BNA Blad #10/09

Page 1

MVRDV pleit voor herwaardering innovatie Actuele onderwerpen als duurzaamheid zijn over vijf jaar geen item meer. Het is noodzakelijk om verder vooruit te kijken, vindt MVRDV.

Nuances in beeld Drie architecten en drie fotografen over het spanningsveld tussen bouwmeesters en beeldzoekers, en zes foto’s die dat laten zien.

Bewustwording is eerste stap Laatste deel van de serie over ondernemerschap als opmaat naar succesvol vakmanschap.

Een jaar crisis Door contracten niet te verlengen en medewerkers uit te lenen, hoopten veel architectenbureaus gedwongen ontslagen te voorkomen. Maar het einde van de crisis is nog niet in zicht.

BNABLAD#10/09

MVRDV: regels blokkeren innovatie


advertentie


inhoud 04 Uitvergroot

Dana Ponec over een woning in Carnisselande van Paul Tesser.

07 Van Schooten

Nooit meer verdwalen.

08 Kortom 10 Nuances in beeld

Een intieme blik in het spanningsveld dat tussen bouwmeesters en beeldzoekers bestaat, en zes foto’s die daaruit resulteerden.

13 Het Detail

Hoe ver een architect kan gaan in de vormgeving van een gebouw blijkt uit de verzinkte deurgrepen van Oomen architecten voor een bedrijfsgebouw in Roosendaal.

14 MVRDV pleit voor herwaardering innovatie

Actuele onderwerpen als duurzaamheid zijn over vijf jaar geen item meer. Het is noodzakelijk om verder vooruit te kijken, vindt MVRDV. En: architecten moeten zich nadrukkelijker met de wereld bemoeien.

19 Reisbagage

Wat was de eye opener tijdens een reis naar Jakarta voor Steven Brunsmann van NUNC Architecten?

20 Bewustwording is eerste stap

Het laatste deel van de serie over de

BNABLAD #10/09

noodzaak van professionalisering, over ondernemerschap als opmaat naar succesvol vakmanschap gaat over bewustwording.

22

Een jaar crisis

Door tijdelijke contracten niet te verlengen en medewerkers uit te lenen aan collegabureaus, hoopten veel architectenbureaus gedwongen ontslagen te voorkomen. Maar het einde van de crisis is nog niet in zicht.

24

Dossier Netwerken

In tijden van crisis kan het van groot belang zijn: netwerken. Want hoe meer mensen je kent - en hoe meer mensen jou kennen- hoe groter de kans op werk. Maar hoe doe je dat effectief, netwerken?

26 Opinie

De gecertificeerde bouwbesluittoets moet leiden tot minder faalkosten en een snellere afhandeling. En de verantwoordelijkheid ligt weer bij de architect. Of lag hij daar al?

27 Meer flexibiliteit voor bureaus

‘Een moderne cao bouw je samen’: onder dat motto kunnen zowel werkgevers als werknemers op www.architectenplatform.nl meepraten over de vernieuwing van de cao.

30 Bureauberichten 31 Nieuwe Oogst 32 BNA Academie 33 Het Bureau 1meter98.

10

03


Waar het om gaat is dat het een helder en liefdevol ontwerp is

04


Door de geleding is het heel elegant 05


Niet schreeuwend of wereldvreemd, gewoon wat je je voorstelt bij een huis Beeld Paul Tesser

06


COLUMN

■UITVERGROOT Een gevestigde naam uit de Nederlandse architectenwereld vertelt over het werk van een jonge architect

Woonhuis in Carnisselande, Barendrecht Dana Ponec (1964, Dana Ponec architecten) over een woonhuis van Paul Tesser (1973)

‘Ik vind het heel prettig als een architect laat zien dat hij een toegepast vak heeft. We zijn geen beeldend kunstenaars, we ontwerpen voor een opdrachtgever. Paul Tesser heeft zich in drie jaar tijd gespecialiseerd in woningen bouwen of verbouwen voor particulieren. Dat is een vak apart, ik ken architecten die zelfs een studie psychologie hebben gevolgd om te leren omgaan met niet-professionele opdrachtgevers. Ik weet niet hoe Paul Tesser het aanpakt, maar hij zal veel geduld hebben. De vele woningen op zijn site tonen een net zo grote verscheidenheid als de mensen die erin wonen. Dat spreekt mij aan. Ik pikte deze woning in Carnisselande eruit omdat dit een goed voorbeeld is van hoe je de particuliere opdrachtgever kunt bedienen zonder er een slecht uitvergrote kopie van een jaren ’30-woning van te maken. Dit is een karakteristiek huis met een puntdak en een schoorsteen, heel herkenbaar. Niet schreeuwend of wereldvreemd, gewoon wat je je voorstelt bij een huis. Toch valt het op tussen de cataloguswoningen op dat rijtje kavels. Door de geleding is het heel elegant. De verhoudingen zijn goed, het staat daar op zijn plek, het materiaal is mooi en de detaillering zorgvuldig. Helaas waren de bewoners niet thuis toen ik ging kijken, dus ik heb het interieur – dat ook door Tesser is ontworpen – niet kunnen zien. Het enige wat ik glurend door het raam zag, was een mooie trap. Maar in wezen is de stijl niet relevant. Waar het om gaat is dat het een helder en liefdevol ontwerp is. En dat is het. Ik snap waarom Tesser van dit huis is gaan houden.’

BNABLAD #10/09

Nooit meer verdwalen Tijdens de Jonge Architectendag 2009 in het Nederlands Architectuurinstituut in Rotterdam, georganiseerd door de BNA en het NAi, was ik aanwezig bij enkele van de daar gehouden workshops. Het centrale thema was de invloed van nieuwe media op de architectuur. Toen ik aan het eind van de dag naar huis reed, bedacht ik me – overdonderd door alle indrukken – hoeveel er aan het veranderen was. Los van alle mogelijkheden om de praktische kant van ons vak te vergemakkelijken door gebruik te maken van nieuwe technologie zag ik ook een scala aan ruimtelijke perspectieven voor me. Als onze nieuwste telefoons (met gps) ons overal de weg wijzen en we niet meer verdwalen, wordt het minder belangrijk dat architectuur houvast biedt in de vorm van herkenningspunten, monumenten, landmarks of iconen. Als we altijd kunnen zien waar we zijn en waar we naartoe moeten, dan hebben we bovendien geen bewegwijzering meer nodig en geen vertrekstaten op de stations. Geen enkel labyrint zal ooit meer een doolhof zijn. In een wirwar van straten en stegen zoals je die in Italiaanse binnensteden aantreft, vind je even makkelijk je weg als in een overzichtelijke Amerikaanse gridstad. Met alle nieuwe systemen wordt communicatie eenvoudiger dan ooit en met de nieuwste technieken is alles wat gecommuniceerd wordt ook in overtuigende, zoniet overrompelende presentaties te gieten. Dat is mooi maar de gedachte die later in het door JaapJan Berg geleide debat opkwam, vond ik nog interessanter: dat er een opgave ligt in het ontwerpen van virtuele ruimtes waarin dergelijke communicatie plaatsvindt. Studenten die zijn ingelogd om op afstand een college of werkgroep te volgen, zullen hun docent in een andere virtuele ruimte zien dan wanneer dezelfde studenten een examen afleggen. Hier ligt een enorm werkterrein voor architecten. Aan ons is de vraag waar dergelijke virtuele ruimten eigenlijk aan moeten voldoen. Zwaartekracht, weersinvloeden en regelgeving die in de gewone werkelijkheid zo bepalend zijn, spelen daar geen hinderlijke rol. Dat geeft een aanlokkelijke vrijheid om de architectuur naar een ander plan te brengen. In gedachten verzonken over deze virtuele ruimtelijkheid nam ik, ondanks de gps in mijn auto, een verkeerde afslag. Komende zomer verdwaal ik ook vast nog wel een keer in een Italiaanse binnenstad. Jeroen van Schooten

07


kort nieuws

kortom Frequentieteruggang van BNA Blad in 2010

Oproep voor de Algemene Vergadering

Als gevolg van de economische crisis en de gevolgen daarvan voor de architectenbranche, heeft de BNA in 2009 een aantal bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd. Ook voor 2010 is de begroting aangescherpt en wordt er bezuinigd op de budgetten ten opzichte van 2009. Deze maatregelen betreffen onder meer het BNA Blad.

Op 11 december a.s. is de Algemene Vergadering van de BNA in de Kunstlinie in Almere. Omdat belangrijke onderwerpen zoals de structuurvernieuwing van de vereniging en BNA Onderzoek op de agenda staan, roept het bestuur alle leden op te komen.

Als gevolg van de personele en budgettaire maatregelen, ziet de redactie zich genoodzaakt de frequentie van het blad terug te brengen van tien tot zes nummers per jaar. De redactie verwacht dat de formule van het BNA Blad ook met zes nummers in stand gehouden kan worden, maar dat het blad wel aan actualiteit zal inboeten. Dit willen we opvangen door een betere koppeling tot stand te brengen tussen het blad en de website van de BNA.

Het vernieuwingsplan voor de verenigingsstructuur is de afgelopen maanden aan de leden gepresenteerd. Hierin was voorgesteld om een Ledenraad in plaats de van Algemene Vergadering en de Ledenadviesraad in te stellen en om 5 regiobesturen te benoemen in plaats van 20 kringbesturen. De kringen bleven daarbij bestaan, maar niet in bestuurlijke vorm. Het bestuur heeft op basis van de reacties besloten het voorstel aan te passen. Het beoogt daarmee tegemoet te komen aan de bezwaren en belangen van verschillende groepen leden en wil tegelijkertijd de ingezette vernieuwingskoers voortzetten.

De redactie van het BNA Blad

Het bestuur heeft de bezwaren van betrokken leden serieus genomen en daarom het voorstel voor de decentrale structuur ingetrokken. Dit betekent dat de kringen een eigen bestuur en budget houden en er geen regiobesturen worden ingesteld. Het voorstel voor de Ledenraad blijft gehandhaafd, maar wordt op onderdelen aangepast. Zo wordt een alternatieve zetelverdeling voorgesteld, waarbij de verdeling over regio’s en bureaugrootte is gelijkgesteld. Ook zal de stemprocedure worden vereenvoudigd, zodat alle stemgerechtigde leden een stem kunnen uitbrengen op kandidaten uit alle segmenten, in plaats van alleen op kandidaten uit de segmenten waartoe men zelf behoort. Daarnaast wordt een correctieprocedure voorgesteld. Deze houdt in dat vijf procent van de leden gezamenlijk een adviserende ledenraadpleging kunnen aanvragen of zelfs een bindend referendum kunnen aanvragen bij een bezwaar tegen een door de Ledenraad genomen besluit. Op deze manier houden leden invloed op de besluitvorming. Om eveneens tegemoet te komen aan de aanzienlijke groep leden die zich niet betrokken voelt bij de activiteiten van kringen maar nu wel verplicht is de kringbijdrage te betalen, is besloten de persoonlijke kringbijdrage facultatief te maken. Het bestuur wil met de vernieuwing tevens meer ruimte geven aan andere netwerken binnen de vereniging dan de geografische kringen. In de regio’s zijn de afgelopen jaren al verschillende netwerken ontstaan voor bijvoorbeeld kleine bureaus, bureaumanagers, starters en bestekschrijvers. Dit zal naar de behoefte van de leden voor de toekomst verder kunnen worden uitgebouwd. Zo zal ook binnen BNA Onderzoek vanaf volgend jaar ruimte voor nieuwe thematische netwerken worden geboden. BNA Onderzoek wordt de centrale plek binnen de vereniging waarbinnen de verschillende studie- en onderzoeksactiviteiten zijn gebundeld. Het bevorderen van een excellente beroepsuitoefening is een speerpunt van de BNA. De BNA wil met de studiestichtingen BNA Onderzoek inrichten om zowel het bereik van de onderzoeksactiviteiten binnen de vereniging als het effect ervan in de buitenwereld te vergroten. BNA Onderzoek staat open voor alle leden die wisselend aan breed scala projecten kunnen deelnemen. Het aanmeldformulier en de vergaderstukken voor de Algemene Vergadering staan op www.bna.nl > Over BNA > Algemene Vergadering 2009.

08

BNABLAD #10/09


kort nieuws

Vijfde editie BNA Gebouw van het Jaar van start

Helpdesk online opgeschoond en geactualiseerd

VVanaf 11 januari 2010 kunnen alle BNA-leden de in 2009 opgeleverde gebouwen weer insturen voor de jaarlijkse verkiezing van BNA Gebouw van het Jaar. Ook deze vijfde editie van de wedstrijd bestaat uit vijf regionale rondes met elk een winnaar en een landelijke eindronde. De regionale winnaars maar ook de overige genomineerden dingen mee naar de titel BNA Gebouw van het Jaar 2010. De landelijke uitreiking zal zoals gebruikelijk weer op een bijzondere locatie plaatsvinden.

Op Helpdesk online (www.bna.nl/helpdesk) verzamelt de BNA alle praktische informatie voor zijn leden. Zowel op het gebied van het ontwerpproces als van bedrijfsvoering zijn hier artikelen te vinden met achtergrondinformatie, praktische instrumenten en bijvoorbeeld standaardcontracten en -formulieren. De Helpdesk online is de aanvulling op de telefonische BNA Helpdesk, waar leden van de BNA en opdrachtgevers terecht kunnen met hun vragen.

Bij de vorige editie werd in TrouwAmsterdam de prijs voor Gebouw van het Jaar 2009 door staatssecretaris Albayrak van Justitie overhandigd aan Martien Jansen van Studio M10. Jansen ontving de trofee voor het Forensisch Psychiatrisch Centrum de Oostvaarderskliniek in Almere. De jury, onder leiding van Jo Coenen, was ‘erg onder de indruk van de interpretatie van de opgave en van de uitmuntende manier waarop een complexe opzet is gebaseerd op het principe van de herhaling’.

Om de BNA-leden goed van dienst te kunnen zijn, is het belangrijk dat de informatie op Helpdesk online behalve volledig ook actueel is. Daarom zijn de artikelen op de Helpdesk online de afgelopen periode grotendeels geactualiseerd en opgeschoond. Eind december 2009 is de Helpdesk online volledig geactualiseerd.

Op de website www.bnagebouwvanhetjaar.nl is alles te lezen over inschrijven en de spelregels. Inzenden kan (alleen via de website) van 11 januari tot 8 februari 2010.

Leden die informatie missen op Helpdesk online, kunnen dit melden via helpdesk@bna.nl. Sherryl Jacott, juridisch medewerker BNA Helpdesk

Beeld Staatssecretaris Albayrak overhandigt de architectuurplaquette voor het BNA Gebouw van het Jaar 2009 aan Martien Jansen. Foto: Maarten van Haaff

BNABLAD #10/09

09


ARTIKEL

Nuances in beeld Geen architect kan tegenwoordig nog zonder architectuurfotografie. Maar wat is het beste beeld en hoe verkrijg je dat? Om hierin wat meer inzicht te krijgen, werd drie architecten gevraagd hun favoriete foto te tonen, van een gebouw waarvan ze wisten dat de fotografen een andere foto prefereerden. Die fotografen werd om commentaar gevraagd. Het resultaat: een intieme blik in het spanningsveld dat tussen bouwmeesters en beeldzoekers bestaat, en zes foto’s die daaruit resulteerden. ––

Tekst Hilde de Haan

Han Westelaken en Martin Thomas over Rabobank, Maastricht

Han Westelaken (Architecten aan de Maas) is het prototype van een architect die zoveel mogelijk greep wil houden op de fotografie van zijn werk. Liefst gaat hij zelf met zijn fotografen op stap en zegt precies welk beeld hij

wil. Gevraagd naar een kritiek verschil in inzicht met zijn fotograaf, heeft hij dan ook onmiddellijk een voorbeeld. Dat ontstond bij de Rabobank, in Maastricht-Céramique, waar hij een weekend lang optrok met Martin Thomas. Westelaken: ‘Onze samenwerking is heel goed maar wanneer je twee volle dagen bezig bent, kan een moment van irritatie ontstaan. Die zondagmiddag gebeurde dat. Martin zei dat hij ‘de constructie van de ruimte’ wilde

Beeld (links en rechts) Rabobank, Maastricht. Ontwerp: Architecten aan de Maas. Foto’s: Martin Thomas

10

BNABLAD #10/09


ARTIKEL

Beeld Entree van het Kröller-Müller Museum. Ontwerp: Wim Quist. Foto: Kim Zwarts

vastleggen, ‘de gestapelde ruimtelijkheid.’ Ikzelf koos op die plek voor een verstild, fragmentarisch beeld waar weliswaar niet alles op staat maar dat zó mooi is dat je de rest erbij denkt.’ Thomas reageert: ‘Dat Han inderdaad vaak meegaat als ik fotografeer, vind ik niet erg, ik sta er stevig genoeg voor. Over de belangrijkste foto’s zijn we het ook meestal helemaal eens. Maar altijd komt het ook voor dat hij sommige plekken vast wil leggen waar ik fotografisch niets in zie. En dat ik een standpunt fotografisch prachtig vind, dat hij niks vindt. In beide gevallen neem ik zo’n foto toch en blijkt achteraf vaak mijn gelijk.’ Opmerkelijk is dat Thomas zich, bij de controverse van die bewuste zondagmiddag een ander duo foto’s herinnert. Het beeld met schuin perspectief en grootse ruimtelijkheid, ja dat was inderdaad zijn idee. Maar die verstilde foto die Westelaken koos, behoort ook tot zijn eigen favorieten. Een derde foto nam hij wel contre-coeur: ‘Han wilde ook daar een statisch beeld. Ik vond dat niks, want het balkon en de muur waar je recht op keek, waren dan nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Alle dieptewerking ontbrak. Ik heb de camera toen wat gedraaid.’ Uiteindelijk was Westelaken met het resultaat toch niet gelukkig. Die foto haalde de documentatie niet.

BNABLAD #10/09

Beeld Kröller-Müller Museum, met een beeld van Isamu Noguchi. Ontwerp: Wim Quist. Foto: Kim Zwarts

Wim Quist en Kim Zwarts over het Kröller-Müller Museum

Geheel anders werkt Wim Quist met fotograaf Kim Zwarts: ‘Die werd me al begin jaren tachtig aangeraden, voor de monografie van uitgeverij 010. Ik kende hem niet maar toen hij met een stapeltje foto’s langskwam, klikte het meteen. Ik ga nooit met hem op stap, juist niet. Ik weet dat ik hem de fotografie kan toevertrouwen. Waarom? Hij heeft ‘het oog’. Dat kan ik verder niet uitleggen, nee. Maar ik kan wel een vergelijking maken. Zijn werk doet me denken aan Adriaan Coorte: een eind-17e eeuwse schilder wiens zeer indringende stillevens een paar jaar geleden in het Mauritshuis werden geëxposeerd.’ Kim Zwarts bevestigt: ‘Ik stel me vrij autonoom op en doe gewoon graag wat ik zelf wil doen. Dat gaat niet met alle architecten goed. Wel met Quist, die naar mij toe enorm loyaal is. Het eerst wat ik voor hem fotografeerde was de Berenplaat: dat vond ik zo geweldig mooi! Sindsdien laat hij me alle vrijheid. Het gaat mij dan ook niet om het fotograferen van projecten. Wat ik doe, is van iets driedimensionaals een tweedimensionaal beeld maken. Ik wil dat dat beeld heel mooi is - bij het ene gebouw gaat dat wel, bij het andere niet.’

11


ARTIKEL

Beeld Het hart van het Valuascollege, Venlo. Ontwerp: Jeanne Dekkers Architectuur. Foto: Daria Scagliola en Stijn Brakkee

Beeld Fietsenstalling bij het Valuascollege, Venlo. Ontwerp: Jeanne Dekkers Architectuur. Foto: Daria Scagliola en Stijn Brakkee

Twee foto’s van het Kröller-Müller Museum illustreren hun verschil in voorkeur. Quists lievelingsfoto toont een muurvlak, een wingerd en (achter glas) een beeld van Isamu Noguchi. Zwarts: ‘Toen Quist me uitlegde waarom deze foto de essentie vastlegde, begreep ik dat. Nee, wat hij zei, herinner ik me niet meer. Zelf vind ik een andere foto mooier, van de entree, tussen de bomen, met die weerspiegeling op de glazen gevel. Het museum valt bijna in zijn omgeving weg.’ Juist deze foto is pontificaal vooraan in een recente monografie van Quist opgenomen en, naar blijkt, met volle instemming van de architect. Quist: ‘Als Kim iets wil vastleggen, dan moet hij dat doen. Dat mag er van mij dan helemaal zijn.’

Jeanne Dekkers en Daria Scagliola over het Valuascollege,Venlo

Jeanne Dekkers bewandelt een soort middenweg, tussen haar bovengenoemde vakgenoten. In haar bureau maakt de PR-medewerker vaak een eerste keuze. Meestal verloopt de samenwerking met fotografen probleemloos maar bij het Valuascollege in Venlo was er veel geheen-en-weer voordat het werk van Daria Scagliola en Stijn Brakkee bevredigend was afgerond. Dekkers: ‘Wanneer je als architect een gebouw ontwerpt, heb je een verhaal waardoor je je keuzen bepaalt. Je wilt dat de foto’s datzelfde verhaal vertellen. Dat fotografen hun eigen kijk op een

12

gebouw hebben, is natuurlijk goed. Maar mijn verhaal moet ook te zien zijn en dat duurde hier dus even.’ Dekkers’ lievelingsfoto toont de hal. ‘Dit is het hart van de school, ook omdat ik hier de lockers plaatste. Daar bergen kinderen hun boeken op en daar moeten ze dus heel vaak zijn. Meestal hangen lockers op een treurige plek, vol rommel. Hier dragen ze bij aan het ontmoeten van elkaar’. Dat Dekkers deze foto kiest, komt niet alleen doordat hier haar verhaal getoond wordt. Ze waardeert de inbreng van de fotografen zeer: ‘Ze wisten perfect de sfeer te treffen, en de prachtige, zachtpaarse kleur.’ Scagliola was het wel met deze keuze van Dekkers eens maar betreurde het afvallen van een andere foto. Hierop vormt de nieuwbouw de achtergrond van een enorme hoeveelheid fietsen. Scagliola: ‘Dat is nu net zo typerend aan zo’n school’. Ze liet het er ditmaal trouwens niet bij zitten, ook al omdat ze hier een trend signaleerde waarmee ze al langer niet gelukkig is: ‘Er is veel veranderd in de architectuurfotografie. Het komt niet vaak meer voor dat je met een architect naar alle foto’s kijkt en samen tot conclusies komt. Vroeger had je meer gesprekken, nu zie je op hun site wat ze gekozen hebben. Daar worden de foto’s die wij het beste vinden, vaak niet gebruikt’. In dit geval belde ze op naar het bureau en wist in eerst instantie de PR-medewerker van de kwaliteit van de fietsfoto te overtuigen. Jeanne Dekkers: ‘We hebben die foto toen toch op de site gezet en intussen zie ik het bijzondere ervan in.’ Zodat ook hier het laatste woord uiteindelijk toch was aan de fotografen. Al moeten die daar blijkbaar wel hun mond soms stevig voor opendoen.

BNABLAD #10/09


RUBRIEK

■HEt DETAIL

Waarom ziet een gebouw eruit zoals het eruitziet? De architect van het gebouw bespreekt een in het oog springend detail.

Tekst Kirsten Hannema Beeld Frederik Vercruysse

Deurgreep handelsproducten. ‘Dat zijn altijd van die lullige roestvrij stalen beugelgreepjes. Wij wilden iets stoers, dat meer zou opgaan in het totaalbeeld.’ En het totaalbeeld dat Havermans voor ogen had was transparant. ‘Onze opdrachtgever gaf aan dat alle onderdelen in het gebouw even belangrijk waren; alles moest gezien kunnen worden, zowel de nieuwe receptie en showroom als het bestaande magazijn.’ Om dat gevoel van gelijkwaardigheid en eenheid te creëren besloot de architect slechts twee hoofdmaterialen toe te passen: steenkorven en verzinkt staal. Gevels, dak en interieur zijn consequent in deze ‘eerlijke’ materialen uitgevoerd. Het beeld van zowel het exterieur als het interieur wordt bepaald door strakke lijnen en volumes. Deuren zijn schijnbaar afwezig; deze zijn van hardglas. En hetzelfde geldt dus ook voor de deurgrepen; op de foto zie je ze eigenlijk nauwelijks. De productie had nog wel wat voeten in de aarde. ‘Bijna hadden we alsnog een beugelgreep genomen, zo’n gedoe was het’, zegt Ernst Havermans. Was het in de tijd van Berlage nog gebruikelijk dat de architect alle details, van baksteen tot stoelbekleding, ontwierp, tegenwoordig lopen dergelijke initiatieven dikwijls spaak omdat aannemers garanties op producten eisen. Zo ook in dit geval. Gelukkig was de opdrachtgever bereid het risico te nemen en zodoende heeft Oomen architecten de deurgrepen uiteindelijk zelf laten maken.

Hoe ver kan een architect tegenwoordig nog gaan in de vormgeving van een gebouw? Ver, zo blijkt uit de verzinkte deurgrepen die Oomen architecten ontwierp voor de uitbreiding van een bedrijfsgebouw in Roosendaal. Eigenlijk is hij doodsimpel. De deurgreep die Ernst Havermans speciaal voor stoffenhandel Artimo Textiles ontwikkelde is ‘gewoon’ een doorgaand U-profiel dat op de kop van de hardglazen deuren is

BNABLAD #10/09

bevestigd. ‘Wel aanwezig, maar ondanks dat het meer materiaal is dan een conventionele deurgreep, minder opvallend in beeld’, zegt de architect over het ontwerp. Want dat was het probleem met de

Project Uitbreiding bedrijfshal met showroom en kantoren Architect Oomen architecten Opdrachtgever Artimo Textiles

13


ARTIKEL

Beeld De drie partners van MVRDV, v.l.n.r. Winy Maas, Jacob van Rijs en Nathalie de Vries. Foto: Allard van der Hoek

MVRDV pleit voor herwaardering innovatie 14


ARTIKEL

Actuele onderwerpen als duurzaamheid zijn over vijf jaar geen item meer. Het is noodzakelijk om verder vooruit te kijken, vindt MVRDV. ‘Wat betekenen gratis energie of geluidarme auto’s voor architectuur en stedenbouw?’ Architecten moeten zich nadrukkelijker met de wereld bemoeien. ––

Tekst Marina de Vries

‘Een heerlijke opgave, die elk bureau eens in z’n leven zou moeten doen. Je moet je uitspreken en laten zien wat je belangrijk vindt,’, zegt Winy Maas over het Nederlands paviljoen voor de Wereldtentoonstelling in Hannover van 2000. ‘Een ongelooflijke kans’, beaamt Nathalie de Vries. ‘Een manifest’, zegt Jacob van Rijs, ‘dat niet alleen voor ons bureau van betekenis is geweest, maar ook voor de ontwikkeling in het land.’ Op een regenachtige ochtend zitten de drie oprichters en directeuren van het Rotterdamse architectenbureau MVRDV – Winy Maas (1959), Jacob van Rijs (1964) en Nathalie de Vries (1965) – aan de lange, houten vergadertafel in hun kantoor in Rotterdam om te praten over hun interesses en de ontwikkeling van het vak. Om hen heen is de wand bezaaid met A4-tjes met verkenningen van alle projecten waarmee het bureau zich momenteel bezighoudt. Van Rijs: ‘Zo blijven we op de hoogte en kunnen we elkaar commentaar en complimenten geven. We hebben geen tijd om, zoals vroeger, elk besluit met z’n drieën te nemen.’ Inmiddels heeft het bureau, met zo’n vijftig man personeel waarvan de helft uit het buitenland, opdrachten in de hele wereld, van architectuur tot stedenbouw, van de nieuwe markthal in Rotterdam tot een stadswijk in het Chinese Tianjin, van de bemoeienissen met de toekomst van Almere tot de visie voor Grand Paris 2030, ontwikkeld op uitnodiging van president Sarkozy. De nu zo vanzelfsprekende internationale portefeuille is mede te danken aan de wereldwijde aandacht voor het onorthodoxe, radicale Big Mac paviljoen in Hannover, met zijn stapeling van functies, waaronder een bos op de vierde verdieping en windmolens op het dak.

15


ARTIKEL Beeld Nederlands Paviljoen van de Wereldtentoonstelling in Hannover (2000). Ontwerp: MVRDV. Foto: Hans Werlemann

Beeld Didden Village, Rotterdam. Ontwerp: MVRDV. Foto: Rob ‘t Hart

Beeld Woongebouw Mirador, Madrid. Ontwerp: MVDRV. Foto: Rob ‘t Hart

Is dit tentoonstellingspaviljoen, met het voordeel van de terugblik, te zien als een blauwdruk voor de huidige projecten van MVRDV? Van Rijs: ‘Het gebouw op zichzelf niet - dat was natuurlijk slechts bedoeld voor een half jaar.’ Maas: ‘Maar de daar getoonde thematieken zijn behoorlijk duurzaam gebleken. Het compacter bouwen vanwege de energiecrisis, het zoeken naar synthese door functies te mengen. Ik vind het nog altijd boeiend dat je je als architect en stedenbouwer behalve met woningbouw en klassieke bebouwing ook met bebossing, landschappen of landbouw kunt bemoeien.’ Daarbij zijn de thema’s grotendeels gemeengoed geworden, zegt Van Rijs: de verrommeling van het landschap, een efficiënter omgaan met ruimtegebruik, het idee van zelfvoorzienend zijn. De Vries: ‘Het is inmiddels heel gewoon om stedenbouw te combineren met het opwekken van energie of met het zuiveren van water.’ In hun eigen werk zijn ze nog steeds bezig met energie en met compact, efficiënt ruimtegebruik, zegt Van Rijs. Ook het toevoegen van nieuwe natuur of landbouw aan de stad duikt herhaaldelijk op. Voor een nieuw stadscentrum in Gwanggyo bij Seoul is het diverse programma ondergebracht in met natuur overgroeide heuvelachtige gebouwen. In het plan voor Grand Paris wordt tussen andere grootschalige ingrepen

16

voorgesteld om het geluid rond vliegveld Charles de Gaulle te dempen in een bos van een miljoen bomen. De hamvraag wordt ook nog steeds gesteld: van welke systemen maakt een project deel uit, hoe kun je dat optimaal benutten en gebruiken om een eigen samenhang te creëren. Daarbij heeft elk land zijn eigen lokale omstandigheden, waarvoor oplossingen gezocht moeten worden. De Vries: ‘In China hebben we te maken met hoge dichtheid, de rol van de openbare ruimte, soms met milieu-aspecten zoals grote waterzuiveringsvelden. In Spanje speelt vanwege het ontbre-

Blauwe huisjes op dak zijn propaganda voor verdichting ken van fossiele brandstoffen energie een belangrijke rol.’ Maar het allerbelangrijkste statement van het paviljoen, zegt Maas, is dat architectuur over meer kan gaan dan de eigen autonomie. ‘Wij werken dan ook het liefst op het snijvlak van stedenbouw en architectuur, waar architectuur de grotere schaal raakt.’ Dat geldt voor projecten als Gwanggyo in Korea en Ecocity in Spanje, met zijn compacte bebouwing en tapijt van zonnecel-

BNABLAD #10/09


ARTIKEL

len en windmolens, maar ook voor Didden Village (2007), het eerste project van MVRDV in thuisbasis Rotterdam, waarbij een uitbreiding met slaapkamers op het dak van een oud pakhuis is opgevat als twee losstaande huisjes met tuin. Maas: ‘Het leuke aan dit project is dat je het dak gebruikt om verder te bouwen en dat je die verdichting kunt gebruiken om de menging van klassen te vergroten. Doordat je bezig bent om een dorpje in de stad te brengen, kun je de vlucht van de middenklasse uit de stad keren.’ Van Rijs: ‘Het is een prototype van een stedelijke woning, een antwoord op de vraag hoe je op een aantrekkelijke manier met een gezin in de stad kunt wonen. Door de opbouw op het dak, is elders in de buitenwijk een stukje grond vrijgebleven.’ De kunst bij verdichting is volgens De Vries om zodanig nieuwe lagen toe te voegen, dat er nieuwe verbindingen en mogelijkheden ontstaan. Hoewel de rol van de opdrachtgever van onschatbare betekenis is, kun je als architect de opgave wel degelijk beïnvloeden, vindt MVRDV. Didden Village is, hoe klein ook, dankzij z’n hemelsblauwe kleur volgens Maas ‘bijna propaganda’ geworden voor de verdichting. ‘Door die zichtbaarheid inspireert het. In Rotterdam is nu een beleidsmaatregel goedgekeurd en een subsidiemogelijkheid gecreëerd om het dak te benutten.’ In het buitenland heeft een architect vaak meer speelruimte dan in Nederland, zegt Van Rijs. Zo is bij het Mirador-gebouw in Madrid, een woongebouw met een enorm gat erin waarachter zich een collectief plein bevindt, op eigen initiatief midden

in het gebouw een voetbalveldje toegevoegd. Maar ook in Nederland kun je, volgens De Vries, in de kieren en gaten van de opgave, bij woongebouwen en het ontwerpen van nieuwe wijken, nieuwe ruimtes vinden voor andere stedelijke of collectieve functies of voor het vermengen van stad en omgeving. Maas: ‘Zoals bij het aanvragen van een bouwvergunning voor een varkensstal in de Haagse stadswijk De Binckhorst.’

Innovatie, daarin blonk Nederland toch altijd uit? Inmiddels heeft het eerdere verdichtingsthema zich verbreed, aldus Maas, naar de toekomstige stad. Die speelt een rol in tal van projecten en wordt verder geëxploreerd in het vorig jaar op initiatief van MVRDV en de TU Delft opgerichte onderzoeksinstituut ‘The Why Factory’. Dat ontwikkelt modellen en theorieën om de toekomst van de stad beter te snappen en te simuleren naast praktische oplossingen, en stelt de vraag of al dan niet grootschalige ingrepen nodig zijn. Het is tevens een pleidooi voor groot en vrij denken. Want hoewel tot hun vreugde onlangs is gestart met de Markthal in Rotterdam, een revolutionair ontwerp waarbij een monumentale, op de nieuwe sexy status van voedsel inspelende markthal wordt gevormd met een schil van woningen en een bijzondere functiemenging ontstaat in een moeilijk stukje stad, constateren ze ook dat in Nederland een zekere benauwenis is ontstaan.

Beeld Impressie van de nieuwe markthal, Rotterdam. Ontwerp en beeld: MVRDV.

BNABLAD #10/09

17


ARTIKEL

Vooral de bouwkunst is met zijn vele dertiger jaren architectuur regressief. MVRDV hekelt de behoefte om alles in regels vast te leggen, waardoor momenteel uit oogpunt van duurzaamheid een gevel maximaal 30% ramen mag hebben, met voorspelbare monotonie als gevolg. De Vries: ‘Straks hebben alle huizen een groen dak en een graad temperatuurverlaging, maar heb je daarmee nou een prettigere of interessantere stad gemaakt?’ Duurzaamheid is binnenkort trouwens helemaal geen issue meer, zegt Maas, want over vijf jaar is de hele maatschappij duurzaam. ‘Dus is het nu al leuk om verder vooruit te kijken en te fantaseren over de andersoortige mogelijkheden van een maatschappij met gratis energie.’ Van Rijs: ‘Of denk aan auto’s die geen geluid meer maken, waardoor alle geluidzones vrijkomen.’

Architecten in Nederland moeten een vuist maken Wat ook tot benauwenis leidt zijn de door ambtelijke regels overheerste aanbestedingsprocedures in Nederland. Het is MVRDV een doorn in het oog dat de scholenbouw, de ziekenhuisbouw, de culturele centra en de stadhuizen worden gemonopoliseerd door een beperkt aantal zogenaamde ervaringsdeskundigen. De Vries: ‘We hebben meegedaan aan de aanbesteding voor musea en stadhuizen, maar kwamen er niet eens doorheen. Terwijl we in het buitenland wel bij dat soort selecties terechtkomen, bijvoorbeeld voor de nieuwe opera van Parijs.’ Maas: ‘In het buitenland worden nieuwe opinies vanwege hun innovatie juist gewaardeerd, hier zijn ze

er bang voor. Wij moeten onze cultuur zo inrichten, dat innovatie weer een kans krijgt.’ Van Rijs: ‘Daarin heeft Nederland juist altijd uitgeblonken.’ Ze zijn onlangs lid geworden van de BNA. Waarom nu pas? De Vries: ‘Vanwege de cultuuromslag bij de BNA, die zich nadrukkelijk is gaan richten op de echte problemen bij de Nederlandse bureaus: de nog altijd slecht georganiseerde aanbestedingen en EEG-procedures, de gebrekkige kansen voor jonge architecten. We vinden dat architecten in Nederland meer een vuist moeten maken en willen niet langer afzijdig staan.’ Wel vindt MVRDV dat de bond actiever zou moeten nadenken over de hedendaagse internationalisering van Nederlandse architectenbureaus, met alle consequenties voor contracten en internationale werknemers vandien. Van Rijs: ‘Ik vind het ook belangrijk dat de BNA ervoor zorgt dat voor het buitenland een fatsoenlijke beroepsaansprakelijkheidsverzekering valt af te sluiten.’ Maas: ‘En de BNA moet samen met de Rijksbouwmeester een enorm pleidooi houden voor de ruimtelijke kwaliteit van ons land.’ Over de toekomst van hun bureau denken ze (te) weinig na, zegt Van Rijs. De Vries: ‘Opdrachtgevers vragen ons met name als ze niet weten wat ze willen, als ze zoeken naar een nieuwe houding of een proces willen openbreken. Ik hoop dat we die rol kunnen blijven vervullen.’ Over de toekomst van het vak, zegt Maas: ‘Architecten zijn denkers op de lange termijn en hebben de mogelijkheden om de toekomst te visualiseren. Willen we ontsnappen aan een servicegerichte beroepsuitoefening, dan zullen we ons nadrukkelijker moeten uitspreken en ons actiever moeten bemoeien met hoe de wereld er in de komende tijd uit zou kunnen zien.’

Beeld De drie partners van MVRDV, v.l.n.r. Winy Maas, Jacob van Rijs en Nathalie de Vries. Foto: Allard van der Hoek

18

BNABLAD #10/09


RUBRIEK

■Reisbagage

Goede ideeën zijn overal te vinden, ook in het buitenland. Deelnemers aan architectuurreizen beschrijven hun eye opener.

Tekst Miloe van Beek Beeld NUNC Architecten

jakarta Wie Steven Brunsmann van NUNC Architecten BNA Reis Naar Jakarta voor de uitreiking van de 1e prijs van de IABR-prijsvraag Rotong Royong Eye opener Ongeplande groei en spontane dynamiek zorgen voor onbedoelde schoonheid

Welke stedenbouwkundige elementen kunnen Jakarta een positieve toekomst geven? Bij NUNC Architecten BNA konden ze wel wat met die prijsvraag uitgeschreven door de IABR (Internationale Architecture Biënnale Rotterdam). Ze ontwierpen een systeem waardoor de allerarmsten van onder andere afval zelf een huisje kunnen bouwen. Ze wonnen de eerste prijs die ze vervolgens mochten ophalen in Jakarta, een stad met een enorme dynamiek, zo ontdekte architectdirecteur Steven Brunsmann. Vooral de

BNABLAD #10/09

kampongs, de armere wijken van Jakarta, maakten diepe indruk. ‘Hier bouwen mensen zonder enige vorm van planning zelf hun onderkomens. Omdat de meeste bewoners van het platteland komen, hebben de wijken een dorps karakter. Tegelijk is het enorm dicht bebouwd en zijn de straatjes zeer smal en labyrintisch.’ De kampongs transformeren voortdurend, nieuwe delen zijn opgetrokken in golfplaten en karton, de oudere getransformeerd tot huisjes van baksteen en dakpannen. ‘De esthetiek van de ongeplande wijken vonden we fascinerend. Niks is geordend of bedacht. In Nederland missen we soms een beetje de vrijheid, alles wordt hier gepland.’ NUNC zoekt graag de grenzen van de regulering op, het bezoek aan Jakarta heeft dat alleen maar versterkt. ‘Een beetje loslaten, bijvoorbeeld door

bewoners meer inspraak te geven, kan tot verrassende resultaten leiden.’ Onbebouwde ruimte Jakarta zit vol extremen. Naast de kampongs kent Jakarta ook absurd luxe villa’s, enorme kantoorgebouwen en shoppingmalls. De kleine stukjes onbebouwde ruimte tussen deze sjieke gebouwen worden ook intensief gebruikt. ‘In een open ruimte tussen de kantoortorens troffen we een tijdelijke constructie voor eetstalletjes, waar benzine in gebruikte colaflessen werd verkocht en een copyshop was gevestigd. Jakarta is chaotisch, kleurrijk en levendig. Gelukkig zullen we de stad nog regelmatig bezoeken.’ Een interessante reis gemaakt? Mail naar redactie@bna.nl

19


SERIE BUREAUPROFIELEN

Bewustwording is eerste stap

20

BNABLAD #10/09


SERIE BUREAUPROFIELEN

Je bent architect en goed in je vak. Is goed vakmanschap echter een garantie voor succes? En waar ben je als bureau eigenlijk goed in? Deze serie gaat over de noodzaak van professionalisering, over ondernemerschap als opmaat naar succesvol vakmanschap. Het laatste deel gaat over bewustwording. ––

Tekst Jacqueline van Reijsen Beeld René de Wit

Een rondgang in deze serie langs acht bureaus zoals beschreven in de vorige edities van BNA Blad, liet een afwisselend palet aan bureautypen zien. Een beeld dat volgens Jasper Etten, beleidsmedewerker ondernemerschap bij de BNA, past binnen de heersende tendens in de branche. ‘Voor de toekomst verwacht ik een toenemende differentiatie in typen bureaus, elk met een eigen identiteit die is gebaseerd op de sterke kanten van de bureaus.’ In dat laatste zit volgens Etten de crux. Hoe bewust is een architect zich van zijn eigen profiel en hoe koppelt hij zijn creatieve vak aan het ondernemerschap? De branche zit midden in een veranderingsproces. Architecten hebben niet langer vanzelfsprekend een leidende rol als bouwmeester. Ze zijn steeds vaker een specialist en onderdeel in het bouwproces. Een ingrijpende omslag waarbij het belang van professioneel ondernemerschap steeds meer wordt onderkend. Het vak maakt daarmee een beweging van creatief kunstenaarschap naar creatief ondernemerschap. Ondernemerschap is niet langer een noodzakelijk kwaad, maar steeds meer een voorwaarde om als bureau succesvol aan de weg te timmeren. Ook Jaap Neijzen, organisatieadviseur en directeur van Archipunt herkent deze ontwikkeling. ‘De steeds complexer wordende wereld waarbinnen architecten werken vraagt om specialisatie. Je kunt niet meer alles doen.’ Dat betekent keuzes maken, maar is tegelijkertijd een kans om je als bureau te profileren. De vraag is hoe je het artistieke kunt verbinden aan het zakelijke.

‘Een beweging van creatief kunstenaarschap naar creatief ondernemerschap’ Van persoonlijk naar zakelijk De identiteit van een bureau valt of staat met de persoonlijke kwaliteiten van de leidende architect of directieleden van een bureau. De stempel die een individuele eigenaar op een bureau zet wordt nogal eens onderschat. ‘Alles wat je als architect doet zegt iets over jou en je bureau,’ legt Etten uit. Juist daarom is het belangrijk om de eigen sterktes en zwaktes zorgvuldig in beeld te brengen. Maar, voegt Etten toe, vraag je wel altijd af welke van jouw kwaliteiten het beste op de markt aansluiten. Op basis van deze analyse kun je persoonlijke ambities omzetten naar zakelijke doeleinden en deze vertalen. Naar soorten opdrachten, specialismen en typen opdrachtgevers, welk personeel heb je daarvoor nodig en hoe wil je jouw bureau profileren? Dat zijn allemaal bouwstenen voor een ondernemingsplan, het instrument waarmee je beleidskeuzes en doelstellingen voor de korte en lange termijn kunt vastleggen en bewaken. En inzichtelijk maakt wanneer je moet bijsturen. Een ondernemingsplan helpt ook bij het verder

BNABLAD #10/09

zichtbaar maken van de identiteit, zowel intern als extern. Zolang je nog niet weet ‘wat je bent’, zijn alle stappen die je neemt ongericht, vult communicatieadviseur en trainer van Archipunt Herman ten Kate aan. Het gaat om jezelf onderscheiden en zichtbaar maken in de markt. Een identiteit kun je op verschillende manieren uitdragen, in je ontwerpen, in je organisatie, je stijl van leidinggeven, je werkplek, maar ook in je huisstijl met een website, portfolio en visitekaartjes. Als je dat alles consequent en eenduidig doet, werk je aan je merk en imago. Het maakt niet uit wat voor bureau je bent, verduidelijkt Ten Kate, als je maar herkenbaar bent en helder maakt wat jouw toegevoegde waarde is voor de klant. ‘Want de klantvraag moet centraal staan.’

‘Zolang je nog niet weet ‘wat je bent’, zijn alle stappen die je neemt ongericht’ Jezelf blijven vernieuwen Er zijn bureaus die eens in de zoveel jaar hun totale beleid opnieuw ter discussie stellen. Zover willen we niet gaan, stelt Etten, de BNA wil wel bevorderen dat bureaus regelmatig de tijd nemen voor herbezinning. ‘Vraag je af of je nog steeds op de goede weg zit. Het gaat om kansen zien en benutten.’ Als je goed kijkt liggen de kansen volgens Etten dikwijls voor het oprapen. Bureaus die daar de tijd voor nemen krijgen behalve een goed resultaat vaak ook nieuwe energie en elan. De geïnvesteerde tijd wordt daarmee makkelijk terugverdiend. De crisis onderstreept nog eens het belang van herbezinning. Neijzen ziet daarbij een belangrijke rol voor innovatie weggelegd. ‘Je moet blijven bewegen. Niet om het bewegen zelf, maar binnen de context van een verstandige bedrijfsvoering.’ Er staat immers veel te gebeuren op het gebied van automatisering, regelgeving en het bouwen. Neijzen: ‘Je moet jezelf blijven vernieuwen.’ Er gaat al veel goed, verzekert Etten, echter vaak nog onbewust. De toekomst brengt naar alle waarschijnlijkheid steeds meer differentiatie in de branche. Dat heeft gevolgen voor de positie en rol van bureaus. Opleidingen besteden tot nu toe nauwelijks aandacht aan ondernemerschap, constateren zowel Etten als Neijzen. De BNA wil daarom het belang van goed ondernemerschap op de agenda zetten en meewerken aan een verdere professionalisering, ondermeer door het ontwikkelen van een draaiboek en model-ondernemingsplan voor starters. ‘We willen niet iets opleggen maar vooral een bewustwordingsproces in gang zetten. Om niet af te wachten, maar te handelen.’ Voor de continuïteit van de individuele bureaus en voor een sterke en gezonde branche.

21


ARTIKEL

22

BNABLAD #10/09


ARTIKEL

Een jaar crisis Door tijdelijke contracten niet te verlengen en medewerkers uit te lenen aan collegabureaus, hoopten veel architectenbureaus gedwongen ontslagen te voorkomen. Maar het einde van de crisis is nog niet in zicht. ––

Tekst Miloe van Beek Beeld StockXpert

86% van de architectenbureaus ervaart de gevolgen van de economische crisis. Bijna de helft hiervan vreest zelfs voor het voortbestaan van het bureau. Na het vertrek van tijdelijke medewerkers, moeten veel bureaus nu ook vast personeel ontslaan. Het gaat daarbij het vaakst om bouwkundig tekenaars, gevolgd door architect-medewerkers en projectleiders, zo blijkt uit de derde crisisenquête van de BNA. Volgens Kaspar Zinsmeister, directeur eigenaar van het Delftse architectenbureau HDZ, proberen veel bureaus allrounders te behouden. ‘Je moet met minder mensen meer taken verrichten, dus je hebt medewerkers nodig die verschillende vaardigheden bezitten.’ Bij HDZ voelden ze in september 2008 voor het eerst dat het werk terug liep. Van de twaalf oorspronkelijke medewerkers zijn er nu nog acht over. Twee van hen gingen uit zichzelf weg, gedeeltelijk wel veroorzaakt door de crisis, HDZ kon hen onvoldoende uitdagend werk bieden. Twee anderen werden uitgeleend aan grotere collega-bureaus. Voor een van hen leek dit een nieuwe stap in zijn carrière te worden. ‘Hij wilde tijdens de uitleenperiode solliciteren op een baan die bij het bureau vrij kwam. Wij vonden het prima want hadden nog onvoldoende werk voor hem. Hij nam ontslag bij ons en kreeg de baan’, vertelt Zinsmeister. Helaas was het van korte duur: zijn jaarcontract is per 1 november niet verlengd.

‘Het erg leuke team dat we hadden, wordt steeds kleiner’ Deeltijd-WW Het crisisleed zit vooral in de tijdelijke contracten, meent Zinsmeister. ‘Het vaste personeel blijft, het is ingewikkeld om voor hen een ontslagprocedure in gang te zetten. Ik heb gelukkig hele goede vaste medewerkers, maar kan me voorstellen dat het soms niet de mensen zijn die je wilt behouden in crisistijden.’ Zo zorgt het gedwongen vertrek van alle zeven tijdelijke contractanten begin 2009 bij het Amsterdamse architectenbureau Rijnboutt voor scheve verhoudingen. ‘Ik werk graag met een divers team dat een mix van kwaliteiten heeft. Nieuwe instromers zijn belangrijk want vaak jong en vernieuwend. Ik heb zeven goede medewerkers moeten laten gaan’, zegt algemeen directeur Renée Liefting. Omdat midden 2009 bleek dat de crisis steeds harder toesloeg, besloot ze voor de overige dertig medewerkers de deeltijd-WW

BNABLAD #10/09

in te zetten. ‘De keuze was contracten ontbinden of deze regeling toepassen als tijdelijke overbrugging van een zware periode. Zo konden we de gevolgen van de crisis gezamenlijk dragen in plaats van een paar individuen ervoor op lte aten draaien. Met de deeltijd-WW behouden we bovendien de capaciteit en kwaliteit van het team.’ Bij Rijnboutt werken alle medewerkers nu minder: minimaal twintig procent, maximaal vijftig procent. De opzet en gedachte achter de deeltijd-WW vindt Liefting goed, maar aan de uitvoering schort het een en ander. ‘Veel praktische zaken zijn onduidelijk, hoe zit het met vakantiedagen? In hoeverre gaat de deeltijd-WW ten koste van het recht op volledige WW wanneer je je baan verliest? Deze vragen zorgden voor veel onzekerheid bij het personeel.’

Opdringerigheid Het is een extreem moeilijke tijd, vinden Liefting en Zinsmeister die beiden al twintig jaar in het vak zitten. ‘Jarenlang hebben we met z’n allen iets opgebouwd, we hebben geïnvesteerd in medewerkers die we nu noodgedwongen moeten laten gaan’, zegt Liefting. ‘Het erg leuke team dat we hadden, wordt steeds kleiner’, zegt ook Zinsmeister. Het einde is helaas nog niet in zicht, langlopende opdrachten worden onderbroken en er komt weinig nieuws bij. Zinsmeister: ‘Het is heel moeilijk vooruit plannen. Toezeggingen zijn vaag en onzeker. We kijken nog maar maximaal zes weken vooruit, maar het werk kan wekelijks of zelfs dagelijks wijzigen.’ Liefting doet wel actiever aan acquisitie, maar kent haar grenzen. ‘Ik hoor van opdrachtgevers dat ze gek worden van alle architecten die met hen uit eten willen. Ik denk dat je moet oppassen voor opdringerigheid in deze tijden.’ HDZ is vooral actiever geworden in het meedoen aan Europese aanbestedingen. ‘Helaas is dat nauwelijks succesvol vanwege de grote concurrentie. Dat zorgt er ook voor dat de honoraria zwaar onder druk staan.’ HSZ en Rijnboutt proberen er niet aan mee te doen. ‘We krijgen steeds vaker de vraag of we een klus voor een extreem laag honorarium of zelfs voor niets willen doen. Ik vind dat niet goed en we kunnen het ons ook niet veroorloven, de salarissen en bureaukosten lopen gewoon door’, meent Liefting. Als deze crisis nog lang aanhoudt, sluit Liefting gedwongen ontslagen niet uit. Bij HDZ moeten ze binnenkort waarschijnlijk de eerste vaste medewerker ontslaan. Voor een uitgeleende medewerker is geen werk meer bij het bureau waar hij tijdelijk terecht kon. Zinsmeister is druk aan het bellen met collega’s die hem misschien kunnen gebruiken. ‘Mocht dit niet lukken, dan zal ik met pijn in mijn hart een ontslagprocedure moeten starten.’

23


DOSSIER

■dossier Netwerken

Onderwerpen uit de dagelijkse praktijk van de architect worden in een uitgebreid dossier van alle kanten belicht.

Een netwerk in stand houden Een netwerk vergt onderhoud. Het is zelfs een conditio sine qua non, want zonder onderhoud verdwijnt het netwerk simpelweg. Dat betekent in de praktijk dat je met een zekere regelmaat bijeenkomsten dient te bezoeken, of het nu gaat om een simpele borrel of een vergadering van de plaatselijke rotary of de beroepsvereniging. Beperk je overigens niet tot de standaardbijeenkomsten waar altijd dezelfde mensen komen. Zorg zelf voor een frisse wind door ook op zoek te gaan naar nieuwe netwerken. Het kan uiteraard ook helemaal geen kwaad om zo nu en dan zelf iets te organiseren voor de relaties. Bovenal geldt: laat je op gezette tijden zien, laat op gezette tijden iets van je horen. Het liefst op een beetje creatieve wijze. Stuur met de feestdagen vuurwerk voor op het dessert, of in plaats van een kerstkaart een lentekaart. Laat het mensen weten als je net een nieuwe opdracht hebt gekregen, of als je net een project (succesvol) hebt afgerond. Voor kleine bureaus die tijdens de zomer enkele weken dicht gaan, kan een aankondiging van een vakantiesluiting ook al dienen als netwerkprikkel. Kortom, (bijna) alles is goed – en in ieder geval beter dan niets.

Netwerken is een kwestie van doen In tijden van crisis kan het van groot belang zijn: netwerken. Want hoe meer mensen je kent – en hoe meer mensen jou kennen – hoe groter de kans dat een relatiekring werk oplevert. Maar hoe doe je dat effectief, netwerken?

–– Tekst Marc Mijer, m.m.v. Aad Dekker

Een gemiddeld mens kent minstens vijftig mensen. En die kennen ieder weer vijftig andere mensen. Zo bezien vormen de eigen familieleden, vrienden, kennissen, collega’s en relaties een brug naar een enorme hoeveelheid nieuwe contacten. Het benutten van dit sociale kapitaal heet netwerken; contact onderhouden met wie je kent en via deze ‘eerste kring’ in contact komen met de volgende kringen. Ook voor architecten is dit belangrijk. Op de wind van gisteren kun je vandaag niet zeilen. Dat maakt de economische crisis pijnlijk duidelijk. Bestaande en nieuwe contacten kunnen leiden tot nieuw werk, en verdienen daarom alle aandacht.

‘Kom jij hier vaker?’ Hoe voer je een goed netwerkgesprek? Een eerste contact leg je vaak met het stellen van een vraag. Dat hoeft het obligate niveau (‘waar ken jij de gastheer van?’) niet te ontstijgen, zolang er maar echt contact ontstaat. Luister daarbij goed naar de ander en laat dat ook blijken. Vat samen wat de gesprekspartner zegt, ga er dieper op in. Zo kan al snel een soort vertrouwensband ontstaan. Iets van jezelf laten zien, draagt daar ook aan bij. Vertel over je drijfveren, je motivaties, je gevoelens. Vertel over een tentoonstelling waar je geweest bent en waarom je het daar geziene werk mooi vindt.

Concreet Zodra het gesprek een zakelijke wending neemt, dien je duidelijk te maken wat je voor iemand kunt betekenen. Wees daarin niet te abstract. Benoem heel concreet wat je doet, voor wie je dat doet (of zou willen doen) en wat het opdrachtgevers oplevert als ze met jou werken. Wees je daarbij steeds bewust van het effect dat jouw communicatie op de ander heeft. Vraag of hij datgene wat jij vertelt interessant vindt. Dat bevordert de wederkerigheid. Een goed netwerkgesprek is geen monoloog, maar een dialoog. Als het gesprek goed verloopt, is het belangrijk om niet te bescheiden zijn. Vraag, als dat zinvol kan zijn, om een volgend contact of wissel in ieder geval naam- en adresgegevens uit.

Gewoon doen Iemand met een gemakkelijke babbel legt sneller contact dan verlegen of beschroomde mensen. Toch kunnen ook deze laatsten eventuele, vaak zelf opgeworpen blokkades doorbreken. Benader het rationeel. Contact leggen is een vorm van gedrag, en dat wordt aangestuurd door een denkproces. Denk niet voor anderen door te verzinnen wat zij er op tegen zouden kunnen hebben als jij hen aanspreekt. Buig gedachten als ‘ik kan toch niet zomaar op hem/haar af stappen’ om in ‘waarom niet?’. Netwerken is een kwestie van gewoon doen. Het oer-Hollandse gezegde ‘nee heb je, ja kun je krijgen’ is voor 100% van toepassing.

De BNA Academie organiseerde in november een cursus Netwerken. Deze wordt opnieuw gegeven op 3 februari 2010 in Amersfoort. Zie voor meer informatie en inschrijven: www.bna-academie.nl.

24

BNABLAD #10/09


DOSSIER

dossier■ Netwerken

De 6 eigenschappen van een goede netwerker

1

4

Genereus

De goede netwerker staat op een relativerende manier in het leven. Hij heeft respect voor anderen, maar is niet gauw teveel onder de indruk. ‘Vandaag staat je hoofd in de krant, morgen verpakken ze de vis erin’. De goede netwerker is vrij in zijn hoofd en weet eventuele schroom met betrekking tot het leggen van contacten van zich af te werpen. Hij weet maar al te goed dat alles beter lukt als je los bent.

Interesse

5

Netwerken loopt vaak over in acquireren. Maar het is iets anders dan om je heen graaien om zo snel mogelijk nieuwe opdrachten binnen te hengelen. Netwerken is niet zozeer een kwestie van nemen, maar van geven. Wees genereus en onvoorwaardelijk in het tonen van interesse. Doe, als het zo uitkomt, iets voor de ander. De ervaring leert dat de beweging die daarmee wordt ingezet, vroeg of laat weer bij je terugkomt.

2

Spreek de taal van de ander

Los/vrij

Het is bij netwerken belangrijk om vragen te stellen. Daarmee toon je interesse en kom je ook meer te weten over de ander. Bovendien ontstaat op die manier een echt gesprek, waarin ruimte is voor daadwerkelijk met elkaar communiceren. Het belang daarvan is niet te onderschatten. Want communicatie is in feite niets anders dan voorzien in de menselijke behoefte aan aandacht, warmte, steun en waardering. Interesse tonen betekent ook: goed luisteren. Daarmee vang je signalen op die de ander afgeeft. Misschien geeft hij tussen neus en lippen door wel aan dat hij op zoek is naar een architect, maar wil hij daarin niet te gretig lijken. Netwerken is dus ook een kwestie van goed opletten. Besef dat geen enkele zakelijke relatie puur zakelijk is. De menselijke factor speelt altijd een rol en kan doorslaggevend zijn als het verlenen van een opdracht mede een kwestie van ‘gunnen’ is.

Dit is vrij letterlijk bedoeld, als een gesprekstechniek. Gebruik dezelfde woorden die de gesprekspartner in de mond neemt. Dat voorkomt misverstanden en vergroot het gevoel op dezelfde golflengte te zitten. Hanteert de ander termen die je niet begrijpt, vraag dan vooral wat hij daar precies mee bedoelt.

6

3

Complimenteus Deze eigenschap speelt vooral een rol bij het netwerken met bestaande relaties. Als een contact je een opdracht bezorgt, of iets anders voor je doet, is het belangrijk om daar je waardering voor uit te spreken. Neem niet teveel als vanzelfsprekend aan. Geef de ander een compliment voor zijn inspanning. Zeg gerust dankjewel. Dat stelt vrijwel iedereen op prijs.

BNABLAD #10/09

Doelgerichtheid Hoe belangrijk het ook is om een gesprek ontspannen te laten verlopen, het is even belangrijk om doelgericht en duidelijk te zijn. Het gaat om hard met een ‘d’ en hart met een ‘t’. Met dat laatste bouw je een daadwerkelijke relatie op. Maar contacten hebben ook een ‘harde’ kant, waarin resultaatgericht gecommuniceerd moet worden. Als het gesprek een zakelijk karakter heeft, zijn vaagheden ongewenst. Als de ander een potentiële klant is, zorg er dan voor dat hij duidelijk vertelt wat zijn probleem is. En leg hem even duidelijk uit waarom juist jij dat voor hem kan oplossen.

Netwerken in kaart brengen Pak pen en papier en teken jezelf in het midden, met daar om heen in clusters de mensen en organisaties die je kent en wil kennen. Detailleer dat verder uit, zodat je precies in kaart krijgt waar je de aandacht op zou moeten richten. Stel prioriteiten: wie ga je wel en wie juist niet benaderen? Denk ook aan digitale netwerken, zoals LinkedIn, Hyves en Facebook. Het zijn kanalen waarop je je kunt profileren en contacten kunt maken. Specifiek voor architecten zijn natuurlijk bijeenkomsten van de BNA van belang; vooral als je contact zoekt met collega’s om ervaringen uit wisselen, over goede aannemers en leveranciers wil horen, personeel wil uit- of inlenen, samenwerking zoekt, enzovoort. Wie wil netwerken om heel concreet aan opdrachten te komen, moet naar bijeenkomsten waar opdrachtgevers komen. Voor de scholenbouwarchitect zijn bijvoorbeeld symposia en congressen over onderwijsvernieuwing interessant, of workshops over scholenbouw. Wie het van lokale opdrachten moet hebben, kan zich richten op plaatselijke netwerken zoals het verenigingsleven en lokale ondernemersclubs. In alle marktsegmenten geldt: nestel je in het netwerk van de beslissers. In zijn algemeenheid geldt voor netwerken dat marktpotentie leidend kan zijn, maar niet al te dominant moet zijn. Dan ontstaat namelijk het risico dat je nieuwe bruggen op voorhand afsluit.

25


rubriek

■opinie

Zoveel mensen, zoveel meningen. In deze rubriek komen verschillende mensen aan het woord over een speciaal onderwerp.

Wie toetst het best? De gecertificeerde bouwbesluittoets moet een alternatief bieden voor de traditionele bouwplantoets door gemeente. Dit zou leiden tot minder faalkosten en een snellere afhandeling. En de verantwoordelijkheid ligt weer bij de architect. Of lag hij daar al?

–– Tekst Willemijn de Jonge

‘Indiening onder certificaat betekent al snel een tijdwinst van zes weken’ Mark Kranenbarg, coördinator ontwerpgroep bij Jorissen Simonetti Architecten ‘In 2008 zijn we begonnen ons te verdiepen in de certificering. Wij profileren ons graag als een integraal werkend architectenbureau. Gecertificeerde bouwplantoetsing sluit hier prima op aan. Vorig jaar hebben we een pilot gedaan waarbij we samen met een reeds gecertificeerd adviesbureau een bouwaanvraag onder certificaat hebben ingediend voor een verpleeghuis in Hengelo (Ov). Dat was niet alleen een leerproces voor ons, maar ook voor de gemeente. Het is zowel ons als de gemeente goed bevallen. Momenteel staat het hele certificeringsproces binnen onze organisatie op een laag pitje, omdat de besluitvorming hierover in Den Haag voortdurend wordt uitgesteld. We hebben intern al heel veel voorbereid, waaronder ons handboek, maar voordat we toetsers gaan opleiden, wachten we eerst af tot de certificering rechtsgeldig wordt. Maar ik ben ervan overtuigd dat private toetsing er gaat komen. Dit levert veel voordelen op. Voor met name de grotere projecten

26

betekent het een enorme kwaliteitsslag, die faalkosten aanzienlijk kan reduceren. Je bouwt een kwaliteitsdocument op waarin je het ontwerp in elke fase toetst aan het Bouwbesluit. Een dynamisch document dat uiteindelijk wordt gebruikt voor de bouwaanvraag en tevens dienst kan doen als naslagwerk voor de toezichthouders op de bouw. Indiening onder certificaat betekent al snel een tijdwinst van zo’n zes weken. De gemeente hoeft zelf de technische toets niet meer uit te voeren. Voor kleinere bouwwerken, zoals een woning of dakkapel is het niet lucratief om een gecertificeerde bouwaanvraag in te dienen. In relatie tot de omvang van het bouwwerk kost het relatief veel inspanning en geld om zo’n document aan te leggen. Dus ik zou de toetsing door de gemeente niet helemaal willen afschaffen.’

‘Laat de bouwplantoetsing gewoon bij de gemeente’

ver zijn dat ze hun eigen vlees kunnen keuren. Het basisprincipe van certificering, namelijk dat er al iemand mee kijkt voordat de aanvraag wordt ingediend, vind ik goed. Daar wordt werk over het algemeen beter van. Maar de gedachtegang dat hierdoor de faalkosten aanzienlijk worden teruggebracht, vind ik vreemd. Architecten hadden er toch al lang voor moeten zorgen dat hun werk in orde was? Dat is toch altijd al hun verantwoordelijkheid geweest? Het baart me zorgen dat bouwtoezicht er vaak nog zoveel fouten uithaalt en dat architecten dat nu met certificering zelf denken te kunnen oplossen. Wij hebben meegedaan aan een pilot waarbij bureaus onder certificaat een aanvraag indienden. Dat zag er goed uit, maar op het gebied van constructies zaten er nog wel een aantal onduidelijkheden in. Het valt kennelijk niet mee je aan het boekje te houden. Als je de gemeentelijke preventieve toets afschaft, komt er vanzelf meer nadruk op bouwtoezicht achteraf. Dan worden huizen straks afgekeurd terwijl ze al gebouwd worden. Dat lijkt me niet goed. En het is maar de vraag of de architect dit goedkoper kan dan wij. Mijn ervaring zegt me van niet. Ik denk dat het duurder wordt en dat de burger daar nog wel eens de dupe van zou kunnen worden. Dus ik ben van mening dat ze de bouwplantoetsing gewoon bij ons moeten laten. De gemeente is een onafhankelijke partij, wat de integriteit waarborgt. Natuurlijk zijn er nog wel wat verbeterslagen maken, maar ik denk wel dat wij de juiste expertise in huis hebben om dit werk goed te doen.’

Bert Winkel, adviseur constructieve veiligheid bij de gemeente Hengelo ‘Ik denk dat de marktpartijen nog niet zo

BNABLAD #10/09


rubriek

weg te toetsen aan het Bouwbesluit, steekt alles al een stuk beter in elkaar tegen de tijd dat je de aanvraag doet. De faalkosten nemen drastisch af; het is echt een kwaliteitsslag. Dat dit leidt tot meer verantwoordelijkheid voor de architect is alleen maar goed. Die verantwoordelijkheid lag overigens niet bij de gemeente maar bij de opdrachtgever, dus die was al privaat. Bovendien is het logisch om de architect aan te spreken op fouten in de bouwvoorbereiding, voor die verantwoordelijkheid moet je niet weglopen. Als het aan mij ligt, gaan we nog een stap verder naar gecertificeerd toezicht op de bouw zelf.’

‘Trek die markt naar je toe als architect’ Joop Petit, architect/partner bij SATIJNplus Architecten ‘We waren in 2007 het eerste en zijn nog steeds het enige architectenbureau dat gecertificeerd is. Toen bleek dat de toetsing geprivatiseerd zou worden, dachten wij: daar moeten we bij zijn. Want als wij het niet doen, doet iemand anders het en dan zijn we wéér een stuk van ons gezag als architect kwijt. Als wij dat als BNA-architecten nou eens met zijn allen oppakken in plaats van het over te laten aan de grotere ingenieursbureaus, dan krijgen we weer een wat prominentere rol in het proces. Het grootste probleem bij de bouwvoorbereiding is het verkrijgen van de vergunningen. Trek die markt naar je toe, zorg dat dit de expertise van de architect wordt. De BNA zou kunnen regelen dat de grotere BNA-bureaus de toets doen voor de kleinere bureaus. En het inzetten als een soort extra kwaliteitskeurmerk. Het is jammer dat de regelgeving hieromtrent zo verschrikkelijk langzaam van de grond komt, want het is heel zinnig om zelf te gaan toetsen. Door je ontwerp gaande-

BNABLAD #10/09

‘De architect is vaak deskundiger dan de ambtenaar’

wordt ingezet om een project te vertragen wegens te veel werkdruk. Het is de vraag of je de architect nu zijn eigen vlees moet laten keuren. Op zich is de architect vaak veel deskundiger dan de ambtenaar, dus dat komt de kwaliteit ten goede. Maar er zijn ook bezwaren te bedenken. Veel kleine bureaus zullen die certificering niet zelf kunnen regelen. Die moeten dat dan laten doen door een gespecialiseerd adviesbureau. Maar daarmee hol je het vak mijns inziens nog verder uit: alweer een onderdeel dat wordt overgenomen door een adviesbureau. Daarentegen heeft iedereen recht op controle, zoals mijn accountant-schoonvader zei. Plannen varen er wel bij als iemand anders er nog eens naar kijkt. Ik kan me bijvoorbeeld voorstellen dat wij plannen van anderen zouden toetsen aan het Bouwbesluit, dat lijkt me een goede objectieve variant. En je legt niet álle verantwoordelijkheid bij één partij met alle risico’s van dien. Ik vind het reëel dat je kunt blijven kiezen voor toetsing door de gemeente of door een privaat bureau. Maar eerlijk gezegd vind ik dit nou niet het grootste discussiepunt van dit moment. De meeste bureaus zijn gehalveerd of veel erger nog, de spanning op de markt loopt hoog op. Ik vind dat de BNA daar wel wat harder over aan de bel mag trekken.’

Maarten Min, partner bij Min2 bouw-kunst ‘Ik heb niet een heel sterke voorkeur voor het een of ander. Om te beginnen is het goed dat het Bouwbesluit er is, maar het is wel doorgeschoten met zijn 450 regeltjes. Het is bijna onmogelijk om geen enkel foutje te maken, een ijverige ambtenaar vindt altijd wel wat. Ik heb het gevoel dat dat soms bewust

27


28


ARTIKEL

Meer flexibiliteit voor bureaus

‘Een moderne cao bouw je samen’: onder dat motto kunnen zowel werkgevers als werknemers op www.architectenplatform.nl meepraten over de vernieuwing van de cao. Wat moet daar instaan over (bijvoorbeeld) scholing, overwerk en de beloningsstructuur? De BNA pleit voor meer flexibiliteit op bureauniveau. ––

Tekst Anka van Voorthuijsen Beeld Formalism

‘Als je als branche creatief en innovatief wil zijn, en dat wil de architectenbranche, dan hoort daar ook een eigentijdse cao bij.’ Dat vindt Leo Zuidweg, voorzitter van de cao-delegatie die namens de werkgevers binnen de BNA onderhandelt met de werknemersorganisaties (De Unie, CNV Dienstenbond en FNV Bondgenoten). De BNA vindt het belangrijk om de mening van de leden in een vroeg stadium te horen: ‘Daarvoor is de interactieve site www.architectenplatform.nl gemaakt. Daar kunnen we met elkaar in discussie.’ De huidige cao is verouderd, vindt de BNA: niet alleen in z’n verschijningsvorm (een boekje), maar ook, belangrijker, qua inhoud. De herkomst van sommige artikelen is sowieso niet meer te herleiden, omdat de teksten een cumulatie van jarenlange modificaties en aanvullingen zijn. De inhoud is aan modernisering toe, vinden de werkgevers. Zuidweg noemt als voorbeeld de tabel met overwerktoeslagen zoals die in de huidige cao is te vinden. ‘Maatschappelijke opvattingen over wat normale werktijden zijn, veranderen. Het is de kunst om te komen tot flexibiliteit in afspraken. Voor de werkgever als het aanbod van het werk daar om vraagt en voor de werknemer in relatie tot de privésituatie. Daarbij past geen tabel met percentages voor overwerktoeslagen.’ In een moderne cao voor een branche waarin goed opgeleide professionals werken, hoort tegenwoordig een paragraaf over employability thuis, vindt Zuidweg: ‘Als werkgevers moeten we daar meer in investeren. Omgekeerd moet dan ook de vrijblijvendheid eruit. Dan zijn werknemers wat ons betreft ook verplicht om hun kennis up to date te houden en zich te scholen, dat hoort erbij als je werkt in zo’n kennisintensieve branche.’ Over de hele linie vindt de BNA namens de werkgevers dat de nieuwe cao minder rigide moet zijn. De BNA pleit voor meer flexibiliteit. Leo Zuidweg: ‘Er kan meer op bureauniveau geregeld worden.’ De cao zou meer als vangnet en kader moeten dienen, vinden de werkgevers: ‘Op bureauniveau kunnen zaken in goed overleg met de or of personeelsvertegenwoordiging worden vastgelegd.’ De BNA wil de vele kleine bureaus wel ondersteunen met uitgewerkte voorbeeldregelingen. Dat zou kunnen door te werken met standaard- en keuzebepalingen. Dat geldt wat de BNA betreft bijvoorbeeld ook voor wat er in de cao komt te staan op het gebied van beloningen. ‘De jaarlijkse periodiek wordt nu (bijna) automatisch toegekend. Wij willen meer prikkels inbouwen, door bedrijven de keuzemogelijkheid te geven hierin te differentiëren. Dat kan heel goed binnen de kaders van een op cao-niveau vastgestelde functie- en salarisstructuur. Op

BNABLAD #10/09

ondernemingsniveau vraagt het wel om een transparant beoordelingssysteem.’ Maar het geldt ook voor regelingen omtrent parttime werken en het opnemen van vakantie- en verlofdagen: ‘Als je praat over een professionele en volwassen arbeidsrelatie is het niet van deze tijd om dat soort zaken in een cao echt vast te willen leggen voor een hele branche. Dan kan goed per onderneming.’

Iedereen kan meepraten over modernisering cao op www.architectenplatform.nl Willem Jan Boot (FNV Bondgenoten), vindt de cao niet echt verouderd, zegt hij. ‘Het is een basis-cao zoals er nog heel veel zijn. Maar voor zo’n innovatieve branche als de architectuur is die basis inderdaad niet erg creatief. Er gaat weinig impuls van uit.’ Ook de FNV vindt dat het voor de hand ligt om op het gebied van employability meer te regelen in de nieuwe cao, betoogt hij. ‘De branche is natuurlijk heel divers. Bij een paar grote kantoren is er wel aandacht voor p&o-beleid, maar bij veel kleinere bureaus niet.’ Architecten komen vaak een bureau binnen als ze nog geen 25 jaar zijn, ‘dan wil je ze toekomst in de branche geven. Zorgen dat ze zich kunnen ontwikkelen, zodat ze gemotiveerd blijven.’ Een puntje dat wat de FNV betreft wel wat aandacht verdient is – het wettelijk vastgelegde – recht op parttime werken. ‘Daar moet denk ik wel wat over in de cao. Voor individuen die van dat recht gebruik willen maken valt dat nu vaak niet mee, die kunnen steun hebben aan de nieuwe cao om dat wettelijk recht te halen.’ Hij constateert een groot verschil in de beleving tussen werkgevers en werknemers als het om eventueel bovenmatige werkdruk gaat. ‘Een groot gedeelte van de werknemers zegt die zeer regelmatig te voelen. Volgens werkgevers komt het ‘weleens’ voor. Dat belevingsverschil, daar moeten we wel over praten.’ De manier waarop de cao-partners werknemers en werkgevers via een site gaan raadplegen, noemt hij ‘vernieuwend’. Willem Jan Boot: ‘Bij mijn weten is het op deze manier nog nooit gedaan. De BNA consulteert de werkgevers, wij de werknemers. Dat leidt hopelijk tot een cao die als een maatpak past.’ Boot heeft er vertrouwen in dat beide partijen ‘heel goed kunnen aangeven wat ze willen’. Nadat er overeenstemming is bereikt over de inhoudelijke modernisering van de cao, gaan beide partijen met de salarisafspraken aan de slag. Voor de zomer van 2010 moet er een nieuwe cao liggen, vinden zowel werkgevers als werknemers.

29


rubriek

Bureau berichten

Meyer en Van Schooten Architecten en de Torenflat langs de A28 in Zeist van Frowijn de Roos Architecten.

Beeld Sluseholmen, Kopenhagen. Ontwerp en foto: Soeters Van Eldonk architecten Beeld Timorplein, Amsterdam (1998). Ontwerp en foto: Herman Zeinstra

Architect Herman Zeinstra, mede-oprichter van Atelier Zeinstra van der Pol dat twee jaar geleden overging in Dok architecten, heeft de Oeuvreprijs 2009 van het Fonds BKVB ontvangen. De jury zei over de laureaat: ‘Het oeuvre van Herman Zeinstra blijft voortdurend in ontwikkeling, omdat hij bij elke opgave weer vanaf het nulpunt begint in zijn streven naar de meest heldere oplossing. Ook zijn eerste ontwerpen uit de jaren ’70 hebben niets aan actualiteit verloren.’

Het project Sluseholmen in Kopenhagen, ontworpen door Soeters Van Eldonk architecten, heeft de Deense Byplanprisen 2009 gewonnen. Het project, de eerste fase van een nieuwe grachtenstad waarbij het zuidelijke havengebied getransformeerd wordt tot woongebied, kreeg de prijs voor zijn goede verhoudingen en menselijke schaal. Byplanprisen wordt jaarlijks door het Deense Stedenbouwlaboratorium en de Deense Bond van Architecten uitgereikt aan een gemeente, een provincie of een organisatie voor hun bijzondere inzet om goede stedelijke milieus en landschappen te ontwikkelen.

Siebren Baars is gestart als senior architect bij Architecten aan de Maas. Als voormalig partner van de Grunstra Architecten Groep en architect bij Bureau Bonnema heeft hij ruime ervaring in de segmenten scholenbouw, multifunctionele centra en gezondheidszorg, en is zo een waardevolle aanvulling op het team van Architecten aan de Maas.

Op 29 oktober jl. opende in het ABC Architectuurcentrum in Haarlem de tentoonstelling Panorama, aTA / architectuurcentrale Thijs Asselbergs. De tentoonstelling, die nog tot en met 17 oktober 2010 te zien is, geeft een overzicht van werken van de architectuurcentrale en een doorkijkje in andere activiteiten van Thijs Asselbergs.

Na ruim veertig jaar als architect werkzaam te zijn geweest en na toekenning aan cepezed van de hoogste onderscheiding van de BNA, de Kubus, heeft cepezeds medeoprichter Michiel Cohen zich als partner uit het bureau teruggetrokken om zich op andere bezigheden te richten.

In okober is bekendgemaakt dat Las Palmas in Rotterdam van Benthem Crouwel Architekten de winnaar is van de Benelux Aluminium in Renovatie Award 2009. Een speciale prijs voor Energy Efficiency was er voor het gerenoveerde Ministerie van Financiën in Den Haag van

30

The Red Apple van KCAP Architects&Planners is tijdens de Expo Real in München de ‘Dutch Architecture Award 2009’ toegekend. De jury van de prijs, die georganiseerd wordt door Stichting Holland Property Plaza, t koos unaniem voor het project: ‘The Red Apple overtuigde de jury door zijn gevarieerd concept en de manier waarop het gebouw in de omgeving is geïntegreerd.’ In oktober is het boek Een TBS kliniek in de polder, over de Oostvaarderskliniek in Almere van Studio M10, verschenen. In deze publicatie wordt het complex op zijn architectonische uitgangspunten en verdiensten onderzocht en geplaatst in het perspectief van de zorg voor psychiatrische delinquenten. Het project werd eerder jaar uitgeroepen tot BNA Gebouw van het Jaar 2009. De Delftse dependance van de Haagse Hogeschool, een ontwerp van Royal Haskoning architecten, is de winnaar van de Nationale Energie Toekomst-Trofee 2009. Deze prijs is bestemd voor het beste initiatief op het gebied van energiezuinig wonen en werken in Nederland. De jury prijst vooral de wijze waarop de onderwijsfilosofie van de Haagse Hogeschool in dit project is vertaald en geïntegreerd met maatschappelijke doelen.

Bureaubericht? E-mail naar redactie@bna.nl

CORRECTIES EN AANVULLINGEN In BNA Blad #09/09 zijn per abuis verkeerde fotografen genoemd bij twee foto’s. De foto van verpleeghuis Wissehaege van IAA architecten op pagina 20 is gemaakt door Jolanda Gersen. De foto van het Country Cottage in Norg van Daad Architecten op pagina 23 is gemaakt door Marianne Berkhoff.

BNABLAD #10/09


rubriek

Nieuwe oogst

Rogier Groeneveld (37, TU Delft 2002) is per 1 oktober 2009 zelfstandig architect bij Mens als Maat in Amsterdam. Daarvoor werkte hij als senior architect-projectleider bij BFW architectuur in Wormerveer. Wouter Thijssen (43, TU/e 1992) is sinds 2003 in dienst van Meyer en Van Schooten Architecten in Amsterdam. Mirre Kokkeler (26, TU Delft 2008) is sinds 2009 werkzaam bij Ajilon Engineering in Enter. Voorheen werkte ze bij Het Oversticht in Zwolle als basisadviseur welstand en werken.

Rogier Groeneveld

Student-leden Ruben Wennekers (23) is 6e jaarsstudent aan de TU Delft, met studierichting Stedenbouw en architectuur.

Mirre Kokkeler

COLOFON BNA Blad #10, derde jaargang, december 2009 Uitgever Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten BNA, Postbus 19606, 1000 GP Amsterdam, T 020 555 36 66, E redactie@bna.nl, I www.bna.nl. BNA Blad verschijnt tien keer per jaar (oplage 4.500) Advertenties Springer Uitgeverij, Postbus 246, 3990 AG Houten, T 030 638 37 32. E frank.vanderwalt@springeruitgeverij.nl. Adreswijzigingen administratie@bna.nl Druk Drukkerij Ten Brink Redactie Inge Pit (hoofdredactie), Carla Roos, (bladcoĂśrdinatie), Natascha Beets (beeldredactie), Femke Rasenberg, Wilma Jansen Redactiecommissie Michiel Cohen, Maarten Engelman, Sander Mirck Basisontwerp Thonik, Amsterdam Vormgeving Formalism, Amsterdam Beeld omslag Didden Village, Rotterdam. Ontwerp: MVRDV. Foto: Rob ‘t Hart. Tekst Uitvergroot Willemijn de Jonge Foto column Ineke Oostveen ISSN 1874-2696

Ruben Wennekers

Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de BNA geheel of gedeeltelijk worden overgenomen. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die onjuist of onvolledig is opgenomen, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid.

BNABLAD #10/09

31


rubriek

Schrijf nu in voor het aanbod van de komende maanden

Het Gebruiksbesluit toegepast in de woonzorg en gezondheidszorg Maak de juiste keuzes Het Gebruiksbesluit maakt onderscheid tussen diverse woonvormen voor zorg en de functie gezondheidszorg. Hoe maak je de juiste keuzes voor brandbeveiliging en bouwkundige voorzieningen? De training geeft handvatten bij het maken van die keuzes. Wanneer en waar 14 december 2009, Maarssen Tijdstip 13.30 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 295. Anderen: € 345

Rekenen aan brandveiligheid Ook voor projectleiders en tekenaars U leert rekenen aan brandveiligheid. Aan de orde komen onderwerpen als vuistregels voor veilige afstanden, rekenprogramma’s voor brandoverslag en berekeningen voor doorstroom- en opvangcapaciteit. Wanneer en waar 27 januari 2010, Maarssen Tijdstip 9.00 – 16.30 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 545. Anderen: € 645

Tijdmanagement & productief werken Verhoog uw productiviteit met 20% Uw tijd handiger indelen, interrupties managen en uw energie beter gebruiken. Het scheelt het veel onnodige stress. Deze praktische training wordt afgerond met een persoonlijk, concreet actieplan om effectiever en efficiënter te werken Wanneer en waar 28 januari 2010, Amsterdam Tijdstip 9.30 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 345. Anderen: € 495

NIEUW Planmatig schrijven Sneller, gemakkelijker en beter schrijven

32

In de training krijgt u hulpmiddelen en werkwijzen aangereikt om betere teksten te schrijven, in minder tijd en met minder moeite. De principes zijn toepasbaar op het schrijfwerk in de dagelijkse architectenpraktijk zoals e-mails, rapporten, offertes en presentaties. In korte schrijfoefeningen brengt u de theorie meteen in de praktijk. Wanneer en waar 2 februari 2010, Amsterdam Tijdstip 9.30 – 17.30 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 245. Anderen: € 395

NIEUW Netwerken Een brug slaan naar mensen die u niet kent Zonder netwerken kan een architectenbureau niet of nauwelijks bestaan. Ondernemen is mensenwerk en betekent actief op zoek gaan naar belangrijke contacten voor nu en de (nabije) toekomst. Netwerken is daarbij onmisbaar. Wanneer en waar 3 februari 2010, Amersfoort Tijdstip 14.30 – 18.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 95. Anderen: € 145

Wabo voor architecten Leer omgaan met de nieuwe omgevingsvergunning In deze eendaagse cursus komen aan de orde: een introductie op de Wabo, de relatie met andere wetswijzigingen, de juridische en organisatorische consequenties en een praktijkcasus. Wanneer en waar 11 februari 2010 in Arnhem Tijdstip 10.00 - 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 295. Anderen: € 445

Praktijktoepassing Bouwbesluit voor architecten Ook voor projectleiders en tekenaars Tweedaagse cursus over werken met het Bouwbesluit met praktische informatie over de structuur van het Bouwbesluit, aansturings-

tabellen, verschil tussen nieuwbouw en verbouwing, bezettingsgraad et cetera. En extra aandacht voor brandveiligheid. Wanneer en waar 4 en 11 februari 2010, Zwolle Tijdstip 9.00 – 16.30 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 745. Anderen: € 925

Projectmanagement op architectenbureaus De basisprincipes van projectmatig werken In de training worden de basisprincipes van projectmanagement behandeld en geoefend in casussen uit de praktijk van architecten. Behalve over kennis en inzicht in projectmanagement beschikken de deelnemers na de training over een aantal praktisch toepasbare tools. Wanneer en waar 5 februari 2010, Amersfoort Tijdstip 9.30 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 375. Anderen: € 525

Bureaumanagement Alles over bedrijfsvoering Vierdaagse praktijkcursus over strategie, marketing & beleid, financiën, opdrachten & contracten, medewerkers, en andere aspecten van de bedrijfsvoering, zoals kwaliteitszorg en het ondernemingsplan. Wanneer 1, 8, 15 en 22 maart 2010, midden van het land Tijdstip 10.00 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 995. Anderen: € 1.395

Wanneer en waar 23 maart 2010, Zwolle Tijdstip 9.00 – 16.30 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 545. Anderen: € 645

Ook op het programma van de BNA Academie in de winter van 2010 Meer informatie over deze cursussen en trainingen is te vinden op de website van de BNA Academie.

Acquireren en presenteren Tweedaagse training

Presenteren voor bureaumedewerkers Middag/avond training

NIEUW Sollicitatietraining en netwerken voor medewerkers van architectenbureaus Tweedaagse training

NIEUW Bouw uw managementteam Eendaagse training

NIEUW Kwaliteitszorg voor gevorderden Eendaagse training

Hoe werk ik optimaal met de STB? Workshop van een middag

Ontwerpen van brandcompartimenten, brandscheidingen en vluchtwegen Basiscursus In de cursus worden de brandveiligheidsvoorschriften uitgelegd aan de hand van een voorbeeldenboek. U leert het voorbeeldenboek, dat tot het lesmateriaal behoort, te gebruiken als een handige tool in uw eigen praktijk.

De vermelde prijzen zijn exclusief btw. Voor inschrijven en meer informatie over alle cursussen, zie www.bna-academie.nl. Met vragen kunt u terecht op 020 555 36 31.

BNABLAD #10/09


rubriek

■Het Bureau

Architectenbureaus die zijn gevestigd op een bijzondere locatie.

Tekst Carla Roos Beeld René de Wit

1meter98 Locatie ‘Het Ketelhuis’, voormalig hoofdkantoor voor de gemeentereinigingsdienst (1927) in Utrecht, sinds 1994 herbestemd als creatief bedrijfsverzamelgebouw Zit daar sinds 2008 Projecten o.m. Interieurrestauratie Paushuize in Utrecht, onderhoud en restauratie klooster Het Withof in Etten-Leur en nieuwbouw woonhuis te Heeswijk-Dinther

Bastiaan van de Kraats startte begin 2008 zijn eigen bureau: 1meter98, en maakte zo van zijn lengte zijn handelsmerk. Bij aanvang werkte hij vanuit zijn woonhuis, maar al gauw ontdekte hij dat hij een echte werkplek nodig had. ‘De investering in nieuwe huisvesting zou ik snel genoeg terugverdienen doordat ik me beter zou kunnen concentreren,’ zo redeneerde hij. Via via vond hij een plek in Het Ketelhuis, een voormalige administratiekantoor van de Utrechtse gemeentereiniging uit 1927, ontworpen door gemeentearchitect Planjer. ‘Een gebouw met een roerige geschiedenis,’ aldus Van de Kraats. Nadat het in de oorlog werd gebruikt voor de soepverstrekking en vervolgens is gekraakt en meerdere malen afbrandde, is het begin jaren ’90 herbestemd als creatief bedrijfsverzamelgebouw. Dat er verschillende creatieve bedrijven in het pand zijn gevestigd, spreekt Van de Kraats aan: ‘Ik ben heel erg voor kruisbestuiving en omring me graag met andere creatieve mensen – liefst niet alleen architecten,’ vertelt hij. ‘Ik deel mijn kantoor met een interieurarchitect, grenzend aan mijn ruimte werkt een modeontwerper. Dat werkt voor mij ontzettend stimulerend.’

BNABLAD #10/09

1meter98 is gespecialiseerd in herbestemming en restauratie. Het is dan ook geen toeval dat het bureau in Het Ketelhuis terechtkwam. Van de Kraats: ‘Ik heb bewust gezocht naar een pand dat een tweede leven heeft gekregen. Dit gebouw is een voorbeeld voor mijn eigen projecten, waarin ik altijd het bestaande op de eerste plaats zet. Ik vind het een kunst om met minimale middelen toekomst te geven aan een gebouw. Van Het Ketelhuis is zonder veel poespas een kantoor gemaakt, waarbij het bestaande gebouw intact is gelaten. Het pand is van de ondergang gered, de mooie architectuur is behouden.’ 1meter98 zit voorlopig goed op deze plek, vindt Van de Kraats. ‘Alle medewerkers fietsen naar kantoor, we zitten centraal in het land, hebben een heerlijke, lichte werkruimte en zijn omringd door inspirerende mensen. Ik heb echt het gevoel dat ik de juiste stap heb genomen door mijn bureau hier te vestigen.’

Een bijzondere bureaulocatie? E-mail naar redactie@bna.nl

33


advertentie


advertentie


advertentie


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.