Fernando Alonso (41): da’s geen man, da’s een monument
De monteurs van Oracle Red Bull Racing gebruikten de vrijdag om pitstops te oefenen. Bij de laatste drie races wonnen de jongens steevast de trofee voor de snelste stop.
Volle tribunes, volle glazen en vol gas: racevridag was met alle festiviteiten, de training èn de kwalifcatie nog niet zo volgepland.
Fijne verassing: de fans wisten gistermiddag nog niet dat hun favoriet vandaag op de cover van Red Bulletin zou staan.
Bewolkte gezichten: de weersvoorspelling voor zaterdag maakte weinig enthousiasme los bij Lewis Hamilton, Fernando Alonso en Pierre Gasly.
In een zonnige bui: Nyck de Vries ziet de GP van Oostenrijk als zijn tweede thuis-Grand Prix. ‘Al dat oranje op de tribune is toch door mij?!’
In zijn derde F1-seizoen hebben we te maken met een Yuki Tsunoda in grootse vorm. Ook zijn entertainmentwaarde is gegroeid tot enome proporties.
De Italianen brachten voor de zekerheid een vervangende auto in camouflagekleuren mee – de aerodynamica is, nou ja, antiek te noemen.
Groeten uit Stiermarken: Spielberg lijkt door de Nederlanders in gebruik genomen als wingewest.
Alle teams waren profylactisch uit- gerust met genoeg munitie voor een massaal taartgevecht.
De thuisrace is ons dierbaar. We hebben op de Red Bull Ring dan ook enkele fantastische resultaten behaald, waaronder de vier overwinningen van Max: in 2018, 2019 en twee keer in 2021. Maar dat betekent niet dat we Spielberg als een gemakkelik circuit zien. Verre van dat zelfs. Het is het kortste circuit op de racekalender, wat het hele team onder druk zet, aangezien er minder tid is om beslissingen te nemen. Als je ziet dat een ander team een pitstop maakt, moet je besluiten of je daarop wilt reageren en heb je minder dan een minuut om de voors en de tegens af te wegen. Op Spa Francorchamps, bivoorbeeld, duurt een ronde bina 2 minuten en heb je daar gewoon meer tid voor alles. Wil je ergens op kunnen reageren, dan moet je snel kunnen schakelen.
Het positieve van zo’n korte ronde is, dat - als je besluit iets later te reageren - het feitelik minder nadeel oplevert. Dus ja, het kan in dat opzicht iets vergevingsgezinder zin.
Met het plannen van de racestrategie beginnen we eigenlik in de week vóór aankomst al. We doen verschillende simulaties en kiken hoe de banden zich naar verwachting zullen houden, de waarschinlikheid van een safety car – op Spielberg is die kans niet zo groot – en hoe makkelik het is om in te halen.
Zodra de basis is bepaald, kiken we welke strategie we in de training willen volgen en wat we willen uitproberen. Ook krigen we zicht op het type banden dat we moeten gebruiken. En naarmate het weekend vordert, verfjnen we de scenario’s en gebruiken we data om onze voorspellingen te verbeteren. Ons doel is om de best mogelike uitgangspositie te hebben als de race begint, zodat we de kans vergroten de best mogelike prestatie neer te zetten. Bi het opstellen van het initiële plan kiken we ook naar historische data: hoe presteerden de banden in de afgelopen jaren in Oostenrik en hoe presteerden ze dit jaar op andere circuits? De coureurs zitten veel in de simulator. Dat is voornamelik voor de set-up, maar het levert ook veel bruikbare informatie op voor de afdeling strategie.
Een andere factor waar we rekening mee moeten houden, is het weer. We hebben vaak ‘interessant’ weer gehad op de Red Bull Ring – ik herinner me vooral dat extreem natte weer in de kwalifcatie van 2020. Soms was het kletsnat op de ene helft van het circuit en kurk-
droog op de andere – indrukwekkend voor zo’n klein circuit! Zit je in de pitstraat, en ziet het er helemaal niet slecht uit, beweren de coureurs dat het verderop pipenstelen regent. Bizar. Maar dat maakt het ook leuk. Het hoort bi de uitdaging die Spielberg biedt. Met de vaardigheid om er goed op in te spelen, kunnen de teams zich onderscheiden.
Dit jaar is het allemaal nog complexer geworden, omdat we niet alleen een plan moeten maken voor de race, maar ook voor de sprint-race. Dat maakt het echt een stuk lastiger. Om te beginnen hebben we maar één training. Dat maakt het zoveel moeiliker om de antwoorden te vinden op al je vragen; normaal gezien heb je daar wel drie trainingen voor. Ook zin we tegenwoordig veel meer beperkt in het bandengebruik, omdat we minder sets hebben per weekend. Dus moeten we tot een compromis komen, welke we in de training gebruiken en welke in de race. Er is dus meer onzekerheid als het weekend eenmaal van start gaat.
Of ik als strateeg een hekel heb aan die onzekerheid? Integendeel! Het is misschien fjner om een raceweekend in te gaan met een duidelike idee van wat er allemaal gaat komen; maar direct kunnen reageren, snel denken en klaar zin voor onvoorziene omstandigheden, is veel belangriker. En veel leuker. Dàt zin de momenten waarop wi als strategen ons geld waard kunnen
Justin Hynes, Paul Keith, Erik Kuipers
Creative director Erik Turek Artdirectors Marion Bernert-Thomann, Miles English Grafische vormgeving Martina de Carvalho-Hutter, Kevin Faustmann-Goll Hoofd van de fotografie Eva Kerschbaum Chef van dienst Marion Lukas-Wildmann Managing editor Ulrich Corazza Hoofd van media sales & partnerships Lukas Scharmbacher Publishing management Bernhard Schmied (chef), Sara Varming Executive creative director Markus Kietreiber Productie Veronika Felder (chef), Martin Brandhofer, Walter O. Sádaba, Sabine Wessig Lithografie Clemens Ragotzky (chef), Josef Mühlbacher Eindredactie Hans Fleißner (chef), Petra Hannert, Monika Hasleder, Davydd Chong (EN), Jojo Oomes (NL) Directeur Red Bull Media House Publishing Stefan Ebner Drukker 1a druck Judenburg, Aichfelder Druck Ges.m.b.H., A-8750 Judenburg Adres redactie Am Grünen Prater 3, A-1020 Wien Telefoon +43 1 90221-0 Web redbulletin.com Eigenaar en uitgever Red Bull Media House GmbH, Oberst-Lepperdinger-Straße 11–15, A-5071 Wals bei Salzburg, FN 297115i, Landesgericht Salzburg, ATU63611700 Bewindvoerders Dietmar Otti, Christopher Reindl, Marcus Weber
Dàt is het moment waarop strategen hun geld waard kunnen zijnUitgever Andreas Kornhofer Redactiechef Andreas Rottenschlager Redacteuren Werner Jessner (chef),
Unique in taste. Ingredients from 100 % natural source.
Organic refreshment drinks. No energy drinks.
Ongelooflijk, maar waar: señor ALONSO racet al 39 jaar. Wat hem verder zo uniek maakt? 39 korte antwoorden, want dit verhaal schakelt sneller dan Fernando zelf.
Tekst WERNER JESSNER1. Alonso reed zin allereerste F1-race op 4 maart 2001 in Melbourne, Australië. 33 dagen later werd in dezelfde stad huidig McLaren-coureur Oscar Piastri geboren..
2. Fernando Alonso is tweevoudig wereldkampioen Formule 1. In de loop van zin carrière heeft hi tegen maar liefst negen (!) andere wereldkampioenen gestreden: Michael Schumacher, Jacques Villeneuve, Mika Häkkinen, Kimi Räikkönen, Lewis Hamilton, Jenson Button, Sebastian Vettel, Nico Rosberg en Max Verstappen. (Alleen Schumacher reed tegen meer kampioenen, namelik twaalf.)
3. Geen enkele coureur racete in zoveel categorieën als Fernando. En niemand was in zoveel verschillende categorieën succesvol: naast de F1 heeft hi tidens het wereldkampioenschap langeafstandsracen de 24 uur van Le Mans en Daytona gewonnen, de 1000 mil van Sebring en de 6 uur van Spa. Voor de Indy 500 kwalifceerde hi zich op sensationele wize als vifde, tidens de Rally Paris-Dakar behaalde hi acht dagzeges. Al met al een fkse prizenkast.
4. Fernando is niet alleen extreem snel, maar heeft ook magische handen. Keer op keer verbaast hi de paddock met zin kaarttrucs, waarbi hi de kaarten naar believen laat verschinen en verdwinen. (Zin voorliefde voor goochelen heeft hi van zin grootvader.)
5. Fernando Alonso is een goed zakenman, die zin marktwaarde als coureur goed weet uit te nutten. Moest hi tidens zin eerste seizoen bi Minardi (omgerekend) nog een kwart miljoen euro meebrengen, nu is hi een kwart miljard euro waard. Lekker verdiend, señor!
6. Alonso is erelid van voetbalclub
Real Madrid. De liefde voor de club deelt hi met zin landgenoot
Carlos Sainz jr., die –in tegenstelling tot de Asturiër Alonso –daadwerkelik uit Madrid komt.
7. Over Sainz gesproken: de huidige Ferrari-coureur was in zin jeugd fervent fan van Alonso. Sainz Jr.: ‘In 2005 heb ik hem in Barcelona voor het eerst ontmoet. Daarna heb ik tegen min vader gezegd dat ik ooit zoals hi zou willen zin.’ En zoals het soms kan lopen in het leven: nu treffen ze elkaar regelmatig op het circuit – en niet zelden wiel aan wiel in de eerste bocht.
8. Met Carlos Sainz sr. is Alonso overigens bevriend sinds zin 13de. Sainz was net voor de tweede keer wereldkampioen rally geworden en Alonso wereldkampioen karten. Beide kampioenen kwamen elkaar tegen bi de huldiging in Spanje. Fernando reed vervolgens met Sainz mee in diens rally-auto –iets wat hi niet eerder deed. ‘Hopelik ga ik niet dood’, zei hi volgens de overlevering. De vriendschap bestaat nog steeds en is zogezegd onsterfelik.
9. In 2016 adviseerde de Britse tv-commentator en oud-coureur Johnny Herbert hem voor een draaiende camera om maar met pensioen te gaan. ‘Nando’ reageerde iskoud: ‘Ik ga
helemaal niet stoppen. Ik ben tweevoudig wereldkampioen. Ji bent televisiecommentator geworden omdat je nooit goed genoeg was voor een titel.’
10. In 2005 blikte hi in een interview kort terug op zin carrière: ‘Ik was niet voorbestemd om dit te bereiken. Lange tid heb ik gedacht dat ik kartmonteur of iets dergeliks zou worden. Formule 1-coureur? Nooit!’ En 18 jaar later is hi nog steeds geen monteur.
11. Een vraag tidens de persconferentie voorafgaande aan de eerste Grand Prix in Baku in 2016: Hoeveel ronden hebben jullie nodig om een nieuw circuit goed te leren kennen? Alonso: ‘Twee.’ Vettel: ‘Anderhalf.’ Alonso: ‘Eén.’
12. Herinnering aan zin eerste Grand Prix met Minardi: ‘We hadden vóór de race geen tid meer voor een test. Sterker nog, er was zelfs geen tid om de knoppen op het stuur te leren kennen. Ik rolde de box uit om voor de eerste keer naar het circuit te riden. Voor mi stonden de auto’s klaar in de pitstraat, maar ik kon de neutrale versnelling niet vinden. Ik probeerde met de fippers terug te schakelen, maar er gebeurde niets. Pas op het laatste moment vond ik de juiste knop. Bina was ik in de achterkant van min voorligger gecrasht.’
13. ‘Toen ik debuteerde in de Formule 1 werd dat in Spanje niet eens op tv uitgezonden.’
14. Sébastien Buemi over zin eerste ontmoeting met diens beroemde collega, bi de 24 uur van Le Mans: ‘Het was meteen goed. Het voelde heel natuurlik aan. Ik had niet het gevoel dat hi een nieuwe teamcollega was die ik eerst nog beter moest leren kennen.’ Een paar weken later wonnen ze samen de legendarische race op het Circuit de la Sarthe.
15. ‘Om voor een autofabrikant (Renault, red.) te mogen riden is een geweldig kans, die ik ten volste wil benutten.’ Alonso in 2003
16. ‘McLaren is een geweldig team en ik verheug me op een nieuwe start.’ Alonso in 2007
17. ‘Ik kik ernaar uit om weer voor dit geweldige team (Renault, red.) te mogen riden.’ Alonso in 2008
18. ‘Het is het beste team ter wereld. Er gaat niets boven Ferrari.’ Alonso in 2013
19. ‘Historisch gezien is McLaren altid goed in het snel verbeteren van de auto en het bouwen van een goed totaalpakket.’ Alonso in 2015
20. ‘Als ik bi Renault kom, voelt dat als thuiskomen.’ Alonso in 2020
21. ‘Er heerst hier honger naar succes. Bi Aston Martin ontstaat iets heel bizonders.’ Alonso in 2023
22. ‘Misschien was Ferrari in min tid nog niet klaar om een nieuwe wereldkampioen in de cockpit te hebben.’ Alonso over Ferrari
23.
‘GP2-motor!’ Over de kwakkelende Honda-krachtbron bij McLaren
24. ‘Als ze vierde werden, waren ze bli dat ze vierde waren. Als ze vifde werden, dan was de vifde plaats ook oké.’ Alonso over Alpine
25. In 2007 streed Alonso bi McLaren tegen de piepjonge en supersnelle teamgenoot Lewis Hamilton met, nou ja, onconventionele methoden. Voormalig McLaren-monteur Marc Priestley herinnert zich: ‘Fernando’s manager verdeelde kleine bruine enveloppen met geld aan iedereen die niet aan Lewis’ auto werkte. Daarin zat ongeveer 1500 euro. Op deze manier dacht hi het team aan zin kant te krigen.’ De zaak kwam uit, het geld werd aan een goed doel geschonken en Fernando ging al na één seizoen terug naar Renault.
26. Zin grootste tegenstander in al die jaren?
‘Michael Schumacher. Als het er echt op aankwam dan deed hi altid iets bizonders.’ De beste inhaalactie uit zin carrière: ‘Toen ik hem in 2006 in Hongarie in de vifde bocht buitenom inhaalde. Daar had hi duidelik niet op gerekend.’
27. Over de kop gevlogen, een losgelaten wielophanging... en dan toch op een 13de plaats eindigen en daarmee in 2020 de beste ‘rookie’ van de Dakar-rally worden. Het woestindebuut van Fernando met vifvoudig motorwinnaar Marc Coma als birider verliep zachtst gezegd turbulent. Het laconieke commentaar bi de fnish: ‘Als je echt van racen houdt, kun je het beste je vakantie ook in de auto doorbrengen.’
Wat velen vergeten: Alonso beleefde niet bepaald een steile carrièreklim. Na zin eerste seizoen bi het weinig succesvolle team van Minardi stapte hi over naar Renault. Daar kwam hi op de reservebank terecht en bleef lang testrider. Alonso’s manager (en teamchef van Renault) Flavio Briatore vond Jarno Trulli en Jenson Button beter dan de jongeling. Tja.
Fernando AlonsoZou u deze vent vertrouwen met uw nieuwe Minardi? Genomen bij Alonso’s debuut in 2001, nog geen 20 jaar oud.
29. Voor zin modemerk is hi meer dan een uithangbord. Wie de Amazon-documentaire met de eenvoudige titel ‘Fernando’ heeft gezien, weet hoezeer Alonso tot op het detail betrokken is bi Kimoa. Maar hi doet zakelik gezien nog veel meer: naast een kartschool en een circuit dat zin naam draagt, treedt hi in de laatste jaren ook op als manager van coureurs. ‘A14-management’, vernoemd naar zin startnummer, heeft op dit moment zeven coureurs onder contract,
waaronder Formule E-winnaar Maximilian Günther en Formule 2-talent Clément Novalak.
30. Dat Alonso coureur werd, gebeurde min of meer bi toeval. Zin vader bouwde een kart voor zin dochter Lorena, de vif jaar oudere zus van Fernando. Lorena: ‘Helaas had ik helemaal niets met auto’s, dampende benzinemotoren en karts.’ Dus werden de pedalen wat naar achteren geplaatst en nam de driejarige Fernando het stuurtje over.
31. Na zin eerste vertrek uit de Formule 1 in 2018 zeiden vrienden tegen hem: ‘Nu kun je eindelik doen wat je maar wilt.’ Alonso’s antwoord: ‘Prima, dan ga ik weer racen.’ Heeft er iemand in godsnaam een andere hobby voor deze man?
32. Uit de grabbelton der statistieken: de GP van Oostenrik is zin 365e start in de Formule 1. Stel je voor dat je een jaar lang Formule 1-coureur bent en elke dag een race ridt.
33. Ongeloofik maar waar: in al die jaren beleefde hi slechts één zware crash, waarna hi een race aan zich voorbi moest laten gaan. In 2016, in Australië, raakte hi met 350 km/u ene Esteban Gutiérrez. Fernando de Onverwoestbare kroop zelf uit de resten van zin McLaren.
34. In zin schooltijd zette hi voor examens om vier uur ’s ochtends zin wekker, leerde viftig minuten en ging daarna weer naar bed. Muy efciente, señor Alonso!
35. Alonso startte in de F1 toen een zege slechts tien wk-punten opleverde en er geen bonuspunten werden gegeven voor de snelste ronde. Het is ontzagwekkend dat hi in het klassement aller tiden enkel Hamilton en Vettel voor zich moet dulden.
36. Zin 42ste verjaardag
viert hi op de zaterdag vóór de Grand Prix van België, op 29 juli 2023. Wedden dat hi zondag gewoon weer ft is?
37. De oudste F1-coureur die ooit wk-punten scoorde was 53 jaar (een zekere Philippe Étancelin in 1950). Dat zin voor jou nog maar een paar jaartjes, Fernando, kom op...
38. Zin gaspedaal-voet heeft schoenmaat 42.
39.
Ingenieur Edi Wyss onthult welke legendarische Can-Am-bolides er deelnemen aan de Legends Parade tijdens het race-weekend. En welke F1-legendes er achter het stuur kruipen.
Tekst WERNER JESSNER
De Canadees-Amerikaanse Challenge Cup, kortweg de Can-Am, was een competitie die een poging deed om het racen in Noord-Amerika weg te halen van de snelle, maar saaie ovals. Tussen 1965 en 1974 gaven de beste coureurs elkaar geen duimbreed toe op racecircuits in Canada en de VS.
De regels waren simpel: twee stoelen, minimaal een 2,5-litermotor en je bent klaar voor de start. Wat volgde was een spetterende krachtmeting! Omdat de auto’s relatief goedkoop waren, en het prijzengeld hoog, trok de Can-Am veel waaghalzen aan, ook uit de F1, zoals coureurs John Surtees, Bruce McLaren en Denny Hulme. Het was allemaal ver verwijderd van het professionalisme van het moderne F1.
Een team bestond uit twee coureurs en slechts vier monteurs en er werd geracet op circuits met namen als Road Atlanta, Watkins Glen en Laguna Seca. Motorsportteams als McLaren, BRM en Lola zagen het zakelijke potentieel van deze raceserie en bouwden speciale versies, gebaseerd op hun succesvolste race-auto’s, die gekocht werden door privécoureurs. Ook fabrieksteams deden mee, zoals Porsche met de 917.
En te midden van dit alles bevond zich ingenieur Edi Wyss, ‘the Swiss Wiz’. Door zijn enorme, eerstehands ervaring geldt hij als autoriteit op het gebied van Can-Am en de wagens die door oud-F1-coureurs worden gereden in de Legends Parade.
Coureur: Mark Webber
Motor: Chevrolet V8
Motorinhoud: 8,0 liter
Vermogen: 800 pk
Eerste seizoen: 1970
Coureur: David Coulthard
Motor: Chevrolet V8 ‘Big Block’
Motorinhoud: 6,2 liter
Vermogen: 630 pk
Eerste seizoen: 1968
edi wyss: ‘Door het succes van de fabriekswagen, de M6A, dacht Bruce McLaren dat zin bedrif wel eens profjt zou kunnen hebben van de Can-Am. Dus bouwde hi auto’s voor klanten en noemde ze M6B. Ze produceerden er 17 in totaal. Er bestond een aantal kleine verschillen met de M6A, zoals bredere velgen. Het grootste verschil: voor het eerst besloot Roger Penske de V8 ‘Big Block’ in zin M6B te bouwen, en niet de kleinere Chevrolet-motor waarmee coureur Mark Donohue normaliter racete.’
McLaren M8C
Coureur: Alex Wurz
Motor: Chevrolet V8 ‘Big Block’
Motorinhoud: 8,8 liter
Vermogen: 840 pk
Eerste seizoen: 1970
edi wyss: ‘De M8C is de klantversie van de M8A, gebouwd door de Engelse specialist Trojan. Het grootste verschil: de M8A was ontworpen met een dragende Chevrolet V8-motor. Veel teams wilden andere motoren gebruiken, zoals een Ford V8 of een 3-liter, zodat ze konden rijden in de prototype-klasse. Zo ontstond de M8C, waarbij de motor – ongeacht welke – in een motorcompartiment zit en dus geen dragend onderdeel is van de wagen. De eerste M8C werd gebouwd voor de Canadese miljonair Dave Billes en had wel een Chevy-motor van circa 840 pk.’
Coureur: Dr. Helmut Marko
Motor: Chevrolet V8
Motorinhoud: 7,6 liter
Vermogen: 740 pk
Eerste seizoen: 1970
edi wyss: ‘Dat dr. Helmut Marko in deze auto rijdt is toeval, maar in 1971 maakte hij ook zijn F1-debuut in een BRM. Dit is chassisnummer 2, de auto waar de Mexicaan Pedro Rodríguez in reed tijdens de Can-Am-serie in 1970. De P157, de eerste Can-Am-auto van BRM, werd ontworpen door de legendarische Tony Southgate. Achterin ligt een Chevrolet V8 met circa 740 pk. Zijn beste Can-Am-resultaat was een derde plaats op de Riverside International Raceway in Californië. Deze auto is al eens eerder in Spielberg geweest: in 1972, toen hij bestuurd werd door David Hepworth in de Interserie. Over Interserie gesproken: Helmut Marko startte in hetzelfde jaar op Imola in de opvolger van deze auto, de BRM P167.’
edi wyss: ‘Lola was de grootste rivaal van McLaren in de Can-Am. Bruce McLaren’s aanpak was “maak het mooi en simpel”. Eric Broadley, de CEO van Lola, wilde precies het tegenovergestelde. Geen wonder dus dat veel latere sterontwerpers, zoals John Barnard, hun carrière begonnen bij Lola. De T165 was de opvolger van de T160, die vanaf 1968 racete met zowel Chevrolet- als Ford-motoren, zij het met beperkt succes. Ga d’r voor, Mark Webber!’
Coureurs: Jos Verstappen, Juan Pablo Montoya
Motor: Chevrolet V8 ‘Big Block’
Motorinhoud: 8,8 en 8,4 liter
Vermogen: 800 en 790 pk
Eerste seizoen: 1971
edi wyss: ‘De M8F werd gebouwd voor het seizoen 1971 en was de opvolger van de winnende M8D, ook wel de ‘Batmobiel’ genoemd. Coureur Peter Revson reed in de zijne naar de Can-Am-titel. Ook was er de M8P, waarbij de ‘p’ voor ‘productie’ staat. Deze klantauto’s werden geassembleerd bij Trojan en zijn herkenbaar aan de extra luchtinlaten aan de voorkant. De precieze origine van deze twee auto’s is onduidelijk, want ze reden in races, waren betrokken bij botsingen en werden uit elkaar gehaald en vaak in onderdelen verkocht. In 1970 reed er zelfs een met een Mercedes-turbomotor! Men zegt dat er in totaal 10 M8F’s gebouwd zijn, waarbij het laatste exemplaar in elkaar gezet is met reserveonderdelen. Wat we wel weten, is dat de McLaren M8 in z’n diverse gedaantes de allersuccesvolste auto was in de Can-Am-geschiedenis, met vier overwinningen in het algemeen klassement.’
100 overwinningen voor Oracle Red Bull Racing. Teambaas Christian Horner vertelt hoe hij de puzzel van het succes legde.
Tekst JUSTIN HYNESWinnen is verslavend, want het zorgt ervoor dat je nog meer wilt winnen. Maar neem het nooit als vanzelfsprekendheid aan: het is belangrik om elke overwinning te vieren, want ze zin hardbevochten en - soms - schaars. Waarom winnen zoveel voldoening schenkt?
Winnen is de optelsom van alle elementen van een enorme puzzel die we samen moeten leggen: de kwaliteit van de wagen, de racestrategie en de vaardigheden van de coureur - in elk element wordt geïnvesteerd. In 2009 in China wonnen we voor het eerst. En honderd overwinningen later hebben we nog steeds hetzelfde gevoel als onze auto de zwart-wit geblokte vlag als eerste bereikt en je een aantal sterke tegenstanders verslaat.
'VERLIEZEN
Ons track record is niet gek: we hebben 28% van de races waaraan we hebben deelgenomen gewonnen. En we stonden in de helft van de gevallen op het podium. Natuurlik zin er mindere dagen, maar als je eenmaal hebt ervaren hoe het is om te winnen, geeft dat je de extra motivatie om die sensatie weer te mogen ervaren. En dat maakt alle moeilike dagen goed. Zelfs toen Mercedes het dominante team was, verlangden we te-
rug naar dat winnaarsgevoel. Het dreef ons ertoe om vooral door te zetten en een tandje bi te schakelen.
Toen we ons aan het terugknokken waren, moesten we soms pinlike beslissingen nemen. Als organisatie moet je namelik bliven vernieuwen en verbeteren, anders red je het niet. Ja, je moet continuïteit hebben, maar uiteindelik gaat het allemaal om evolutie. Het is niet leuk om beslissingen te moeten nemen waarbi je afscheid neemt van mensen, maar we hebben ook geïnvesteerd in talent. Het is geweldig om te zien dat sommige van die jongens hun rol gripen. Dat is één van de meest lonende dingen om te zien.
Tachtig van onze overwinningen zin afkomstig van twee meervoudig wereldkampioenen: Sebastian Vettel en Max Verstappen. Zin kampioenen anders dan andere coureurs? Ja, voor zover ze jaar na jaar die extra inzet bliven tonen. Max en Sebastian zin heel verschillende karakters en persoonlikheden, maar ze waren en zin even gedreven, even ambitieus en totaal onverbiddelik
in hun honger naar prestaties. Sebastian ging grondiger te werk, waarbi hi eindeloos de data van de auto onder de loep nam. Bi Max weet je dat, zodra hi in de auto stapt, hi 110% geeft. En dat verwacht hi ook van het team. Een geweldig coureur brengt het team in beweging: de monteurs willen 'm vooral niet teleustellen op de baan.
‘JE MOET HET TEAM BESCHERMEN’
Ik heb nooit geloofd dat je beste vrienden moet zin met je concurrenten. Er moet respect zin, maar ik hoef de kerst niet met ze door te brengen. Kik, ik ben een competitief ingesteld persoon. En als iemand een teamlid aanvalt, dan zal ik hem verdedigen. Het is min taak om het team te beschermen, zodat ze hun werk goed kunnen doen. En ja, soms zin er gelegenheden geweest waarbi ik een aanvaring had met een tegenstander, maar ook dat hoort erbi.
'ALS JE THUIS BENT, WEES DAN OOK AANWEZIG'
Als je niet oppast, kan de Formule 1 je leven overnemen en krig je een burn-out. Ik heb geleerd om meer gedisciplineerd met min tid om te gaan, vooral nu ik een gezin heb. Ik weet ook dat ik het team beter van dienst
kan zin als ik niet overbelast ben. Dus als je thuis bent, wees dan ook aanwezig. Probeer niet constant met de telefoon bezig te zin. Ik probeer ervoor te zorgen dat ik op tid thuis ben om de kinderen te zien, in ieder geval voordat ze gaan slapen, en breng ze zo vaak mogelik naar school. Het is belangrik, want die tid die je daar verliest, maak je nooit meer goed.
'HEB VERTROUWEN IN JE INSTINCT'
Nooit in min leven heb ik een managementopleiding gevolgd of maar een managementboek gelezen. Ik heb de dingen altid op min eigen manier gedaan en op min eigen oordeel vertrouwd. Dat wil niet zeggen dat dit voor iedereen zo werkt, aangezien we allemaal onze eigen reis door het leven maken, maar voor mi was dit de juiste weg.
'ALLES IS MOGELIJK'
Wil je weten wat 100 overwinningen me geleerd hebben? Dat alles mogelik is. Als je me in 2005 verteld had dat we een slecht presterend Jaguar-team zouden omtoveren in een organisatie van wereldklasse, met 11 wereldkampioenschappen en 100 Grands Prix, dan had ik het moeilik kunnen geloven. Het laat zien dat als je iets graag genoeg wilt, en als je jezelf inzet en hard genoeg pusht, alles mogelik is.
HISTORISCH
Max Verstappen, Dr. Helmut Marko, Adrian Newey, Checo Pérez en Christian Horner bij zege no. 100.
‘MENSEN ZIJN JE GROOTSTE TROEF’ 23 weekenden per jaar ben ik teambaas, maar 52 weken per jaar CEO van een hoogtechnologisch bedrif en, net als in elke andere organisatie, zin je mensen je grootste troef. Het gaat om de cultuur, de manier waarop je samenwerkt en hoe je communiceert. Voor mi is dat één van onze sterke punten: veel samhorigheid binnen het team, met een steke flosofe. Het team is groter dan ooit, vooral met Red Bull Powertrains erbi, maar de cultuur is hetzelfde. We zin nog steeds een fexibele organisatie en bliven gedurfde beslissingen nemen. Of het nu gaat om het creëren van een nieuwe motor, de keuze qua coureurs of nieuwe partnerschappen, we gaan ervoor.
'De tegenstander als goede vriend?
Ik respecteer 'm, maar hoef daar niet de kerst door te brengen ofzo'Christian Horner, teambaas van Oracle Red Bull Racing
Er zit kraak noch smaak aan
Käferbonen-salade
Na afloop ben je even content als flatulent
Het is niet zozeer het eten van de salade zelf, als wel de uitwerking ervan op de middellange termijn die consumptie zo gevaarlijk maakt – voor je dier baren, welteverstaan. Het mengsel van bonen en rauwe uien, overgoten met pompoenpitolie, heeft een explosief effect op je darmflora. Romantische escapades worden ook getorpedeerd door een walmende uienadem.
Een echte zwijnenstal op je bord
Een must voor liefhebbers van oren, staarten, snuiten en andere overblijfselen van de varkensslachterij. Oorspronkelijk kwam dit allemaal in de ‘Klachlsuppe’ terecht, maar tegenwoordig gebruiken ze meestal gewoon een varkensschenkeltje. Als je de soep toch lekker vindt, dan komt dit waarschijnlijk door hoogstverfijnde ingrediënten als selderij en raap.
Je moet maar durven: zure room mengen met karwijzaad en water en het resultaat ‘soep’ noemen. Zoals te verwachten, is het resultaat zure room die naar karwij smaakt. Wat ‘Heidensterz’ (geroosterd boekweitmeel, zie foto) erover geeft het geheel nog wat voedingswaarde, terwijl je de hersenen pijnigt over de vraag wat je vervolgens zal bestellen. Het maakt niet uit; eigenlijk alles is beter dan dit buitengewoon vieze voorgerecht. Pas op, het verschuilt zich naast ‘Sauerrahmsuppe’ ook als ‘Stosuppe’ op de menukaart.
Een adembenemend hoofdgerecht
Spätzle wordt gegeten door verschillende volkeren, soms ook gemaakt van kaas. De ‘grijze kaas’ van het Stiermarkse stadje Ennstal is nooit met succes geëxporteerd, wat waarschijnlijk te maken heeft met de bizarre geur. Gemaakt van zure melk, wordt het in kegelvorm bewaard totdat de korst barst. Uiterlijk: bruin, grijs of geaderd. Smaak: intens tot agressief. Consistentie: kruimelig. Geur bij verhitting: simpelweg adembenemend.
Even genoeg van wienerschnitzels? Vier originele Stiermarkse gerechten voor iedereen die een pitstop wil maken in de regionale ‘Küche’.
Welk type coureur ben jij? Beantwoord de quizvragen en vind uit of je het in je hebt om te winnen.
A Gezellig, met het hele team, natuurlik.
B Ik sta daar wat, en wacht gelaten op de champagne.
C Heerlik, ik laat me even lekker toejuichen.
D Ik doe een enorme group hug met alle Honda-teamleden.
A Ik analyseer in de pits meteen alle data om te zien hoe dit heeft kunnen gebeuren.
B Ik vlei neer op het dichtstbizinde jacht en eet een isje.
C Ik schreeuw naar de ingenieurs dat ze deze verdomde auto nu voor eens en voor altid moeten repareren.
D Ik haal min schouders op, zeg ‘ah, jammer’ en pak een deelscooter terug naar de paddock.
A Gecontroleerd en soepel: ik neem vroeg de leiding en verdedig die.
B Supersnel. En met een nog veel snellere pitstop.
C Blauwe vlaggen betekenen dat ik geweldig ri, toch?
D Niemand ridt sneller op twee wielen dan ik.
A Zoveel mogelik. Ik wil 100% weten hoe het ervoor staat.
B Laat me met rust, man. Ik weet wat ik doe!
C Het maakt me niet uit. Het belangrikste is dat ik via het andere kanaal met min manager kan praten.
D Zoveel als er mogelikerwis op het pitbord past.
A In het ftnesscentrum. Ik moet sterk en soepel zin.
B Bi voorkeur in een rallyauto, al dan niet in een gorillakostuum.
C Nou, fkse spierbundels trekken meer aandacht op social media, weet ik toevallig.
D Je kunt me vinden op de motorcrossbaan.
A Eindelik tid voor grote projecten die de wereld tot een betere en mooiere plek zullen maken!
B Geen idee. Ik doe wat ik doe.
C Infuencer zin is ook werk, of niet soms?
D Er zit geen leeftidsgrens op het meedoen aan races.
Type A: Je bent een coureur zoals Sebastian Vettel: een echte vakman die er werkelik alles aan doet om te allen tide te presteren. Er is een tid van winnen en (daarna) een tid van plezier.
Type C: Je bent de reïncarnatie van jaren zeventig-playboy-racer James Hunt: niet de allerbeste coureur en je hebt ook niet de allersnelste F1-wagen, maar wel het meeste plezier.
Type B: Je bent als Kimi Räikkönen en buigt nooit. Je haalt misschien geen serie kampioenschappen, maar ééntje moet wel lukken.
Type D: Je bent Marc Márquez en hebt je schierlik vergist in de datum. De MotoGP begint pas op 20 augustus op de Ring, joh!
