Een rustige noodzaak
verbergt die natuurlijkheid iets : de intieme onrust, de gewaarwording dat niet alles in orde is, en dat dit wankele evenwicht, waarop we ons leven gebouwd hebben, elk moment tenietgedaan kan worden. De hoeken – ook de metaforische – bedragen nooit negentig graden. Buedts had al sinds zijn allereerste productie, aan het begin van de jaren 1970, beves tigd dat hij niets met beeldhouwen maar wel met meubilair te maken had. Zijn meubels, of beter de meubels voor zijn huis, worden vandaag beschouwd als ‘bruikbare sculpturen’. Hoewel er niet echt veel verschil bestaat tussen het een en het ander, is het extreem symptomatisch dat de kunstenaar zichzelf zag als een ambachtsman die zijn eigen habitat voort bracht. Misschien kunnen we het concept omkeren
z.t. [Untitled], 1995 Olieverf op doek / Oil on canvas, 30 x 40 cm Collectie / Collection Robert Dammans
239
en de hedendaagse sculpturen beschouwen als de sublimatie van de ambachtelijke ‘status’, waar Buedts waarachtig veel van hield. Men zou natuurlijk in gedachten kunnen brengen dat net op dat moment – de jaren 1970 – in de hele wereld het concept van het ‘project’, en nog meer het idee van de ‘productie’, ideologisch ter discussie werden gesteld in het voor deel van de producent, die zich de productiemidde len opnieuw wou toe-eigenen ; iets wat geïnspireerd was op de logica van het historisch materialisme met een marxistische stempel. In dat opzicht is Buedts helemaal een kind van zijn tijd, zelfs in die mate dat hij er een echt en eigen voorbeeld op kon enten … tenminste, als hij daar kennis van of het verlangen toe had gehad : want zijn productiewijze is niet door een