6 minute read

NATUUR VECHT VOOR BESTAAN

geziene verschijning in het braakliggende industrie- en havengebied. In 1985 werden 85 exemplaren van de zeldzame uil geteld. Hetzelfde jaar scharrelden er zo’n honderd patrijzen over de schaars begroeide vlakte. De opgespoten terreinen ontwikkelden zich in die jaren bij afwezigheid van industrie tot een vogeleldorado, waarvoor natuurliefhebbers uit heel Nederland gretig naar Groningen afreisden.

Schommelend zwiert een mannetje bruine kiekendief over de rietkraag in een restantje natuur in de Eemshaven, gelegen tussen de Westlob en de Borkumkade. Menco Jan Alsema (57) en Gert-Jan van Veen (48) volgen de sierlijke roofvogel met hun kijker. Tegen een decor van klapwiekende windturbines, dampende energiecentrales en ronkende vrachtwagens genieten de vogelaars van het tafereel. Een zingende veldleeuwerik verhoogt de vreugde in het versteende industrielandschap.

Advertisement

,,Er is hier echt nog wel wat natuur. Vooral in de trektijd zitten er altijd vogels. Het is alleen te hopen dat ze dit stuk natuur sparen.

Er moet wel iets overblijven voor de vogels’’, zegt Van Veen. Als de roofpiet weer opduikt, zet hij de jager op de gevoelige plaat met zijn telelens.

We steken de weg over, lopen de dijk op en kijken uit over de Rommelhoek, een recent ontstaan kwelderlandschap. Deze lap grond tussen de nieuw aangelegde natuur in de Emmapolder en de Eemshaven ontwikkelt zich tot een interessant reservaat. ,,Hier is nog ruimte voor vogels. Je loopt hier soms tegen mooie soorten aan, je kunt echt nog genieten’’, zegt Alsema, die al tientallen jaren in het gebied komt.

EEN GROTE, KALE VLAKTE

Dat terrein is de afgelopen jaren ingrijpend op de schop gegaan, zegt het tweetal later bij een kop koffie in restaurant Diekgat aan de Kwelderweg. ,,Eind jaren 70 liep ik hier al rond. Toen was het een grote, kale vlakte. Je kon er urenlang ronddwalen in een prachtig, ongerept gebied. Het was één groot stuk natuur, het had niet eens een naam’’, herinnert Alsema zich.

Hij haalt een plakboek uit zijn tas. In 1981 vond hij samen met een kameraad twee nesten van velduilen op de vlakte in de Eemshaven, op de plek waar nu de Buss Terminal zit. Foto’s, aantekeningen en veren verraden dat de broedgevallen een grote indruk maakten.

De velduil was in de beginjaren een veel

HOOGTEPUNT VOOR VOGELBEVOLKING Rond 2000 bereikte het aantal broedvogels in de Eemshaven een hoogtepunt. Atlasblok 03-47, waar de haven deel van uitmaakte, had onder de Nederlandse atlasblokken die werden gebruikt om de vogelbevolking in ons land in kaart te brengen zelfs de tweede positie voor wat betreft het aantal broedende zeldzame soorten. Dat waren er maar liefst 22, waaronder roerdomp, strandplevier, grauwe kiekendief, tapuit en bontbekplevier. De lijst met zeldzaamheden die werden gespot is nog veel langer: kleine zwartkop (1983), brilzee-eend (1982), poelruiter (1984), atlasvink (1999), pallas’ boszanger (1989), izabeltapuit (2006), kalanderleeuwerik (2005), zwarte zeekoet (2005), giervalk (1987) en griel (2016). En ga zo maar door. Die aantallen hebben vooral te maken met de strategische ligging van het gebied, onder een belangrijke trekbaan van vogels die op weg zijn naar hun broedterreinen in het noorden in het voorjaar en hun overwinteringsgebieden in het zuiden in het najaar. Jarenlang werden er op de telpost in het oostelijke haventerrein in het voorjaar vogels geteld, soms wel door vijftig vogelaars. Het was in die tijd een van de beste plekken in ons land om trekkende vogels te spotten. Waarnemers werden getrakteerd op grote aantallen roofvogels, zwaluwen, piepers, kwikstaarten en tal van zeldzaamheden.

WOUD VAN WINDTURBINES

Inmiddels is er van al die rijkdom weinig meer over. Een groot deel van het terrein is ingericht. Het uitdijende woud van windturbines maakt het voor vogels riskant om de Eemshaven te bezoeken. Veel bosjes en houtsingels, die vroeger door trekvogels werden gebruikt om op adem te komen, zijn verdwenen. Zo ook de legendarische KZ-bosjes op het west-terrein, waarin ooit de kleine zwartkop werd ontdekt.

Jammer, want door de geografische ligging van de plek waar de Eemshaven is aangelegd had het in potentie de beste vogellocatie van Nederland kunnen worden, constateert emeritus hoogleraar biochemie en vogelkenner Egbert Boekema uit Haren in het naslagwerk Vogels in Groningen ,,Maar de ligging is om diverse redenen ook voor onze economie belangrijk. De aanwezigheid van diep water was te aantrekkelijk om er niet een haven aan te leggen. En de aanwezigheid van genoeg koelwater was een argument om twee extra energiecentrales neer te zetten.’’

Ondanks het overvolle energielandschap blijven drommen vogels overvliegen. ,,Ze zijn geprogrammeerd om de kust te volgen, dus ze komen daar gewoon langs’’, licht Boekema toe. ,,En die windmolens staan daar, die malen een deel van de vogels kapot. Dat is een keuze geweest. Maar als er één ding jammer is, is het dat de laatste drie windmolens op de kust in het oosten van de Eemshaven zijn geplaatst. Die vermalen relatief meer vogels dan de molens elders in het gebied. Eigenlijk zouden die laatste drie weg moeten, bij wijze van compromis.’’

GEEN NATUURGEBIED MEER ,,De Eemshaven heeft nog steeds waarde voor vogels, vooral de singels, de bosjes en de kleine strookjes groen. Maar je kunt het

Boekema wijst er op dat de havenautoriteiten wel iets hebben gedaan voor de fauna. ,,Op een gegeven moment was er gedoe over een kolonie noordse sterns, die voor overlast zou zorgen. Toen hebben ze een broedeiland aangelegd in de Eems en dat is een succes geworden. En aan de andere kant, in het westen, hebben ze bij de Emmapolder de Ruidhorn aangelegd als nieuwe natuur en dat is een prima gebied, daar zitten volop vogels, maar ook de zeldzame waterspitsmuis. Er is dus wel iets gecompenseerd. Of het voldoende is, kun je je altijd afvragen.’’

DEPRIMEREND

,,Ik kom zelf niet vaak meer in de Eemshaven, hoewel er dus nog wel vogels zitten. Maar ik vind het een beetje deprimerend om er heen te gaan. Er zijn andere gebieden waar ik liever kom. Vandaag was ik in de Blauwestad, daar zitten twee grote karekieten dicht bij elkaar in de buurt, dat is heel

ALEX VAN DELDEN, LOODS ’A

geen grote windmolens.’’

Gert-Jan van Veen kan nog steeds genieten in de Eemshaven. ,,Ik rij vanuit mijn werk dagelijks een rondje door de Eemshaven. Vaak draai ik het raampje open, dan hoor ik de veldleeuwerik zingen. Ik tel de roofvogels die ik zie en let op alles wat er zit. Als je langs de zonnepanelen rijdt, achter Vopak, zie je dat de natuur hier prima mee om kan gaan. Tussen, langs en onder de zonnepanelen zitten graspiepers, gele en witte kwikstaarten, tapuiten, zwarte roodstaarten, paapjes en roodborsttapuiten. Maar ook veel roofvogels zoals de buizerd en de torenvalk.’’

Van de kiekendieven gaat zijn hart sneller kloppen. ,,Prachtig zoals die jagen boven de velden. Soms bijna stil in de lucht, biddend op een paar meter hoogte. Bruine, blauwe en grauwe, ik zie ze elk jaar weer in het gebied. De natuur past zich aan de omgeving aan. Maar er zit wel een grens aan. Er moet hier wel iets overblijven van het groen dat er nu nog is.’’ ls loods ben je gids en raadgever van de kapitein. Het is onze taak om de schepen veilig de haven binnen te loodsen, 24 uur per etmaal het hele jaar door. Wij kennen de dieptes, de stromingen, de verkeerssituatie en de lokale wet- en regelgeving. We sturen de sleepboten aan en onderhouden contact met de verkeerspost. Bij grote schepen gaan we zo’n 20 zeemijl (ongeveer 37 kilometer, red.) vanuit de kust aan boord, bij schepen kleiner dan 155 meter zo’n 10 zeemijl, nabij Borkum. Wij werken week op, week af vanuit huis. Ik sta dan op een lijst met zeven of acht collega’s. Als ik word opgeroepen handel ik meestal twee schepen af. Daar ben ik normaal gesproken zo’n tien uur mee bezig. Dan ga ik weer naar huis tot ik de volgende oproep krijg.

Het is hier de afgelopen tien jaar veel drukker geworden. Sinds de komst van de Eems Energy Terminal moeten we ook veel LNG-schepen (LNG staat voor liquefied/liquid natural gas, schepen die varen op vloeibaar gas, red.) binnenloodsen. Daar ben je wat langer mee bezig. Er gelden allemaal aanvullende regels voor. Zo moeten er twee loodsen aan boord zijn en de assistentie van vier sleepboten is verplicht. De LNGschepen moeten ook binnen een bepaald tijdslot binnen zijn. Ze komen via de vloedgolf bij hoog water de haven binnen. Nu in de lente de zee weer wat rustiger is, varen er ook meer schepen uit die werken aan de offshore windparken. Een loods is een ervaren zeeman met een hbo-opleiding die vervolgens een studie van het Loodswezen heeft afgerond. Daarbij doe je ook alle kennis op van de haven waar je gaat werken. Na de afronding ben je registerloods, ofwel ‘master in maritime piloting’. Het is prachtig werk. Heel afwisselend met elke dag andere schepen, mensen, nationaliteiten en omstandigheden. En wat is mooier dan een nautisch beroep dat je vanuit huis kunt uitoefenen?”

This article is from: