3 minute read

Column

De omslag

Tekst: Peter Van Dinter

Advertisement

Eén van de subjectief interessantste onderwerpen die in m’n opleiding tot reisbegeleider aan bod kwamen, was de “trends in reizen”-sessie. Niet enkel omdat ik graag vanuit de spreekwoordelijke helikopter naar een veranderende maatschappij kijk, maar vooral omdat ik van mensen hou en graag met hen hun leefwereld en denkwijze induik. In die sessie leerden we alles over de reiswensen van Hipsters, Townsters, tripsters en andere kipsters, hoe de deeleconomie vooral toch dient om begenadigde zakken te vullen en hoe het centrum van Amsterdam één grote Nutella-showroom is geworden, maar het was ook een inkijk in de verschillende generaties van oudere en nieuwe reizigers, wat ze boeit, en hoe ze de dingen beleven.

Onlangs leerde ik een Nederlandse wereldburger kennen die tijdens corona een dijk van een omslag had gemaakt. In een vlaag van “peak millennial”-mindset had ze afstand gedaan van vele aardse bezittingen, om voortaan een nomadisch bestaan te leven, gewapend met een oude, op z’n minst betwistbaar milieuvriendelijk roze mobilhome, rondreizend van streek tot streek, waarbij ze enkel langer halte houdt om bij te klussen en het volgende deel van haar ontdekkingsreis te bekostigen.

Ik beschouw mezelf steevast ook als lid van generatie Y, die inclusiviteit en een balans tussen bezit, maatschappelijke relevantie en zelfverwezenlijking probeert na te streven, doch ondanks mijn tomeloze bewondering voor een bestaan zonder al te veel verantwoordelijkheid, spullen, of prestatiedrang komt m’n haar toch recht bij de gedachte dat ik het comfort van m’n zuurverdiende boxspring of regendouche permanent zou moeten opgeven. Misschien begin ik dan toch oud te worden, getuige m’n gebrek aan sociale media om dingen te delen, of het krampachtig vastklampen aan de salariswagen die me doorheen het continent voert tijdens roadtrips om de overbevolkte snelwegen van Europa een hart onder de riem te steken. Maar net als ik dat denk, vliegt er een nieuwsitem door de radio waarbij enkele mensen van middelbare leeftijd in een vreemde vorm van razernij aankloegen dat de 5 uur wachttijd aan de check-in van Zaventem het einde van de wereld inluidde, en ze het schandalig vonden dat de overheid en de luchthaven niet ingreep om hun verdiende reis zo ver mogelijk weg van Oost-Europa om hun verworven recht om goedkoop te vliegen om all-in in de Zuiderse zon te bakken, zonder problemen te laten verlopen. Op zulk een moment besef ik dan toch dat ik mezelf ergens in het gelukkige midden mag plaatsen, dat wij met z’n allen alle mensen van alle bouwjaren op onze reizen mogen verwelkomen en kruip ik met plezier terug m’n helikopter in om te kijken hoe de Westerse reisgekte in dit post-covid jaar zich op alle wijzen tot uiting zal brengen.