Franciscanen.nl, nr. 6, november/december 2013

Page 5

i n s p i r at i e

Jozef Wissink nam op 20 januari 2012 afscheid als hoogleraar Praktische Theologie aan de faculteit Katholieke Theologie te Tilburg. In de loop van zijn leven werd hem duidelijk welke franciscaanse kernwaarden ook voor de kerk zouden moeten gelden. Hij getuigt hiervan in de volgende bijdrage.

Franciscus en de kerk Mijn denken over en beleven van de kerk zijn waarschijnlijk niet heel direct door Franciscus beïnvloed. Als het om invloeden gaat, zou ik eerder denken aan het gezin waaruit ik stam en aan het Tweede Vaticaans Concilie. Ik ontdek steeds meer dat mijn geloofsbeleving wortelt in wat ik in mijn jeugd aan vertrouwen en geloofscultuur heb meegekregen. De concilieteksten vond ik niet meteen interessant, omdat de vraag of ons geloof wel waar was me meer bezig hield dan hoe het allemaal precies moest met de kerk. Maar gaandeweg mijn studie en pastoraat ontdekte ik dat het ontzettend belangrijk was wat daar gebeurd is.

Liefde Toen ik later door mijn contacten met de f­ranciscanen Franciscus beter leerde kennen, was het leggen van verbanden met Franciscus niet moeilijk. Ik denk aan drie dingen. Op de eerste plaats dat je het belangrijkste het belangrijkste moet laten zijn. Het centrum van ons geloof is de Liefde Gods, die ons tot liefde nodigt voor Hem en voor de naaste. Zo denk ik dat ook de stigmatisatie van Franciscus een liefdesmysterie is, waarin Hij zich vereenzelvigt met Christus. De kerk als Lichaam van ­Christus en Franciscus worden één onont­warbare werkelijkheid.

niet geestelijk genoeg zijn, maar de echte, de heilige Geest is meer met de dingen van het lijf bezig dan we vaak denken. De test voor het geloof is de kus die Franciscus de melaatse gaf.

Uithouden Het derde belangrijke punt in mijn denken over en beleven van de kerk is, dat kerk-zijn een moeilijke vorm van godsdienst is: je moet het met concrete broeders en zusters uithouden, die mogelijk nog merkwaardiger en ingewikkelder en vervelender zijn dan je zelf bent. Daar woont God bij de mensen: niet in een ideale kerk, maar in deze vreemde

gemeenschap, met alle zonde en beperktheid, die je maar verzinnen kunt. En ook hier is Franciscus een voorbeeld voor ons: hij heeft zich gevoegd naar de concrete kerk van zijn dagen. Als wij die bezien vanuit onze tijd, denken we dat het toch wel een godswonder mag heten dat het christendom nog bestaat. En dat is het ook. Franciscus was kritisch genoeg om het falen te zien, maar hij heeft het verdragen. ‘Sustinere’, ‘uithouden’, was dan ook een kernwoord van zijn spiritualiteit. Jozef Wissink

Beeldengroep bij de aartsbasiliek Sint-Jan van Lateranen in Rome. Franciscus staat met de armen uitgestrekt naar de kerk. Het kunstwerk verwijst naar de droom van paus Innocentius III, waarin hij ziet dat een kleine man in een pij met een touw om zijn middel het kerkgebouw voor omvallen behoedt. De paus herkende daarin Franciscus die bij hem kwam om goedkeuring te vragen voor de regel van zijn orde.

Armen Op de tweede plaats staat voor mij dat ik het voor de kerk en voor mezelf belangrijk vind, dat de armen in het centrum staan. Als het geloof een soort spirituele oefening wordt voor ‘ons soort mensen’, en dan bedoel ik tamelijk gevormde en nette mensen die zich geen zorgen hoeven te maken over huis, kleren, eten en drinken, dan dreigt het te ‘verspiritualiseren’. Nu kan het me allemaal

5


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.