NoordZ, editie Friesland van 15 december 2022

Page 1

‘KLEDING IS NOGAL SLECHT VOOR HET MILIEU, WIJ BIEDEN EEN ALTERNATIEF’ ANNIKA SCHEWITZ PAGINA 28 D ONDERDAG15DECEMBER2022

Een assessment als eyeopener voor industrie en bouw

Ondernemers in de maak- en procesindustrie die met hun bedrijf een volgende stap willen zetten in digitalisering en ‘Smart Industry’, kunnen bij Ynbusiness kosteloos terecht voor een Smart Industry assessment. Zoals bijvoorbeeld Henri Willig uit Heerenveen deed. Plantmanager Eric Jan Diederix, Ynbusiness- sectorspecialist Tabe Bruinsma en Wouter de Groot van gemeente Heerenveen over hoe dat in de praktijk uitpakt.

Met een assessment peilt Ynbusiness hoe groot het gat is tussen alledaagse realiteit en ambities. Met de resultaten in de hand kan een plan uitgezet worden om het bedrijf krachtiger en weerbaarder te maken, zeker met de langdurige krapte op de arbeidsmarkt. Deze assessments zijn kosteloos. Ynbusiness heeft inmiddels heel wat Smart Industry assessments afgenomen. De 50ste was onlangs bij kaasmaker, exporteur en retailer Henri Willig in Heerenveen.

Waar wil je staan over 3 jaar Wouter de Groot, senior adviseur Economische Zaken van gemeente Heerenveen, zette Ynbusiness op het spoor van Henri Willig. „We hebben een goed overzicht van de circa 5.000 bedrijven in onze gemeente. We proberen zo goed mogelijk met ze in contact te blijven. Wat doen ze, wat hebben ze nodig, kunnen wij ze helpen? Meedenken naar de toekomst. Zo kon ik Henri Willig in contact brengen met Tabe toen hij vroeg naar smart industry- ambities bij bedrijven in Heerenveen.” Tabe Bruinsma, sectorspecialist Agri & Industrie bij Ynbusiness: „We werken graag samen met gemeenten vanwege de relatie die zij met bedrijven in hun gemeente hebben. Zij introduceren ons bij bedrijven waar specifieke vraagstukken leven of waar de behoefte is om te sparren over de verschillende facetten van ondernemerschap.

Waar staan ondernemers, wat zijn hun ambities in de komende drie tot vijf jaar? De verschillen zijn groot. Er zijn bedrijven die helemaal aan het begin staan van het proces naar digitalisering en bedrijven die bezig zijn met de uitvoering. Henri Willig is daar een goed voorbeeld van. Met zowel algemeen directeur Wiebe Willig als Eric Jan Diederix hebben we vooraf uitgebreid gesproken over wat het Assessment inhoudt en wat het voor hen kan betekenen.”

Semi- automatisch kazen maken

Eric Jan Diederix is plantmanager in Heerenveen, een van de twee productiefaciliteiten van de Noord-Hollandse kaasmaker. Voor wie Henri Willig niet kent: het is een van de snelst groeiende onafhankelijke kaasmakers, exporteurs en retailers in Nederland. Het familiebedrijf heeft drie kaasboerderijen, productielocaties in Katwoude en Heerenveen en verkoopt haar 106 verschillende kazen in 32 Cheese & More winkels in binnen en buitenland en exporteert naar 40 landen.

Eric Jan Diederix: „Dit assessment leert je grondig nadenken, merkte ik. Waar sta je als bedrijf ten opzichte van anderen? Het leerde ons dat wij trots kunnen zijn op waar we staan en wat we doen. We zijn ambitieus, maar voorop staat altijd: hoe neem je elkaar mee naar een volgende stap? Onze mensen zijn de basis van het bedrijf, je moet je heel goed realiseren wat een volgende stap met iedereen doet.”

Wouter de Groot vult aan: „Smart Industry kan je van de ‘fiets’ halen en op een ambitieuze ‘raket’ zetten, maar je moet je denk ik blijven afvragen wat bij jullie als bedrijf past.” Eric Jan: „Wij zijn een familiebedrijf en kaasproducent die voor de

lange termijn gaat. We hebben het dna van ondernemen, maar we zijn geen smart industry bedrijf. Onze focus is zo goed mogelijk de lekkerste en beste kaas maken.”

De afgelopen jaren is de Heerenveense productielocatie grondig geautomatiseerd. Nu wordt er 365 dagen per jaar en 24/7 geproduceerd. Eric Jan Diederix: „Om meer te kunnen produceren en tegelijk de kwaliteit van een hoogwaardig en kwetsbaar product als kaas op een hoog en constant niveau te houden, moesten we automatiseren. Kaasmaken is op zichzelf al een ingewikkeld proces. De rijping van kazen wordt extra ingewikkeld gemaakt door de 6 verschillende kaascoatings die wij gebruiken. Automatisering van dit rijpingsproces, de meest complexe om te automatiseren, en van de logistiek heeft ons naar ons huidige niveau gebracht. We rijpen veel meer kaas, op een betere manier en met effectiever inzet van onze mensen. Die technologische voorsprong maakt ons nu tot een van de beste in de industrie. Dit assessment kwam wat dat betreft op een goed punt: het heeft ons opnieuw aan het denken gezet over hoe we ons vanaf hier nog verder kunnen ontwikkelen. Op korte termijn is onze volgende stap om de vele data die wij generen ook in flexibele rapportages tot uiting te laten komen. Hiermee krijgt de beslisser binnen de diverse niveaus en afdelingen in ons bedrijf het juiste inzicht en is tegelijk in staat zijn rapportages zelf aan te passen.”

Neem elkaar mee

Tabe Bruinsma: „ In de zestig assessments die we tot nu toe hebben afgenomen, vallen drie thema’s op. Veel bedrijven hebben een grote ambitie op Smart Working (werkomgeving en personeelsbeleid), Operations Control

(operationele aansturing en flexibiliteit) en Datamanagement. Velen staan hierbij echter nog maar aan het begin. Om ondernemers te helpen grote stappen te zetten in het realiseren van hun ambities, brengen we ze na het assessment in contact met partijen uit het netwerk zoals solution providers en consultants, maar ook met elkaar via bijvoorbeeld kennistafels.” Wouter de Groot: „We willen ondernemers graag helpen bij het nadenken over hun toekomst, ook door ze te laten kennismaken met anderen.”

Met de uitkomsten van het assessment op tafel heeft Eric Jan Diederix een belangrijke tip: „Zorg dat je bij het assessment de juiste mensen aan tafel zet. Het is belangrijk om naast het management ook anderen uit je bedrijf mee te laten praten, zoals het middenkader. De kracht zit op de werkvloer, die heb je nodig om als management het juiste besluit te kunnen nemen. Laat hen vaker met gelijkgestemden in andere bedrijven kennis maken. Zeker als je ergens lang werkt, ontstaat het risico op een blinde vlek voor je eigen bedrijf en werk.”

Voor iedereen in de maak- en procesindustrie die meer wil weten over het assessment of met andere ondernemers wil sparren aan kennistafels, kan contact opnemen met Ynbusiness. Ynbusiness is een gezamenlijk initiatief van het bedrijfsleven, overheden en onderwijs, om de Friese ondernemer krachtig te ondersteunen bij de groei van het bedrijf.

www.ynbusiness.nl

ADVERTENTIE
Tabe Bruinsma, Eric Jan Diederix en Wouter de Groot

Het citaat op de cover: ‘Kleding is nogal slecht voor het milieu, wij bieden een alternatief’, is een korte weergave van het verhaal achter de Groningse start-up ReStyle, een platform dat doet in kledingverhuur. Annika Schewitz is overtuigd van de lokale markt: „Studenten zijn gewend aan huren en delen. Denk maar aan scooters en fietsen. (pagina 28) In andere studentensteden in de wereld werken vergelijkbare initiatieven al best goed.’’

SAMEN ZOEKEN NAAR DE OPLOSSINGEN

Dit de laatste NoordZ van 2022 dus dat betekent terugblikken op het afgelopen jaar en vooruitkijken naar 2023. Dat laatste doen we met een keur aan noorderlingen: de citymanager van Emmen bijvoorbeeld die veel zin heeft in het nieuwe jaar. Meer winkeliers komen naar Emmen en dat betekent volgens hem automatisch ook meer publiek.

De econoom en bestuurder zijn wat voorzichtiger (‘We gaan de tekorten aan alle kanten merken’), daartegenover staat een aannemer die weet dat zijn omzet volgend jaar stijgt en een bankier die het positief inziet als we elkaar maar een beetje (laten) helpen. Tot slot nog een wethouder die het ook zoekt in de samenwerking, de drie o’s: overheid, ondernemers en onderwijs.

Kortom: als de feestdagen straks voorbij zijn, moeten we er met z’n allen weer tegenaan. In een wereld waar de industrie steeds smarter wordt, waar Australische watertech Leeuwarden gebruikt als springplank naar Europa, waar ze in Drachten nu echt die koolstofpellets gaan maken, en waar de start-ups grote sprongen hopen te maken.

Het is ook een tijd van overpeinzen. Leider-

schapsdeskundigen Janka Stoker en Harry Garretsen helpen bedrijven en organisaties op weg die zich geen Johan Remkes kunnen veroorloven. De Groninger is Redder in Nood als de boel ergens is vastgelopen, maar ja: wat als je mkb’er bent, de boel dreigt te verzanden en het laten invliegen van een dure probleemoplosser geen optie is?

Nog even dan. Wat was 2022 dan voor een jaar? We gingen langs bij drie bedrijven waarvan een jaar geleden grote dingen werden verwacht. En? Corona heeft hier en daar wat schema’s in de war gegooid, maar de volgende stappen zijn gezet: extra financiering, uitbreiding klantenbestand of productie.

Kortom weer een keur aan inspirerende verhalen of je nu wilt terugblikken of vooruitkijken (of allebei).

Mede namens de redactie, veel leesplezier,

Vooruitblik op 2023

Noordelijke ondernemers weten wat het nieuwe jaar gaat brengen Column Janka Stoker en Harry Garretsen Wat moet je als mkb’er doen als je je geen Johan Remkes kunt veroorloven? Terugblik op 2022

De verwachtingen waren hoog, maar zijn die ook waargemaakt? Zwarte koolstofpellets oplossing in energietransitie En Fripel uit Drachten gaat ze maken Column Ronald Mulder

Bijsturen kan alleen maar aan het begin van een ontwikkeling Smart industry, industry 4.0, digitalisering van de maakindustrie Noordelijke industrie wordt steeds smarter Robot brengt rust en controle Software vanuit Hoogeveen helpt processen 24/7 zonder fouten Column Eelko Huizingh

Welke toekomst laten wij achter?

Cybersecurity

Met z’n allen voor de digitale veiligheid Start me up

Drie nieuwe initiatieven uit Drenthe, Friesland en Groningen Australisch watertechbedrijf komt naar Leeuwarden

De eerste stagelopers zitten al in Melbourne Rubriek De Spiegel Rob Castien van Rosato in Assen

LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022 3 Noordz is een bijlage van Mediahuis Noord Samenstelling & eindredactie Jan Rozendaal Gerda Douma Roel Snijder Theo Zandstra Vormgeving Alie Veenhuizen Telefoon bijlagenredactie 058-2845477 E-mail bijlagen@mediahuisnoord.nl Advertenties/branded content Multiplus Media, Drachten T: 06-44 91 12 63 E: s.osinga@multiplusmedia.nl Volg Noordz ook online op het blog: www.noordz.nl C OLOFON I NHOUD 04 09 10 14 17 20 22 25 26 28 32 34

Wat wordt 2023 voor een jaar? NoordZ maakte een rondje door Drenthe, Friesland en Groningen en vroeg het een citymanager, econoom, aannemer, bankier, bestuurder en wethouder.

Conclusie: het wordt een spannend jaar en eenvoudige oplossingen om de problemen te lijf te gaan zijn er niet.

WAT WACHT ER IN 2023?

Laurens Meijer, citymanager van Emmen heeft veel zin in 2023. Hij ziet zijn stad volgend jaar weer opstomen in de vaart der volkeren, nu de leegstand die de binnenstad lange tijd plaagde ten goede keert en een lokale projectontwikkelaar Emmen een flinke oppepper geeft.

Als citymanager is Meijer onder meer verantwoordelijk voor de activiteiten in het centrum en behartigt hij de belangen van de plaatselijke ondernemers. Hij is in dienst van het Ondernemersfonds, dat wordt aangestuurd door de winkeliers.

,,Ik zie veel kansen voor Emmen. De vulgraad van de winkels neemt toe, er komen dus meer winkeliers en daardoor ook meer publiek. Vastgoedeigenaar Peter van Dijk, hier uit de regio, heeft het oude pand van de V&D gekocht. Dat had een lange aanlooptijd, de verkopende partij wist nauwelijks waar het noorden van het land lag, laat staan Emmen. Per 1 december is het officieel rond. Ik ben er al weken helemaal vrolijk van!

Voor onze stad betekent het dat er weer verbinding komt tussen het oude centrum en het nieuwe, met winkelcentrum de Weiert. Duizenden vierkante meters winkelruimte worden weer gevuld. Er komen vijftig appartementen boven de winkels en de dooie plek in de stad is straks niet meer.

Van Dijk is in veel opzichten de redder van Emmen, kun je wel stellen. Hij is van hier en is betrokken, dat trekt aan. Dit project zal in 2024 worden opgeleverd, maar we plukken er de vruchten nu al van. Komend

jaar verwachten we de nodige nieuwe winkels, bedrijven weten dat Emmen weer een belangrijke positie in de regio krijgt. En dat is iets waarvan we hier jaren hebben gedroomd.”

Steven Brakman, internationaal econoom en werkzaam bij de Rijksuniversiteit Groningen, schetst niet het meest rooskleurige plaatje voor 2023. ,,De term handelsoorlog is wellicht net wat te zwaar, maar we leven wel in een tijd met grote economische spanningen, waar nu een politieke laag overheen is gekomen.

Sinds het aantreden van Donald Trump en zijn beleid America first worden producten in de VS kunstmatig goedkoop gehouden, om zo de import van buitenlandse waar af te remmen. Onder het presidentschap van Joe Biden is dit beleid doorgezet.

Die politieke dimensie, nu ook met de oorlog in Oekraïne, zal dit proces verder op scherp zetten. Daarmee komt de arbeidsverdeling in de wereld in de knel. Iedereen zou moeten doen waar hij goed in is.

Frankrijk maakt wijn, Duitsland maakt auto’s. En dan ruilen we. Dat is op mondiale schaal goed voor consumenten en producenten.

Dat proces tast je aan met het kunstmatig laag houden van de prijs van binnenlandse producten. De reden daarvoor van Trump, om de arbeidsmarkt te beschermen, gaat allang niet meer op. De discussie wordt nu veel morsiger, meer in de trant van: we vertrouwen de Chinezen en de Russen niet. Ik voorzie op korte termijn een verscher-

ping, op de langere duur zal de wal het schip wel keren. Nu is er veel wantrouwen. De enige, niet-sexy oplossing hiervoor is toch de diplomatie.

Wat Nederland betreft is de arbeidsmarkt natuurlijk een groot probleem, met als onderliggende factor de vergrijzing. De steeds grotere tekorten aan personeel zullen de kwaliteit van het bestaan gaan aantasten.

In het kielzog daarvan volgt de discussie over migratie. We zullen moeten kijken naar het aannemen van mensen uit het buitenland. Je moet deze stroom alleen wel scherp gescheiden houden van de vluchtelingen. Dat is een andere discussie, waarbij ik overigens vind dat Europa het samen moet oplossen, en niet voortdurend in paniek naar Turkije, Griekenland en Italië moet kijken.

Het argument van een kleiner wordende arbeidsmarkt zou zwaar moeten wegen om de acceptatie van buitenlandse werknemers groter te maken. Natuurlijk zijn er haken en ogen. Als er jaarlijks 100.000 mensen bijkomen, willen die ook graag een auto en gebruiken ze energie. Het is zeker niet gemakkelijk.”

AF’

Biense Dijkstra, directeur van Bouwgroep Dijkstra Draisma in Dokkum, Bolsward en Groningen (410 werknemers) is klip en klaar: de bouwwereld verkeert in crisis, maar er liggen óók kansen voor het grijpen.

4 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022
>>
Laurens MeijerSteven Brakman Biense Dijkstra ‘IEDEREEN ZOU MOETEN DOEN WAAR HIJ GOED IN IS’
LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022 5
Tekst ‘ER

Empatec maakt het op maat

Grote of kleine producten van hout, producten van metaal, het monteren ervan: de nieuwe samengevoegde afdeling Maakwerk van Empatec kan het allemaal. Op maat en in series geproduceerd. Vakkundig en nauwkeurig. „Onze mensen hebben in dat opzicht een toegevoegde waarde, want ze zijn uiterst nauwkeurig en betrokken bij de producten die ze maken”, zegt Maakwerk-accountmanager Johan-Paul Yntema.

Veel Friese bedrijven maken dankbaar gebruik van de kwalitatief goede producten van Empatec. „Alles waar je als bedrijf in de huidige gespannen arbeidsmarkt geen ongeschoold personeel voor kunt vinden, kunnen wij maken.”

Zoals het zo mooi op de website van het bedrijf wordt omschreven: ‘Niet iedereen heeft de volledige loonwaarde of kan de prestatie leveren die in het reguliere bedrijfsleven wordt verwacht. Maar alle mannen en vrouwen leveren honderd procent van wat ze kunnen bijdragen.’ Yntema: „De juiste mix tussen de behoefte van de klant en de optimale inzetbaarheid van de medewerkers.”

Medewerkers erbij betrekken De leidinggevenden bij Empatec zijn erop toegespitst dat de medewerkers doen waar ze goed in zijn en ze betrekken hen ook bij het werkproces. Vaak zien ze zelf ook hoe ze hun werk zouden kunnen verbeteren, die ideeën worden meegenomen in het productieproces. Mensen zijn daardoor trots op datgene wat ze naar eer en geweten op de best mogelijke manier maken.

Onder andere de internationaal actieve bedrijven Lankhorst uit Sneek (met allerlei kunststof producten die door Empatec-medewerkers worden geassembleerd) en Ventura uit Bolsward schakelen Empatec in. Johannes Brinksma, bedrijfsmanager Maakwerk noemt medewerkers Tim en Klaas als voorbeeld.

Tim

en Klaas

„Zij maken dagelijks houten kisten voor Ventura, dat die stevige kisten gebruikt voor het wereldwijd verschepen van onderdelen van hun busdeuren.” Tim en Klaas maken er zo'n twaalf tot dertien per dag, zijn ontzettend blij en

tevreden als ze hun productieaantal hebben gehaald en denken voortdurend mee aan het verbeteren van de productie.

„Wij stellen onze productie in op de wensen van de klant en ontwerpen zo een lijn waarop we de handelingen op een Henry Ford-achtige fabrieksmanier structureren. Elke medewerker krijgt een afgebakend takenpakket en precies weet dat die moet doen. Daarin zijn onze medewerkers erg goed”, zegt Johannes Brinksma.

Seriematig productiewerk „Wij zijn sterk in kwalitatief uitstekend seriematig repeterend productiewerk verrichten”, zegt Johan-Paul Yntema. Het productiewerk wordt gerealiseerd met een indrukwekkend machinepark. Niets is te gek, alles is mogelijk. Empatec werkt vanuit Sneek en Franeker voor vier Friese gemeenten en voor een groot aantal bedrijven. „Op de afdeling montage wordt per week 22.000 meter dakrails, met alle samengevoegde componenten, gemonteerd. Deze bestaan uit 12 verschillende deelmontage onderdelen.”

Van alles wordt er gemaakt, van stalen bakken tot stevige houten kisten voor international transport, tot liftapparatuur. Maar ook kunststof steigers, kunststof picknicktafels, transportdragers. In de hout- en montagewerkplaats in Franeker maakt Empatec strak afgewerkte meubelen en meubelonderdelen. Bijvoorbeeld onderdelen met een tandverbinding. Trailers vol steigerhout worden verwerkt voor buitenkeukens en andere buitenmeubelen. In groot volume en hoge series. Uiteraard wordt alles kwalitatief hoogwaardig afgewerkt.

Heiblokmutsen voor heipalen

In de categorie eenvoudige producten, monteert het bijvoorbeeld voorgezaagd hout tot opzetstukken voor pallets. Voor bepaalde orders ook voorzien van een metalen deel dat met klinknagels vastgeklonken wordt. Dit soort kisten worden gebruikt voor transport van metalen onderdelen. En we maken heiblokmutsen voor heipalen. Allemaal producten die goed ‘houtbaar’ zijn en vervaardigd in een indrukwekkend machinepark.

Johan-Paul Yntema: „Betrouwbaarheid, ervaring en flexibiliteit staan bij ons voorop. We denken graag mee, over engineering, over hoe we samen kunnen ontwikkelen, ontwerpen en produceren. Ook maken we producten op maat.”

De Maakwerk-machines

Maakwerk Metaal heeft uitstekende machines te beschikking voor het maken van maatwerk. De machines waarmee de medewerkers hun producten maken, zijn de zetbank Trubend 3100 en de knipbank Safanplaatschaar VS255-6, een uiterst professionele zaagbank en een dito freesmachine.

Yntema: „Onze reclameslogan is niet voor niets: ‘Dat kun je niet maken’. Wat een bedrijf maar wil, dat kunnen wij maken. „Wij hebben lassers in dienst, mensen met electronicakennis: van alles. Het is zelfs zo dat we onze mensen detacheren bij andere bedrijven, als die bedrijven - en deze mensen - daardoor goed hun werk kunnen doen en met arbeidsplezier. Dat ze kunnen doen wat bij hen past. Dan zijn mensen op hun best.”

ADVERTENTIE
www.empatec.nl

Voor 2023 verwacht hij vooral dat de orderportefeuilles in de bouw verder onder druk komen te staan.

,,Onze portefeuille zit nog vol, maar de zekerheid van het orderboek neemt af. Door de oorlog, de energiecrisis en het materiaaltekort verandert de markt. Was er eerst geen rem, nu stagneert de boel. De woningbouw loopt ver achter bij de vraag. Het actuele tekort is 320.000 woningen. Tot 2030 moet er een klein miljoen aan huizen worden bijgebouwd, maar dat gaat door trage toekenning van vergunningen, het ontbreken van locaties en stijgende prijzen niet lukken. Onze werkzaamheden in de nieuwbouw lopen dus terug. Die afnemende realisatie van woningen is zorgwekkend.

Wij zijn een doorgeefluik van prijzen en zitten tussen twee werelden in, dat is soms een dilemma. Alle gasgestookte producten werden dit jaar fors duurder. De staalprijzen stegen met 30 procent en de dakpannen verdubbelden in prijs. Terwijl we nog aan het bijkomen waren van dat bericht, hoorden we dat dezelfde dakpannenfabriek dichtging vanwege de stookkosten.

Gelukkig blijft de sociale kant van de markt intact. Voor renovatie zijn geen vergunningen nodig, en de energietransitie levert installateurs veel werk op. Onze omzet gaat in 2023 stijgen. Onze branche is nog steeds positief, maar wel minder dan voorheen. Het dubbele is: dit alles stimuleert de duurzame route wel. Meer houtbouw, tonnen minder CO2-uitstoot. Poetin is feitelijk de grote aanjager van de noodzaak tot verduurzamen. We hopen op een stabilisatie van de markt, maar het wordt nooit weer zoals voor de oorlog.

Ik vind dat we in het Noorden koploper moeten worden. Laten we deze noodgedwongen situatie omarmen als kans voor onze regio en het dieptepunt gebruiken om juist te versnellen.”

‘MET DIE BESCHEIDENHEID MOETEN WE ECHT OPHOUDEN’

Carlo Ezinga, directeur Rabobank GroningenDrenthe, heeft een duidelijk beeld van hoe 2023 kan uitpakken voor het bedrijfsleven in het Noorden. Positief, mits er wordt doorgepakt. En daarbij mag de bescheidenheid best wat kleiner.

,,Allereerst verwacht ik een tweedeling in het bedrijfsleven tussen de groep die kan meekomen en zij die afhaken omdat de kosten te hoog worden. De energietransitie is nog maar net begonnen, er gaat heel veel op ons afkomen. Mijn tip: probeer niet alles binnen de muren van je eigen bedrijf op te lossen, maar ga erop uit en kijk wat er kan. Er zijn veel subsidiemogelijkheden en er is zeker meer te financieren dan vaak gedacht wordt.

In het Noorden wachten ons grote uitdagingen. Heel belangrijk: onze bedrijven en kennisinstellingen kunnen veel meer gebruikmaken van elkaar als het gaat om het behouden van kennis en het versnellen van innovaties. De talentenboot vaart nu na elk studiejaar weg richting het Westen. Een deel van de afgestudeerden keert terug, maar die grote uitloop is onnodig. We hebben veel met studenten gepraat. Ze blijven vaak het liefste in het Noorden, maar zeggen ook: ‘Er is hier niks’. Geen gave banen, geen carrièreperspectief. Terwijl we hier een prachtig woon-werkklimaat hebben en veel ruimte.

Punt is dat we onszelf onderschatten in het Noorden. Met die bescheidenheid moeten we echt ophouden, dat is een ramp. Het is misschien altijd als deugd gezien, maar het werkt nu tegen ons. We mogen trotser zijn. Er is nog zo’n groot gebied tussen hoe we ons nu profileren en borstklopperij.

De wil is er zeker, er is een grote intrinsieke trots. We hebben hier mooie kennisinstellingen en bedrijven, en deze werken ook zeker al veel samen. Als zij meer gezamenlijk naar buiten treden en daarin een versnelling maken, zal er in 2023 een flinke slag worden gemaakt. Niet langer ‘het kon minder’, maar vooral ‘het kan meer’.”

‘WE GAAN DE TEKORTEN AAN ALLE KANTEN MERKEN’

Sieger Dijkstra, voorzitter van VNO NCW MKB Noord en bestuurslid van de Economic Board Noord Nederland (EBNN), toont zich ‘gemengd positief’ over het komende jaar. Positief over de veerkracht van ondernemers, iets minder enthousiast over de overheid die een nog te starre regelgeving hanteert.

De voorman van de grootste werkgevers- en ondernemersvereniging van het Noorden ziet kansen én stevige uitdagingen in 2023 op het gebied van onder meer energie, klimaat, de arbeidsmarkt, grondstoffen en geopolitiek.

,,Het wordt een jaar van transitie, waarin we ons moeten aanpassen. We gaan de tekorten aan alle kanten merken en kunnen niet alleen naar de overheid blijven kijken om alles op te lossen en betalen. Vaak is dat de eerste reflex, maar je kunt ook denken: mijn energierekening is veel hoger, misschien moet ik meer gaan werken.

Het grote probleem daarbij is dat dit nu nauwelijks loont. Je kunt zelfs erop achteruit gaan als je extra gaat werken, doordat je bijvoorbeeld je recht op toeslagen verliest. De overheid is de afgelopen jaren als een brandblusser met euro’s gaan blussen. Daarom zeggen mensen nu al snel: laat de overheid maar bijdragen. Maar het overheidsgeld, dat zijn onze eigen centen. Die moeten ook verdiend worden.

Het zou wenselijk zijn als Den Haag het bedrijfsleven en de burgers hier en daar financieel helpt door de regels te versoepelen. Bedrijven moeten niet als pinautomaat voor alle problemen in Nederland gezien worden.

De pijn van de transitie gaan we zeker voelen. Hopelijk komen we daar samen, in solidariteit doorheen. Ook belangrijk: we moeten ons geopolitiek gezien minder afhankelijk opstellen. Er zijn cruciale grondstoffen waarvoor we nu afhankelijk zijn van één of twee landen.

Iedereen is voorstander van duurzame energie, maar zodra er een windmolen of zonnepark in onze eigen buurt komt, haken we af. Wij willen niets in onze achtertuin. Andere landen de rotzooi en wij de lusten, dat is niet langer haalbaar. Willen we dit niveau van welvaart behouden, dan moeten we allemaal aan de bak.”

‘NIEMAND HOEFT HIER BUITEN DE BOOT TE VALLEN’

Wethouder Bert Jan ten Oever van stadspartij PLOP in Assen heeft onder meer economie, werkgelegenheid en binnenstad in zijn portefeuille. Hij ziet 2023 ondanks de grote geopolitieke problemen met vertrouwen tegemoet. Hij vindt dat het bruist in zijn stad, waar flink gebouwd en vernieuwd wordt.

,,Het wordt zonder meer een spannend jaar, waarin de ontwikkeling van de prijsstijgingen een heel belangrijke factor is. De hoge inflatie, de energieprijzen: het treft iedereen. We willen onze inwoners adequaat ondersteunen om hun inkomen op pijl te houden, onder meer met een noodfonds. Niemand hoeft hier buiten de boot te vallen.

Anderzijds: een jaar geleden zaten we nog midden in de beperkingen van de pandemie, daar hadden de retail en horeca veel last van. Nu zien we een enorme toename van de vraag naar grond. De bereidheid bij ondernemers om te investeren in panden is groot en de omvangrijke nieuwbouw van bedrijven op Werklandschap Assen-Zuid zorgt voor werkgelegenheid en economische impulsen.

In 2023 leggen we de focus op een levendige binnenstad. Het hart van het Asser winkelgebied, het Koopmansplein, is al op de schop gegaan. Nu worden de aanpalende straten ook eigentijdser gemaakt. Ook stimuleren we het wonen in de binnenstad, bijvoorbeeld met de bouw van nieuwe appartementen.

We willen mensen graag vasthouden voor de regio en de werkgelegenheid bieden die past bij de bedrijven van de toekomst. Daarom zetten we flink in op onderwijs, samen met de overheid en de ondernemers.”

>>
LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022 7
Carlo EzingaSieger DijkstraBert Jan ten Oever

Inaday Merken & Patenten

De hele wereld dragen we bij ons in onze smartphone. Pushberichten maken ons opmerkzaam op nieuwe ontwikkelingen. Iets geheim houden is een utopie. Sterker nog, een ondernemer wil juist zichtbaar zijn, zijn exclusiviteit etaleren. Wat je als ondernemer niet wilt, is dat iemand anders er met jouw idee vandoor gaat. De techniek maakt het mogelijk om alles te analyseren en te kopiëren en daarmee is de behoefte gegroeid om technische vindingen, design en merken te beschermen. „Dat is waar Inaday zich in gespecialiseerd heeft”, zegt Bas-Jan ’t Jong, octrooigemachtigde. „Engineers en designers kunnen doen waar ze goed in zijn, wij nemen het vastleggen van de rechten van wat zij ontwikkelen graag op ons. Daar zijn wij goed in. Wij heten Inaday omdat we dat, desgewenst, in één dag kunnen realiseren.”

Bescherming tegen goede bedoelingen Het is een misverstand om te denken dat een patent-, model- of merkrecht je alleen moet beschermen tegen mensen met slechte bedoelingen. „De wereld is dynamisch en dichtbij. Verschillende bedrijven werken onafhankelijk van elkaar aan dezelfde oplossingen en innovaties. De kans dat je een gelijksoortig product of productiewijze ontwerpt is groot. Dat geldt ook voor vormen van producten en voor merken en afgeleide designs (branding). Met goede bedoelingen kun je toch in elkaars vaarwater komen. Een registratie geeft rechten en duidelijkheid.”

Inaday doet research en verzorgt aanvragen, en met onze kennis en ervaring zijn we ook een (sparrings)partner en adviseur.

„Het steekt wel nauw”, legt Bas-Jan uit. „Uiteraard moet wat je inbrengt nieuw en in geval van een patentaanvraag, ook technisch innovatief

zijn. Daar doen we research naar. Spannender wordt het bij de beschrijving van het product. Een niet adequate beschrijving kan uiteindelijk een belemmering vormen voor de aanvraag of juist ruimte laten aan derden. Mocht je het idee hebben dat een ander inbreuk maakt op jouw eigendomsrecht en je verliest de zaak, dan vervalt je claim op dat product in het land waar de rechtsgang is gemaakt. Althans, zo is het nu, maar volgend jaar gaat hierin wat veranderen.”

Nieuwe Europese octrooiregelgeving

Als je iets unieks hebt bedacht, dat gat in de markt, dan bescherm je dat met patentrecht; ook wel octrooi genoemd. Als een octrooiaanvraag voor Europa wordt goedgekeurd, dan kun je het octrooi in verschillende landen in Europa gaan registreren. Voor elk land betaal je leges. Dat kan dus een aardige kostenpost worden. Als een ander bedrijf inbreuk pleegt, kan het ook een kostbare en tijdrovende zaak worden als je in elk land waarin dat gebeurt een rechtsgang gaat maken. „Is er geen efficiëntere registratiemethode te bedenken, is al sinds de jaren 70 een vraag waaraan gewerkt wordt. Het heeft even geduurd, maar volgend jaar wordt er in 16 landen van de EU een ‘unitair octrooisysteem’ van kracht. Er zijn nog landen van de EU die in de procedure van ratificatie zitten. Het totaal zal uitkomen op

27 landen. Dat betekent voor een bedrijf één aanvraag, één registratie en eventueel één rechtsgang als er inbreuk wordt gepleegd. Maar, let op, het is een keuze. Elk bedrijf mag er ook voor kiezen om in het oude systeem het octrooi (patent) te registreren. Welk pad ga je bewandelen?”

„Inaday doet research en verzorgt aanvragen, en met onze kennis en ervaring zijn we ook een (sparrings)partner en adviseur. In grote lijnen zijn de voor- en nadelen al geschetst van het unitaire systeem: efficiëntie, tijd- en kostenbesparing. Het nadeel is dat mocht je ergens een patentclaim verliezen je dat in het nieuwe systeem kwijt bent in al de aangesloten landen. Een zorgvuldige analyse van een patentaanvraag is nodig om te weten wat de beste optie is. Als eenmaal het vinkje voor unitair is aangezet en goedgekeurd dan is dat niet meer terug te draaien. Zoals gezegd, wij hebben hier verstand van. Onze klanten hoeven hier niet van wakker van te liggen. Zij kunnen hun energie gebruiken voor ontwikkeling en groei.”

www.inaday.eu

ADVERTENTIE
Wiepie van den Berg, Jetske Zandberg, Bas-Jan 't Jong

FC Groningen staat angstvallig dicht bij de degradatiestreep en mede daarom moest de net aangetrokken trainer Frank Wormuth alweer vlug vertrekken. De crisis in de Euroborg leidde op Twitter meteen tot de grap dat Johan Remkes de nieuwe trainer zou worden – het bericht ging gepaard met een gefotoshopte Remkes in FC-trainingspak.

De kans dat oer-Groninger Remkes na de winterstop in de dug-out zit, is uiteraard zeer klein, maar je weet het nooit ... Immers, Remkes is de laatste jaren een veelgevraagd crisismanager die overal wordt ingehuurd als de zittende bestuurders er niet meer uitkomen. Zo’n rol vervulde hij afgelopen jaar bijvoorbeeld in het stikstofdossier. Tot tevredenheid van de meeste betrokken partijen wist hij, begin oktober, zowaar enige richting en duidelijkheid te verschaffen en vooral meer draagvlak te creëren.

De neiging een leider van buiten aan te trekken om een crisis op te lossen is begrijpelijk. Als de crisis in een organisatie of de politiek de huidige leiders boven het hoofd is gegroeid, en zijzelf bovendien onderdeel van het probleem zijn geworden, dan ligt de roep om nieuwe leiders voor de hand. Nieuwe bezems vegen wellicht ook schoner.

In het bedrijfsleven is, net als in het betaald voetbal, de standaardreactie op slechte tijden inderdaad vaak het vervangen van de leider. Zo verruilde Schiphol onlangs, na een toeristisch rampseizoen, CEO Dick Benschop door Ruud Sondag, die met al zijn logistieke ervaring nu mag proberen de lange wachttijden de kop in te drukken.

ALS JE JE GEEN REMKES KUNT VEROORLOVEN

Maar anders dan de nationale politiek of grote bedrijven, verkeren veel organisaties natuurlijk niet in de luxe positie dat ze nieuwe leiders kunnen invliegen als de omstandigheden zich wijzigen. Voor de meeste organisaties geldt dat, als de situatie om ander leiderschap vraagt, dit toch echt van de zittende leiders moet komen.

De antwoorden op grote transitievragen rond verduurzaming of de arbeidsmarkt moeten komen van mensen die nu al in het bedrijf werkzaam zijn – even een Remkes of Sondag het vuile veranderwerk laten opknappen is simpelweg geen haalbare of betaalbare optie.

Gelukkig kunnen ook zittende leiders dit soort veranderopgaven het hoofd bieden. Ook kleinere bedrijven weten zich te vernieuwen als de tijden veranderen. Maar om dit te kunnen doen, is een randvoorwaarde dat hun leiders flexibel zijn, en verschillend gedrag kunnen vertonen al naar gelang de situatie. Het vraagt vooral om zelfreflectie.

Dat is niet eenvoudig, dus leiders moeten mensen om zich heen verzamelen die hen daarbij helpen, door geregeld feedback te geven. Bovendien betekent zelfreflectie dat je op tijd weet te constateren dat je niet meer de juiste persoon op de juiste plaats bent – en wanneer een nieuwe leider van buiten dus wél echt noodzakelijk is.

Janka Stoker is hoogleraar Leiderschap en Organisatieverandering aan de Rijksuniversiteit Groningen en Harry Garretsen is hoogleraar International Economics & Business, samen vormen samen de directie van het expertisecentrum van de Rijksuniversiteit Groningen op het gebied van leiderschap. Zij schrijven op regelmatige basis voor NoordZ over leiderschapskwesties.

C OLUMN
LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022 9

TERUGBLIKKEN MET DE VOORSPELDE TOPPERS VAN 2022

Ze werden door onze experts getipt. Start-ups en innovatieve bedrijven waarop veel ogen het bijna afgelopen jaar gericht zouden zijn. Is de belofte waargemaakt? NoordZ vroeg het drie van de zeven getipte ondernemingen.

Marcel Jurian de Jong

Als een van de weinige start-ups werd Flow Your Money een jaar geleden door meerdere van onze experts getipt als potentieel groeiwonder. Dat is niet zo vreemd. Het Friese Fintechbedrijf had al langer de aandacht van de bankwereld en van investeerders. Founder Daan van Klinken uit Tijnje kreeg landelijke bekendheid toen hij samen met zijn compagnon Niels Mulder optrad in het tvprogramma Dragons’ Den En vooral omdat de twee daar een lucratief ogende investering afsloegen.

,,Daar zijn we achteraf heel blij mee’’, zegt Van Klinken. ,,Afgelopen jaar hebben we investeringsgeld opgehaald met veel betere voorwaarden. Vooral als het gaat om de participatie in ons bedrijf.’’ Heel moeilijk bleek het vinden van groeigeld niet. Sterker nog: Flow Your Money had de luxe te kunnen kiezen uit geldschieters. ,,Dat was perfect. Nu hebben we partijen achter ons die

niet alleen investeren, maar ook adviseren. Precies wat we zochten.’’

Flow Your Money is een app die automatisch je inkomende geld verdeelt over verschillende rekeningen. Zo heb je een beter overzicht en kom je niet voor verrassingen te staan. In eerste instantie mikten Van Klinken en de zijnen op de Nederlandse zzp’er. Inmiddels is de schietschijf nogal vergroot. ,,Dat hebben we geleerd van onze investeerders. Think big or go home We hebben onszelf opnieuw uitgevonden en gaan nu voor een wereldwijde impact. We willen de hele markt veranderen.’’

Met het investeringsgeld schaaft Flow de technologie fors bij onderweg naar een nieuwe missie. ,,We willen het hele financiële leven van mensen versimpelen door het te automatiseren. Inkomen wordt herkend en verdeeld, rekeningen worden betaald. Maar we kijken ook mee met doelen op langere termijn. Hoe groot moet je pensi-

oenpotje straks zijn? Dan houden we er nu rekening mee. Spaar je voor een vakantie? Dan zetten we geld opzij. We adviseren ook wat de handigste stappen zijn en kunnen het meteen regelen.’’

Flow gaat verder. De start-up wil ook de geldstromen die binnenkomen in goede banen leiden. ,,Nu is het zo dat anderen bepalen wanneer jij je loon krijgt bijvoorbeeld. Of wanneer gemachtigde betalingen worden afgeschreven. Dat willen we omdraaien, zodat je zelf de regie hebt. Voor bedrijven is dat ook een goed idee, vooral voor debiteurenbeheer. Zij hebben een veel grotere kans dat ze hun geld krijgen.’’

Mensen zijn irrationeel, en willen niet bezig zijn met geldzaken doorgaans. Flow neemt alles uit handen. Nederlandse banken, Europese banken, boekhoudprogramma’s, beleggingsplatforms; steeds meer partijen worden gekoppeld. ,,Volgend jaar gaan we verder de markt op, intussen blijven we werken aan onze droom.’’

Slim papier. Dat is de simpele uitleg van de technologisch hoogwaardige oplossing die Tapp.online uit Leeuwarden biedt. Door chips, sensors, batterijen en printplaatjes toe te voegen, neemt het ‘intelligente’ papier in de wereldwijde supply chain de plek in van weinig duurzame en effectieve plastic kastjes. Die meten temperatuur, luchtvochtigheid, locatie en meer, maar worden na de reis van het product massaal weggegooid. ,,Eén van de grote voordelen van onze technologie in papier is dat het volledig recyclebaar is. En papier wordt overal in de wereld op dezelfde manier gerecycled. Duurzamer en goedkoper lukt bijna niet’’, vertelt founder Niels Postma. Dit en de andere voordelen van zijn technologie worden door steeds meer bedrijven ontdekt.

2022 zal Postma bijblijven als een bewogen jaar. Het is het jaar waarin Tapp.online zijn koers bepaalde en waarin deuren opengin-

gen. Het jaar ook waarin grote pilots de kiem legden voor de échte gang naar de markt, die komend jaar zal plaatsvinden. Nu al komen opdrachten binnen, straks gaat het stormlopen, zo is het idee.

Over die koers eerst maar eens. ,,We hebben besloten de focus te leggen op de internationale, gekoelde supply chain. En dan gaat het in eerste instantie om food. In die markt is het essentieel om de kwaliteit en omstandigheden van de producten real time te monitoren. En dat kunnen wij.’’

De verfijning van de technologie kreeg de afgelopen jaren veel aandacht, het onderzoeken van de markt was de volgende stap. Dat lijkt nu uitgekristalliseerd. Zeker nu wereldberoemde bedrijven zich hebben gecommitteerd. Postma: ,,We zijn binnen bij Nestlé, waar we een pilot draaien. Die gaat om de supply chain van koffiebonen. Wij laten zien dat we de luchtvochtigheid van de bonen onderweg kunnen monitoren, maar ook in

Nestlé is niet de enige grote naam. Ook Microsoft werkt samen met de Friese startup. ,,Ik vlieg binnenkort weer naar het hoofdkantoor in Seattle om een presentatie te geven. Dat deed ik afgelopen jaar ook al, nadat ik iemand van het bedrijf had ontmoet op techbeurs CES in Las Vegas. Bij Microsoft hebben ze een enorme foodhall, boordevol technische snufjes. Omdat ze al het voedsel dat er binnenkomt op een innovatieve manier willen meten, raakten ze geïnteresseerd in ons. En nu loopt de pilot. Echt mooi.’’

DAANVANKLINKEN(RECHTS)&NIELSMULDER NIELSPOSTMA
‘We hebben onszelf opnieuw uitgevonden en gaan nu voor een wereldwijde impact’
LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022 11 10 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022
‘Eén van de grote voordelen van onze technologie in papier is dat het volledig recyclebaar is’
FLOW YOUR MONEY: THINK BIG OR GO HOME
TAPP.ONLINE DRAAIT PILOTS BIJ NESTLÉ EN MICROSOFT de opslag op de plek van bestemming. Dat is heel waardevolle informatie voor het bedrijf. En wij krijgen inzicht in hoe de supply chains van zulke multinationals werken.’’

‘Wij willen meer betekenen voor agrariërs’

Agrariërs investeren vaak al hun vermogen in hun bedrijf. Met het oog op de toekomst kan het verstandig zijn om een deel apart te zetten. „De boerderij staat voor de agrariër altijd op nummer één”, aldus Edo Huisman van Delen Private Bank. Hij weet waarover hij het heeft, want hij is zelf afkomstig van een Gronings akkerbouwbedrijf. „Gevolg van die focus op het bedrijf is dat al het vermogen meestal op één rekening staat. Zakelijke en privé-uitgaven lopen door elkaar. Wat overblijft, staat ongebruikt op de rekening of wordt weer in de zaak gestoken.”

„De vraag is of dat de beste aanpak is”, zegt collega Nienke Schut. „Agrariërs hebben gelijk dat zij een flinke buffer voor slechte tijden aanhouden. Zij zijn nog sterker dan andere ondernemers afhankelijk van zaken waar ze weinig invloed op hebben, zoals het weer en hun gezondheid. Toch zou het mooi zijn om met een deel van het vermogen aan de toekomst te werken, voor het geval de kinderen de boerderij willen overnemen of als zij het zelf rustiger aan willen doen.”

„Een beleggingsportefeuille zorgt voor meer spreiding en doorgaans ook voor meer rendement”, vult Johan Liezen aan. „Agrariërs zijn geneigd elke euro in land te stoppen. Grond is in het verleden geen slechte belegging gebleken, maar wat meer spreiding in het vermogen aanbrengen is veiliger.”

Financiële planning

Om de financiële toekomst van de agrariërs én hun kinderen zeker te stellen, is allereerst financiële planning nodig, betogen de drie private bankers. Zo kun je anticiperen op hoeveel liquide middelen nodig zijn wanneer het pensioen aanbreekt of je om een andere reden niet meer kunt werken, op de overdracht aan de volgende generatie of verkoop van het bedrijf aan een derde partij. „Veel agrariërs hebben voor de financiën een zakelijke adviseur en een accountant. Wij worden meestal pas bij de geldzaken betrokken na verkoop van de boerderij, als er een flink bedrag te beleggen is.” Volgens Huisman is het verstandiger om je in een vroeger stadium voor te bereiden op verschillende scenario’s.

Aan de keukentafel

„Wij willen graag meer betekenen voor agrariërs. Terwijl veel vermogensbeheerders alleen in de benen komen voor bijvoorbeeld 1 miljoen euro aan vrij belegbaar vermogen, hanteren wij geen vast instapbedrag. Bij ons kun je met een klein bedrag al terecht, al kijken we daarbij wel naar de verwachte doorgroei. Wij zijn erg laagdrempelig. Zoals wij bij agrariërs vaak aan de keukentafel zitten, heerst ook op kantoor een huiskamergevoel.”

„De geur van kuilvoer is ons niet vreemd”, voegt Liezen lachend toe. Zijn grootouders hadden een boerenbedrijf en hij woont zelf op een Drentse boerderij. De opa van collega Schut was boerenknecht. De ouders van Huisman zijn nog steeds actief als akkerbouwer. Hij zit zelf ook in de maatschap en wil op termijn de boerderij overnemen. Recentelijk verhuisde hij van Amsterdam terug naar Groningen. „Ik kom steeds weer een stapje dichter bij de boerderij.”

„Stel dat een van de kinderen de boerderij wil overnemen, maar dat niet gefinancierd krijgt. Er mag dan wel vermogen in grond zitten, als agrariër verkoop je die liever niet. Toch gun je de ouders een mooi pensioen. Hoe los je dat op? Op dat soort situaties moet je anticiperen. Voordeel van een gedegen financieel plan is bovendien dat je zakelijke investeringen beter kunt onderbouwen. En je kunt op deze manier alvast oefenen met beleggen voordat de grote bedragen vrijkomen. Zo krijg je er een gevoel voor.”

Dat de meeste agrariërs niet zo bezig zijn met financiële planning en vermogensbeheer, verbaast de collega’s niet. „Zij zitten vaak bij grootbanken en die bieden dat niet actief aan, omdat agrariërs vaak nog niet zoveel liquide vermogen hebben. Hetzelfde geldt trouwens voor de meeste private banks.”

Met vestigingen in Amsterdam, Den Bosch, Heerenveen en binnenkort Hengelo, is de bank ook letterlijk dicht bij agrarische ondernemers. Of ze nu langskomen of thuis ontvangen. „Je wordt dan bijna altijd uitgenodigd om mee door de stallen of over het land te lopen”, zegt Schut, „heel tof.”

Dat persoonlijke contact is belangrijk, merken de collega’s. „Banken doen steeds meer online. Nou zijn agrariërs behoorlijk high tech met alle robotica, maar als het over financiën gaat, hebben zij toch liever een persoonlijk gesprek.”

www.delen.bank/agrarier

ADVERTENTIE
‘Agrariërs zijn geneigd elke euro in land te stoppen. Wat meer spreiding in het vermogen is veiliger’
Edo Huisman Johan Liezen Nienke Schut

Recycling van plastic zoals de wereld het nog niet zag. Dat doet Cure Technology in Emmen. De start-up – een samenwerkingsverband van Cumapol, Morssinkhof, DSM, Niaga, Dufor, Coca-Cola en NHL Stenden Hogeschool – ontwikkelde een procedé om polyester te hergebruiken, zelfs als dat vertroebeld is door kleurstoffen en andere materialen.

,,We zijn heel goed op weg’’, zegt Marco Brons. Hij is de CTO van de start-up. Inmiddels wordt in drie ploegen geproduceerd aan de pilotlijn, van zondag- tot vrijdagavond. ,,We testen nieuwe grondstofstromen, proberen apparatuur uit, en produceren serieus. Het ziet er goed uit.’’

Cure loopt wel iets achter op schema. Dat heeft alles te maken met de Covid-pandemie en de problemen in de mondiale supply chain die daarvan deels gevolg waren. ,,De aanvoer van apparatuur en onderdelen

duurt langer. Dat merken we. We bedenken allemaal mooie oplossingen in de productielijn. Het ontwerp doen we meestal zelf, maar dan moeten de leveranciers in actie komen, en daar is de wachttijd opgelopen. In totaal heb je het over een maand of drie, vier.’’

Deze maand moet het laatste onderdeel van de beoogde productielijn gearriveerd zijn, zodat in de eerste helft van volgend jaar een besluit tot verdere investering kan worden genomen. Brons heeft er alle vertrouwen in dat dat goed komt. ,,We hebben één patent laten vastleggen en hebben zicht op meer. We doen iets unieks dat de wereld serieus verder kan helpen.’’

Om dat doel te verwezenlijken, is Cure in gesprek met grote kledingproducenten. ,,Die hebben we nodig om het proces van recycling te kunnen vervolmaken. Grote contracten zijn al afgesloten. Wat er namelijk echt nodig is voor een perfect systeem van hergebruik, is wat Brons ‘design aan de voorkant’

noemt. ,,We overtuigen de kledingproducenten ervan niet te veel verschillende soorten polyester en katoen in één kledingstuk te gebruiken. We experimenteren met manieren om al die stromen te scheiden, maar het gaat veel beter als het om uniform materiaal gaat. Wat ik voor me zie, is dat wij meekijken met het design van die kledinglijnen en kunnen vertellen wat in het licht van de recyclingmogelijkheden wel en niet een goed idee is.’’

Voor het komende jaar staat de uitbreiding van de productie op het programma, net als het aansluiten van steeds meer kledingproducenten en andere gebruikers van polyester. In Emmen werken inmiddels zeventien mensen. Brons: ,,Dat zijn geen operators meer. Ik zou ze liever R&D-medewerkers willen noemen. Ze denken constant mee om onze oplossing te verbeteren.’’

LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022 13
MARCO BRONS CURE
‘We hebben één patent laten vastleggen en hebben zicht op meer. We doen iets unieks dat de wereld serieus verder kan helpen’

Walnootdoppen, olifantengras, mangonoten, haksel van maïs, kokosvezels: het is een greep uit de ingrediënten waarvan de zwarte koolstofpellet kan worden gemaakt. ,,Het proces is direct toepasbaar, circulair en duurzaam”, legt eigenaar Ruben Hut van de Drachtster pelletfabriek Fripel uit.

ZWARTE KOOLSTOFPELLET: SNELLE OPLOSSING IN ENERGIETRANSITIE

De ondernemer ziet dat de belangstelling voor de zwarte pellet, gemaakt van hout- en vezelachtige biomassa die teruggebracht wordt tot koolstof, heel snel toeneemt. ,,Vooral nu mensen in de portemonnee worden geraakt door de hoge energieprijzen, zie je dat ze eerder bereid zijn om iets te doen. Een paar jaar geleden kreeg je nog weleens de opmerking: daar heb je weer zo’n groene rakker, maar het besef dat er snel moet worden gekeken naar alternatieve, duurzame brandstoffen is groter dan ooit.”

De zwarte pellet zou morgen kunnen worden gemaakt, aldus Hut. Hij benadrukt dat het niet dé, maar één van de oplossingen is om snel de energietransitie in te zetten. ,,Het proces om de zwarte pellet te maken is al ontwikkeld. We zouden per direct van A-hout en groen afval zwarte pellets kunnen maken door middel van het zogenoemde torre-factie proces. Bij torrefactie heb je drie fases, net als bij het maken van houtpellets. De tweede fase wijkt echter af. Bij torre-factie worden de schoongemaakte materiaaldeeltjes uit de eerste fase in een zuurstofloze omgeving verder gedroogd. Tijdens dit proces worden schadelijke stoffen eruit gehaald. In de derde fase pers je de materiaaldeeltjes tot een zwarte pellet.”

De voordelen van de zwarte pellet zijn dat die meer energie per pellet geeft en schoner verbrandt en dus minder vervuilend is, en dat de kosten van het maken gelijk zijn als het maken van de houtpellet. De hitte van de zwarte pellet vergt wel een kleine aanpassing van de bestaande pelletketels, voegt Hut toe. ,,De zwarte pellet wordt heter en dat kunnen nog niet alle ketels aan, maar die verandering is maar een kleinigheid en is zo geregeld.”

WE HEBBEN BULK NODIG

Voor het maken van de zwarte pellet zijn grote hoeveelheden biomassa materiaal nodig. Op het moment zijn de bulkhoeveelheden alleen

te vinden in A-hout en grof groenafval, legt de eigenaar van Fripel uit. ,,We hebben bulk nodig om de zwarte pellet in grote hoeveelheden te kunnen produceren. We willen graag toe naar het gebruik van bijvoorbeeld hazelnootdoppen, mangopitten, maar ook bermgras, biodegradable plastic of bamboestokjes om de zwarte pellet te produceren. Je kunt het zo gek niet bedenken of we zouden het kunnen gebruiken, maar de beschikbaarheid van grote stromen is op het moment nog te kleinschalig. Bovendien zit je met de manier waarop je bepaalde materialen zou moeten verzamelen en de beschikbaarheid per seizoen.’’

De hoeveelheden die nodig zijn voor de productie van de zwarte koofstofpellet zijn aanzienlijk. Volgens Hut ligt hier een kans voor de agrarische sector. ,,De boeren zouden de gewassen die we nodig hebben, kunnen gaan verbouwen. Een hectare olifantengras neemt CO2 op en bij de verbranding komt weer CO2 vrij. Het is energieneutraal. De circulaire mogelijkheden van de zwarte pellet zijn enorm, maar het moet wel in bulk geproduceerd worden. We hebben veel energie nodig in Nederland. Het zou bruikbaar zijn van de energiecentrale in Delfzijl tot het keteltje in de woonkamer.”

De keuze voor A-hout en groenafval – direct beschikbaar in grote hoeveelheden – ligt voor

de hand. ,,Hout en groenafval zijn aanwezig. Wat we nu moeten doen, is bewijzen dat het systeem goed werkt. Op het moment kunnen we de zwarte pellet nog niet kwijt in de bestaande verbrandingssystemen. Als we bewijzen dat de zwarte pellet goedkoop, duurzaam en circulair kan worden geproduceerd dan is men eerder bereid om de systemen met een simpele handeling aan te passen. De vraag naar de zwarte pellet neemt dan toe.”

DE MOGELIJKHEDEN ZIJN ENORM

Hut zit al jaren te wachten op de zwarte pellet, zegt hij. ,,Het materiaal laat weinig as achter en heeft een zeer hoge energiewaarde. De potentiële mogelijkheden naast verbranding zijn ook enorm. De animo om met de zwarte pellet aan de slag te gaan neemt in deze tijd van energiecrisis enorm toe. En ik hoop dat de belangstelling een versnelling in gang brengt om de zwarte koolstofpellet tussen nu en twee aar op de markt te brengen. Er moet eerst wat mee te verdienen zijn, anders komt het niet van de grond. We zijn al wel jaren aan het denken over de zwarte pellet, maar we hebben daarvoor doeners nodig. Zo ben ik contact met een groot bedrijf dat veel potentie ziet in het proces van torre-factie om er op den duur bijvoorbeeld biokerosine mee te gaan maken. Met de belangstelling van dat soort bedrijven komt de hele ontwikkeling in een stroomversnelling en dat hebben we nodig.”

De rol van biomassa in de energietransitie wordt door de overheid onderschat, benadrukt Hut. ,,Het is de allersnelste manier. Het is direct beschikbaar en toepasbaar. Natuurlijk moet er ook gekeken worden naar andere alternatieve brandstoffen, zoals waterstof. Het s echter te vroeg om biomassa te schrappen als mogelijkheid.”

„ De techniek ligt er en ik zou zeggen: ‘pak die kans’. Het is economisch aantrekkelijk, CO2neutraal, circulair en duurzaam”, somt Hut de voordelen van de zwarte koolstofpellet gemaakt uit biomassa nog eens op.

14 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022
RUBEN HUT
LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022 15
‘Er moet eerst wat mee te verdienen zijn, anders komt het niet van de grond’

Bedrijfsfinancieringen lopen storm bij Veni Leeuwarden

Veel te doen is er altijd aan het eind van het jaar. Maar nu is het opvallend druk bij de Veni Groep in Leeuwarden. Vooral bedrijfsfinancieringen worden de laatste tijd veel verstrekt. Oorzaken: verduurzaming en nieuwe kansen op de vastgoedmarkt.

We moeten groener worden met zijn allen. Uitstoot verminderen, de voetafdruk verkleinen. Verduurzamen dus, en massaal ook. Dat is – op korte termijn – een duur geintje. „Zulke investeringen verdienen zich na meerdere jaren terug, maar daarvoor is nu geld nodig”, legt Hans Hemmes uit. Hij is mede-eigenaar van de Veni Groep, specialist in bedrijfsfinancieringen, vastgoedbeleggingen, hypotheken en verzekeringen. „De overheid gaat steeds meer regels opleggen om te verduurzamen, ondernemers moeten ook wel.”

Dus komen die ondernemers in flinken getale langs. Ook bij Martijn Zaal en Baukje Haarsma, die samen het kantoor van Veni in Leeuwarden bestieren. Zaal: „Sinds kort hebben we nieuwe banken en financiers in ons aanbod, zodat we in staat zijn nog meer ondernemers te helpen aan een passende financiering.”

Dat ‘passende’ mag gerust de specialiteit van het huis worden genoemd. De Veni Groep is van alle markten thuis. Bedrijfsfinancieringen, vastgoedfinancieringen, hypotheken en verzekeringen, het is er allemaal. In Groningen werken de experts sinds deze zomer samen in een nieuw onderkomen. De kantoren in Leeuwarden, Zwolle en Enschede hebben daar ook profijt van, betoogt mede-eigenaar Richard Hamstra. „We zitten nu bij elkaar, kunnen direct overleggen en

samen tot de beste oplossingen komen voor al onze klanten, van alle kantoren.”

Kansen verzilveren Een uniek softwarepakket (Veni is de enige licentiehouder in Noord-Nederland) vergroot de kansen voor klanten nog eens, met name vastgoedklanten. Hemmes: „De software geeft een seintje als er meer rendement te halen is door slimme combinaties binnen het portfolio bijvoorbeeld. Ze stelt onze klanten ook in staat hun vastgoed zelf te beheren en hun rendement te verhogen. Zo optimaliseren wij de dienstverlening.”

‘Wij kunnen kiezen uit een hele waaier geldverstrekkers om tot een mooie oplossing voor zo’n ondernemer te komen die van huur naar koop wil’

Terug naar de bedrijfsfinancieringen. Duurzaamheid is één reden voor de drukte op de markt. Er is nog een reden: kansen voor ondernemers, die alles te maken hebben met de onzekerheid. Dat klinkt tegenstrijdig, maar is het niet. Adviseur Financieringen Martijn Zaal: „Wij ontvangen veel ondernemers die altijd hun bedrijfspand huurden en nu met forse

huurverhogingen te maken krijgen. Als ze dan de kans krijgen het pand te kopen kunnen ze veel geld besparen. Daar helpen wij graag bij.” Vastgoedeigenaren kiezen soms eieren voor hun geld. Nieuwe belastingregels, oplopende rente, stikstof, PFAS, en zeker ook de opgelegde duurzaamheidsmaatregelen kunnen leiden tot het besluit vastgoed in de verkoop te doen. „Wij kunnen kiezen uit een hele waaier geldverstrekkers om tot een mooie oplossing voor zo’n ondernemer te komen die van huur naar koop wil. En dan kan er verrassend veel”, verelt Fries Zaal.

Bedrijfsfinancieringen worden voor meer gebruikt. Verduurzaming is al genoemd, meer werkkapitaal kan ook een reden zijn. „We filteren, brengen in kaart wat een ondernemer precies nodig heeft en gaan dan zoeken naar het optimum voor de klant. Omdat we zo’n breed aanbod hebben, is er bijna altijd een mooie kans te verzilveren.”

venigroep.nl

ADVERTENTIE

In de begindagen van de automobiel, tussen 1890 en 1915, werd er nog druk geëxperimenteerd met de krachtbron. De eerste auto’s werden aangedreven door kleine stoommachines. In 1886 bouwde Carl Benz de eerste auto met een benzinemotor en twee jaar later introduceerde zijn landgenoot Andreas Flocken de elektrische auto.

Dat de benzineauto de standaard zou worden, was geen uitgemaakte zaak. De elektrische auto gooide hoge ogen. Hij was schoner, stiller en eenvoudiger te bedienen. En omdat een elektrische auto geen versnellingsbak en aandrijflijn nodig heeft, zijn er weinig onderdelen die kunnen slijten of stuk gaan. Om een vroege benzineauto te kunnen rijden moest je een halve monteur zijn; met een elektrische auto hield je schone handen. Bovendien reden elektrische auto’s gewoon beter.

NAAR DE GOLFBAAN

Dat de verbrandingsmotor de strijd won, en de elektrische auto verdreven werd naar de golfbaan, wordt meestal toegeschreven aan de beperkte actieradius van de laatste. Je kon simpel gezegd niet genoeg energie in een kilo batterijen krijgen. Het pleit werd beslecht toen Henry Ford de Model T lanceerde: een auto die voor iedereen betaalbaar was. Met een benzinemotor.

En toch is dat niet het hele verhaal. Zelfs met de technologie van rond 1900 zou het haalbaar zijn geweest om netwerken van accu-wissel-en-oplaadpunten op te zetten, in plaats van benzinepompen. Zo’n accupunt zou niet eens op het stroomnet hoeven te zitten. Die had prima kunnen draaien op een generator. Of een stoommachine. En als er vervolgens net zoveel geld was gestoken in de ontwikkeling van accu’s als in die van verbrandingsmotoren …

PADAFHANKELIJK

Zo ongeveer zou het zijn gelopen als er in de tweede helft van de 19de eeuw in de Verenigde Staten geen aardolie was gevonden. Maar dat is wel gebeurd, en toen de olie-industrie en de auto-industrie elkaar eenmaal gevonden hadden, was het een verloren race voor de elektrische auto. Dat is geen complottheorie, het is gewoon economie. Het feit dat er goedkope brandstof in overvloed beschikbaar was, was voor fabrikanten als Ford eenvoudigweg een doorslaggevend argument om voor brandstofmotoren te kiezen.

Vervolgens werd de verbrandingsmotor honderd jaar lang synoniem voor auto, en kost het nu heel veel tijd en moeite om afscheid te nemen van het ding.

OMSCHAKELKOSTEN

Bijsturen kan vaak alleen maar in het begin van een ontwikkeling. Is eenmaal een pad ingeslagen, dan gaan belangen en omschakelkosten een rol spelen en wordt het moeilijker om nog naar een ander pad te springen.

We lijken nu ook weer op het punt te staan een pad in te slaan. Het pad na het fossiele tijdperk. En de belangrijkste keuze lijkt stilzwijgend al te zijn gemaakt: alles moet zoveel mogelijk hetzelfde blijven, maar dan elektrisch. Om al die elektriciteit te leveren zijn grote investeringen nodig: windparken op zee, waterstoffabrieken, in de toekomst wellicht kerncentrales. Investeringen die noodzakelijkerwijs gedaan worden door grote bedrijven; grotendeels dezelfde bedrijven die de afgelopen honderd jaar het pad bepaald hebben.

Misschien is dat het best denkbare pad. Maar ik denk het eigenlijk niet.

Ronald Mulder is ondernemer en econoom. Man van weinig woorden.

LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022 17
C OLUMN

Eerst maar eens de situatie van nu: van de vijf niveaus van digitalisering die de smart industry onderscheidt (van beginner tot koploper), zitten veruit de meeste bedrijven op niveau 2. Digitalisering helpt, maar er is nog een lange weg te gaan voordat de fabrieken echt ‘slim’ zijn. Toch is er geen ontkomen aan. Om relevant te blijven, om de concurrentiestrijd te kunnen aangaan, om uitdagingen van nu te lijf te gaan; zonder smarter te worden lukt dat niet.

Smart industry is een verzamelbegrip voor verschillende vormen van digitalisering. Het gaat over onder meer intelligente productie, intelligente ontwikkelingsprocessen, flexibel produceren, smart working digitale ketens en meer. Veel maakbedrijven zijn bezig op één of meer van die onderdelen. Heel weinig hebben het allemaal voor elkaar. Goede voorbeelden zijn er natuurlijk ook. Betech (kunststof) in Hoogeveen bijvoorbeeld, Variass (hightechbedrijf) in Veendam en Drachten of Van Vuuren (producent van deuren) in Grou. ,,Als je het over die uitdagingen hebt, denk dan maar eens aan het tekort aan personeel. Daaraan komt voorlopig geen einde. Energievraagstukken, klimaatproblemen zijn ook van die kwesties waarvoor je slimme technologie moet inzetten. De enige manier om dat te bestrijden, is door meer te automatiseren en digitaliseren’’, zegt Pieter Dibbits. Hij is – namens werkgeversorganisatie – projectleider voor de technische industrie FME van de Smart Industry Hub Noord.

HUB IS LEKKER OP WEG

Twee jaar geleden ontstond de hub, een samenwerking tussen onderwijs, belangengroepen, overheid en bedrijven. Doel: de noordelijke maakindustrie ondersteunen op weg naar smart industry. Ondanks coro-

NOORDELIJKE INDUSTRIE WORDT STEEDS SMARTER

Smart industry, industry 4.0, digitalisering van de maakindustrie. Noem het hoe je het wilt, maar we móéten eraan. Wie nu achterblijft kan straks de tent sluiten. De Smart Industrie Hub is er om noordelijke bedrijven in de maak- en procesindustrie de toekomst in te helpen.

na is de hub lekker op weg, vertelt Hans Praat, namens de NOM projectmanager. ,,Onze masterclasses en workshops zitten inmiddels goed vol. Daaruit maken we op dat maakbedrijven steeds meer aandacht krijgen voor digitalisering.’’

Om de maak- en procesindustrie te helpen, tuigden de mensen achter de hub een laagdrempelig systeem op. Spil daarin is het assessment. Experts komen langs en lichten een bedrijf door op alle onderdelen van digitalisering. Daaruit volgt een uitgebreid rapport waarin staat waar zo’n bedrijf is op de route naar zijn eigen slimme fabriek. Het laagdrempelige assessment is gratis.

,,Inmiddels hebben we 150 van die assessments gedaan’’, zegt Praat. ,,Uiteindelijk komen we uit op 300. Dan hebben we een flink deel van de noordelijke maakindustrie gehad.’’ De assessments worden afgenomen door adviseurs van de provinciale eerstelijnsorganisaties Ynbusiness, Grobusiness en Ik Ben Drents Ondernemer en de FME en de Metaalunie. In het assessment – dat twee dagdelen in beslag neemt – wordt duidelijk waar het bedrijf staat, en wat het moet doen om te komen waar het wil. De introductieworkshop Smart Industry laat daarnaast het licht schijnen op wat belangrijk is.

En dan volgt de vervolgstap, die voor de bedrijven meestal eveneens gratis zijn. De Smart Industry Hub heeft een menukaart waaruit ondernemers kunnen kiezen om wijzer te worden, of om direct actie te ondernemen. Dibbits: ,,Het zijn kleine stappen die je kunt zetten. Dat is de beste manier. Smart Industry moet niet worden gezien als een groot monster dat op je afkomt. Je moet de tijd nemen en de goede dingen doen.’’

Op de menukaart is de masterclass een onderdeel. Die zoomt in op een specifiek

stukje van de weg naar smart industry. Datamanagement bijvoorbeeld. Webinars en workshops doen hetzelfde op andere onderwerpen. En dan is het tijd om verder de diepte in te gaan. De hub heeft een netwerk aan consultants en bedrijven met expertise om zich heen verzameld, dat direct aan de slag kan.

Praat: ,,Dat levert resultaten op, vooral omdat het een ecosysteem begint te worden waarin veel kenners zijn aangesloten. Die bespreken de maakbedrijven die om hulp vragen en komen samen tot de beste oplossingen. Het aantal aanmeldingen liep een tijdje wat achter, maar we zijn een inhaalslag aan het maken.’’

ZO SLIM MOGELIJK

Dat zegt iets over de noodzaak die gevoeld wordt om hier serieus mee aan de slag te gaan. ,,Door de bank genomen heb je twee typen argumenten om smart te worden’’, weet Praat. ,,Een kleine groep wil vooroplopen, wil innoveren, wil nieuwe markten openbreken door processen zo slim mogelijk in te richten. BMTec in Emmen is daarvan een goed voorbeeld. Voor de meeste maakbedrijven geldt dat ze zich moeten ontwikkelen om bij te blijven, om hun concurrentiepositie niet te zien verzwakken.’’

Voor het project Smart Industry Hub stelden SNN, de drie noordelijke provincies en het ministerie van EZK voor drie jaar subsidie beschikbaar. Daarvan zijn twee jaar opgebruikt. Hans Praat: ,,De hub wordt nu omgevormd in de European Digital Innovation Hub. Ik twijfel er niet aan dat we ons werk kunnen voortzetten, want we willen de ondernemers die de afgelopen jaren bij ons aanklopten gewoon verder helpen natuurlijk.’’

18 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022
PIETER TIBBITS (LINKS) EN HANS PRAAT
LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022 19

Veel mensen zullen zich van hun eerste werkdag de spanning en het geregel herinneren. Naar de ICT-afdeling voor een nieuwe laptop bijvoorbeeld ... gedoe. De aanvraag is nog niet verwerkt, want degene die erover gaat is op vakantie of ziek. De robotsoftware RPA (Robot Process Automation) zorgt ervoor dat het wél loopt. Bovendien verdient RPA zichzelf snel terug, aldus ontwikkelaar Nidaros.

ROBOT BRENGT RUST EN CONTROLE

Robotic Process Automation (RPA) is een vorm van automatisering waarbij een robot de bestaande software gebruikt zoals een medewerker dat ook zou doen. De robot maakt geen fouten en werkt 24/7 door. Het biedt kansen waar traditionele IT niet mogelijk is en nog veel handmatig werk wordt verricht.

,,Dat kan allemaal met de RPA-techniek’’, vertelt Gerben Dolsma in zijn kantoor in Hoogeveen. Hij is de oprichter van Nidaros, die de software samen met ING op de markt bracht. ,,Rond 2009 en 2010 hebben we de techniek voor het eerst toegepast. Mensen denken vaak dat RPA automatisering is, maar het is robotisering. Je moet het zo zien: robotisering gaat verder waar automatisering stopt. Een robot kan repetitief taken uitvoeren als een mens, maar kan veel langer doorwerken. De hele week lang. En waarom moet een mens altijd overal tussen zitten? Neem het voorbeeld van een krant. Als een krantenbedrijf een order ontvangt voor een abonnement, moet een medewerker dat allemaal gaan regelen. Een robot kan dat allemaal veel sneller.’’

37 SECONDEN VOOR KLUS VAN KWARTIER

Met de RPA-softwarerobot kunnen bedrijven resultaten halen waar 1 fte een week over zou doen. Als illustrerend voorbeeld noemt Dolsma de storneringen – terugboeken automatische incasso – bij woningcorporaties. ,,Een woonadviseur is per stornering een kwartier bezig om alles te checken. Als die adviseur 300 storneringen moet controleren is dat dus 300 keer een kwartier werk. Met een RPA-robot duurt dat 37 seconden per stornering. Dat gaat veel sneller. En de adviseur kan dan met de mensen aan de gang. Hetzelfde zie je bij pensioenfirma’s. Klanten zijn nu heel lang bezig met formulieren invullen, medewer-

kers moeten dat controleren. Dat is zo tijdrovend voor beide partijen.’’

De software kan in de hele maatschappij worden ingezet, volgens de oprichter. ,,Al is het een garage. De meeste medewerkers daar willen natuurlijk veel liever aan auto’s sleutelen. Als zij in de papieren moeten duiken voor een vaste klant, om bijvoorbeeld gegevens erbij te halen die ze nodig hebben, houdt dat hun weg van het werk dat ze het liefste doen. Met een robot is dat probleem opgelost.’’

De software wordt al veel gebruikt. ,,Vakbonden, banken, verzekeringsmaatschappijen’’, somt Dolsma op. ,,De grootste winst voor bedrijven is dat ze veel meer rust en controle krijgen. Het bespaart zoveel druk en stress. Ik hoor van klanten terug dat ze voor de RPA aan het begin van de werkdag gevoelsmatig met 600 problemen te kampen hadden. Aan het einde van de dag waren dat er dan nog steeds 600 voor hun gevoel. Met RPA kunnen ze alles veel efficiënter oplossen. Met de robot krijg je namelijk veel beter overzicht.’’

Dolsma krijgt heel positieve reacties op de robot. ,,Het eerste jaar hoor je vooral veel ongeloof en kunnen mensen ook wat sceptisch zijn. Gaat het allemaal wel goed met een robot? Wij begeleiden de gebruikers daarin. We geven hun handvatten. We bellen ze om te vragen hoe het gaat en geven zo goed mogelijk antwoorden op hun vragen. Na een tijdje horen we dan van klanten dat ze heel enthousiast zijn.’’

BELTEAM WAS NIET MEER NODIG ,,Op financieel vlak behalen gebruikers veel winst’’, gaat Dolsma verder. ,,Dat verschilt wel per bedrijf, want de een zet het anders in dan de ander. Niet alle winst ook meteen zichtbaar. Maar we hebben klanten die 16 fte besparen. Gemiddeld hebben klanten

hun investering binnen anderhalve maand terugverdiend en maken ze daarna meteen winst.’’ Als voorbeeld haalt Dolsma de coronapandemie aan. ,,We hebben toen een systeem gemaakt voor mensen die in de verpleging werken en getest moesten worden. Daardoor konden medewerkers binnen een kwartier weten of ze positief waren. Als dat niet zo was, konden ze meteen weer aan het werk. Het belteam was toen niet meer nodig.’’

Dat betekent wel, geeft Dolsma ook toe, dat het gebruik van RPA altijd banen zal kosten. ,,Maar dat betekent niet per definitie dat mensen dan zonder werk komen te zitten’’, zegt hij. ,,Dat denken mensen vaak bij robotisering. Maar als bepaald werk verdwijnt, kun je de medewerkers op een ander gebied inzetten, bij een andere manier van klantcontact. Het menselijk aspect zal altijd blijven bestaan.’’ Al zal het per bedrijf verschillen waar, hoe en of die medewerkers aan het werk kunnen worden gezet.

BETER AF MET TECHNIEK

Is de RPA-techniek ook af? ,,Ja en nee’’, zegt Dolsma daarover. ,,De techniek zelf is op een gegeven moment klaar. Maar de markt is sneller dan de techniek. Stel dat je twee jaar bezig bent om nieuwe software te ontwikkelen en bouwen, kunnen er tal van ideeën op de markt komen. Met RPA kan dat meteen. Maar er zit een einddatum aan.’’

,,Elk element dat positief is voor een bedrijf, dat een steentje bijdraagt, kan een robot op zich nemen’’, legt Dolsma uit. ,,En daarbij hoort ook het oplossen van problemen, of die voorkomen. Dus als een bedrijf een spreekwoordelijk steentje in de schoen ontdekt, wat narigheid veroorzaakt, is dat met een de RPA-software ook zo verholpen. En we kunnen erop anticiperen want de robot ontdekt het vaak sneller dan mensen.’’

20 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022
GERBEN DOLSMA
LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022 21

‘Onderzoek leidt tot een spiegel voor onze digitale fitheid’

Ruim 5 jaar geleden werd Groningen Digital Business Centre, kortweg GDBC, opgericht, met als doel de digitale sector in Noord-Nederland te versterken. Programmamanager Bas Baalmans vormt, samen met zijn directeur en hoogleraar Tammo Bijmolt, de enige vaste bezetting van dit kenniscentrum van de Rijksuniversiteit Groningen. PhD’s, studenten, andere hoogleraren en universitaire docenten, van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde en het Bernoulli Instituut (AI en Computer Science) worden, afhankelijk van de behoefte, variabel ingezet.

Het GDBC is daarmee een toonbeeld van een lean ingerichte organisatie, waar alle beschikbare middelen ingezet worden voor waar het voor bedoeld is: praktijk gerelateerd onderwijs en onderzoek.

Baalmans durft te stellen dat het GDBC is geslaagd in het versterken van die digitale sector. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het grote onderzoek dat momenteel loopt en waarvan de eerste resultaten inmiddels bekend zijn. Naar aanleiding van het onderzoek moet een beeld ontstaan hoe het staat met de digitale fitheid van organisaties in NoordNederland. „Het geeft een spiegel van hoe we er voor staan”, zegt Bas Baalmans, projectleider GDBC. „De eerste conclusie is dat we over de hele linie behoorlijke stappen hebben gemaakt.”

Dat stemt uiteraard tevreden, maar Baalmans beseft tegelijk dat we er daarmee nog niet zijn. „Dat besef leeft ook bij de deelnemende organisaties. Men wil volgende stappen zetten en GDBC kan daar een rol in spelen.”

Pijlers

De verschillende partijen die bij GDBC betrokken zijn werken aan 4 pijlers: het vormen van een Kennisplatform, Matchmaking, denk aan het leggen van contacten tussen digitale ondernemingen, organisaties en studenten. Verder het opzetten van een Onderwijsprogramma en het opzetten van een Onderzoekagenda, met de vraag welke onderzoeksvragen er heersen binnen de digitale sector.

Categorieën

In het onderzoek worden 4 categorieën onderscheiden. De wandelaar, die achterblijft in digitale ontwikkeling. De Snelwandelaar, die liever vasthoudt aan de traditionele manier van denken en werken. De Jogger, die zich op hun gemak voelt met de traditionele manier van dingen doen, maar innovatie wel omarmt wanneer ze er het nut van inzien. En tenslotte de Sprinter, die verandering omarmt en de eerste is die innovatie adopteert.

„In die laatste pijler past het grote onderzoek naar de digitale fitheid van organisaties, waarbij we samenwerken met Samenwerking Noord. Centrale vraag in het onderzoek is hoe het staat met de kennis en kunde van medewerkers op het gebied van digitale vaardigheden. Het is een pittige vragenlijst, maar desondanks is de respons bij de organisaties die tot nu toe hebben meegedaan groot.”

Uit de eerste conclusies wordt duidelijk dat digitalisering nadrukkelijk op de agenda staat. „Met de uitkomsten van het onderzoek kunnen de deelnemende organisaties zelf bepalen wat ze er mee gaan doen”, laat Baalmans weten. „Voordeel is dat je dankzij de deelname van meerdere organisaties kunt gaan benchmarken, waardoor je nog beter kunt meten hoe je er voor staat. Een win-win situatie.”

Vragen die bijvoorbeeld aan de orde komen zijn: hoe staan medewerkers ten opzichte van innovatie. Welke online initiatieven nemen medewerkers. Heeft de organisatie visie en aanpak rond digitale transformatie. Hoe beoordeel je de online omgeving. Geloven medewerkers in data als cruciaal onderdeel van de strategie, maar ook de rol van artificial intelligence en robotisering komt aan de orde.

„Deelnemers krijgen, uiteraard anoniem, een soort selfie”, zegt Baalmans. „Een conclusie die we uit het onderzoek kunnen trekken, is dat de bereidheid om te leren groot is. Het besef dat digitalisering een kwestie van aanhaken of afhaken is, is sterk aanwezig. Men ziet de mogelijkheden die verdergaande digitalisering, denk aan data, biedt en men wil daar stappen in maken.”

Nut en noodzaak

In de afgelopen 5 jaar is de uitwisseling tussen organisaties, bedrijven en studenten goed op gang gekomen. „Toen we begonnen vroeg men zich af wat de toegevoegde waarde van GDBC is, die vraag wordt nu niet meer gesteld. Nut en noodzaak zijn duidelijk en organisaties en bedrijven willen graag zaken doen, studenten uitnodigen die een bijdrage kunnen leveren aan een verdere digitalisering. Bijvoorbeeld als stagiair of voor het schrijven van een adviesrapport of om de nieuwste inzichten in Digital Business in het bedrijf te implementeren.”

Aansluiten

GDBC heeft ook tot doel om de traditionele kloof tussen de klassieke kennisinstellingen en het bedrijfsleven verder te dichten. „Het is van belang

dat beide partijen beter op elkaar aansluiten, ik vind dat we daar in de afgelopen jaren al behoorlijk in zijn geslaagd, mede dankzij de verdere flexibilisering in het onderwijs. Zo krijgen studenten de mogelijkheid om vier keer per jaar de vraagstukken en uitdagingen bij bedrijven op te pakken. Deze aanpak past veel beter in het onderwijs van nu, waarbij vooral ‘praktijk project gerelateerd’ wordt gewerkt. Kortom, bedrijven komen meer op de Campus naar binnen en andersom gebeurt dat ook steeds meer. Dat zorgt zowel in het onderwijs als in het bedrijfsleven voor meerwaarde.”

Waardevol

Het onderzoek naar de digitale fitheid gaat nog wel even door. „Er is geen einddatum”, geeft Baalmans aan. „Wel denken we na over een vervolgonderzoek bij de organisaties die eerder hebben deelgenomen. De onderzoeksresultaten worden als erg waardevol bestempeld, we zijn met de deelnemers in gesprek over een vervolg.”

Baalmans stelt dat we ons in een digitale transformatie bevinden, waarin we op weg zijn naar de next level. „De omgeving waarin we actief zijn verandert razendsnel en digitalisering speelt daarin een vooraanstaande rol. Het is bijblijven of afhaken, de mogelijkheden zijn legio. Studenten van de Universiteit, HBO en MBO staan klaar om bedrijven en organisaties daarin op weg te helpen.”

www.rug.nl/gdbc

ADVERTENTIE
‘Het is een kwestie van bijblijven of afhaken’

VDM Woningen - Industrieel, duurzaam en betaalbaar bouwen

Zo’n beetje iedere dag komt er een nieuwe woning uit de fabriek van VDM Woningen. Geautomatiseerd woningen bouwen heeft de toekomst. En dat weten ze al heel lang in Drogeham. De grondlegger van houtskeletbouw in Nederland kent het klappen van de zweep. Daarom kunnen ze nu meer bouwen met hetzelfde aantal mensen.

Het nieuwe kantoor van VDM Woningen is net een paar weken geleden opgeleverd, de laatste verhuisdozen staan nog naast het bureau van algemeen directeur Jan van der Meer. De nieuwbouw van drie verdiepingen heeft een oppervlakte van 1.000 vierkante meter. Het is het sluitstuk van de groei die VDM Woningen heeft doorgemaakt. Vanaf 2016 is er fors geïnvesteerd, het aantal werknemers is in die jaren gegroeid naar 180. De afgelopen jaren is de fabriek in capaciteit verdubbeld. Nu rollen er dagelijks woningen uit de geautomatiseerde fabriek. Die worden gerealiseerd volgens de houtskeletbouwmethode in een geconditioneerde omgeving. De papieren werktekeningen zijn gedigitaliseerd, computerschermen zijn het normale beeld geworden, op kantoor en in de fabriek.

„We hebben een lange historie in houtskeletbouw en in het industrieel bouwen van woningen. Het past naadloos in de trend naar verduurzaming van het bouwproces, van de bouwketen en naar biobased en circulair bouwen. We hebben fors geïnvesteerd in de uitbreiding van onze productiecapaciteit, in onze efficiency en de planning. We realiseren nu zo’n 250 woningen per jaar en de komende jaren neemt dat verder toe. Net als de stappen naar meer biobased bouwen, maar dat is vooral afhankelijk van weten regelgeving, vertelt Jan van der Meer. Samen met financieel directeur Kees Buitenwerf heeft hij de groei, die het bedrijf nu doormaakt, geïnitieerd. Gewoon in Drogeham, de thuisbasis van VDM Woningen. Kwaliteit in industriële houtskeletbouw, met eigen ontwerpen en gemaakt door vakmensen uit de omgeving. Het installatiewerk wordt verzorgd door het eigen installatiebedrijf, buitenmuren van steen worden veelal gemetseld door eigen metselaars. Vakwerk dat op Eigen Wijze en door de Eigen Aardige medewerkers wordt gerealiseerd, typeert VDM Woningen. „We zijn blij met de omgeving, met de mensen, met de kansen. Het is mooi dat we deze uitbreidingen hier konden realiseren. Het nieuwe kantoor maakt de groei van VDM Woningen zichtbaar naar de buitenwereld. We liggen op koers en zijn klaar voor meer.”

Duurzaam en betaalbaar Meer woningen bouwen voor de particuliere markt en voor projectontwikkelaars, gemeenten en als het aan Buitenwerf en Van der Meer ligt, ook voor woningbouwcorporaties. „De mogelijkheden in houtskeletbouw zijn enorm. Het is een ontzettend duurzame bouwmethode. Niet in het minst omdat de (milieu)kosten voor beton en traditionele bouw alleen maar zullen stijgen. Wij bouwen met kwalitatief goed hout uit duurzaam beheerde productiebossen in Scandinavië. We produceren duurzaam, gebruiken restmaterialen om de fabriek en kantoren te verwarmen en met 3.200 zonnepanelen voorzien wij onze gehele bedrijfslocatie en 150 huishoudens van energie. Onze houtskeletbouwmethode betekent prefab bouwen en het leveren van kant en klare woningelementen, zoals wanden en daken die voorzien zijn van isolatie, leidingen, kozijnen et cetera. Dat betekent ook dat je veel lagere faalkosten hebt in je eindproduct. Zijn alle elementen van een woning klaar, dan gaat het op transport naar de bouwplaats. Daar worden de woningen in elkaar gezet tot een compleet en

comfortabel huis met lage energielasten. Hout is niet alleen veel duurzamer dan beton, het is ook veel lichter, makkelijker en eenvoudiger te bewerken. Je hebt er een veel minder zware fundering voor nodig en het is met minder CO2 uitstoot te transporteren.” Dat maakt houtskelet ook een ideale bouwmethode voor aardbevingsbestendig bouwen. Jan van der Meer: „We realiseren veel in Groningen, de afgelopen jaren hebben we er ruim 500 woningen gebouwd. We hebben woonconcepten ontwikkeld die prima passen in het geval van de zogeheten sloopnieuwbouwprojecten. Het gaat dan om woningen die verschillen in architectuur en niet alleen aardbevingsbestendig zijn, maar ook duurzaam en hoogwaardig van kwaliteit.”

Naast de mogelijkheden die houtskeletbouw voor particulier en ontwikkelaar biedt, constateren Van der Meer en Buitenwerf nuchter dat de woningmarkt als geheel veel beter zou kunnen. „Als je het hebt over betaalbaar wonen, dan merken we dat het vooral voor een grotere groep starters steeds moeilijker wordt een huis te kopen. Dat is onder andere te wijten aan de sterk gestegen grondprijzen. Het gaat heel veel schelen, als we daar in Nederland slimmer mee omgaan. Om de gewenste bouwopgave te kunnen realiseren, moet het voortraject van de bouw versnellen”, vult Kees Buitenwerf aan. „Gemeenten kunnen in belangrijke mate zelf bijdragen aan de versnelling als ze de duur van vergunningstrajecten drastisch weten in te korten. Het hele traject voordat er daadwerkelijk gebouwd mag worden op de bouwplaats duurt momenteel veel te lang.

Op naar biobased en circulair bouwen Biobased en circulair bouwen heeft volgens de bouwers uit Drogeham de toekomst. „De mogelijkheden en materialen zijn er, het is wachten op het aanpassen van wet- en regelgeving. Met name op het gebied van isolatie zit in regelgeving nu de nodige beperking als het gaat om het toepassen van bijvoorbeeld isovlas en andere duurzame isolatie, terwijl het net zo effectief is. Voor vrijstaande woningen kunnen

onze klanten nu al kiezen voor isovlas als isolatiemateriaal, momenteel wordt er in de basis nog glaswolisolatie toegepast. De ontwikkeling en het beschikbaar komen van biobased materialen gaat snel en als de regelgeving wordt aangepast, kan op termijn voor steeds meer woningen gekozen worden voor niet-fossiele isolatie. Biobased isolatiematerialen hebben veel minder milieu-impact en dragen in hoge mate bij aan de verdere verduurzaming van zowel iedere woning als de hele bouwketen. Daarnaast kan het voor een deel van de regionale landbouw perspectief bieden.”

De vraag naar houtbouw neemt toe, merken Jan van der Meer en Kees Buitenwerf. „En terecht, het is een wezenlijke stap naar verdere verduurzaming. Door de combinatie met industrieel bouwen zoals VDM Woningen dat doet, kunnen we sneller stappen zetten naar een volledig circulaire bouweconomie. De vraag neemt toe, ook bij woningcorporaties. VDM Woningen is er klaar voor.” www.vdmwoningen.nl

ADVERTENTIE
Jan van der Meer en Kees Buitenwerf

Noord-IX, de volgende veilige stap in uitwisseling van data

Ze ontwerpen, installeren en beheren complexe netwerken. DDFR IT Infra &Security is specialist in verbindingen op internet- en datagebied. Else Maria van der Meulen van DDFR in Leeuwarden heeft een nieuwe uitdaging: het realiseren van een veilig en robuust platform voor het uitwisselen van data tussen gebruikers. Een tip van de sluier.

Noord-IX is een platform onder de vlag van DDFR die vanaf januari beschikbaar is. Een logische stap die noodzakelijk is, omdat digitalisering steeds verder gaat. Dat is op zichzelf geen nieuws. We lezen voortdurend over nieuwe apps, volgende digitale toepassingen, aansturing via internet en andere automatiserende oplossingen. Sneller, meer, beter. De infrastructuur die dat allemaal mogelijk maakt, breidt steeds verder uit. En net zoals we in Fryslân of breder in het noorden, behoefte hebben aan goede wegen, spoorlijnen en vaarwegen, zo is dat ook in de digitale infrastructuur. Ieder huis, dorp, wijk, bedrijf, instellingen, alles moet ‘ontsloten’, draadloos en via kabels. We raken er aan gewend dat we steeds grotere hoeveelheden data kunnen up- en downloaden. En we willen graag dat het allemaal veilig is, want we worden met steeds meer digitalisering steeds kwetsbaarder.

Else Maria van der Meulen, directeur van DDFR IT Infra &Security: „We zijn zo gewend dat ‘internet’ er is, dat we soms niet nadenken over een volgende stap in de noodzakelijke kwalitatieve uitbreiding van die digitale infrastructuur, terwijl de behoefte daaraan ieder dag groeit. De behoefte aan datacenters ontstond op het moment dat veel bedrijven en organisaties hun complete IT extern gingen onderbrengen. Elders, bijvoorbeeld in Amsterdam, waren die datacenters al veel eerder ontstaan en hebben we uiteraard van hieruit weer de snelle verbindingen verzorgd met de grote internetomgevingen in Amsterdam. Het past bij onze markt hier: het gaat soms in een ander tempo. Toch is juist hier vanuit die eigenheid de behoefte groot om dingen zelf te doen en het niet te willen overlaten aan anderen.”

„Op dit moment wordt heel Friesland in rap tempo verder digitaal ontsloten, onder meer omdat op grote schaal razendsnelle internetverbindingen tot in de kleinste kernen worden aangelegd. Voor DDFR IT Infra & security is daarom nu de volgende, logische stap aangebroken: partijen digitaal bij elkaar brengen. Dit doen we door het realiseren van een veilig platform in het noorden waar dataverkeer tussen groepen bedrijven of organisaties snel, beheersbaar en veilig uitgewisseld kan worden. DDFR biedt zo’n zogeheten data-exchange straks aan onder de naam Noord-IX. De technische omgeving is klaar en vanaf begin 2023 is de website waarop we onder die naam deze diensten aanbieden ook gereed: noord-ix.nl.”

Digitaal perspectief Fryslân

Else Maria van der Meulen houdt wel van een technische uitdaging op z’n tijd. Maar het is meer dan dat: ze vindt dat je altijd voor jezelf moet zorgen in je eigen regio. „Laten we niet te zeer afhankelijk zijn van bijvoorbeeld het Westen, we moeten ons eigen perspectief creëren. Dat zien we op heel veel vlakken, en met internet en digitalisering is dat net zo. Naar mijn overtuiging moeten we hier in Fryslân digitaal goed voor onszelf blijven zorgen. Willen we mee, willen we van betekenis blijven, bedrijven, instellingen en organisaties toekomst en perspectief bieden, dan hebben we dit nodig. Niet afhankelijk zijn van een andere regio, zelf regelen. En natuurlijk zorg je ervoor dat via dit nieuwe platform en knooppunt de verbinding met iedere andere denkbare regio goed verzorgd is.”

Data- uitwisseling in besloten groepen In het aanbieden van een veilig platform waar groepen gebruikers gegevens onderling kunnen uitwisselen, gaat het vooral om het zelf controle houden over de uitwisseling van data. We noemen dit ook wel Closed User Groups. „Je creeert als het ware een afgesloten digitale ruimte, waarbinnen je snel en betrouwbaar data met elkaar kan uitwisselen. Met een Closed User group maak je een veilige verbinding die afgeschermd is van het overige internetverkeer.. Je bent dus een besloten groep van gebruikers met een gemeenschappelijke informatievraag. Denk bijvoorbeeld aan verschillende partijen binnen het sociale domein. Of klanten met hun leveranciers. Je bouwt als het ware je eigen dataecosysteem. Steeds vaker is er sprake van het uitwisselen van bedrijfs- of organisatie kritische informatie. Gegevens die je wilt afschermen voor anderen en ook niet wilt blootstellen aan de onveiligheid van het wereldwijde internetverkeer. Tegelijk is het heel wezenlijk dat enorme hoeveelheden gegevens zo snel mogelijk worden uitgewisseld. Met andere woorden, je wilt de vertraging in uitwisseling zo laag mogelijk hebben, zogeheten lage latentie. Hoe sneller, liefst real time, gegevens binnen een groep uitgewisseld worden, hoe sneller er gehandeld kan worden, hoe sneller een bedrijfsmatig proces aangestuurd kan worden. Met onze nieuwe infrastructuur en diensten van Noord-IX maken we dit soort uitwisseling voor besloten gebruikersgroepen mogelijk. Snel, veilig, beheersbaar.”

www.ddfr.nl

ADVERTENTIE
Else Maria van der Meulen

WELKE TOEKOMST LATEN WIJ ACHTER?

Wij zijn Vladimir Poetin dank verschuldigd. Dankzij hem kwam de energietransitie in een stroomversnelling. Niet alleen in de vorm van isolatie, zonnepanelen en warmtepompen. Maar ook in het verruilen van de auto voor de fiets, korter douchen, met een fleecedeken op de bank en energieslurpers vervangen door energiezuinige apparaten. Aangepast gedrag: goed voor het milieu, goed voor je portemonnee en hopelijk slecht voor Poetin.

Poetin zorgde voor de doorbraak waarbij duurzaam gedrag niet eerst wordt gezien als verlies van welvaart en gemak. Wat vaak het geval is bij zaken als minder (of geen) vlees eten of vliegen. Onlangs stelden onze kinderen het nog voor: zullen we een weekendje Londen doen? Retourticket 39 euro! Duurzaam gedrag voelt dan als nu iets inleveren in ruil voor een beloning die vaag, onzeker en in de toekomst ligt. Veel negatieve klimaatgevolgen, zoals de overstromingen in Pakistan, zijn ook ver weg. In die zin hebben droogte en hevige regenval in Nederland hetzelfde effect als Poetins oorlog: ze maken het verre, abstracte en toekomstige tastbaar.

De aarde achterlaten aan onze achterkleinkinderen als een aangenaam leefbare plek. Weinig mensen zijn daarop tegen, maar helaas is dat een nogal vaag doel. Het betreft ook niet alleen beperking van broeikasgassen, maar gaat ook over waterkwaliteit, biodiversiteit, veiligheid tegen extreme weersinvloeden, tot en met ontplooiingskansen voor iedereen. Klimaatverandering is daarmee een veelkoppig monster en dus lastig te bestrijden.

Het vraagt om inzet van burgers, bedrijven en overheid. En ook om concrete doelen, keuzemogelijkheden hoe die te bereiken en ondersteuning bij de uitvoering van maatregelen. Elke burger en elk bedrijf is anders, daarom is het belangrijk dat zij de maatregelen kunnen kiezen passend bij hun specifieke situatie. Onder het motto dat mensen wel willen veranderen, maar niet veranderd worden. Mits daarmee wel de gestelde doelen worden bereikt.

Daarnaast is ondersteuning bij het kiezen en uitvoeren van maatregelen belangrijk. Ook dat vergt inzet van zowel burgers, bedrijven als overheid. De rol van burgers is tweeledig. Maak bewuste keuzes, zoals met dat weekendje naar Londen, realiseer je dat elke stem of uitgave verschil maakt. Burgers zorgen ook voor sociale beïnvloeding. Buren met zonnepanelen, vrienden met vegetarische recepten en familieleden met tips voor energiebesparing. Goed voorbeeld doet volgen, de mens is en blijft een kuddedier.

Voor bedrijven zijn er kansen en verantwoordelijkheden. Kansen omdat verandering nieuwe markten laat ontstaan. Niet alleen rond isoleren en zonnepanelen, denk ook aan vakanties, voedsel en kleding die minder belastend zijn voor het milieu. De verantwoordelijkheid van bedrijven is erin gelegen dat zij serieus investeren in een betere toekomst. En dus niet in greenwashing

Recentelijk bleken de ‘Beter voor’-stickers van Albert Heijn en de ‘groene’ schoonmaakproducten van de Action beter voor de betreffende bedrijven dan voor het milieu. Aan media en overheid de taak dit soort zeepbellen door te prikken.

Tot slot de overheid. Die moet het goede voorbeeld geven. Dus bij keuzes expliciet het belang van toekomstige generaties meenemen. Daarnaast moet de overheid burgers en bedrijven stimuleren de juiste keuzes te maken. Informeren (over huisisolatie of hergebruik van warmte in bedrijven) is een zachte manier, wat minder zacht zijn subsidies en belastingen, en hard is wetgeving.

Stem de hardheid van maatregelen af op de geboekte vooruitgang. Onze nationale overheid is nogal terughoudend met wetgeving, want dat zou bedrijven afremmen. Wetgeving kan echter ook innovatiekansen bieden. Denemarken en Zweden willen in 2030 alle binnenlandse vluchten emissievrij hebben. Dat heldere doel biedt start-ups kansen.

Uiteraard zijn wij allemaal slechts kleine schakels in een wereldwijd systeem. Maar de toekomst is het resultaat van al onze individuele keuzes. Laten we zorgen dat die goed uitvallen voor volgende generaties.

Columnist dr. Eelko Huizingh is universitair hoofddocent innovatiemanagement, oud-directeur van het innovatie expertisecentrum Vinci van de Rijksuniversiteit Groningen en auteur van het boek ‘Innovatiemanagement’.

LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022 25
C OLUMN

Hacks van instanties, cyberaanvallen op organisaties, phishing en meer. De waarschuwingen over de kwetsbaarheid van onze verbonden wereld halen dagelijks het nieuws. Cybersecurity is geen projectje van IT-nerds meer. Veiligheid zou in (bijna) ieders hoofd moeten zitten, stelt het programma CyberSecurity Noord-Nederland.

CYBERSECURITY: MET ZIJN ALLEN VOOR VEILIGHEID

Bedrijven gaan failliet, energie wordt afgesloten, banken werken niet meer, identiteiten worden gestolen, criminelen hebben vrij spel. Dat zijn zo maar wat heftige gevolgen die een hack of cyberaanval kunnen hebben. Dat lijkt nog altijd niet tot iedereen te zijn doorgedrongen. Welkom123 is en blijft een veelgebruikt wachtwoord. Wat doe je eraan? Opleiden, integreren, belangrijk maken. Dat is precies waarmee CyberSecurity Noord-Nederland bezig is.

,,Veiligheid is geen doel. Maar zonder veiligheid werkt weinig meer’’, legt Erik Rutkens uit. Hij is als deeltijd-practor Digitaal Veilige Hard- en Software aan het Noorderpoortcollege (mbo in Drenthe en Groningen) verbonden aan het programma CyberSecurity Noord-Nederland. Hij is ook ondernemer in dit speelveld (voorheen Qbit, en nu Zerocopter en Hacksclusive). ,,In de loop van de tijd zag je dat cybersecurity veranderde van iets dat iemand voor je regelt in iets waarmee we allemaal bezig moeten. En dat is ook echt zo.’’

LEREN HACKEN IN DE KLAS

Om meer bewustwording te creëren, streeft het programma naar een integratie van het onderwerp in de doorlopende leerlijnen van iedereen, te beginnen bij de kinderen. Lesprogramma’s voor op de basisschool, leren hacken in de klas. Zo moet bij iedereen duidelijk worden dat het menens is. Rutkens: ,,Met de komst van meer slimme apparaten, gaan fysieke en digitale veiligheid steeds vaker samen. Dan moet je bekend zijn met hoe je daarmee op de veiligste manier omgaat. Kijk, de hele wereld draait op software. Die bevat per definitie lekken. Dus moeten we ze zoveel mogelijk dichten, en dat begint met ons te realiseren dat ze er zijn.’’

Die bewustwording moet uiteindelijk leiden tot voorzichtigheid en actie. Bij consumenten, bij instellingen, maar zeker ook bij welkom123-ondernemingen. ,,Dat begint met bewust omgaan met wachtwoorden, en met privacy. Maar bedrijven moeten wat dat betreft leren om ook leveranciers de juiste vragen te stellen. De lekken komen ook van buitenaf binnen.’’

Rix Groenboom, lector New Business & ICT aan de Hanzehogeschool, ziet dat er nog een flinke weg te gaan is. ,,Ondernemers begrijpen zelf niet hoeveel van hun bedrijf op tech werkt. Alles wat online is, wat verbonden is, heeft zijn zwakheden.’’ Rutkens: ,,Via een printer kun je bedrijfsgeheimen achterhalen. Melkrobots zijn te hacken, bedrijfsauto’s ook. Tenzij je je er goed tegen beschermt.’’

Het Programma CyberSecurity Noord-Nederland doet meer dan lawaaimaken. De betrokken partijen (Rijksuniversiteit Groningen, Hanzehogeschool, TNO en de stichting Cyber Security Centrum Noord-Nederland) hebben als belangrijkste doel: het verhogen van de digitale weerbaarheid van het MKB in het Noorden. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat benoemde de provincie Groningen vorig jaar tot koploper van digitale veiligheid, wat een verbreding van de opdracht inhoudt.

Het provinciale subsidiegeld dat aan de benoeming hangt, wordt onder meer ingezet om ervoor te zorgen dat meer geïnvesteerd wordt in cybersecurity. Start-ups moeten de ruimte krijgen, innovaties verdienen aandacht, initiatieven moeten worden ondersteund. ,,We bereiken steeds meer ondernemers en bedrijven’’, vertelt Groenboom. ,,En dat moet ook, want kennisdeling is een van de belangrijkste instrumenten die we heb-

ben om onze doelen te bereiken.’’ Clubs als de NOO, NPAL, VNO-NCW hebben als vertegenwoordigende organen een rol als brug naar hun achterban. Het programma presenteert daar wat belangrijk is, en reikt ook instrumenten aan. De (voorlopig) belangrijkste daarvan: een gratis scan, uitgevoerd door studenten. Groenboom: ,,Dat werkt super. Die studenten zijn ontwapenend. Ze maken praktische rapporten voor de bedrijven die daar meteen mee aan het werk kunnen.’’

Dat leerproces werkt twee kanten op. Ondernemers krijgen inzicht, studenten worden opgevoed met dataveiligheid als belangrijke factor. Rix Groenboom: ,,Dat is een belangrijk deel van onze missie. We willen dat het onderwerp geïntegreerd wordt in het onderwijs. En dan niet een losse module die je mist als je net ziek bent. Nee, in het hele curriculum.’’

Dat is nog niet genoeg. Om kwaadwillenden buiten de digitale poort te houden, moet er ook basaal wat veranderen in de digitale maakindustrie. Security by Design heet dat, en de Hanzehogeschool is er aanjager van. Ook in de ontwikkeling van software verdient veiligheid een belangrijkere plek, is het idee. Dus moet daarmee vanaf het prille begin rekening worden gehouden, evenals dat gebeurt met zaken als gebruikersvriendelijkheid en functionaliteit. Veiligheid moet een standaard bouwblokje zijn van alles dat geprogrammeerd wordt.

PRIVACY

,We zijn ook druk met Privacy by Design’’, weet Groenboom. ,,Privacy ligt in het verlengde hiervan, maar behoeft heel andere expertise. Onze juridische collega’s zijn daar vol ngedoken, inclusief promotieonderzoek. We kijken onder meer naar het ontwerpproces van de coronamelder-app en andere e-healthtoepassingen.’’

Studenten zien dat nu dus terug in hun lesmateriaal. Bedrijven moeten naar het Programma komen om geholpen te worden met hun eigen Security by Design en ander advies. Rutkens: ,,Dat is wat we willen en waar wij zelf ook nog stappen te zetten hebben. Ondernemers kunnen ons nog niet goed genoeg vinden. Daarom werken we aan het opzetten van oketten in Friesland, Groningen en Drenthe.’’

Het is een onderwerp dat meer moet gaan even, een onderwerp dat meer aandacht verdient. Annette Dupree is projectleider van CyberSecurity Noord-Nederland. ,,We ontplooien initiatieven, er gebeurt al best veel, we hebben resultaten. We bedenken de oplossingen van morgen. Nu moeten we meer werken aan het bekend maken daarvan. Daarn zijn we traditioneel niet zo goed in het Noorden.’’

Dat is best zonde, want Noord-Nederland staat er – het ministerie van EZK zei het ook al – best goed op als het aankomt op het denken over en ontwikkelen van cybersafety. Erik Rutkens ziet dat ook. ,,We komen er hard aan, op de kaart van Nederland. We hebben goede start-ups, bedrijven die ertoe doen, initiatieven genoeg. En misschien nog belangrijker: we hebben steeds relevantere kennis in huis om de wereld verder te helpen. Als we elkaar maar weten te vinden, dan kan er een boel.’’

Misschien is er een natuurlijke trekker nodig. En laat die nou net onderweg zijn. Het Agentschap Telecom wijzigt volgende maand in de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur. Gewoon n Groningen. Groenboom: ,,Dat kan precies dat laatste beetje zijn dat we nodig hebben om écht innovaties te doen, te ontwikkelen en te groeien, om serieus van belang te worden hier in het Noorden.’’.

26 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022
ANNETTE DUPREE, ERIK RUTKENS EN RIX GROENBOOM
LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022 27

Honderden start-ups zien jaarlijks het levenslicht. Veel daarvan groeien op tot een stabiele onderneming, sommige stranden vroegtijdig, een heel klein deel verovert de wereld. Wij zijn die starters, wat willen ze, wat doen en laten ze ervoor, waar willen ze heen? Start Me Up duikt in een wereld vol beloften, onzekerheid, doorzettingskracht, visie en hard werken.

Roteal

Wie René de Weerd en Richt Loorbach

Wat revolutionaire einddop voor leiding

Waar Assen

Waarom om installatiewerk te vergemakkelijken

Wanneer sinds 2021

Hoe dankzij eigen ontwikkeling en creativiteit, marketing en (financiële) steun

Misselijk word je als je hoort hoeveel textiel er wereldwijd wordt weggegooid, hoeveel kleding op de storthoop belandt, en wat een bergen aan goed gemaakt spul nooit wordt gedragen. ,,Elke seconde wordt een vrachtwagen vol gedumpt’’, weet Annika Schewitz. Met haar start-up ReStyle in Groningen wil ze daar wat aan doen. Ze verhuurt kleding, zodat zeker is dat die setjes in ieder geval lang meegaan.

ReStyle is een platform waarop de te huren kleren staan afgebeeld. Members kiezen of ze één, twee of drie kledingstukken per maand willen huren en betalen daar een vergoeding voor. In Groningen en Leeuwarden wordt de bestelling vervolgens per fiets thuisbezorgd.

Kleding huren. In Nederland kennen we dat vooral in de feestbranche. Een galakostuum huren, laten stomen en terugbrengen, dat is voor veel mensen nog net vertrouwd. ,,Het is voor ons de grote uitdaging’’, zegt de Duitse founder van ReStyle. ,,Om mensen er in eerste instantie van bewust te maken dat de meeste kleding nogal slecht is voor milieu en klimaat. En in tweede instantie om bekend te krijgen dat wij een mooi alternatief bieden.’’

WINKELTJE

Ze geeft workshops, staat op beurzen, geeft modeshows en is spreker op bijeenkomsten rond duurzaamheid om aan die doelen te werken. ,,Wat ik écht zou willen, is een winkeltje in Groningen, of een popupstore. Ik zoek samenwerking met ondernemers om dat snel voor elkaar te krijgen.’’ Schewitz mikt in deze fase op studenten en young professionals. ,,Die zijn over het algemeen meer bezig met het klimaat en duurzaamheid. Ze zijn ook gewend aan het concept huren en delen. Denk maar aan auto’s, scooters, fietsen en meer. Betalen wat je gebruikt dus. En daarbij past mijn concept precies. In andere studentensteden in de wereld werken vergelijkbare initiatieven al best goed. Daar kijk ik naar.’’

Hoewel ReStyle pas afgelopen voorjaar van start ging heeft het platform al betalende leden. Annika Schewitz sloot contracten af met leveranciers van duurzame kleding en kleine Groningse ondernemers om in het aanbod op haar internetpagina te voorzien. ,,Dat moet nog worden uitgebreid.

RESTYLE: KLEDING HUREN IN HET BELANG VAN DE AARDE

Het liefst sluit ik de grote kledingconcerns aan die nu te maken hebben met de situatie waarin veel van hun textielproducten weggegooid worden. Maar het moeten wel bedrijven zijn die duurzaamheid hoog in het vaandel dragen. Anders wordt het

greenwashing en daar pas ik voor.’’

De Duitse kwam op het idee van haar verhuurplatform tijdens haar studie aan de Hanzehogeschool. ,,Ik ontdekte dat ik met

Gezeur is het, afdoppen van water- en cv-leidingen. Elke installateur kent het wel: materiaal in de juiste maat vinden, ingewikkelde tang erbij pakken, hard knellen. En als de leiding weer nodig is, gaat de dop eraf en het materiaal bij het vuil. Niet erg duurzaam, niet erg handig, niet erg leuk. Dat moet anders kunnen.

Sinds kort kan dat. De Asser start-up Roteal ontwikkelde een revolutionair (want octrooi) alternatief. Geen gereedschap meer nodig, geen afval, geen gedoe. Het gepatenteerde antwoord is een einddop die je met de hand op een buis kunt monteren. ,,Elke installateur die hem gebruikt, is om’’, zegt bedenker en mede-eigenaar van Roteal Richt Loorbach. ,,Het is nu dus vooral zaak zoveel mogelijk mensen ermee bekend te maken.’’

mode bezig wilde, maar vooral met duurzaamheid. Toevallig kwam ik in contact met VentureLab North, waar ik mijn idee verder uitwerkte. En nu ben ik tegelijk bezig met mijn master Sustainable Entrepreneurship aan de Rijksuniversiteit Groningen. Alle puzzelstukjes vallen op hun plek.’’

Om haar bedrijf verder te brengen, wil ze snel meer klanten aansluiten. ,,Vooral ook om feedback te krijgen. Daar luister ik naar om mijn aanbod uit te breiden en het platform te verbeteren. Zo verandert het concept steeds iets. Een voorbeeld? Mijn kleding kun je nu na een huurperiode ook kopen.’’ Handig voor als je zeker weet dat dat je nieuwe lievelingstrui wordt.

Voor een echt grote sprong heeft ze op termijn financiering nodig. ,,Ik heb een subsidie gekregen waarmee ik aardig wat kan doen. Als het groter wordt, moet ik weer op zoek. Ik vertrouw op het netwerk van fondsen en ondernemers die duurzaamheid aanjagen. Dat werkt vaak goed. Kijk, het is best slecht gesteld met de vervuiling en achteloosheid in de wereld. Maar er is hoop en er zijn goede initiatieven, als er maar goed samengewerkt wordt.’’

Dat het product gewenst zou moeten zijn, onderzochten de oprichters. De andere oprichter is René de Weerd, die jarenlang een installatiebedrijf had. ,,Wat ik bedenk, test hij meteen uit. Wij combineren zo samen kennis van installatietechniek en engineering.’’

DIK OVER DE 10 BAR

Langzaam maar zeker leggen steeds meer groothandels de einddoppen in verschillende maten op de plank. ,,Dat is natuurlijk best lastig. Installateurs en bedrijven zijn gewend aan de oude methode. Die moet je echt overtuigen. Dat doen we op zoveel mogelijk gelegenheden, zoals beurzen. We hebben ook al een paar keer een demo-middag gehouden hier.’’

Speciaal voor dat demonstratiedoel fabriceerde Loorbach een proefopstelling. Daar kunnen de Roteals op leidingen worden gedraaid, waarop vervolgens dik over de 10 bar wordt gezet. ,,We hebben ook kleinere modellen, waarmee we langs ondernemingen en vertegenwoordigers gaan. Vaak willen ze even voelen of er wel echt zoveel druk op staat. Ja dus.’’

De Roteal sluit met behulp van een binnenring en een inventieve buitenring. De uitvinding doet wat denken aan de bekende tuinslangverbindingen. ,,Daar heb ik ook wel naar gekeken bij het ontwerpen. Verschil is dat die tuinslangdingen meestal lekken en die van ons écht strak dicht moet zijn. Na heel veel experimenteren hebben we de vorm gevonden die werkt.’’

EINDDOPPEN DIE INSTALLATEURS VAN IRRITATIE AFHELPEN

Dat experimenteren is een kolfje naar Loorbachs hand. Hij richtte jaren geleden een bedrijf op rond technologisch vernuftig 3D-printen. Die kennis gebruikte hij

voor de eerste prototypes. ,,Het was vooral heel veel tijd investeren. Nadenken, tekenen, printen en verfijnen. Allemaal in de avondduren en weekenden.’’ En toen was er,

na pakweg anderhalf jaar, het Eureka-moment.

MEER VARIANTEN

,,Dat was ook het moment waarop we allebei besloten fulltime aan Roteal te gaan werken. Inmiddels hebben we er een aandeelhouder bij, om nog harder het gaspedaal te kunnen indrukken. Volgens ons is de tijd rijp. Onze Roteal is vergeleken met de einddoppen die doorgaans gebruikt worden duurzamer, goedkoper, sneller en recyclebaar.’’

Verschillende maten zijn er inmiddels, een speciale Roteal voor kunststof leidingen en meer komt eraan. Loorbach: ,,Ons model voor gasleidingen is binnenkort goedgekeurd. Intussen werken we aan meer varianten, omdat we goed luisteren naar vragen uit de markt.’’

De start-up sorteert voor op een grote sprong. De einddoppen worden inmiddels gemaakt bij VDL, logistiek bedrijf Oldenburger in Veendam tekent voor de assemblage en het transport naar groothandels. ,,We kunnen snel opschaen en denken dat dat nodig is. Een paar grote multinationals toont al interesse. We denken nu na over wat de beste manier is om Roteal en onze andere producten verder in Europa en daarbuiten te exporteren.’’

LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022 29 28 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022
Tekst Jean-Paul Taffijn Foto’s Marjorie Noë LIEVELINGSTRUI ANNIKA SCHEWITZ
ReStyle
Wie Annika Schewitz Wat Platform voor kledingverhuur Waar Groningen Waarom om de modewereld duurzamer te maken Hoe dankzij grote
drive, creativiteit en hulp
RICHT LOORBACH RENÉ DE WEERD

Welkom in Leeuwarden - Friesland: Capital of Water Technology

“Wat nou als we de dreiging van het water als kans kunnen zien?” Precies díe vraag dreef

uit proceswater.

In Friesland gebeurt het. Daar bieden ze het hoofd aan de meest ingewikkelde vraagstukken over water. Om die ontwikkelingen en innovaties te zien, reizen techneuten uit de hele wereld naar de WaterCampus in Leeuwarden, dé Europese HUB van de watertechnologiesector.

Stevig ecosysteem voor watertechnologiesector

Evelien Walstra is bij Vestigen in Friesland en bij gemeente Leeuwarden het aanspreekpunt voor watertech-ondernemers die overwegen zich te vestigen in Friesland. “Het is prachtig om te zien dat wat we voor ogen hadden met de start van de WaterCampus in 2004, nu ook echt werkelijkheid is. We hebben een stevig en uniek ecosysteem ontwikkeld: bedrijven, onderwijs, organisaties, kennisinstellingen en wij als overheid, iedereen

WaterCampus Leeuwarden is een van 's werelds belangrijkste innovatie- en businesshubs voor watertechnologie. Met zo'n 271 internationale samenwerkingsprogramma's waar de WaterCampuspartners Wetsus, CEW, CIV en Water Alliance bij betrokken zijn, speelt er veel. Honderden mensen werken in de Friese hoofdstad dagelijks aan wateroplossingen van de toekomst. Sinds de start van de WaterCampus in 2004 is het aantal FTE's in Friesland in de watertechnologiesector gegroeid naar 2500. Meer dan 100 bedrijven hebben zich gevestigd op de WaterCampus in Leeuwarden en omstreken.

werkt samen aan wateroplossingen voor de toekomst. We staan op de kaart, wereldwijd. Niet met een klein stipje, maar met een grote C van ‘Capital of Water Technology’,” zegt Evelien vol overtuiging. “Wij zijn op veel manieren bezig met het ontwikkelen van een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven. Zo zijn er subsidies voor innovatieve startups. Maar we zijn ook launching customer, als we ergens in geloven dan willen we dat ook laten zien. We verbinden ons met de bedrijven die hun producten op de markt brengen.

Wetsus: ‘s werelds grootste watertechnologie instituut Wetsus, het Europese kenniscentrum voor duurzame watertechnologie, is de plek waar je moet zijn voor toonaangevende kennisontwikkeling. Zo’n 56 professoren werken samen met bedrijven en onderzoeksinstituten uit heel Europa aan innovaties die een belangrijke bijdrage leveren aan de oplossing van de mondiale waterproblematiek. Wetenschap van het hoogste niveau wordt gekoppeld aan actuele vraagstukken uit het werkveld. Het wetenschappelijk onderzoeksprogramma wordt uitgevoerd door vooraanstaande universiteiten. Evelien Walstra. “Uniek is dat het bedrijfsleven meebetaalt aan het onderzoek en vaak ook

richting geeft. Wetenschap van het hoogste niveau wordt gekoppeld aan actuele vraagstukken uit het werkveld. Zo komen wetenschap en het bedrijfsleven samen en ontstaan voortdurend kansrijke start-ups.”

Nieuwkomers

Evelien Walstra werkt voor nieuw te vestigen watertechbedrijven nauw samen met de NOM en de Water Alliance, de internationale netwerkorganisatie voor bedrijven in de watertechsector. Zo zijn er onlangs weer een aantal internationale bedrijven neergestreken op de WaterCampus. Bijvoorbeeld het Australische Clean Teq Water: gespecialiseerd in innovatieve waterbehandeling en terugwinning van grondstoffen. En UVOX Redox uit Duitsland: met ultraviolet licht deactiveren zij tot 99,999 procent van alle ziektekiemen en microverontreinigingen in water. SeaO2 is een startup die met een baanbrekende techniek koolstofdioxide uit zeewater kan halen. En het bedrijf Termanox ontwikkelt een koelwaterbehandeling waarbij traditionele chemie met meer dan 95% gereduceerd kan worden.

www.vestigeninfriesland.nl

ADVERTENTIE

Slimme elektronica voor industrieel gebruik

„Een bedrijf dat essentiële onderdelen of diensten levert, kan zich met onze devices onderscheiden in de markt”, zegt Wessel Koning, directeur van Interay Solutions. “Met real time informatie over het gebruik van de productiemiddelen krijg je de benodigde kennis voor een efficiënte grip op werk- en onderhoudsprocessen. Oftewel, onze techniek maakt produceren efficiënter, eenvoudiger en veiliger. Dat bespaart kosten.”

Baanbrekend

„Stel je bijvoorbeeld automatische roldeuren in een distributie centrum voor. Wanneer je bij gaat houden hoe vaak die open en dicht gaan, hoe lang

ze daarover doen en als je de motorstroom gaat meten, dan krijg je, door die data slim te analyseren inzicht in de onderhoudsstatus van elke roldeur. Dit biedt unieke service- en garantiemogelijkheden en dat maakt de weg vrij voor nieuwe baanbrekende business modellen.”

Onze techniek maakt produceren efficiënter, eenvoudiger en veiliger. Dat bespaart kosten.

„Een ander voorbeeld. Kostenbesparing kun je op verschillende manieren realiseren. Met gegevens omtrent bewegingen, trillingen, (veranderende) snelheden, volumes, posities enzovoort van mechanische machines kun je storingen helpen voorspellen en dus voorkomen. Op afstand monitoren en sturen (Internet of Things) en zelfs op afstand storingen verhelpen, is veel efficiënter en goedkoper dan ter plekke gaan controleren. Bovendien weet je voordat je vertrekt, mocht er iets vervangen moeten worden, welke onderdelen

je mee moet nemen en wat het beste tijdstip is voor onderhoud.”

Devices die enthousiast maken

„Het ontwikkelen van slimme onderdelen start met gedegen onderzoek. Levert onze klant pompen, bijvoorbeeld, dan is het belangrijk om te weten of de pomp continu aan moet staan. Zo niet, wanneer dan wel en hoe ‘weet’ de pomp dat? Dat maatwerk vraagt om intensief meedenken met een opdrachtgever. Als de specificaties voor een nieuw product uitgewerkt zijn, gaan we ontwerpen, rekenen, simuleren, passen, meten en ook gewoon proberen en weer verbeteren. In zo’n proces word je partners van elkaar. Voor onze ‘partners’ boren we vaak een wereld aan mogelijkheden aan. ‘We hadden geen idee dat dit allemaal kon’, horen we vaak. En, ‘met jullie producten maken we het verschil’. Dat is toch fantastisch.”

www.interay.com

ADVERTENTIE
Friezen ertoe verder te gaan dan enkel balanceren. Méér te doen met water. Water gebruiken als bron voor energie- en grondstofwinning bijvoorbeeld, afvalwater zuiveren of waardevolle voedingsstoffen winnen
Wessel Koning, directeur

WATER IN KASSEN REAL TIME METEN

In professionele kassen wordt alles gecontroleerd. De luchtvochtigheid, de temperatuur, het licht. Eén hiaat is er: het water met voedingsstoffen dat naar de gewassen stroomt. In een laboratorium wordt dat weliswaar met regelmaat onderzocht, maar de uitslagen laten dagen op zich wachten. Dat probleem lost Celine op. De start-up in Heerenveen ontwikkelde technologie die de nutriënten in het water realtime meet.

,,Je moet het zo zien’’, legt CTO Wilco Dijkstra uit. ,,Om het goed te doen, hebben gewassen het ideale dieet van voedingsstoffen nodig. Te weinig is natuurlijk niet goed, maar te veel ook niet. Door ook die laatste variabele, het water, goed onder controle te krijgen, kunnen telers hun productie verbeteren en verhogen. Afgezien daarvan kunnen ze het gebruik van kostbare nutriënten verminderen.’’

AFVALWATER IN 2027 VERBODEN

Dat wil de markt wel. Dus bedachten Dijkstra en de zijnen een hoogtechnologisch systeem dat ze de Celine doopten. De machine is in staat een waslijst aan micro- en macronutriënten te meten in het water dat in kassen rond wordt gepompt. Door mid-

Celine

del van een combinatie van hardware, software, chemie en elektronica kreeg Celine een delicaat proces in de hand dat de teler direct informatie geeft.

,,Begin volgend jaar leveren we de eerste systemen uit’’, vertelt Dijkstra. ,,De afgelopen jaren hebben we gebruikt om pilots te doen, feedback te verzamelen en te verbeteren. We hebben eigenlijk twee sporen gevolgd: technologie verder ontwikkelen en de markt onderzoeken. We worden ook geholpen door de wetgeving. In 2027 wordt het voor kassen verboden om afvalwater te produceren. Alles moet gerecycled, dan wordt het nóg belangrijker om te weten wat er allemaal in zit.’’

‘METERKAST’

De Celine heeft de vorm van een ‘meterkast’ die in de technische ruimte van een kas aan de muur kan hangen. Watertoevoer, stroom en internet en het systeem is klaar om te gaan. In de ontwikkelruimte van de start-up in Heerenveen staat een klein aantal van die kasten klaar. ,,Daar hebben we veel aan gewerkt, op basis van de input van telers die onze eerdere versies testten. De units die je hier ziet, zijn de preproductieserie.’’

De proeftelers kunnen volgens de CTO niet wachten tot ze ‘hun’ systeem weer kunnen installeren. ,,Zij hebben de vroege fasemodellen getest en zijn gewend geraakt aan het realtime kunnen bekijken van belangrijke data. Toen we de pilotmodellen weghaalden voor verdere ontwikkeling, ontdekten ze meteen dat ze iets misten.’’

MOOI RESULTAAT

Celine – opgericht in 2018 – is niet over één nacht ijs gegaan. De Wageningse universiteit hielp mee met het onderzoek, de Water Alliance in Leeuwarden dacht mee over de business. Met mooi resultaat. In 2020 ontving de start-up een prestigieus Greentech Innovation & Concept Award. Een jaar later prijkte Celine in de Hillenraad Tech 50, een lijst met ‘tuinbouw techondernemingen die de wereld gaan veranderen.’

En nu staat de start-up aan de vooravond van de grote sprong de markt op. Celine is er klaar voor. Dijkstra: ,,We hebben de productie op orde, de technologie en hebben distributeurs gevonden. Dankzij onder meer het NEW-fonds konden we afgelopen tijd al vijf man in dienst nemen voor de verdere ontwikkeling. We kunnen los.’’

WILCO DIJKSTRA Wie Wilco Dijkstra en zijn team Wat Real time meten van water en nutriënten daarin Waar Heerenveen Waarom om beter en efficiënter te kunnen kweken Wanneer sinds 2018 Hoe dankzij technologische innovatiekracht en goed luisteren
LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022 31

Australische Clean TeQ Water

Watercampus

Leeuwarden.

WATERTECHNOLOGIE UIT AUSTRALIË

Het bedrijf Clean TeQ Water opent een kantoor in Leeuwarden om vandaaruit de Europese markt te bewerken. De normaalste zaak van de wereld, toch? Maar er blijkt meer aan de hand: het bedrijf komt uit Melbourne, Australië, toch een slordige 16.000 kilometer verderop. Wat komt een bedrijf zo ver van huis hier doen?

Om dat te begrijpen is het belangrijk te weten wat Clean TeQ Water precies doet. Het bedrijf ontwikkelt watertechnologieën om specifieke vraagstukken op te lossen. Hergebruik van afvalwater is bijvoorbeeld zo’n vraagstuk. ,,Dat is erg belangrijk in Australië, waar we ons hoofdkantoor hebben”, vertelt Carien Spagnuolo, de commercieel manager van Clean TeQ Water. ,,Er is altijd schaarste, dus de vraag naar water is hoog.”

SNELLER ONTWIKKELEN

En dan is een vestiging in Leeuwarden, de Capital of Water Technology, ineens niet zo’n vreemde keuze meer: op de plek waar bedrijven, onderwijsinstituten en wetenschap samenkomen op het gebied van watertechnologie. Het principe van de Watercampus is in essentie simpel: bedrijven en instituten met elkaar in contact brengen om watertechnologieproducten sneller te ontwikkelen.

,,Stel: je hebt een idee voor een slimme sensor in water”, zegt Hein Molenkamp, managing director van Water Alliance, een partnerschap van bedrijven, overheden en kennisinstituten gevestigd op de Watercampus waarbij zo’n tweehonderd bedrijven uit heel Nederland zijn aangesloten. ,,Je denkt dan als wetenschapper: die sensor breng ik binnen drie jaar op de markt. Maar in de praktijk duurt dat soms wel tien jaar.” Doordat de lijntjes binnen de Watercampus zo kort zijn heb je snel contact met andere bedrijven of instellingen die jou kunnen helpen met je idee. En zo duurt het traject

van op de markt brengen geen tien jaar, maar bijvoorbeeld vijf. ,,Neem het bedrijf Wafilin”, verduidelijkt Molenkamp. ,,Zij zijn goed in technieken met membranen, maar hebben een machinebouwer nodig en een bedrijf dat besturingssystemen maakt. Dat is gelukt, via de Watercampus. En inmiddels is het bedrijf in een aantal jaar gegroeid van vijf naar ongeveer dertig man.”

STUDENTEN VERBINDEN

Die belangrijke netwerkfunctie wordt nog eens benadrukt door de ligging van de Watercampus: het hoofdkantoor van Water Alliance zit in de voormalige Johannes de Doperkerk, midden tussen Hogeschool Van Hall Larenstein aan de ene kant en wetenschappelijk onderzoeksinstituut Wetsus aan de andere kant. In het Waterapplicatie centrum (WAC) zijn er faciliteiten en labs om pilots te doen: perfect voor scale-ups die hun producten verder willen ontwikkelen. Organisaties als het Centre of Expertise Water Technology (CEW) vanuit het hoger beroepsonderwijs, en CiV Water vanuit het middelbaar beroepsonderwijs kunnen daar studenten aan verbinden.

En dat maakt het ook een perfecte plek voor Clean TeQ Water. ,,Stel dat je een kantoor in Duitsland opent’’, zegt Carien Spagnuolo. ,,Dan moet je eerst zelf nog een lab opzetten, terwijl dat er hier in Leeuwarden al is. Daarnaast staat Nederland open voor innovatie, vooral op het gebied van water. Er is al veel infrastructuur voor watertechnologie. Plus nog de bonus van de aanwezigheid van potentiële businesspartners.” Wat ook hielp voor de keuze voor Leeuwarden: de CEO van Clean TeQ Water is Willem Vriesendorp, die Leeuwarden op de radar bracht bij het bedrijf na een ontmoeting met Molenkamp op een congres in Londen.

MIJNINDUSTRIE

Clean TeQ Water, een scale-up met ongeveer vijftig medewerkers wereldwijd, vindt zijn oorsprong in de mijnindustrie onder het moederbedrijf Sunrise Energy Metals. Vorig

jaar is Clean TeQ Water afgesplitst om zich te gaan richten op watertechnologieën als hun op grafeen gebaseerde membranen. Met membranen kun je onder meer vaste stoffen van water scheiden. Maar dankzij het grafeen kun je zelf kiezen hoe groot de openingen in het membraan zijn en zo bepalen welke stoffen je van elkaar scheidt.

De WaterCampus zit vol met bedrijven met dat soort slimme watertechnologieën. Een bekend voorbeeld: de waterrecycle-apparaten van Hydraloop van oprichter Arthur Valkieser. ,,Hij was al jaren in zijn garage bezig om die apparaten werkend te krijgen”, vertelt Molenkamp. ,,Maar in 2017 kwamen we in gesprek, werd hij geïnspireerd en opende hij een kantoor bij de WaterCampus. En daarna is het snel gegaan en zijn die apparaten niet aan te slepen.”

STAGIAIRS

Je hoort het vaker bij bedrijven: ‘We willen jong talent aan ons binden’. Dat wil natuurlijk iedereen wel, maar dat is niet altijd even makkelijk. Wat helpt, is als het talent letterlijk naast je deur zit, zoals Hogenschool Van Hall Larenstein naast de WaterCampus. Molenkamp: ,,Als je bij het Waterapplicatiecentrum een pilot doet, lopen daar letterlijk studenten rond. Die kun je dan bijvoorbeeld inzetten bij je onderzoeksproject, als ze dat willen. Je ziet zo echt gebeuren dat jong talent wordt geïnspireerd door die bedrijven. Op die manier heeft bijvoorbeeld Wafilin zeker al vijftien nieuwe medewerkers opgepikt, de afgelopen jaren.”

Een mooie kans voor studenten dus, ook bij Clean TeQ Water. En dat gaat sneller dan verwacht. Het bedrijf zit pas net in Nederland, maar studenten van TU Delft hebben hun kans al gegrepen. ,,We hebben al twee stagiairs aangenomen”, vertelt Spagnuolo. ,,Eentje is zelfs vorige week al begonnen, in Australië. We hebben straks twee Nederlandse stagiairs die aan het werk zijn in Melbourne. Dus het effect van onze aanwezigheid is al te merken.”

32 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022
Het
opent een kantoor op de
in
Wat is dat voor bedrijf? En wat betekent dat voor de Watercampus?
LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022 33

Elke ondernemer kent ze: de momenten waarop je moeite hebt te ontdekken wat de juiste keuze is. Dan is het handig als je een groot voorbeeld hebt, iemand aan wie je je kunt spiegelen. Aflevering 29: Rob Castien, directeur en mede-eigenaar van Resato in Assen.

TECHNIEK IS MOOI, MAAR WAT HEEFT DE KLANT ERAAN?

Ik zag op LinkedIn dat ik je moet feliciteren met je nieuwe functie? ,,Hmm. O, je doelt op Resato Hydrogen Technology. Dat is het onderdeel van Resato dat zich specifiek op waterstoftechnologie toelegt. En daarvan ben ik inderdaad de CEO sinds oktober. Wij denken dat die technologie zo belangrijk is, en nog meer wordt, dat we daarmee beter apart met een grotere focus kunnen doorgaan.’’

Jaren geleden maakte je die harde keuze om vol op waterstof in te zetten. Terwijl de wereld er nog niet van overtuigd was dat het waterstof zou gaan worden. Ben je van nature zo’n lefgozer? ,,Ergens wel ja. Een voorbeeld? Toen ik begin jaren 90 bij Honeywell werkte in Amsterdam hadden wij de distributierechten van Compressor Controls Corporation (CCC). Veruit de beste compressorregelaar in de markt. Ik deed de verkoop daarvan, maar vond dat het beter kon. Dus vloog ik met twee collega’s naar de VS, naar het hoofdkantoor van CCC. Dat wij de distributie van heel Europa wel konden doen. Dat durfden ze eerst niet aan, Honeywell wist van niks, maar een jaar later belden ze alsnog. Het werd een groot succes.’’

Ondernemend typje dus … ,,Zit in de familie. Mijn opa had een aannemerij, mijn vader was eigenaar van een groothandel in zoetwaren. Hij nam later verschillende vestigingen over. Was wel leuk trouwens, we hadden altijd snoep in huis. Wij waren altijd proefpanel als er nieuwe smaken bedacht waren.’’

Lef en ondernemerschap. Zijn dat de eigenschappen die je hielpen bij je verdere loopbaan bij Spark in Emmen en Resato in Roden en Assen? ,,Natuurlijk, maar meer ook. Ik heb een passie voor technologie. Ik ben werktuigbouwkundige. Maar in de loop van de tijd

ben ik steeds meer tijd gaan steken in commercie. Mijn technische kennis gebruik ik om beter te kunnen verkopen. Techniek is leuk, maar wat heeft de klant eraan?’’

Waar heb je dat geleerd? ,,Naum Staroselsky. Hij was de oprichter van CCC. Een technisch genie dat zich lang met alles bemoeide. Hij kon praten met elke klant, met elke technisch engineer. Hij eiste dat zijn verkopers het ook helemaal begrepen, hoewel dat soms onmogelijk was. Maar hij snapte dat je alleen succes kunt hebben als je kunt uitleggen wat de ander eraan heeft. Die instelling heb ik altijd bij me gehouden en gebruik ik nog steeds. Ja, Naum is wat dat betreft echt een groot voorbeeld geweest. Alleen wilde ik er een draaitje aan geven.’’

Hoe dan? ,,Ik dacht: hij weet zijn producten aan de man te brengen vanwege zijn kennis en charisma. Maar we moeten een systeem hebben dat ook andere mensen in commerciële functies kunnen volgen. Daar ben ik naar op zoek gegaan. Ik vond het bij Jeff Thull van de Prime Resource Group. Dat is dus een ander voorbeeld voor me. Hij ontwikkelde een verkoopmethode die er kort gezegd op neerkomt dat je eerst veel tijd in je potentiële klant moet investeren. Zo ontdek je waaraan behoefte is en kun je uiteindelijk met een oplossing komen. Ook nu nog heb ik bij Resato klasjes waar ik onze mensen daarin opleid. Het is best lastig, maar het werkt altijd, als je het goed doet. Voor mij is het een soort levenswijze geworden.’’

34 LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022
ROB CASTIEN
LEEUWARDER COURANT DONDERDAG15DECEMBER2022 35

Wettermerk leidt met waterbedrijven de transitie naar duurzame marketing

Wettermerk BV is een jong en creatief marketingbureau dat zich focust op de wateren cleantech bedrijven én de aanverwante maakindustrie in Nederland. Het bedrijf is in januari 2021 opgericht door Ruth Rottiné. „Als freelancer werkte ik al met enkele bedrijven in de sector zoals Wafilin Systems. Toen zij vroegen om nog meer voor ze te doen en ook clusterorganisatie van de watertechnologie sector, Water Alliance, mij stimuleerde om deze kans te grijpen, ben ik Wettermerk BV gestart.”

Een waterdicht merk

Bedrijven in de watertechnologiesector weten heel goed hoe ze hun technologie kunnen doorontwikkelen. Het vermarkten van hun producten of diensten is daarentegen nogal een uitdaging. Ze weten minder goed hoe je van je bedrijf een sterk merk kunt maken en hoe je vanuit zo'n stevig fundament, langdurig klanten kunt vinden, binden en kunt behouden. Daar komt de kennis en expertise van Wettermerk BV om de hoek kijken. „Ik werk al 10 jaar in deze innovatieve sector. Ik begrijp hoe je de vertaalslag kunt maken van technologische inhoudelijke naar begrijpelijke en relevante content die klanten nodig hebben om in zee te gaan met deze bedrijven. Er zijn maar weinig marketeers die dat kunnen, daarom leid ik mijn collega's op. Samen kunnen we deze duurzame bedrijven heel goed voorzien in alle vraagstukken rondom branding en marketing”.

Zinvol en zuivere marketing

De opdrachtgevers van Wettermerk BV hebben de impact om een schonere of water voorradige wereld te realiseren. Wettermerk wil daarin een gids zijn om deze impact wereldkundig te maken. Het begrip duurzaamheid is daarbij erg belangrijk. Bedrijven hebben een groen product maar hun hele DNA, hun hele systeem moet duurzaam zijn. Zo heeft Wettermerk BV een eigen methode ontwikkeld waarmee bedrijven ook in hun marketing groene sporen kunnen achterlaten. „We noemen dit zinvolle en zuivere marketing. Zinvol: dat het waarde creëert en realiseert voor alle stakeholders in de keten. Zuiver: dat een merk eerlijk en transparant communiceert, geen trucjes toepast én vooral waarmaakt wat het belooft.”

Werkwijze Wettermerk

Ze maken dit concreet met de stappen in hun stroommodel. Startend met de ‘bron’ waarbij je ontdekt wie je bent als merk en waar je als bedrijf dus marketingtechnisch sterker wordt. Het model eindigt met de ‘oceaan’ waarin je in staat bent om je merkflow vast te houden en door kunt groeien.

In die fase ben je als organisatie in je marketing wendbaar geworden. Daartussenin zitten nog enkele stappen. Met het stroommodel laat Wettermerk BV zien waar je als bedrijf nu staat en waar de groei van een bedrijf zit.

Knooppunt van watertechnologie

Met een eigen kantoor in Business Centre Johannes de Doper op de WaterCampus in

Leeuwarden, het hart van de watertechnologie, kunnen zij steeds meer bedrijven bedienen. „Door de vestiging in het hart van de sector, hopen wij de drempel voor potentiële opdrachtgevers die meer zichtbaar of vindbaar willen zijn, te verlagen. We beginnen bij een vrijblijvend groeigesprek en gaan van daaruit verder met één van de stappen in het stroommodel”, zegt Ruth Rottiné.

Een blik op de toekomst Wettermerk BV is erop gefocust om te blijven groeien en steeds meer bedrijven te kunnen helpen met hun zichtbaarheid. „We zitten in een groeiende markt en dat verklaart ook de groei in het aantal opdrachtgevers en het aantal FTE's. Wij werken met kleine startups, maar ook met scale-ups zoals Ferr-Tech, Salttech en maakbedrijf FIB Industries. Daarnaast hebben we sinds dit jaar ook onze eerste internationale klant, G. Larsson Starch Technology AB. Dit is een gevestigd maakbedrijf uit Zweden.” Wettermerk BV verwacht over anderhalf jaar te verdubbelen van vijftien naar dertig opdrachtgevers. Over een aantal jaren, wanneer zij de groeiende Nederlandse markt hebben voorzien, gaan zij zich richten op de water- en cleantech bedrijven in andere landen.

Wil jij weten of marketingbureau Wettermerk BV ook iets voor jou kan betekenen? Neem een kijkje op de site www.wettermerk.nl of neem direct contact op met Ruth Rottiné via ruth@wettermerk.nl. www.wettermerk.nl

ADVERTENTIE
‘We zitten in een groeiende markt en dat verklaart ook de groei in het aantal opdrachtgevers en het aantal FTE's.’
Workshop zielsmissie met PB International. Liesbeth de Hoop en Ruth Rottiné van Wettermerk Jelte Heidbuurt van Wettermerk BV en Thomas Roersma van Wafilin Systems in het FACT Mette Marit Osinga van Wettermerk BV geeft workshop aan Care4H2O

CIV: betekenisvolle vakmensen in groeiende watersector

De wereld van water verbinden met het mbo. Zorgen voor nieuwe kennis en goed opgeleide vakmensen. CIV Water in Leeuwarden is na bijna tien jaar een erkende vernieuwer en verbinder geworden. Pieter Hoekstra over de omslag in denken over water en de noodzaak van wendbare vakmensen.

„Het denken over water is volstrekt veranderd. We waren in Nederland gewend geraakt aan de strijd tegen het water, zorgen dat je water buiten de deur houdt. Nu kijken we naar hele andere fenomenen, zoals droogte, verzilting en hoe hou je water juist vast. Het vergt anders denken en ook heel anders opleiden van mensen. Kennis halen uit de praktijk. We hebben nieuwe vakmensen nodig de komende jaren en de mensen die al ‘in en met het water’ werken, en hen ook meenemen in die omslag in het denken . Het vergt een andere mindset, skills en competenties.” Pieter Hoekstra is in 2023 tien jaar onderweg met CIV Water gevestigd op de Leeuwarder WaterCampus. Een innovatief ecosysteem dat onderzoek, educatie en kennis op het gebied van water en watertechnologie samenbrengt. Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap op het gebied van water heeft zich geworteld in een breed netwerk van overheden, kennisinstellingen en bedrijven. CIV Water richt zich op de ontwikkeling van jongeren en werkenden tot wendbaar vakman door te werken aan kennis en vaardigheden, houding en gedrag.

Onderwijsvernieuwing

„We stellen ons en onze partners voortdurend de vraag: waar is behoefte aan? Van daaruit starten we ontwikkeltrajecten. Voor het mbo-onderwijs op het gebied van water, voor het bedrijfsleven maatwerkopleidingen zoals deeltijd- opleidingen, cursussen en trainingen en het delen van kennis in onze watercommunity. Onze basis was en is de wens om onderwijs en bedrijfsleven beter te laten samenwerken. Dat is gestart met MBO Life Sciences (de samenwerking tussen Friesland College en Aeres (voormalig Nordwin College), Wetterskip Fryslân, Vitens en WLN, de grondleggers van CIV Water. Het heeft een paar jaar gekost om ‘samenwerking’ te leren concreet te maken. Daar zijn we in geslaagd. Je moet blijven focussen op de behoefte-vraag en kijken hoe je dat concreet maakt, ook buiten gebaande paden. We zijn een broedplaats voor onderwijsvernieuwing geworden. Van regionaal gestarte speler in watergericht onderwijs zijn we gegroeid naar een initiatiefnemer met landelijk perspectief. Ook door Brussel worden we gezien als voorloper in onderwijsvernieuwing om mbo’ers en het mbo in beweging te krijgen.”

“In Spanje begrijpen ze droogte heel goed” „In 2020 zijn we Europees in vijf regio’s gestart met een pilot om 2 jaar te werken aan een platform voor watereducatie. Centraal stond het stimuleren van het mbo, het activeren van mbo’ers en het starten van uitwisselingen van de regio’s onder elkaar. Dat was nodig, omdat je bij mbo’ers een hele sterke focus zag op de eigen regio, het dicht bij huis blijven. Opzoeken van mensen en kennis elders, zoals dat gewoon is in wo en hbo, was niet gewoon. Juist omdat het denken over water zo veranderd is, heb je kennis van elders nodig. Wat wisten en weten wij van droogte? In Spanje, om een voorbeeld te noemen, zijn ze daar al decennia aan gewend. Zij hebben

kennis die wij niet hebben. Om de vakmensen bij te scholen en op te leiden, om ze wendbaar te maken in kennis, vaardigheden en competenties, heb je kennis en ervaringen van elders nodig. Op de WaterCampus zijn we toen in 2020 gestart met uitwisselingsprojecten met zestien studenten uit vier landen. Centraal stond de vraag, wat heeft Europa jou te bieden en hoe kunnen we van elkaar leren? Daarna hebben we een vervolgtraject aangevraagd voor vier jaar, waar we in juni 2022 mee zijn begonnen. Centraal staan onder ander de vragen hoe je droogte, schaarste aan water en verzilting aanpakt. Het is essentieel het werkveld iedere dag bij het onderwijs te betrekken. En daarnaast is het nodig dat werkveld te prikkelen mee te doen, te investeren in mensen en mogelijkheden, het werkveld moet mee aan het stuur zitten. Vakmensen leid je samen op. Elkaar opzoeken en samenwerking concreet maken: CIV Water is een intermediair geworden. Hoe kan het wel, hoe maak je nieuw beleid, waar liggen de mogelijkheden?”

Doe mee!

CIV Water heeft een mooi perspectief de komende jaren. „Met behulp van het Groeifonds van Economische Zaken, kunnen we het mboonderwijs blijven vernieuwen. Vanuit de WaterCampus gaan we dat doen op het versterken van innovatieve kracht van de sector en het versterken van publiek-private samenwerkingen. Deze pps- constructies, zoals CIV Water dat zelf ook is, hebben de afgelopen

jaren al hun grote waarde bewezen. Sinds 2010 wordt daarin landelijk geïnvesteerd om die samenwerking tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren onder de naam #wijzijnKatapult. Met de bijdrage van het Groeifonds kunnen we die samenwerkingen uitbreiden en opschalen. Meer investeren, innoveren en experimenteren. Meer technische en sociale innovatie, meer bedrijven en docenten aan het netwerk toevoegen, talentontwikkeling, meer faciliteiten voor een leven lang leren in de watersector. CIV legt met dat geld de focus op industrieel proceswater, Water & Voeding en Water & Urban. Water en watertechnologie kun je niet los zien van de bodem als basis van voedsel, diversiteit en beheer. En dat zie je niet alleen op het platteland, maar zeker ook in het stedelijk gebied.”

„CIV Water”, zegt Pieter Hoekstra, „blijft zich focussen op onderwijsvernieuwing voor meer kwaliteit en kwantiteit. Het gaat om meer gedegen kennis en een andere mindset van al die benodigde vakmensen. Meer kwaliteit en meer mensen in de breedte van de technische sector, zorgen ook voor meer aanwas in de watersector. Daarom durf ik ook te zeggen tegen mensen die nog niet in het netwerk zitten: doe mee, investeer mee!”

www.civwater.nl

ADVERTENTIE

Ensel Staalkonstrukties bedenkt technische oplossingen voor

Ze leverden staal voor prestigieuze projecten als de verbouwing van Paleis het Loo in Apeldoorn, maar ook voor de drijvende LNG-installatie in de Eemshaven, die deze winter een gastekort moet voorkomen. Ensel Staalkonstrukties in Dokkum voorziet al sinds ’83 in alle soorten staaltoepassingen voor de bouwindustrie in heel Nederland.

Hartog Ensel (58) en zijn vrouw Marcella (54) runnen het bedrijf.

Aan de Holwerderweg 23, op een industrieterrein van de Vestingstad van het Wad, is Ensel Staalkonstrukties gevestigd. Het bedrijf bestaat uit twee grote loodsen en een kantoor. In dat kantoor buigen engineers zich over tekeningen, en berekenen ze de afmetingen van constructies. In de loodsen lassen tientallen mannen de onderdelen in elkaar. Die worden vervolgens met vrachtwagens naar locatie gereden, waar monteurs van Ensel Staalkonstrukties de laatste hand aan de constructies leggen.

Technische oplossingen bedenken voor een probleem. Dat is de core business van Ensel Staalkonstrukties. “En als dat lukt, geeft dat een enorme kick”, zegt de eigenaar.

Hij werd groot in het staalbedrijf waar zijn vader in ’83 mee begon. Als jongere draaide hij op alle afdelingen mee. “Ik weet alles van staal. En ik kan ook lassen, ja zeker. Maar ik kan nu niet meer meekomen met de gecertificeerde lassers, hoor.” Hartog focust op het commerciële gedeelte. Zijn vrouw, Marcella, doet de financiën. Zij heeft een bedrijfskundige achtergrond.

Van eenvoudige tot complexe klussen

In totaal heeft Ensel Staalkonstrukties zo’n vijftig werknemers in dienst. Daarmee is het een middelgroot staalbedrijf en toonaangevend in het Noorden. De opdrachtgevers weten Ensel Staalkonstrukties al decennialang goed te vinden.

Het bedrijf heeft inmiddels een hoop vooraanstaande projecten op het cv staan, zoals de ondergrondse verbouwing van Paleis het Loo.

Voor dit project leverde Ensel Staalkonstrukties de stalen dragers om muren te ondersteunen.

“We staan goed bekend, zijn flexibel, inventief en creatief”, verklaart Hartog. “We bedenken goede oplossingen en we doen wat we zeggen.” Of het nou om een heel ingewikkelde, of eenvoudige klus gaat: “We zijn een all round bedrijf gebleven. We kunnen elke opdracht aan.”

Grote, bekende projecten Andere bekende projecten waar Ensel Staalkonstrukties aan meewerkte zijn het DUOgebouw in Groningen en de grote ronde trappen in het Drents Museum in Assen. Op dit moment is het bedrijf nog druk bezig met het project in de Eemshaven, waar een installatie wordt gebouwd voor LNG-gas. Dat wordt per schip binnengebracht, omdat we geen gas meer uit Rusland krijgen. Hartog is hier erg trots op. “Wat normaal in vier jaar gebeurt, doen we hier in een half jaar, zodat Nederlanders de winter door kunnen komen. Het voelt als landsbelang om hieraan bij te dragen.”

Als partners een bedrijf runnen Hoe het is een bedrijf te runnen met je partner? “Tja. Als er iets speelt dan lig je er wel allebei wakker van”, zegt Marcella. Toch gaat het heel goed. “We proberen thuis en werk zoveel mogelijk gescheiden te houden”, vervolgt Hartog. “En we doen allebei ook onze eigen dingen. Zo run ik samen met drie ondernemers ook nog een hotel hier in Dokkum: Hotel de Abdij.” Marcella bekleedt op haar beurt ook nog allerlei bestuursen toezichthoudende functies.

Zo is ze als bestuurslid van de Metaalunie landelijk betrokken bij het onderwijs en bestuurlijk actief in het praktijkonderwijs. Want Ensel Staalkonstrukties weet als geen ander hoe belangrijk het is jonge mensen aan te trekken en te behouden. “Wij bieden veel stageplekken en BBL-trajecten aan, zowel voor studenten van HBO, MBO als het voortgezet onderwijs. Ze zijn hier van harte welkom.”

De toekomst van Ensel Staalkonstrukties Hoewel het voor veel familiebedrijven lastig is opvolging te vinden, lijkt dit voor Ensel Staalkonstrukties wel goed te zitten. “Onze kinderen hebben interesse om het bedrijf in de toekomst over te nemen, vertelt Marcella. Dat biedt perspectief voor de toekomst, maar voorlopig hebben Hartog en Marcella zelf nog genoeg plannen en ambities. “We gaan zeker nog stappen maken”, aldus Hartog. “We willen het bedrijf uitbreiden en toekomstbestendig maken, verduurzamen et cetera, om onze klanten in de toekomst nog beter te kunnen bedienen.”

www.ensel.nl

ADVERTENTIE
een probleem: “Het geeft een kick”
Hartog en Marcella Ensel

‘We zijn op allerlei gebieden in transitie’

Het Friesch Isolatie Bedrijf (FIB), dat tegenwoordig FIB Industries heet, is een begrip in Friesland. Het bedrijf is meer dan 75 jaar geleden jaar begonnen met het isoleren van tankwagens en opslagtanks in met name de zuivelindustrie. Die tijd is voorbij. Tegenwoordig is FIB Industries een internationale speler op het gebied van proces- en drukvaste apparatenbouw en het ontwerpen en produceren van complexe roestvast stalen constructies. „Maakte FIB voorheen alles, de focus ligt nu met name op de energie- en chemiesector en hoogwaardige rvs producten”, legt algemeen directeur Menko van Gorkum uit.

Commercieel directeur Albert Botter spreekt van een transitie die het bedrijf op alle vlakken doormaakt. „Zo’n drie jaar geleden stonden we voor de keuze welke kant we met het bedrijf op wilden. Voorheen maakten we vooral opslagtanks, waar veel meer bedrijven in gespecialiseerd zijn. Daarnaast maakten we procestanks, waarbij de druk hoger is en roestvast stalen wanden dikker zijn. De keuze viel uiteindelijk op de proceskant, waarmee we de zuivel achter ons lieten, maar de deuren openden naar andere industrieën, zoals de energie- en chemiesector.” Producten van FIB Industries gaan de hele wereld over. Denk daarbij bijvoorbeeld aan filtratietanks, conische mengers, reactor internals, kristallisatoren, drukvaten en onderdelen voor gasturbines.

Veranderen

„FIB Industries was vroeger speler op alle markten. Wilde een bedrijf iets met RVS, dan konden ze hun aanvraag naar ons toe sturen en dan maakten wij het. Kortom, we konden alles redelijk goed, maar waren nergens de beste in. Dat wilden we anders.” De keuze die FIB Industries maakte kostte klanten en bracht intern weerstand met zich mee, maar het pakte uiteindelijk goed uit. „Veranderen is nooit gemakkelijk”, geeft Botter aan. „Maar, mede dankzij de keuze voor specialisatie en de inzet van onze medewerkers, werden we en zijn we wereldwijd de beste op diverse gebieden in ons vakgebied geworden.”

Er was derhalve ook een transitie op de werkvloer nodig. Van Gorkum:„ We wilden anders met onze mensen omgaan, de mensen centraal stellen. Daar zit de kennis, de kwaliteit en het vakmanschap. Zij zijn ons belangrijkste kapitaal. Nu, drie jaar later, durf ik te stellen dat er een andere wind door ons bedrijf waait en dat we met elkaar de slag hebben kunnen maken. Waarbij ik overigens niet de rol van onze toeleveranciers wil vergeten, integendeel. Zij zitten voornamelijk in de regio en ook zij moeten mee in de transitie. We hebben ze bij de hand gepakt en meegenomen in ons proces. Daardoor gaan er inmiddels heel wat bedrijven mee in onze slipstream.” Dat dit nodig is blijkt uit de cijfers. “Het liefst maken we alles zelf”, legt Van Gorkum uit. „Maar, met een omzetgroei van 50 procent lukt dat niet en daarom zijn we blij met de toeleveranciers om ons heen, die bepaalde productieonderdelen voor ons uit handen nemen.”

Kwaliteit

„Hoe complexer een opdracht is, des te leuker wij het vinden”, gaat Botter verder. „Bij alles wat we doen, willen we absoluut kwaliteit leveren. Daar hebben we allerlei certificeringen voor behaald, wat door veel klanten als voorwaarde wordt gesteld om met ons in zee te gaan. Kijk, wij hebben geen eigen producten. We maken iets wat door de klant ontworpen is, waarbij we desgevraagd mee kunnen helpen in de ontwikkeling. Dat kunnen we omdat de kennis hier zit. Kortom, wat wij maken is telkens weer iets anders. Dat maakt het ook heel aantrekkelijk voor medewerkers, die telkens weer de uitdaging

aangaan om datgene wat de klant wenst in een apparaat of complexe roestvast stalen constructie om te zetten.”

Champions League

Dat dit aanspreekt blijkt onder andere uit het feit dat zich elke maand nieuwe medewerkers melden.

Van Gorkum:„ Dat bevestigt waar we mee bezig zijn. Voor lassers is FIB Industries het walhalla. Als je wilt leren lassen in de Champions League, dan moet je bij ons zijn. Je wordt intern opgeleid in onze lasschool en loopt daarnaast mee met onze ervaren en vakkundige lassers. En als je het leuk vindt om complexe apparaten in elkaar te zetten, ben je hier ook welkom.”

Om jongeren te interesseren voor het bedrijf, bezoekt FIB Industries onder andere basisscholen. „Onze medewerkers vertellen daar vol trots waar ze dagelijks mee bezig mogen zijn. We waren een aantal jaren geleden nog behoorlijk vergrijsd, maar zijn blij met de nieuwe aanwas,

omdat daarmee ook de specifieke vakkennis kan worden overgedragen. We zullen het moeten doen door mensen zelf op te leiden. Dat is niet vervelend, integendeel. Dat pakken we op, gaan die uitdaging aan. En ook hier geldt: als het lastig wordt, vinden wij het pas leuk.”

Om ook de werkomgeving te optimaliseren wordt in 2023 geïnvesteerd in de fabriekshallen. „Er komt overal dubbele beglazing en ledverlichting en alle hallen krijgen nieuwe gevelbeplating. Deze verduurzamingsslag zorgt ervoor dat onze CO2uitstoot vermindert, maar maakt het tevens comfortabeler voor onze medewerkers.” Het geeft eens te meer aan dat de transitie die FIB Industries 3 jaar geleden heeft ingezet nog niet ten einde is.

www.fib-industries.com

ADVERTENTIE
Voor een grote klant in de USA produceert FIB Industries diverse onderdelen voor Gasturbines. Deze turbines worden veelal ingezet voor het leveren van ‘noodstroom’. De voedingsbron voor de turbines is een combinatie van gas en waterstof. Het hart van de turbines is veelal een ‘2e hands’ motor van een Boeing 747. Op deze wijze krijgen de motoren een tweede of derde leven. De toepassing is bijvoorbeeld bij een windpark. Een mooie combinatie van circulariteit en energietransitie!

‘Klanten kiezen voor zekerheid en een veilige IT-omgeving’

Dat zegt Eugène Tuijnman, oprichter en CEO van SLTN, met vestigingen in Leeuwarden en Hilversum. Het bedrijf ligt op schema om dit jaar een groei van ruim 20% te realiseren tot 250 miljoen euro en is met 600 medewerkers inmiddels een groot IT-bedrijf. „Met de flexibiliteit van een MKB-bedrijf”, voegt Tuijnman er veelbetekenend aan toe. Hij noemt het 1 van de 3 heipalen waarop SLTN is gebouwd, naast flexibiliteit zijn dat specialisatie en partnerschap.

Hard werken, doorzetten en geluk hebben noemt Tuijnman als belangrijkste ingrediënten voor de groei van SLTN, opgericht door hem in 1997. „We hebben de drive, zijn flexibel en zijn gespecialiseerd, dat onderscheidt ons in de markt.” Als voorbeeld noemt hij het feit dat SLTN meteen de producten inkoopt voor de klant, nadat de offerte is getekend. „In de praktijk duurt het vaak nog een paar weken voordat de formele inkoopopdracht volgt, maar dankzij onze expertise weten we wat de klant nodig heeft en bestellen we de producten alvast. Dat scheelt tijd.”

Zekerheid

Tuijnman ziet dat steeds meer ondernemers en organisaties voor zekerheid kiezen en hun IT volledig aan SLTN uitbesteden. „Wij vinden het belangrijk dat we een klik, een goed gevoel, hebben met onze opdrachtgevers. Kijk, je kunt overal een auto kopen, maar voor het onderhoud ga je toch naar iemand die je vertrouwt en de kwaliteit levert die je mag verwachten. Dat doet SLTN.”

Niet voor niets heeft het bedrijf medewerkers in dienst met een ‘forse werkervaring’, zoals Tuijnman het noemt. „Het werk- en denkniveau is HBO, dat wordt met name geëist door de overheid, waar SLTN diverse ministeries, provincies en gemeenten als klant hebben. Daarnaast is “learning on the job” heel belangrijk om de kennis op niveau te houden.”

Hoogste status

Future Proof IT, dat is de slogan waarmee SLTN bekend wil staan. En dat is niet voor niets. „Wij hebben de hoogste status in IT, die je wereldwijd kunt krijgen en daarvoor moeten we veel certificaten behalen. En dat is wat de klant natuurlijk merkt. Onze medewerkers beschikken over het hoogste kennisniveau maar zijn ook goed in omgang met klanten. En de IT-producten zijn altijd A-merken waarvan we weten dat ze nog jaren meegaan.”

„Zoals aangegeven besteden bedrijven en organisaties hun volledige IT aan SLTN uit en betalen daarvoor per maand een vast bedrag, een soort leaseconstructie dus. Als opdrachtgever heb je dan voorspelbare kosten, terwijl je zeker weet dat de IT binnen je bedrijf of organisatie “up to date” is én blijft en bovendien veilig is.”

Aansprakelijk

Dat is niet alleen vanwege de cybercriminaliteit van belang, maar ook omdat de wet- en regelgeving is aangepast. Tuijnman:„ Wanneer gegevens op straat komen te liggen ben je inmiddels ook als bestuurder persoonlijk aansprakelijk, daar is iedereen inmiddels van doordrongen. En heb niet de illusie dat je te klein bent en hackers het niet op jou hebben voorzien. Zo werkt het echt niet.”

Naast technische veiligheid gaat het ook om data governance, oftewel wie mag er aan welke data komen en hoe ga je als bedrijf daar mee om. „Dat

is een volgende stap in veiligheid, waar bedrijven en organisaties druk mee zijn. Ook hierbij speelt de aansprakelijkheid een grote rol. Dat geldt ook voor ons natuurlijk. Wanneer SLTN de IT van een opdrachtgever beheert, leggen we in een gezamenlijke verwerkersovereenkomst vast hoe wij met data om dienen te gaan. Daar kunnen en willen wij geen enkel risico mee lopen.”

Bewustwording

Een bedrijf of organisatie loopt vooral risico door fouten of vergissingen van medewerkers. „Circa 90 procent van alle cyberlekken ontstaat door toedoen van de mens, bijvoorbeeld doordat op een verkeerd linkje is gedrukt. En dat gebeurt sneller dan je denkt. SLTN biedt awareness cursussen aan, vooral omdat we denken dat heel veel vergissingen te voorkomen zijn. Het gaat om bewustwording, je gezond verstand gebruiken en de rust pakken, ook al moet je nog tientallen mails verwerken.”

Vorig jaar was SLTN hoofdsponsor van Indoor Friesland. „Ook zij hadden te maken met forse kostenstijgingen, maar mede dankzij ons hoofdsponsorschap kon het evenement doorgaan. De 80 kaarten die we elke dag als onderdeel van de deal kregen, hebben we uitgedeeld aan mensen die normaal gesproken niet bij een dergelijk evenement aanwezig kunnen zijn. Dat was leuk om te doen.”

De digitalisering van de samenleving neemt enorm toe. Corona was daar onder andere de katalysator voor. „Een deel daarvan is blijven hangen, zo is vergaderen via de computer nog steeds gemakkelijk. En zo kan ik meer toepassingen noemen die we sinds Corona hebben ontdekt. Onze verwachting is dat aan die verdere digitalisering geen einde komt, integendeel. Kijk alleen maar naar de mogelijkheden van Artificial Intelligence. Binnen de brancheorganisatie NL Digital maken we nu afspraken hoe we daar mee om moeten gaan, zeker als het op ethiek aankomt. Wat mag een drone bijvoorbeeld wel of niet en datzelfde geldt voor een robot.”

2023

De ontwikkelingen gaan dus razendsnel en bedrijven en organisaties moeten alle zeilen bijzetten om bij te blijven. Volgens Tuijnman zal IT in 2023 duurder worden. „Een gevolg van de sterke dollar, de hogere rente, personeelskosten en het feit dat IT veel stroom kost. Maar, hebben we een keuze? Nee, ik ken geen enkel bedrijf waar IT geen belangrijke rol speelt. Daarom gaan we in gesprek met onze klanten en maken we duidelijk dat ze rekening moeten houden met hogere kosten. Het overkomt ons ook en we hebben er geen invloed op. Vanuit een maatschappelijke betrokkenheid kijken we wel wat de consequenties zijn. Dat vinden we belangrijk en zo treden we onze klanten ook tegemoet.”

www.sltn.nl

ADVERTENTIE

Reitsma Bouw sterk in kwaliteit

Reitsma Bouw uit Drachten is een ontwikkelende bouwer waar kwaliteit telt. Een regionaal bouwbedrijf met haar roots in Fryslân en tegelijkertijd onderdeel van het landelijk concern VolkerWessels. Vestigingsleider Jan Johan de Vries over stappen maken in de Friese bouwmarkt en herkenbaarheid.

Haalbare ambities

Wie nu in de nieuwe Leeuwarder wijk Middelsee om zich heen kijkt, kan zich bijna niet voorstellen hoe bijzonder deze nieuwe wijk wordt. Met als eyecatcher het complex Huis aan de Haven pal aan het Van Harinxmakanaal. Een eigenzinnig appartementencomplex dat Reitsma Bouw in opdracht van ontwikkelaar MWPO bouwt. “Wij zijn sterk in één op één projecten, waarbij we de klant op basis van een budgetgestuurde aanpak helpen een complexe of ambitieuze opgave haalbaar te houden. Huis aan de Haven is het eerste project dat MWPO in Fryslân ontwikkeld. En het eerste grote complex dat in deze nieuwe wijk wordt gerealiseerd. Wij zijn betrokken voor de realisatie en verzorgen ook de kopersbegeleiding. De bouw is na de zomervakantie gestart en het project wordt in het tweede kwartaal van 2024 afgerond,” aldus De Vries.

Regionale meerwaarde

Met Huis aan de Haven zet Reitsma Bouw zich op de kaart. Het bijna honderd jaar oude bouwbedrijf uit Drachten zet gerichte stappen in de Friese markt. ,,Samen met Rottinghuis’ Aannemingsbedrijf in Groningen en Koenen Bouw in Drenthe werken we onder de vlag van VolkerWessels Bouw & Vastgoedontwikkeling Noord. Drie regionale bouwers met een eigen identiteit, die elkaar versterken. Met zo’n 170 collega’s maken wij elke dag het Noorden een stukje mooier. In Drachten beschikken we over een team dat naast de eigen projectontwikkeling en nieuwbouw, ook gespecialiseerd is in bouwservice, verduurzaming en onderhoudsopgaves. Die regionale binding is vooral in dit soort opgaves doorslaggevend. We spreken de taal en kennen het werkgebied goed. Daarbij kunnen we altijd gebruik maken van de kennis en kunde van de sterke en financieel gezonde netwerkorganisatie die VolkerWessels is.”

Focus op kwaliteit

De Friese bouwmarkt biedt kansen ziet De Vries; “Daarvoor moeten we wel aan de bak. We brengen onze meerwaarde continu onder de aandacht bij gemeenten en corporaties. Dat doen wij stap voor stap. Want de huidige markt biedt uitdagingen genoeg door oplopende prijzen en rentes. We willen de projecten die we op ons nemen goed doen van A tot Z. Sterk in kwaliteit, gaat bij Reitsma niet alleen over het eindresultaat, maar ook over het proces daarnaartoe. Daarin zijn we serieus, nuchter en no- nonsens. Wij geloven dat deze werkwijze ons verder brengt. Daarom zitten wij het liefst één op één aan tafel met ontwikkelaars of investeerders. Om hun wens te vertalen naar financiële en technische haalbaarheid.

Dat zie je bijvoorbeeld terug in projecten die we realiseerden voor zorgorganisatie Noorderbreedte zoals Woonzorgcentrum Jabikshof in Goutum waar zo’n 90 bewoners met een geriatrische aandoening hun thuis vinden. Maar ook in onze oplossingen voor de woningcorporaties in Fryslân. Deze markt is door de wooncrisis volop in beweging. Voor Accolade ontwikkelden we een conceptwoning voor één- en tweepersoonshuishoudens gebaseerd op betaalbaar, duurzaam en comfortabel wonen. In Heerenveen realiseerden we 70 en in Franeker 37 van dit type grondgebonden woningen. Wij geloven in een conceptmatige aanpak van dit soort huisvestingsvraagstukken. En dat doen wij al sinds 2014.

MorgenWonen

De projecten voor Accolade staan niet op zichzelf. Reitsma Bouw realiseerde in Sneek, Drachten en Leeuwarden eerder woningbouw vanuit een conceptmatige aanpak. “Sinds 2014 timmert MorgenWonen aan de weg. Een snelle en slimme wijze van bouwen, waarbij wij complete woningen

in een fractie van de reguliere bouwtijd realiseren. MorgenWonen is het merk voor alle woonvarianten van VolkerWessels. Zoals grondgebonden woningen in verschillende types, appartementen en levensloopbestendige oplossingen. Wat niet iedereen weet, is dat VolkerWessels in 2014 de eerste bouwer in Nederland was met het grootschalig industrieel bouwen van woningen. Duurzame producten die staan als een huis en met een ijzersterke logistiek en planning. Naast de basiswoning uit de fabriek van MorgenWonen, werken wij inmiddels met drie varianten: MorgenWonen Puur, Hout en Plus. Met deze varianten bieden wij altijd een passend product voor investeerders, ontwikkelaars, gemeenten en natuurlijk woningcorporaties. Het toont wat we in de breedte kunnen, van hoogwaardig product in de top van de markt zoals Huis aan de Haven tot duurzame energie neutrale woningbouw met een korte levertijd.”

Identiteit

Wat opvalt is dat jullie nu allemaal hetzelfde logo en dezelfde VolkerWessels- uitstraling hebben. Jan Johan de Vries: “In april van dit jaar is onze nieuwe huisstijl gelanceerd en daar zijn we erg blij mee. Dat draagt zeker bij aan de herkenbaarheid en identiteit die wij nastreven. Het is nu voor iedereen duidelijk welke bedrijven deel uitmaken van die grote bouwfamilie VolkerWessels. Vooral binnen onze eigen ‘club’, VolkerWessels Noord, is het echt zichtbaar dat we bij elkaar horen. Zelfstandig opererend onder dezelfde vlag. Het helpt ons Reitsma Bouw duidelijk op de kaart te zetten in Fryslân.”

www.reitsmabouw.nl

ADVERTENTIE

Groei door krachtenbundeling is streven bij Warnier Precisiemetaal

Secuur in metaalbewerking, zorgvuldig als het op mensen aankomt. Dit zijn volgens directeur Hilbrand Pierik twee belangrijke uitgangspunten bij Warnier Precisiemetaal in Joure. Om beide grondslagen te waarborgen, wil Pierik het bedrijf niet verder laten groeien qua mensen, maar wel in wat ze kunnen. ,,Zo groeit het bedrijf namelijk óók: door processen door te ontwikkelen.”

Warnier Precisiemetaal verwerkt allerlei soorten metaal, aluminium en kunststof tot onderdelen. Ze bedienen hiermee bedrijven in onder andere de voedingsindustrie, luxe jachtbouw, laboratorium- en verpakkingsindustrie. Over de hele wereld zijn machines te vinden met onderdelen die in Joure zijn geproduceerd. En dat is mooi werk, vindt Pierik. Mede daarom is het bedrijfspand waarin Warnier Precisiemetaal is gevestigd opvallend open; van buitenaf heb je volop uitzicht op machines en de mensen die ze bedienen. Pierik: ,,Wij zijn een aantrekkelijke werkgever. Met computergestuurde machines, die onze collega’s zelf programmeren, maken we de meest uiteenlopende onderdelen. Geen dag is hetzelfde. En seriematig werk automatiseren we.”

Betrokken team Daarnaast, en hier hebben klanten veel baat bij, worden de programmeurs van die machines vaak betrokken bij opdrachten. ,,Zoals nu: ik krijg van een klant een tekening binnen met de vraag of we dat kunnen maken. Ik kijk daar zelf naar en raadpleeg vervolgens de persoon die het zal maken. Hij komt met suggesties voor hoe iets beter of sneller kan, wat ik terugkoppel naar de klant. De mensen op de vloer hebben volop ervaring en kennis, dus het is voor mij logisch dat ik ze bij vraagstukken betrek. En onze medewerkers weten zo ook dat we hen waarderen, dat ze ertoe doen en dit bedrijf mede verder helpen. Dat motiveert ze.”

Een ander voorbeeld dat bijdraagt aan betrokkenheid én tevreden klanten: een

medewerker die twee machines voor klein draaiwerk bediende, gaf aan dat hij meer wilde doen en ook kón doen qua tijd. ,,We hebben een derde machine gekocht, waarmee hij grotere series draaiwerk geautomatiseerd kan uitvoeren. Voor hem is het werk hierdoor nog leuker geworden en wij kunnen met een machine erbij meer werk verrichten.”

Constant pieken

Omdat hij het werk mooi vindt en graag persoonlijk contact heeft met zijn medewerkers, is Pierik regelmatig in de werkplaats te vinden. Net als zijn collega, Sjoerd Visser, die zich onder andere ontfermt over de planning. Een uitdagende taak, vertelt hij. ,,We hebben het dit jaar, net als voorgaande jaren, eigenlijk constant druk gehad. Er is veel vraag. Doordat we meerdere machines hebben die hetzelfde werk kunnen doen, zijn we gelukkig flexibel. We houden onze klanten ook op de hoogte van het proces. Mocht door onvoorziene omstandigheden, bijvoorbeeld door ziekte, iets vertraging oplopen, dan lossen we dit in overleg met de klant zo goed mogelijk op. En we geven ook suggesties als we denken dat iets beter of efficiënter kan. Dit meedenken waarderen onze klanten enorm.”

Om opdrachten zit het bedrijf dus niet verlegen. Sterker, als Pierik zou willen, kon hij een groter pand kopen, meer machines aanschaffen en zijn team uitbreiden. ,,Maar daar word ik niet gelukkig van. Persoonlijk contact met medewerkers, klanten en leveranciers vind ik juist mooi. En ik wil ook nog graag in de werkplaats

zijn. Het is mooi om oplossingen te bedenken als iets lastig is, om samen naar de technische kant van een opdracht te kijken en dingen aan te passen waardoor het wél lukt. Om vervolgens het geleerde weer toe te passen bij andere werkstukken. Zo groeit het bedrijf namelijk óók: door processen door te ontwikkelen.”

Investeren in efficiëntie

Daarnaast investeert het bedrijf veel in automatisering, vult Visser aan. ,,Dit jaar hebben we onder andere een Mazak bewerkingscentrum met robot aangeschaft die 24 uur per dag verschillende taken kan uitvoeren. En komend jaar krijgen we een nieuwe draaibank. Verder willen we alle processen doorontwikkelen en nog efficiënter maken. We krijgen er ook een inkoper bij.”

De economische ontwikkelingen hebben geen invloed op deze investeringen, zegt Pierik. ,,Er komt vast een recessie aan. Maar wij hebben onze risico’s verspreid over verschillende branches, met afnemers in allerlei landen. Onderdelen maken voor laboratoriumapparatuur, radar- of sonderingssystemen, luxe jachtbouw of melkrobots; dit soort dingen gaan altijd wel door. We zijn een gezond en stabiel bedrijf. Dus ik maak me vooralsnog geen zorgen.”

www.warniermetaal.nl

ADVERTENTIE
Hilbrand Pierik & Sjoerd Visser

Een duurzame en comfortabele leefomgeving voor iedereen

„We staan aan de vooravond van een turbulente, spannende en boeiende periode. Niet alleen omdat M&G Group een belangrijke rol speelt in de energietransitie, maar ook omdat we in 2023 gaan verhuizen naar onze nieuwe vestiging in Assen-Zuid.” Dat zegt Eric Pans, CEO van M&G Group, bekend van het merk Burgerhout, en een toonaangevende en leidende partij in de ontwikkeling en productie van specifieke toebehoren voor verwarmingsketels, ventilatiesystemen en warmtepompen voor woningen.

800 medewerkers. Een bedrijf waar mensen graag voor willen werken. En waar met een groep van 100 medewerkers, een goede afspiegeling van ons hele bedrijf, de missie en visie is opgesteld, waar iedereen achter staat.”

De nieuwe fabriek wordt ingepast in het landschap, krijgt bijvoorbeeld groene gevels en uiteraard wordt het binnenklimaat optimaal, waarbij de meest moderne technologie wordt ingezet. „We gebruiken er bijna geen energie”, geeft Pans aan. „Zo plaatsen we 40.000 vierkante meter zonnepanelen op het dak. Komt er een poedercoatinstallatie die op termijn op waterstof kan worden aangedreven, waterstof dat we tegen die tijd zelf willen produceren. Kortom, we zijn ook intern met de toekomst bezig, op een manier zoals we dat ook in de woonhuizen willen realiseren.” Dat de totale aanpak en werkwijze van M&G Group aanspreekt blijkt uit het feit dat het bedrijf, sinds de vernieuwde strategie meer dan 5 keer zoveel respons krijgt van stagiaires. „Onze missie, visie en rol in de energietransitie speelt daarin een belangrijke rol”, weet Pans.

De missie van M&G Group is duidelijk, namelijk in alle woonhuizen een gezond binnenklimaat mogelijk maken zonder het buitenklimaat te schaden. Twee jaar geleden werd nog zwart-wit gesteld dat we allemaal van het gas af moeten, inmiddels zijn er nieuwe inzichten ontstaan. „De eindsituatie die we moeten realiseren moet duurzaam zijn, comfortabel, moet bijdragen aan de leefomgeving en moet voor iedereen betaalbaar zijn”, geeft Pans aan. „En dan moeten we het ook nog kunnen uitvoeren, wat gezien de arbeidsmarkt een uitdaging wordt.”

Bestaande bouw „In nieuwbouwwoningen zou all electric een oplossing kunnen zijn”, gaat hij verder. „In de bestaande bouw kan dit lang niet overal. Immers, zou je overal warmtepompen gaan plaatsen, dan kan het elektriciteitsnet dat niet aan. Bovendien wordt elektriciteit nog vooral opgewekt via centrales die op gas en steenkool draaien, dus dat schiet niet op.”

Samen met de industrie adviseert M&G Group de overheid en andere spelers in deze uitdaging. „Wij zijn er van overtuigd dat verschillende oplossingen ervoor kunnen gaan zorgen dat de overgang naar een alternatief voor het verwarmen en koelen van de woning voor iedereen mogelijk wordt. Daarbij kijken we ook met name naar hybride oplossingen”, verduidelijkt Pans. „Daarmee kunnen we een grote besparing op gas realiseren en in de winter, wanneer er een piek is, huizen met een gasboiler verwarmen. Daarmee realiseer je 60 tot 70 procent besparing op gas en dat is voor een eerste stap de meest slimme oplossing.”

„Wij zien onze oplossingen als de green connection”, gaat Pans verder. „In verschillende fases van verduurzaming faciliteren wij de juiste oplossingen, laten we de apparaten werken en

vereenvoudigen we de installatie, waarmee maximale milieuwinst ontstaat tegen een aanvaardbaar bedrag. En ja, dat is inderdaad een enorme uitdaging.”

Verbindende schakel

Over de green connection gesproken, het was M&G Group die de verbindende schakel was tussen de verschillende bedrijven die de installaties kunnen leveren. „Je zou kunnen zeggen dat wij acteren in het hart van de industrie. Aan de ene kant hebben we te maken met de bedrijven die apparaten produceren en aan de andere kant met de bedrijven die systemen installeren, de installateurs. Precies in die periferie begeven wij ons en daarin kunnen wij een faciliterende en probleemoplossende rol aannemen. Wij gaan in samenwerking met partijen op zoek naar reële oplossingen. Met een mix van verschillende technieken die met de tijd mee evolueren en die het milieu dienen. Het moet allemaal beter, slimmer, sneller en energiezuiniger.”

De verhuizing naar de nieuwe vestiging gaat ongeveer 1 jaar duren. „We moeten dertig clusters aan productielijnen, uit Assen en Groningen, overplaatsen, terwijl we ondertussen gewoon moeten doordraaien en onze klanten moeten bedienen. Daarom gaan we dit in fases doen. Dat wordt een uitdaging, maar we hebben er vertrouwen in dat het gaat lukken. Onze medewerkers spelen daarin een belangrijke rol, want zij moeten het als een team samen gaan realiseren. De afgelopen jaren hebben we bewezen dat we met elkaar grote uitdagingen aankunnen. Ik heb er vertrouwen in dat het met de verhuizing ook gaat lukken en dat we over een jaar vanuit een prachtige nieuwe vestiging optimaal verder kunnen werken aan een optimaal binnenklimaat in de woningen.”

Nieuwe fabriek

Dat doet M&G Group vanaf volgend jaar vanaf een nieuwe locatie. In Assen-Zuid wordt de laatste hand gelegd aan een nieuwe fabriek, die een investering vergt van 50 miljoen euro. „We zijn erg trots op onze nieuwe vestiging”, vertelt Pans. „Trots op het feit dat we productie van onze systemen rendabel in eigen land kunnen doen. Daarvoor hebben we met elkaar de kennis opgebouwd die dat rechtvaardigt. Wij zaten een kleine tien jaar geleden in een moeilijke periode en hebben ons toen afgevraagd wat er beter en anders kon. Daar zijn we aan gaan bouwen en nu staat er een bedrijf met in heel Europa meer dan

ADVERTENTIE
‘Dit is een bedrijf waar mensen graag voor willen werken’
www.mg-group.com

Visser Special Metal Products: optimum in vakmanschap en technologie

Passie voor metaal en tijd geven aan het redden van drenkelingen. Het is Bram Visser van Visser Special Metal Products in Harlingen ten voeten uit. Een vakman met een hart. “Je hebt elkaar nodig”, zegt hij. En daarom kun je met elkaar goeie dingen doen en bijzondere producten maken.

Als zoon uit een horecagezin uit de Harlinger Voorstraat lag het misschien niet voor de hand, maar zijn vader Jan was duidelijk. ,,Leer een vak jongen.” En dat deed jonge Bram, hoewel leren niet echt z’n ding was. Hij leerde na de LTS metaal bewerken bij zijn baas van toen, De Jong in Wommels. ,,Nog steeds kom ik er graag, ik heb er veel geleerd. Maar op een dag besloot ik voor mezelf te beginnen, ik wilde meer dan draaien en lassen.” Het betekende toen nog allerlei papieren halen die helemaal niets met metaal te maken hadden, middenstandsdiploma’s en zo. ,,Toen ontdekte ik dat ik best kon leren…als ik maar wilde. Toen ik alles klaar had, schaften ze die diploma’s af, was het niet meer nodig. Maar, ik had het wel gedaan en ik heb er veel van geleerd.” Van een werkplaats in zijn garage thuis in 1997 verhuisde hij snel naar de Hermesweg. ,,Toen kocht ik ook mijn eerste knipschaar en die heb ik nog steeds. Investeren in de juiste machines, dat is de kunst. Ik ben echt een machineman. Je hoeft echt niet alles zelf te hebben, maar het moet wel goed spul zijn. En je moet meegaan met je tijd. Ik vind digitalisering geweldig, als je ziet wat je nu met machines kunt, echt ongelooflijk. Moet je deze waterjetsnijmachine zien. 4000 Bar, gaat overal doorheen. ”

Al 25 jaar goede klanten Meegaan met de tijd betekende dat hij ook groeide. In opdrachten, in mensen. In 2007 werd het het bedrijf aan de Hermesweg te klein. ,,Er lag een aanbod van de gemeente om hier aan de Celsiusstraat op Industrieterrein Oostpoort een paar hectare te kopen. Ik kon dat niet alleen, maar wel samen met André Seinen van Meromar. Sindsdien zitten we hier. Prachtige plek, aan het water. Dat brengt ook weer werk, we hebben met regelmatig schepen of jachten voor de kant om aan te werken.” Vijfentwintig jaar na zijn eerste stappen als zelfstandige, is Bram Visser een tevreden mens. ,,We hebben het goed, we hebben

geweldig mooi werk, maken bijzondere dingen, hebben hele goede klanten in een straal van 30 kilometer om ons heen en een goed stel vakmensen op de vloer. Kijk alleen al wat we de afgelopen 22 jaar voor Doeksen hebben mogen doen, veel werk en pal om de hoek. En nu hebben we als een van de eersten een computergestuurde platenwals staan. Daar kunnen we vierkant en zelfs konisch mee walsen. Echt, ik zal het je laten zien.”

Je hebt elkaar nodig

Het mooie van die digitale technieken, legt Bram Visser uit, is dat je er weer ander en nieuw werk mee binnenhaalt. En dat je in staat bent om hele series van exact dezelfde producten te maken, beter en eenvoudiger dan voorheen. ,,Als je begrijp hoe machines werken, kun je het maximale eruit halen. Juist je ouderwetse vakkennis kun je gebruiken om de software van de machine aan te sturen, te optimaliseren. Kijk hier wat we in RVS maken voor de luxe plezierjachten van Wajer in Heeg. Of het konische werk dat we nu doen voor Oosterhof Holman, het is werkelijk fascinerend. Het is een kwestie van ontdekken, je verdiepen in de mogelijkheden van de machine. Het eerste exemplaar moet je helemaal perfect maken en daarna zet je het met alle specificaties in de bibliotheek van de machine. Op ieder gewenst moment kan de machine produceren voor de klant wat hij nodig heeft. We moeten alleen nog even het metaal invoeren, dat nog wel.”

Een hechte wereld

Nee, de behoefte om alle metaalbewerkingsmachines zelf te hebben, dat heeft Bram Visser niet. ,,Dat is niet te doen en het hoeft ook niet. Je hebt elkaar nodig in deze wereld, maak er gebruik van. Ik vind lasersnijmachines geweldig, maar hoef het niet zelf te hebben. Mijn buurman van J&S heeft het al

in huis, dan kan ik het veel beter bij hem uitbesteden. Doe ik weer andere dingen voor hem, zo werkt dat.” Leren van elkaar, samenwerken waar mogelijk en omzien naar elkaar, het tekent Bram Visser. Zo rolde hij alweer zeventien jaar geleden in het wereldje van reddingmaatschappij KNRM. ,,Ik had helemaal niets met varen, maar wilde wel graag iets kunnen betekenen voor anderen. Daar ben ik mee opgegroeid en zo voelen mijn vrouw en ik het ook allebei. Je hoeft niet alles zelf te doen, maar als we allemaal iets doen voor een ander, voor de maatschappij, dan kunnen we heel veel aan. Op een dag ben ik meegegaan aan boord en toen was ik verkocht. Het werk voor de KNRM betekent klaar staan als het nodig is, de pieper heb je altijd bij je, dag en nacht. Ik voel me er heel erg thuis, het is voor mij een hechte wereld van mensen die op elkaar durven en kunnen vertrouwen. Ja, er zijn hele moeilijke momenten. Het dramatische ongeluk bij Terschelling heeft heel veel mensen diep geraakt, ons ook. We kennen elkaar allemaal, ook de kapiteins en bemanningen van Doeksen, van de watertaxi’s. Je voelt dat verdriet overal. Maar dat is wat er bij hoort, hoe triest het ook is, je leert ermee leven. Het is een traan en gelukkig daarna ook weer een lach. Ik ben er trots op wat we met elkaar kunnen betekenen als reddingmaatschappij.”

Bram Visser staat even stil bij het kunstwerk dat hij in opdracht van Gemeente Harlingen maakt. ,,Het gaat het nautische karakter van de stad weergeven. Het komt straks op een mooie plek te staan, in het Entrepotdok. Ook dit is weer een hele mooie en aparte opdracht. Daarom heten we ook Visser Special Metal Products. We maken bijzondere dingen.”

www.vsmp.nl

ADVERTENTIE

‘We hebben geen tekort aan ambities’

In de 17e en 18e eeuw was het Friese kustgebied het meest welvarende gebied van Europa. Vergane glorie, maar dat wil niet zeggen dat gemeente Harlingen en Noordwest-Fryslân geen nieuwe glans kunnen krijgen. Volgens wethouder Paul Schoute zijn er kansen genoeg om van Harlingen en omstreken een aantrekkelijker leef, woon- en werkgebied te maken. ,,We hebben geen tekort aan ambities en ideeën.”

Een belangrijke bijdrage aan een aantrekkelijker Noordwest-Fryslân moet het sociaal economisch actieplan leveren. Dit is door gemeenten Harlingen en Waadhoeke opgesteld in samenwerking met ondernemers en onderwijsinstellingen. Het plan moet leiden tot 22% economische groei in 2030, bovenop de trendmatige groei. Schoute: ,,De groei moet wél ten dienste staan van mensen. Ook thema’s als duurzaamheid, circulariteit, biodiversiteit en sociale inclusie spelen daarom een rol.” Afgelopen zomer is HetGoudvanNoordwest.nl gelanceerd, om de voortgang van dit plan te tonen en de parels die de regio rijk is.

Investeren in ‘goud’

Er zijn vier programmalijnen: ‘Innovatie en ondernemerschap’, ‘arbeid en onderwijs’, ‘versterken woon- en vestigingsklimaat’ en ‘slimmer samenwerken binnen en buiten de regio’.” Schoute: ,,Waar we bijvoorbeeld naar toewerken, zijn kennishubs of campussen waarbinnen ondernemers en onderwijsinstellingen samenwerken. Voor Waadhoeke op het gebied van agrifood en voor Harlingen met betrekking tot de maritieme sector. Later breidt dit uit tot andere sectoren.”

En onlangs zijn jobcoaches van Pastiel naar werven geweest in Franeker en Harlingen, waar begonnen wordt met technisch praktijkonderwijs. Dit maakt de drempel lager voor mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt, maar wel willen en kunnen werken. ,,We hebben veel inwoners die het liefst met hun handen willen werken. Voor hen zijn genoeg mooie banen in de buurt, alleen weten ze het vaak niet.”

Het sociaal economisch actieplan is volgens Schoute ook het motorblok met oog op de Regio Deal. De Regio Deal is in het leven geroepen door het Rijk met als doel de kracht van regio’s versterken. ,,We hebben in ons sociaal economisch actieplan verschillende punten die dat bevorderen. We mikken voor de Regio Deal op 40 miljoen euro, inclusief een cofinanciering van 20 miljoen door gemeenten Harlingen, Waadhoeke, Leeuwarden en Provincie Fryslân. Begin 2023 krijgen we de uitslag en de geluiden uit Den Haag zijn hoopvol.”

Bedrijven met waarde

Een ander interessant project is de uitbreiding van industrieterrein Oostpoort, die waarschijnlijk komende zomer gaat beginnen. Oostpoort 1 en 2 zitten vol en na een stevige lobby heeft Harlingen vanuit de provincie groen licht gekregen voor Oostpoort 3. ,,De exploitatie valt onder een externe partij, maar door bepaalde punten in het bestemmingsplan op te nemen, willen we voorkomen dat er loodsen komen voor opslag. We willen dat op Oostpoort 3 vooral bedrijven komen die voor de regio iets toevoegen.”

En dan is er nog de Port of Harlingen, die dit jaar in het nieuws kwam vanwege onder meer de nieuwe zaagtand-steiger. ,,Een belangrijke mijlpaal. Nu hebben we een steiger die geschikt is voor kotters met duurzame visserijtechnieken.” Een stap voorwaarts, maar nog niet de laatste horde. Port of Harlingen is sinds 2018 zelfstandig. De gemeente Harlingen is enig aandeelhouder. In 2023 volgt een evaluatie over de eerste 5 jaar. ,,De haven staat voor verduurzamingsopgaves met investeringen die om vele miljoenen gaan. Met de

gemeente als enig aandeelhouder is het financiële construct wat kwetsbaar. Uit de evaluatie moet blijken wat verdere opties zijn.”

Steeds

populairder Elke investering in de haven is volgens Schoute overigens zinloos als de baggerwerkzaamheden tussen Harlingen en Kornwerderzand worden gestaakt, waarover momenteel volop wordt gedebatteerd. ,,De vaarweg Boontjes verbindt Harlingen met Kornwerderzand en daarmee met belangrijke plaatsen als Urk en Amsterdam. Stop je met baggeren, dan loopt die geul vol. En dan is ruim tweehonderd miljoen voor een nieuwe sluis bij Kornwerderzand trouwens ook weggegooid geld. Binnen onze gemeente zijn allerlei initiatieven gaande met oog op duurzaamheid en milieu. Maar 2.500 tot 3.000 mensen zijn direct of indirect voor hun werk afhankelijk van de haven en het kan niet zo zijn dat zij zonder werk komen te zitten. De haven wil meewerken aan de opzet van een programma voor de impactvermindering van het baggeren in de Waddenzee, in samenwerking met de andere waddenzeehavens.”

Zo zijn er meer zaken die dit jaar speelden en de komende jaren op Schoute’s agenda staan. ,,Er zijn genoeg kansen om de stad en deze regio een aantrekkelijker te maken. We zijn al best populair geworden, we bouwen als een malle, maar er is nog veel te winnen. Daarom zijn we zo ambitieus.”

www.harlingen.nl

ADVERTENTIE
Wethouder Paul Schoute, gemeente Harlingen

Bij Langhout weten ze het: intern transport is een vak

Een gespecialiseerd bedrijf in intern transport, van pompwagen tot heftruck. Langhout Intern Transport in Franeker, sinds 1984. Kwaliteit is de standaard. In merken, de verkoop van nieuw en gebruikt, verhuur, onderhoud en keuringen. Een update uit heftruckhoofdstad Franeker met Mathijs de Haan, Douwe Dijkstra en Sigrid Schotanus.

Aan de Oostelijke Industrieweg in Franeker hebben zo’n driehonderd heftrucks hun thuis. Alleen is het grootste deel zelden te vinden in Franeker. „De helft van onze heftruckvloot wordt verhuurd via verschillende verhuurbedrijven door heel Nederland. De andere helft vindt z’n weg via ons, en die staan dus ook ergens op locatie bij allerlei bedrijven, voor kortere of langere tijd, vooral in het noorden”, zegt Mathijs de Haan, samen met Douwe Dijkstra eigenaar van Langhout Intern Transport in Franeker. Samen zitten ze meer dan vijftig jaar in het vak. De Haan kwam in 1988 bij Langhout, Dijkstra 25 jaar geleden. In maart 2020 namen ze het bedrijf over. Mathijs de Haan is commercieel en Douwe Dijkstra technisch directeur. De algemene directie is met ingang van januari 2023 in handen van Sigrid Schotanus, al zeventien jaar verantwoordelijk bij Langhout voor de administratie en het bedrijfsbureau. De eerste paar jaar was het vooral aanpoten, zeker met corona erbij. Nu hebben we de taken opnieuw verdeeld en zijn we blij dat Sigrid het algemene deel op zich neemt. Doet iedereen waar hij het beste in is en kunnen we onze markt en onze klanten optimaal bedienen.” Nuchterheid voert bij Langhout de boventoon. Doen wat je moet doen en dat vooral goed doen. Kwaliteit telt.

Alles voor intern transport Het bedrijf met de frisse groene bedrijfskleur staat er goed voor. De hallen zijn zo goed als leeg.

„Er is simpelweg een schreeuwend tekort aan heftrucks, de vraag is enorm en als je een nieuwe wilt, moet je op dit moment anderhalf jaar wachten. We willen de vloot wel uitbreiden, maar snel gaat dat niet”, zegt Douwe Dijkstra. Sinds 1984 is de vraag eigenlijk alleen maar gegroeid. Van Handelsonderneming Langhout en heftruckleverancier voor vooral de agrarische omgeving, groeit Langhout Intern Transport de afgelopen decennia naar een belangrijk heftruckspeler in het noorden. Van agrarische sector tot aannemerij, (scheeps)bouw, hout en metaalindustrie. Langhout voert vijf merken in verkoop en verhuur: Yale, Linde, Agrimac, Hubtex en Cesab. Elektrisch, diesel en gasaangedreven. „En als wij het over verhuur en leasing hebben”, zegt Sigrid Schotanus, „dan hebben we het over de mogelijkheden van een dag, een week tot een paar jaar. De vraag is wat de klant waar, wanneer en waarvoor nodig heeft en daar het beste advies in geven.” Naast heftrucks is Langhout gespecialiseerd in andere vormen van intern transport zoals pompwagens, reachtrucks, hoogwerkers, voorzetapparatuur en handmatige en elektrische stapelaars. Douwe Dijkstra: „Elektrisch vormt al jaren de boventoon, het is minstens 80 procent van de markt. En dat is begrijpelijk, want je hebt geen uitstoot, het is stil, minder slijtagegevoelig en dus besparend in onderhoud. Binnen en in deels overkapte ruimten mag je sowieso niets anders meer, dus het gaat ook steeds verder.”

Een storing gaat altijd voor Langhout is volledig ingericht op onderhoud, reparatie en keuringen. Douwe Dijkstra: „Van alle merken hoor, we doen natuurlijk niet alleen het onderhoud van onze eigen vloot. We zijn volledig ingericht op het onderhoud van alle machines voor intern transport, merkonafhankelijk.” De werkplaatsen zijn modern en uitgerust met vloerverwarming en iedere dag zijn zeven monteurs in de bekende frisgroene wagens onderweg in het land, vooral in een straal van 75 kilometer rond Franeker. Hun materialen worden veelal ’s avonds in Franeker geleverd, zodat ze meteen de volgende ochtend mee kunnen in de bus naar de klant. Mathijs de Haan: „Zij zijn iedere dag onderweg, ze komen hier om te halen wat ze nodig hebben. Ja, we houden de voorraad centraal op orde, want we willen met elkaar de band houden die je nodig hebt om altijd voor de klant alles op orde te hebben. Voor het onderhoud geldt verder, dat we in onze werkplaats doen wat noodzakelijk is, maar als het even kan doen we onderhoud en keuring op locatie bij de klant. Stilstand door machines wil niemand. Het is vooral een kwestie van organiseren, zorgen dat je weet welke machine wanneer welk onderhoud moet krijgen en afstemmen met verplichte keuringen. Als een heftruck terug moet naar ons, zorgen we natuurlijk altijd voor vervangend materieel. Verder is het aan de klant, hoe hij zijn onderhoud wil regelen. Op eigen initiatief, op een vorm van abonnementsbasis, all-in of op basis full-service.”

Maar hoe het ook is, een klant met een storing gaat altijd voor. Douwe Dijkstra: „Het werk moet door, dus als er bij een klant iets is waarvoor wij moeten komen, dan proberen we zo snel mogelijk te zijn. Ook als dat betekent dat iemand anders een dag moet wachten op periodiek onderhoud. Want ook voor die klant geldt, als hij een keer een acuut probleem heeft, dan wil hij ook meteen geholpen worden.” Onderhoud en nazorg gaat voor De Haan en Dijkstra ook verder dan alleen maar zorgen voor een werkende heftruck. Mathijs de Haan: „Kwaliteit is voor ons ook dat alles spik en span is. Niet alleen de werkplaatsen, maar ook iedere machine die hier het terrein verlaat. Technisch altijd op orde, schoon, netjes en keurig gespoten.”

Kwaliteit, 24/7 service en snelheid van handelen zijn de paradepaardjes van Langhout Intern Transport. Korte lijnen, gewoon de telefoon opnemen, geen keuzemenu’s. Er zijn voor je klant, luisteren en handelen. Altijd. Het totale plaatje, zegt Mathijs de Haan, moet altijd kloppen. Ook dat Langhout in Franeker blijft. Het gaat zoals ze samen zeggen, om het goede gevoel.

langhout-heftrucks.nl

ADVERTENTIE
Mathijs de Haan, Sigrid Schotanus, Douwe Dijkstra

Frisia Zout, perspectief voor enthousiaste mensen

Frisia Zout in Harlingen geldt als de modernste zoutfabriek van Europa. Een indrukwekkende fabriek met dynamische processen en enthousiaste, gedreven mensen. Werken in het zout, wat betekent dat? Noordz vraagt het aan algemeen directeur Bart Hendriks en HR-manager Anke van der Bij.

Met 135 mensen verstouwen ze in Harlingen 1,2 miljard kilo zout, vertelt Bart Hendriks. „Dat is een hoeveelheid die gelijk is aan 40.000 vrachtwagens. Waarbij ik graag zeg dat het allergrootste deel van ons zout gelukkig niet per vrachtwagen, maar per schip getransporteerd wordt.” En waar gaat dat zout allemaal naar toe? „Het grootste deel van ons zout is grondstof voor de chemische industrie en de voedingsindustrie, een groeiend gedeelte is bedoeld voor allerlei soorten onthardingszout en een deel is het voor iedereen bekende strooizout.”

Anke van der Bij: “Met mensen met passie, betrokkenheid en oog voor kwaliteit zijn wij dagelijks bezig onze klanten te voorzien van hoogwaardig zout. Mensen zijn voor Frisia het belangrijkste. Wij willen dan ook duurzaam omgaan met zowel ons personeel als met onze productie. We gaan uit van perspectief op basis van de kracht die ieder mens heeft. We hebben goede arbeidsvoorwaarden, we geven ruimte aan persoonlijke ontwikkeling, dus je kunt hier je eigen carrière maken. Het perspectief dat we hebben past ons, omdat wij nooit kijken naar de korte termijn. Bij Frisia telt wat er over vijf, tien jaar of later speelt, de lange termijn is leidend, voor het bedrijf en onze mensen. Vanuit die gedachte kijken we naar elkaar, investeren we en zorgen we voor elkaar. Frisia is een bedrijf van mogelijkheden voor veel mensen. Omdat ‘zout’ nu eenmaal niet in een lespakket zit, leiden we mensen feitelijk zelf op voor al het verschillende technische werk dat we hier hebben. Denk dan aan procesoperators in de productie, mensen voor onze Technische Dienst en voor ons laboratorium waar de kwaliteitsonderzoeken plaatsvinden.”

„Wat ons interessant maakt als werkgever is onder andere de diversiteit van de werkzaamheden. Onze Meewerkend Voorman ETD, Tsjalling van ’t Hoff (zie foto’s) geeft het altijd als volgt aan. ‘Je werkt hier met sleutel 5 tot en met 85.’ Dat geeft al aan dat je van kleine mechanica tot en met grote mechanica aan het werk bent. Ook de combinatie van het binnen en buiten werken wordt als zeer prettig ervaren door de medewerkers van onze ETD en WTB afdeling.”

800 kilo zout in een auto

Zout is alledaags en toch weer niet. Een potje zout op tafel, een zak strooizout, dat kan iedereen met eigen ogen zien. En dat zout op allerlei manieren verwerkt wordt in de voedingsindustrie, dat is minder zichtbaar, maar dat proeven we. „Zout is voor ons allemaal een onmisbaar ingrediënt in voedsel, met name omdat ieder mens een minimale hoeveelheid zout nodig heeft om te functioneren. Het is onder meer van belang om allerlei processen mogelijk te maken, zoals het reguleren van vochthuishouding en het samentrekken van spieren.” Maar dat zout een belangrijke, onmisbare grondstof is voor de chemie, dat zien, proeven en ruiken we niet. Anders gezegd, Frisia is eigenlijk een basis chemie bedrijf. Bart Hendriks: „Zout als grondstof voor de chemische en procesindustrie is voor veel mensen niet zichtbaar. Toch is zout in de chemie de onmisbare grondstof, naast bijvoorbeeld water, voor duizenden kunststof- gerelateerde producten. Zo is voor iedere nieuwe auto in de basis zo’n 800 kilo zout nodig. Tegelijk worden tal van fossiele stoffen in de chemische industrie op termijn vervangen door niet- fossiele alternatieven, maar voor zout is dat alternatief nog niet bedacht. Daarnaast is waterontharding een groeiende sector, ook voor Frisia. Ontharding van water is nodig om steeds meer processengoed te laten verlopen, denk bijvoorbeeld aan alle processen in een ziekenhuis. Die groeiende vraag naar onthardingszout zorgt bij ons voor uitbreiding van een aantal van productieprocessen. Zout is en blijft nodig voor alles dat we nodig hebben in ons leven.”

Perspectief

Het maakt Frisia Zout tot bedrijf met perspectief. Zeker omdat het bedrijf voortdurend investeert in vernieuwing en verduurzaming. Bart Hendriks: „We hebben nu al de modernste zoutfabriek van Europa met een hoogwaardige zoutproductie, al onze processen zijn geautomatiseerd. Dat is niet alleen nodig om alle processen kwalitatief te bewaken en om veilig te kunnen werken, maar maakt de fabriek ook energiezuinig.

Zoutproductie neemt weliswaar veel energie, maar wij gebruiken al jaren de warmte van de Reststoffen Energie Centrale van Omrin die hier even verderop staat. Zij leveren ons ook de stoom die we nodig hebben om het zout in de dampen.”

Zelf het zout proeven?

Bart Hendriks: „Ik ben hier zelf twaalf en een half jaar geleden begonnen met het idee dat ik na een paar jaar wat anders zou doen. Niet dus. Wat dat is? Is denk inderdaad wat Anke zojuist ook aangaf, de sfeer, de manier waarop we met elkaar omgaan, de ruimte die we hebben om jezelf te ontwikkelen. Maar ook het geheel van die fabriek, het is indrukwekkend om te zien er in te kunnen werken, te bedenken wat we doen om die 1,2 miljard kilo veilig te kunnen produceren. Een hele dynamische omgeving, waarin we met elkaar voortdurend bezig zijn met verbetering van processen. Een bedrijf met een gezonde flexibiliteit, naar elkaar en onze klanten. Want als een klant onverhoopt op Tweede Kerstdag zout nodig heeft, dan kan hij ons gewoon bellen. We nemen de telefoon op en leveren wat nodig is. Frisia Zou is een dynamische en veilige omgeving. Want dat is onze basis: veiligheid. Niet alleen in het uitsluiten van risico’s voor alles en iedereen en zorgen dat iedereen een fysiek veilige werkplek heeft, maar ook psychisch. Je moet jezelf kunnen zijn, je veilig voelen in je omgeving. Dat alles is waarom ik hier nog steeds met plezier werk, ik hoor er graag bij.”

En waar zijn de collega’s die jullie nu en de komende jaren nodig hebben nu? Anke van der Bij: „Dat is een brede groep, want als je een technisch gevoel hebt, jezelf wilt ontwikkelen, dan kun je hier terecht. Omdat je wel eens iets anders wilt, omdat je net een mbo- 4 diploma op zak hebt, omdat je een bbl- traject wilt volgen. Ben je enthousiast en gemotiveerd? Neem gerust contact op voor een bakje koffie of thee bij ons bedrijf!”

frisiazoutharlingen.nl

ADVERTENTIE

De Zeehoeve Harlingen, voor toerist en bewoner

Recreatie is niet zozeer vak, het is een manier van leven. Lammert Kleefstra van recreatiebedrijf De Zeehoeve in Harlingen houdt ervan. Na jaren voorbereiding wordt nu hard gewerkt aan een duurzame uitbreiding. Meer mogelijkheden voor de toerist van nu. En voor mensen uit de directe omgeving.

„We zijn voortdurend bezig om te kijken waar we wat kunnen toevoegen. Mijn ouders hebben dertig jaar geleden de basis gelegd voor de huidige De Zeehoeve. Ze hebben een koers ingezet waar we jaren mee verder konden. Ze hebben bijvoorbeeld keuzes gemaakt voor een goede infrastructuur zoals wegen en riolering. Daar hebben we nu profijt van.” Lammert Kleefstra nam vier jaar geleden het recreatiebedrijf van zijn ouders over. Hij is getogen deze plek naast aan de Westerzeedijk, op slechts luttele minuten van het centrum van Harlingen. De Zeehoeve, zo laat hij zien, is een bedrijf dat meerdere groepen toeristen bedient. Lange afstand fietsers die er overnachten in eigen tent of in een van de trekkershutten. Mensen die er jaar na jaar genieten in hun eigen chalet. „Ze komen overal vandaan, uit Duitsland, België, Brabant, Limburg, maar ook gewoon hier uit Harlingen.” Een veld verder zijn kampeer- en caravanplekken voor de reizende toerist. Even verder staat een rij moderne lodges voor gezinnen, van alle gemak en comfort voorzien. Net als de Key West- lodges voor twee personen. „En ook helemaal elektrisch, geen gas meer. Goed geïsoleerd, perfect voor kort of langer verblijf, ook buiten het typische toeristenseizoen.”

Aan de Harlinger kant van De Zeehoeve kijken we naar de jongste uitbreiding: de aanleg van 65 nieuwe camperplekken, als aanvulling op de veertig die er al zijn. En naar het doortrekken van het open vaarwater, zodat je straks gewoon met je sloep vanuit Harlingen en omgeving naar De Zeehoeve kunt varen, je boot afmeert voor het restaurant en na een hapje eten en drinken op je gemak weer terug naar huis vaart. „Met deze uitbreiding van De Zeehoeve zetten we een aantal stappen tegelijk. We breiden onze capaciteit voor campers uit, we sturen op meer mogelijkheden voor mensen uit de omgeving, zoals bootjesmensen. En tegelijk gaan we ons restaurant naar de omgeving beter op de kaart zetten. We richten ons op de verlenging van het seizoen. Ik ben blij dat we nu bezig zijn. We zijn al vier jaar lang bezig met de voorbereidingen en dan is het fijn als de schop in de grond kan.”

Perspectief bieden De populariteit van campers is onmiskenbaar. „Maar vooral van belang is het bieden van goede plekken, van de juiste voorzieningen. Na jaren

gedoe over het aanleggen van een internetkabel met meer dan voldoende capaciteit, hebben we die kabel uiteindelijk zelf maar laten aanleggen. Dat is infrastructuur waar je niet meer zonder kunt, het is net zo essentieel als water en elektriciteit. Die investering in een krachtige kabelverbinding was noodzaak, anders kun je niet verder. We zijn al een aantal jaren bezig met meer automatisering en digitalisering, kijk bijvoorbeeld naar de Incheckzuil, waar mensen zichzelf kunnen aanmelden. De internetverbindingen worden steeds belangrijker, ook in de huisjes, in de chalets. Ieder chalet heeft zijn eigen internetvoorziening. Mensen zijn gewend aan goede en snelle verbindingen, dat willen ze hier ook. Het is ook van belang als je wilt sturen op seizoensverlenging. Op mogelijkheden van langer verblijf. Wat je biedt moet goed zijn, voor ieder seizoen. Verlenging van het seizoen, zoals ik net al zei, is iets wat wij heel graag willen. Ook voor alle mensen die hier met plezier werken. Als wij niet meer dicht gaan, kan een veel groter deel van onze mensen het hele jaar aan het werk blijven. Het gaat dus om veel meer dan alleen toeristen meer mogelijkheden bieden. Door de omgeving bewuster te maken van wat wij hier bieden, bijvoorbeeld in het restaurant, kunnen we eerder toe naar seizoensverlenging van het bedrijf. En dat betekent dat we onze mensen meer perspectief en zekerheid kunnen bieden.”

Recreatie voor iedereen toegankelijk Voorsorteren op straks, betekent ook je camperplekken inrichten op een toekomst die nabij is, zegt Lammert Kleefstra. „Meer en meer elektrisch. We hebben al verschillende laadpalen voor personenauto’s. Voor de nieuwe camperplekken houden we rekening met de komst van elektrische campers. En met het feit

dat de camper en caravan van vandaag de dag sowieso al veel meer stroom nodig hebben dan voorheen. Kijk wat er in allemaal inzit aan airco, verwarming, keukenapparatuur. Als je wilt dat mensen langer kunnen verblijven, betekent het dat je hele infrastructuur en netwerk daarop ingericht moet zijn.” Verdere digitalisering en elektrificering is van levensbelang voor een recreatiebedrijf met perspectief.

„Wij zijn altijd bezig met dingen die verderop in de tijd spelen. Voor het ene project klaar is, zijn we al aan het nadenken over het volgende. Kijk, daar aan de rand van het caravanveld stonden tot een jaar geleden nog chalets, die staan nu aan de andere kant. Je moet het moment kiezen waarop je iets kunt doen, de tijd z’n werk laten doen. Je kunt niet op een dag tegen mensen die al twintig jaar bij je komen, roepen dat ze volgende maand moeten verkassen. Of een briefje in de winter sturen dat met ingang van het volgende seizoen alles anders wordt. Dat is niet wat wij willen, het moet altijd in overleg en redelijkheid. En zo moet er ook een gezonde balans blijven in wat je doet en wat je aanbiedt. De mix zoeken. Dat geldt hier en dat geldt in de hele provincie: zorg ervoor dat je recreatie voor iedereen toegankelijk en betaalbaar houdt. Niet alleen maar kiezen voor het topsegment en winsten van aandeelhouders. Kies meer voor de lange termijn zou ik zeggen. Duurzaam willen bijdragen aan je omgeving, betekent nadrukkelijk keuzes maken voor de langere termijn, ook in recreatieve zin. Dat is waar wij op De Zeehoeve voor staan.”

zeehoeve.nl

ADVERTENTIE

‘Voor elke vraag een oplossing’

Samen met de klant zoeken naar de beste oplossingen, dat is wat al ruim 60 jaar voorop staat bij Bus Industrial Tools. Het familiebedrijf met 11 vestigingen is een groothandel in technische gereedschappen, met meer dan 100.000 artikelen op voorraad. „We onderscheiden ons niet alleen op prijs, maar vooral door de beste total cost of ownership”, geeft directeur Schelto Bus aan, die samen met broer Henry de dagelijkse leiding heeft. „En dat is precies waar industriële bedrijven op zitten te wachten.”

Bus Handelsmij BV werd in 1957 in Lemmer opgericht en is uitgegroeid tot een toonaangevende technische groothandel in dagelijkse en specialistische gereedschappen. „In 1958 verhuisden mijn ouders naar Zwolle en werd de groei ingezet, zowel autonoom als door overnames.” Anno 2022 is Bus Industrial Tools uitgegroeid tot een bedrijf met ruim 250 medewerkers, waarvan het hoofdkantoor en het logistieke centrum in Zwolle zijn gevestigd.

Mijlpaal

Bus Industrial Tools telt 21 productgroepen, dat geeft het ruime assortiment van het bedrijf goed weer. Om alle klanten goed te kunnen bedienen en te voorzien van de beste service en producten, werd 5 jaar geleden een nieuw en klimaatneutraal logistiek centrum in Zwolle gebouwd. „Een belangrijke mijlpaal in ons bestaan”, zegt Bus. „Dankzij de digitalisering kunnen we onze klanten nog sneller en efficiënter bedienen.”

Klanten in de metaalverwerkende industrie kunnen werkelijk met elke vraag bij Bus Industrial Tools terecht. Regiomanager Joop van Gogh:„ Of het nu gaat om verkoop en advies, onderhoud en keuringen, logistieke oplossingen, verhuur van machines en gereedschappen; wij hebben het in huis.” Bedrijven van klein tot groot zijn klant bij Bus Industrial Tools. „We doen veel voor scheepswerven, maar ook de industrie en talloze kleinere bedrijven in de metaal zijn klant bij ons.”

Doorvragen

Bus Industrial Tools onderscheidt zich vooral met goed advies. „De klant komt met een vraag, wij vragen vaak door en kunnen daardoor een goed advies geven. Zo kom je met elkaar tot de beste oplossing waar de klant naar zoekt.”

Tenslotte een klein actueel voorbeeld van de vooruitstrevende aanpak van Bus Industrial Tools. Vanwege de stikstofuitstoot moet de industrie op zoek naar alternatieve apparaten en machines, denk bijvoorbeeld aan een generator. Schelto Bus:„ Wij hebben generatoren met accu in huis, die op zonnepanelen werken, maar alleen aanslaat als hij gebruikt wordt.”

„Ons doel is volledige ontzorging van de klant, waarbij kwaliteit voorop staat”, gaat Van Gogh verder. „Wanneer je met een klus bezig bent, wil je geen tijd kwijt zijn aan randzaken, dat lost Bus op. En dat gaat heel ver. Zo kunnen we ons computersysteem koppelen met dat van de klant, zelfs met onze webshop, waardoor we heel snel kunnen schakelen.”

Las- en snijtechniek

Lassen en snijden is één van de voornaamste specialismen van Bus Industrial Tools. Door met gerenommeerde merken samen te werken, heeft Bus altijd de juiste oplossing voor de klant. „Samen met de klant zoeken we altijd naar het beste lasproces met het hoogste rendement”, zegt Henk Krale, productmanager las- en snijtechnieken. „Bus Industrial Tools staat bekend als een betrouwbare partner, het is niet voor niets dat de klant vaak gebruik maakt van onze kennis en kunde. We hebben dan ook de nieuwste technieken in huis, zoals bijvoorbeeld het lassen met een cobot, het hand laserlassen en lasmechanisering. Het complete leveringsprogramma varieert van lasdraden en lastoortsen tot complete las- of snijinstallaties.”

Oplossingen

„Een andere specialisme is dat we het verbruik van onderdelen inzichtelijk maken. Waarom gebruikt de ene klant twee boren voor een klus, terwijl de andere klant voor dezelfde klus vijf boren gebruikt. Daar kunnen allerlei redenen voor zijn, die kunnen wij monitoren. Op die manier dragen we bij aan oplossingen, waar de klant daadwerkelijk z’n voordeel mee kan doen.”

Dat kan bijvoorbeeld ook met Smart Inventory Solutions, een systeem dat voor elke organisatie een passende oplossing biedt voor het beheer van gereedschappen en verbruiksmaterialen. „Dit systeem helpt het operationele proces rondom voorraden eenvoudig te maken met minder administratieve handelingen. Een voorbeeld van de manier waarop wij naast onze klanten staan.”

Duurzaamheid

Kwaliteit speelt binnen Bus Industrial Tools een belangrijke rol, niet voor niets is het bedrijf ISO 9001 gecertificeerd. Trots is Bus op het feit dat men ook ISO 14001 gecertificeerd is.

„Duurzaamheid en milieu vinden we belangrijk. Dat voeren we in ons hele bedrijf door. Waarom kopen als je ook kunt huren, zeker wanneer je de te huren gereedschappen snel in huis hebt”, legt Erik Gies, manager operations uit. Zekerheid over de kwaliteit biedt Bus Industrial Tools ook door het feit dat elke metaalbewerkingsmachine een QR-code heeft. „Overal ter wereld kun je op elk moment van de dag de omschrijving van de machine vinden en een datum van de keuring”, zegt Joost Holierook, manager servicecenter. „Klanten willen het goed voor elkaar hebben en opdrachtgevers willen ook de zekerheid dat er met gecertificeerde machines wordt gewerkt. Dat biedt Bus Industrial Tools.” Schelto Bus tenslotte:„ We hebben heel veel kennis in huis en dat is belangrijk om de klant goed te kunnen adviseren. De klant moet zijn werk zo efficiënt en goedkoop mogelijk kunnen doen, zonder in te leveren op kwaliteit. Daar zorgen wij voor. Ons advies en de kwaliteit van onze artikelen en gereedschappen zijn daarin onderscheidend.” www.bus.nl

De IPG LightWeld hand laserlas- en reinigingssystemen zorgen voor hoge kwaliteit laswerk. Last dikke, dunne, reflecterende en ongelijke materiaalsoorten met en zonder draadtoevoer. De reinigingsfunctie optimaliseert de kwaliteit en productiviteit. Je product is sneller klaar met minder handelingen.

Een Bus lasoplossing die eenvoudig is te programmeren en constant hoge kwaliteit laswerk levert. Hierdoor lagere productiekosten.

ADVERTENTIE
V.l.n.r.:Joost Holierook, Manager Service, Schelto Bus, Directeur en Erik Gies, Manager Operations

blijven zorgen voor optimaal boeren’

Met zes gespecialiseerde dierenartsen en vijf paraveterinairen staan ze dag en nacht klaar voor de boer. Samen zorgen voor 21.500 koeien, voor schapen en geiten. Adviseren in een wereld die onder druk staat. „De boer staat centraal. Die wil geen trammelant.”

melkveehouders bij te staan hun koppelmanagement onder praktijkomstandigheden te optimaliseren, heb je meer nodig. We doen het met elkaar, als team en samen met de veehouder. Je moet je blijvend verdiepen in de boer en zijn bedrijf. We hebben korte lijnen met elkaar en met de veehouder. Dat betekent dat we voortdurend van elkaar weten wie waar is geweest, wat er speelt en dat boeren direct met ons contact kunnen hebben. We gaan voorbereid op pad. We zorgen ervoor dat de communicatie goed is en we de informatie op en rond het erf en van erfbetreders op orde hebben. En we leveren maatwerk. Ieder bedrijf is uniek, met specifieke bedrijfsomstandigheden en iedere boer heeft persoonlijke doelstellingen. Voor de een is dat een hoge productie, voor de ander is dat om met zo veel mogelijk eigen geteeld voer melk te produceren. We zijn ingericht en gefocust op boeren die met plezier kunnen blijven werken, met gezonde veestapels op gezonde melkveebedrijven. Wat enorm helpt is dat iedereen ook een sterke binding met het boerenleven heeft, we weten waar het over gaat, we proberen de juiste vragen te stellen en weten wat er van ons verwacht wordt.”

Bauke van der Valk en Folkert Postma genieten van wat ze doen. Iedere dag weer zorgen voor de boer en zijn melkkoeien. Rundveedierenartsen Wolvega is een team van experts. Zes dierenartsen en vijf paraveterinairen met volle ondersteuning op de basis aan de Grindweg in Wolvega. Samen met Paardenkliniek Wolvega vormen ze een gezonde maatschap. Ieder met zijn eigen specialisme. Bauke van der Valk, geborgd rundveedierenarts en specialist bedrijfsvoering en voeding: „De wet- en regelgeving wordt voortdurend aangepast, dus moet je je volledig op je vakgebied focussen om de boer optimaal bij te kunnen staan. Met ons team combineren we kennis en praktijkervaring op het gebied van gezondheid en -vruchtbaarheid met de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Naast het verlenen van eerstelijns veterinaire zorg is ieder van ons gespecialiseerd op deelonderwerpen binnen het een eigen vakgebied. Dit heeft als voordeel dat we ook 2e lijns werk (consultancy) kunnen bieden. Als er bijvoorbeeld weerstand problemen bij de melkkoeien zijn dan beginnen we te kijken met een kritische blik, naar alle mogelijk oorzaken. Van Mycotoxinen, waterkwaliteit, mineralen tekorten of overschotten, lekstroom, ruwvoerkwaliteit, huisvesting of voedingsproblematiek. Alles wordt meegenomen en wordt dan vervolgens een plan van aanpak gemaakt. Zo kan onze praktijk steeds een breed en up-to-date aanbod aan diergeneeskundige zorg en begeleiding bieden.”

Iedere stap heeft consequenties Collega dierenarts Folkert Postma: „We zijn er voor de boer en de dieren. Het gaat altijd over de vraag hoe je zo effectief en optimaal kunt bijdragen aan het bedrijfsmanagement en de gezondheid en het welzijn van dieren. De boer wil geen trammelant, die wil net als wij met plezier werken. Zieke dieren voorkomen is daarom een must. Daarnaast kost de verzorging van zieke dieren veel tijd. De tijd is vaak kostbaar op melkveebedrijven. Het vak van boer is complex en

veelomvattend. Een boer moet van veel zaken veel verstand hebben: boekhouden, bodemgezondheid, diergezondheid, voeding, bemesten, regelgeving, noem maar op. Het is aan ons om de boer en het proces op zijn specifieke bedrijf zo goed mogelijk te ondersteunen, daar zo goed mogelijk aan bij te dragen zodat de diergezondheid er zo optimaal mogelijk voor staat. De verschillen in bedrijfsvoering zijn groot, van biologisch tot intensief. Maar in alle gevallen geldt voor ons, meedenken, ondersteunen, ontzorgen, verzorgen en adviseren.”

Het team van Rundveedierenartsen doet haar werk in hoofdzaak in drie provincies: een groot deel van Friesland, Noord- West Overijssel en de Noordoostpolder. Ze bedienen zo’n 160 melkveehouders met 21.500 melkkoeien. Van bedrijfsvoering en koppelmanagement, monitoring en bijsturing van kengetallen tot het vroegtijdig herkennen van gezondheids- en vruchtbaarheidsproblemen. Van chirurgische ingrepen tot veterinaire diagnostiek, bacteriologisch onderzoek en antibioticumgevoeligheid in het eigen laboratorium. Van uiergezondheid, vruchtbaarheid, infectieziekten, klauwgezondheid, opfok jongvee, rundveevoeding en transitiemanagement tot schapen & geiten. Het team doet praktijkonderzoek en veldstudies en beschikt over een eigen unieke Medicijnbus. Bauke van der Valk: „Met onze medicijnbus voorzien we onze veehouders eens per 3 weken op het eigen erf van bestelde producten en materialen. Dat geeft structuur en inzicht. De bus doet tweemaal per week zijn ronde door ons verzorgingsgebied, gereden door onze eigen paraveterinairen die van de hoed en de rand weten. Ze kennen de boeren en de bedrijven, zij kijken en luisteren mee.”

Voorbereid op pad

Een team van betrokken rundveespecialisten, zeker. Maar het is vooral ook de manier waarop ze hun werk doen, zegt Folkert Postma. „Om

Vertrouwen betekent zelfstandig blijven Niet onbelangrijk: de specialisten hebben een heldere visie op de toekomst. Doorgaan op eigen kracht, zelfstandig blijven. Bauke van der Valk: „We hebben ons sinds 2001 gespecialiseerd, omdat dat nodig is om de boer zo goed mogelijk effectief en optimaal bij te staan in zijn bedrijfsvoering. We kennen elkaar, we werken samen aan langdurige relaties, aan gezonde bedrijven en gezonde dieren. We hebben veel boeren die al heel lang klant bij ons zijn. Die relaties moet je niet verkwanselen. Het gaat om het vertrouwen dat je in elkaar stelt. En dat willen we behouden. Voor ons ligt daarin de keuze om zelfstandig te blijven, te zorgen dat we er voor elkaar zijn en op elkaar kunnen rekenen. Zeker nu. Het is voor veel boeren een lastige tijd, er speelt ongelooflijk veel en er is gebrek aan perspectief. We moeten met z’n allen scherp blijven op wat er speelt, het stelt eisen aan ieders ondernemerschap. Keuzes maken als het kan. Wij blijven als zelfstandige maatschap van dierspecialisten kiezen voor onze klanten.”

ADVERTENTIE
rundveedierenartsenwolvega.nl
‘Samen

Henk Maas Weegschalen B.V. wil het Noorden veroveren

In 1987 begon Henk Maas senior (68) een weegschalenbedrijf in het Brabantse Veen. Zoon Henk Maas junior (36) nam het bedrijf een paar jaar geleden over. Hij heeft sinds 1 oktober ook een vestiging in Gieten. „We willen ook in het Noorden een stabiele leverancier van weegapparatuur zijn”, vertelt hij.

Bestaande en nieuwe klanten In de loods in Gieten is nu alleen nog een kantoor en werkplaats te vinden. Uiteindelijk moet er ook een showroom komen. De afdeling op het industrieterrein aan de Hoevenkamp 5 moet een zelfstandig filiaal worden. „We willen vanuit hier bestaande klanten beter van dienst zijn.” Want het is niet dat Henk Maas nog niet actief is in het noorden. “We leveren (en onderhouden) al aan honderden bedrijven in de noordelijke provincies.”

„Maar we willen dus ook nieuwe klanten aan ons binden”, vervolgt De Ridder. Maas knikt bevestigend. Denk aan agrarische weegschalen, laboratoriumweegschalen, palletwegers of heftruckweegsystemen. Je kunt het eigenlijk zo gek niet bedenken, of Henk Maas en zijn team zijn in staat een geschikt weegsysteem te ontwikkelen.

Waarom noordelijke bedrijven bij Henk Maas Weegschalen B.V. moeten aankloppen? “Onze service is persoonlijk, snel, direct en we zitten dichtbij”, zegt Maas. “En we denken altijd met de klant mee.”

Het bedrijf bouwt, importeert, verkoopt, onderhoudt en kalibreert weegschalen. Dat laatste wil zeggen dat de weegschaal zo wordt ingesteld, dat ‘ie op ’t juiste gewicht blijft. Specialistisch werk, waar goed opgeleide monteurs voor worden ingezet.

Van dierweegschalen tot vliegtuigweegschalen De weegschalen waar Henk Maas mee werkt, zijn geen weegschalen die je thuis gebruikt. „Wij verkopen alleen aan bedrijven”, legt de directeur uit. De lijst met verschillende soorten weegschalen is ellenlang. Er is zoveel dat gewogen moet worden.

Denk aan medische weegschalen, voor ziekenhuizen en diëtisten. Of dierweegschalen, voor dierenartsen. Maar ook vliegtuigweegschalen, om vliegtuigen te wegen. „Dat doen ze door alle wielen van het vliegtuig op een weegschaal te zetten.” En wat dacht je van de wieken van windmolens, die moeten ook gewogen worden. “Om te controleren of ze goed uitgebalanceerd zijn.”

Sterke punten: voorraad en maatwerk Henk Maas senior kwam dertig jaar geleden op het idee om een weegschaalbedrijf te beginnen toen hij op de markt stond om snoep te verkopen. Hij zocht een goede weegschaal, maar die was lastig te vinden, vertelt zijn zoon. Sindsdien maakt het bedrijf naam in weegschalenland.

„Er zijn nog een stuk of veertig bedrijven die dit doen, maar die werken niet zo breed als wij”,

beweert Maas. „Ons sterke punt is de voorraad die we hebben, van zowel complete weegschalen als van weegcomponenten. Daarnaast leveren we maatwerk. We denken met de klant mee. Heb je een specifiek soort weegschaal nodig? Dan maken wij die. Ook repareren en kalibreren we op locatie.”

Wereldwijde verzoeken

Dit doet de Weegschalen B.V. van Henk Maas vooral in Nederland en België, maar ook wereldwijd. “Mensen weten ons heel goed te vinden via onze website. We krijgen aanvragen van landen uit Europa, zoals Duitsland en Tsjechië. Maar ook Paramaribo, Colombia, het Midden-Oosten en Azië.”

In Veen zijn er een stuk of twintig technische medewerkers in dienst. In Gieten wordt dit werk uitgevoerd door Chris de Ridder (36): specialistisch monteur. Één keer in de twee weken rijdt Maas, die ooit ook begon als monteur, van het Brabantse Veen naar Gieten. Een dikke tocht van 2,5 uur. En daarom houdt De Ridder de boel hier in het noorden verder draaiende.

ADVERTENTIE
‘En wat dacht je van de wieken van windmolens, die moeten ook gewogen worden. Om te controleren of ze goed uitgebalanceerd zijn’
www.henkmaas.nl

ASN Installaties: vakmensen voor maatwerk in de energietransitie

Een installatiebedrijf met energietransitie en service en onderhoud in de genen. Als ASN Installaties in Dokkum zegt ‘Energietransitie doe je samen’ dan heeft dat betekenis en inhoud. Mensen maken maatwerk en bieden elkaar perspectief. Kijk mee door het oog van duurzaamheid van een Friese energie partner.

ASN Installaties werkt voor particulieren, overheidsinstanties en mkb-bedrijven. Van verkoop, lease, levering, installatie en onderhoud van CV- ketel, boiler, geiser tot warmtepomp of waterontharder. Van zonneboiler tot zonnepaneel, ledverlichting en warmte terugwinning, het is dagelijkse kost bij het installatiebedrijf. En daar komt het onderhoud aan zonneparken nog bij. Met veertig mensen leveren we iedere dag maatwerk, zegt eigenaar Corinna Scharringhausen. Zeker omdat wij ons werk vooral doen in de bestaande bouw. Waar het gaat om verduurzaming, is het in het bestaande kritisch kijken naar wat mogelijk is, in technische en in financiële zin. „Geen gebouw of situatie is gelijk, het gaat er om dat je wens en verwachting zo goed mogelijk oppakt en vertaalt naar het optimale resultaat voor iedere klant, of dat nu een particulier, een instelling, en mkb- bedrijf, een energiebedrijf is. Of het gaat om een bedrijfspand, een monumentale woning of een rijtje woningen. En dat kan alleen als je de juiste mensen hebt. Mensen met de juiste opleiding, vaardigheden en instelling. Naar elkaar en naar de klant.”

Energietransitie staat bij ASN Installaties hoog in het vaandel. Het zit in het hart van Corinna Scharringhausen, die het destijds spraakmakende rapport van de Club van Rome zo uit de kast kan toveren om nut en noodzaak te duiden. Het gaat om de vertaling, meent ze. Een betere wereld maak je samen, het gaat er om wat jij kunt betekenen voor de wereld en voor een ander. „Dat is waar ik trots op ben. ASN bestaat uit een prachtig team dat we samen hebben gevormd. Wij

kunnen samen met onze klanten een steentje bijdragen aan de grote transitie.” Een paar jaar geleden zette ze in op verdeling van verantwoordelijkheid. Zo kwam Iwan Mulder bij ASN, een doorgewinterde techneut die al vanaf z’n vijftiende in het installatie vak zit. Nu is Iwan als Manager Verkoop verantwoordelijk voor advies over onze producten en diensten richting klanten. Daarnaast kwam Jan van Raalte als Manager Techniek bij het team. Jan is een technische vakman en als voormalige professionele voetbal speler en coach ook een verbinder. Hij ziet onder meer toe op het opleiden en aanbieden van persoonlijke ontwikkeltrajecten aan de mensen van ASN Installaties in samenwerking met personeelszaken. En aan mensen die ASN Installaties nog graag verwelkomt: „Natuurlijk kunnen we vakmensen gebruiken, de vraag naar verduurzaming is groot en dat houdt voorlopig echt wel aan.”

Klanten meenemen in gedegen advies Iwan Mulder zit vooraan bij het leveren van het maatwerk. „Wat wil, vraagt en verwacht de klant? We krijgen veel aanvragen vanuit de behoefte naar verduurzaming. We merken dat het heel effectief is als we mensen na een aanvraag eerst zo goed mogelijk informatie laten verstrekken over hun specifieke woon- en leefsituatie. Het is namelijk niet zinvol om offertes uit te brengen, als je niet eerst precies weet wat de bedoeling is. Met de informatie van de klant, kunnen wij zo goed mogelijk voorbereid op pad om ter plekke te kijken wat er moet en kan gebeuren. Kan het bouwtechnisch? Is het betaalbaar voor de klant,

kan het opgesplitst in delen, wat moet er op de korte termijn, wat kan later, hoeveel tijd is er mee gemoeid? We maken een plan dat voor de betreffende woning en mensen passend is. Het gaat erom mensen mee te nemen in het tot stand komen van een gedegen advies. Gelukkig kunnen we adviseren vanuit een breed aanbod van producten van diverse fabrikanten. Dat geeft meer keuzemogelijkheden voor de klant en wij zijn flexibeler. Deels kun je met relatief simpele ingrepen veel betekenen. Het inregelen van technische installaties, zowel nieuwe als bestaande, is een vak apart geworden. Er valt veel voordeel mee te halen, in besparing en comfort. Maar ook hier geldt: begrijp dat wij wel de tijd moeten nemen om een installatie goed in te regelen. Welk effect heeft wat je instelt op jouw situatie? Als mensen dat inzien, hebben ze er begrip voor dat het geen kwestie is van even langskomen en klaar. Ik heb er altijd veel plezier in als we er in slagen het optimale voor de klant te bereiken.”

Waar ligt je passie en waar word jij vrolijk van?

Jan van Raalte kijkt er vanuit zijn technisch personeels-oog naar. „Juist de krapte op de arbeidsmarkt, maakt het soms gewoon extra lastig, we hebben er graag nog wat mensen erbij. Jan kijkt wat er moet gebeuren, en dan is het de juiste mensen op de klus zetten. We willen van betekenis zijn, we willen graag klanten helpen om te kijken hoe ze kunnen verduurzamen, hoe ze kunnen besparen. We willen de problemen waar mensen zich mee melden, ook het liefst zo snel mogelijk oplossen. Dat zit in ons dna, dat is ons vak. Daarom richten we ons heel erg op het loopbaanperspectief van iedereen bij ASN Installaties. Waar kom jij graag je bed voor uit? Waar word jij vrolijk van? Met iedereen kijken we naar de verwachtingen voor de komende drie tot vijf jaar. Wat doe je nu, wat zou je willen? Wat is daar voor nodig? Investeren en maatwerk willen leveren, vraagt ook om brede inzetbaarheid van medewerkers. Gelukkig zien we steeds meer mensen die kiezen voor meer scholing of training, naast wat ze ooit op school hebben geleerd. Het is niet gek als je na een paar jaar iets anders wilt doen in de brede wereld van installatietechniek. Die ruimte is er altijd binnen het erkend leerbedrijf ASN.

De markt van verduurzaming groeit, net als de markt van service en onderhoud aan diverse soorteninstallaties. De snelle ontwikkelingen tillen ASN Installaties sneller dan verwacht naar een hoger plan, zegt Corinna Scharringhausen. „Energietransitie doe je samen. De mens speelt in ook die grote transitie de cruciale rol. We moeten elkaar meenemen. Als collega en als team, als klant, leverancier en fabrikant, in partnerschappen. Samen kunnen we bijdragen aan een duurzamere wereld.”

www.asndokkum.nl

ADVERTENTIE

‘Wacht niet te lang met het vragen van advies’

Dat het met de economie momenteel even wat minder gaat, behoeft geen nader betoog. Dat merken niet alleen ondernemers, maar ook organisaties die ondernemers bijstaan en adviseren, zoals bijvoorbeeld Van Braak Accountants. Op tijd schakelen, luidt het devies. „Het heeft geen zin om je te verstoppen. Dus wacht niet te lang met het vragen van advies”, zegt Hennie van Braak. Sterker nog, hij is ervan overtuigd dat uitstel op de lange termijn alleen maar meer geld gaat kosten.

Hogere energielasten, stijgende belastingen, inflatie, hogere inkoopkosten van grondstoffen, stevige looneisen, een tekort aan personeel, terugbetaling uitgestelde belastingen in verband met corona; er komt momenteel veel op de ondernemer af. Het wekt dan ook geen verbazing dat het aantal faillissementen, en ondernemers die besluiten met hun zaak of bedrijf te stoppen, toeneemt. „We krijgen inderdaad meer vragen om bij saneringen te helpen”, maakt Van Braak duidelijk. Hij constateert dat alle branches worden getroffen door de huidige economische situatie.

Structuur

„Wat je kunt doen”, herhaalt hij de vraag. „In elk geval ervoor zorgen dat de structuur van je bedrijf staat. Oftewel, zorg ervoor dat de schulden in de juiste, liefst dochter BV, terecht komen. Mocht het dan toch fout gaan, dan hoeft dat nog niet het einde van het concern te betekenen.”

Van Braak adviseert ondernemers ook om goed

Dat het verhaal van Hennie van Braak aanspreekt, bleek onlangs weer eens na afloop van een lezing in Noord-Nederland. “Er waren 22 ondernemers, waarvan 18 na afloop een vervolggesprek wilden”, zegt hij. „Het spreekt voor zich dat ik in 2023 doorga met deze lezingen. Vooral omdat nog teveel ondernemers geld laten liggen, dat kan echt anders.”

op te letten met wie ze zaken doen. „Vraag informatie op bij de Kamer van Koophandel voordat je met een ander in zee gaat. Niemand kan het zich permitteren goederen te leveren die achteraf niet betaalt worden. Dus, doe vooraf onderzoek. Licht verder je verzekeringen door, daar zijn vaak besparingen mogelijk. Zorg dat je je leverings- en betalingsvoorwaarden op orde hebt, zodat je, als een klant niet betaald, de geleverde goederen terug kunt halen. Is een verkoopfactuur niet binnen een jaar betaald is, mag de verkopende partij de BTW terugvragen.”

in de problemen gaan komen. Het is daarom van belang om nu al te kijken naar kostenbesparingen, bijvoorbeeld op het personeelsbestand. Of ga verder automatiseren, als dat kan. Doe de lampen uit als er niemand op kantoor is en zet de ramen niet open als de verwarming aan staat. Het lijken simpele dingen, maar je wilt niet weten hoeveel geld er onnodig naar buiten gaat.”

Tips

Energierekening

Het zijn allemaal tips waar ondernemers hun voordeel mee kunnen doen, maar dat neemt niet weg dat er een groter probleem op het pad van de ondernemers komt en dat is de energierekening. Van Braak:„ Naast dat de tarieven momenteel ontzettend hoog zijn, wordt volgend jaar de energiebelasting ook fors hoger. Dat komt dus nog bovenop de hogere tarieven, waar voorlopig nog geen einde aan komt.”

„Verder gaan ook andere belastingtarieven omhoog. Zoals de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting, die serieus omhoog gaan, inclusief de belastingheffingen in box3. Dus ja, ik verwacht dat daardoor nog meer bedrijven

Tips voor 2023 heeft Van Braak ook nog. „Denk in december na over schenken aan kinderen en maak gebruik van de lage tarieven. En betaal nu de premie AOV over 2023, dat krijg je dat eerder in de inkomstenbelasting terug. Daarnaast is het verstandig, dat mocht je nog niet in een BV zitten, dit wel te overwegen. Wij leggen graag uit welke voordelen dat oplevert.”

„Ja, we gaan een ander jaar tegemoet dan we gewend zijn”, besluit Van Braak. „De echte ondernemers komen nu boven drijven. Voor hen die het echt niet meer weten heb ik maar één advies: ga op tijd in overleg met je accountant en wacht niet te lang. Uitstellen leidt nergens toe en gaat uiteindelijk alleen maar meer geld kosten.” www.vanbraakaccountants.nl

‘Het heeft geen zin om je te verstoppen’
ADVERTENTIE
Hennie van Braak

Werken aan een beter leven voor patiënten, medicijnen van de toekomst en jezelf

Bij ICON werken onze collega’s in een omgeving waar zij zich altijd kunnen ontwikkelen. De unieke werkzaamheden maken ICON voor veel functies een waar opleidingsinstituut. Dat biedt mogelijkheden voor diegene die meer wil doen dan hij altijd deed. Werken aan je eigen ontwikkeling en maatschappelijke impact maken, door een bijdrage te leveren aan medicijnontwikkeling om patiënten te kunnen behandelen en mogelijk genezen.

Samen werken aan iets groots

Voor Cynthia Kox is haar baan als Medical Research Associate (MRA) een uitkomst. „Het is net anders dan verpleegkundige zijn in een ziekenhuis. En dat is precies wat het mooi maakt.” Daar moest ze achter komen, want tijdens haar opleiding was haar nooit verteld dat ze als verpleegkundige ook in een onderzoekssetting zou kunnen gaan werken. Ze had geen idee wat er binnen de muren van zo’n onderzoeksinstituut gebeurt. „Ik kwam zeven jaar geleden als uitzendkracht terecht in het onderzoekscentrum van ICON, destijds nog PRA. Daarna draaide ik mee in het keuringscentrum en nu ben ik weer druk in onze onderzoekscentra, zowel die bij het Martiniziekenhuis als die in het UMCG. De onderzoeken verschillen per locatie, dus dat maakt mijn werk heel divers.”

Cynthia deed de opleiding tot verpleegkundige en kwam destijds tot de ontdekking dat haar roeping niet ligt bij het puur verzorgende aspect.

„Patiëntenzorg vind ik prachtig, maar niet als hoofdtaak. Ik voel me prettiger in een rol waarin ik een belangrijke schakel ben in een groter geheel, namelijk het onderzoek naar nieuwe medicijnen. In een team werken aan iets groots, dat trekt me.”

Tijdens klinisch onderzoek staat ze de deelnemers bij, neemt bloed en monsters af, en meer. „We zijn goed opgeleid en worden intern ook continu getraind. Als medisch team zijn we professioneel en heel hecht, het maakt me trots om te zien hoe goed we op elkaar zijn ingespeeld. Je merkt dat we werken voor hetzelfde doel: nieuwe en betere medicijnen helpen ontwikkelen.”

Onderzoeken en doorleren Arts Abdullah Almotawa is een echte onderzoeker. Was hij eigenlijk altijd al. „Dat ligt me meer dan een rol als behandelend arts. Achteraf gezien was ik altijd al op zoek naar een functie waarin ik van waarde kon zijn met mijn kennis en vaardigheden als arts, zonder continu

aan het bed te staan. Bij ICON ben ik verantwoordelijk voor de veiligheid van de deelnemers aan onze onderzoeken. Ik analyseer en interpreteer alle verzamelde data in een onderzoek en maak zo nodig aanpassingen om de kwaliteit en veiligheid te kunnen waarborgen. Voor farmaceuten ben ik het vaste aanspreekpunt, tijdens een onderzoek houd ik hen op de hoogte van de resultaten.” Abdullah ziet veel overeenkomsten met het werk van een arts in een ziekenhuis. „ Wat me hier meteen opviel, toen ik een jaar geleden begon, zijn de hoge standaarden. Heel integer, heel professioneel. Net als in een ziekenhuis, wat ik ken van mijn tijd vóór ICON.” De gelijkenissen zijn groot, de focus ligt net anders. „Als arts in een ziekenhuis gaan de zorgtaken voor patiënten altijd voor. Onderzoek doe je daarnaast. Bij ICON draait het volledig om onderzoek. Dat past mij perfect.”

Hij kwam binnen als keuringsarts, maar wil doorgroeien naar de functie van Principal Investigator. „Daarvoor moet ik promoveren en me bekwamen in de klinische farmacologie. Dat is precies wat ik wil: onderzoeken en doorleren. Ik wist anderhalf jaar geleden helemaal niet dat zoiets kon bij ICON. Dat ik hier nu elke dag meehelp aan de gezondheid van een grote populatie, ja dat is prachtig.”

Van groot belang voor de ontwikkeling van medicijnen ‘Iets met chemie’. Dat is wat Rebecca Wiersma na

haar studie zocht in een baan. Als lab analist bij ICON in Assen heeft ze het gevonden. „En meer dan dat. Innovatie is hier belangrijk, daarom leren we continu nieuwe analysetechnieken. We kunnen hierdoor op meerdere afdelingen werken en blijven ons altijd ontwikkelen. Dat is het mooie hier: je krijgt de ruimte om op verschillende plekken te kijken, om je breder te bekwamen.”

In het geval van Rebecca betreft dat de automatisering van onderdelen van het proces. „Dat heb ik als stagiair hier gedaan en sindsdien blijf ik een beetje het aanspreekpunt. Heel leuk.”

Haar hoofdtaak is het analyseren van bloed, plasma en meer lichaamseigen vloeistoffen.

„Meestal brengen we in kaart hoelang een geneesmiddel in het lichaam actief blijft, afhankelijk van wat de opdrachtgever wil.” Met behulp van geavanceerde apparatuur zijn Rebecca en haar collega’s in staat heel secuur te meten en analyseren.

In Assen komen continu monsters van over de hele wereld binnen, allemaal onderdelen van onderzoeken die moeten leiden tot nieuwe medicijnen. „Ons werk is belangrijk voor nauwkeurigheid en snelheid van zulke onderzoeken. Als dat uiteindelijk leidt tot een levensreddend geneesmiddel, ja daar doe je het voor.”

werkenbij-icon.nl geneesmiddelenonderzoek.nl

ADVERTENTIE
Rebecca Wiersma en Cynthia Kox

‘Duurzame en kostenbesparende dekvloer Eco2floor van Eco Floor Noord uit Joure heeft mooie toekomst voor zich’

De duurzame dekvloer met een korte levertijd, een korte droogtijd en een goede geleiding voor vloerverwarming. Dat is hoe het bedrijf Eco Floor Noord uit Joure haar duurzame en CO2-besparende Eco2floor dekvloer omschrijft voor bestaande en nieuwbouw.

Eco Floor Noord B.V. bestaat sinds 1 januari 2020 en is voortgekomen uit de samenwerking van C. van der Hauw Betonbouw en Winbo isolatie betonvloeren uit Joure. Die beide bedrijven bezitten gezamenlijk vele tientallen jaren aan ervaring als het gaat om beton, schuimbeton. Eigenaren van Eco Floor Noord zijn Catrinus van der Hauw, Arno de Winter en Ronald Boomsma. Eco2floor zelf is een nog jong product dat ondertussen landelijk aan acht erkende betonmortelbedrijven wordt geleverd om er duurzame dekvloeren mee te mogen maken. De vraag om verwerker te worden kwam via Beton Mortel Nederland. Van der Hauw, De Winter en Boomsma zijn vervolgens met zijn drieën om tafel gaan zitten en hebben het verzoek vormgegeven middels Eco Floor Noord. Dat bedrijf opereert naast C. van der Hauw Betonbouw waar De Winter En Boomsma beiden al jaren werkzaam voor zijn en Winbo isolatie betonvloeren. Ondertussen heeft Eco Floor Noord al bij talloze particulieren en bedrijven in een straal van ongeveer tachtig kilometer rondom Joure tot grote tevredenheid de dekvloeren aangebracht.

Voordelen

Het materiaal waarmee wordt gewerkt is een zogeheten zelfnivellerend, verpompbare gietdekvloer op basis van gemalen gegranuleerde hoogovenslak (GGBS) conform NEN-EN 15167, dat al vele jaren in de betonindustrie wordt toegepast en het resultaat is van jarenlange ontwikkeling.

Kort gezegd betreft het een beetje cement met een restproduct dat wordt hergebruikt en waarmee het maken van nieuwe materialen overbodig is geworden. Dat is weer beter voor het milieu doordat uitstoot van het schadelijke CO2 wordt voorkomen, wat mede verantwoordelijk wordt gehouden voor de opwarming van de aarde en waarmee Eco2floor ook nog eens bijdraagt aan een groenere samenleving.

Ander grote voordelen van Eco2floor zijn dat de aanbrengtijd een stuk korter is dan reguliere dekvloeren en dat het lichter werk is voor werknemers uit de betonbouw, wat weer beter is voor hun lichaam.

Ter vergelijking; bij bestaande cementdekvloeren kan op een dag tot ongeveer 350 vierkante meter worden aangebracht. Terwijl dat bij Eco2floor tot wel drie keer zoveel kan zijn. Daarnaast ‘sluit’ het materiaal goed om de buizen van de vloerverwarming heen, wat weer leidt tot minder stookkosten.

Een ander voordeel is dat Eco2floor een keer zo snel droogt als een reguliere cementdekvloer. Dat en de grotere oppervlakte die verwerkt kan worden zorgt er weer voor dat de bouwtijd afneemt. Hoewel Eco2floor qua aanbrengen in een hoger prijssegment zit ten opzichte van reguliere dekvloeren, zorgt de kortere bouwtijd ervoor dat er onder de streep minder kosten zijn voor de opdrachtgever.

Snelle levertijd Ondertussen groeit niet alleen de naam van Eco Floor Noord, maar weten ook steeds meer particulieren de weg te vinden richting het bedrijf uit Joure. Grofweg strekt die lijn zich uit van Groningen tot Alkmaar.

Wat hen vooral ook aanspreekt is de snelheid waarmee kan worden geleverd. Dat kan al binnen een week en indien nodig kan er nog sneller worden geschakeld.

De drie eigenaren van Eco Floor Noord zijn er dan ook van overtuigd dat Eco2floor vanwege alle voordelen die het biedt een mooie toekomst tegemoet gaat.

„Niet alleen doordat Eco2floor een duurzaam product is, maar dus ook omdat het de bouwtijd verkort en daarmee kosten bespaart. De toekomst zal het gaan uitwijzen, daar zijn wij van overtuigd.”

Contactgegevens Eco Floor Noord B.V. is gevestigd aan de Transportwei 18, 8501 ZP in Joure en is te bereiken via info@ecofloornoord.nl en 0513 413 230.

ecofloornoord.nl

ADVERTENTIE
V.l.n.r.: Ronald Boomsma, Catrinus van der Hauw en Arno de Winter. Foto HoogMedia.

Betaalbare én persoonsgerichte zorg aan ouderen. Maar hoe dan??

Noorderbreedte en Thuiszorg Het Friese Land zetten zich in voor toegankelijke en persoonsgerichte zorg voor voornamelijk oudere inwoners van Friesland. Martin Kirchner: ,,Wat ons betreft moet solidariteit in de zorg het uitgangspunt blijven. Veel mensen blijven graag zo lang mogelijk thuis wonen in hun vertrouwde omgeving. Kun je zelf iets niet meer, dan doe je een beroep op je eigen omgeving, op je netwerk. Gaat dat niet meer, dan volgt een beroep op de professionele zorg in de thuissituatie. En als dat niet meer gaat omdat het complexer wordt, of als er sprake is van hele specifieke zorg die niet thuis gegeven kan worden, dan is een beroep op professionele zorg elders nodig”, zegt Kirchner. ,,Niet alleen om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden, maar zeker ook om de toekomst en inhoud van het zorg-vak te kunnen borgen. We hebben meer goed opgeleide zorgprofessionals nodig. Eén van de belangrijkste uitdagingen voor ons als zorgorganisatie is hoe we goede zorgmedewerkers vinden en aan ons binden. Als werkgever moeten we perspectief en plezier in het werk blijven bieden. Blijven investeren in bestaande en nieuwe medewerkers is enorm belangrijk.”

Gezamenlijke toekomstdroom

“We hebben te maken met toenemende vergrijzing en een toename van noodzakelijke gespecialiseerde zorg. Ondanks deze ontwikkelingen willen we de beste zorg blijven bieden, die bovendien ook goed betaalbaar is.”

Volgens Kirchner is samenwerking met andere zorgorganisaties essentieel. Noorderbreedte is onderdeel van Zorgpartners Friesland (ZPF).

Samen met Medisch Centrum Leeuwarden (MCL), Tjongerschans en Thuiszorg Het Friese Land biedt Noorderbreedte aan alle inwoners van

Fryslân drempelloze zorg. In Fryslân heeft ZPF een leidende rol in de regio. “We zijn verantwoordelijk om als concern elkaars dienstverlening verder te versterken. Op die manier kunnen we met elkaar bijdragen aan een waardevol leven van alle inwoners van Fryslân.”

De partners binnen ZPF hebben een toekomstdroom geformuleerd: ‘gezond en gelukkig (oud) in Fryslân’.

Specialistische zorg Noorderbreedte biedt, naast reguliere dementiezorg, al jarenlang zorg aan kleine groepen cliënten die complexe en specialistische zorg nodig hebben. “Sinds juni 2022 is Noorderbreedte een erkend regionaal expertisecentrum (REC) voor de doelgroep Korsakov. Ook voor de andere specialistische doelgroepen willen we een doelgroep expertisecentrum (DEC) of regionaal expertisecentrum (REC) worden. Hiervoor zijn in 2022 al mooie stappen gezet. In 2023 verwachten we bijvoorbeeld officieel te worden benoemd tot regionaal expertisecentrum Huntington.”

Nieuwbouw

In 2022 is een aantal locaties van Noorderbreedte verbouwd en ook is nieuwbouw gerealiseerd. Een mooi voorbeeld is de nieuwe woonzorglocatie Jabikshof in Goutum die in 2022 werd geopend. “De locatie ziet er van buiten uit als een aantal woonhuizen en biedt kleinschalige, gespecialiseerde zorg aan mensen met dementie. Er zijn ook twee woongroepen speciaal voor bewoners die te maken hebben met dementie op jonge leeftijd.”

“Als zorgorganisatie pakken we onze verantwoordelijkheid op het gebied van duurzaamheid.” In 2022 ontving Noorderbreedte voor alle locaties het Bronzen Milieukeurmerk van het Milieuplatform Zorg. ,,Het keurmerk is een prijs voor het streven naar het telkens verbeteren van een gezonde leef- en werkomgeving. We maken de aandacht voor duurzame bedrijfsvoering hiermee serieus zichtbaar. Ook volgend jaar zetten we in op het verder ontwikkelen van duurzaamheidsbeleid”, zegt Martin Kirchner. ,,Om dat concreet te maken: naast ons lidmaatschap van Circulair Friesland, hebben we ons ook gecommitteerd aan de Green Deal Zorg 3.0, waarbij een van de speerpunten de vermindering van medicijnen in afvalwater is.”

Blik vooruit Kirchner is realistisch, maar blijft ook optimistisch. ”Met de krapte op de arbeidsmarkt en de stijgende kosten op het gebied van energie, bouwkosten en voeding, moeten we blijven sturen op adequate bedrijfsvoering. Daarnaast verwacht ik dat de druk op de wachtlijsten, zeker buiten de steden, zal toenemen. Jezelf duurzaam blijven ontwikkelen als organisatie is juist daarom belangrijk. Noorderbreedte staat met Thuiszorg Het Friese Land voor het blijvend aanbieden en verbeteren van persoonsgerichte, drempelloze zorg. Gelukkig hoeven we het niet alleen te doen. Samen met onze partners maken we ons sterk voor de beste zorg, die toegankelijk is voor iedereen die het nodig heeft.”

ADVERTENTIE
www.noorderbreedte.eu
Martin Kirchner, bestuurder Noorderbreedte en Thuiszorg Het Friese Land, blikt terug en kijkt vooruit.

Batenburg Beenen, toonaangevend in synergie en industriële automatisering

Meer synergie, meer betekenis, betere zichtbaarheid. Dat is samengevat waarom de namen Batenburg en Beenen nu ook naar buiten onlosmakelijk verbonden zijn. Manager Director Alex van Dalen licht de focus van de technisch dienstverlener toe.

Twaalfhonderd mensen werken er bij technisch dienstverlener Batenburg. Het bedrijf bestaat sinds enige jaren uit drie divisies: Installatietechniek, Industriële Componenten en Industriële Automatisering. Een van de oudste bedrijven binnen die derde divisie, is Batenburg Beenen met vestigingen in Heerenveen en Zwolle. Al in 1986 werd Beenen onderdeel van Batenburg, tot zover geen nieuws. De laatste paar jaar profileert de industriële dienstverlener met negentien bedrijven zich meer als geheel. Het doel is meer zichtbaarheid in de markt en verbetering van de dienstverlening naar klanten. Daar hoort de indeling bij in de genoemde divisies en het koppelen van de naam Batenburg aan de afzonderlijke bedrijven. En daarom staat er sinds enige maanden Batenburg Beenen op de gevel. Het vieren van het honderdjarig bestaan van Beenen werd gevolgd door het zichtbaar maken van de allang bestaande band tussen Batenburg en Beenen.

Samenwerkende kracht

„We hopen de synergie in de markt verder te verstevigen. We deden als onderlinge bedrijven al veel samen, maar nu dragen we dat veel nadrukkelijke uit. Zonder dat onze klanten het feitelijk merken, want iedereen is onder die ene overkoepelende naam te vinden. Wat ik merk is dat we door die koerswijziging elkaar nog meer opzoeken en kennis over projecten of oplossingen eerder en makkelijker delen”, vertelt managing director Alex van Dalen die in 2011 bij Beenen aan de slag ging. „De Batenburg- divisie Industriële Automatisering werkt voor een breed scala opdrachtgevers; Batenburg Beenen ontwerpt, realiseert en onderhoudt complete besturingsinstallaties voor de markten food & beverage, machinebouw, chemie, infra- en watertechnologie. We hebben binnen de divisie zo’n 500 engineers die van allerlei markten thuis zijn. De stap naar meer samenwerking binnen de groep en meer zichtbaarheid naar buiten, is dan een hele logische stap. De kritische massa van Batenburg is nu eenmaal groter dan die van ons afzonderlijke bedrijven. Zeker in een tijd dat de complexiteit van allerlei processen toeneemt, heb je samenwerkende kracht nodig. Kijk bijvoorbeeld naar grote thema’s als energietransitie en verduurzaming van de leefomgeving. Door ook meer focus aan te brengen in de visie van Batenburg kunnen we doelgerichter opereren. De meerwaarde voor onze klanten neemt toe. Batenburg focust zich de komende jaren op energietransitie en digitalisering, omdat de veiligheid van processen een steeds grotere rol speelt. Daar hoort ook bij dat we investeren in het overnemen van gespecialiseerde bedrijven die voor heel Batenburg waarde toevoegen op de gebieden Cyber Security, Data Intelligence en Robots & Vision.”

Werken binnen de vitale infrastructuur „Batenburg Beenen werkt bijvoorbeeld aan diverse projecten binnen de vitale infrastructuur, zoals het op afstand bedienbaar maken van bruggen voor provincie Fryslân. Of aan projecten in de waterzuivering van onze drinkwatervoorziening. Het zijn allemaal processen waarbij Cyber Security een steeds belangrijkere rol speelt, want je wilt niet dat bruggen of onze drinkwatervoorziening gehackt kunnen worden. Digitale veiligheid is een

kennisgebied waar Batenburg sterk in is. Zo is Batenburg Magion al vele jaren specialist in Industrial Cyber Security. Bij het verbeteren van de digitale veiligheid van een kantooromgeving kun je vrij eenvoudig een nieuwe applicatieversie van je software installeren. Bij industriële processen is dat echter veel lastiger te implementeren, omdat je niet zomaar even een proces stil kunt leggen om te kijken of een nieuwe versie goed werkt. Dat patchen moet je doen in een externe stand alone omgeving, en daarna, als alles goed is, kun je verder.”

„Binnen Robots & Vision hebben we afgelopen jaren met elkaar mooie stappen gezet. Zo hebben we bijvoorbeeld een onbemande onkruidmachine ontwikkeld. Door de combinatie van Data, Artificial Intelligence en zonne-energie, rijdt de machine onbemand over de akkers en weet precies welk plantje onkruid is of niet. De machine kan 24/7 z’n werk doen en vervangt zes mensen direct, nog los van de besparing op alles daaromheen. Geen huisvestingskosten, geen toiletwagens die in het land geplaatst moeten worden, geen eten en drinken dat gebracht moet worden. Slimme oplossingen verzinnen, daar gaat het om. De arbeidsmarkt blijft krap, het is werk dat niemand graag doet, maar wel moet gebeuren. Het afgelopen jaar is de eerste onbemande machine geleverd, er zijn nu drie in aanbouw en komend jaar worden en nog tien geleverd. De vraag is enorm.”

Inspirerend „Met Data Intelligentie zijn we industrieel op veel

meer vlakken bezig, onder andere om aan de hand van algoritmes nauwkeurige voorspelling te doen voor planmatig onderhoud van machines. Net zoals we aan batchoplossingen werken voor bijvoorbeeld de voedingsindustrie. Daardoor ben je uiteindelijk beter in staat om veel sneller en nauwkeuriger in te grijpen bij bijvoorbeeld terugroepacties. Bewaking van voedselveiligheid, procesbewaking en kostenbeheersing zijn belangrijke uitgangspunten. Kijk naar onze klant Huhtamaki: die hebben de enorme uitdaging om duurzame alternatieve oplossingen te verzinnen voor de enorme hoeveelheid fossiele verpakkingen die er nu nog worden gebruikt. Dat vergt ook allerlei procesmatige uitdagingen; daaraan samen mogen werken is prachtig en inspirerend werk.”

De komende jaren ziet Alex van Dalen met veel vertrouwen tegemoet. „Batenburg staat er als groep goed voor en dat geldt ook voor ons. We werken in uitdagende en complexe markten waar we veel kunnen bijdragen. Meer focus voor een heldere toekomst. Een aansprekend bedrijf zijn dat gericht is op innovatie waar jongeren zich thuis voelen. Waar ruimte is voor ieders groei en ontwikkeling om met elkaar fundamenteel bij te dragen aan betere en meer veilige processen voor onze klanten.”

batenburg.nl

ADVERTENTIE
Alex van Dalen

‘Bij ons komt het goed’

Dat is het idee dat de Kuurman Groep bij elke klant, groot of klein, wil achterlaten. Gezien de groei die het familiebedrijf uit Hoogezand doormaakt, slaagt men daar prima in. Wat ooit begon met schilderwerk is uitgegroeid tot een toonaangevend bedrijf in vastgoedonderhoud (en dat gaat veel verder dan alleen schilderen), en metaal- en betonbescherming. Kennis en deskundige medewerkers dragen volgens René Dammer en Arjan Wever bij aan het succes van de Kuurman Groep.

Neem nu de 25 spoorbruggen die de Kuurman Groep in opdracht van ProRail van een nieuwe verflaag gaat voorzien. Of het stralen en conserveren van de 8 veerhavens gelegen in het waddengebied. Het coaten van ondergrondse leidingen bij de nieuwe stikstoffabriek in Zuidbroek. Ook voert de Kuurman Groep regelmatig werkzaamheden uit in de chemiesector in Delfzijl en in diverse fabrieken in de voedingsmiddelenindustrie, zoals al decennia lang bij Avebe en Cosun Beet. Eigenlijk is het teveel om op te noemen.

Trots

Momenteel wordt druk gewerkt aan een grote klus in Eemshaven, waar een nieuwe LNGterminal moet worden beschermd tegen natuurlijke invloeden. „Een klus waar de nodige druk op staat”, legt Dammer uit. „Daarom zijn de beste bedrijven op hun vakgebied gevraagd om de complexe terminal in zo kort mogelijk tijd te realiseren. Dat wij gevraagd zijn op het gebied van metaalbescherming is iets om zeer trots op te zijn. Zo is het veiligheidsniveau waaronder gewerkt moet worden hoog, de kennis en ervaring van onze medewerkers komt daar uitstekend bij van pas.”

Omdat het werk in relatief korte tijd moet worden gerealiseerd, is Dammer ook zelf actief op de klus.

„En dat bevalt me prima, zeker omdat ik er allemaal gelijkgestemde projectleiders van aannemers tegen kom, waar ik het verleden al vaak mee heb mogen werken. Dat heeft ons alweer nieuwe opdrachten opgeleverd.” Het tekent de manier waarop men bij de Kuurman Groep werkt. Als de situatie er om vraagt, steken Dammer en Wever zelf de handen uit de mouwen.

„We zijn een bedrijf met een platte organisatie en daar voelen we ons allemaal prima bij. Als het er op aankomt, staan we er.”

Hoger niveau

6 jaar geleden kwam de Kuurman Groep in contact met de Maritieme sector. „Inmiddels zijn meerdere werven klant en conserveren we schepen van 14.300 ton (150 meter). We beschikken over de meest moderne apparatuur en hebben daardoor meteen een streepje voor bij onze opdrachtgevers.”

Alle apparatuur is gekeurd, dat lijkt vanzelfsprekend, maar kan wel degelijk de doorslag geven. „Dankzij onze petrochemische achtergrond van werken, in combinatie met onze moderne apparatuur, tillen we de staalbehandeling en het schilderwerk naar een hoger niveau. De professionele aanpak van onze mensen doet de rest. Dat hebben klanten snel in de gaten.”

Op het gebied van metaalconservering kan de Kuurman Groep het hele traject uit handen nemen. Dammer:„ Dat biedt de klant synergievoordelen. Zo kunnen prefab onderdelen bij dochteronderneming Straal en Coatingsbedrijf Noord Nederland (Veendam) worden gestraald en gespoten.” Deze hal van ruim 2500 m2 meter wordt momenteel compleet qua dak én wand geïsoleerd. „Daarnaast hebben we een investeringsprogramma lopen, waardoor de hal in de aankomende jaren energieneutraal wordt. Dat doen we niet alleen voor onze eigen portemonnee, maar ook voor het milieu.”

CO2 prestatieladder Collega Arjan Wever wijst op de CO2 prestatieladder, waarmee de Kuurman Groep werkt. „Dat doen we nu al een aantal jaren en heeft tot doel de CO2 uitstoot te verminderen. Ja, klanten vragen steeds vaker naar onze milieudoelstellingen en de hoogte van de trede op de CO2 Prestatieladder bepaalt je fictieve korting. Hiermee zorgt de opdrachtgever er ook voor dat alle inschrijvers mee moeten doen aan deze CO2 reductie om een kans te hebben om het werk uit te voeren. De klant krijgt hiermee een aannemer aan het werk die staat voor een beter milieu. Bijkomend voordeel is, zo merken we, dat vermindering van CO2 uitstoot ook zorgt voor een reductie van de kostprijs. Doordat we al meerdere jaren met deze verbetering bezig zijn, staan we als bedrijf inmiddels op de hoogste trede, namelijk trede 5.”

Vastgoed

Zoals aangegeven begon de Kuurman Groep ooit, in de jaren tachtig, als schildersbedrijf. Maar, dat dekt allang de lading niet meer. Sterker nog, binnen de vastgoedpoot doet de Kuurman Groep alles op het gebied van inrichting. Van schilderwerk tot beglazing en van projectstoffering tot lichtwering en houtsanering tot timmerwerk. Ook daarbij staat gedegen kennis voorop. Wever:„ Een juiste afwerking kiezen van vloer of wand bijvoorbeeld is nog niet zo eenvoudig. Op het gebied van vloeren is er zoveel keuze, echter is niet elke vloer voor elke situatie geschikt. Ingefreesde vloerverwarming, constructieve vloer op zand en egaliseren over houtenvloeren, elke situatie heeft zijn eigen (voor)behandeling nodig.”

„Wij helpen de klant graag met het maken van de juiste keuzes. De stukadoor, schilder en

waar de klant onder andere wand, vloer, plafond en lichtwering kan uitzoeken. We lopen samen alle mogelijkheden door en stemmen alles qua kleur en materiaal op elkaar af. Bij nieuwbouwwoningen zien we veelal dat wij de sleutel ontvangen na casco-oplevering, waarna wij de woning drie weken later afgewerkt en gestoffeerd weer overdragen. De bewoners worden ontzorgt qua planningstres en kunnen op voorhand de verhuizing al inplannen.”

De Kuurman Groep voert zowel kleine als grote klussen in vastgoed uit. „Van één woonhuis tot en met een appartementencomplex met 200 appartementen. Jaarlijks werken we complete appartementencomplexen en studentenhuizen af met wand- en vloerafwerking. Grote hoeveelheden zijn geen probleem om gestroomlijnd uit te voeren. Daarnaast werken we voor diverse woningcorporaties en projectinrichters uit het Noorden. Verder werken we voor grote aannemers, die seriematig woningen bouwen, verzorgingstehuizen of kantoorruimtes. Wij hebben aan talloze toonaangevende gebouwen mogen werken waaronder Het Groninger Forum. Kortom, we zijn overal in thuis.”

Energietransitie

De orderportefeuille voor 2023 en 2024 loopt alweer behoorlijk vol. „Er komen een aantal hele mooie projecten aan”, zegt Dammer. „De energietransitie draagt daar zeker aan bij. Op het gebied van staalbewerking, maar ook in de vastgoedsector is er veel gaande en moet er worden verduurzaamd. Groei is voor ons geen doel op zich, dat gaat gestaag. Door de steeds breder wordende disciplines binnen de Kuurman Groep zijn we wel in 10 jaar tijd geroeid van 60 vakmensen naar circa 200. We hebben in de afgelopen jaren het vertrouwen van onze klanten gewonnen, doordat we kwaliteit leveren en altijd op zoek gaan naar de beste oplossing. Ontzorgen en doen wat je zegt spreekt steeds meer klanten aan.”

ADVERTENTIE
stoffeerder zijn vaak tegelijkertijd aan het werk. Hiernaast heeft elke handeling zijn eigen drogingstijd nodig wat op elkaar afgestemd dient te worden. Graag ontzorgen wij de klant door de gehele planning over te nemen en aan te sturen, tot sleuteloverdracht. Wij hebben in Hoogezand een mooie showroom
www.kuurman.nl

Joris Ide uw partner in staal

Joris Ide is een van de meest toonaangevende producenten van dak- en gevelsystemen in Europa. „Met ons compleet assortiment aan producten, presenteren wij ons als totaalleverancier”, zegt Edwin van Putten, Accountmanager bij de Joris Ide Group. „We onderscheiden ons door aanwezig te zijn in de hele bouwkolom, van opdrachtgever tot montagebedrijf zijn wij ondersteunend en adviserend aanwezig. Naast de standaard producten zijn wij als Group actief met de ontwikkeling van producten voor de toekomst.” Een mooi voorbeeld, zegt Edwin, is ons Façade systeem. „Een nieuw product voor zowel nieuwbouw als renovatie voor woningbouw en bedrijfsgebouwen.”

Door middel van dit te personaliseren systeem is het mogelijk om een gebouw een uniek uiterlijk te geven. „Façade producten zijn te krijgen in elk gewenst profiel en kleur, zo hebben we een gedateerd bedrijfsgebouw gerenoveerd met een goudkleurig schil, echt uniek.”

Creatieve vrijheid

De combinatie van bestaande producten met de unieke nieuwe producten geeft de architect en de opdrachtgever de nodige creatieve vrijheid, op deze manier is een gebouw met een eigen unieke uitstraling te realiseren.

Joris Ide is in de jaren tachtig begonnen met het produceren van dak- en gevelbeplating in enkel staal. Door goed te luisteren naar de markt en klanten zijn daar in de afgelopen jaren veel nieuwe producten bijgekomen. De extra boost in de groei kwam door het product JI Ecopaneel, waarna de sandwichpanelen in nieuwe profileringen en toepassingen snel volgde. Een van de grote voordelen is dat de productielocaties van de Group binnen relatief korte afstand van van de Nederlandse markt liggen.

Markt Noord-Nederland

De productielocatie Stadskanaal is in 2017 bij de Group gekomen. Deze locatie is gekozen om dichter bij de markt in Noord-Nederland te staan en is tevens de juiste HUB voor de levering aan de Duitse en Scandinavische landen. „Vanaf de overname van de productielocatie in Stadskanaal hebben we het aantal producten sterk vergroot, de locatie is verdubbeld in omvang en de productiecapaciteit is daarmee ook toegenomen. In Stadskanaal produceren wij onze enkelwandige profielen voor zowel dak als gevel en onze high end Façade profielen. Kortom”, zegt Van Putten, „het is een toegevoegde waarde voor de klanten en de Group.”

kan de opdrachtgever uiteindelijk ook sneller gebruik maken van zijn gebouw.”

De doelgroepen van Joris Ide in de Nederlandse markt zijn: agrarisch, industrie- en woningbouw. Een sterk opkomende markt is de renovatie markt, een ouder gebouw renoveren en upgraden naar de huidige eisen is pas echt duurzaam.

Duurzaam en circulair

het behalen van concrete doelstellingen op het gebied van energie-, koolstof- en waterreductie, terwijl we daarnaast de circulariteit van onze producten verbeteren. We zijn nog niet zover, maar maken wel belangrijke vorderingen”, legt Van Putten uit.

„Sandwichpanelen in PIR en steenwol produceren wij op andere locaties buiten Nederland. Bij ons staat de kwaliteit in de brede zin voorop, met name staaldikte, coating, duurzaamheid en circulariteit zijn onze speerpunten. Bouwlocaties worden steeds krapper, bouwgrond schaarser en daarmee veranderen vaak ook de eisen die men stelt aan dak-, maar zeker ook gevelbekleding.”

„Brandwerendheid is daarmee niet meer weg te denken bij een gebouw. Naast brandwerendheid zijn er vaak ook zwaardere eisen aan de isolatiewaarden. Het energieverbruik zal de komende jaren verder omlaag moeten, omdat de kosten voor verwarmen van een gebouw alleen maar toenemen. Onze panelen in PIR produceren wij tot een Rc van 11 en qua steenwolpanelen leveren wij panelen met een brandwerendheid van 30 minuten tot 240 minuten.”

Prefab

Prefab zal volgens Edwin een grote vlucht gaan nemen, de in de fabriek geproduceerde systemen zijn snel en relatief eenvoudig te monteren. „De conversie van een opbouwsysteem naar een paneel heeft ervoor gezorgd dat we een gebouwschil sneller kunnen monteren. Daarmee

Het past volgens Van Putten goed in deze tijd, waarin we moeten nadenken over het gebruik van materialen. „Wij werken met staal, wat uitstekend geschikt is voor hergebruik.” In dat kader kijkt Joris Ide al langere tijd naar de mogelijkheden om volledig circulair te gaan werken, dat doet ze onder de naam Planet Passionate. „Het is een eerste stap in de volgende fase om de belangrijkste duurzaamheidsuitdagingen van onze planeet aan te pakken. Daarbij streven we naar

Zo is het bedrijf bezig om het wagenpark te elektrificeren, liggen er op de meeste bedrijfsgebouwen zonnepanelen en worden de toiletten in veel gebouwen inmiddels doorgespoeld met regenwater. „De volgende stap is de recycling van materialen die niet meer worden gebruikt. Staal is goed te recyclen, voor het isolatiemateriaal zoeken we nog een oplossing.”

www.joriside.nl

ADVERTENTIE
‘Bij ons staat de kwaliteit in de brede zin voorop’
Edwin van Putten

Meer sfeer en beleving met goed licht

Verlichting bepaalt voor een groot deel de sfeer en beleving in een ruimte. En dat is waar 2BE Lighted Lightworks in Groningen in gespecialiseerd is. „Het belang van goed licht wordt nog wel eens onderschat”, zegt eigenaar Cor van Beelen. „Helaas is licht vaak een sluitpost op de begroting, terwijl het juist een belangrijke bijdrage levert aan de manier waarop we wonen, werken en de ruimte waarin we ons bevinden beleven.”

Een mooi compliment kreeg Van Beelen onlangs bij een particulier. „Hij had mij gevraagd om een lichtplan te maken voor de huiskamer. Nadat ik een en ander op papier had gezet en tot uitvoering mocht overgaan, zei hij na afloop:’ Het is voor het eerst gezellig in de huiskamer’. Dat zegt wel iets.”

Met minder licht meer zien 2BE Lighted Lightworks is zowel in de particuliere – als de zakelijke markt actief. Zo speelt licht in elke onderneming een belangrijke rol. Van Beelen: „Op veel plaatsen waar ik kom kan de klant met veel minder lichtpunten hetzelfde, of zelfs een beter resultaat behalen. Er zijn bijvoorbeeld veel winkels waar je van buitenaf amper kunt zien dat ze geopend zijn. Dan jeuken mijn handen. Wanneer je rekening houdt met de architectuur en de functie van de ruimte, dan kun je met weinig licht prachtige accenten zetten en zorgen dat je gezien wordt.”

„Uiteraard is het ook voor werknemers van belang om goed licht te hebben.” Volgens Van Beelen schort het daar nog wel eens aan. „Ik doel daarbij op de keuze voor de lichtkleur of de intensiteit. Ik kom nog te vaak op plekken waar licht flikkert. Dat zie je vaak niet, maar het is er wel en daar kunnen mensen ziek van worden. Dit probleem heeft meestal te maken met de aansturing van de elektronica. Zeker met de opkomst van LED verlichting is het verstandig om daar op te letten.”

Besparingen

In deze tijd van stijgende energieprijzen merkt Van Beelen dat de belangstelling voor licht dat minder stroom verbruikt sterk toeneemt. „Er is veel mogelijk”, legt hij uit. „Met goede LEDverlichting zijn significante besparingen te realiseren. Dat verdien je echt in een paar jaar

terug. Ik durf zelfs te stellen dat besparingen tot 66 procent mogelijk zijn”.

In 2023 moeten bedrijven een plan hebben waarin staat hoe ze op het gebruik van energie voor licht en verwarming gaan besparen. Van Beelen zit nu al met diverse ondernemers om tafel om dit te bespreken. „De beste besparing is natuurlijk het licht uit te doen, maar dat werkt niet overal. Maar dankzij bijvoorbeeld sensorentechniek staat het licht nooit overbodig aan.”

Subtiel verlichten Naast ondernemers en particulieren wordt 2BE Lighted Lightworks ook voor grote projecten gevraagd, zoals bijvoorbeeld het verlichten van de watertoren in Groningen. Deze watertoren wordt omgebouwd tot hotel en om het gebouw fraai te verlichten werd 2BE Lighted Lightworks ingeschakeld. „Dat begint met een plattegrond en de wensen van de eigenaar”, legt Van Beelen uit. „Het gebouw is 56 meter hoog en moet op een subtiele manier verlicht worden, waarbij de lichtvervuiling tot een minimum wordt beperkt. Daarbij maken we gebruik van speciale lenstechnieken, die alleen bepaalde vlakken verlichten. En de onderste 5 à 6 meter worden niet verlicht, om de eventueel ervaren overlast voor omwonenden weg te nemen.”

Van Beelen maakte bij de uitwerking van het plan, zowel binnen als buiten, gebruik van catalogi van Europese kwaliteitsmerken. „Dit zijn boeken van topniveau Europese merken, waar ik graag mee werk. Deze lampen vind je niet op internet. Bij dit project is elke lamp mijn

gereedschap om de toren zo sfeervol mogelijk te verlichten. Het moet bovendien esthetisch verantwoord zijn, weerproof en hufterproof. We kijken daarbij naar alle mogelijke lichttechnieken die voorhanden zijn.”

Groter verhaal

Ook de computer speelt daarin een belangrijke rol. „Daarop kunnen we via een lichtberekeningsprogramma zien wat het effect van de plannen is. Kortom, het verlichten van een gebouw, of in dit geval de watertoren, lijkt eenvoudig, maar er zit altijd een groter verhaal achter.”

Geen project is wat dat betreft hetzelfde, de werkwijze wel. Na de intake (vrijblijvend) volgt het lichtadvies, het verlichtingsplan, het definitieve ontwerp en uiteindelijk de leveringsfase. „Of het nu gaat om een particuliere – of zakelijke opdracht, of voor de overheid, steeds is de opdracht weer anders. Dat maakt dit werk leuk om te doen”, besluit Van Beelen. „Licht maakt mensen blij en ik laat graag zien wat licht met je kan doen. Mijn verwachting is dat steeds meer opdrachtgevers overgaan op LED en daarmee is tegenwoordig veel meer mogelijk dan men denkt. 2BE Lighted Lightworks vertelt graag over de mogelijkheden.”

www.2belighted.nl

ADVERTENTIE
‘Dankzij sensorentechniek staat het licht nooit overbodig aan’
Cor van

‘Met elkaar werken aan een mooi platform dat ertoe doet’

„Dit is een mooi moment voor nieuwe medewerkers om in te stappen bij eLabNext. We doen werk met impact en groeien stevig. De digitale transitie van laboratoria is in volle gang en daarin speelt eLabNext een vooraanstaande rol.” Dat zegt Bastiaan Spijk, verantwoordelijk voor alle ondersteunende diensten binnen eLabNext. De organisatie breidt niet alleen in Nederland uit, ook in het buitenland worden nieuwe kantoren geopend.

„Er is genoeg te doen en we zijn daarom altijd op zoek naar nieuwe mensen, met name software developers, marketingspecialisten, accountmanagers en customer success specialisten. Waarbij we graag zien dat de accountmanager en customer success specialisten een life sciences achtergrond hebben”

„We hebben dit jaar overigens al veel nieuwe mensen aangenomen”, legt Spijk uit. „Daar zijn we blij mee, zeker omdat we specifieke profielen zoeken, die in het Noorden niet veelvuldig aanwezig zijn. Desondanks zijn we er toch in geslaagd om diverse nieuwe mensen te binden.”

Startup vibe

Hij wijdt dat onder andere aan de sfeer en cultuur van eLabNext. „We zijn de start up fase voorbij, je mag ons als een scale up zien, maar nog steeds met een start up vibe. We zijn en willen een platte organisatie blijven, waarbij we als team de organisatie elke dag een stukje mooier willen maken. We werken met duidelijke rollen die niet alleen wederzijdse verwachtingen scheppen, maar ook ondernemerschap bij een medewerker stimuleert. Doordat je helder hebt wat de verwachtingen zijn heeft de medewerker autonomie en het eigenaarschap om zelf te bepalen hoe die diens rol vervult en hoe die dat bereikt. We zien dat dit motiverend werkt.”

werkt samen met wetenschappers om waardevolle ontdekkingen op verschillende onderzoeksgebieden mogelijk te maken. „Denk aan kankeronderzoek en onderzoek naar het kweken van gewassen op plekken waar dit eerst onmogelijk leek, maar ook onderzoek naar het Noordpoolgebied. Waar wetenschappers en onderzoekers voorheen alles op schrift moesten stellen, daar zorgt eLabNext ervoor dat alle data en gegevens gedigitaliseerd kunnen worden. Daarmee dragen we bij aan de toegevoegde waarde van life sciences-onderzoek voor onze wereld.”

Adviseren

Terug naar de vacatures bij eLabNext. Verspreidt over allerlei domeinen is eLabNext zoekende naar talent. Van mensen met een IT-achtergrond, naar technisch support tot mensen met lab-ervaring die de stap willen maken naar consultancy sales. Bij dat laatste speelt het goed adviseren van de klant een belangrijke rol. „Bij eLabNext staat voorop dat de klant zorgeloos met ons product moet kunnen werken. En levert dat vragen op, dan willen we die zo snel en passend mogelijk voor ze oplossen. Met als ultiem doel om het onderzoek van de klant naar een hoger plan te tillen.”

welke organisatie waarden er wordt gewerkt en dat het leuk is om hier te werken. Het is aan de kandidaat om te toetsen of hij of zij daarbij past.” eLabNext is sterk internationaal gericht en actief in meerdere landen. Zo werken er op het kantoor in Groningen meerdere nationaliteiten, maar is het bedrijf ook bezig in diverse landen kantoren te openen. Eerder gebeurde dat al in de Verenigde Staten. Spijk:„ Momenteel zijn we bezig in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Volgend jaar worden Frankrijk en Denemarken daaraan toegevoegd. En er zijn voorzichtig plannen om later ook actief te worden in Oceanië.”

Logische klik Een verklaring voor het succes van eLabNext zit hem volgens Spijk in het feit dat het core product voor 80 à 90 procent aan de vraag van elke klant voldoet. De overige wensen die er dan nog eventueel zijn, kan de klant zelf add-ons ontwikkelen of downloaden uit de marketplace (app store). „Daarnaast zijn onze accountmanagers vaak zelf afkomstig uit het laboratorium en weten ze waar ze over praten. Ze kunnen daardoor een advies geven waar de klant echt iets aan heeft. Er is een logische klik met de opdrachtgevers.”

„Fouten maken mag, dingen uitproberen ook. En gaat er eens iets mis, dan lossen we dat op. Dat past bij het ontwikkelen van jezelf. Met elkaar werken we aan mooie dingen die ertoe doen.”

Digitalisering

Daarover gesproken, eLabNext stelt laboratoria in staat om de efficiëntie en kwaliteit van onderzoek te verbeteren met behulp van uitgebreide en flexibele softwareoplossingen. De organisatie

Het kantoor van eLabNext in Groningen is eerder dit jaar verbouwd, waarbij de nadruk nog meer op het sociale aspect is komen te liggen. „Noem het werken en ontmoeten, we zorgen voor binding en organiseren regelmatig evenementen voor onze medewerkers.”

Sfeer

Nieuwe medewerkers komen vooral via via bij eLabNext terecht. „Al tijdens het eerste gesprek willen we hem of haar laten merken en ervaren hoe het is om voor eLabNext te werken, welke sfeer er hier hangt. En bedenk wel, voorheen kwamen kandidaten bij ons op sollicitatie, nu is dat andersom. eLabNext moet laten zien volgens

De vraag naar het digitaliseren van laboratoria gaat onverminderd door. „Waar we vroeger klanten nog moesten overtuigen, kunnen we nu volstaan met goed luisteren en oplossingen bieden waar een laboratorium mee verder kan. We merken dat eLabNext daar goed in slaagt en verwachten ook in 2023 een behoorlijke groei van ons klantenbestand.”

Zoek je een uitdaging met impact en ben je geïnteresseerd in werken bij eLabNext, neem dan contact op: 050-7200055.

www.elabnext.com

ADVERTENTIE
‘Met elkaar werken we aan mooie dingen die ertoe doen’

‘Een veilig, eigen leven voor ieder mens’

“Bij maatschappelijke opvang verdient preventie de voorkeur.” Dat vindt Wender, een organisatie die maatschappelijke opvang en ondersteuning biedt bij dak- en thuisloosheid, (dreigend) huiselijk geweld, verslaving, psychische problemen en/of schulden. Wender, dat staat voor wendbaar, komt voort uit een samenwerking tussen Het Kopland (Groningen en Drenthe) en Zienn (Friesland). De organisatie is actief in de drie noordelijke provincies en heeft als doel mensen perspectief te bieden op een zelfstandig leven. Want Wender vindt dat ieder mens een veilig, eigen leven verdient.

En dat is zeker in de huidige tijdgeest nog niet zo eenvoudig, geven bestuurder Grietje Kalfsbeek en manager Strategie en Innovatie Lieuwe de Boer aan. Denk alleen maar aan het gebrek aan voldoende woningen. „We helpen mensenjongeren, ouderen, vrouwen, mannen en gezinnen - om de draad weer op te pakken in hun leven. Daarbij proberen we opvang te vermijden en werken we het liefst preventief. Kortom, op tijd helpen voordat problemen groter worden. Dat doen we zo veel mogelijk lokaal en dichtbij de mensen. Als er sprake is van dakloosheid dan bieden we een plek binnen de maatschappelijke opvang of beschermd wonen. We zijn voor mensen vaak de laatste strohalm, die taak nemen we zeer serieus.”

Diverse opvang

Wender heeft twee speciale opvangplekken voor slachtoffers van huiselijk geweld, in Drenthe en in Groningen. Ook is er een locatie voor mensen met een verpleegindicatie, die naast hulp en begeleiding ook verpleging nodig hebben door fysieke problemen. Wender biedt tevens mogelijkheden voor forensisch wonen, voor mensen die (eventueel na detentie) zorg en ondersteuning opgelegd hebben gekregen van de rechter. Ook voor jongeren zijn er specifieke voorzieningen, in alle drie de provincies, waar zij bijvoorbeeld tijdelijk kunnen verblijven en de vaardigheden kunnen leren om zelfstandig te wonen. „Daarbij motiveren we jongeren zowel hun eigen krachten/talenten als die van hun netwerk te (her)ontdekken en in te zetten.”

Ketenpartners

Wender werkt samen met verschillende ketenpartners. Denk aan gemeenten, maar ook aan de GGZ, woningcorporaties en allerlei andere ondersteunende organisaties. „Er is sprake van een breed pallet aan ketenpartners, omdat dakloosheid vaak samengaat met een diversiteit aan ondersteuningsvraagstukken.”

Zoals bijvoorbeeld bij de opvang van daklozen. Een melding wordt zo snel mogelijk opgepakt door een interventiemedewerker. „Het doel hierbij is om die persoon op de plek te laten blijven waar hij of zij op dat moment verblijft. Vervolgens bespreken we wat het probleem is en hoe we daarin kunnen ondersteunen. We nemen de persoon in kwestie bij de hand in een complexe wereld van regels en procedures. We kijken vervolgens of iemand van het wijkteam de zorg op zich kan nemen of dat er specialistische ondersteuning nodig is. Wender is bij voorkeur zo kort mogelijk betrokken, maar zo lang als nodig en mogelijk is.”

Netwerk

„Het is ook belangrijk of de persoon een netwerk om zich heen heeft. De kans op een duurzame oplossing is dan namelijk groter. Ons streven is opvang zo veel mogelijk te voorkomen, omdat dit in de meeste gevallen beter is voor degene waar het om gaat. Dit wegen we dan ook heel zorgvuldig af.”

„Lukt het desondanks niet en moeten we iemand toch opvangen, dan kijken we waar de ondersteuningsbehoefte ligt en werken we toe

naar een situatie waarin het perspectief op uitstroom zo groot mogelijk wordt. Het gaat er uiteindelijk om dat iemand een eigen huishouden kan runnen en een zelfstandig inkomen heeft.”

Woonruimte

Dat dit onder andere afhankelijk is van beschikbare woonruimte, behoeft geen nader betoog. „En op dit moment is juist dat voor heel veel groepen mensen een groot probleem. Zeker voor onze doelgroep, terwijl het perspectief op een eigen thuis zo’n belangrijk onderdeel is van de oplossing. Vanwege het tekort aan woningen moeten mensen nu langer dan gewenst in de opvang blijven.”

„We hebben met een aantal woningcorporaties afspraken gemaakt over zogenaamde ‘wisselwoningen’, waar tijdelijk kan worden gewoond en bewoners door ons worden begeleid. We willen dit graag op meer plekken realiseren en zijn daarover met corporaties en gemeenten in gesprek. Ook is er op basis van een landelijk initiatief een convenant afgesloten met de drie centrumgemeenten binnen ons werkgebied (Emmen, Groningen en Leeuwarden), woningcorporaties én andere aanbieders van maatschappelijke opvang en beschermd wonen binnen deze gebieden. Daarin zijn afspraken gemaakt over extra inspanningen die we gezamenlijk doen om cliënten binnen de maatschappelijke opvang en beschermd wonen zo snel mogelijk een huis te kunnen bieden. Zo stellen woningcorporaties extra woningen beschikbaar voor deze doelgroepen en worden onze medewerkers goed voorbereid op de procedures die nodig zijn voor aanmelding voor zo’n woning.”

Preventie

Dat preventie vaak een betere oplossing is dan mensen via maatschappelijke opvang aan een nieuwe woonruimte helpen, is duidelijk. „Dan is

het wel nodig dat deze mensen intensief worden begeleid om de problemen die ze hebben te overwinnen. Wij noemen dat specialistische ambulante begeleiding. En natuurlijk is het van belang dat er voor hen snel een (wissel)woning beschikbaar is. Op de lange duur is dit beter en goedkoper dan mensen langer te moeten opvangen.”

„Een ander probleem is dat we bij de doelgroepen die hulp nodig hebben steeds complexere problematiek zien. Voor deze mensen is onvoldoende hulp beschikbaar, Wender is dan vaak de laatste plek waar ze terecht kunnen. Bij bepaalde psychische problemen en bij agressie kunnen wij niet meer in alle gevallen de juiste helpende hand bieden. Dan is samenwerking met andere partijen, zoals de GGZ, nodig. Dit is een maatschappelijk probleem waarvan we zien dat er landelijk aandacht voor is. Voor deze ingewikkelde problematiek moet een regionale oplossing komen, in samenwerking met meerdere partijen.”

Economische omstandigheden In deze tijd neemt de zichtbaarheid van dak- en thuisloosheid, ook vanwege economische omstandigheden, toe. Echter is de maatschappelijke opvang niet de meest passende plek voor economische daklozen. „Wender is er juist voor de doelgroepen die meer hulp nodig hebben dan alleen onderdak. Omdat ook aan de achterkant de doorstroom van mensen uit de opvang stagneert, moeten we op zoek gaan naar andere oplossingen. Daarom pleiten wij ervoor om door middel van preventie aan de voorkant te investeren. Zo kunnen we, vaak complexere en duurdere, oplossingen achteraf voorkomen.”

www.wender.nl

ADVERTENTIE
Grietje Kalfsbeek

Medewerkersbeleving als onderscheidend vermogen binnen Nijburg Industry Group

Het belang van een gezond binnenklimaat wordt door steeds meer bedrijven en organisaties onderkend. Nijburg Industry Group, gevestigd in Westerbroek en Sappemeer, is al meer dan 50 jaar specialist in lucht- en binnenklimaattechniek. Het familiebedrijf heeft de gehele keten in huis: van verkoop en productie tot installatie. „We kunnen aan bijna alle wensen van klanten voldoen, ook op het gebied van service en advies”, zegt adjunct-directeur Laura Nijburg. „Naast het externe klimaat focussen en investeren we veel in een onderscheidend intern klimaat, oftewel onze bedrijfscultuur.”

De bewustwording van een gezond binnenklimaat is de laatste jaren enorm toegenomen. „Door corona en de energietransitie is iedereen zich bewuster geworden van ventileren en klimaatinstallaties en het effect van het goed of slecht functioneren hiervan op mens en milieu.”

Slimme totaaloplossingen

Klanten zijn bewust op zoek naar oplossingen om het binnenklimaat in hun gebouw of kantoor te optimaliseren. Gezondheid en duurzaamheid staan daarbij voorop. „Daar kunnen wij met onze producten en diensten aan voldoen, zodat deze gebouwen en kantoren ook op de langere termijn werkbaar en leefbaar blijven.”

Daarbij kijkt de Nijburg Industry Group altijd naar een totaaloplossing en minder naar de losse onderdelen. „De installatie- en luchtverdeeltechniek branche is niet meer te vergelijken met 10 jaar geleden. Innovaties volgen elkaar in razend tempo op en onze branche bekleedt een sleutelrol in het behalen van de klimaatdoelstellingen. Door te kiezen voor slimme oplossingen kun je een behoorlijke kostenbesparing realiseren en de nationale klimaatdoelstellingen behalen.”

Techniek

De goedgevulde orderportefeuille zorgt ervoor dat de Nijburg Industry Group vrijwel continu op zoek is naar nieuwe medewerkers. HRmedewerker Rebecca van Klompenburg maakt duidelijk dat het om diverse functies gaat. „We zoeken commerciële medewerkers, maar vooral ook technische mensen zoals monteurs en operators, die zorgdragen voor een efficiënte en effectieve doorstroom van onze productieprocessen. Wij hebben groei ambities en slimmer werken en verdere automatisering spelen daarin een belangrijke rol.”

Er vindt een verschuiving plaats, van de tijd die op de bouwplaats aan het werk wordt besteed

naar het voorbereiden en prefabriceren in de fabriek. “Daarnaast zien we steeds meer robotisering in de bouw. Constructierobots doen hun intrede op de bouwplaats, maar de grootste versnelling zien we in de fabrieken. Met het oog op deze ontwikkelingen worden meerdere productiehallen getransformeerd, waaronder de prefab afdeling en zullen we ook volgend jaar blijven investeren in nieuwe machines. Hiermee maken we niet alleen flinke efficiency slagen, maar creëren we ook uitdagender functies voor onze medewerkers.”

Medewerkers

„Met bovenstaande alleen lossen we het tekort aan technici en de vergrijzing niet op.” Landelijk zullen er in de komende jaren 60.000 vacatures in de bouw gevuld moeten gaan worden, waaronder tientallen bij de Nijburg Industry Group. Laura:„ Als klimaatspecialist focussen we ons dan ook niet alleen op het externe klimaat, maar ook op het interne klimaat, oftewel de bedrijfscultuur van onze eigen organisatie. We investeren veel in het binden en ontwikkelen van onze mensen. Medewerkers krijgen alle kansen om zich binnen ons bedrijf te ontwikkelen en om te groeien.”

„Scholing en ontwikkeling is belangrijk, voor zowel bestaande als nieuwe medewerkers. We blijven in gesprek met onze mensen. Welke kant wil je op en wat is daar voor nodig? We willen het werken in de techniek aantrekkelijk houden, ook voor mensen uit andere branches. Enthousiaste en gemotiveerde mensen zijn altijd welkom. Via opleidingen zorgen we ervoor dat mensen het vak snel onder de knie krijgen en dat ze snel inzetbaar zijn. Daarbij denken we ook nadrukkelijk aan zijinstromers en aan medewerkers afkomstig uit andere landen.”

„Naast ontwikkeling kijken we ook naar een goede werk-privé situatie en een grotere levenstevredenheid. Hybride werken is bij ons

volledig geïmplementeerd. We willen met goede secundaire arbeidsvoorwaarden meer betrokkenheid realiseren.”

Impact en ontwikkeling

Laura en Rebecca vinden dat het beeld dat mensen van de techniek hebben vaak niet juist is. „Het is zo breed, dynamisch en uitdagend. Dit vak heeft impact, je draagt bij aan een gezond binnenklimaat voor de eindgebruikers van onze projecten. Dit varieert van ziekenhuizen, kantoren, datacenters, scholen, woningbouw, winkelcentra, luchthavens, enzovoort.”

Zoals aangegeven bestaat de Nijburg Industry Group uit 3 divisies: verkoop, productie en installatie, bestaande uit 7 onderliggende bedrijven, verspreid over 4 vestigingen. Laura: „Dit biedt perspectief en groeikansen die we aan werknemers kunnen bieden. Of mensen meer verantwoordelijkheden willen, een zijstap willen maken of een compleet nieuwe baan: het kan allemaal incompany.”

„In een markt waarin het aantal fusies en overnames sterk stijgt, geloven wij in de kracht van een familiebedrijf. We willen betrokken, flexibel, snel en zelfstandig zijn. Dit betekent niet dat we alleen autonoom willen groeien. Zo is er in het voorjaar nog een bedrijf aan de groep toegevoegd. Dit vergroot onze positie op de Nederlandse markt en draagt bij aan een hogere kwaliteit van de dienstverlening.”

Samenwerking

Naast Nederland is Nijburg actief in Engeland en Duitsland, en op projectbasis in Denemarken, Italië en Spanje. „Projecten die we daar uitvoeren doen we vaak samen met een buitenlandse partij, een strategische partner waarmee we de markt in een specifiek land goed kunnen bedienen. Nee, vestigingen hebben we daar niet, maar we hebben wel dezelfde doelstellingen als onze partners, waarbij kwaliteit, milieu en duurzaamheid voorop staan.”

Toekomst

„Hoe de vooruitzichten voor 2023 er uitzien? We zijn positief, maar de volwassenheid van de organisatie zal moeten blijven groeien. We zien voldoende kansen om onze groeidoelstellingen te realiseren. De digitale transformatie blijft onze focus, waarbij we naast perfecte medewerkers en klantbeleving kijken naar operationele excellentie. Nijburg is een wendbare organisatie die snel kan inspelen op snel veranderende omstandigheden.”

„Tenslotte willen we onze productmarktcombinaties verder uitbreiden. Waar we tot nu toe alleen in de business to business markt actief waren, willen we ons in de nabije toekomst ook gaan richten op de business to consumer markt. Kortom, er is genoeg te doen en de Nijburg Industry Group is er klaar voor.”

www.nijburg.nl

ADVERTENTIE
FIJNE FEESTDAGEN FIJNE FEES DAGE DAG DAGEN Emmen Phileas Foggstraat 54a 7825 AL Emmen T 0591 308 410 Zuidbroek Achter de Wal 4 9636 BN Zuidbroek T 0598 319 519 Marum Poortweg 2 9363 TJ Marum T 0594 648 959 Drachten Kraaiheide 15 9202 PC Drachten T 0512 571 250 www.vanbraakaccountants.nl EN EEN SUCCESVOL 2023 GEWENST!
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.