BNA Blad #03/11

Page 1

meer doen dan de opdrachtgever had verwacht Windesheim Gebouw X is het BNA Gebouw van het Jaar 2011.

16 spelregels voor maatschappelijk verantwoord aanbesteden ‘De focus moet weer op de inhoud en de uitkomst liggen en niet op het proces.’

Het tandemprincipe Hoeveel is een bedrijf waard en hoe bepaal je als nieuwe eigenaar je eigen koers?

BNA Onderzoek presenteert eerste resultaten Zorg voor Leegstand; her­bestemmen van leegstaande kantoren naar zorgfuncties.

BNABLAD#03/11

De X-factor


De nieuwe standaard in zonnewarmte-werende beglazing: SGG COOL-LITE XTREME 60/28 Tl 60% g 28% Ug 1.0 W/m².K

Het nieuwe SGG COOL-LITE® XTREME 60/28 combineert een extreem lage zonnefactor (g :28%) met een zeer hoge lichttransmissie (Tl : 60%) en een uitstekende isolatie (Ug : 1.0 W/m².K). Met andere woorden, een uniek hoge selectiviteit (Tl/g : 2,14). Zowel voor woning- als voor utiliteitsbouw ! www.sggxtreme.com


SOLARLUX CO2MFORTGEVEL Het nieuwe werken achter een dubbele gevel met maximale openingsvrijheid in een Smart-Tech Office. Geniet van een werkplek met een optimum aan licht, lucht en ruimte. Ecologisch, economisch en sociaal, duurzaamheid in optima forma.

Solarlux Nederland BV | 0548 - 631323 | www.solarlux.nl


®

Geschikt voor een waaier aan gevelafwerkingen.

Signum Si Sig S ig n ig nu u um m - Gent Gen Ge Gen e nt

Uw klanten tot maar liefst 25% laten besparen op de energierekening? Maak dan zeker kennis met het buitengevelisolatiesysteem met Powerwall®, een nieuw concept voor nieuwbouw en renovatie. De ultradunne Powerwall® gevelisolatie zorgt dankzij zijn uniek tand en groefkliksysteem voor een duurzaam en efficiënt doorlopend isolatieschild met hoog rendement. In combinatie met een regelbaar bevestigingssysteem kan het worden gebruikt met een brede waaier aan gevelafwerkingen zoals sidings, steenstrips, leien, pannen, zink, pleisterwerk, hout en vezelcementplaten. Kortom, een muur met power!

Meer info over Powerwall® of andere producten van Recticel Insulation? Surf naar www.recticelinsulation.nl Recticel Insulation - Postbus 1 - 4040 DA Kesteren Tel. +31(0)488 48 94 00 - insulation_info@recticel.com


inhoud 04 Uitvergroot

Janneke Bierman over het Bastionder in Den Bosch van Marc van Roosmalen en Marlène van Gessel.

07 Rob Hendriks Zelfverzonnen

08 Kortom 10

meer doen dan de opdrachtgever had verwacht

Windesheim Gebouw X is het BNA ­Gebouw van het Jaar 2011. De prijs­ uitreiking stond in het teken van ­‘effectiveness’ of de meerwaarde van de architect.

15 De vondst

Een compacte kubus met keuken, ­badkamer, toilet en bergruimte laat ­optimale vrijheid om een studio in te delen. Dat is het idee achter de woonmachine van van aken architecten.

16

Het tandemprincipe

Hoeveel is een bedrijf waard en hoe bepaal je als nieuwe eigenaar je eigen koers? Het tweede deel van de serie over integraal ondernemerschap met Clevis Kleinjans Architecten.

19 Studentenwerk

Willem van Es gebruikte zijn fascinatie voor Japanse architectuur in het ontwerp voor een woongebouw in AmsterdamNoord.

BNABLAD #03/11

20

Niet langer met de ruggen naar elkaar toe

Een speciaal in het leven geroepen ­werkgroep stelde de 16 geboden op voor maatschappelijk Verantwoord Aanbesteden.

24 Opinie

De Wabo is inmiddels een halfjaar in werking. Wat vindt men van de nieuwe omgevingsvergunning die 25 bouw­ vergunningen in één aanvraag vat? Is het er makkelijker op geworden?

26

BNA Onderzoek ­presenteert eerste resultaten

Tijdens de eerste editie van de jaarlijkse BNA Onderzoekdag laat het programmateam zien wat de pionierende fase heeft opgeleverd. Wat kunnen we verwachten?

29 Bureauberichten 30 BNA Academie 32

Nieuwe oogst 33 Het Bureau

Bureau B+O Architecten

3 05


■UITVERGROOT In de bladen zie je vaak dezelfde projecten terug. In deze rubriek daarom aandacht voor architectuur die niet dagelijks in de schijnwerpers staat. Architecten bespreken bijzonder werk van een collega.

Bastionder in Den Bosch Een ontwerp van Marc van Roosmalen en Marlène van Gessel ‘Het Bastionder is een gebouwtje waar ik regelmatig langskom, en iedere keer is het weer anders. In het voorjaar staat het dak vol krokussen, nu is het weer strak knalgroen. Doordat je er doorheen kunt kijken, zie je de bomen die erachter staan hun blad krijgen en verliezen. Onder invloed van het weer krijgt het gebouw steeds een andere belichting. Het past perfect in de omgeving, het gaat er zelfs letterlijk in op doordat het verzonken ligt in het grasveld dat er al was. Het ontwerp is terughoudend maar tegelijkertijd een blikvanger die de overgang tussen de rand van de stad en het aangrenzende natuurgebied markeert. Dat hebben Marc van Roosmalen en Marlène van Gessel knap gedaan. Werkelijk alles aan dit gebouw klopt, van concept tot het laatste detail. De technische installaties zijn mooi in de rand van cortenstaal geïntegreerd, waardoor het ontwerp heel sec blijft. Dat cortenstaal sluit ook weer mooi aan bij de omgeving: in het park zijn de grasranden met hetzelfde materiaal afgezet. Er is veel weerstand geweest tegen de aanleg van dit informatiecentrum op deze markante grens, waar de rand van de binnenstad meteen de rand van de stad is. Maar volgens mij is iedereen enthousiast over het resultaat. Voorheen kon je er alleen komen als je een tour over de oude vestingwerken boekte, maar sinds kort is het vrij toegankelijk op een aantal middagen in de week. Wat er binnen te zien is, is helaas minder interessant voor herhaald bezoek. Je zou er eigenlijk een publiekstrekker in moeten vestigen, of een wisselend multimedia spektakel. Dan kunnen meer mensen er vaker van genieten.’ Janneke Bierman architect/directeur Bierman Henket ­architecten Zie voor de openingstijden www.vestingstad.com

06

BNABLAD #03/11


Het ontwerp is terughoudend maar tegelijkertijd een blikvanger BNABLAD #03/11

07


In het voorjaar staat het dak vol krokussen, nu is het weer strak knalgroen

Beeld RenĂŠ de Wit en Marc van Roosmalen

08

BNABLAD #03/11


COLUMN

Zelfverzonnen Met vooruitziende blik koos de Raad van Advies van de Dag van de Architectuur voor 2011 het thema ‘Zelfverzonnen’. Het blijft in de bouw en de architectenbranche nog kwakkelen. Het is meer winter dan zomer. Het ontbreekt aan echte nieuwe initiatieven, overheden bezuinigen en huizenkopers zijn voorzichtig. Veel bureaus hebben moeite het hoofd boven water te houden en pas afgestudeerde architecten vinden moeizaam werk binnen de branche. Duidelijk is dat de vragen zoals we die als architecten voorgeschoteld kregen niet meer gesteld zullen worden. Geen nieuwe monofunctionele nieuwbouwwijken, kantorenparken of bedrijventerreinen in de weilanden meer. Vooral transformatieopgaven staan ons te wachten, duurzaam, vaak complex van aard en tijdsbestendig. Dit vraagt een herijking van ons ontwerpinstrumentarium. Niet alleen de aard van de opgave, ook het opdrachtgeverschap verandert. Bij innovatieve contractvormen treden overheden niet langer als opdrachtgever op. Het zijn bouwende consortia die een geschikte architect voor de opgave kiezen. En bij woningbouw zijn het op dit moment vooral eigenaar/bewoners die nog bouwen, als particulier of in collectief verband. Daar zit het voorjaar.

COLOFON BNA Blad #03, vijfde jaargang, juni 2011 Uitgever Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten BNA, Postbus 19606, 1000 GP Amsterdam, T 020 555 36 66, E redactie@bna.nl, I www.bna.nl. BNA Blad verschijnt zes keer per jaar (oplage 5.500) Advertenties Architectenweb B.V., Postbus 92103, 1090 AC Amsterdam, T 020 71 30 600, E bs@architectenweb.nl of amdb@architectenweb.nl Adreswijzigingen administratie@bna.nl Druk Ipskamp Drukkers Redactie Inge Pit (hoofdredactie), Isabel van Lent, (bladcoördinatie), Natascha Beets (beeldredactie), Lonneke Bakkeren, Wilma Jansen, Carla Roos Redactiecommissie Michiel Cohen, Maarten Engelman, Sander Mirck Basisontwerp Thonik, Amsterdam Vormgeving Architectenweb, Amsterdam Beeld omslag Windesheim Gebouw X, Zwolle. Ontwerp: Broekbakema. Foto: Menno Emmink Tekst Uitvergroot Willemijn de Jonge Foto column Jan Anninga ISSN 1874-2696 Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de BNA geheel of gedeeltelijk worden overgenomen. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die onjuist of onvolledig is opgenomen, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid.

BNABLAD #03/11

Overal schuilen nieuwe kansen voor architecten die bereid en in staat zijn zichzelf opnieuw uit te vinden. Die niet wachten totdat hen opnieuw een vraag wordt gesteld, maar meebewegen in een verschuivend rollenspel, zelf kwesties agenderen en initiatieven ontplooien. Het collectief particulier opdrachtgeverschap blijkt in het bijzonder zo’n nieuw te ontginnen gebied voor architecten. Bewoners die met elkaar een specifieke woon-/werk-/leefvorm voor zichzelf verzonnen hebben, maar geen professionele opdrachtgevers, noch ontwerpers zijn. Met zo’n groep in gesprek gaan over mogelijke programma’s, individuele en gemeenschappelijke dromen, het ontwerp, de financiën, het proces, de bouw en de tijd wanneer de architect het gebouw allang verlaten heeft, is de kern van deze opgave. Met als mogelijke uitkomst bijzondere, duurzame architectuur voor een complex programma, specifiek voor deze opdrachtgevers en plek. Tot stand gekomen zonder dat er zware externe beeldregie nodig was. Het belang van een specifieke, kwalitatief hoogwaardige woonomgeving wordt namelijk door de groep gedeeld en door de architect begrepen en vertaald. Het lijkt zo logisch en helemaal nieuw is de opgave ook niet. In deze tijd waarin krachtenvelden verschuiven en ook de architectuur zwaar bevochten moet worden, is het collectief particulier opdrachtgeverschap een uitgelezen kans om het architectonisch vakmanschap voor het voetlicht te ­brengen. Rob Hendriks

09


kort nieuws

kortom Bouwbesluitroadshow

Goed plan? Architect!

Op voorstel van minister Donner heeft de ministerraad eind april ingestemd met het concept Bouwbesluit 2012. Het nieuwe Bouwbesluit ligt nu ter inzage bij de Eerste en Tweede Kamer in een zogeheten voorhangprocedure en gaat daarna naar de Raad van State. De verwachte publicatiedatum in het Staatsblad is begin juli waarna het nieuwe Bouwbesluit op 1 januari 2012 van kracht wordt.

Dit voorjaar start de BNA een imagocampagne voor architecten. Met deze campagne wil de BNA het grote publiek aanspreken. Het doel van de campagne is om het werk van architecten te promoten en de drempel om een architect te benaderen te verlagen. ­Ontwerpbureau Thonik dat eerder de huisstijl van de BNA ontwierp en onder andere bekend is van de huisstijl en campagnes voor de SP, de VPRO en het NRC Handelsblad, heeft de campagne vormgegeven. De slogan van de campagne is: Goed plan? Architect!

De BNA bereidt – gebaseerd op deze planning – in samenwerking met andere brancheorganisaties regionale voorlichtingsbijeenkomsten voor zijn leden voor. Tijdens deze Bouwbesluitroadshow krijgen leden in een programma van drie uur in hoofdlijnen de belangrijkste wijzigingen in het Bouwbesluit gepresenteerd. De bijeenkomsten staan gepland op 7 juli in Meppel en Utrecht, 1 september in Rotterdam en Amersfoort en 8 september 2011 in Eindhoven en Utrecht. Op de website van de BNA Academie vindt u de definitieve locaties, data en tijdstippen. Alexander Pastoors, beleidsmedewerker ontwerpproces en techniek

BIM-kennis voor alle ­architecten

Omdat er voor de campagne een beperkt budget beschikbaar is, heeft de BNA ervoor gekozen om deze te koppelen aan de Dag van de Architectuur die plaatsvindt in het weekend van 25 en 26 juni. De Dag van de Architectuur is al jarenlang een succesvol en bekend publieksevenement waarvoor altijd veel aandacht is in de media. Deze free publicity, aangevuld met tv-spots op Nederland 1,2 en 3 en driehoeksborden in het hele land, zet de BNA in om het werk van architecten in het algemeen onder de aandacht te brengen en particulieren te stimuleren om vaker een architect in te schakelen. Het thema van 2011 ‘Zelfverzonnen’ sluit naadloos aan bij deze ambitie. Het programma voor de Dag van de Architectuur wordt dit jaar uitgebreid met een Open Huis Architectenbureaus. Hier kunnen mensen zelf een kijkje in de keuken nemen van een architectenbureau en van architecten horen wat het vak inhoudt en waarvoor je een architect kunt inschakelen. Inge Pit, manager communicatie

De BNA gaat samenwerken met TNO om specialistische kennis over BIM beter toegankelijk voor architecten te maken en innovatie in de branche te stimuleren. De BNA gaat hierbij ook samenwerken met de belangrijkste ketenpartners NLingenieurs en Bouwend Nederland omdat BIM ketenbreed moet worden ontwikkeld als de mogelijkheden van BIM optimaal tot zijn recht willen komen. TNO gaat kennis beschikbaar stellen aan architecten, constructeurs, adviseurs en bouwers in het kader van een ‘branche-innovatiecontract’. Het gaat hierbij zowel om kennis over de technische kant van BIM, zoals open uitwisselstandaarden, als de procestechnische kant van het samenwerken in de keten en de noodzakelijke juridische kaders. Het grootste deel van de projectkosten zal door het ministerie van EL&I worden gedragen. Zodra de precieze inhoud van de projecten bekend is, leest u op de website van de BNA hoe u aan projecten kunt deelnemen. Alexander Pastoors, beleidsmedewerker ontwerpproces en techniek

010

BNABLAD #03/11


kort nieuws

Dag van de Architectuur 2011

BNA ondertekent Akte van Herbestemming

Op 25 en 26 juni vindt de 26e editie van de Dag van de Architectuur plaats. Naast het reguliere programma bestaande uit evenementen, gebouwopenstellingen, rondleidingen en exposities openen meer dan 150 architectenbureaus hun deuren voor een Open Huis. In vijftig gemeenten in Nederland vinden activiteiten plaats. Het complete programma is te vinden op www.dagvandearchitectuur.nl en verschijnt op zaterdag 18 juni in een bijlage bij Trouw. Hieronder een greep uit het programma:

Op 23 mei 2011 ondertekende de BNA de ‘Akte van Herbestemming’, in het kader van het Nationaal Programma Herbestemming. De Rijksdienst Cultureel Erfgoed heeft als initiatiefnemer het doel herbestemming van karakteristieke gebouwen, structuren en complexen te stimuleren. Met de ondertekening is de samenwerking tussen de verschillende partners van de Nationale Agenda Herbestemming bekrachtigt.

In Alkmaar worden workshops gehouden waarin bezoekers samen met een architect een project voor collectief particulier opdrachtgeverschap verzinnen. Ook in Arnhem kunnen bezoekers zelf gebouwen bedenken én maken, een expositie bekijken van gebouwde en niet-gebouwde zelfverzonnen projecten en een architectuurroute volgen. Onder de titel ‘Teuge – Bangkok’ worden op vliegveld Teuge rondleidingen en kinderactiviteiten georganiseerd. In Amsterdam kunnen bezoekers naar IJburg waar zelfverzonnen gebouwen worden opengesteld zoals het Solid gebouw, de Vrijburcht en het XXX-gebouw. Ook in Haarlem kunnen bezoekers binnen kijken bij onder andere de Jopenkerk, het woningbouwproject AL light en Studio Heldergroen. In Groningen wordt de uitslag van de Grote Groninger Gebouwenenquête bekendgemaakt. Vervolgens rijdt de Specialistenbus met deskundige rondleiders die bezoekers meenemen naar de nieuwste architectuur in Groningen. In Den Haag wordt onder andere het nieuwe Stadsdeelkantoor Leyweg opengesteld en vinden er helikoptervluchten plaats. ‘Buurtlandschappen’ vormen de rode draad voor architectuurroutes in Haarlemmermeer. In Houten kunnen bezoekers deelnemen aan openluchtgesprekken over collectief particulier opdrachtgeverschap op bijzondere locaties waaronder het Sluis- en stuwcomplex Hagestein. In Utrecht vinden op beide dagen diverse activiteiten plaats waaronder een audiotour, gebouwopenstellingen, rondleidingen en exposities. Tijdens de slotmanifestatie presenteren architecten hun ideeën voor niet alledaagse woningbouw. In Zaanstad zijn genomineerde gebouwen opengesteld van de Parteon Architectuurprijs Zaanstreek. Kinderen kunnen onder begeleiding van een architect bouwen aan hun zelfverzonnen stad. In Rotterdam vormt het Schieblok het epicentrum van de dag. Bijzonder verbouwde woningen zijn te bezoeken waaronder de Zwarte Parel, winnaar van het BNA Gebouw van het Jaar 2011 Regio Delta.

De BNA startte verschillende projecten over het onderwerp herbestemming. Best practices herbestemming: rol van de architect Op deze online kennis- en projectenbank over herbestemming wordt de rol van de architect in succesvolle herbestemmingsprojecten beschreven. Er zijn analyses en projectbeschrijvingen van tien goede voorbeelden van herbestemming geschreven, om gebouweigenaren, opdrachtgevers, architecten en anderen die op professionele manier betrokken zijn bij herbestemming van gebouwen te inspireren. BNA Onderzoek In de studie ‘Zorg voor leegstand’ van BNA Onderzoek (zie ook het artikel op pagina 26 van dit BNA Blad) is een instrument ontwikkeld waarmee een quickscan van een kantoorgebouw kan worden uitgevoerd. Deze quickscan laat zien of herbestemming van een gebouw financieel haalbaar is, licht de criteria door die bijdragen aan haalbaarheid, of er afbreuk aan doen. Ook heeft BNA Onderzoek de ontwerpstudie ‘Competentiegericht onderwijs in een leegstaand kantoor in Amsterdam Zuidoost’ uitgevoerd. Het doel hiervan was te onderzoeken of lege kantoren geschikt gemaakt kunnen worden voor Competentiegericht onderwijs, een onderwijstype dat grote baat heeft bij contacten met de buitenwereld. Ga naar www.herbestemming.nu voor meer informatie over het Nationaal Programma Herbestemming.

Isabel van Lent, coördinator Dag van de Architectuur Bekijk de website www.dagvandearchitectuur.nl voor het volledige programma.

BNABLAD #03/11

011


ARTIKEL Beeld Windesheim Gebouw X. Ontwerp: Broekbakema. Foto: Menno Emmink

meer doen dan de opdrachtgever had verwacht 12

BNABLAD #03/11


ARTIKEL

Windesheim Gebouw X in ­Zwolle is verkozen tot BNA ­Gebouw van het Jaar 2011. De prijsuitreiking stond in het teken van ‘Effectiveness’ of de meerwaarde van de architect. ‘Het leven dat wij wilden uitlokken, speelt zich voor mijn ogen af.’ ––

Tekst Marina de Vries

Daar staat de winnaar in de meivakantie, Windesheim Gebouw X, Hogeschool voor Journalistiek en Economie in Zwolle. Wit, transparant en stralend vleit het schoolgebouw zich langs het spoor, op een heuvel van gras. Die heuvel is het begin van het verhoogde maaiveld dat in de toekomst alle gebouwen met elkaar zal verbinden. Onder het maaiveld staat de zee van blik geparkeerd, die de opdrachtgever uit de weg wilde hebben. Opdrachtgever Hans Valent, directeur Vastgoed en Facilitair Bedrijf Windesheim, haalt foto’s tevoorschijn, waarop honderden studenten in het gras zitten. ‘Het is precies zo geworden, als ik me had voorgesteld’ zegt hij tegen Aldo Vos, architect-directeur van Broekbakema Architecten en ontwerper van zowel Gebouw X als van het masterplan.

‘Wij zochten geen ontwerp, maar een ontwerper.’ Beiden genieten zichtbaar na van de eer en de lof die op hen af zijn gekomen. De landelijke BNA-jury, onder leiding van Frits van Dongen, prees Gebouw X vanwege voorbeeldig vakmanschap, zijn ruimtelijke belevenis, beheersing en speciaal gemaakte expressieve en lichtgewicht gevel, die zowel geborgenheid als transparantie biedt. De school is volgens de jury niet alleen duurzaam vanwege zijn flexibiliteit en energie- en waterbesparende maatregelen, maar ook vanwege zijn eenvoud, volwassenheid, hoogwaardigheid en gebruikersplezier. Het gesprek tussen opdrachtgever en architect, over het BNA Gebouw van het Jaar 2011 en over de meerwaarde van de architect, vindt plaats in een laag bakstenen jaren tachtig gebouw, grauw van buiten en van binnen. Zo moest Gebouw X er dus niet uit zien, zegt Valent. ‘We wilden een gebouw met ballen, een statement dat recht doet aan een HBO. Dat is goed gelukt.’ ‘Succes heeft vele vaders’, zegt Vos bescheiden, en zo is het. Zonder goede installatie adviseur (Halmos Adviseurs), landschapsarchitect (Copijn Tuin- en Landschapsarchitecten), constructeur (Ingenieursbureau Wassenaar), huisvestingsadviseur (Draaijer en partners), aannemer (Bouwcombinatie Trebbe/Hegeman uit Nijverdal) en vele anderen, was gebouw X niet geworden wat het nu is. Maar het begint bij de opdrachtgever. Het Vastgoed en Facilitair Bedrijf Windesheim is een professionele organisatie, zegt Vos, die weet wat zij wil, duidelijk en consequent is.

BNABLAD #03/11

13


ARTIKEL

Geen onderwijsfabriek, maar een verzameling aparte gebouwen, waarin studenten zich al na een paar weken thuis kunnen voelen. Daarbij moeten studenten over de grenzen van de eigen opleiding heen kunnen kijken onder het motto ‘Kenniscirculatie door ontmoeting’ – de kern van Vos’ ontwerp. Zo kunnen namelijk nog niet bestaande, voor de toekomst nuttige opleidingscombinaties ontstaan, legt Valent uit. ‘En we hebben ons bij dit gebouw goed gerealiseerd dat

‘Dat is geen meerwaarde, dat is jullie waarde.’ je niet alleen bouwt voor nu, maar ook voor de toekomst. De school kan eventueel veranderen in een kantooromgeving.’ Op advies van Dirk Baalman van Het Oversticht hebben de opdrachtgevers van de Hogeschool twee dagen met elkaar in een bus gezeten, voor zes visiepresentaties van architecten in een door het desbetreffende bureau ontworpen gebouw. Bij Broekbakema gaf niet het gebouw de doorslag, zegt Valent, maar het gesprek. ‘Door ervaring wijs geworden, zochten wij geen ontwerp, maar een ontwerper. De manier waarop naar ons werd geluisterd, het gesprek over en weer over het leven, over wat je wilt bereiken en hoe zich dat vertaalt naar de gebouwde omgeving, hebben de doorslag gegeven.’ En, zegt Valent: ‘Vos is een jonge vent, met nieuwe ideeën, ook qua vormge-

Beeld De gevel biedt zowel geborgenheid als transparantie. Foto: Menno Emmink

14

ving. Dat wilden we graag.’ De keuze voor het gesprek en voor samenwerking, pakte goed uit. Was de Hogeschool aanvankelijk alleen uit op een nieuw school­ gebouw, gaandeweg ontstond behoefte aan een betere verankering aan de plek, en daarmee aan een nieuw masterplan. Het even ingenieuze als vanzelfsprekende maaiveldconcept, waarmee het centrale, autovrije ontmoetingsplein kan ontstaan, komt uit de koker van Vos, meegebracht van een architectuurreis naar Japan. Het is – naast het luisteren – een van de meerwaardes van de architect voor de opdrachtgever. Over de economische of culturele meerwaarde die een architect een opdrachtgever kan geven, werd in de Amsterdamse Stadsschouwburg gediscussieerd voordat het BNA Gebouw van het Jaar 2011 bekend werd gemaakt. Een architect vertaalt de organisatiedoelen van de opdrachtgever – gevisualiseerd in woorden of in een schema – in ruimte. Dat is het vakmanschap van de architect, vinden Vos en Valent. Maar soms doet een architect meer dan de opdrachtgever had verwacht. Ook dat is het vakmanschap waarmee een architect zich onderscheidt. Tijdens de discussie in de Stadsschouwburg passeerde een aantal voorbeelden de revue. Voor het hoogstedelijke woonstudentencomplex Cité van Tangram in Rotterdam had de opdrachtgever een wensenpakket dat het budget ver overschreed. Tangram draaide de plattegrond van het

Beeld Studieplekken. Foto: Menno Emmink

BNABLAD #03/11


ARTIKEL

complex zodat niet vierhonderd maar vijfhonderd woningen mogelijk werden en financiële ruimte ontstond. Bij de uitbreiding van de Amsterdamse Stadsschouwburg kwam Jonkman Klinkhamer architecten – daartoe aangespoord door het belendende poppodium Melkweg – met een totaal ander plan dan gevraagd. Dat plan, waarbij beide instellingen de nieuwe, grote zaal kunnen programmeren, is volgens de opdrachtgever vele malen beter dan hijzelf had bedacht. Ook bij FPC de Oostvaarderskliniek in Almere – BNA winnaar van het jaar 2009 – en het ROC van Twente – regiowinnaar Oost 2009 – hebben de respectievelijke architecten Martien Jansen van Studio M10 en Harry Abels van IAA Architecten de opdrachtgever verrast. Jansen heeft zich als Houdini door de regelgeving begeven, om extreme transparantie te creëren, waardoor de tbs-kliniek in Almere open, vriendelijk en veilig is voor de omliggende woonwijk en grote tevredenheid creëert bij bewoners en medewerkers. Abels zag de mogelijkheden van een gigantisch, ongeprogrammeerd atrium in een ongeliefd, leegstaand industrieel pand en overtuigde zijn opdrachtgever dit pand met geschiedenis als nieuw onderkomen te kiezen. Nu is het ROC van Twente vanwege zijn ziel en zijn atrium, waarin feesten, partijen en concerten gegeven kunnen worden, een factor van betekenis in stad en wijde omtrek. Zowel aan het succes van de Oostvaarderskliniek als van het ROC ligt volgens betrokkenen een

aantal ingrediënten ten grondslag. Beide architecten hebben hun opdrachtgever meegenomen op studiereis, waarmee naast inspiratie een gesprek ontstond over de kwalitatieve aspecten van het gewenste gebouw. In beide gevallen heeft tijd een rol gespeeld, waarmee rust en ruimte ontstonden om precies het goede antwoord op de vraag te vinden en in de huid van de gebruiker te kruipen, aldus Jansen. Beide bureaus hebben de directievoering gedaan. Ook de kracht van de architect om betrokkenen te overtuigen met goede argumenten was in beide projecten van doorslaggevend belang. Opmerkelijk genoeg karakteriseren dezelfde ingrediënten de succesvolle samenwerking in Zwolle. Gezamenlijk hebben architect en opdracht­gever een excursie gemaakt naar pleinen in onder meer Almere en Den Haag, om te kijken

Met ‘leeg’ atrium staat ROC Twente midden in ­samenleving. naar maatvoering en verhoudingen. ‘We ­schrokken van de grootte van het gewenste campushart.’ zegt Valent, ‘Dat leek op papier veel kleiner.’ Het gaf het inzicht dat een goed plein minimaal twaalf meter hoge wanden nodig heeft, terwijl de opdrachtgever aanvankelijk geen hoge gebouwen wenste. Gezamenlijk gebouwbezoek

Beeld Atrium. Foto: Menno Emmink

BNABLAD #03/11

15


ARTIKEL

Beeld ROC van Twente. Ontwerp: IAA Architecten. Foto: Christian Richters

Beeld FPC de Oostvaarderskliniek, Almere. Ontwerp: Studio M10. Foto: René de Wit

16

leerde de opdrachtgever hoeveel belang hij hecht aan een hoogwaardige gevelafwerking. Ook het bureau van Vos heeft de directievoering kunnen doen en de inrichting. En door omstandigheden, waaronder het maken van het masterplan, heeft tussen ontwerp en bouwen van de school meer tijd gezeten dan gedacht. Daardoor ontstond de mogelijkheid om interieur en exterieur ‘helemaal uit te ontwerpen’ en uitgebreid met gebruikers te overleggen over de door hun gewenste plek in het gebouw. Vos: ‘De opdrachtgever had vanaf het begin consequent voorkeur voor het ontwerpmodel met het grote atrium. De school is van binnen en van buiten zo mooi geworden, omdat we vervolgens zoveel aandacht konden besteden aan uitwerking en verhoudingen.’ Hoewel de taakverdeling tussen opdrachtgever en architect in Zwolle duidelijk was – op esthetisch vlak erkende Valent in Vos de vakman, voor de exploitatie op de lange termijn had de opdrachtgever de laatste stem – kwam het ook hier aan op de overtuigingskracht van de architect. Vos: ‘Nu vindt iedereen het een heerlijk licht gebouw om in te werken, maar over de witte basiskleur zijn pittige discussies gevoerd. En om het ontwerp inzichtelijk te maken voor de opdrachtgever heb ik veel maquettes gemaakt, wel vijf of zes. Die werden flink gebruikt, want ze kwamen altijd stuk terug.’ Wat ook helpt is affiniteit met architectuur op hoog niveau. In dit geval zorgde Hein Dijkstra, voormalig lid van het College van Bestuur, regelmatig voor een doorbraak in de discussies. Resteert de vraag wat in Zwolle precies de meerwaarde is geweest van de architect? Zelf noemt Vos naast het opgetilde maaiveld, de blikvangende gevel – ‘daaraan is veel tijd besteed, en dat zit niet in een programma van eisen’ – , het atrium en het licht. ‘Dat is geen meerwaarde, dat is jullie waarde’, reageert de opdrachtgever. ‘Daarvoor hebben we nou juist een goede architect gezocht.’ Dat de nieuwe school bijdraagt aan een positief imago – richting stad en richting toekomstige studenten – staat voor Valent buiten kijf. ‘Alle Hogescholen weten dat de plek waar zich ons onderwijs voltrekt, een belangrijk argument is in de keuze van studenten.’ Hij noemt een andere, culturele ‘meerwaarde’, namelijk dat het gebouw doet wat het moet doen. Als Valent door de school loopt, ziet hij dat de afdelingen journalistiek en economie mixen. ‘Het leven dat ik op papier wenste, speelt zich voor mijn ogen af.’ En wat hij als opdrachtgever niet heeft kunnen voorzien, is de positieve energie die van het gebouw uitgaat. ‘Mensen die somber zijn over de jeugd van tegenwoordig, moeten eens in Gebouw X komen kijken. Als je ziet hoe ­geïnspireerd en geanimeerd jonge mensen hier werken, op wat voor terrein ook, dan realiseer je je: het komt wel goed met deze wereld.’ Ook dat is een verdienste van de architect, en van architectuur.

BNABLAD #03/11


RUBRIEK

■De Vondst

Waarom ziet een gebouw eruit zoals het eruitziet? De architect van het gebouw bespreekt een slimme oplossing in zijn ontwerp.

Tekst Kirsten Hannema Beeld Stijn Poelstra

Woonmachine

Een compacte kubus met keuken, badkamer, toilet en bergruimte laat optimale vrijheid om een studio in te delen. En is in de toekomst eenvoudig te demonteren en hergebruiken. Dat is het idee achter de woon­ machine, voor het eerst toegepast in 61 woonstudio’s in De Rembrandt in Eindhoven. ‘Het idee ontstond toen we door woningcorporatie Wooninc. gevraagd werden een gebouw voor jonge mensen te ontwerpen’, vertelt ontwerper Maarten Castelijns, werkzaam bij van aken architecten in Eindhoven. ‘Met studio’s van 40 tot 60 vierkante meter en grotere appartementen – voor studenten en jonge starters. We wisten dat we de ruimte vrij indeelbaar wilden houden en dachten dus al snel aan een kubus waarin alle woonfuncties zijn opgenomen.’ Nu bestaan dergelijke oplossingen al langer, maar de beschikbare producten leken

BNABLAD #03/11

geen van allen geschikt voor dit project. Ze oogden te karig voor de startersmarkt, of ze waren alleen als inbouwpakket beschikbaar. Terwijl de opdrachtgever, met het oog op de flexibiliteit van het gebouw, eiste dat het blok ook weer eenvoudig verwijderbaar zou zijn. Zodoende startte van aken architecten zelf een studie naar de woonmachine. Bepalend voor het uiteindelijke ontwerp waren praktisch gebruik en onderhoudsvriendelijkheid; zo werd het aantal uitklapbare delen beperkt. De keuze voor de kleur wit, met hier en daar een kleuraccent, komt voort uit de wens de dominantie van het object in de ruimte te beperken. Verder is de wc apart van de badkamer gehouden en er is een bergruimte voor de wasmachine. En de relatief ruime keuken heeft inbouwapparatuur. ‘Dat maakt het geheel net wat luxer dan een standaard studio’, aldus Castelijns. De woonmachine wordt in een à twee dagen opgebouwd rond een vooraf aange-

legde bouwkundige schacht. De elementen passen door een standaarddeur en in een personenlift. Opzet was dat het blok uit acht of negen elementen zou bestaan, maar dat is vooralsnog een veelvoud daarvan. Dit heeft te maken met het productieproces van de betrokken interieurbouwer. De bedoeling is het product verder door te ontwikkelen. Uiteindelijk moet de woonmachine uit zo weinig mogelijk geprefabriceerde elementen bestaan, zodat kosten voor vervoer en installatie geminimaliseerd worden. Vraag is er in elk geval wel; van aken architecten is al bezig met een nieuw project waarbij interesse is getoond voor de uitvinding. Project Appartementencomplex De Rembrandt, Eindhoven Architect van aken architecten, Maarten Castelijns, Eindhoven Opdrachtgever Wooninc. Eindhoven Uitvoering Verschuren interieurbouw, Eindhoven

17


SERIE ONDERNEMERSCHAP

Het tandemprincipe Een bestaand architectenbureau overnemen kan een gespreid bedje opleveren, maar ook een kat in de zak. Want hoeveel is een bedrijf waard en hoe bepaal je als nieuwe eigenaar je eigen koers? Integraal ondernemer足schap gaat over de manier waarop architectuur en het 足runnen van een bedrijf elkaar versterken. In deel twee van de serie ligt de focus op het ondernemingsplan als houvast. Tekst Ellen Meijer

18

BNABLAD #03/11


SERIE ONDERNEMERSCHAP

Tot het moment dat ze werden gevraagd als opvolgers door hun werkgever hadden projectarchitecten Edwin van der Wulp en Eric Schellevis niet echt serieus overwogen een eigen bedrijf te starten. Ondernemer worden leek hen wel een inhoudelijke stap vooruit. Ze kenden Clevis Kleinjans Architecten in Venlo van binnenuit als medewerkers, dat maakte het gemakkelijker. Complicerende factor was echter dat het bedrijf sterk hing aan de persoon van de directeur. Van der Wulp: ‘Je ziet bij veel bureaus dat de eigenaar over alles beslist. Het was één van de eerste dingen die wij wilden veranderen.’

Samenhang In aanloop naar de overname analyseerde het tweetal de sterktes en zwaktes van het bureau. Op basis van kansen en bedreigingen schreven ze een ondernemingsplan, met als doel het bedrijf te leren kennen zodat ze er over konden communiceren. Van der Wulp: ‘We hebben van alle kanten gekeken naar hoe een bureau in elkaar steekt. Hoe communiceer je? Hoe ga je met personeel om? Hoe benader je de markt?’ Integraliteit zien ze als belangrijkste invalshoek voor het bureau. Integraal ondernemen draait volgens Van der Wulp om samenhang. Wie bepaalde markten wil benaderen, moet weten of de kennis er is plus het geld om te acquireren. ‘Zo grijpt alles in elkaar.’ Rust in financiële zin was en blijft een sterke drijfveer. De zakelijk directeur weet hoe de vlag er bij hangt. In de afgelopen maanden stapte het bureau over op een 3D tekenprogramma in voorbereiding op BIM. ‘Ondanks de crisis hebben we besloten op deze manier te investeren in onze toekomst.’

Zaaien Op het moment van de overdracht in januari 2007 rendeerde het bureau al goed. Van der Wulp en Schellevis hebben het succes voortgezet. Onder hun leiding groeide het bedrijf van zestien naar negentien mensen. Nog steeds blijft de orderportefeuille gevuld, ondanks de crisis. Van der Wulp schrijft dat toe aan een combinatie van factoren: ‘De zorgsector – onze belangrijkste markt – is minder conjunctuurgevoelig. Verder namen we het bureau over vóór de crisis; 2008 was een topjaar. Rond de over­ name hebben Eric en ik ons sterk naar buiten gericht onder het motto: zaaien in de goede tijd om in de slechte tijd te kunnen oogsten. Daardoor kwam er twee jaar later nog steeds werk op ons af.’ Toeval speelt in zijn visie zeker een rol. Een ondernemer kan pech hebben, of in hun geval geluk omdat alles op het juiste moment gebeurde. Los daarvan dragen heldere keuzes bij aan succes: ‘Een bureau met twee ­architect-kunstenaars is vragen om problemen. Wij zijn complementair aan elkaar. De zakelijke kant past het beste bij mij. Eric is losser, frivoler

BNABLAD #03/11

– zijn kracht ligt in het creatief creëren. Volgens die lijn hebben we de taken verdeeld.’

Boerenverstand Hoewel ze geen ervaring hadden als onder­ nemers, schreven de nieuwe directeuren hun ondernemingsplan zelf. Ze legden een model van de BNA naast een voorbeeldplan van Kamer van Koophandel en maakten daar één geheel van. Belangrijke onderwerpen waren financieel beleid, de organisatie van het bureau, personeelsbeleid en producten/innovaties. Voor elk onderwerp bepaalden ze: waar staan we, wat willen we en hoe gaan we dat bereiken? ‘We zijn er bleu erin gestapt’, zegt Van der Wulp

‘Zonder plan stoom je door in de waan van de dag’ t­ erugkijkend, ‘gelukkig kregen we veel hulp van het personeel. Onze administratieve kracht heeft bijvoorbeeld de geldstromen inzichtelijk gemaakt.’ Je moet een ondernemingsplan overigens niet ingewikkelder voorstellen dan het is, vindt hij: ‘Gewoon je boerenverstand gebruiken. Specialisten lachen misschien om onze aanpak, maar het is een organisatie geworden waar wij mee kunnen werken.’

Toegankelijk De nieuwe eigenaars werken volgens het tandemprincipe; de architect en projectleider zitten altijd samen op de fiets, en gaandeweg het project wisselen ze van plaats. Van der Wulp: ‘Dat was wennen. Projectleiders kregen in het verleden vastomlijnde opdrachten, maar konden ook hun problemen op het bord van de baas leggen. Wij verwachten meer eigen verantwoordelijkheid. Die omschakeling duurt lang, we zijn er nog steeds mee bezig. Maar medewerkers staan er open voor en zien inmiddels de positieve resultaten.’ Eén van de pijlers onder het succes van Clevis Kleinjans ligt volgens Van der Wulp in de openheid. Het bureau stelt zich bewust toegankelijk op naar opdrachtgevers en samenwerkingspartners. ‘We hebben geen verborgen agenda of drang om als architecten een overkoepelende rol te spelen. We zien onszelf als onderdeel van een netwerk waarin we op gelijkwaardig niveau met anderen stoeien voor een mooi resultaat.’

Reflectie Een ondernemingsplan uitvoeren kost tijd, ­ondertussen gaan de projecten gewoon door. Toch hoeven de directeuren niet dag en nacht te werken, volgens Van der Wulp: ‘In het verleden begonnen we soms aan een project zonder te overleggen. Dan vlogen de uren de deur uit. Nu bespreken we eerst het doel en gaan we ­efficiënt om met elkaars tijd.’ Om zijn vaardig­

19


SERIE ONDERNEMERSCHAP

Beeld Het kantoor van Clevis Kleinjans Architecten in Venlo. Foto’s: Dick Holthuis

heden als ondernemer te versterken, volgde hij cursussen bij de BNA Academie, onder andere over presenteren en acquireren, honorarium berekenen en planmatig schrijven. Met name de cursus Bureaumanagement vond hij nuttig: ‘Ik was projectarchitect, meer niet. Dan kun je wel ondersteuning gebruiken. Misschien is dat het beste advies voor een overname: bereid je goed voor, anders loop je grote risico’s.’ Het belang van hun ondernemingsplan is voor beide directeuren reflectie, bewustwording. Het

‘het dwingt ons na te ­denken over wie we zijn’ geeft ze houvast om samen en met het personeel over de koers van het bedrijf te praten. Ook naar opdrachtgevers en samenwerkings­ partners willen ze duidelijkheid verschaffen over welke kant ze op willen. Van der Wulp: ‘Zonder plan stoom je door in de waan van de dag. Door afstand te nemen, zie je waar je mee bezig bent.’ Het eerste plan had een reikwijdte van drie jaar. Eind 2009 maakten de directeuren opnieuw de balans op. Ze vroegen daarbij ook de mening van medewerkers. Hun bijdragen zijn meegenomen in het nieuwe meerjarenplan.

20

Nieuwe plannen Een marketing- en communicatieplan ontbrak nog tot nu toe. Daar werken de directeuren hard aan. Met hulp van een extern adviseur is een enquête gehouden onder opdrachtgevers en ­samenwerkingsrelaties over het imago van het bureau. Reden voor de intensieve aanpak noemt Van der Wulp nieuwe toekomstplannen: ‘Ruim vier jaar na de overname zijn we toe aan een andere naam. Daar hebben lang over gedubd want Clevis Kleinjans vertegenwoordigt een bepaalde waarde in de markt. Maar we willen onszelf blijven uitdagen. Het bureau draait goed, en dan? We hebben vooraf niet nagedacht over wat we gingen doen als ons eerste ondernemingsplan af was. De basis lag in eerste instantie in het krijgen van een goed georganiseerde (financiële) administratie. Nu dat is gelukt, hebben we meer ruimte en vrijheid om mooie projecten te ontwerpen en verder te ondernemen.’ Groei wordt voorlopig het belangrijkste aandachtspunt, niet zozeer in omvang als wel in complexiteit van projecten. Het bureau krijgt ook een nieuwe naam, nieuwe huisvesting en nieuwe huisstijl. Van der Wulp: ‘Zo zetten we onszelf weer op scherp. Het dwingt ons na te denken over wie we zijn. En we hebben opnieuw een prachtkans om te communiceren.’

BNABLAD #03/11


RUBRIEK

■Studentenwerk

In deze rubriek aandacht voor bijzondere afstudeerprojecten van architectuurstudenten.

Tekst Kirsten Hannema

Japanse ruimte in Amsterdam

Willem van Es’ fascinatie voor Japanse architectuur ontstond tijdens een uitwisselingsprogramma aan de Tokyo University of Technology. Eenmaal terug besloot hij zijn afstudeerproject te wijden aan het verder verkennen van die fascinatie. Zijn bevindingen implementeerde hij in het ontwerp voor een woongebouw in Amsterdam-Noord. ‘Dat het enorme indruk op me heeft gemaakt staat vast, maar ik kon niet precies benoemen wat ik nu zo boeiend vond aan Japan’, vertelt Willem van Es over zijn tijd in Tokyo. ‘Dat wilde ik uitzoeken in het Explorelab, waar ik ben afgestudeerd. Ik wilde niet een gebouw maken dat er Japans uitziet, maar ben op zoek gegaan naar de identiteit van de Japanse architectuur.’ Onderzoek naar de traditionele Japanse theehuisarchitectuur, waarin het Boeddhistische thema leegte centraal staat, bracht Van Es bij het werk van Frank Lloyd Wright, die juist ruimte tot hét onderwerp van zijn architectuur maakte. De Japanse architect Kazuo Shinohara tot slot verenigde deze – schijnbaar tegengestelde – begrippen in een specifieke Japanse ruimte. Aan de hand van case studies definieerde Van Es vervolgens de concrete ‘Japanse’ uitgangspunten voor zijn ontwerp. Zoals: een ruim opgezette hoofdstructuur die via dunne, flexibele binnenwanden is onderverdeeld in kleinere, aan elkaar geschakelde ruimtes; een alternatieve looproute die aan de gevel is gelegen; een graduele overgang tussen private en openbare ruimte... Al deze kenmerken vinden we terug in het U-vormige woongebouw dat hij aan de Sixhaven in Amsterdam-Noord ontwierp.

BNABLAD #03/11

Van Es denkt dat met name de flexibiliteit en de hoge mate van privacy die in de Japanse manier van ontwerpen besloten ligt, waardevol kan zijn in de Nederlandse context. ‘Je hoeft niet alles mee te nemen, maar ik denk wel dat we hier kunnen leren van een andere methode.’ Het meest tevreden is de jonge architect over het feit dat constructie, programma, plattegrond en gevel uiteindelijk geen

afzonderlijke Japanse oplossingen zijn gebleven, maar ‘echt zijn samengekomen in de architectuur’. ‘Het allereerste intuïtieve gevoel dat ik in Japan had heeft zich in het ontwerp bewezen.’ From emptiness to Japanese space – designing from a Japanese perspective Ontwerp Willem van Es Opleiding Bouwkunde, TU Delft

21


artikel Beeld vlnr: Nelleke van Thiel, Ernstjan Cornelis en Mike van Schoonderwalt. Foto’s: Allard van der Hoek

Niet langer met de rug­­gen naar elkaar toe 22

BNABLAD #03/11


artikel

Eind 2010 organiseerde de BNA een expertmeeting over ­Europees aanbesteden voor bouwmanagers en architecten. Vraag was: hoe de praktijk van het Europees aanbesteden te verbeteren? Partijen stonden moeizaam en argwanend tegenover elkaar. Tijdens de expertmeeting bleken bouw­ managers en architecten over verrassend veel zaken hetzelfde te denken. Een werkgroep ging aan de slag om een aantal ‘spel­regels’ op te stellen die de aanbestedingspraktijk kunnen ­verbeteren. Het heeft geresulteerd in een manifest. Tekst Jaap Huisman Nelleke van Thiel, juridisch beleidsmedewerker van de BNA: ‘De aanzet tot een manifest over maatschappelijk verantwoord aanbesteden is gegeven door de BNA. Tijdens de aanbestedingsdagen die Architectuur Lokaal organiseerde, bleek er tussen bouwmanagers en architecten behoorlijk wat venijn te bestaan’ Mike van Schoonderwalt, bouwmanager bij HEVO: ‘Ja, het ging er tijdens de paneldiscussie heftig aan toe. Als je zei dat je bouwmanager was, dan stond de emmer met pek en veren bij wijze van spreken klaar. Er werd geconstateerd dat de bouwmanagers en architecten met de rug naar elkaar toe stonden. Het verwijt jegens de bouwmanagers was dat er weinig begrip was voor de positie van de architecten, dat ze ­verkeerde dingen vroegen. Ik voelde me aan­ gesproken op mijn professionaliteit. Dat was een drijfveer om hier energie in te steken.’ ‘Ik heb zelf zes jaar geleden tien bureaus over dit onderwerp geïnterviewd. Ook toen zeiden architecten al: ‘jullie moeten je opdrachtgevers beter opvoeden. Als ik zie wat er nu in een kleine twee jaar is veranderd, dan is er een enorme stap gemaakt. Er is veel meer begrip voor elkaar.’

Animositeit Ernstjan Cornelis van Atelier PRO: ‘De tegenstelling was aanvankelijk groot. Wij gaven de bouwmanagers de schuld dat ze ons werk hadden gepikt. Er was een merkwaardige loopgravenoorlog ontstaan waarin werd geklaagd: ‘jullie mogen wel bouwdirectie voeren en wij

BNABLAD #03/11

niet.’ De sfeer was niet best. Dat werd nog eens verergerd doordat de bouwmanagers ons mochten kiezen. Uiteindelijk bleek die animositeit enorm mee te vallen. Bij het opstellen van het manifest bleken de tegenstellingen veel kleiner te zijn. De bouwmanagers hebben zich opengesteld voor feedback van ons en de belangen bleken dichter bij elkaar te liggen.’ ‘De bouw is het afgelopen decennia te zeer in handen gevallen van juristen. Het wordt voornamelijk veroorzaakt door dichtgetimmerde selectieprocedures bij – vaak – complexe bouwopdrachten. In dat segment zitten per definitie veel overheidsopdrachten. Vanwege de complexiteit en de hoge budgetten is de overheid, ook de lokale, geneigd ervaren architecten in te schakelen. De focus, daar werden we het over eens, moet weer op de inhoud en de uitkomst liggen en niet op het proces.’ Van Schoonderwalt: ‘Voor dergelijke grote opdachten melden zich vijftig bureaus aan. Als die hun geloofsbrieven hebben overlegd, selecteer je vervolgens de vijf besten uit. Hoe kom je van vijftig naar vijf? Wat is makkelijker dan te kiezen voor degene die al scholen heeft gebouwd? Je wil namelijk geen problemen, zoals budget- en tijdoverschrijdingen. Dus kies je niet voor de beste architect maar degene die juridisch sterk staat. Het leidt tot risicomijdend gedrag.’ Cornelis: ‘Niet de creatieve kant wint, maar het veilige, afgedekte proces.’ Van Schoonderwalt: ‘Architecten realiseerden zich wel eens te weinig de positie van de andere

23


artikel

partij, dat een gemeente als Amsterdam honderd stakeholders tevreden moet stellen en moet uitleggen waarom uitgerekend de keus op een bepaalde architect valt. Begrip voor elkaar is een vereiste.’

Schrijfwerkgroep Van Thiel: ‘We hebben twee bijeenkomsten belegd, de eerste in september 2010 en de tweede in maart 2011. Na de bijeenkomst in september is er een kleine schrijfwerkgroep geformeerd, die de gezamenlijke standpunten nader uit ging werken. Het resultaat daarvan is in maart voorgelegd aan de grote groep, wat vervolgens weer tot discussie leidde en tot een nieuwe redactieslag. Uiteindelijk lag er een manifest met zestien punten op tafel dat door iedereen van harte werd ondersteund, met algemene principes, richtlijnen bij de selectie- en bij de gunningsfase.’ ‘Veel Europese aanbestedingsprocedures zijn behoorlijk formeel dichtgetimmerd, en houden vast aan objectief meetbare gegevens, terwijl de

‘De focus moet weer op de inhoud en de uitkomst ­liggen en niet op het proces’ keuze van een architect vooral ingegeven wordt door emotionele motieven. Het gaat om een goed gevoel tussen de partijen. Dat vinden a ­ rchitecten, maar dat bleken ook de bouwmanagers te ­vinden. Daarom hebben we in het manifest

Beeld Mike van Schoonderwalt

24

Beeld Ernstjan Cornelis

­ unnen opnemen dat subjectieve criteria expliciet k onderdeel moeten zijn van de procedure. Je mag bij een aanbesteding best subjectieve criteria gebruiken, als je dat maar vantevoren duidelijk maakt. Het moet transparant zijn.’ Cornelis: ‘Dat klopt. Het gevoel dat ik erbij heb is dat er eerlijke kansen voor iedereen zijn. Eerlijke spelregels, transparantie. En dat de architect wordt gekoppeld aan de persoon die bij je past.’

Beste klik Van Schoonderwalt: ‘Het manifest is een stelsel van uitgangspunten. De essentie is dat de opdrachtgever de mogelijkheid moet hebben een architect te kiezen met wie hij de beste klik heeft. Dat is een subjectief uitgangspunt. Als je van vijftig naar vijf architecten moet, wat is dan veiliger een rapportcijfer te geven? Daar kun je zogenaamd geen bult aan vallen, terwijl daarover de grootste discussie ontstaat. Mijn ervaring is dat als je in de laatste fase, wanneer je de definitieve architect kiest, de moeite neemt de afvallers persoonlijk te bellen en de motieven uitlegt, daar nooit discussie over ontstaat. Juist de ­subjectieve maatstaven worden geaccepteerd door ­architecten.’ ‘De maatschappelijke kosten van de procedure staan in redelijke verhouding tot de omvang van de opdracht. Dat is een van de zestien ­geboden. Een belangrijke. Neem het ­onderwijs. Wij bouwen veel scholen. Dat gebeurt met ­gemeenschapsgeld. Onze zorg is dan dat je dat geld op een maatschappelijk verantwoorde

Beeld Nelleke van Thiel

BNABLAD #03/11


artikel

manier uitgeeft. Wij constateerden net als Cornelis dat het selectieproces aan het verjuridiseren was, als dat een juist woord is. De nadruk lag te veel op het juridisch proces en veel minder op de uitkomst.’ ‘Verder noemt het manifest expliciet dat de kwaliteit van de inhoudelijke beoordeling wordt geborgd. Dat opent meer mogelijkheden voor architecten die misschien een bepaalde ervaring missen. Het gaat er niet om dat een architect bewijst dat hij het kunstje al twintig keer heeft gedaan, maar dat iemand in staat is het probleem te begrijpen. Dit automatisme proberen we te doorbreken. Het gaat er om dat je een bepaalde vrijheid inbouwt in het proces waarbij je uitkomt bij de architect die je het best kan bedienen.’

Eigen Verklaring Cornelis: ‘Het verstrekken van een bankgarantie of een hardebank-verklaring schrikt architecten af. Die bankgarantie en bankverklaring zijn in het manifest aangewezen als ultimum remedium en áls ze al gevraagd worden dan alleen aan de architect die de opdracht krijgt. Ook de Eigen Verklaring maakt deel uit van het manifest. Vaak moet je veel documenten en bewijsstukken aanleveren, en dat wordt door het gebruik van de Eigen Verklaring verminderd.’ Van Schoonderwalt: ‘De presentatie en de interactie wegen mee bij de selectie, hebben we besloten.’ Van Thiel: ‘Het manifest is er nu en het belangrijkste is dat er een overeenstemming is bereikt en dat er, zoals van Schoonderwalt zegt, begrip is gekweekt voor elkaars positie. Ik heb goede hoop dat de betrokken partijen de principes zo veel mogelijk in de praktijk zullen uitdragen en toepassen.

BNABLAD #03/11

‘Je mag best subjectieve c ­ riteria gebruiken, als je dat maar ­vantevoren ­duidelijk maakt’ Postitieve jaloezie Van Thiel: ‘De initiatiefnemers en de ondertekenaars zijn behalve de BNA een aantal grote architectenbureaus en grote bouwmanagementbureaus. De bedoeling is dat anderen zullen aanhaken. Je kunt het manifest ondertekenen op de website van de BNA.’ Van Schoonderwalt: ‘Bepaalde bouwmanagementbureaus moeten zich nog aansluiten. Installateurs en constructeurs zouden er ook baat bij hebben, zeker in deze tijd van geïntegreerde contracten. Een belangrijke organisatie die er nog bij moet, is de Vereniging Nederlands Gemeenten. Er moet een positieve jaloezie ontstaan. Zoiets van ‘hier moet je bijhoren.’

Het manifest met de zestien geboden voor ­maatschappelijk verantwoord aanbesteden is te vinden op www.bna.nl > Dossiers > Europees aanbesteden.

25


rubriek

■opinie

Zoveel mensen, zoveel meningen. In deze rubriek komen verschillende mensen aan het woord over een speciaal onderwerp.

Is de Wabo winst? De langverwachte Wabo met het Omgevingsloket Online (OLO) is inmiddels een halfjaar in werking. Wat vindt men van de nieuwe omgevingsvergunning die 25 bouwvergunningen in één aanvraag vat? Is het er makkelijker op geworden?

–– Tekst Willemijn de Jonge

‘Het mag wel iets ­gebruiksvriendelijker’ Jan Kesteloo, bureaumanager bij De Jong Gortemaker Algra architecten, Rotterdam ‘Dat is ook toevallig, ik heb net Wico Ankersmit uitgenodigd voor een lezing over de Wabo. De Wabo is niet helemaal nieuw voor ons, we zijn er vóór de introductie al mee bezig geweest in de testomgeving. Maar om het goed in de vingers te krijgen, kan het geen kwaad om af en toe wat te herhalen of op te frissen. De Wabo als controlemiddel van de overheid, vind ik prima. Daarin verschilt dit middel niet van hoe het vroeger ging. Ontwerpers zijn over het algemeen minder gecharmeerd van regelgeving, dus die zitten niet zo te wachten op zo’n aanvraag voor een omgevingsvergunning. Maar ik zie het nut er wel van in. De nieuwe vorm

26

dwingt architectenbureaus bij aanvang van het proces in één keer het hele vergunningstraject op te starten. In plaats van gedurende het proces, moet men nu vooraf goed nadenken over welke vergunningen nodig zijn. Dat zie ik als een voordeel. Een ander voordeel is de overgang van analoog naar digitaal en de bijkomende mogelijkheid om het proces digitaal te kunnen volgen. Dat is overzichtelijk en ook gewoon meer van deze tijd. Ik ben wel benieuwd hoe gemeentes ermee omgaan, die zullen er onge­ twijfeld hun handen vol aan hebben. Het is tot nu toe wel heel stil rond de aanvragen die we gedaan hebben, ik vraag me af waarom dat zo is. Misschien kan Wico Ankersmit daar wat meer over vertellen.’

‘Als de Wabo goed en wel geland is, levert hij absoluut winst op.’

Wico Ankersmit, directeur Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland ‘De invoering van de Wabo behelst een gigantische verandering van denken en doen. Het is de grootste ingreep sinds de komst van de Woningwet: de bouwvergunning die per 1901 is ingevoerd, is per 2010 weer afgevoerd en vervangen door een projectvergunning. Natuurlijk zijn er bij zo’n operatie opstartproblemen, ook in de overgang van analoog naar digitaal. Het digitaal loket heeft nogal gehaperd de afgelopen maanden, maar inmiddels werkt dat gelukkig weer goed. Ik denk dat de impact van de invoering enigszins onderschat is door verschillende lokale overheden. Sommige gemeenten hebben het traject te ver voor zich uitgeschoven en zijn nog wat zoekend in de nieuwe samen­ werking. Ik vergelijk het vaak met een wedstrijd­bad waar de lijnen tussen de banen zijn weggehaald: eerst wist iedereen precies welk baantje hij moest zwemmen van startblok tot finish, nu springt iedereen tegelijk in het zwembad en moeten ze er samen iets van maken. Dus van lastenverlaging bij de overheid kun je in deze fase nog niet echt spreken. Toch is ook bij architecten gewenning nodig. Zij zijn gewend het traject in verschillende stukken te knippen en in elke fase op logische volgorde nieuwe vergunningen aan te vragen. Het idee is nu om alles in één keer mee te nemen aan het begin van het traject. De mogelijkheid om deelvergunningen aan te vragen bestaat overigens nog steeds, maar dan loop je wel weer

BNABLAD #03/11


rubriek

meer risico op vertraging door bezwaar- en juridische procedures. Als men eenmaal weet hoe je een goede aanvraag indient, gaat de Wabo absoluut winst opleveren. Uiteindelijk is het bouwbesluit op geen punt of komma gewijzigd – dat komt nog. Het is nu puur het proces dat gewijzigd is. Als we dat onder de knie krijgen, komt die lastenvermindering er zeker. Ik hoop alleen dat ze niet alweer met de volgende wetswijziging komen voordat de Wabo goed en wel geland is.’

‘Overzichtelijk en ook gewoon meer van deze tijd’ Coraline Vester, architect bij Kreek Architecten, Deventer ‘Voor ons is het er niet meteen makkelijker op geworden met de Wabo. Dat ligt deels aan onwennigheid – een verandering is altijd lastig – maar het had mijns inziens ook wel wat overzichtelijker gekund. Bij een bouw­vergunning was het met de checklist heel helder wat je moest aanleveren; dat mis ik bij de omgevings­vergunning. Zo dachten we laatst een complete aanvraag te hebben ingediend, maar toen bleek de monumentenvergunning toch apart te moeten worden aangevraagd. En toen we een opdracht deden voor een kerkgenootschap zonder DIGID of Burgerservicenummer, kon ik niet vinden hoe je een aanvraag als gemachtigde indient; de gemeente

BNABLAD #03/11

kon me ook niet vertellen hoe dat moest. Wat ik een voordeel vind, in ieder geval bij de gemeente Deventer, is dat we nu te maken hebben met één aanspreekpunt. Er is per project een klantmanager die ervoor zorgt dat de verschillende onderdelen niet tegen elkaar inwerken. Dat voorkomt dat je door verschillende mensen van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Het is wel grappig dat ik nu juist dat persoonlijke aspect zo goed vind, terwijl de digitalisering centraal staat. Ik vind het logisch dat een aanvraag nu digitaal gaat, alleen jammer dat het niet altijd werkt. Laatst heb ik een hele ochtend geprobeerd om op het nippertje nog een aantal gegevens van de constructeur toe te voegen. Het document werd wel opgestart, maar uploaden lukte niet. We dachten dat het aan ons lag, later bleek dat het systeem al een tijdje buiten werking was. Dat was dus verloren tijd. Zouden ze zoiets niet even op de website kunnen melden, denk je dan. Al doende merken we wel dat we er handiger mee worden.’

‘Het OLO scheelt veel papieren rompslomp’ Cor Velis, ontwerper/adviseur Studio Velis, Breda ‘Ik ben positief over de Wabo, de wet en het OLO maken het ons makkelijker. Het is prettig om op elk gewenst

moment een aanvraag te kunnen indienen zonder rekening te houden met openingstijden van het stadskantoor. De digitalisering scheelt veel papieren rompslomp, je moest de stukken voorheen soms wel in zesvoud indienen. Er zijn nog wel wat verbeterpunten. Documenten uploaden gaat bijvoorbeeld erg langzaam, maar dat zal zich met de technische vooruitgang wel oplossen. Een ander punt is dat het OLO mijns inziens bij sommige gemeenten vooral wordt gebruikt als brievenbus: de mogelijkheid om bijvoorbeeld de status van de aanvraag online te kunnen volgen, wordt niet overal benut. Ik heb inmiddels twaalf aanvragen bij het OLO ingediend, die inmiddels grotendeels zijn toegekend, maar de status meldt nog altijd “in behandeling”. Iets om over na te denken zijn de regels voor vergunningvrij bouwen, die met de komst van de Wabo versoepeld zijn. Ik merk dat er veelvuldig wordt ver- en gebouwd bij particulieren zonder tussenkomst van een architect of bouwkundig adviseur. Het is nu niet goed na te gaan of deze wildgroei van verbouwingen wel volgens de regels gebeurt. Bijvoorbeeld bij verbouw­ ingen waarbij wel getoetst moet worden aan het bestemmingsplan, stapt men daar vaak overheen. Om te voorkomen dat er straks onrechtmatig en onveilig gebouwd wordt, zou het goed zijn een meldingsplicht in te stellen voor vergunningvrije bouw­ werken, waarbij met een eenvoudig schetsplan door de gemeente getoetst kan worden of het inderdaad zonder vergunning mag. Om de drempel laag te houden, zou dit proces niet langer dan twee weken moeten duren, met lage legeskosten van circa vijftig euro.’

Reageren? www.bna.nl/forum

27


artikel

Beeld De grote diepte van het kantoorgebouw maakt het mogelijk om ­patio’s te realiseren. Beeld: Greiner van Goor Huijten Architecten.

BNA Onderzoek presenteert eerste resultaten Als kennis- en onderzoekstak op het gebied van ruimtelijke vraagstukken timmert BNA Onderzoek inmiddels anderhalf jaar aan de weg. Tijdens de eerste editie van de jaarlijkse BNA Onderzoekdag laat het programmateam zien wat de pionierende fase heeft opgeleverd. Wat kunnen we verwachten? Tekst Evelien van Es

Programmamanager Jutta Hinterleitner blikt vooruit op de onderzoekdag. ‘We willen de ­resultaten van de projecten uit het eerste jaar van BNA Onderzoek delen met de BNA achterban én de buitenwacht. Bovendien is de onderzoekdag bedoeld om leden te laten zien wat BNA Onderzoek voor hen kan betekenen. Ieder lid kan

28

immers een project bedenken en voordragen voor realisatie.’ BNA Onderzoek is begin 2010 opgericht om ­architectenonderzoek een prominente plaats ­binnen de beroepsvereniging te geven. Het ­programmateam stelt zich tot taak om studieen onderzoeksactiviteiten te bundelen die het

BNABLAD #03/11


artikel

Beeld Het kantoorgebouw in de Helmholtzstraat, Watergraafsmeer, Amsterdam staat op een interessante locatie en is door zijn overmaat aan ruimte een kansrijke kandidaat voor herbestemming. Beeld: Greiner van Goor Huijten Architecten.

innovatieve denken binnen de beroepsgroep ­bevorderen en waarvan de uitkomsten met ­verwante disciplines en beleidsmakers kunnen worden gedeeld. De oprichting was geen sprong in het diepe, daar BNA Onderzoek meteen kon profiteren van de deskundigheid en de relatienetwerken van de aangesloten studiestichtingen Stawo, Staro en Stagg. Eric Huijten, architect-directeur bij Greiner van Goor Huijten Architecten, heeft als ­afgevaardigde van Stagg plaatsgenomen in het programmateam. Hij benoemt de meerwaarde van BNA Onderzoek. ‘Een groot voordeel is dat veel meer architecten kunnen participeren. Met BNA Onderzoek bereiken we het volledige ledenbestand van bijna 3000 leden. Een belangrijke bijkomstigheid is dat we in een veel breder onderzoeksveld kunnen opereren’. Hinterleitner voegt daaraan toe dat BNA Onderzoek een interdisciplinaire opzet heeft. ‘We kunnen nadenken vanuit verschillende invalshoeken. We vissen in een veel grotere vijver.’

Interdisciplinair, actueel en toegankelijk De lopende projecten van de studiestichtingen zijn in BNA Onderzoek voortgezet. Door de BNAleden op te roepen om projectvoorstellen in te dienen, kon het programmateam een aantal nieuwe projecten opstarten. Deze projecten schetsen een goed beeld van wat BNA Onder­ zoek beoogt: samenwerkingsverbanden met meerdere disciplines, ontwerpend onderzoek dat actuele maatschappelijke vraagstukken raakt, en onderzoek dat voor een breder publiek toe­ gankelijk is.

BNABLAD #03/11

Een voorbeeld van interdisciplinair onderzoek is het samenwerkingsproject UrbaDOT met de bureaus M3H (architectuur), HOSPER (landschaps­­architectuur) en GIDZ (duurzaamheid). UrbaDOT is een studie naar transformatiestrategieën voor bloemkoolwijken met als doel tijdig een positieve wending te geven aan de problematiek die in deze wijken speelt. Meer gefocust op de stad, is het nog in de verkennende fase verkerende onderzoek Campus zonder grenzen van de bureaus Burton Hamfelt en OeverZaaijer. Dit onderzoek richt zich op de ­mogelijke kruisbestuiving tussen onderwijs en stad door onderwijsfuncties in het stedelijk ­weefsel te integreren in plaats van onder te ­brengen in grootschalige scholengemeenschappen. Een bijzonder en vrijwel afgerond onderzoeks­project dat tijdens de onderzoekdag

‘Verwacht van de BNA ­Onderzoekdag geen stoffige opsomming van onderzoeksresultaten, maar een ­aanstekelijke presentatie van buitengewone projecten’ aan bod komt, is Zorg voor Leegstand; herbestemmen van leegstaande kantoren naar zorgfuncties. Het project slaat de spijker op de kop: op dit ­moment staat naar schatting ruim zes miljoen vierkante meter kantooroppervlak leeg, terwijl zorginstellingen de grootste moeite hebben om geschikte en betaalbare binnenstedelijke locaties

29


ARTIKEL

te vinden. Dit onderzoek laat zien dat BNA Onderzoek actuele vraagstukken aanpakt, ­samenwerkt met relevante kennisinstituten, de inbreng van de studiestichtingen waarborgt, en de toegevoegde waarde van architectenonderzoek naar voren brengt. Hinterleitner: ‘Van de elf lopende projecten heeft dit onderzoek het hoogste realiteitsgehalte. Zorginstellingen en vastgoedbedrijven zouden er direct mee aan de slag kunnen.’ Het onderzoeksteam zocht samenwerking met afdeling Real Estate & Housing van de faculteit Bouwkunde aan de TU Delft. Theo van der Voordt, universitair hoofddocent vastgoedbeheer en -ontwikkeling, en Hilde Remøy, in 2010 gepromoveerd op leegstand en herbestemming als mogelijke oplossing, koppelden het initiatief aan eerder TU-onderzoek naar transformatie van ­kantoorgebouwen. Van der Voordt licht het ­onderzoek toe. ‘Het is ontwerpend onderzoek: door ontwerpvarianten te ontwikkelen voor uiteenlopende woon-zorgprogramma’s is helder

‘Niet de monumentale ­panden, maar juist de kansarme kantoorpanden uit de jaren zestig en zeventig komen in aanmerking’ geworden waar de kansen liggen en welke ­obstakels overwonnen moeten worden.’ Het hoge realiteitsgehalte van het onderzoek is te danken aan het belang dat aan de haalbaarheid werd gehecht. Van der Voordt noemt de quickscan. ‘Het onderzoek heeft instrumenten ­opgeleverd voor een snelle haalbaarheidsscan. De Transformatiemeter Zorg is een checklist met kansen en risico’s, voorzien van een gebruiks­ aanwijzing hoe deze in het ontwerpproces is te hanteren.’ Uit het onderzoek komt een publicatie voort met handvatten voor quickscans waarmee men concreet aan de slag kan. Van der Voordt vat de onderzoeksresultaten als volgt samen. ‘De kosten van transformatie zijn vaak hoog, maar een stuk lager dan van nieuwbouw. Door het ­bestaande casco en zo mogelijk ook de gevel in tact te houden, zijn transformaties doorgaans ­financieel goed haalbaar.’ De Transformatiemeter Zorg is toegepast in ­concrete haalbaarheidsstudies. De aan het onderzoek deelnemende architecten hebben naast berekeningen ook vlekkenplannen gemaakt om de verschillende mogelijkheden van het integreren van zorgprogramma’s in kantoorcasco’s te kunnen onderzoeken. Huijten maakt deel uit van het onderzoeksteam en werkte aan de transformatie van een in 1966 door Piet Zanstra ontworpen kantoorgebouw in Amsterdam. ‘Niet

30

de monumentale panden, maar juist de kansarme kantoorpanden uit de jaren zestig en zeventig ­komen in aanmerking. Deze gebouwen zijn in ­architectonisch en cultuurhistorisch opzicht niet zo bijzonder, maar ze staan vaak op interessante locaties en zijn door de draagstructuur eenvoudig opnieuw in te delen en aan te passen.’ Van der Voordt vult aan: ‘Veel kantoorgebouwen bleken goed transformeerbaar en vaak ook extra’s op te leveren zoals een uitstekende locatie, een dubbelhoge ontvangstruimte, ruime maten voor de verblijfsruimten en bijzondere buitenruimten.’ Een kenmerk dat op het eerste oog een obstakel vormt, kan ongewone kansen opleveren. Zo biedt de grote diepte van het kantoorgebouw van Zanstra de mogelijkheid om patio’s te realiseren.

Veel ruimte voor experimenten Het onderzoek Zorg voor leegstand is niet alleen van belang voor architecten, het moet ook zorgaanbieders en -huisvesters inzicht geven in de mogelijkheden en meerwaarde van herbestemming. Het ligt niet voor de hand om kantoren te transformeren naar zorggebouwen, maar ­architecten hebben het aangedurfd om de mogelijkheden te onderzoeken in de hoop dat ook zorghuisvesters de meerwaarde zien. Huijten ziet hierin een belangrijke rol voor de architect weggelegd. ‘Architecten begrijpen als geen ander de mogelijkheden die gebouwen kunnen bieden. Als grootste gemeenschappelijke noemer is de architect bij uitstek onafhankelijk van allerlei ­partijen en kan als geen ander belangen afwegen en adviseren. De geëngageerde architect kan door dit soort onderzoek veel voor de maatschappij betekenen. Huijten vervolgt: ‘Natuurlijk speelt er ook een economisch belang. Dit onderzoek ­genereert werk in de vorm van renovatieprojecten.’ Gedreven architecten krijgen bij BNA Onderzoek dus volop gelegenheid om een bij­ drage te leveren aan de groeiende kennisbibliotheek en om onderwerpen uit te ­diepen die de ontwikkeling van de branche ten goede komen. Aangezien BNA Onderzoek nog in de opbouwfase verkeert, bestaat er veel ruimte voor experimenten. Enthousiast vertelt Hinterleitner onlangs een nieuwe project­categorie te hebben ingevoerd. ‘Met de freestyle-projecten mogen architecten hun geheime fascinatie openbaren in een klein boekje met vast formaat. Verwacht van de BNA Onderzoekdag geen ­stoffige opsomming van onderzoeksresultaten, maar een aanstekelijke presentatie van buiten­ gewone projecten.’

voor meer informatie over BNA Onderzoek zie www.bna-onderzoek.nl

BNABLAD #03/11


rubriek

■BUREAUBERICHTEN

Nieuws van BNA-bureaus zoals directiewissels, fusies en naamsveranderingen, maar ook aankondigingen van nieuwe websites, bijzondere publicaties en gewonnen prijzen.

Overleden leden

De CO2-neutrale Watertoren in Bussum van VOCUS architecten bna is in VARA’s ‘Vroege Vogels’ uitgeroepen tot Duurzaamste Bedrijfsgebouw 2011. In de toekenning van de prijs zijn ook aspecten meegewogen die niet meetbaar zijn, zoals de plek van het gebouw in zijn omgeving, de voorbeeldfunctie en de mogelijkheden voor volgende bewoners.

Op 27 januari 2011 is op 88-jarige leeftijd architect J. Rothuizen, wonende te ­Ablasserdam, overleden.

Ronald Schleurholts van cepezed is de nieuwe voorzitter van Stichting Living Daylights. Hij neemt het stokje over van Paul de Ruiter wiens voorzitterschap na vier jaar eindigt. Het vernieuwde stationsgebied van Hilversum van ARCADIS is onderscheiden met de Hilversumse Architectuurprijs 2009/2010. Het poppodium De Vorstin van de Architekten Cie. kreeg de publieksprijs. Architectenbureau Feekes & Colijn en MONK architecten hebben een nieuwe naam: GENT&MONK architecten. LIAG architekten en bouwadviseurs heeft een eervolle vermelding gekregen van de European Architecture Award 2011 Energie + Architektur voor het project NBHW brandweerkazerne te Alkmaar. De Archi­ tecture Award 2011 wordt jaarlijks uit­ gereikt aan gebouwen met een innovatief energie-concept.

Beeld Watertoren in Bussum. Ontwerp: VOCUS architecten bna. Foto: Roos Aldershoff.

MoederscheimMoonen architects heeft een vernieuwde website: www.moederscheimmoonen.nl. Winkelcentrum de Vleuterweide in Utrecht heeft de NRW jaarprijs 2011 gewonnen. De Nederlandse Raad van Winkelcentra (NRW) maakte tijdens een jubileumbijeenkomst bekend. Het winkelcentrum is ontworpen door de architecten Krier & Kohl, KOW, T + T Design en Delta Vorm Groep. Met de lancering van de nieuwe website www.verbouwjeeigenhuis.nl richt STUDIOSCHAEFFER Architecten zich specifiek op particulieren die willen verbouwen.

Beeld het vernieuwde stationsgebied van Hilversum. Ontwerp: ARCADIS

Wingender Hovenier Architecten is onderscheiden met de Fritz Höger Preis 2011, een driejaarlijkse prijs die wordt toegekend door de Duitse architectenbond en de baksteenindustrie. Wingender Hovenier Architecten won de categorie ‘Duurzame woningbouw’ met een project van 42 woningen in Nieuwkoop. Winy Maas van MVRDV is benoemd tot Chevalier de la Légion d’Honneur en is hiermee toegetreden tot de Franse ridderorde.

BNABLAD #03/11

Beeld NBHW brandweerkazerne te Alkmaar. Ontwerp: LIAG architekten en bouwadviseurs. Foto: Bernard Faber

Bureaubericht? E-mail naar redactie@bna.nl

31


rubriek

Nieuw: competentietrainingen Dit jaar worden de nieuwe architecten-cao en het daarbij behorende herziene Handboek Functie-indeling gelanceerd. Daarin worden bij de verschillende functies op het architecten­ bureau competenties onderscheiden. Medewerkers van architectenbureaus kunnen de competenties ont­wikkelen en zo doorgroeien – binnen de eigen functie of naar een andere. De BNA Academie start deze zomer met competentietrainingen: Effectief samenwerken, beïnvloeden en sturen en Realiseren van doelen en resultaten. Beide trainingen worden gegeven door Aad Dekker van Dekker Organisatie Advies. ‘Het gaat niet om de tent, maar om de vent. Daarmee bedoel ik dat de resultaten van een organisatie voortkomen uit de medewerkers. Door hun competenties te trainen, komt een organisatie verder.’ Bij de training ‘Effectief samenwerken, beïnvloeden en sturen’ staan de succesfactoren voor werken in teams en gewenst gedrag om dat te bereiken centraal. Ook aan bod komt de Group Style Inventory (G.S.I.), over de ‘persoonlijkheid’ of interactiestijl van een team. Deze groepsstijl vormt een afspiegeling van de manier waarop groepsleden een specifieke taak of probleem benaderen en daarbij als team samenwerken. Deelnemers aan de training leren welke stijl de kwaliteit van de oplossingen in teams helpt

32

te verhogen. Verder komen competenties als beïnvloeden, coachen, leiderschap en effectief communiceren aan de orde. Aad Dekker: ‘Architecten werken op verschillende manieren en met verschillende mensen samen. Daarbij hebben ze veel aan competenties als open communiceren, flexibiliteit en aanpassingsvermogen.’ De training ‘Realiseren van doelen en resultaten’ werkt met Life Style Inventory (L.S.I), een model dat inzicht geeft in levensstijl en het effect daarvan op resultaten. L.S I. geeft richtlijnen voor persoonlijke ontwikkeling en vormt daarmee een basis voor beïnvloeding van de competenties voor het realiseren van doelen en resultaten. Daarnaast is er aandacht voor (het ontwikkelen van) stressbestendigheid, besluitvaardigheid, resultaatgerichtheid en persoonlijke effectiviteit. Over het belang van deze training voor architecten zegt Aad Dekker: ‘Juist in tijden van crisis moet je weten welke doelen en resultaten je nastreeft en effectief zijn daarin.’ Dekker verheugt zich er op de trainingen te geven voor de BNA Academie: ‘Ik vind het inspirerend om met architecten te werken. Ze zijn open, gericht op ontwikkeling en hebben een brede interesse.’

Op 21 juni 2011 geeft Aad Dekker de training Realiseren van doelen en resultaten en op 13 september 2011 staat Effectief samenwerken, beïnvloeden en sturen op het programma. Zie voor meer informatie en aanmelding: www.bna-academie.nl.

De ervaring van Ellen Schindler, zakelijk directeur van Kossmann.dejong, volgde afgelopen voorjaar de BNA Academie-training ‘Hoe ontwerp ik mijn mooiste honorarium?’. Ellen Schindler: ‘Ons bureau zit in een periode van groei, in omvang maar ook in de aard van opdrachten. Dit vereist een professionaliseringsslag: je kunt niet langer varen op enkel gezond verstand, ervaring en “onderbuikgevoel”. Cijfers geven inzicht en houvast. Daarom was ik op zoek naar verdieping op het vlak van honorariumberekeningen.’ Volgens Schindler was de cursus ‘een zeer compleet verhaal’. Ze licht toe: ‘Na een inleiding over achtergronden en kaders kwam de kostprijsberekening aan bod. Daarna volgde uitleg over de “mooiste honorarium-berekening”. Theorie werd prettig afgewisseld met praktijkoefeningen. Dit was één van de best voorbereide, met zorg samengestelde en complete train­in­ g­en waaraan ik heb deelgenomen.’ Schindler vindt een cursus hono­ rariumberekening van belang voor architecten.‘Ik ga nog een stap verder: maak het een standaard­ onderdeel van elke opleiding tot ontwerper. Het geeft besef van arbeid, kosten en het daaraan gekoppelde honorarium. Voor wie deelname aan deze training overweegt: Niet twijfelen, doen!’

Op 15 juni en 20 september 2011 staat de training ‘Hoe ontwerp ik mijn mooiste honorarium?’, gegeven door Ingeborg Hoenders van How2Advice, weer op het programma. Op 27 juni 2011 geeft ze de training exclusief voor eenmanszaken. Zie voor meer informatie en aanmelding: www.bna-academie.nl.

BNABLAD #03/11


rubriek

Uit het cursusaanbod JUNI 2011 Hoe ontwerp ik mijn mooiste ­honorarium? Plug and play Wanneer 15 juni 2011 Waar Utrecht Tijdstip 9.30 – 20.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 675. Anderen: € 775 Praktijkcursus voor iedereen die honorarium­berekeningen moet maken en meer grip wil krijgen op het managen van een creatief proces. Conflicthantering voor ­architecten Maak een conflict productief Wanneer 17 juni 2011 Waar Amsterdam Tijdstip 9.30 – 17.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 345. Anderen: € 495 Eendaagse training met aandacht voor de theorie afgewisseld met oefeningen in het hanteren van conflicten. Realiseren van doelen en ­ esultaten r Besluitvaardigheid, doorzettings­ vermogen en onafhankelijkheid Wanneer 21 juni 2011 Waar Amsterdam Tijdstip 10.00 – 17.30 uur Kosten Ledenprijs *): € 245. Anderen: € 345 Versterk uw competenties voor het ­realiseren van doelen en het behalen van resultaten.

JULI / AUGUSTUS 2011 Het vernieuwde Bouwbesluit 2011 De Bouwbesluitroadshow trekt door het land Wanneer en waar Tweede week juli in Meppel en Utrecht, eerste week september in Rotterdam en Amersfoort, tweede week september in ­Eindhoven en Utrecht. De exacte data staan op de www. bna-academie.nl Tijdstip 9.30 tot 12.30 uur of 14.30 tot 17.30 uur. Kosten Ledenprijs *): € 95. Anderen: € 125. Informatieve bijeenkomsten over het ­vernieuwde Bouwbesluit dat per 1 januari 2012 van kracht wordt. Wat gaat er ­veranderen? Waarom? En wat zijn de ­consequenties voor de praktijk?

BNABLAD #03/11

Ondernemen voor startende ­architecten Een vliegende start Wanneer 29 augustus tot en met 1 september 2011 Waar Utrecht Tijdstip 10.00 – 17.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 395. Anderen: € 495 Vierdaagse cursus voor startende architect/ ondernemers. De startende ondernemers maken hun eigen ondernemingsplan. Alle aspecten komen daarbij aan bod: van ­acquisitie en onderhandelen tot belasting en rechtsvorm.

SEPTEMBER 2011 Effectief samenwerken, ­beïnvloeden en coachen Ontwikkel uw competenties Wanneer 13 september 2011 Waar Amsterdam Tijdstip 10.00 – 17.30 uur Kosten Ledenprijs *): € 245. Anderen: € 345 Versterk uw competenties voor effectief samenwerken, het hanteren van invloed en het geven van sturing. Hoe ontwerp ik mijn mooiste ­honorarium? Plug and play Wanneer 22 september 2011 Waar Amsterdam Tijdstip 9.30 – 20.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 675. Anderen: € 775

Kosten Ledenprijs *): € 345. Anderen: € 495 Uw tijd handiger indelen, interrupties ­managen en uw energie beter gebruiken. Het scheelt veel onnodige stress. Deze praktische training wordt afgerond met een persoonlijk, concreet actieplan. Kritische en motiverende gesprekken voeren Oefen gesprekstechnieken Wanneer 4 oktober 2011 Waar Amsterdam Tijdstip 9.30 – 17.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 345. Anderen: € 495 Hoe voer je echt een motiverend gesprek en hoe breng je een lastige boodschap op een constructieve manier? Oefen zelf met casussen uit de praktijk. Bouwen met groen en glas: de studiereis Groen in, op, en aan gebouwen Wanneer 6 en 7 oktober 2011 Waar Duitsland Kosten Ledenprijs *): € 595. Anderen: € 745 Ervaar zelf de kwaliteiten van het bouwen met groen en glas te ervaren. Hoe is de samenhang van daglicht, zonnewarmte en groen? Welke meerwaarde heeft het voor de gebruikers? Ga mee op studiereis naar Hannover.

Praktijkcursus voor iedereen die honorariumberekeningen moet maken en meer grip wil krijgen op het managen van een creatief proces. Hoe werk ik optimaal met de STB? Houd greep op uw opdracht Wanneer 29 september 2011 Waar Diemen Tijdstip 13.30 – 17.00 uur Kosten Ledenprijs *): € 195. Anderen: € 295 Leg vast wat de opdrachtgever van u mag verwachten. Schep duidelijkheid over de omvang van de opdracht en uw verantwoordelijkheden. Stuur en bewaak het proces met de STB als hulpmiddel. Tijdmanagement & productief werken Verhoog uw productiviteit Wanneer 30 september 2011 Waar Amsterdam Tijdstip 9.30 – 17.00 uur

Meer cursussen op ­ www.bna-academie.nl Kijk op de website voor de andere cursussen op het programma van de BNA Academie. *) De vermelde prijzen zijn exclusief btw. De ledenprijs geldt voor BNA-leden, medewerkers van architectenbureaus BNA en voor leden van BNO, BNSP, BNI en NVTL en de medewerkers van de aangesloten bureaus. Voor inschrijven en meer informatie over alle cursussen, zie www. bna-academie.nl. Met vragen kunt u terecht op 020 555 36 31.

33


rubriek

Nieuwe oogst

Jeroen Apers (35, TU Delft 2002) is zelfstandig architect bij Jeroen Apers * architect in Amsterdam sinds 2009. Henk-Geert Blaak (48, AvB, Amsterdam 1998) is sinds 2000 zelfstandig architect bij Bronsvoort Blaak Architecten bna in Amerongen. Chris Bloemen (36, TU Delft 2004) is zelfstandig architect bij sCBa sinds 2009 in Oldenzaal.

Sanne Janssen Groesbeek (37, TU/e 1998) werkt sinds 2008 bij Soeters van Eldonk architecten in Amsterdam.

Haar studierichting is Bouwkunde. Naast haar studie werkt zij bij WAM Architecten in Delft als assistent-tekenaar.

Joost van der Linden (32, TU Delft 2008) werkt sinds 2009 bij Ector Hoogstad Architecten in Rotterdam.

Rob Goetheer (23) studeert aan de TU/e en zit in zijn tweede studiejaar. Zijn studierichting is Architectuur.

Martijn Marijnusse (40, TU Delft 2003) is zelfstandig architect sinds 2003 bij Marijnusse Architectuur in Utrecht.

Adriaan Jurriens (26) studeert aan de TU/e en is aan het afstuderen.

Roelf Bollen (40) is directeur bij bureau Op ten Noort Blijdenstein bv in Utrecht sinds mei 2010.

Saman Mohammadi (25, TU Delft 2010) is zelfstandig architect bij Global Archs sinds oktober 2010. Ook werkt hij sinds januari 2011 als Adviseur Team ­Innovatie bij Draaijer+Partners.

Djacco van den Bosch (38, TU Delft 1999) werkt sinds 2001 bij Soeters van Eldonk architecten in Amsterdam.

Mariëlle van Ooi (45, TU Delft 1990) werkt sinds 1993 bij Topos Architecten in Waddinxveen.

Mariëtte Broesterhuizen (35, TU Delft 2001) werkt sinds 2001 bij Soeters van Eldonk architecten in Amsterdam.

Thijs van Oostveen (36, TU/e 2002) werkt sinds 2006 bij Soeters van Eldonk architecten in Amsterdam.

Kai Czapla (34, TU Delft 2002) is zelfstandig architect sinds 2010 bij Buroczapla in Rotterdam.

Mirko Post (40, TU Delft 1998) werkt sinds 2005 bij Soeters van Eldonk architecten in Amsterdam.

Eelco Dekker (36, TU Delft 2001) is zelfstandig architect sinds augustus 2010 bij Jade architecten, Architectuur en Stadsontwerp in Rotterdam.

Marco Romano (47, AvB Amsterdam 1995) werkt sinds 2009 bij Op ten Noort Blijdenstein in Utrecht.

Edwin Franken (29, TU Delft 2010) is zelfstandig architect sinds december 2010 bij Edwin Franken Architecture in Breda. Menno Geenen (32, TU/e 2009) werkt sinds juni 2010 bij Soeters van Eldonk architecten in Amsterdam.

Marloes van Heteren (34, TU Delft 2002) is zelfstandig architect sinds november 2010 bij Soluz in Amsterdam.

Student leden

34

Ramon Scharff (22) studeert aan de AvB in Amsterdam en zit in zijn eerste studiejaar. Zijn studierichting is Architectuur. Daarnaast is hij stagiaire bij CASA architecten in Amsterdam. Aster Speckens (25) studeert aan de TU/e en is aan het afstuderen. Rob Wesselink (25) studeert aan de TU Delft en zit in zijn zevende studiejaar. Hij volgt de studierichting Bouwkunde.

Erna Stoetzer (44, AvB Amsterdam 1996) is zelfstandig architect sinds eind januari 2011 bij Stoetzer Renovatie en Architectuur in Den Haag. Brigitte de Wit (27, TU Delft 2008) werkt sinds januari 2010 bij Soeters van Eldonk architecten in Amsterdam.

Martijn Jansen (33, TU Delft 2004) werkt bij Architecten Alliantie B.V. in Goes sinds 2008.

Annabel Rodriguez (37) studeert aan de AvB in Amsterdam en zit in haar eerste studiejaar. Ze volgt de studierichting Architectuur.

Niel Slob (24, TU Delft 2010) is zelfstandig architect bij Global Archs sinds 2010. Hiernaast werkt hij als projectcoördinator bij Draaijer+Partners.

Kim de Greef (31, AvB Tilburg 2008) is zelfstandig architect bij ONTWERP­ STUDIOKIM in Breda sinds november 2010.

Tjalling Homans (29, TU Delft 2007) is zelfstandig architect bij Studio Tjalling Homans in Rotterdam sinds 2011.

Stan Kruijssen (24) studeert aan de TU/e en zit in zijn tweede studiejaar. Zijn studierichting is Architectuur, Building and Planning.

Chica Bijwaard (25) studeert aan de TU Delft en is aan het afstuderen. Zij werkt als assistent-architect bij ME-2 architecten bna in Medemblik en heeft een eigen bureau genaamd OntwerpstudioDe 4e dimensie. Linda de Geus (20) studeert aan de TU Delft en zit in haar tweede studiejaar.

BNABLAD #03/11


rubriek

■Het Bureau

Architectenbureaus die zijn gevestigd op een bijzondere locatie.

Tekst Carla Roos Beeld René de Wit

Bureau B+O Architecten Bureau B+O Architecten was gevestigd in een monumentale boerderij in Ansen en bediende van daaruit een overzichtelijke markt van particulieren en herstructureringsprojecten. Arnoud Olie zag ‘dat we daar niet eeuwig konden blijven’. Het bureau had en heeft de ambitie om het anders te doen dan anderen. ‘Wij beginnen pas aan een opdracht als we zeker weten dat het zin heeft. Voor ons en voor de opdrachtgever.’ Die andere aanpak kreeg gestalte in de Gasfabriek in Meppel, die onder leiding van B+O is getransformeerd tot Kennisfabriek.

Locatie Gasfabriek, Meppel Zit daar sinds 2008 Projecten o.a. Beryl House in Wapserveen, Woonhuis Goossens in Midlaren, ­Kantoorpand Beilen

BNABLAD #03/11

B+O stelde voor om de exploitatie van de voormalige gasfabriek, midden in het centrum van Meppel, op zich te nemen en werd zo naast architect ook ontwikkelaar. Als gevolg van de crisis kwam daar nog een rol bij: die van aannemer. Olie: ‘Door de crisis hadden we minder opdrachten. In plaats van onze medewerkers naar huis of naar een cursus te sturen, besloten we ze te betrekken bij de bouwwerkzaamheden. Zo deden ze direct bouwervaring op.’ B+O heeft als eigenaar van het pand een belang in de exploitatie ervan. ‘Bijkomend voordeel,’ vertelt Olie, ‘is dat we onze overhead nu kunnen delen met onze huurders.

Daardoor zijn de kosten van B+O met 50% gedaald en zo kunnen we, zonder in te leveren op honorarium, onze opdrachtgevers scherpere prijzen bieden.’ Waar Bureau B+O voorheen alle opdrachten aannam, en daarmee volgens Olie respect en geld verloor, kiest het bureau nu uitsluitend opdrachtgevers die bij ze passen. ‘Dat schatten we in met behulp van haalbaarheidsstudies. Daarin hebben we ons steeds meer gespecialiseerd en die geven ons de kans om te zeggen: we doen het wel of we doen het niet.’ Olie pleit voor verandering in architectenwereld: ‘Minder arrogantie, minder dogmatisch, maar ook minder concessies.’ De werkplek van zijn bureau moet dat uitstralen. ‘Wij hebben geen management en werken met het hele bureau aan één lange ontwerptafel. Gelijktijdig zijn we kostenbewust. We vragen ons altijd eerst af of we iets écht nodig hebben, of we het willen en of het duurzaam is. Hierdoor nemen we onze verantwoordelijkheid en worden we bewust van ons handelen. Dat inspireert.’ Een bijzondere bureaulocatie? E-mail naar redactie@bna.nl

35


Voor wie altijd op de hoogte wil zijn, is architectenweb.nl het juiste adres Dagelijks houden wij duizenden architecten op de hoogte van het laatste nieuws uit binnen- en buitenland, recent opgeleverde projecten en de nieuwste producten en materialen. Niet voor niets is architectenweb.nl met 15.000 nieuwsitems, 6.000 projecten, 6.500 producten en 1.600 materialen de grootste architectuursite van Nederland. Dus wie niets wil missen, brengt dagelijks een bezoekje aan:

architectenweb.nl


e Amsterdamse Architectenbal 24 juni 2011, 20.30u in het auditorium van de Toren Overhoeks

meer info en tickets op www.amsterdamsarchitectenbal.nl

kring Amsterdam-Kennemerland

€10 bna leden

€15 niet leden

€20 deurverkoop

®


Bezoek het nieuwe Materia Inspiration Centre Amsterdam In het Materia Inspiration Centre te Amsterdam (IJburg) staat de ­uitwisseling van kennis en inspiratie tussen ­creatieve professionals (architecten, ontwerpers) en producenten van innovatieve ­materialen centraal. Met een totale oppervlakte van maar liefst 1.400m2 omvat het ­Materia Inspiration Centre een uitgebreide material­en­ collectie, ­showrooms van toonaangevende bedrijven, een

bibliotheek, flexwerkplekken en het Materia Café. In deze unieke locatie organiseert Materia regelmatig thema-­ exposities, workshops, lezingen, bijeenkomsten en andere activiteiten waarbij kennisdeling en inspiratie op het gebied van innovatieve materialen en technieken centraal staat. Kom langs en laat u inspireren!


Exclusive partners

Open van maandag t/m vrijdag van 10.00 – 16.00 uur, entree is gratis Pedro de Medinalaan 1b 1086 XK Amsterdam +31 (0)20 – 71 30 650 info@materia-ic.nl www.materia-ic.nl

KNOWING INFORMING EXPLORING


ARCHITECTEN & BOUWPARTNERS

Darmstadtium, Wissenschafts- und Kongresszentrum Darmstadt, Germany Architects: fs-architekten Paul Schröder Architekt BDA and Chalabi architects & partners Photo: Claus Graubner ©

OPEN

SAMENWERKING TUSSEN

Wie goed kijkt, kiest voor ArchiCAD ArchiCAD scoort keer op keer als de beste keuze voor de architectenpraktijk. Het resultaat van jarenlange ontwikkeling voor en door architecten betekent bouwkundig gebruikersgemak, sterk in ontwerpfase maar ook in uitwerkingsfase, makkelijk te leren en perfecte aansluiting op en samenwerking met alle disciplines. Kortom: ArchiCAD = architectuur

www.kubusinfo.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.