Slash 12 - september 2015

Page 16

16 17

alumni/

De onderwijsvormen die Van de Ven zich herinnert, zijn colleges, instructies en practica. Practica voor Elektro vonden plaats in de E-hoog-laboratoria. Maar de natuurkundepractica zoals lichtproeven en lichtmetingen kreeg hij het Hoofdgebouw.

Mari van de Ven (1945) Afgestudeerd in: 1973 Studie: Elektrotechniek

Tentamens in parochiehuizen Mari van de Ven was Elektrostudent ten tijde van de opening van het Auditorium (27 april 1966). Het in gebruiknemen van dat gebouw maakte een eind aan het ruimtegebrek voor colleges aan de Technische Hogeschool. Elektrostudenten hadden in 1965 colleges in E-hoog en het Paviljoen, maar ook in het centrum van Eindhoven: het oude Augustinianum en de Kapel, beide aan de Kanaalstraat. Van de Ven had in zijn eerste jaar tentamens in allerlei locaties in de stad, bijvoor­ beeld in de danszaal van dansschool Need aan de Biesterdwarsweg, schouwburgzaal Katholiek Leven aan de Wal en verschillende parochiehuizen. ‘Na de opening van het Auditorium werden de tentamens - op zaterdagochtenden - daar afgenomen en de colleges en instructies ook.’

Geen haast om af te studeren ‘Ik vond mijn studie ontzettend leuk’, zegt Magdaleen Kroese. Het eerste jaar bestond voor de helft uit praktijkopdrachten en voor de helft uit colleges. Die colleges volgde ze iedere ochtend in het Auditorium, de ontwerp- en tekenopdrachten deed ze ’s middags in het Paviljoen.

‘Colleges werden in de ochtend gegeven. Na een ‘academisch kwartiertje’ startte de professor een twee uur durend hoorcollege. Na een kwartier pauze volgde het volgende vak. De prof droeg zijn college voor en de studenten dienden te luisteren, althans stil te zijn. De dictaten waren uitstekend; de prof volgde die bijna letterlijk. Daarmee kon je je college voorbereiden of zelfstandig doornemen, als je er niet meer in mocht wanneer je te laat was. Want als je te laat was dan moest je buiten of in de kantine wachten tot je in de pauze weer kon aansluiten. Soms hield een portier de wacht.’ De elektro-alumnus noemt zijn docenten op vakgebied deskundig. ‘Aan didactische kennis ontbrak het soms wel. Er waren professoren bij die in de getrapte collegezalen alleen naar hun wetenschappelijk medewerkers keken die op de eerste rij zaten. Ze hadden geen oog voor de studenten die vaak iets hogerop zaten.’ Die studenten droegen voornamelijk pakken of combinaties van pantalon en colbert. ‘Er waren professoren die opmerkingen maakten wanneer een student in trui kwam. Binnen de afdeling Bouwkunde, die een jaar later startte, was alternatieve kleding eerder in zwang.’ Na zijn vooropleiding aan de HBS-B moest Mari van de Ven vooral wennen aan het tempo en de vaktermen. Gelukkig kreeg hij veel steun van studiegenoten. ‘Bij Elektro was een mentorensysteem waarbij circa tien studenten regelmatig samenkwamen met twee begeleiders. Daardoor leerden we elkaar kennen en we hielpen elkaar. Twee weten meer dan één.’

Magdaleen Kroese (1959) Afgestudeerd in: 1988 Studie: Bouwkunde

Bouwkundestudenten werden verdeeld in groepen van twintig studenten; achttien jongens en twee meiden. Die groep bleef het hele jaar bij elkaar onder de naam P-atelier met daarachter de naam van de begeleidende docent. Kroese zat in het P-atelier van Harrie Janssen. Na het halen van haar propedeuse koos Kroese de hoofdrichting voor haar kandidaats; architectonisch ontwerpen. ‘We deden twee projecten

per jaar waar we alle middagen in de week aan besteedden. De opdracht was bijvoorbeeld ‘ontwerp een nieuwe winkelstrip’ en je koos er dan zelf een vakgroep bij.’ Kroese koos bijvakken als filosofie, Italiaans (véél studiepunten) en psychologie van de gebouwde omgeving.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.