Book Vermeersch

Page 10

Over het fenomeen ‘Kunstenaarsfamilies’ e ‘Artist Family’ phenomenon Francis Smets

Nemen we als voorbeeld het ‘geval’ Pieter Bruegel de Jonge (1564 – 1638), telg uit een dynastie van schilders die zich over meerdere generaties uitstrekt.1 Hij is de zoon van een beroemde vader, Pieter Bruegel de Oude (1525 ? – 1569). Deze laatste is gehuwd met Maria Coecke, dochter van zijn leermeester in Antwerpen, Pieter Coecke van Aelst. Dat wijst erop dat het kunstbedrijf in die periode een vrij gesloten wereld is. De jarenlange opleidingen gebeuren in vaak grote ateliers waar op bestelling gewerkt wordt. De zonen van de meester die het atelier leidt, zetten de familiale broodwinning voort. Huwelijken tussen zijn dochters en zijn leerlingen vormen geen uitzondering. Kunst is in veel gevallen een familieaangelegenheid. Het is in de zestiende eeuw de normale gang van zaken. Schilder wordt men van vader op zoon, binnen de strikte orde van het Sint-Lucasgilde. Pieter Bruegel de Oude is te jong gestorven om nog voor de opleiding van zijn zonen te kunnen instaan. Maar binnen het Antwerpse SintLucasgilde genieten zij als telgen van een erkende meester wel bepaalde privileges. Het maakt het hun gemakkelijker om zelf meester te worden. Pieter Bruegel de Oude ligt aan de grondslag van het artistieke prestige dat zich afspiegelt op zijn nazaten. Zijn andere zoon, Jan Brueghel de Oude (1568 – 1625), slaagt er bovendien in deze bekendheid in maatschappelijk (lees : pecuniair) succes om te zetten. De glorie van zijn vader straalt ook af op Pieter Brueghel de Jonge, die gretig van deze gelukkige omstandigheid gebruikmaakt. Hij verschijnt in de boeken van het Antwerpse Sint-Lucasgilde – de Liggeren – in 1584 – 1585. Overwegend komt hij aan de kost door het stelselmatig kopiëren van werken van zijn vader. Zijn atelier is een echte fabriek waar productie neerkomt op reproductie.2 Van Winterlandschap met vogelknip bijvoorbeeld realiseert hij meer dan vijftig exemplaren. Zijn cliënteel is niet het meest koopkrachtige. Maar door de grote aantallen die hij op de markt brengt, kan hij behoorlijk aan de kost komen. De roem van zijn vader is voor hem een zegen. 1. Zie de tentoonstellingscatalogus Bruegel: een dynastie van schilders, Brussel, Paleis voor Schone Kunsten, 1980. In het bijzonder het artikel van Jacqueline Folie, ‘Pieter Brueghel de Jonge’, p. 137-164. 2. Dit was aanleiding voor Peter van den Brink om het atelier van Pieter II als de ‘firma Brueghel’ te bestempelen. Peter van den Brink, De firma Brueghel, Gent, Ludion, 2001. De gelijknamige tentoonstelling vond plaats in het Bonnefanten-

Over het fenomeen ‘Kunstenaarsfamilies’

museum in Maastricht in 2001 en in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van Brussel in 2002.

12


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.