2 minute read

vervolg Governance & Financiën

Vorderingen

De vordering subsidie OCW CuNo betreft de toegezegde, nog niet ontvangen meerjarige subsidie van het ministerie van OCW, zoals vermeld in de subsidiebeschikkingen. Deze bedroeg op 31 december 2022 143 miljoen euro. Afgezien van de voorwaardelijke vordering van het Filmfonds op het ministerie van OCW van 5,1 miljoen euro zijn er verder geen bijzonderheden te vermelden.

Advertisement

Liquide middelen

Het Filmfonds is aangesloten op het systeem van schatkistbankieren waarbij op dagelijkse basis saldoregulatie plaatsvindt. Bij ABN

AMRO houdt het Filmfonds nog wel een bankrekening aan voor reguliere betalingen en ontvangsten. Met de subsidie die het ministerie van OCW per kwartaal aan het Filmfonds beschikbaar stelt, blijft de liquiditeit van het Filmfonds positief. Het actuele saldo bij het ministerie van Financiën bedraagt per 31 december 2022 153,2 miljoen euro. Dit bedrag is niet vrij beschikbaar, maar dient ter dekking van de activiteiten- en apparaatslasten zoals vastgelegd in een goedgekeurde begroting en de beschikkingen die op grond van de subsidieregelingen van het Filmfonds zijn afgegeven. Het Filmfonds kent verder geen beleggingen in aandelen, obligaties of andere zaken die van invloed zijn op de financiën. Voor het eerst sinds jaren is weer sprake van rentebaten. De rentebaten worden toegevoegd aan het Bestemmingsfonds OCW 2021-2024.

Eigen vermogen

De bedrijfsvoering is ingericht op de publieke taakuitoefening. Er zijn dan ook geen inkomsten uit commerciële of andere activiteiten die het eigen vermogen kunnen aanvullen. Het eigen vermogen wordt onderscheiden in een Algemene Reserve en de Bestemmingsfondsen OCW. Daarnaast zijn er twee Bestemmingsreserves in het kader van de Film Production Incentive en de afdekking van onverzekerbare risico’s van films via de Garantieregeling Pandemie.

Per 31 december 2022 bedraagt de Algemene Reserve 2 miljoen euro. De Algemene Reserve betreft het deel van het eigen vermogen waarover – zonder belemmering door wettelijke of statutaire bepalingen – kan worden beschikt voor het doel waarvoor het Fonds is opgericht. Om eventuele restrisico’s te kunnen ondervangen zal het Fonds de Algemene Reserve vanuit de resultaatbestemming op het vereiste minimum van 3% houden.

De Bestemmingsfondsen OCW betreffen het deel van het eigen vermogen, waaraan door het ministerie van OCW een beperktere bestedingsmogelijkheid is gegeven aan het Fonds. Het Fonds kan deze middelen dan ook niet zonder toestemming van het ministerie van OCW aanwenden voor bepaalde knelpunten. Met goedkeuring van het Ministerie van OCW zijn de Bestemmingsfondsen OCW voor de periode 2013-2016 en 2017-2020, bij elkaar opgeteld 2 miljoen euro, per 31 december 2022 vrijgevallen. Het bedrag is in 2022 aangewend voor de doorontwikkeling van (nieuw) filmtalent, aangezien deze groep zwaar getroffen is door de coronacrisis. Voor de huidige beleidsperiode 2021-2024 is een nieuw Bestemmingsfonds OCW gevormd. Conform het Handboek Financiële Verantwoording Cultuurfondsen zijn de huidige opbrengsten ter hoogte van 1.1 miljoen euro hieraan toegevoegd. De opbrengsten bestaan uit lager vastgestelde subsidies, zowel in het kader van de reguliere subsidieverlening als RAOCCC steunmaatregelen, als rentebaten.

Bestemmingsreserve Film Production

Incentive is per 1 januari 2021 vrijgevallen aan het budget van de Incentive. Bijdragen die in het kader van de Incentive per 31 december 2022 resteren dan wel zijn teruggevallen, blijven geoormerkt beschikbaar voor de Incentive in 2023.

De Bestemmingsreserve Afdekken

Verzekeringsrisico’s Films bedraagt per 31 december 2022 9,9 miljoen euro. De terugval hangt samen met de uitkeringen in het kader van de Garantieregeling Pandemie, die in 2022 zijn gedaan als gevolg van coronameldingen.

Exploitatierekening

De totale baten in 2022 bedroegen 86,1 miljoen euro. De instellingsbijdrage van het ministerie van OCW inclusief de extra middelen voor filmeducatie, talentontwikkeling en vernieuwing verminderd met een verlaging van het budget als korting op de apparaatskosten, vormt daarvoor de basis. De instellingssubsidie wordt vermeerderd met de jaarlijkse projectsubsidies in het kader van Eurimages en het Internationaal Cultuurbeleid (ICB), de bijstellingen en verhogingen in het kader van OCW filmmiddelen, de WaU en de Incentive voor series alsmede de geoormerkte coronasteunpakketten (RAOCCC) en eenmalige bijdragen in het kader van de digitalisering van filmtheaters en MORES.online.

In 2022 bedroegen de apparaatslasten 6,1 miljoen euro inclusief een bedrag van 207 duizend euro aan WaU middelen voor de vernieuwing van de website. Het bedrag in het kader van de WaU telt niet mee voor het bepalen van het percentage apparaatslasten.