Je had er bij moeten zijn.

Page 21

HET VERHAAL VAN PETER VAN DEN BERG

PETER VAN DEN BERG: ALTIJD BRAK IN HET BUITENLAND

EN NU HEEL SNEL DIE ONDERBROEK UIT! Peter van den Berg maakt al 48 jaar bewust deel uit van de geschiedenis van KMD. Hij maakte er vrienden voor het leven, ondanks of misschien wel dankzij een plasser tussen z’n rits, een verkeerd verbonden gebroken been en het opdweilen van z’n eigen braaksel op een voetbaltrip naar het buitenland. Zijn eigen verslag.

‘B

ij ons thuis was voetbal en vooral KMD de belangrijkste hobby van mijn vader, Arjo van den Berg. Binnen de vereniging was hij zeer actief, eerst als speler en later in tal van commissies en bestuursfuncties zelfs negen jaar als voorzitter. Mijn moeder was jarenlang inleveradres voor de Toto en Lotto namens KMD en lid van de sopploeg. Op zaterdag werkte mijn vader eerst nog, want als garagehouder en ondernemer was een zesdaagse werkweek heel normaal. Om twaalf uur verzamelden de veteranen van KMD op het garageterrein achter ons huis aan de Ambachtsweg. Uit het elftal van mijn vader herinner ik me vooral de aanvoerder Marinus Vellekoop (de oom van Koos Vellekoop), die zag er altijd tip top uit. Echt een gentleman, met zijn sportwagen. Er waren altijd auto’s zat en niet zelden werd de servicewagen als vervoermiddel ingezet. Mijn vader was keeper. In dezelfde straat woonde Wim van Velden, ploeggenoot en oervriend van mijn vader. Met zijn zonen Robert en Edwin speelde ik al in de wieg. Later werd dat spelen vooral voetballen en bij ons achter, op het terrein van aannemer Spanjersberg, was ruimte zat. Voetbalbroekje aan Het moet ongeveer in 1966 zijn geweest dat ik kon kiezen; of met mijn moeder mee naar ’s-Gravenzande naar oma Van Dijk of met mijn vader mee naar KMD. Die keus was snel gemaakt, daar aan de Noordweg gebeurde het en... ik mocht mijn voetbalbroekje aan. Mijn zwarte voetbalbroekje was heilig voor me in die dagen. Met dat broekje waande ik mij een grote jongen. Want als je groot was, mocht je op de voetbal. In die tijd was de ondergrens acht jaar, dus ik moest nog vier jaar wachten! Voetballen deden we toch wel, met de zonen en leeftijdsgenoten van pa’s medespelers en andere KMD’ers met kinderen. Gewoon langs de zijlijn met Andre Elgersma, Ton Moret en vooral Robert en Edwin van Velden. Daar moet je nu eens mee komen, er mag niets meer langs de zijlijn.

Zaterdag was de mooiste dag van de week. Het complex lag toen nog aan de kant van de Noordweg waar nu nog de volkstuinen zijn. KMD speelde alle wedstrijden op één veld en er was een kantine en twee kleedkamers. Mijn vader had het druk met voetballen en commissiezaken, dus ik kon lekker mijn gang gaan. En hij vond het wel geinig, een zoon die zijn hobby deelde. Ik werd op KMD echt verwend. Roze koeken, appelsap en het balletje gehakt uit de pan waren favoriet. De bestellingen gingen gewoon in het boek (op rekening) en mijn vader rekende elke zaterdag af. Hij vertrok geen spier als er afgerekend werd, het was immers een mooie dag geweest. Samen met je zoon naar de club, wat wil je nog meer? Toen al was ik niet de makkelijkste, mijn moeder kon mij goed corrigeren met het dreigement ‘anders mag je zaterdag je voetbalbroekje niet aan’. Na weer een streek mocht ik wél mee naar KMD maar zonder voetbalbroekje. Mijn vader was altijd in de haast van de zaak, snel omkleden en hup naar KMD, opschieten, opschieten. Ik moest nog snel even plassen en toen gebeurde het... door al dat gehaast zat mijn plassertje vast in de broekrits. Mijn vader droeg me naar Dokter Krul. Die had de rits er zo af! Au! Met een enorme wond en een groot verband eromheen, mocht ik bij terugkomst wel mijn voetbalbroekje naar KMD aan. Fikkie stoken In de zomermaanden werden de kantine en kleedkamers opgeknapt. Naast de kantine werd een fikkie gestookt om de kapotte bouwmaterialen en andere troep te verbranden. Ik zal een jaar of zes zijn geweest en vuur had een woeste aantrekkingskracht op mij, dus daar ging ik lekker met een stokje in lopen peuren. Wist ik veel dat er ook teer werd verbrand. Het gevolg was twee verbrande benen, die de hele zomer in het verband moesten. Je zou kunnen zeggen dat Wim van Velden mijn eerste trainer is geweest. Na afloop van zijn partij of in de rust, leerde hij ons passen en stoppen. Hij gooide de bal op en de jongens van Van Velden en ik moesten de bal dan controleren. Door het veel te doen, leerde ik de techniek. Als we dorst of trek hadden liep ik de kantine in voor een consumptie. Vrijheid en blijheid. Dat deze

75 JAAR KMD WATERINGEN | JE HAD ER BIJ MOETEN ZIJN | 21


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.