Duivis: ‘De DNR is op onderdelen echt beter geworden. Bijvoorbeeld in taalkundig opzicht. Door te herformuleren is de bedoeling van de teksten duidelijker. Er is dus minder kans op misverstanden.’ Evers: ‘Ook inhoudelijk is er verbetering, zoals bij het aansprakelijkheidsmenu. Dat vormt een combinatie van richtlijnen en flexibiliteit. Adviseurs kunnen voor een hoge aansprakelijkheid kiezen en zich zo onderscheiden van de concurrentie. Tegelijkertijd blijft het toch te overzien, omdat de aansprakelijkheid aan een maximum gebonden is.’ Als juristen pur sang zien Chao-Duivis en Evers nog een positief element. ‘Tegenwoordig zijn algemene voorwaarden vaak eenzijdig opgesteld. Ze zijn dan in vrijwel alle opzichten voordelig voor één partij. Voor de DNR hebben wij, in 2005 maar ook nu weer, ons oor te luisteren gelegd bij opdrachtgevers, verzekeraars en andere betrokken partijen. De DNR is daarmee een goed maar ook fair document geworden.’

21


rubriek

■opinie

Zoveel mensen, zoveel meningen. In deze rubriek komen verschillende mensen aan het woord over een speciaal onderwerp.

To twitter or not to twitter

Hoe actief zijn architecten op Twitter, Facebook en LinkedIn? Is het een must om mee te gaan met de social media? En levert het werk op?

–– Tekst Willemijn de Jonge

‘Meedoen met social media is een must voor architectenbureaus’ Hans de Moor, architect-directeur SPRING architecten ‘Als je niet meedoet met de social media mis je een enorme kans om op een makkelijke manier een grotere doelgroep te bereiken. Internet en alles daaromheen is of wordt het belangrijkste medium. De digitalisering zal het in toenemende mate winnen van drukwerk. Wij stuurden vorig jaar nog gedrukte nieuwsbrieven rond, maar dat is duur en niet duurzaam, dus daar zijn we mee gestopt. Dat levert al snel een besparing van 5000 euro per editie op. Bovendien hebben de social media een groter bereik en zijn ze transparanter en toegankelijker. Onder het motto “kennis is macht, maar delen is kracht” sturen we nu minstens één keer per week een tweet met een projectgerelateerde highlight de wereld in: een nieuwe opdracht, een hoogste punt, een opgeleverd ontwerp. Nu is het nog niet zo dat al onze opdrachtgevers ook

22

al aan het twitteren zijn, dat zal nog wel even duren. Maar de “interactieve etalage” als uitbreiding van het reguliere netwerken voegt onmiskenbaar wat toe. Binnenkort krijgen we een stagiair van de Hogeschool, die gaat deze zomer onderzoek doen naar ons social media gebruik en hoe we dat kunnen optimaliseren. We verwachten dat het op een gegeven moment wel werk zal gaan opleveren. Mond-op-mond reclame blijft nog altijd de beste manier, maar wie iets goeds over ons hoort, gaat toch altijd even op internet kijken wat we te melden hebben.’

‘Je kunt de filters van de pers omzeilen en publiceren wat je wilt’ Jan Knikker, hoofd PR & Business Development bij MVRDV ‘Van alle social media vind ik LinkedIn de enige must. Dat zie ik als een uitgebreid visitekaartje dat je als professional gewoon moet hebben. Aan de rest moet je alleen beginnen

als je daar reden toe hebt. Wij zijn actief op Twitter, Facebook, Flickr en YouTube omdat we onze reputatie willen vergroten onder een bredere doelgroep. Het uiteindelijke doel van onze social media strategie is acquisitie. MVRDV scoorde altijd hoog in de Büroranking van Baunetz omdat we vaak in de architectenbladen staan, maar de Volkskrant haalden we niet vaak. Op de social media kun je de filters van de pers omzeilen en publiceren wat je wilt. En als je eenmaal begonnen bent, kost het maar weinig tijd om het bij te houden. Ik besteed er per dag hooguit 5 minuten aan, je moet geen slaaf worden van het medium. We zijn vrij conservatieve twitteraars, we sturen alleen tweets als er echt iets nieuws te melden valt. Toch hebben we nu al ruim 11.000 followers en even zoveel Facebookvrienden, die – ongehinderd door de keuze van redacties – zelf kunnen kiezen wat ze interessant vinden om te lezen. Facebook is ook een goed medium om werk op te publiceren dat een wedstrijd niet gewonnen heeft, maar waarop je wel trots bent. Wat de publiciteit op social media oplevert, zou je kunnen afzetten tegen advertentieruimte in euro’s. Dan is het zeer de moeite waard. Ik verwacht dat een aantal van onze followers over vijf jaar op een positie zit waar ze kunnen meebeslissen over de keus voor een architect. Dan gaat het wellicht werk opleveren. Zo’n online netwerk is ook heel handig bij het zoeken naar nieuwe medewerkers. Wij kregen onlangs na een oproep op Twitter binnen 24 uur wel dertig uitstekende portfolio’s binnen en konden een vijftal architecten meteen in dienst nemen. Kortom, voor ons werkt het.’

BNABLAD #04/11


rubriek

‘Ik heb de social media vrij lang verafschuwd’ Bastiaan Buurman, architect bij SBH architecten + adviseurs ‘Een absolute must is het niet. Twitteren, linken en facebooken moet wel bij je passen. Ik heb de social media vrij lang verafschuwd, het idee dat je ontelbare vrienden hebt op een oppervlakkige virtuele basis stond me niet aan. Ik vind het al een hele toer om mijn échte vriendschappen te onderhouden. Toch ben ik sinds twee jaar “gelinked” en sinds een halfjaar actief op Twitter, omdat ik daar een zakelijke meerwaarde in zie. Er valt veel informatie te halen, en het is een laagdrempelige manier om kennis te delen. Ik vind het niet zo interessant om de ether in te sturen wat je vanavond gaat eten, maar wel waar je professioneel mee bezig bent. De koppeling van verschillende media zorgt voor een groter en diverser bereik, wat het ook interessant maakt voor acquisitie. Voor het bureau lijkt het daadwerkelijk wat op te leveren:

BNABLAD #04/11

vorig jaar heeft een collega een herbestemmingsproject op LinkedIn gezet, waarbij we een kantoorgebouw geschikt hebben gemaakt voor een zorginstelling. Daardoor hebben we nieuwe contacten opgedaan en het ziet ernaar uit dat daar nu nieuwe opdrachten uitkomen. We werken hier trouwens ook met Yammer, een soort intern twittersysteem, waarop je snel nieuwtjes kunt delen met je collega’s. Al met al besteed ik gemiddeld een half uur per dag aan social media. Aan het eind van het jaar kunnen we zien wat het daadwerkelijk opgeleverd heeft en of we er een vast onderdeel binnen het PR-beleid van maken.’

‘Ik vind social media ontzettend gedoe’ Wolbert Vroom, architect/directeur architectenbureau VROOM ‘Als architect in de particuliere sfeer heb ik niets aan Twitter of Facebook. Dat kan natuurlijk nog gaan veranderen, maar ik beschouw twitteraars nu niet als mijn doelgroep. Ze zijn vaak

jonger of hebben een vrijblijvender houding. Vaak ontberen ze ook het geestelijk en financieel vermogen om een proces van twee jaar te doorstaan vanaf eerste kennismaking tot en met de oplevering. Twitter en Facebook zijn veel te vluchtig voor ons vak: de praktijk van bouwen is zo ver verwijderd van een luchtig berichtje. Als je er al klanten mee binnenhaalt, vraag ik me af wat voor klanten dat dan zijn. Mijn opdrachtgevers zijn allemaal mensen die een zeer weloverwogen keuze maken over een enorme financiële investering. Ik vind Twitter meer iets voor politici, daar ben je op je plek als je wilt weten wat Geert Wilders de hele dag doet. Facebook vind ik helemaal veel te waterig. LinkedIn is vooral iets voor network research en je kunt er goed pronken met je contacten. Maar het blijft allemaal erg receptief, je kun er niet lekker mee aanvallen: het wordt al snel een kwestie van ongevraagde reclame in je inbox. Wat ik wel heel nuttig vind, is de LinkedIn-groep van de BNA, daar wordt informatie uitgewisseld waar je wat aan hebt. En het is ook van groot belang om zelf een goede, actuele website te hebben bij wijze van elektronische brochure. Daar zijn wij wel al lang actief mee bezig, en dat werkt ook echt hebben we gemerkt.’

Reageren? www.bna.nl/forum

23


ARTIKEL

Nieuwe architecten-cao Werkgevers en bonden spraken af een compleet nieuwe ­architectencao te schrijven. Na noeste arbeid is dat gelukt: per 1 juli trad de nieuwe cao in werking. Waar zit de vernieuwing en hoe zijn de eerste reacties bij de BNA-bureaus? ––

Tekst Kees de Graaf

Werkgevers en bonden (FNV Bondgenoten, CNV en de Unie) maakten in 2009 de afspraak om een compleet nieuwe en meer eigentijdse cao op te stellen. Leo Zuidweg leidde namens de BNA de onderhandelingsdelegatie (met daarin ook Robert Albers en Huub de Graaff) en blikt terug. ‘De aanleiding voor de vernieuwing was een dubbele. We signaleerden al langer dat de cao-tekst steeds meer bestond uit wijzigingen en aanvullingen op afspraken uit het verleden. De oude cao was erg verplichtend en legde veel tot in detail van bovenaf vast. Het was ingewikkeld opgeschreven, waardoor je de vraag kon stellen: doet dat recht aan eigentijdse arbeidsverhoudingen?’ De tweede aanleiding was de oplevering van een aantal onderzoeksprotocollen, zoals over employability en leeftijdsfasebewust personeelsbeleid. De resultaten hiervan moesten worden geïmplementeerd in de nieuwe cao. Beide aspecten vroegen om een integrale vernieuwing van de cao-tekst, aldus Zuidweg. ‘Belangrijk in onze inzet was meer ruimte te bieden aan de bureaus en werknemers om individuele afspraken te maken. Maatwerk dus.’

Inhaalslag versus crisis De crisis deed aan de ambitie voor vernieuwing weinig af, aldus Zuidweg: ‘Toen we aan het werk gingen, barstte de crisis in volle hevigheid los. Het kon twee kanten op gaan. De kans om juist alles kri-

‘Nieuwe manieren van ­werken faciliteren door eigentijdse cao’ tisch tegen het licht te houden, of het gevaar dat de werknemersorganisaties vast zouden houden aan de verworvenheden uit het verleden. Wat hielp was de afspraak om eerst de vernieuwing van de cao ter hand te nemen en daarna pas de feitelijke cao-on-

24

derhandelingen te voeren. Dit betekende dat aan het eind van het traject over bijna alle onderwerpen was gesproken, behalve over looptijd en salaris.’ Met name dit laatste was gezien de crisis een delicaat onderwerp. Zuidweg hierover: ‘In 2008 hebben we een benchmark laten uitvoeren inzake de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden bij architectenbureaus. Daaruit bleek dat we ten opzichte van andere branches nog een inhaalslag te maken hebben, om concurrerend te worden. Het perspectief op langere termijn is namelijk dat er uiteindelijk toch weer krapte ontstaat op de arbeidsmarkt. Deze lange termijnverwachting, in combinatie met de wens van de BNA om verder te professionaliseren, stond op gespannen voet met de crisis die bureaus nog steeds ervaren. Met de overeengekomen loonsverhoging, over een periode van feitelijk drie jaar, is hierin echter een goed evenwicht bereikt.’

Aanvullende competenties Opdrachtgever voor de onderhandelingsdelegatie was het BNA-bestuur, met Erik Kooij (Spring Architecten) als direct contactpersoon. Het grote winstpunt van de nieuwe cao zit wat hem betreft in de meer gelijkwaardige manier waarop werkgevers en werknemers afspraken maken over de arbeidsverhoudingen: ‘Zwart-wit gesteld: de oude cao ademde een hiërarchie tussen werkgever en werknemer. Nu treden zij meer in overleg met elkaar. Er ontstaan andere samenwerkingsverbanden en meer flexibele werkrelaties: een eigentijdse cao moet dat faciliteren. Er wordt gewerkt op basis van competenties die elkaar aanvullen, binnen een netwerk van gelijkgestemde professionals die samen een klus klaren.’ Eric Kooij pleit ervoor actief met de nieuwe cao bezig te gaan: ‘Zie de cao als een kans om de manier van samenwerken en belonen met elkaar te bespreken. Toegegeven: we laten een vertrouwde manier van werken los en daar komt

BNABLAD #04/11


ARTIKEL

iets heel nieuws voor in de plaats. Dat is even wennen. Maar daarom is ook tijd ingebouwd om met de nieuwe cao te leren werken.’ Vaardigheden als motiveren, kritiseren, luisteren, je mening geven: ze zullen de komende jaren bij werkgevers én werknemers ontwikkeld moeten worden, aldus Kooij. ‘Maar dat hoort bij een professionele branche. Vanuit de BNA wordt dat proces in ieder geval nadrukkelijk ondersteund.’

Haken en ogen Tevredenheid dus bij de onderhandelaars en het BNA-bestuur, maar hoe zit dat bij de bureaus? Geert Hoekstra, eigenaar van Hoekstra Architecten in Haarlem, kon met de oude cao goed overweg: ‘Een pocket van 50 pagina’s, dat was te overzien. Ik heb wel eens een onderwijs-cao in handen gekregen: dat was echt een vuistdik boekwerk.’ Begrip voor de integrale vernieuwing heeft hij wel. De genoemde concurrentie met andere branches speelt daarbij een belangrijke rol. Hoekstra hierover: ‘Wil je mensen met een goed kennisniveau blijvend aan je binden, dan moet je aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden bieden.’ Vanuit zijn positie als werkgever ziet hij ook wel de nodige haken en ogen, vooral in procesmatig opzicht. Het dynamiseren van de arbeidsverhoudingen vergt meer aandacht, omdat de vertrouwde strakke kaders worden losgelaten en maatwerk in de plaats komt. ‘Ik hoop dat mijn beroepsvereniging me hierin straks ondersteunt.’ Tegelijkertijd maakt de nieuwe cao ook een stuk ‘ontspanning’ mogelijk, zo maakt Geert Hoekstra duidelijk. ‘Neem bijvoorbeeld de mogelijkheid dat oudere werknemers teruggaan in positie (demotie, red.). Dat kan voor henzelf bevrijdend werken, wanneer ze bijvoorbeeld geen fut meer hebben om mee te doen in allerlei veranderingsprocessen. En voor mij als werkgever is het interessant dat ik ook eens een andere kant op kan kijken. Automatismen verdwijnen en de hoeveelheid gespreksstof neemt toe.’

Veel vrijheid Voor Renée Liefting, algemeen directeur van bureau Rijnboutt, is de cao een boekje waar zij heel regelmatig naar grijpt. Liefting heeft de voorlopige teksten van de nieuwe cao gelezen en één ding is duidelijk: er is veel veranderd. ‘De tekst biedt naar mijn idee voldoende aanknopingspunten om iets mee te kunnen. Er moet een meer actieve verstandhouding tussen werkgever en werknemers ontstaan. Hoe je dat precies doet, daarin wordt prettig veel vrijheid geboden.’ Het compleet herschreven functiehandboek dat de cao begeleidt vindt zij net zo belangrijk: ‘Wij zullen beide inbrengen in onze eigen manier van werken, waarin we zelf al een jaarlijkse cyclus van gesprekken met onze medewerkers hebben opgezet. De sfeer en

BNABLAD #04/11

aanpak die uit de nieuwe cao spreekt, past goed bij onze bureaucultuur.’ Voor de sector als geheel is het een stap richting meer flexibiliteit en maatwerk, aldus Liefting. Het enige vraagpunt is wat haar betreft de invoering per individueel bureau: ‘De nieuwe cao schept de nodige verwachtingen, bijvoorbeeld ten aanzien van opleidingsbudget en medezeggenschap. Maken alle bureaus die verwachtingen waar? Wij werken al in deze lijn en dat maakt de implementatie voor ons gemakkelijker. Maar voor bureaus die dat nog niet hebben, is de weg van de invoering wellicht een langere.’ Over het feitelijke onderhan-

‘Meer ruimte bieden aan ­ bureaus en werknemers voor maatwerk’ delingsresultaat van de cao is Liefting tevreden: ‘Een aantal voorzieningen is geschrapt, een aantal is erbij gekomen. De balans is min of meer neutraal. En wat de salarisverhoging betreft: voor de werk­ nemers werd het wel eens tijd dat ze na jaren van stilstand weer iets gingen merken van compensatie voor de inflatie.’ Hulp bij nieuwe cao De invoering van de nieuwe architectencao wordt begeleid met een nieuwe website: www.architectencao.nl. Hierop is allerlei ­informatie over de cao en het functiehandboek te vinden.

Reacties van de leden Voorafgaand aan het bestuursbesluit is een ledenraadpleging gehouden. Van de twintig schriftelijke reacties wezen acht het onderhandelingsresultaat af. Acht andere bureaus reageerden positief. De salarisverhoging was het belangrijkste kritiekpunt. De verhoging is gebaseerd op inflatiecorrectie: 1% over 2010 (een nagekomen afspraak nadat in 2010 werd besloten geen verhoging door te voeren in verband met de crisis), 1% voor 2011 en 2% voor 2012. Daarnaast werd aandacht gevraagd voor de situatie op de arbeidsmarkt, waar de posities van zowel starters als werknemers met een lange staat van dienst snel veranderen. BNA-bestuurslid Erik Kooij: ‘We kunnen ons goed voorstellen dat bureaus het lastig hebben om te overleven en daarom moeite hebben met deze verhoging. Desondanks vinden we dat dit onderhandelingsresultaat past binnen de doelstellingen die de BNA zich stelt. Daarbij verwacht ik dat we in 2013 zullen concluderen dat dit een verstandig resultaat was, wanneer we de inflatieontwikkeling en de tegen die tijd herstelde werkhoeveelheid in ogenschouw nemen. Overigens wijkt het aantal reacties niet af van andere ledenraadplegingen over de cao. Deze cao moet gezien worden als groeimodel: we maken een grote stap voorwaarts, maar de modernisering kan nog verder gebracht worden. Met de ervaringen die we de komende twee jaar opdoen, gaan

25


artikel

Meer dan een WERKPLEK In een gerenoveerd fabriekscomplex in Jingan, Sjanghai zetelt de Dutch Design Workspace, die creatieve ondernemingen voorziet van ruime kantoren en zakelijke ondersteuning. De bureaus kunnen zich hier vestigen dankzij de steun van het Dutch Design Fashion Architecture (DDFA) programma, waarin de BNA participeert. ––

Tekst Frances Arnold

In september 2010 werd de Workspace in Sjanghai officieel geopend. De deelnemende Nederlandse bureaus die op dit moment in de ruimte verblijven, krijgen meer dan alleen een bureau. De creatieve kwartiermakers in de Workspace delen de ruimte met vertegenwoordigers van verschillende branches uit de creatieve industrie. Door wekelijkse evenementen, workshops en andere netwerkmogelijkheden, komen de bureaus snel in contact met potentiële klanten en andere belanghebbenden. ‘We zijn gestart met de incubator van de provincie Zuid-Holland die vooral gericht is op technologische bedrijven, maar zijn overgestapt

26

op het moment dat het DutchDFA-programma startte,’ aldus Jan Knikker van MVRDV, ‘omdat we hoopten op een interdisciplinaire uitwisseling voor de creatieve industrie. We denken dat het voor een startend bedrijf belangrijk is om op een nieuwe markt omringd te zijn door start-ups die vaak tegen dezelfde problemen aanlopen of die potentiële partnerschappen bieden.’ ‘We hebben drie doelgroepen’, legt Workspacecoördinator Giel Groothuis uit. ‘Ten eerste de gevestigde bureaus uit Nederland die al een groot portfolio en veel ervaring hebben, met langetermijnplannen om zich in China te vestigen. Ten tweede de individuele ontwerpers, bijvoorbeeld modeontwerpers, productontwer-

BNABLAD #04/11


artikel

pers of grafische vormgevers. De derde groep bestaat uit vaste deelnemers die niet noodzakelijk Nederlands zijn, en die aan de ontwerpers hun diensten moeten aanbieden. Dit kunnen advocaten zijn die gespecialiseerd zijn in auteursrecht of een maquettebouwbureau. In wezen de dienstindustrie voor de creatieve industrie. We zijn selectief. Het concept van de Workspace is het creëren van een uitgebalanceerde groep van ondernemingen. Ze moeten een bepaalde relatie met elkaar hebben of het moet om potentiële relaties gaan die we kunnen ontwikkelen.’ Momenteel is de Workspace geheel bezet met tien bureaus ter plekke en tien andere die zich hebben ingeschreven voor het pre-incubatorprogramma. In de eerste groep zitten architecten, planologen, verpakkingsontwerpers, conceptontwikkelaars, interieur- en museumontwerpers en een fietsontwerpbedrijf. ‘Dit is het hele spectrum van de creatieve industrie’, lacht Groothuis, ‘en dat was precies het idee: een multidisciplinaire expertisegroep’. In de open werkruimte staan dertig werkstations en grote vergaderruimten die opgedeeld zijn in een aantal glazen ruimten voor kleine vergaderingen of telefoongesprekken. Xun Huang van KCAP werkt sinds januari in de Workspace. ‘Sinds 2007 zijn we onze markt aan het uitbreiden in China. We kregen hier meer werk dus we hadden een

BNABLAD #04/11

ruimte nodig om te werken met de lokale klanten. Tijdens de Shanghai International Design Week van 2009 werden wij gewezen op het incubatorprogramma van DDFA en dat heeft voor ons erg goed uitgepakt. Alles is inbegrepen dus het was voor ons gemakkelijk om snel te beginnen. Het is leuk om hier samen met andere ontwerpbedrijven te zijn en samen te werken.’ Deborah Meijburg van ontwerpbureau Five Spices is ook tevreden met het gemeenschaps­ element van de ruimte. Als één van de eerste

‘Het concept van de Workspace is het creëren van een zeer uitgebalanceerde groep van ondernemingen’ bureaus in het programma, waardeert Meijburg het professionele en positieve gevoel van de Workspace: ‘Het is een prettige ruimte en het ziet er ook nog eens goed uit. Klanten vinden het fijn om hier te komen.’ ‘Nederlandse ontwerpen zijn anders. Het is bijna een merk op zichzelf geworden’, zegt Groothuis over de grote toevloed van Nederlands talent dat in Sjanghai aankomt. ‘Maar mensen en bedrijven zijn ook voorzichtig en terughoudend om de stap

27


ARTIKEL

te zetten vanwege barrières als auteursrecht, een andere culturele context en manier van zakendoen. Ook moet je bereid zijn investeringen te doen om er een succes van te kunnen maken. Wij zijn hier om dit te vergemakkelijken en om de Nederlandse creatieve industrie in China te steunen’. Jan Knikker: ‘MVRDV neemt al meer dan tien jaar deel aan Chinese projecten. We zijn gestart met het opzetten van een kantoor in de Workspace om onze Aziatische projecten te ondersteunen. Op dit moment werken we aan een visie voor de Chinese stad van de toekomst, over hoe de Chinezen de problemen van de snelle verstedelijking bedwingen zonder belangrijke waarden, natuur en landbouwgrond te verliezen. We hebben recentelijk de competitie gewonnen voor het nieuwe Chinese stripmuseum in Hangzhou, een museum van 30.000 m2. Onze aanwezigheid in China komt dit project ten goede.’

Dutch Design Workspace – flexibel starten in China De Dutch Design Workspace in Sjanghai is een incubator voor Nederlandse ontwerpbureaus. De incubator wordt ondersteund vanuit het Dutch Design Fashion and Architecture programma (DutchDFA). De BNA is een van de ­partners en vertegenwoordigers van de architectensector binnen DutchDFA. De Dutch Design Workspace ondersteunt de deelnemers met onder meer (lokale) marketing en promotie, communicatie met de Chinese overheid, ­relatiebeheer en praktische zaken zoals bedrijfsregistratie in China. De Chinese economie ontwikkelt zich nog steeds enorm. Het aantal bouwopgaven voor nieuwe steden en voorzieningen is ongekend. Sjanghai is door de Chinese overheid aangewezen als de creative capital en is een van de meest centrale plekken om de Chinese markt en de rest van Azië te betreden. Diverse ontwerpers, inclusief architectenbureaus MVRDV en de nieuwste deelnemer KCAP, hebben inmiddels hun intrek genomen in de Workspace en doen mee in het incubatorprogramma. Deelnemers uit andere ontwerpdisciplines zijn o.a. Northern Light (tentoonstellingsontwerp), VANMOOF (fietsenontwerp) en AMOD (maquettebouw). Dutch Design Workspace programma’s:

Delen van dit artikel verschenen eerder op www.creativehunt.com Voor meer informatie kijk op: www.dutchdesignworkspace.com. Contact: An-Ya Chan anya@dutchdesignworkspace.com

Pre-incubator Dit is het voortraject van het reguliere incubatorprogramma waarbij Dutch Design Workspace voorbereidende diensten biedt vóórdat de Nederlandse ontwerpbureaus/individuele ontwerpers zich vestigen in China. Diensten variëren van marktonderzoek tot matchmaking met potentiële klanten en/of partners. Als onderdeel van het pre-incubator programma kunnen deelnemers tevens kortlopend gebruik maken van de kantoorruimte in Sjanghai, inclusief alle voorzieningen zoals de vergaderruimtes. Incubator Het incubatorprogramma is bedoeld voor Nederlandse ontwerpbureaus die een kantoor openen in China. De incubator is een multidisciplinair programma waar ontwerpbureaus en individuele ontwerpers van verschillende disciplines samenwerken in een gedeelde werkruimte. Voor de incubatordeelnemers wordt een ondersteuningsprogramma geboden op basis van hun bedrijfsplan voor China. Voor nieuwe deelnemers wordt er een checklist afgelopen waar onder meer wordt gekeken naar de teamsamenstelling en langetermijnvisie. Nederlandse bureaus uit de sectoren architectuur, design en mode en kunnen zich via de website voor het incubatorprogramma aanmelden.

Beeld de Dutch Design Workspace kantoorruimte in Sjanghai 28

BNABLAD #04/11


rubriek

■BUREAUBERICHTEN

Nieuws van BNA-bureaus zoals directiewissels, fusies en naamsveranderingen, maar ook aankondigingen van nieuwe websites, bijzondere publicaties en gewonnen prijzen.

Overleden leden

De Liberaal Joodse Gemeenschap Amsterdam van SeARCH heeft de Amsterdamse Architectuur Prijs 2011 (de Gouden A.A.P.) gewonnen. Wiel Arets (winnaar van de vorige editie) hing de gouden medailles om bij Bjarne Mastenbroek & Uda Visser (SeARCH) en Luc Stranders (LJG). Tijdens de PROVADA zijn de winnaars van de Gulden Feniks prijzen voor 2011 uitgereikt. De jury wees In de categorie Renovatie de Politieacademie in Apeldoorn van Atelier PRO architecten en Studio Leon Thier architecten aan als winnaar. In de categorie Transformatie won het ROC Twente in Hengelo van IAA Architecten.

Op 11 februari 2011 is op 82-jarige leeftijd architect J. van der Weerd, wonende te Apeldoorn, overleden. Op 22 februari 2011 is op 80-jarige leeftijd architect J. Moolhuijsen, wonende te Ablasserdam, overleden. Op 2 april 2011 is op 84-jarige leeftijd architect W. Ingwersen, wonende te Zandvoort, overleden. Beeld de Liberaal Joodse Gemeenschap Amsterdam. Ontwerp: SeARCH. Foto: Iwan Baan.

BNA-lid Dirk J. van Bodegom is onderscheiden als lid in de Orde van Oranje Nassau.

Op 8 mei 2011 is op 88-jarige leeftijd architect H. Salm, wonende te Amstelveen, overleden.

De vakjury van de Groninger Gebouwenquête heeft het project de Bloemhof, ontworpen door Architectenbureau Marlies Rohmer uitgeroepen tot winnaar van de Gouden Baksteen. De website van ZZDP Architecten is vernieuwd. Bekijk de site op www.zzdp.nl. De Dirk Roosenburgprijs is dit jaar toegekend aan Spilcentrum Meerrijk van diederendirrix. Het bureau heeft de architectuurprijs van de gemeente Eindhoven voor de vierde keer op rij gewonnen.

Beeld de Bloemhof, Groningen. Ontwerp: Architectenbureau Marlies Rohmer. Foto: René de Wit

De renovatie van de Sterrewacht van architektenburo Veldman | Rietbroek | Smit is de winnaar van de eerste Leidse Architectuurprijs. Dit werd door het Rijnlands Architectuurplatform (RAP) bekendgemaakt. JHK Architecten heeft met de Dutch ­HealthTec Academy in Overvecht de ­VMGE-award gewonnen. Het project werd uitgeroepen tot het beste herontwikkelingsproject van het afgelopen decennium door de Stichting Vastgoedmanagers-Expert (VMGE). TVDH Architecten heeft een nieuwe ­website: www.tvdh.nl.

BNABLAD #04/11

Beeld renovatie van de Sterrewacht, Leiden. Ontwerp: architektenburo Veldman | Rietbroek | Smit. Foto: Elinoor Veldman

Bureaubericht? E-mail naar redactie@bna.nl

29


rubriek

BNA Academie toert met Bouwbesluit 2012 door het land

Nieuw: op reis met de BNA Academie

Vanaf september toert de ‘Bouwbesluit Road-show’ van de BNA Academie door Nederland, met totaal zes ­informatiebijeenkomsten over het nieuwe Bouwbesluit 2012. De bijeenkomsten zijn bedoeld voor medewerkers van architectenbureaus die te maken ­hebben met het Bouwbesluit, en die willen weten op welke punten het Bouwbesluit is gewijzigd en ­aangevuld.

Voor het eerst organiseert de BNA Academie een studiereis, over ‘Bouwen met groen en glas’. Naast de cursus is er nu een tweedaagse excursie naar goede voorbeelden van bouwen met groen en glas in Duitsland.

Sinds de introductie van het Bouwbesluit begin jaren 90, is dit de derde grote wijzigingsoperatie. Hiermee is circa 99 procent van de bouwregelgeving gecentraliseerd, een van de oorspronkelijke doelen van het Bouwbesluit dat de gemeentelijke Modelbouwverordening vervangt. Daarnaast is het Bouwbesluit op onderdelen vereenvoudigd en is er in overbodige regels geschrapt. Voor architecten en medewerkers van bureaus is het belangrijk om zich al voor ingang van het vernieuwde Bouwbesluit (naar verwachting per 1 januari 2012), te verdiepen in de nieuwe en gewijzigde regels, omdat deze gelden voor alle bouwplannen die vanaf die datum worden ingediend. De Bouwbesluit Roadshow trekt in september drie keer door het land, met steeds een ochtend- en middagbijeenkomst. Deelnemers worden door de BNA, TNO en Adviesbureau Nieman bijgepraat over het Bouwbesluit 2012. Aan bod komen onder meer de wijzigingen in terminologie, brandveiligheid, bruikbaarheid, integratie met het Gebruiksbesluit en de veranderende eisen aan de geluidsproductie van installaties aan de orde. De lijst met wijzigingen is niet uitputtend en

30

niet alle wijzigingen kunnen diep­ gravend worden behandeld. Aan het einde van de Roadshow kunt u in ieder geval bepalen of u zich met zelfstudie de gewijzigde regelgeving kunt eigen maken of dat u behoefte heeft aan een opfriscursus Bouwbesluit, die ook wordt aangeboden door de BNA Academie.

Atto Harsta, programmadirecteur van Bouwen met groen en glas en één van de begeleiders van de studiereis: ‘Bouwen met groen en glas gaat in de eerste plaats over het realiseren van vitaliserende gebouwen die goed zijn voor mensen. Tijdens de cursus bleek dat je de voordelen van toepassing van lucht, licht en planten moet ervaren. Zo ontstond het idee van een studiereis.’ De excursie voert langs een aantal voorbeelden in Duitsland. Zijn er in eigen land dan geen goede voorbeelden? Harsta: ‘In Duitsland zijn ze verder. Dat komt volgens mij deels doordat de factor natuur in Duitse architectuur een belangrijke rol speelt. Daarnaast komt het in Duitsland vaker voor dat de opdrachtgever ook eindgebruiker is en dus zelf de voordelen van lichte en groene gebouwen ervaart.’ De cursus en de studiereis vullen elkaar aan: ‘De reistijd gebruiken we om de basisprincipes van Bouwen met groen en glas toe te lichten. Tijdens de cursus gaan we nog veel dieper in op de theorie.’

De Bouwbesluit Roadshow start op 7 september 2011 met bijeenkomsten in Rotterdam en Amersfoort. Op 13 september zijn er bijeenkomsten in Meppel (of omgeving) en Utrecht, op 15 september in Eindhoven en Arnhem. Zie voor meer informatie over locaties, tijden, programma en sprekers: www.bna-academie.nl.

De Studiereis Bouwen met groen en glas vindt plaats op donderdag en vrijdag 13 & 14 oktober 2011. De cursus staat weer op het programma vanaf 3 november 2011. Zie voor meer informatie en aanmelding: www.bna-academie.nl.

BNABLAD #04/11


rubriek

Uit het cursusaanbod AUGUSTUS 2011 Ondernemen voor startende architecten­ EEN VLIEGENDE START Wanneer 29 augustus tot en met 1 september 2011 Waar Utrecht Tijdstip 10.00 - 17.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 395. Anderen: € 495 Vierdaagse cursus voor startende architect/ ondernemers. De startende ondernemers maken hun eigen ondernemingsplan. Alle aspecten komen daarbij aan bod: van acquisitie en onderhandelen tot belasting en rechtsvorm.

SEPTEMBER 2011 Het vernieuwde Bouwbesluit 2011 BOUWBESLUIT 2012 ROADSHOW Wanneer, waar en tijdstip Amersfoort op 7 september 2011 van 14.45 tot 17.45 uur. Meppel op 13 september 2011 van 9.00 tot 12.00 uur. Utrecht op 13 september 2011 van 14.45 tot 17.45 uur. Eindhoven op 15 september 2011 van 9.00 tot 12.00 uur Arnhem op 15 september 2011 van 14.45 tot 17.45 uur. Kosten Ledenprijs *): € 125. Anderen: € 175. Informatieve bijeenkomsten over het vernieuwde Bouwbesluit dat per 1 januari 2012 van kracht wordt. Wat gaat er veranderen? Waarom? En wat zijn de consequenties voor de praktijk? Bureaumanagement ALLES OVER BEDRIJFSVOERING Wanneer 12, 19, 26 september en 3 oktober 2011 Waar Midden van het land Tijdstip 14.00 – 20.30 uur Kosten Ledenprijs *): € 1045. Anderen: € 1395 De vierdaagse praktijk cursus over alles wat te maken heeft met de bedrijfsvoering van een bureau. Van strategie tot kwaliteitszorg, van marketing tot financiën. Hoe ontwerp ik mijn mooiste honorarium? PLUG AND PLAY Wanneer 22 september 2011 Waar Amsterdam Tijdstip 9.30 - 20.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 675. Anderen: € 775

BNABLAD #04/11

Praktijkcursus voor iedereen die honorariumberekeningen moet maken en meer grip wil krijgen op het managen van een creatief proces. Hoe werk ik optimaal met de STB? HOUD GREEP OP UW OPDRACHT Wanneer 29 september 2011 Waar Diemen Tijdstip 13.30 – 17.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 195. Anderen: € 295 Leg vast wat de opdrachtgever van u mag verwachten. Schep duidelijkheid over de omvang van de opdracht en uw verantwoordelijkheden. Stuur en bewaak het proces met de STB als hulpmiddel. Tijdmanagement & productief werken VERHOOG UW PRODUCTIVITEIT Wanneer 30 september 2011 Waar Amsterdam Tijdstip 9.30 – 17.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 345. Anderen: € 495 Uw tijd handiger indelen, interrupties managen en uw energie beter gebruiken. Het scheelt het veel onnodige stress. Deze praktische training wordt afgerond met een persoonlijk, concreet actieplan. Architectural office support 1.1 DE STEUNPILAREN VAN HET ARCHITECTENBUREAU Wanneer 6 oktober 2011 Waar Amsterdam Tijdstip 10.00 – 13.00 uur en 13.30 – 17.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 145 per workshop. Anderen: € 290

Waardebepaling van het ­architectenbureau Wat is mijn bureau (nog ) waard? Wanneer 12 oktober 2011, Waar Amsterdam Tijdstip 14.00 – 21.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 195. Anderen: € 245 U werkt aan het opstellen van een stappenplan, het maken van een tijdplanning en het vaststellen van de uitgangspunten voor de waardebepaling. Onderhandelen Creëer win/winsituaties Wanneer 13 oktober 2011 Waar Amsterdam Tijdstip 9.30 – 17.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 345. Anderen: € 495 Een succesvol onderhandelingsresultaat is de basis voor een goede samenwerking in de toekomst. In de eendaagse training met praktische oefeningen komen verschillende onderhandelingstijlen aan bod. Bouwen met groen en glas: de studiereis GROEN IN, OP EN AAN GEBOUWEN Wanneer 13 en 14 oktober 2011 Waar Duitsland Kosten Ledenprijs *): € 595. Anderen: € 745 Ervaar zelf de kwaliteiten van het bouwen met groen en glas te ervaren. Hoe is de samenhang van daglicht, zonnewarmte en groen? Welke meerwaarde heeft het voor de gebruikers? Ga mee op studiereis naar Hannover.

In verschillende workshops scherpt u uw kennis en vaardigheden aan op het gebied van pr en communicatie, omgaan met de media, personeelsbeheer en personal assistance. Oriëntatie op het ondernemeren partnerschap DE VOLGENDE STAP IN UW LOOPBAAN Wanneer 11 oktober 2011 Waar Midden van het land Tijdstip 16.00 – 19.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 125. Anderen: € 175 Een kennismaking met thema’s rond het partner- en ondernemerschap voor architecten die daadwerkelijk te stap zetten om ondernemer te worden als partner in een bureau. Of dat overwegen te doen.

Meer cursussen op ­ www.bna-academie.nl Kijk op de website voor de andere cursussen in het voorjaar van 2011

*) De vermelde prijzen zijn exclusief btw. De ledenprijs geldt voor BNA-leden, medewerkers van architectenbureaus BNA en voor leden van BNO, BNSP, BNI en NVTL en de medewerkers van de aangesloten bureaus. Voor inschrijven en meer informatie over alle cursussen, zie www. bna-academie.nl. Met vragen kunt u terecht op 020 555 36 47.

31


rubriek

Nieuwe oogst

Jeroen van Aerle (28, TU/e 2011) is zelfstandig architect bij M.i.v. Vandaag Architectuur in Venlo sinds april 2011. Michal Bernaciak (34, TU Poznan, Polen 2001) werkt sinds 2001 bij Marquart Architecten B.V. in Raamsdonksveer. Henk Elzerman (52, TU Delft 1989) werkt sinds 1996 bij Marquart Architecten B.V. in Raamsdonksveer. Dennis van Klij (30, TU Delft 2011) werkt sinds 2007 bij Marquart Architecten in Raamsdonksveer. Keigo Kobayashi (32, Harvard University, Boston USA 2005) werkt sinds 2005 bij Office for Metropolitan Architecture (OMA). Bas Kolkman (37, TU/e 2004) werkt bij Studio M10 Architecture and Urban Design bv in Eindhoven sinds 2005. Kai Krasselt (47, TU Delft 1992) is zelfstandig architect sinds 2009 bij Van ’t Hof, Krasselt & Voorhout ­Architecten B.V. in Zeist. Marcel Lok (41, TU Delft 2002) is zelfstandig architect bij Marcel Lok_Architect in Amsterdam sinds 2008. Hans Marquart (51, TU Delft 1988) is zelfstandig architect sinds 1989 bij Marquart Architecten B.V in Raamsdonksveer.

Oscar van Strijp (49, TU Delft 1988) is zelfstandig architect sinds oktober 2010 bij Architectenbureau Oscar van Strijp in Den Haag. Theo Timmers (49, TU/e 1987) is zelfstandig architect sinds 1 mei 2011 bij Timmers Bouwmanagement bv in Eindhoven. Volker Ulrich (44, TU/Berlin, Duitland) is zelfstandig architect bij Ulrich Architectuur in Amsterdam sinds 2010. Student leden Michiel Blokker (26) studeert aan de AvB in Arnhem (Artez) en zit in zijn 3e studiejaar. Zijn studierichting is Architectuur. Reinhout Hummel (24) studeert aan de TU/e en zit in zijn 1e masterjaar. Zijn studierichting is Architectuur. Charlotte Nieveen van Dijkum (23) studeert aan de TU Delft en zit in haar 1e jaar Master of Science. Haar studie­ richting is Architectuur. Riemer Postma (24) studeert aan de TU Delft en is 5e jaarsstudent. Zijn studierichting is Architectuur. Iris Schouwenburg (22) studeert aan de TU Delft en zit in haar 2e Bachelorjaar. Haar studierichting is Bouwkunde.

Edoardo Mentegazzi (32, Politecnico di Torino, Italië 2005) is zelfstandig architect sinds februari 2011 bij EMA – Edoardo Mentegazzi Architect in Groningen. Marchel Mulderij (34, TU Delft 2008) is zelfstandig architect sinds 2005 bij DesignZimmer in Hattemerbroek. Sjoerd Schaapveld (31, TU Delft 2004) is zelfstandig architect sinds 2010 bij Schaapveld Architectuur in Utrecht. Lidwine Spoormans (34, TU Delft 2003) is zelfstandig architect sinds 2010 bij STUDIOLS in Rotterdam.

32

BNABLAD #04/11


rubriek

■Het Bureau

Architectenbureaus die zijn gevestigd op een bijzondere locatie.

Tekst Carla Roos Beeld René de Wit

VOCUS architecten BNA

Locatie Watertoren, Bussum (1897, renovatie en nieuwbouw uit 2010) Zit daar sinds 2010 Projecten o.a. Herbestemming van zes patiowoningen, Roemer Visscherlaan Bussum; Hockeyclub, Amersfoort; Basisschool de Hoeksteen, Bussum.

BNABLAD #04/11

VOCUS architecten BNA is mede-initiatiefnemer, architect en huurder van ‘het duurzaamste kantoor van Nederland’. Bob Custers vertelt: ‘In 2004 kochten we samen met NIBE, een adviesbureau voor bouw­ biologie en ecologie, de Bussumse water­ toren met het plan onze beide kantoren daar te vestigen. Dat plan is een beetje uit de hand gelopen: we besloten de water­ toren te gebruiken in een experiment met duurzaam bouwen. Volgens ons was er te weinig voortgang in de ontwikkelingen op dat gebied.’ Naast VOCUS en NIBE heeft de watertoren nu meerdere huurders, zowel in de toren als in het nieuwe bijgebouw naast de toren. Custers trof bij aanvang van het project een donkere, vervallen watertoren aan, ‘een lelijk gebouw’. Bij de renovatie van de watertoren heeft hij gezocht naar een evenwicht tussen oud en nieuw. De top van de toren, midden vorige eeuw omhuld door geribbeld aluminium, kreeg een volledig nieuwe glazen gevel. Daar zijn collectieve vergaderruimtes gerealiseerd. Binnen is het oude metselwerk weer zichtbaar gemaakt en de industriële uitstraling is doorgetrokken naar de nieuwbouw, waar de constructie en installaties in het zicht zijn gelaten. ‘We hebben de watertoren zijn functie als

landmark teruggeven,’ vertelt Custers, ‘maar zagen ook de kans om meer te doen. De toren staat aan de rand van Bussum op een beetje een onbestemde plek, die door opwaardering van de watertoren weer een duidelijke functie heeft gekregen. De plaatselijke Albert Heijn heeft de toren nu zelfs in zijn logo opgenomen.’ Custers vond het ‘heel spannend’ om in zijn vijfdubbelrol van initiatiefnemer, architect, ontwikkelaar, bouwdirecteur en huurder intrek te nemen in de watertoren. ‘Ik wist natuurlijk niet of ons experiment zou slagen, Met name over het binnenklimaat was ik benieuwd – we wilden het zonder airco’s zoveel mogelijk op een gewoon huis laten lijken. Maar het blijkt heel prettig te zijn om een raam te kunnen openen en de temperatuur afgestemd te hebben op buiten.’ Gevraagd naar zijn favoriete plek in het gebouw zegt Custers: ‘De top van de toren ligt voor de hand, maar eigenlijk ben ik liefst met mijn collega’s op onze open werkvloer, waar ik met de schetspen in mijn hand door de ramen de seizoenen aan me voorbij zie trekken.’ Een bijzondere bureaulocatie? E-mail naar redactie@bna.nl

33


Exclusive partners

advertentie

Bezoek het nieuwe Materia Inspiration Centre Amsterdam In het Materia Inspiration Centre te Amsterdam (IJburg) staat de uitwisseling van kennis en inspiratie tussen creatieve professionals (architecten, ontwerpers) en producenten van innovatieve materialen centraal. Met een totale oppervlakte van maar liefst 1.400m2 omvat het Materia Inspiration Centre een uitgebreide materialencollectie, showrooms van toonaangevende bedrijven, een bibliotheek, flexwerkplekken en het Materia Café. In deze unieke locatie organiseert Materia regelmatig thema-exposities, workshops, lezingen, bijeenkomsten en andere activiteiten waarbij kennisdeling en inspiratie op het gebied van innovatieve materialen en technieken centraal staat.

Open van maandag t/m vrijdag van 10.00 – 16.00 uur, entree is gratis

Kom langs en laat u inspireren!

www.materia-ic.nl

Pedro de Medinalaan 1b 1086 XK Amsterdam +31 (0)20 – 71 30 650 info@materia-ic.nl

KNOWING INFORMING EXPLORING


Gebiedsontwikkeling begint bij sociale dynamiek. Economie, plaats en identiteit worden bewust vormgegeven. Een inspirerend locatieverhaal activeert.

Hendriks Werken aan ruimte BEELD KWALITEIT

Wijk

INTERFACE EUROPE

Overheid beleid volkshuisvesting en ruimtelijke ordening Woningbouwvereniging procesmanager

GREX OPEX

Energie aspecten Haalbaarheid Gebiedspromotie

Wat doet Hendriks?

Directie

ting onele invulling epen bepalen lijk

Doelgroep activatie

Gesprek/ discussie

ijk zoek k

BE Amsterdam W ON ERMedinalaan 9 Pedro de Postbus 12480 1100 AL Amsterdam Telefoon (020) 750 95 00

Klantenpanel

Wat doet de klant?

Kopersdroom

Brainstormavonden/ projectconcepten bezoeken

ividuele ers Bestuur VVE

Vinden van de klant

Den Haag Mauritskade 1 Postbus 221 2501 CE Den Haag Telefoon (070) 311 Dromen 05 30 START

Directie woningcorporatie

Download ons essay Werken, Wonen, Economie, plaats en identiteit www.totalidentity.nl Leven (7 jaar) Contact met aannemer

Onderhoud & beheer

Wone Interactieve planvorming op het gebied van woningtypologie

Interactieve planvorming op het gebied van uitrustingsniveau

EGM Makelaar Positionering, corporate story Kopersen communicatie panels

Service begeleiding

individuele kopers

VVE kopersbegeleider

Buurtonderneming Vereniging van eigenaren

CERTIFICAAT VAN ECHTHEID

SKB enquête Stichting klantgericht bouwen

Uitbreidingsopties voor toekomstige aanbieders

Keuzebegeleiding

Uitleg installaties

Verkoopmanager

van de klant

van de klant

Nazorg goede oplevering

Stichting klantgericht bouwen 1e ronde

Uitvoeren

Betalen

Enthousiast worden

TEVREDENHEIDSONDERZOEK

TOTALIDENTITY.NL Opdrachtgever (corporatie) Bouwplaatsmedewerker

Financieringsgesprek Adviseurs Architect

KOPER

Woonwensgesprek Optiekeuzes UITVOE

Behoefte aan heldere communicatie

REALISATIE OVK

REN

Start bouwbijeenkomst

Koopcoach

Info voortgangsavonden Oprichting VVE

Klant

Bezichtiging bouwplaats

N

ERE

S

de hoogte van de bouw

Financiele barometer

Kopersbegeleiding

Verkoopgesprek IFIC PEC

Budgetgesprek

Total Identity ondersteunt organisaties bij het vertellen van hun verhaal vanuit een sterke reflectie op identiteit, ambitie en maatschappij. Via de lijnen Contract tekenen discover, dream, design en destiny vertalen wij strategisch advies naar creatieve uitingen in woord, beeld en geluid. Van interne bewustwording Start bouw/ tot krachtige externe positionering en profilering. Variërend vanrealisatie toekomstscenario's tot huisstijl, campagnes, training en coaching, online activering Bedienen en conversation management. Via website op

CHALLENGING AMBITION. Klanttevredenheidsonderzoek KLANT-

Start verkoop

Projectdeelnemers 1e keus Klant

Kopersservice

Verkoop aan leden

Architect

Communicatieprocesmanager

Oplevering woning

Verkoop manager

Flexibele indeling/ opties energielast onderhoudslasten

Definitief ontwerp

Keuzes concepten maken verbeelden Schetsen Ontwikkeling vanSelectie ruimtelijke is een samenspel van economische woning duurzaamheid van woning maken Start verkoop en gebruik NT vraag, fysieke plaats en identiteit. Daarbij is een gebiedsverhaal noodzakelijk TA OP om het gebied in zijn betekenis te begrijpen. Met socialKwaliteitsen service design Verkoopdocs. brochure/ keuzes ontstaat een locatie vanuit haar toekomstige relevantie. In de beleving van Contractstukken Financien regelen de gebruiker ontwikkelen zich de gewenste uitstraling en kwaliteit. Inschrijfformulier Betrekken

Naservice nodig voor gebreken

REFLECTIE

Wooncoach

Betaalbaarheid

ONTWERPEN

Ontwerpdag in woonatelier met architect

- Website info - Speciale actie - Bord locatie - Retentiemarketing

Koperskeus

Voorlopig ontwerp

woningbouw vereniging

erhoud v/d eenschap

Start Dialoog-

Behouden van de klant

Woonwensverbetering

belanghebbenden (potentiele kopers)

Financien uitzoeken & Behoeften uitspreken

Filteren en inwinnen informatie

Afwegingen maken

woonvorm/ m2 concept plattegrond

Architect

makelaar

Floriade 2012 Identiteitsontwikkeling en gebiedspromotie Prijsindicatie Full blow marketing

feedback onderzoeken

projectleider woningbouwvereniging

Communicatie klant / gebruiker

Aanpassingen ontwerp naar behoeften SPECIFICEREN

CO-CREATIE

mondreclame Retentiemarketing

Verkoopmanager Buurtbeweging/ belangenvereniging

Schetsontwerp Interactieve planvorming op het gebied van architectuur en woonmileu

Hendriks Ontwikkeling en ontwerp van het kennisNieuwsbrief en woonatelier Gesprek/ Mond tot discussie DOME-X

onderzoek

Kwaliteit duurzaamheid energetisch – milieu Haalbaarheid Functionele indeling Materialisatie + installaties

Interactieve infodag in woonatelier

Gesprek over het Sessie kennisatelier organiseren co-creatieproces en verwerking behoeften

COMMUNITY BUILDING

KLANT

artikel in krant Maquette met in te vullen ‘vlekken’

Conceptontwikkelaar/ begeleider

Onderzoek & Dialoog

INTENTIEOVEREENKOMST

begeleider Logistiek ParkConceptMoerdijk Marktontwikkelaar programmering onderGebiedsconcept, zoeker en location story scenario-ontwikkeling, Digitale marketing corporate Doelgroep-/ Verkoopadvertentie/ publishing productstory en corporate

begeleiding

gever

Directie

Adviseurs

SHOWCASING

Website + inschrijving Woonbedrijf Verwerken klantgegevens Strategische oriëntatie,

Manager D&I VerkoopOpdracht- manager

Marktonderzoeker OntwikPlankelaar econoom

ACTIEF IN MAATSCHAPPELIJK DISCOURS

LIVING NATURE

advertentie

PVE PROJECTAMBITIE

Expo van projectconcept

Wat is de klantreis? Verkoop-

Gebiedsvisie ontwerp

Planconcept

Presentatie aan stakeholders en opdrachtgevers

Projectvisie ontwerp

SERVICE DESIGN

Productspecialisatie Beeld/kwaliteitsplan Energie aspect Haalbaarheid

PLANNING

Woningtype

FASEVERSLAG

ONTWIKKEL OVK

BEWONER

BESTEM. PLAN

Straat VAN WatTAAKSTELLING doen de stakeholders? NAAR KLANTWAARDE

Keuze afwerkpakket

Gesprekken buurtondernemers

Kopersbegeleiding

Kopersbegeleiding

Communicatiemanager projectleider

VVE

Prijs en

Bestek, bestektekeningen en contractfase

Plan uitwe volge woon


ONTWERPVRIJHEID

SAMENWERKING

PRODUCTIVITEIT

advertentie

Wie goed kijkt, kiest voor ArchiCAD ArchiCAD scoort keer op keer als de beste keuze voor de architect. Ontwikkeling voor en door architecten betekent gebruikersgemak, sterk in ontwerp ĂŠn uitwerking en perfecte samenwerking met alle disciplines. ArchiCAD = Architectuur & OPEN BIM

www.kubusinfo.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.