PET01-2020

Page 1

Nr. 1 - 2020

www.petrochem.nl • losse verkoopprijs € 23,-

Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta

DSM-dna in Arabische giganten • Druk op de katalytische ketel • Europese steun voor waterstofproject Delfzijl • Stikstofuitbreidingen bij Gasunie • Thema: Opleidingen



IN DEZE EDITIE

10 DSM-DNA IN ARABISCHE GIGANTEN

26 ‘RUIMTE MAKEN VOOR FLEXIBILITEIT’

Als je Frank Kuijpers van Sabic spreekt, hoor je soms de echo van het DSM-verleden van een deel van het bedrijf. Wellicht dat dat verleden zelfs door gaat klinken bij het grootste bedrijf ter wereld, Saudi Aramco, dat een meerderheidsaandeel in Sabic heeft genomen.

Na haar studie kwam de Tsjechoslowaakse Katerina Kempinga in Nederland met een titel chemisch technoloog op zak en kon ze na de inburgeringscursus onderaan beginnen. De gedreven sitemanager kwam bij Aviko in Steenderen terecht, waar ze van productieleider doorgroeide naar sitemanager.

14 PAKT MAAKINDUSTRIE HANDSCHOEN ELEKTROLYSERS OP?

36 THEMA: OPLEIDINGEN

Hoe kan de Nederlandse maak­industrie de kansen op het gebied van waterstof-elektrolyse benutten? Met oog hierop is eind vorig jaar een consortium gepresenteerd met TNO, FME en inmiddels tien provincies.

Het aanbod op gebied van e-learning groeit. De range is breed en ook trainingen als VCA of veiligheidstrainingen worden al online gegeven. Maar waar ligt de grens? Wat maakt training in de praktijk écht nodig?

17 NOURYON MAAKT VAART MET VOORSPELLEND ONDERHOUD Er wordt veel gesproken over industrie 4.0 en predictive maintenance, maar Nouryon en Semiotic Labs voegen werkelijk daad bij het woord. Samen rollen ze een technologie uit in Europese chloor- en zoutfabrieken van Nouryon.

18 DRUK OP DE KATALYTISCHE KETEL Sinds kort beschikt de TU Delft over een gloednieuw hogedruklab voor de ontwikkeling van industriële katalysatoren. Grootschalig hergebruik van CO2 vormt een speerpunt.

22 STIKSTOFUITBREIDING IN EEN SNELKOOKPAN Minister Wiebes beloofde de productie komend gasjaar terug te brengen naar volumes van onder de twaalf miljard kubieke meter per jaar. Tegelijkertijd vroeg de minister TSO Gasunie Transport Services (GTS) te onderzoeken hoe ze zo’n productieverlaging zo pijnloos mogelijk kon laten verlopen.

EN VERDER Commentaar 5 Feiten en cijfers • Nederlands-Duitse samenwerking verduurzaming energiesector en industrie • Stora Enso investeert in Gentse proeffabriek bioplastics • Oostende wil grote waterstoffabriek in 2025 6 Europese steun voor waterstofproject Delfzijl 25 Agenda 30 Plant Manager of the Year 2020: Wie wordt het nieuwe boegbeeld voor de industrie? 31 Innovatie 32 Projecten 40 Column • Wim Soetaert 54

PETROCHEM 1 - 2020 3

PET B Inhoud.indd 3

05-02-20 15:35


Petrochem

geeft nog meer waarde voor uw geld

Meer nieuws dan ooit • • • • • • •

Actuele berichtgeving over de chemische industrie Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar Volledig evenementenoverzicht Online catalogi met producten Multimediale bedrijfspresentaties Wekelijkse nieuwsbrief Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase

Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta Nummer 1 - 2020 UITGAVE VAN: Industrielinqs pers en platform BV, Gedempt Hamerkanaal 155, 1021 KP Amsterdam E-mail: redactie@industrielinqs.nl, website: www.petrochem.nl

Petrochem-abonnees krijgen meer

HOOFDREDACTIE: Wim Raaijen 020 3122 081

• De nieuwste Petrochem staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • U kunt naar aanleiding van uw abonnement ook besluiten om bedrijfslid van het Petrochem platform te worden. Hierbij krijgt u onder andere voor twee personen toegang tot het jaarcongres Deltavisie. Meer weten? Kijk op www.petrochem.nl/bedrijfslidmaatschap

EINDREDACTIE: Miriam Rook 020 3122 086 Liesbeth Schipper 020 3122 083 REDACTIE: Dagmar Aarts 020 3122 084 VASTE MEDEWERKERS: Chris Aldewereld, David van Baarle, Joost Boers, Jan Van Doorslaer, Jacqueline van Gool, Monique Harmsen, Evi Husson, Henk Leegwater, Wim Soetaert LAY-OUT: Bureau OMA bv, Doetinchem OMSLAGFOTO: AdobeStock

Ga direct naar petrochem.nl/abonneren en blijf iedereen voor

ADVERTENTIEVERKOOP: Jetvertising BV, Arthur Middendorp 070 3990 000 - arthur@jetvertising.nl TRAFFIC: Breg Schoen 020 3122 088 COMMERCIEEL MANAGER: Janet Robben 020 3122 085

ADVERTENTIE-INDEX

PET_kwart_staand.indd 1

3P Quality Services ......................................................... 28 Abonnees .......................................................................... 4 Andus Group (FIB) .......................................................... 55 Brandwacht Huren ............................................................ 2 DACE ................................................................................ 48 Easyfairs UK .................................................................... 52 ESRI Nederland ............................................................... 20 Market review ................................................................. 52 Muehlhan ........................................................................ 50 OMV Gas Marketing Trading & Finance .......................... 8 Petrochem platform ............................................ 24, 34, 35 Process Automation Solutions ...................................... 20 SIS GmbH ........................................................................ 16 Stratt+ Industrial Management ..................................... 38 Universiteit Twente ......................................................... 38 Van der Linden & Veldhuis Isolatie ................................ 56

PET Advertenties.indd 4

13-12-17 12:45

DRUKWERK: PreVision Graphic Solutions ABONNEMENTEN (excl. 6% BTW) Nederland/België € 182,- per jaar Introductieabonnement NL/BE met 25% korting € 136,- per jaar Overig buitenland € 212,Losse verkoopprijs € 23,Studentenabonnement € 42,Proefabonnement 3 mnd € 30,Meer informatie over de verschillende abonnementen vindt u via www.petrochem.nl/abonneren OPZEGGEN: Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen en wijzigen kan via abonnementen@industrielinqs.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door ons is ontvangen. Als u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Overige vragen kunt u stellen via abonnementen@industrielinqs.nl of neem telefonisch contact met ons op via T 020 3122 088. ISSN: 1380-6386 Prijswijzigingen voorbehouden. © Industrielinqs pers en platform BV Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever.

Papier binnenwerk:

Papier omslag:

PAPER & BOARD MADE OF

AGRI-WASTE WWW.PAPERWISE.EU

05-02-20 15:48


COMMENTAAR

‘Als chemische bouwsteen heeft waterstof meer waarde dan als energiedrager.’

Internationale waterstofmarkt Over de aankondigingen op het gebied van waterstof kunnen we elke maand wel een blad vol schrijven. Afgelopen jaar presenteerde elk Nederlands chemiecluster wel één – en vaak meerdere – plannen voor een waterstoffabriek. Rotterdam, Amsterdam en zeker de Eemsdelta spanden daarin de kroon.

Inzet van emissieloos waterstof in de chemie heeft ook infrastructurele voordelen. TNO heeft al eens voorgerekend dat de aanleg van een waterstofnet tussen de chemische clusters in Nederland een investering van zo’n zes- tot achthonderd miljoen euro is, als een deel van het aardgasnet wordt omgebouwd.

Bouwsteen Buurlanden België en Duitsland lijken ook los te komen, zo blijkt uit recente plannen voor een enorme waterstoffabriek in Oostende. Op zich is dat positief voor de Nederlandse plannen. De kaartjes met waterstofinfrastructuur in Duitsland en de Benelux blijken naadloos op die van Nederland aan te sluiten, vooral als het gaat om het verbinden van chemische clusters. Hoewel waterstof al decennialang een belofte in zich draagt, lijkt nu het momentum aanstaande. Niet voor de zogenoemde totale ‘waterstofeconomie’, want dat impliceert dat waterstof een oplossing voor alles is. Dat gaat op korte termijn niet en wellicht nooit gebeuren. Alleen al omdat er andere interessante, verduurzamende en vaak goedkopere oplossingen zijn voor onder andere personenvervoer en de gebouwde omgeving. Voorlopig is de productie van emissieloos waterstof nog erg duur. Als ergens op relatief korte termijn een markt kan ontstaan, dan is het wel in de industrie. Als chemische bouwsteen heeft waterstof meer waarde dan als energiedrager. Met de huidige vraag zijn al enorme reducties van CO2-uitstoot mogelijk als emissieloos waterstof de grijze variant kan vervangen. Bijvoorbeeld bij de productie van ammoniak, om er onder andere kunstmest van te maken. En denk aan de verscheidene hydrogeneringsprocessen, onder andere in de raffinage.

Rekensommetje Voorlopig wordt nog veel te weinig duurzame stroom opgewekt. Er moeten heel wat windmolens op zee bijkomen om de stijgende vraag naar elektriciteit aan te kunnen. Voor elektrificatie van de industrie, huishoudens, het vervoer en dus ook voor de productie van groen waterstof. Alleen daarom lijkt het interessant om verder te kijken dan de neus lang is. Kunnen we waterstof importeren uit landen die wat verderop liggen? Noorwegen wordt vaak genoemd. Daar wordt met waterkracht veel stroom opgewekt Ook liggen er gasverbindingen met Nederland, die eventueel deels kunnen worden omgebouwd. Een ander interessant land is Portugal, met jaarlijks twee maal zoveel zonuren als in Nederland. Dat is onze overheid ook opgevallen. Samen met de Portugese overheid heeft ze een plan opgevat om in de kustplaats Sines een waterstoffabriek te bouwen. De businesscase is gebaseerd op een verwachte stroomprijs van anderhalve cent per kilowattuur. TNO en ISPT hebben onlangs een rapport uitgebracht waarin ze de mogelijkheden van een internationale waterstofmarkt hebben onderzocht. Daarin hebben ze import uit verschillende landen onderzocht. Voor de eerste tien jaar lijkt alleen import uit Noorwegen hoopgevend. Alleen is Portugal niet meegenomen in dit onderzoek. Wel Marokko, dat toch een eindje verderop ligt en niet tot de Europese Unie hoort. Portugal lijkt dus nog wel een extra rekensommetje waard. De waterstof moet dan wel per boot richting het noorden komen. Mocht de transport van vloeibaar waterstofgas wat worden, dan is het ook duidelijk waar de terminals terechtkomen. In Rotterdam, de Eemshaven, Zeeland en misschien de haven van Amsterdam. Belangrijke chemieclusters dus…

Stijgende vraag De vraag naar waterstof vanuit de procesindustrie zal alleen maar groeien. Met name door de circulaire plannen. Momenteel zijn veel chemiebedrijven bezig met de ontwikkeling van chemische recycling van kunststofafval. In deze Petrochem legt Frank Kuijpers van Sabic uit dat een grote uitdaging is om de circulaire bouwstenen zuiver genoeg te krijgen. Om gemengd plastic afval aan bestaande krakers toe te voegen, moet het worden ontdaan van onder andere chloor en fosfor. Dat kan met hydrogenering, ofwel het binden aan waterstof.

Reageren? Via de mail: wim@industrielinqs.nl of via Twitter : @wimraaijen

PETROCHEM 1 - 2020 5

PET C Commentaar.indd 5

05-02-20 15:52


De Nederlandse gasvoorraden van kleine velden nemen sneller af dan de schattingen van de Nederlandse Staat tot nog toe laten zien. Dat concluderen Lucia van Geuns en Jilles van den Beukel van the Hague Center for Strategic Studies. Ontwikkeling van kleine velden is steeds ongunstiger door langere vergunningsprocedures en een verslechterd belastingregime. Daardoor wordt Nederland afhankelijker van import, wat ongunstig uitpakt voor de CO2-uitstoot. In het rapport Detoriation for Dutch small natural gas fields leggen de onderzoekers uit waarom de oliemaatschappijen terughoudend zijn in investeringen in de kleine Nederlandse gasvelden. Experts van TKI Nieuw Gas (onderdeel van de Topsector Energie) hebben op een rij gezet wat er moet gebeuren in de Programmatische Aanpak Waterstof voor de Energietransitie. Deze uitgebreide to-do lijst is eind januari aangeboden door de voorzitter van TKI, Ulco Vermeulen, aan Sandor Gaastra, directeur-generaal Klimaat en Energie van het ministerie van EZK. In totaal is in de komende tien jaar een investering nodig van alle betrokkenen van minimaal 1,5 tot 2 miljard euro. Het woord waterstof komt ruim 180 keer voor in het klimaatakkoord. Er moet nog veel gebeuren om grote schaal in de praktijk te brengen wat er nodig is: het aantal waterstoftankstations moet worden uitgebreid, er zijn meer windmolenparken nodig om duurzame elektriciteit voor de productie van waterstof te maken, er is goed opgeleid personeel nodig dat snapt hoe waterstof werkt en verwarmingsketels moeten worden aangepast zodat we kunnen overstappen van Gronings aardgas naar waterstof. Dit zijn nog maar enkele voorbeelden. De Programmatische Aanpak Waterstof voor de Energietransitie werkt dit uit in mijlpalen voor plannen die gerealiseerd kunnen worden en vijf to-do items voor overheden, bedrijfsleven en organisaties.

PETROCHEM 1 - 2020 6

PET D Feiten en cijfers.indd 6

FOTO: PEXELS

FEITEN & CIJFERS NEDERLANDS-DUITSE SAMENWERKING VERDUURZAMING ENERGIESECTOR EN INDUSTRIE Nederland en het Duitse Noordrijn-Westfalen werken nauw samen aan een duurzame energie- en industriesector. Onder de noemer HY3 is een gezamenlijke studie gelanceerd naar de haalbaarheid van een grensoverschrijdende waardeketen voor groene waterstof, strekkend van de Noordzee tot aan industriële clusters in het grensgebied. Het HY3-project is een samenwerking tussen Nederland, Duitsland en de deelstaat Noordrijn-Westfalen. De drie partijen in de samenwerking wijzen ieder een onderzoeksinstelling aan die gezamenlijk onderzoek zullen doen naar de haalbaarheid van een transnationale groene waterstofeconomie. Het HY3 onderzoek wordt uitgevoerd als trilateraal project van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat van Nederland; het ministerie van Economische Zaken, Innovatie, Digitalisering en Energie van de deelstaat Noordrijn-Westfalen en het bondsministerie van Economische Zaken en Energie van Duitsland. Elk van de partijen heeft een instelling aangewezen om het project te leiden of zal dit in de komende tijd doen. Nederland heeft TNO aangewezen en Noordrijn-Westfalen heeft onderzoekscentrum IEK-3 Forschungszentrum Jülich aangewezen. De studie, die tegen deze zomer klaar moet zijn, geeft antwoord op de vraag hoeveel waterstof de grote industriële clusters straks nodig hebben; hoeveel groene waterstof er op zee, en ook op land, is te produceren; welke volumes waar zijn op te slaan en hoeveel capaciteit het transportnetwerk moet bieden. Industriële partijen met interesse in waterstof productie, transport of gebruik worden uitgenodigd om deel te nemen aan het project om informatie te leveren over potentiële vraag en aanbod van groene waterstof. STORA ENSO INVESTEERT IN GENTSE PROEFFABRIEK BIOPLASTICS Stora Enso investeert negen miljoen euro in een proeffabriek in de haven van Gent. Het Scandinavische bedrijf wil er plantaardige suikers omzetten in bouwstenen voor biogebaseerd plastic. De bouw van de fabriek begint in de tweede helft van 2020 en is naar verwachting klaar in het eerste kwartaal van 2021. De proeffabriek gaat in eerste instantie industrieel beschikbare fructose gebruiken om hoogwaardige chemicaliën en materialen te produceren voor het testen van toepassingen. Het is echter de bedoeling in de toekomst suikers in te zetten die zijn gewonnen uit hout en andere non-food biomassa. Het geproduceerde bioplastic wordt vervolgens gebruikt voor transparante verpakkingen in de voedings- en drankenindustrie. Stora Enso produceert in Gent jaarlijks 540.000 ton gerecycled kranten- en magazinepapier. De investering in de pilotfabriek heeft geen invloed op de papierproductie van de fabriek. OOSTENDE WIL GROTE WATERSTOFFABRIEK IN 2025 Rond 2025 moet er in Oostende een groene waterstoffabriek komen met een productiecapaciteit van 50.000 ton waterstof per jaar. Een investering van enkele honderden miljoen euro’s. Het project in Oostende verloopt in fases. Tegen 2022 moet de eerste demo-installatie staan van ongeveer 50 megawatt. De eindmeet van het volledige project is voorzien in 2025. Net als in Nederland bestaat ook in Vlaanderen het idee dat waterstof een cruciale schakel kan vormen in de energietransitie. Er zijn daarom verschillende plannen voor waterstoffabrieken. En ook met enige ambitie. Het Oostendse initiatief van DEME, PMV en Haven Oostende zou tegen 2025 zelfs de grootste fabriek in zijn soort in Europa kunnen zijn. De fabriek krijgt de naam Hyport en een productiecapaciteit van 300 megawatt. Het is de bedoeling dat Hyport brak water gaat omzetten in waterstof. Dat water moet daarvoor eerst door een ontziltingsinstallatie, om vervolgens met elektrolyse te worden gesplitst in zuurstof en waterstof. Voor de benodigde stroom kijkt het consortium naar de nieuwe windmolenparken die nog voor de Belgische kust moeten verrijzen. Ook elders in Vlaanderen rijpen waterstofplannen. Fluxys en Colruyt bekijken de mogelijkheid van een project van 25 megawatt in Zeebrugge of Antwerpen. North Sea Port – waar de havens van Gent en Zeeland tot behoren – wil een fabriek van 1 gigawatt tegen 2030.

Blijf op de hoogte en schrijf u in voor de nieuwsbrief op www.petrochem.nl

05-02-20 15:53


FOTO: PHOTANOL

PHOTANOL GUNT BOUW PROEFFABRIEK AAN STORK Photanol heeft de bouw van zijn proeffabriek op het Chemie Park Delfzijl gegund aan Stork. De demoplant komt in de noordwesthoek van de locatie te staan en moet voor deze zomer gereed zijn. In de demofabriek gaat Photanol de productie van chemicaliën uit zonlicht en CO2 testen. Het bedrijf gebruikt daarbij cyanobacteriën. Deze organismen zijn zo aangepast dat ze zonlicht en CO2 niet gebruiken om te groeien, maar om chemicaliën te maken. Vergelijk het met planten die zonlicht gebruiken om CO2 en water om te zetten in glucose en zuurstof. De organismen van Photanol maken organische zuren voor toepassing in biologisch afbreekbare kunststoffen, verdikkingsmiddelen in voeding of als tussenproduct in de chemie. Om de bacteriën te laten produceren, is een groot oppervlak met doorzichtige plastic buizen nodig waar ze in kunnen zwemmen. De buizen moeten zonlicht doorlaten en er moet CO2 doorheen worden gebubbeld. Daarnaast moet de bacterie goed worden beschermd tegen invloeden van buitenaf. De aanpassing heeft hem namelijk minder sterk gemaakt. De cyanobacterie kan dan ook niet meer overleven in het wild en groeit nauwelijks meer. Alle energie gaat naar het product dat hij moet maken. De buizen waarin hij leeft zijn daarom erg kostbaar. Het mooie van de technologie is echter dat de bacteriën direct CO2 omzetten in een product. Alle stappen van het laten groeien van gewassen, het oogsten ervan en het behandelen om er een product van te maken, zijn niet nodig. Het is een oplossing voor het CO2-probleem die ook nog eens economisch interessant is.

FOTO: PXHERE

ONDERZOEK NAAR GEOTHERMIE IN WESTELIJKE ROTTERDAMSE HAVEN Shell Geothermal en het Havenbedrijf Rotterdam houden een onderzoek naar geothermie in het westelijk deel van de Rotterdamse haven. De bedrijven hebben hiervoor een opsporingsvergunning gekregen van het ministerie van EZK. De opsporingsvergunning betekent dat Shell en het Havenbedrijf de komende jaren de tijd hebben om hun plan verder uit te werken. Hiermee kunnen ze in het westelijk deel van de haven aardwarmteprojecten ontwikkelen. De komende circa twee jaar ligt het accent op het maken van afspraken met mogelijke afnemers van de aardwarmte. Daarnaast focussen ze zich op het uitwerken van de kosten, het bepalen van een mogelijke locatie voor een proefboring en het uitzoeken hoe de infrastructuur eruit kan zien. Essentieel is ook dat de aardwarmte kan concurreren met energie uit andere bronnen. Een (proef)boring is nog niet aan de orde. De afgelopen jaren is de ondergrond goed in kaart gebracht. Dit gebeurde mede als onderdeel van de green deal Ultra Diepe Geothermie (UDG). Het doel van UDG is uiteindelijk dertig procent van de industriële warmte te laten komen van ultra diepe aardwarmte, zoals eerder bij Petrochem is beschreven. Zeven consortia werken aan voorstudies op dit gebied. De verwachting is dat dit jaar de resultaten van onderzoek naar geothermie bekend worden. De eerste pilotprojecten, waaronder een in de haven van Rotterdam, worden dan ook gestart. De Rotterdamse industrie verbruikt veel energie. Als aardwarmte in de vorm van heet water naar boven kan worden gebracht, kan dat een goede duurzame energiebron zijn. Denk daarbij met name aan de productie van stoom voor de industrie. Daarbij wordt het enigszins afgekoeld. Het water kan dan gebruikt worden voor verwarming van woningen en kassen via een regionaal warmtenet. Shell en het Havenbedrijf zullen EBN (Energie Beheer Nederland) betrekken bij de uitwerking van de plannen.

Staatssecretaris Tamara van Ark (SZW) wil een verkenning voor een alcohol- en drugstest op de werkvloer houden. In eerste instantie richt zij zich op BRZO-bedrijven waar een zwaar ongeval grote maatschappelijke gevolgen kan hebben. VNCI, de vereniging van de chemische industrie in Nederland met veel leden die onder BRZO-regels vallen, vraagt al geruime tijd om zo’n wettelijke grondslag en denkt graag met het ministerie mee over de verdere vormgeving. VNCI ziet graag een voortvarende aanpak zodat bedrijven hun verplichting kunnen nakomen, namelijk om alle maatregelen te treffen die nodig zijn om een zwaar ongeval te voorkomen. Met de brief aan de Tweede Kamer erkent de staatssecretaris de noodzaak voor een wettelijke grondslag. Er kunnen nu concrete stappen gezet worden om te kijken in welke gevallen en hoe dit mogelijk gemaakt kan worden. De afzetprijzen van de Nederlandse industrie waren in december gemiddeld 2,6 procent hoger dan in december 2018, meldt het CBS. Een maand eerder waren de producten van de industrie vrijwel even duur als een jaar eerder. In december 2019 kostte een vat ruwe North Sea Brent olie bijna 59 euro. Dat is ongeveer 15 procent meer dan een jaar eerder. In november 2019 was de prijs voor een vat ruwe olie bijna 57 euro, ruim 2 procent lager dan in november 2018. De ontwikkeling van de afzetprijzen in de industrie hangt sterk samen met de prijsontwikkeling van ruwe aardolie. Producten van de aardolie-industrie waren in december 12,2 procent duurder dan in december 2018. In november lagen de prijzen 5,4 procent lager dan in november 2018. Ook in de chemische industrie hangt de afzetprijs over het algemeen samen met de olieprijs. De afzetprijzen van de chemische industrie waren in december 4,2 procent lager dan een jaar eerder.

PETROCHEM 1 - 2020 7

PET D Feiten en cijfers.indd 7

05-02-20 15:53


Bij OMV GAS gaan flexibiliteit en exceptionele service samen met de internationale kennis en financiĂŤle kracht van de OMV Group. Wij leveren aardgasoplossingen op maat aan grote Europese klanten en distributeurs. Onze flexibele prijs- en leveringsconcepten evenals gedetailleerde kennis van de markt zorgen ervoor dat onze producten perfect aansluiten op uw specifieke behoeften. Neem contact met ons op als u wilt weten hoe onze aardgasoplossingen uw bedrijf kunnen ondersteunen: www.omv-gas.nl

210x297_omv_gas_nl_0219_rz.indd 1 PET Advertenties.indd 8

27.02.19 13:11 05-02-20 15:48


FEITEN & CIJFERS EINDELIJK STARTSEIN INVESTERINGSFONDS VOOR KLIMAATINNOVATIES Voormalig politicus Wouter Bos heeft in januari dan eindelijk het startsein geven voor Invest-NL. Een investeringsfonds om innovaties op het gebied van klimaat en energietransitie met een relatieve lange terugverdientijd op gang te trekken. Het fonds komt start wel twee jaar later dan oorspronkelijk gepland. Met het fonds dat nu 2,5 miljard euro groot is, moeten bedrijven – groot en klein – worden geholpen om innovaties over de zogenoemde onrendabele top heen te trekken. In de ontwikkelingsfase hebben vindingen vaak hun potentieel al bewezen, maar zijn ze nog niet rendabel te exploiteren. Eerst zijn extra investeringen nodig om het product te verbeteren of de productie op te schalen. Banken en particuliere investeerders schrikken daar vaak voor terug, omdat de risico’s op een mislukking in die fase nog groot zijn. Bovendien kan het lang duren voordat de investering zichzelf terugverdient. Particuliere investeerders willen doorgaans binnen vijf jaar – en vaak nog sneller – een flink rendement kunnen maken op hun investering. Het investeringsfonds moet deze lacune opvullen door projecten met een langere terugverdientijd – van tussen de zeven en twintig jaar – te steunen. De investeringsdrempel van Invest-NL is vijf miljoen euro, waarbij de overheid maximaal vijftig procent van het benodigde bedrag binnenbrengt. Het rendement op de investeringen die Invest-NL doet, vloeit terug in de fondskas. Invest-NL concentreert zich in eerste instantie op investeringen die bijdragen aan de energietransitie en ‘innovatieve snelgroeiende bedrijven’, maar is daar op langere termijn niet toe beperkt. Ook moet het ‘een marktconform’ rendement uit zijn investeringen halen. BIOBTX: INVESTERINGSRONDE VOOR DUURZAME FABRIEKSAMBITIE BioBTX kan dankzij een investeringsronde voor duurzame fabrieksambitie, onder andere vanuit het GROEIfonds van Economic Board Groningen, grote stappen nemen om hun ambitie te verzilveren. Die bestaat uit het realiseren van een fabriek die op grote schaal veelgebruikte chemicaliën produceert uit duurzame stromen zoals restplastic met een volledig circulair en duurzaam proces. Het bedrijf zet in op 2023 als openingsjaar. Drie bestaande aandeelhouders en twee nieuwe partijen besloten het benodigde groeigeld te financieren. Carduso Capital, Lynnovation en Vries Beheer volgden eerdere investeringen op, GROEIfonds van Economic Board Groningen en de NOM besloten mee te financieren. Het bedrijf ontving in 2014 de titel Northern Enlightenment als een lichtend voorbeeld van duurzame innovatie. BTX staat voor benzeen, tolueen en xyleen. Normaal worden deze chemische bouwstenen (aromaten) uit fossiele brandstoffen geproduceerd. BioBTX maakt ze echter uit groene grondstoffen, om er ‘groene’ plastics van te produceren.

BRENT RUWE OLIEKOERS 72 71 70

PRIJS PER VAT IN US DOLLARS

69 68 67 66 65 64 63 62

12 13 14 15 18 19 20 21 22 25 26 27 28 29 2 3 4 5 6 9 10 11 12 13 16 17 18 19 20 23 24 27 30 31 2 3

November 2019

December 2019

6 7 8 9 10 13 14 15 16 17 20 21

Een digital twin, een digitale kopie van de werkelijkheid, biedt mogelijkheden om continu te verbeteren en tegelijkertijd kosten en risico’s te reduceren. ‘Het beste is om een digital twin zo vroeg mogelijk in te richten, eigenlijk op het moment dat een fabriek wordt gebouwd’, stelt Jacqueline de Waal van Emerson Automation Solutions. Maar dit advies betekent niet dat een digital twin helemaal niet kan worden toegepast op een bestaande plant. ‘Zeker niet. Ook wanneer een digital twin later wordt ingericht, op basis van een plant die al lange tijd draait, kunnen aanzienlijke verbeteringen worden bereikt.’ Lees verder op www.petrochem.nl

PERSONALIA Vanaf 1 december is Georg Wagner (50) managing director van de Antwerpse productievestiging van Covestro. Hij vervangt Volker Weintritt, die een nieuwe uitdaging aangaat binnen de Covestro-groep. Wagner behaalde zijn doctoraat in Chemical Engineering aan de universiteit van Karlsruhe. Bij Bayer vervulde hij verschillende functies in R&D, engineering, asset management, productie, strategie en HSEQ in kleine en grote sites in Duitsland, de VS en Zuid-Afrika. Wagner begeleidt als managing director de geplande investering voor de uitbreiding van de anilineproductie. Die zou binnen drie jaar klaar moeten zijn voor opstart. Atzo Nicolaï is per 1 januari de nieuwe voorzitter van Deltalinqs (de Rotterdamse ondernemersorganisatie voor de haven en industrie) en de Rotterdam Port Promotion Council (RPPC). Hij neemt het voorzitterschap over van Steven Lak, die vanaf 2012 deze rol heeft vervuld. Nicolaï was de afgelopen acht jaar president van DSM Nederland. In die tijd was hij onder meer medeoprichter van de Brightlands Chemelot Campus en van Chemelot 2025. Daarvoor was hij onder andere staatssecretaris Europese Zaken.

Januari 2020

PETROCHEM 1 - 2020 9

PET D Feiten en cijfers.indd 9

05-02-20 15:53


INTERVIEW

DSM-dna in Arabische giganten

PETROCHEM 1 - 2020 10

PET O Interview.indd 10

05-02-20 15:54


Een Limburger op een belangrijke internationale functie binnen het Saoedische Sabic. En als je Frank Kuijpers spreekt, internationaal verantwoordelijk voor duurzaamheid, hoor je soms de echo van het DSM-verleden van een deel van het bedrijf. Wellicht dat dat verleden zelfs enigszins door gaat klinken bij het grootste bedrijf ter wereld, Saudi Aramco, dat een meerderheidsaandeel in Sabic heeft genomen. Kuijpers: ‘Duurzaamheid zal steeds meer het bestaansrecht van bedrijven gaan bepalen.’

FOTO’S: WIM RAAIJEN

Wim Raaijen

Alle grote producenten van kunststoffen hebben inmiddels plannen voor de chemische recycling van moeilijk te verwerken plastics. Het is echter het van origine Saoedische chemiebedrijf Sabic dat ruim een jaar geleden als eerste de bouw van een fabriek voor de verwerking van gemengd plastic-afval tot pyrolyse-olie aankondigde. Op Chemelot in Limburg, dat wel. In 2021 moet de installatie op commerciële schaal het afvalplastic verwerken tot grondstof voor de bestaande krakers. Uitgerekend dus een Saoedisch bedrijf, waar voor de buitenwacht al gauw de zware geur van olie omheen hangt. Maar hoe bijzonder is dat nu echt en welke rol speelt het DSM-dna daarbij nog? Immers bijna twee decennia terug was een belangrijk deel van Sabic DSM. Volgens Frank Kuijpers, general manager voor duurzaam ondernemen binnen Sabic wereldwijd, speelt dat laatste indirect wel mee. Toch moet het Westen volgens hem de huidige innovatieve kracht van bedrijven uit het Midden- en Verre Oosten niet onderschatten. ‘Bedrijven als het Chinese Sinopec, Saudi Aramco en Sabic zijn met een enorme inhaalslag bezig als het gaat om innovatie. Ik denk zelfs dat ze de posities aan de kop al aan het overnemen zijn. Zij gaan door waar verschillende westerse bedrijven stil lijken te vallen. In Saoedi-Arabië wordt bijvoorbeeld continu gewerkt aan verbetering van de energie-efficiëntie van installaties. Alleen al omdat energiebesparing enorme kostenvoordelen oplevert en omdat er dan bovendien meer olie en gas overblijft om te exporteren.’ Er zijn meer interessante innovatieve ontwikkelingen gaande op het Arabische schiereiland. Zonne-energie gaat er mogelijk heel belangrijk worden. Maar ook op andere vlakken pakken Arabische bedrijven kopposities. Zo staat de grootste fabriek PETROCHEM 1 - 2020 11

PET O Interview.indd 11

05-02-20 15:54


INTERVIEW die CO2 omzet in chemische bouwstenen toch echt in Saoedi-Arabië. Op het grote petrochemische complex van Sabic in Jubail heeft Sabic samen met het Duitse Linde een paar jaar geleden ’s werelds grootste installatie gebouwd dat kooldioxide als grondstof gebruikt. De fabriek comprimeert en zuivert ongeveer 1.500 ton ruwe CO2 per dag afkomstig van twee nabijgelegen ethyleenglycolfabrieken. Het gezuiverde gasvormige CO2 wordt geleverd aan drie fabrieken voor productie van methanol en ureum. Daarmee wordt elk jaar naar schatting 500.000 ton CO2-uitstoot bespaard. Vanuit zijn wereldwijde verantwoordelijkheid voor verduurzaming is Kuijpers ook nauw bij dit project betrokken. Buiten de lijntjes En vergeet niet: Sabic onderschrijft gewoon Scope 3, benadrukt Kuijpers. Binnen het internationale Greenhouse Gas Protocol is Scope 3 de meest omvattende verantwoordelijkheid die een bedrijf kan nemen voor zijn CO2-footprint. Daarbij wordt de CO2-uitstoot van een bedrijf breder getrokken dan het gevolg van eigen activiteiten (Scope 1). En dan gaat het niet alleen om de indirecte uitstoot als gevolg van elders opgewekte elektriciteit of warmte (Scope 2). In Scope 3 wordt alle indirecte uitstoot van CO2 in de keten meegenomen. Bijvoorbeeld de uitstoot bij de productie of winning van ingekochte grondstoffen of materialen en uitbestede werkzaamheden zoals goederenvervoer. Toch is het ook weer logisch dat de pyrolyse-olie verwerkende fabriek voor chemische recycling niet in het MiddenOosten maar in Nederland wordt gebouwd. Op het gebied van recycling lopen ze daar nog wel een paar stapjes achter, geeft Kuijpers toe. In Europa staat recycling toch hoger op de politieke agenda. Bovendien gebeurt in SaoediArabië alles stapje voor stapje, terwijl je in dit geval misschien wat meer moet versnellen. Kuijpers: ‘Ook hier is Saoedi-

Arabië met een inhaalslag bezig.’ Volgens hem zit daar nog wel een belangrijk cultuurverschil. Zelf is hij weleens geneigd om, net als veel Nederlanders, buiten de lijntjes te kleuren. ‘Vooropgesteld dat ik bij alles wat ik doe het belang van Sabic voor ogen heb. Maar als ergens nog geen regels voor zijn, laat ik me niet gauw weerhouden om aan de slag te gaan. Een Arabier is dan geneigd om er eerst een nieuwe procedure voor te schrijven.’ Toch doet hij iets goeds in de ogen van de Arabieren. ‘Ik zit er nog steeds’, glimlacht hij. En ook nog eens op een belangrijke internationale positie. Twintig kiloton Hij weet overigens wel de nuance te zoeken wanneer dat nodig is. Ja, hij heeft een groot vertrouwen in de mogelijkheden van chemische recycling, maar er is echt nog een lange weg te gaan. ‘Vergeet niet dat pyrolyse nog in de kinderschoenen staat. Het is weliswaar een oude technologie, maar nu pas gaan we die breed inzetten. Je kunt zeggen dat we nog steeds met de eerste generatie bezig zijn.’ Om bij te mengen in de bestaande krakers zijn zuivere chemische bouwstenen nodig. ‘We moeten nog behoorlijke stappen zetten in het zuiveren van de gemengde plasticstromen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om hydrogenering om de pyrolyse-olie geschikt te maken voor de kraker. We zitten nu op een capaciteit van enkele honderden tonnen. Laatst hadden wij een grote speler uit de Duitse verpakkingsindustrie op bezoek. Die praat al over de afname van vijftig tot tweehonderd kiloton per jaar. Dergelijke verwachtingen moeten we meteen temperen. We hopen in 2021 naar twintig kiloton te gaan. Mogelijk kunnen we pas tegen 2025 voldoen aan de wensen van die ene potentiële klant. Jaarlijks wordt wereldwijd meer dan driehonderd miljoen ton aan petrochemische producten geproduceerd.’ En dan loopt Sabic echt voorop, benadrukt Kuijpers. ‘Sabic is momenteel de enige die al een product

‘Sabic is momenteel de enige die al een product in de markt heeft, gebaseerd op gemengd afvalplastic.’

in de markt heeft, gebaseerd op gemengd afvalplastic. Een van de partijen die begin 2019 in Davos samen met ons de market foundation hebben aangekondigd is op onderzoek uitgegaan in de afgelopen periode. Maar ze zijn toch bij ons gebleven, omdat er verder nog geen partij al iets heeft.’ Natuurlijk blijft dit een kwestie van tijd. Kunststoflagen Chemische recycling is gelukkig niet de enige oplossing, stelt Kuijpers. Een groot deel van het kunststofafval kan na scheiding ook gewoon mechanisch worden gerecycled. Dat gebeurt al op relatief grote schaal. Kuijpers vindt ook dat er wat bedachtzamer naar de inzet van kunststoffen moet worden gekeken. ‘Soms zie je driedubbele verpakkingen. Zo zijn sommige snoepjes apart verpakt, zitten ze vervolgens in een zakje waarvan er dan ook nog verschillende in een grote verpakking zitten. Alleen daar kan al veel efficiënter mee worden omgegaan.’ Het is niet altijd zo dat puzzels eenvoudig anders zijn te leggen. ‘Design for recyclability vraagt vaak ook om afwegingen’, stelt Kuijpers. Zo worden verpakkingen met meer lagen volgens hem te snel als een probleem gezien. ‘Multi-layers brengen ook veel performance. Ik weet niet of we zitten te wachten op plastic flessen die een centimeter dik zijn. Dat kost juist weer veel meer materiaal.’ Juist voor verpakkingen met de juiste keuze van meer kunststoflagen kan chemische recycling in de toekomst een oplossing bieden. Zware subsidies Om met mechanische en chemische recycling een oplossing te bieden voor het grote probleem van plastic afval, zal ook de waardeketen moeten transformeren. Het afval moet wel worden verzameld en bij de recyclingbedrijven terecht komen. Dat begint bijvoorbeeld bij de supermarkten. Ook een kwestie van gedragsverandering. ‘We zijn nu toch ook gewend dat we batterijen inzamelen, waarom dan ook niet shampooflesjes terugbrengen naar de Albert Heijn?’ Naast recycling en efficiënter gebruik van kunststoffen ziet Kuijpers ook veel in biomassa als grondstof voor materialen. Ter vervanging van fossiele grond-

PETROCHEM 1 - 2020 12

PET O Interview.indd 12

05-02-20 15:54


stoffen. Wat dat betreft gaat volgens hem momenteel te veel biomassa richting brandstoffen. ‘Er gaat nu heel veel subsidiegeld in de productie van bioethanol en biomethanol als vervanging voor benzine en diesel. Ik zou zeggen: “stop die zware subsidies”. Het werkt alleen maar averechts. De biomassa wordt daarom schaars en te duur voor de chemie als grondstof.’ Zuiver In materialen blijft de koolstof gemiddeld veel langer opgeslagen dan in brandstoffen en helemaal als die gerecycled worden. Wat dat betreft is het perspectief van Sabic in Limburg veel ‘Duitser’ dan bijvoorbeeld bedrijven, met name uit de olie- en energiesector in Rotterdam. Duitse chemiebedrijven als Covestro en BASF hameren voortdurend op het effectievere gebruik van koolstof met termen als carbon productivity en carbon management. Het gaat er niet om dat we van koolstof af moeten, maar dat we er slimmer mee omgaan. Te beginnen door processen te ontwikkelen die minder CO2-uitstoten. Dus veel minder direct verbranden. Dat komt ook doordat Duitse bedrijven,

Frank Kuijpers: ‘Bedrijven als het Chinese Sinopec, Saudi Aramco en Sabic gaan door waar verschillende westerse bedrijven stil lijken te vallen.’

maar ook bedrijven op Chemelot niet de mogelijkheid hebben om CO2 af te vangen en ondergronds op te slaan. Met lege gasvelden in de Noordzee heeft Rotterdam die mogelijkheid wel. Kuijpers erkent dat de mindset in Geleen lijkt op die van de Duitse chemiebedrijven. ‘Persoonlijk zie ook helemaal niets in CCS.’ Met circulaire processen is juist heel veel CO2-uitstoot te voorkomen. En van koolwaterstoffen verbranden voor energie moeten we uiteindelijk ook af. Hoewel Sabic op haar terrein in Saoedi-Arabië de grootste installatie ter wereld heeft staan waar CO2 als grondstof wordt ingezet, tempert hij op dit gebied ook de verwachtingen. Het kan volgens hem alleen waar CO2 heel zuiver wordt gewonnen en waar voldoende groene of restenergie beschikbaar is. Want er is enorm veel energie nodig om van CO2 weer waardevolle producten te maken.

Gezonde nieuwsgierigheid Uitdrukkelijk stelt Kuijpers dat dit zijn persoonlijke visie is. Om er open over te kunnen spreken. Hij weet bovendien dat Sabic binnenkort grotendeels onderdeel wordt van het grote Saudi Aramco, het grootste oliebedrijf ter wereld. ‘Dat bedrijf injecteert CO2 in velden om er meer olie uit te produceren. Natuurlijk kun je er ook weer een hele discussie over opzetten of dat opslag of hergebruik van CO2 is’, glimlacht hij. Overigens ziet hij de overname door Aramco met een gezonde nieuwgierigheid tegemoet. Net als indertijd bij de overname van de petrochemische activiteiten van Sabic door DSM, ziet hij veel mogelijkheden om elkaar sterker te maken. ‘Duurzaamheid zal steeds meer het bestaansrecht van bedrijven gaan bepalen. Dat weten ze bij Saudi Aramco. Wellicht kunnen we op dat vlak straks ook iets toevoegen.’ ■ PETROCHEM 1 - 2020 13

PET O Interview.indd 13

05-02-20 15:54


ENERGIETRANSITIE

Pakt maakindustrie handschoen elektrolyzers op? Hoe kan de Nederlandse maak­ industrie de kansen op het gebied van waterstof-elektrolyse benutten? Met oog hierop is eind vorig jaar tijdens de European Industry and Energy Summit een consortium gepresenteerd met TNO, FME en inmiddels tien pro­ vincies. Waterstof is volgens de initiatiefnemers onmisbaar voor de energietransitie en het CO2arm maken van processen.

Joost Boers

Waterstof gaat in het komende decennium een rol spelen bij de energievoorziening van de industrie, maar ook bij mobiliteit en huishoudens. In het onderzoeksrapport Waterstof: kansen voor de Nederlandse industrie dat FME en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat in oktober 2019 presenteerde, wordt al aangetoond dat Nederland op verschillende gebieden voorop loopt. Door het Klimaatakkoord zal er een ombouw moeten plaatsvinden waarbij veel disciplines moeten omschakelen naar waterstof. Deze operatie is vergelijkbaar met de introductie van aardgas in de jaren zestig. Bij de lancering van het HyChain-project van onder andere Institute for Sustainable Process Technology (ISPT) en TNO in januari 2018 werd duidelijk in welke richting de ambitie gaat. HyChain wil bedrijven en kennispartners samenbrengen om duidelijk te krijgen welke energieketens nodig zijn om op grote schaal tegen een redelijke prijs groene waterstof te produceren. De huidige waterstofproductie bedraagt 1,5 miljoen ton per jaar per jaar, waarbij waterstof hoofdzakelijk toepassing vindt in de productie van ammoniak en kunstmest, de raffinagesector en de chemie. De manier

waarop waterstof nu wordt geproduceerd, leidt echter tot CO2-uitstoot. Om in de toekomst Nederland van CO2-vrije waterstof te kunnen voorzien, zouden meerdere elektrolysefabrieken van gigawatt-grootte nodig zijn. Nederland heeft de ambitie om een toonaangevende rol te spelen bij het realiseren van oplossingen op het gebied van waterstof. Daar liggen kansen voor de Nederlandse industrie. Naast het vervaardigen van nieuwe typen cv-ketels en hogedruktanks biedt vooral de productie van elektrolyse-apparatuur een grote kans die de maakindustrie kan uitspelen. Elektrolyzers kosten volgens het rapport op dit moment achthonderd euro per kilowatt. Dat is een prijs die in 2030 bij gebruik op grotere schaal kan dalen naar vijfhonderd euro per kilowatt. De projectgrootte is nu maximaal vijftig megawatt, en dat zal volgens een recent rapport van de Hydrogen Council in tien jaar stijgen naar zeventig gigawatt in Europa. Om de capaciteit van de elektrolyzers op te schalen en de kosten te laten dalen, zijn innovaties nodig. De Nederlandse gespecialiseerde maakbedrijven hebben alles in huis om hierin een rol van betekenis te spelen.

INITIATIEVEN WATERSTOF In het rapport Overzicht van Nederlandse waterstofinitiatieven, -plannen en -toepassingen van de Topsector Energie staan ontwikkelingen en prognoses, net als initiatieven in de praktijk. Daaronder bevinden zich onder andere toepassing van waterstof bij Tata Steel, een waterstof samenwerkingsproject bij Terneuzen en initiatieven van Nouryon in de provincie Groningen. Daarnaast is er een potentieel van honderdvijftig olie- en gasplatforms op de Noordzee. Mogelijk kan op een aantal daarvan waterstof worden geproduceerd door elektrolyse. Deze zijn goed voor een vermogen van twintig tot veertig megawatt

per platform, afhankelijk van de maat. Sommige van deze platforms zijn al buiten bedrijf en andere krijgen door de energietransitie mogelijk een nieuwe bestemming. In de tweede helft van dit jaar wordt een proef gehouden op het platform Q13a voor de kust van Scheveningen. De benodigde (groene) stroom komt van land en het waterstof wordt via de bestaande infrastructuur afgevoerd. Ook de installatie van waterstofstations voor auto’s biedt mogelijkheden voor de waterstofproductie. Die zou met elektrolysers zelfs lokaal, dus bij de tankstations, kunnen plaatsvinden.

PETROCHEM 1 - 2020 14

PET T Elektrolysers.indd 14

05-02-20 15:55


FOTO: MCPHY

Meer dan toeleveranciers In Nederland zijn volgens Ronald Stevelink en Marco Kirsenstein (FME) verschillende partijen actief op het gebied van de productie van apparatuur voor waterstof. Het gaat dan vooral om toeleveranciers, zoals BWT Nederland, VDL, Redstack, IHI Hauzer Techno Coating en Magneto Special Anodes. ‘Een gemiste kans’, vinden ze. ‘Veel toeleveranciers zijn onbekend met de ontwikkelingen op gebied van waterstofproductie en de kansen die er in de markt zijn als dit binnen een productieketen wordt gezien.’ Er is een beperkt aantal totaalproducenten (OEM-ers) van elektrolyzers op de internationale markt. Binnen Europa zijn dat met name Siemens en Thyssen Krupp uit Duitsland, ITM in Engeland, Hydrogenics in België, NEL Hydrogen uit Noorwegen en startup Hydron Energie uit Nederland aldus Lennart van der Burg van TNO. In aanvulling op de elektrolyzers verwachten Stevelink en Kirsenstein ook een stijgende vraag naar componenten voor elektrochemie. ‘Denk aan membranen, katalysatoren maar ook installaties om elektriciteit te bufferen’, gaat Stevelink verder. Maar er is vooral behoefte aan een grotere capaciteit van de elektrolyzers voor de productie van groene waterstof. De ervaring van de Nederlandse maakindustrie om innovatieve producten te ontwikkelen en op

de markt te brengen kan op dit gebied worden ingezet en uitgebouwd. ‘Door partijen met elkaar in contact te brengen en samen te laten werken, kunnen we komen tot een interessante bedrijfssector die internationaal toonaangevend kan worden’, gaat Kirsenstein verder. Zo kan gebruik worden gemaakt van onderzoeks- en testfaciliteiten van TNO, waaronder het Faraday laboratorium in Petten en het open innovatiecentrum MegaWatt Test Centre in Groningen. Door de samenwerking kan de ontwikkeling worden gestroomlijnd en versneld. Boot missen Dat een goede visie maar ook actie belangrijk is, zal het verschil maken voor Nederland. In 2018 interviewde Petrochem Knut Schwalenberg van Nouryon. Hij liet toen al weten dat we grote kansen hebben doordat we volop water beschikbaar hebben. ‘De grote ontwikkelingen op het gebied van zon en wind hebben we gemist. Denemarken en Duitsland hebben daar een industrie omheen kunnen bouwen. Laten we niet nog een keer de boot missen. Veel technologie is al aanwezig en op verschillende terreinen kan waterstof de oplossing bieden. Bijvoorbeeld bij de opslag van energie en ook in de mobiliteit, met name voor de langere afstanden. Denk vooral aan vrachtauto’s en bussen’, sprak hij destijds. Hij zag toen een belangrijke rol voor de overheid

liggen om het succes van waterstof te vergroten, bijvoorbeeld door investeringen op gebied van waterstofinstallaties of -infrastructuur te ondersteunen. Regionale kennis FME heeft een eerste inventarisatie gemaakt van de technologieën waarop het bedrijfsleven zich zou moeten richten. Kansrijke regionale hotspots, clusters van bedrijven, kennisinstellingen en overheden waarmee samenwerking voor de hand ligt. Daarvoor is gekeken naar de provincies. Na de aankondiging van het consortium zijn nu tien van de twaalf provincies ‘aan boord’. Kirsenstein: ‘De provincies hebben een overzicht van de bedrijven die binnen hun gebied actief zijn op gebied van waterstof. Zij kunnen dus al goed processen in de regio zien en bestaande samenwerkingen in kaart brengen. Die kun je vervolgens ontwikkelen door de partijen met elkaar in contact te brengen. Daarnaast hebben de provincies een beleid voor de energietransitie. Bij die provincies gaan we na of dit afdoende is. En wat er nodig is om het proces te kunnen versnellen en zo kansen te scheppen.’ Samen met TNO worden de toekomstverkenningen voor markt, technologie en regio’s de komende tijd geconcretiseerd. Naar verwachting in juni 2020 wordt een rapport gepresenteerd waarin de perspectieven verder zijn uitgewerkt. ■ PETROCHEM 1 - 2020 15

PET T Elektrolysers.indd 15

05-02-20 15:55


MOBILE DEGASSING, GUARANTEED CONTINUITY

YOUR SITE. A BETTER PLACE.

FLYING COMBUSTOR®

MOBILE COMBUSTOR®

ZONE - 0 VENTILATOREN

LANGE TERMIJN OPLOSSINGEN

SIS, marktleider in mobiele verbrandingssystemen en Zone – 0 ventilatoren. Onze services en technologieën vormen de sleutel om (VOC) emissies en geur te reduceren, onder controle te houden en te voldoen aan de meest stringente milieuwetten en regels. Wij zorgen voor uw continuïteit.

TANK TERMINAL

BACK-UP EN VERVANGING VRU

RAFFINADERIJEN/ CHEMISCHE PLANTS

PIJPLEIDINGEN

VERSCHEPEN

BOL TANKS

SIS GmbH   

+49 (0) 4132 654 9100 +31 (0)6 1559 7982 INFO@S-I-S.COM

 WWW.S-I-S.COM

SISG19-24270 CorporateADV_Petrochem_210x297_V4.indd 1 PET Advertenties.indd 16

17-09-19 10:39 05-02-20 15:49


PREDICTIVE MAINTENANCE

Nouryon maakt vaart met voorspellend onderhoud Er wordt veel gesproken over industrie 4.0 en predictive maintenance, maar Nouryon en Semiotic Labs voegen werkelijk daad bij het woord. Samen rollen ze een technologie uit in de Europese chloor- en zoutfabrieken van Nouryon. Met elektrische golven wordt ingeschat wanneer roterende onderdelen als pompen, compressoren en bijvoorbeeld transportbanden zouden kunnen falen.

Wim Raaijen

Sinds 2017 organiseert chemiebedrijf Nouryon haar Imagine Chemistry Challenge. Een wedstrijd waarbij met name technostarters opdrachten en samenwerkingscontracten kunnen verdienen. Het doel is om de transities waarvoor het bedrijf staat waar kan te versnellen. De eerste drie edities leverden al interessante samenwerkingen op. Opvallend is dat innovaties op het gebied van inspectie en voorspellend onderhoud het snelst uit de startblokken lijken te schieten.

Zo mag een van de winnaars van de 2019-editie bijzondere sensoren leveren aan Nouryon. Ingu Solutions – van origine Nederlands, maar opererend vanuit Canada – ontwikkelde sensoren met de grootte van een pingpongbal, ook wel motes of pipers genoemd. Die kunnen op eigen kracht door pijplijnen bewegen en informatie verzamelen. Ze worden al in de Canadese olie- en gasindustrie gebruikt. Toepassing in de chemie is echter nieuw. Inmiddels heeft Nouryon in Hengelo een proef lopen waarbij de motes een zoutleiding van een paar kilometer lang inspecteren. Er zijn ook plannen voor de inspectie van ondergrondse leidingen in Duitsland en Denemarken. Invert Robotics uit Nieuw-Zeeland was een van de winnaars in 2018. Het ontwikkelde een robot die tegen wanden van opslagtanks kan opklimmen en die zowel van binnen als buiten kan inspecteren. De robot kan tijd en kosten besparen omdat er voor inspectie geen steigers hoeven te worden opgebouwd. Er zijn bovendien minder mensen nodig en ook op het gebied van veiligheid kan het voordelen opleveren. De robots kunnen op plaatsen komen die voor mensen relatief onveilig en misschien zelfs onbereikbaar zijn. Vijf maanden tevoren Qua omvang van de samenwerking zet het Nederlandse Semiotic Labs, gespecialiseerd in het voorspellen van onderhoud, vooralsnog de toon. Het is zeer snel gegaan nadat de technostarter een van de winnaars was in 2018. Binnen anderhalf jaar hebben Nouryon en Semiotic Labs een technologie op het gebied van predictive maintenance beproefd en al geïmplementeerd in een Duitse chloorfabriek in Ibbenburen. Onlangs maakte Nouryon bekend dat alle zeven Europese fabrieken van het

onderdeel Industrial Chemicals de technologie de komende tijd gaan uitrollen. In Nederland gaat het om fabrieken in Rotterdam, Delfzijl en Hengelo. De technologie maakt gebruik van elektrische golven om in te schatten wanneer roterende onderdelen als pompen, compressoren en bijvoorbeeld transportbanden zouden kunnen falen. Tot zelfs vijf maanden van tevoren. Dit geeft tijd om kritieke apparatuur te repareren of te vervangen tijdens een geplande onderhoudsstop. Daardoor zijn onverwachte productieonderbrekingen te voorkomen. Bovendien verwacht Nouryon de betrouwbaarheid en veiligheid van productieprocessen te verbeteren. Innovatiedirecteur Marco Waas van Nouryon is enthousiast over de samenwerking met kleine technologiebedrijven. ‘Door samen te werken met start-ups zoals Semiotic Labs hebben we toegang tot nieuwe technologieën die game changers kunnen zijn voor onze industrie. Met predictive maintenance kunnen we het productieproces aanzienlijk verbeteren en tegelijkertijd de kosten verlagen.’ CO2-uitstoot Ook oprichter Simon Jagers van Semiotic Labs is content met de uitbreiding van de samenwerking. ‘Sinds de Imagine Chemistry Challenge in 2018 werken we samen met Nouryon aan een pilotprogramma om onze technologie te testen en te verbeteren. Ik ben erg enthousiast over de resultaten die we tot dusver hebben gezien in de productieomgeving en ik kijk uit naar de verdere implementatie in fabrieken van Nouryon.’ De partners kijken ook naar verlaging van CO2-uitstoot en energieverbruik door de elektrische golven van apparatuur verder te analyseren en het gebruik hierop aan te passen. ■ PETROCHEM 1 - 2020 17

PET01 V Nouryon.indd 17

05-02-20 15:56


ONDERZOEK

Druk op de katalytische ketel Sinds kort beschikt de TU Delft over een gloednieuw hogedruklab voor de ontwikkeling van industriële katalysatoren. Grootschalig hergebruik van CO2 vormt een speerpunt. Tijdens de opening bleek eens te meer dat onder druk het nodige vloeibaar wordt, letterlijk en figuurlijk.

Arjen Dijkgraaf

‘Normaal duurt het zeker twintig, dertig jaar om een katalytisch proces van het laboratorium naar de industrie te krij­ gen. Dat moet sneller’, stelt Atsushi Ura­ kawa, sinds kort hoogleraar indus­triële katalyse aan de TU Delft. Met name denkt hij dan aan processen die CO2 omzetten in nuttige producten zoals methanol. Gezien het tempo waarmee de mensheid momenteel CO2 de atmosfeer in pompt, is daar enige haast bij. Zo’n katalysator is gedefinieerd als een stof die een reactie versnelt, zonder er uiteindelijk zelf door te veranderen. Urakawa schat dat negentig procent van alle chemische producten er op de een of andere manier afhankelijk van is. Bij industriële processen gaat het vrijwel altijd om een ‘heterogene’ katalysator: een vast oppervlak waarop grondstoffen landen om met elkaar te reageren. Zo’n oppervlak kan van alles zijn: puur metaal (al dan niet verkleind tot nanodeeltjes), actieve koolstof, een zeoliet of een ander metaaloxide, of combinaties daarvan. Alleen al bij Shell Pernis zijn een dertig­ tal types in gebruik, vertelt Peter van den Brink, senior principal science expert catalysis van Shell Global Solutions. ‘En dan bedoel ik ook grondig verschillende types. Bij Pearl GTL in Qatar zijn het er een stuk of dertien, in Moerdijk vijftien’. In Urakawa’s woorden zijn het echter vaak nog magic stones. Je weet dat ze iets doen, magic happens, maar niet hoe of waarom. Het betreft veelal reacties tus­

Peter van den Brink (Shell): ‘Dit soort apparatuur maakt relevante innovatie mogelijk bij bestaande én toekomstige katalytische toepassingen.’

sen atomen die elkaar ergens diep in een nanoporie tegenkomen op een geschikte onregelmatigheid in het katalysator­ oppervlak. Zie dat maar eens in beeld te krijgen. ‘En dan kun je zeggen: nou én?’, vervolgt Urakawa. ‘Maar het opschalen van zo’n zwarte doos van het lab naar industrieel formaat is een ramp. Het moet grotendeels via trial and error, en dat kost veel tijd en geld.’ Operando Volgens Urakawa en veel van zijn vak­ genoten komt ‘rationeel’ katalysatorontwerp, waarbij je precies weet wat je doet en de probeerfase deels kunt over­ slaan, steeds dichterbij. In hoog tempo worden nieuwe gereedschappen ontwik­ keld. Zo zijn er nu computersimulaties voor alle lengteschalen die bij industriële katalyse een rol spelen, van de pico­ meterschaal van atomen tot de meters waarin je de afmetingen van een indus­ triële reactor uitdrukt. Als je eenmaal vermoedt wat er in zo’n reactor gebeurt, kun je op zijn minst narekenen of het in theorie kan kloppen. Maar, benadrukt Urakawa, een katalysa­ tor is in de praktijk een levend ding dat tijdens een reactie volop wisselt tussen verschillende chemische toestanden. Je weet pas wat je moet simuleren als je de zwarte doos openmaakt en het inwendi­ ge waarneemt. Met de nieuwste micro­ scopische technieken is de atomaire schaal al bijna scherp in beeld te krijgen, en testreactoren met doorzichtige ven­ sters laten je met geavanceerde spectro­ scopie in real-time volgen welke verbin­ dingen ontstaan in een katalysatorbed. De Delftse Catalysis Engineering-groep probeert daarbij al jaren te meten onder omstandigheden die zo dicht mogelijk tegen de industriële praktijk aan zitten, in vakjargon ‘operando’.

PETROCHEM 1 - 2020 18

PET Q Intreerede.indd 18

05-02-20 15:57


FOTO’S: KARIN BORGHOUTS

De uitdaging zit dan vooral in het feit dat drukken van een paar honderd bar heel gewoon zijn bij industriële processen. Het vraagt relatief dure procesinstallaties en veel aandacht voor veiligheid, maar voor menige katalytische reactie is de druk essentieel en wanneer je met gassen werkt, scheelt het sowieso heel veel reactorvolume. ‘Daardoor werk je efficiënter’, legt Van den Brink uit. ‘Druk opbouwen kost niet zo heel veel energie.’ De urgentie om over te stappen op processen die bij lagere druk werken, is wat hem betreft dan ook niet zo groot. Hoge druk Voor de meeste laboratoria is alles boven een paar bar echter wél een probleem. Niet voor niets liet de TU Delft Urakawa’s inauguratie samenvallen met de officiële opening van het Industrial Catalysis Lab. Dit gloednieuwe hogedruklab vult de nieuwbouw aan van de faculteit Technische Natuurwetenschappen, die in 2016 werd opgeleverd met gasdistributieleidingen waar slechts tien bar uit komt. In het nieuwe katalyselab is dat opgetrokken naar honderd bar, vertelt research technician Harrie Jansma. ‘Met boosterpompen kun je nog hoger gaan, mits er een goede risico-analyse aan voorafgaat. Het maximum? Voorlopig zo’n 450 bar.’

Een rondleiding door het lab, door de ingenieursbureaus Tebodin en Van Dorp deels gebaseerd op een eerder project aan de Universiteit Twente, maakt duidelijk wat dat allemaal met zich meebrengt. Jansma raakt niet uitgepraat over de veiligheidsmaatregelen. Er zijn acht hogedrukruimtes, opgetrokken uit gewapend beton met driemaal zo veel ijzer als normaal. Zelfs als er een kilogram TNT in ontploft, zouden mensen buiten de bunker geen risico moeten lopen. Je komt er binnen via dikke stalen deuren met zware grendels. Mocht de opening te klein zijn voor je apparatuur, dan kun je eventueel met een hijskraan een betonnen plafondplaat verwijderen. Uiteraard wordt elke proefopstelling van tevoren gecontroleerd op lekken, en detectoren voor componenten als CO2, CO, H2 en H2S waken over de experimenten. Krachtige, dubbel uitgevoerde ventilatoren verversen veertig keer per uur de lucht en blazen eventueel lekkend gas zo snel mogelijk naar buiten. En het is sowieso niet de bedoeling dat er mensen in zo’n ruimte zijn tijdens een hogedrukexperiment: alles wordt op afstand aangestuurd. Het betekent dat je een proefopstelling daar niet zomaar voor een paar dagen neerzet. De hogedrukruimtes zijn alle acht voor langere tijd volgeboekt. Er

staat apparatuur die Urakawa heeft meegebracht uit zijn vorige lab in Catalonië, maar bijvoorbeeld ook reactorsystemen om te experimenteren met dry reforming en shiftreacties, en een voormalige Shell-opstelling waarmee start-up Black Bear Carbon een deel van zijn recyclingproces voor autobanden optimaliseert. Water en olie Wat je met zulke apparatuur allemaal kunt bereiken? Van den Brink zegt het initiatief van de TU Delft toe te juichen: ‘Dit soort apparatuur maakt relevante innovatie mogelijk bij bestaande én toekomstige katalytische toepassingen.’ Over die laatste mag hij helaas nog niets melden. Tijdens de lezing waarmee hij de opening opluistert, noemt hij vooral oude successen zoals de industriële omzetting van etheen in etheenoxide waarbij verbeterde katalysatoren het gehalte aan ongewenste nevenproducten geleidelijk hebben teruggebracht van dertig naar tien procent. Origineler is het plan van Robbie Venderbosch, senior engineer bij BTG Biomass Technology Group. Dit Twentse bedrijf is vooral bekend van zijn pyrolyseproces dat biomassa omzet in een donkerbruine vloeistof door haar te verwarmen tot vijfhonderd graPETROCHEM 1 - 2020 19

PET Q Intreerede.indd 19

05-02-20 15:57


Risico’s minimaliseren en efficiëntie maximaliseren is een uitdaging voor iedere assetmanager. Breng assetdata duidelijk in kaart met Esri-technologie en onthul verbanden om optimale beslissingen te nemen. Dit verhoogt de veiligheid, verbetert de efficiëntie en verlaagt de kosten. Gebruik Esri Location Technology. See What Others Can’t op esri.com/see

ontwerpen en realiseren wij uw proces controle systemen, (DCS) veiligheidssystemen (SIS), E&I, en historians (MES). Process

s en

Process Automation Solutions BV An ATS Company Nikkelstraat 2, 4823AB BREDA 076 – 65876738 Email: Info.nl@pa-ats.com

PET Advertenties.indd 20

Industrial Automation Partners BV A part of PA Solutions Zekeringstraat 17B, 1014BM AMSTERDAM 020 – 4472727 Email: Info@iapbv.nl

05-02-20 15:49


den Celsius zonder dat er zuurstof bij kan komen. Die ‘pyrolyse-olie’ is veel gemakkelijker te vervoeren dan een bos boomtakken. BTG werkt er al sinds de jaren tachtig aan, wat in 2015 resulteerde in de ‘Empyro’-demonstratiefabriek bij Hengelo. Katalyse speelt geen rol bij de pyrolyse, maar mogelijk wel bij het vervolg daarop. De olie verstoken in een stoomketel, zoals nu nog gebeurt, vindt Venderbosch eigenlijk zonde. Zijn droom is er een deel van de aardolie mee te vervangen, die in de FCC-krakers van olieraffinaderijen wordt omgezet in benzine. Hij vertelt dat hij dat idee al in 1998 voorlegde aan iemand van Shell Pernis, die meteen uitlegde dat het niet kan. Chemisch gezien is pyrolyse-olie geen olie maar een soort emulsie van suikers in water. Meng één procent door je aardolie en de FCC merkt het niet, maar bij een paar procent meer kun je moeilijkheden verwachten. Vaak wordt dat geweten aan de overmaat zuurstofatomen in suikermoleculen. Maar Venderbosch noemt dat wat kort door de bocht: ‘Methanol bestaat tenslotte ook voor de helft uit zuurstof.’ Het probleem schuilt in de manier waarop de zuurstof zit ingebouwd. Van de zes O’s in een glucosemolecuul is er één te reactief. Hydrogeneer je die met waterstof, waardoor de glucose formeel verandert in sorbitol, dan krijg je ‘gestabiliseerde’ pyrolyse-olie waarvan de FCC veel hogere percentages verdraagt. De zuurstof er helemaal uit halen, kost veel meer moeite, en lijkt pas zinvol als je pure biobrandstof wilt maken zonder aardolie. Op kleine schaal wordt deze hydrogenering al langer toegepast om te voldoen aan de vraag naar sorbitol. Ze werkt katalytisch, en bij voorkeur bij tweehonderd bar omdat waterstof in pyrolyse-olie nogal moeizaam oplost. Er zijn speciale katalysatoren voor ontwikkeld, merknaam Picula, gebaseerd op nikkel met een beetje palladium. Butanol Voor een nog originelere invalshoek zorgt Guenter Schmid. Voor de gelegenheid omschrijft hij zijn werkgever Siemens als een elektronenmanagementbedrijf dat chemische reacties beschouwt als energieopslag. Samen met Evonik, wél een erkend chemieconcern, werkt hij aan een proces dat met duurzame

elektriciteit en een katalysator CO2 elektrochemisch omzet in CO. Dat voer je aan twee soorten Clostridium-bacteriën: de een maakt er azijnzuur van, dat door de ander verder wordt omgezet in butanol. Van die laatste alcohol is al langer bekend dat ze qua fysisch/chemische eigenschappen veel dichter bij benzine zit dan de bio-ethanol die men er nu doorheen mengt. Kun je biobutanol eenmaal in grote hoeveelheden produceren, dan wordt een deel van die ethanol vanzelf uit de markt gedrukt. In de aanloopperiode, stelt Schmid, kun je je butanol verkopen als oplosmiddel. Hoge druk komt er niet eens aan te pas. En voor elektrochemische processen gelden andere economische regels dan voor de petrochemie waar groter altijd beter is. Elektrodes en membranen kun je niet oneindig uitvergroten, opschalen komt snel neer op het naast elkaar zetten van meerdere kleine reactoren, en dan kun je besparen op de logistiek door ze te verspreiden over verschillende locaties waar

CO2 beschikbaar en butanol nodig is. In stilte sleutelen Siemens en Evonik al langer aan dit ‘Rheticus’-project. In oktober maakten ze bekend dat zowel de elektrochemie als de fermentatie nu functioneren in hun respectievelijke labs. Dit voorjaar willen ze in het Duitse Marl de eerste proeffabriek opstarten. Businesscase Het kan dus inderdaad in minder dan dertig jaar. Maar dat ligt slechts gedeeltelijk aan wetenschappelijke vooruitgang. Urakawa’s voorganger Freek Kapteijn wijst erop dat het over heel andere reacties gaat dan in het verleden, en dat de urgentie nu gewoon veel hoger is. Dat laatste wordt bevestigd door Kapteijns voorganger Jacob Moulijn: er bestonden al ‘duurzame’ katalytische processen toen hij zelf met emeritaat ging, in 2007. ‘En je kunt veel katalytische technieken uit de petrochemie hergebruiken. Maar er was nooit een businesscase voor.’ Wat meer druk kan dus inderdaad geen kwaad. ■ PETROCHEM 1 - 2020 21

PET Q Intreerede.indd 21

05-02-20 15:58


PROJECT

Stikstofuitbreiding in een snelkookpan De beslissing van minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat om de gaswinning in het Groningenveld drastisch terug te dringen kon op veel steun rekenen. Met een toenemend aantal aardbevingen in de regio Groningen was de maat vol en besloot de minister in te grijpen. Wiebes beloofde de productie komend gasjaar terug te brengen naar volumes van onder de twaalf miljard kubieke meter per jaar. Tegelijkertijd vroeg de minister TSO Gasunie Transport Services (GTS) te onderzoeken hoe ze zo’n productieverlaging zo pijnloos mogelijk kon laten verlopen.

David van Baarle

GTS kwam met goed nieuws, maar zette zichzelf wel voor een behoorlijke uitdaging. Uitbreiding in de stikstofproductie voor de productie van pseudo G-gas was de oplossing, maar dan moest men ook snel schakelen. Het finaal advies van GTS zal Wiebes goed zijn bevallen, vooral omdat zelfs de negen grootste industriële G-gas gebruikers niet hoefden over te stappen op H-gas. Zoals wellicht bekend heeft het gas uit het Groningenveld een lagere calorische waarde dan de meeste gasbronnen. Overgaan op gas met een hogere calorische waarde zou dan ook niet onlogisch zijn, ware het niet dat bedrijven een H-gas aansluiting moeten krijgen en hun gasapparatuur moeten aanpassen. Het alternatief dat GTS aanbood, was een enorme uitbreiding van de stikstofcapaciteit. Het bijmengen van stikstof is namelijk niet nieuw voor GTS: in de Wieringermeer mengt men al langer gas uit andere velden – denk aan de Noordzee, Noorwegen en Rusland – met stikstof. Deze installatie heeft echter een capaciteit van 230.000 kuub stikstof per uur. Het voorstel aan de minister was om de bestaande installatie uit te breiden met tachtigduizend kuub per uur. Tegelijkertijd startte men met de bouwplannen voor een geheel nieuwe installatie in Zuidbroek die in 2022 nog eens 180.000 kuub per uur kan produceren. Met de huidige uitbreiding kan Gasunie een extra vijf miljard kuub hoogcalorisch

Joris Bongenaar (Gasunie): ’Hoewel het proces redelijk eenvoudig klinkt, hebben we een bijzonder complexe procesplant neergezet.’

gas omzetten in Groningen-kwaliteit. In 2022 komt daar nog eens zeven miljard kuub bij. Volgens Gasunie kan de productie van het Groningenveld dan terug naar nul. Vergunning ‘Zo’n belofte van een minister stelde ons wel voor uitdagingen, zegt manager installations Noord-Holland Joris Bongenaar van Gasunie. ‘We voeren wel vaker complexe projecten uit, maar de tijdsdruk maakte dit project extra uitdagend. Om de belofte van de minister waar te maken, hadden we ongeveer anderhalf jaar de tijd, inclusief het aanvragen van vergunningen. Dit vroeg dan ook om intensieve samenwerking tussen de leden van het projectteam en soms om creatieve oplossingen.’ Zo kon Gasunie de vergunningprocedure versnellen door het mengstation ondergronds te bouwen. ’Door die keuze konden we een omgevingsneutrale vergunning aanvragen, waar een lichter vergunningstraject aan vast zat. Dat nam niet weg dat we pas in maart de eerste schop in de grond konden zetten. En dat terwijl de deadline op 1 januari 2020 stond.’ Openhartoperatie Wat betreft stikstoflevering was het project misschien nog het meest eenvoudig. Lindegas produceerde het gas al op het terrein van Tata Steel en wilde investeren in een extra compressor. Het mengstation zelf vormde een grotere uitdaging. Bongenaar: ‘We beheren op de locatie Wieringermeer twee mengstations: één om verschillende H-gassen te kunnen mengen en één waar we H-gas met stikstof omzetten in G-gas. Mengstation 1 dateert uit de jaren tachtig terwijl mengstation 2 in de jaren negentig is gebouwd. We besloten een nieuw

PETROCHEM 1 - 2020 22

PET U Gasunie.indd 22

05-02-20 15:59


FOTO: GASUNIE

mengstation 2 te bouwen terwijl het oude mengstation in bedrijf bleef. We konden de capaciteit immers niet missen. Je kunt zo’n project het best vergelijken met een open hart-operatie terwijl de patiënt door jogt. We werkten met zware machines op één meter afstand van de werkende, bestaande installatie, die onder de BRZO-regelgeving valt. Het vergde dan ook heel wat afstemming met de contractors, technici en engineers om de operatie veilig uit te voeren. Maar het is gelukt. Uiteindelijk hoefden we de oude installatie maar twee weken uit productie te halen om het nieuwe mengstation aan te sluiten.’ Commissioning Het mengen van stikstof met aardgas is op het eerste gezicht niet heel ingewikkeld, maar de kwaliteitsbandbreedte van het eindproduct G-gas is redelijk nauw te noemen. ‘Eenvoudig gezegd zetten we twee pijpen tegenover elkaar en mengen

we de gassen in een lus. Dit proces wordt geregeld met kwaliteitsmeters, die precies weten hoeveel stikstof erbij moet. Die meten de kwaliteit van het H-gas, waarna de intelligente systemen de mengverhoudingen berekenen en stikstof doseren. Het eindresultaat moet ook weer worden gemeten waarna het gas wordt aangeboden aan het net. Mocht de kwaliteit ondermaats zijn, dan wordt het gas afgevangen in een off spec-lus, waardoor dit niet in het netwerk terecht komt. Dit gas wordt daarna gemengd met de volgende batches. Overigens koppelden we het nieuwe mengstation ook met het H-gas mengstation via een off spec-lus. Op die manier kunnen we sneller herstellen uit een situatie waarbij off spec-gas ontstaan is en hebben we bovendien meer back-upcapaciteit.’ ‘Hoewel het proces redelijk eenvoudig klinkt, hebben we eerlijk gezegd een bijzonder complexe procesplant neerge-

zet. ’Het feit dat we meer verschillende soorten gasstromen willen converteren, is met name regeltechnisch uitdagend. De laatste stappen in de commissioning-fase hebben dan ook met name te maken met het inregelen van de nieuwe software.’ Multidisciplinair Hoewel de laatste optimalisatieslagen nog worden uitgevoerd, is de extra mengcapaciteit wel al beschikbaar. Bongenaar: ‘We hebben met man en macht gewerkt om de deadline te halen. Veel konden we naar voren halen door slim na te denken met multidisciplinaire teams. We gebruikten lasrobots om zowel de snelheid te vergroten als de kwaliteit te borgen. Maar soms moet je ook gewoon uren maken om bij te blijven in de projectplanning. We kijken terug op een geslaagd project waar de klant niets van heeft gemerkt. En het mooie is: de kennis die we hier hebben opgedaan, kunnen we straks weer toepassen bij het mengstation in Zuidbroek.’ ■ PETROCHEM 1 - 2020 23

PET U Gasunie.indd 23

05-02-20 15:59


MAGAZINE

ONLINE NIEUWS

BEREIK NETWERK EVENEMENTEN KENNIS DELEN BRANDED CONTENT Nr. 5 - 2019

www.petrochem.nl • losse verkoopprijs € 23,-

Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta

‘Oliebedrijven hebben gebrek aan voorstellingsvermogen’ • Finalisten Plant Manager of the Year 2019 bekend • Thema: Engineering & Contracting

Het Petrochem platform is een zelfstandig en onafhankelijk kennisnetwerk, gericht op asset owners en toeleveranciers in de hele keten van olie-, gas- en chemische industrie Het Petrochem platform deelt binnen de industrie kennis via haar netwerk, magazines, websites, events en verkiezingen.

Het Petrochem platform versterkt uw netwerk.

Het Petrochem platform kent experts, leden en partners.

Meer weten: Janet Robben +31(0)20 31 22 085 janet@industrielinqs.nl

Het Petrochem platform biedt partners en leden een optimale mix van zichtbaarheid, bereik, netwerk en kennis.

www.petrochem.nl petrochem platformadv nieuw-1.indd 1 PET Advertenties.indd 24

12-07-19 15:49 10:24 05-02-20


PROJECT

Europese steun voor waterstofproject Delfzijl Een consortium van Nouryon, Gasunie en vier partners ontvangt elf miljoen euro Europese subsidie voor het groene waterstofproject ‘Djewels’. De partners installeren een twintig megawatt elektrolyzer in Delfzijl voor de productie van waterstof als basis voor groen methanol.

David van Baarle

De subsidie komt van de Fuel Cells and Hydrogen Joint Undertaking (FCHJU). Dit is een samenwerking tussen de Europese Commissie en de industrie dat de ontwikkeling van nieuwe waterstoftechnologie stimuleert. Het project krijgt ook vijf miljoen euro subsidie van het Waddenfonds. De twintig megawatt elektrolyzer van Nouryon en Gasunie zou de eerste in haar soort zijn die op deze schaal in Europa wordt geïmplementeerd. Bij het Djewels-project zijn nog vier andere partners betrokken. McPhy levert innovatieve alkaline-elektrolyzers om hernieuwbare elektriciteit om te zetten in drieduizend ton groene waterstof per jaar. BioMCN combineert deze waterstof met CO2 uit andere processen om hernieuwbare methanol te produceren. Dit levert een CO2-reductie op van 27.000 ton per jaar. DeNora levert daarnaast elektroden en Hinicio is betrokken als consultant met een specialiteit in waterstof. Alkaline Er zijn twee waterelektrolyse-technologieën die commercieel verkrijgbaar zijn op megawatt-schaal: alkaline-technologie en PEM (proton exchange membrane)technologie. Over het algemeen geldt dat alkaline-elektrolyzers relatief groot en inflexibel zijn, terwijl PEM-elektrolyzers klein, compact en flexibel zijn. Daar staat echter tegenover dat PEM-elektrolyzers relatief veel dure en zeldzame materialen bevatten, terwijl dit bij alkaline-elektrolyzers veel minder het geval is. Het consortium koos voor alkaline-technologie vanwege de lagere investeringskosten en het lagere energieverbruik. De hogere flexibiliteit en het lagere gewicht van de PEM-technologie zijn momenteel niet voldoende om dit kostentechnisch te compenseren.

Opschalen Alhoewel 3,5 kiloton een significante hoeveelheid waterstof is, is het nog steeds slechts een klein gedeelte van de totale waterstofvraag in Nederland (110 pètajoule, wat correspondeert met 775 kiloton). Bovendien wordt verwacht dat deze vraag richting 2050 flink zal toenemen. Op termijn zullen dan ook veel grotere waterelektrolysefabrieken nodig zijn met vermogens van meer dan één gigawatt. De eerste fabriek kan gezien worden als een kleine, maar belangrijk opstap naar deze grotere fabrieken. Nouryon en Gasunie nemen in 2020 een definitief investeringsbesluit voor de fabriek. Tegelijkertijd onderzoeken beide bedrijven mogelijkheden om de capaciteit van de installatie te verhogen van twintig megawatt tot zestig megawatt om te kunnen voldoen aan de vraag naar groene waterstof voor de productie van duurzame vliegtuigbrandstof. SkyNRG, KLM, SHV en Schiphol hebben namelijk plannen voor een fabriek in Delfzijl. Flexibiliteit Doel van het waterstofproject is om de vragen te beantwoorden die gepaard gaan met een dergelijke opschaling van elektrolysetechnieken. Behalve de keuze voor de juist elektrolysetechniek, is de inpassing van een dergelijk grote elektrolyzer in een industriële omgeving ook een uitdaging. Zo moet er voldoende capaciteit zijn op het elektriciteitsnet en moet er voldoende demiwater aanwezig zijn om te kunnen splitsen. Daarnaast willen de Djewels-partners weten hoe flexibel ze het systeem kunnen inzetten. Alkaline-elektrolyzers staan namelijk niet zo bekend om hun flexibiliteit. De toegepaste elektrolyzers van het Franse McPhy lijken beter te kunnen omgaan met verschillende deellasten. ■ PETROCHEM 1 - 2020 25

PET R Waterstof.indd 25

05-02-20 16:00


PLANTMANAGER

‘Ruimte maken voor flexibiliteit’ De loopbaan van Katerina Kempinga is allesbehalve doorsnee. Hoewel haar aangenomen achternaam anders doet vermoeden, groeide de sitemanager van Aviko op in Tsjechoslowakije. Na haar studie kwam ze in Nederland met een titel chemisch technoloog op zak en kon ze na de inburgeringscursus onderaan beginnen. De gedreven sitemanager kwam via haar vorige werkgever toevallig op de website van Aviko in Steenderen terecht. Daar zag ze een vacature die ze niet kon laten schieten.

David van Baarle

‘De vacature voor productieleider specialiteiten leek op mijn profiel geschreven’, zegt Kempinga. ‘Enige uitdaging was dat ik totaal geen werkervaring had in de voedingsmiddelenindustrie. Toch bleek er tijdens het sollicitatiegesprek direct een klik te zijn tussen mij en het management en gaven ze me een kans.’ Die klik bleek terecht. Van productieleider groeide Kempinga anderhalf jaar geleden door naar sitemanager. Nu barst de site bijna uit zijn voegen van bouwactiviteit. Kempinga: ‘We verlengen de aardappelketen hier in Steenderen met de bouw van een nieuw vrieshuis. Straks staat er een gebouw met ruimte voor 40.700 pallets. Door het nieuwe vrieshuis kunnen we de opslag centraliseren en buffers opbouwen, zodat we sneller kunnen inspelen op de vraag uit de markt. Maar het betekent ook dat we ons naast operations moeten bezighouden met logistiek. En dat zijn echt andere werelden.’ Die andere werelden heersen ook binnen de fabriek. ‘Eigenlijk hebben we drie fabrieken op één site, met ieder hun eigen dynamiek’, zegt Kempinga. ‘Steenderen 1 is groot geworden door de productie van verse frites waarin we Europees marktleider zijn, terwijl Steenderen 4 diepvriesproducten maakt die de hele wereld over gaan. Dan blijft Steenderen 5 over, waar we specialiteiten maken zoals hashbrowns, ook wel bekend als rösti en gevormde pureeproducten. Bij de productie van frites en met name

DE PLANTMANAGER In deze rubriek laten wij elke keer een andere plantmanager aan het woord over het werk, visie en bedrijf. Hoe lukt het plantmanagers om succesvol te zijn en kunnen ze anderen daarin inspireren? Kent u interessante plantmanagers die thuishoren in deze rubriek? Wij ontvangen uw suggesties graag op redactie@industrielinqs.nl

verse frites ben je zeer afhankelijk van de kwaliteit van de grondstof, terwijl de productie van puree wat meer vergevingsgezind is.’ De site in Steenderen is met haar output de grootste productielocatie van Aviko en is met haar grootte van tien hectare indrukwekkend. Kwaliteit Ondanks de verschillen tussen de fabrieken, voelen de teams zich wel onderdeel van één geheel. ‘Dat is ook belangrijk, want we zijn allemaal afhankelijk van dezelfde grondstoffen en utilities.’ Hoe divers de fabrieken ook zijn: de basisgrondstof is de Nederlandse, Belgische of Duitse aardappel. Kempinga: ‘We verwerken jaarlijks zeshonderdduizend ton aardappels in onze fabrieken die 24 uur per dag zeven dagen per week doordraaien. Het werken met een natuurproduct stelt bijzondere eisen aan de productiesites. Waar je in de chemie doorgaans met homogene producten werkt, is de variatie bij ons heel groot. We hebben te maken met nieuwe oogsten, oude oogsten en soms ook misoogsten. We zijn een coöperatie en werken heel nauw samen met de aardappelboeren. Op die manier kunnen we goed voorspellen wat er op ons af komt, zoals bijvoorbeeld grofheid en onderwatergewicht. In 2018 wisten we zo al dat we een misoogst konden verwachten. Dan is het snel schakelen met onze boeren om samen de schade te beperken, maar ook met onze afnemers om de verwachtingen te temperen. Dat betekent overigens niet dat we geen aardappels kunnen afkeuren. Maar het is vooral de kunst om ook van een zesje een tien te maken.’ De aardappelboeren krijgen de komende jaren steeds meer uitdagingen. Ze krijgen te maken met uitputting van de grond, verdroging of verzilting en worden ook

PETROCHEM 1 - 2020 26

PET P Plantmanager.indd 26

05-02-20 16:02


FOTO’S: DAVID VAN BAARLE

geacht steeds minder beschermingsmiddelen in te zetten. Dat zou zijn weerslag kunnen hebben op de kwaliteit of kwantiteit van de aardappels. ‘Onze taak blijft om ervoor te zorgen dat de klant daar niets van merkt. Toen in 2018 de oogst mislukte, moesten we de klanten wel waarschuwen dat de frites korter werden. De kwaliteit van de aardappel moet echter nooit een excuus zijn om een lagere kwaliteit eindproduct te leveren. We zijn met zijn allen verantwoordelijk voor de hele keten. Als de signalen er zijn voor een slechte oogst, moet de eerste reactie zijn: Hoe kan ik mij zo organiseren om het beste er uit te halen?’ Alert zijn De manier waarop Kempinga de fabrieken aanstuurt heeft dan ook vooral te maken met het ruimte maken voor flexibiliteit. ‘Als je weet dat er een grote variëteit in je producten zit die buiten je controlegebied vallen, kan je de processen die je wél beheerst beter zo goed mogelijk inrichten. Door standaarden, vaste procedures en verbetercirkels vast te leggen, maak je ruimte voor continue

Katerina Kempinga (Aviko): ‘De afgelopen jaren werkten we hard aan het creëren van eigenaarschap en de ontwikkeling van onze medewerkers.’ verbeteringen. Als de basis goed is, hoeft een operator alleen maar na te denken over het bijsturen van de variaties. In het proces zijn voldoende stappen aanwezig om de klant een continue kwaliteit te leveren. Maar dan moet je wel heel goed weten wat je doet. Door met blancheeren voorbakcondities te variëren, kunnen bijvoorbeeld afbakkleur, textuur, krokantheid en zelfs smaak worden beïnvloed. En zo zijn er veel meer variabelen in het proces die de kwaliteit bepalen. Maar je moet voortdurend alert zijn op afwijkingen en die er uit halen.’ Die procesbeheersing zit met name geborgd in de Japanse TPM-filosofie, waar een TPM Excellence certificaat van het Japan Institute of Plant Maintenance (JIPM) het bewijs van is. ‘We volgen strikt de acht zuilen van TPM op, stellen key management indicatoren op en vertalen die naar key performance indi-

catoren. Daarbij is veiligheid onze eerste prioriteit, snel gevolgd door kwaliteit, kosten en groei.’ TPM Aviko startte in 2008 met het invoeren van TPM volgens de richtlijnen van JIPM. Kempinga: ‘Wanneer ik terugkijk naar de afgelopen elf jaar hebben we grote resultaten geboekt. Dit kan ik in cijfers uitdrukken, maar het meest belangrijke is het ontstaan van een cultuur van continu verbeteren. De afgelopen jaren werkten we hard aan het creëren van eigenaarschap en aan de ontwikkeling van onze medewerkers. TPM is een onderdeel geworden van ons dagelijkse werk. We zijn altijd op zoek naar mogelijke verbeteringen. En mocht er plots een probleem zijn, dan kunnen we snel een verbeterteam starten om de problemen op gestructureerde wijze te PETROCHEM 1 - 2020 27

PET P Plantmanager.indd 27

05-02-20 16:02


3P Quality Services zoekt: 3P Quality Services B.V. is een onafhankelijk technisch inspectiebureau binnen de petrochemische industrie, process industrie, offshore en energiesector. Wij bieden een breed scala aan support services, Onze sleutelwoorden zijn: Inspectie, Maintenance en Vendor inspectie activiteiten. 3P Quality Services B.V. bemiddelt vanuit een projectmatige aanpak en/of vanuit een vaste bemiddeling binnen de vakgebieden Engineering, Construction management, Shutdown management en Project management. Voor diverse nationale en internationale functies op het gebied van inspectie en aanverwante diensten, zijn wij doorlopend op zoek naar:

QUALITY SERVICES

Werktuigbouwkundigen MBO/HBO niveau De ideale kandidaten beschikken minimaal over: • MBO/HBO werktuigbouwkunde • Opleiding IKT/SKK (II/III) – en/of MLT/EWT/IWT • Beheersing van Microsoft Office • Goede contactuele eigenschappen • Grote mate van zelfstandigheid 3P Quality Services biedt kansen en mogelijkheden ook voor 50 plussers en starters op de arbeidsmarkt. 3P Quality Services is gecertificeerd volgens ISO 9001/VCA. Een kwaliteitsgarantie gaat echter niet alleen om systemen en standaarden, maar vooral om mensen. Daarom investeren wij voortdurend in onze professionals door middel van opleidingen en coaching. Voor meer informatie en vragen kunt u contact opnemen met Dhr. C.J. de Graaf of Dhr. K. van Oevelen T +31(0)161 438 500. Bent u onze juiste kandidaat? Mail dan uw sollicitatie met CV naar 3pqs@3pgroup.com onder vermelding van 3P zoekt werktuigbouwkundigen en jong talent.

PET Advertenties.indd 28

3P zoekt ook jong talent 3P heeft in samenwerking met diverse klanten een overeenkomst om jonge talenten een kans te geven. 3P en onze klanten willen graag investeren voor nu en in de toekomst en 3P verzoekt kandidaten die als lasser of NDO-er reeds 5 jaar ervaring hebben en een MTS diploma hebben en/of dit willen behalen te solliciteren. In overleg en in samenwerking met onze klanten zoekt 3P een geschikte werklocatie om op termijn door te groeien naar een volwaardige QC-er en/of inspecteur. Voor een volledig overzicht van de vacatures bekijk het aanbod op: www.3pgroup.com

Continuïteit door deskundigheid.

05-02-20 15:49


analyseren en maatregelen te nemen.’ Een belangrijke graadmeter voor het TPM-programma is de Overall Equipment Effectiveness . ‘Sinds 2008 haalden we een relatieve toename van dertig procent. Dankzij de Kaizen Single-Minute Exchange of Die-teams (een snelle en efficiënte manier voor het omstellen van een productieproces, red.) konden we de beschikbaarheid significant verhogen.’ Een ander goed voorbeeld is de optimalisatie van het gepland onderhoud. ‘Met een gerichte aanpak reduceerden we het aantal geplande stops met 75 procent. Door efficiënter te werken tijdens de onderhoudsstop, daalden bovendien de onderhoudskosten. Wanneer er toch een storing optreedt, gebruiken we Zero Breakdown Kaizen om te voorkomen dat een gelijkwaardige storing nogmaals optreedt. Door het gestructureerd analyseren en inzetten van tegenmaatregelen is de technische beschikbaarheid van onze productielijnen nu van hoog niveau. Ook het aantal klachten per duizend ton is een belangrijke graadmeter. Door het gericht inzetten van kwaliteit Kaizen of figure-of-8 teams hebben we de klachten per duizend ton eindproduct al met de helft weten te reduceren.’ Zo kan Kempinga nog meer voorbeelden noemen, maar uiteindelijk gaat het om de continue alertheid op het proces en afwijkingen en tijdig bijbehorende TPM-tools inzetten om bij te sturen en te verbeteren. Plezier Overkoepelend over al die redelijk voor de hand liggende bedrijfsdoelen staat de mens centraal. ‘Onze mensen leveren iedere dag een topprestatie en ik voel me de coach die ervoor moet zorgen dat ze kunnen excelleren. We kunnen als bedrijf niet groeien als mensen zich niet prettig voelen, of misschien nog wel belangrijker: plezier in hun werk hebben. Natuurlijk vragen we een bepaalde professionele houding en gedrag dat in lijn staat met onze kernwaarden. Maar als de bedrijfscultuur goed is, hoef je hier niet actief op te sturen. Dan gaat dat vanzelf.’ Sturen is misschien een groot woord, maar Kempinga doet wel zeker moeite om het werkplezier te vergroten. ‘Ik vind dat het management voor een groot deel de cultuur bepaalt. Wij moeten uitstralen dat we onze medewerkers vertrouwen en waarderen. En dus organiseren

‘ Ik wil weten waarom een fabriek de ene dag beter presteert dan de andere.’ we vier keer per jaar opkomstdagen waar het management op een podium staat en vertelt wat ons drijft en wat we belangrijk vinden. Maar we geven ook voldoende ruimte aan de medewerkers om hun kant van het verhaal te vertellen. We willen in alle openheid samen groeien. Uiteraard zijn vier dagen in het jaar daarvoor niet genoeg. Mijn motto is: Be good, be there and show it. Ik ben een echt ochtendmens en ga elke maandag, woensdag en vrijdag een ronde lopen door de fabrieken of een kop koffie drinken bij de ploegleider. Je moet weten wat er op de vloer speelt en dat kan alleen maar door vaak op de werkvloer te zijn. Hoe ziet het product eruit? Hoe draait de fabriek? Natuurlijk zie ik de cijfers langskomen in de rapportages en ochtendoverleggen, maar die zeggen niet veel over de achterliggende oorzaken. Ik wil weten waarom een fabriek de ene dag beter presteert dan de andere.’ Opleiding Die continue zoektocht naar verbetermogelijkheden leidt steeds weer terug naar de medewerkers. ‘We investeren behoorlijk in onze fabrieken, willen ver-

ticaal gaan opstarten en we verwachten van onze medewerkers dat ze meegroeien. Dat laatste gaat echter niet vanzelf. We stelden dan ook dat we niet gingen investeren vóórdat de medewerkers in topconditie waren. Aviko was al bezig met kennisoverdracht, maar we konden dat nog beter organiseren.’ Ook hier moet je ervoor zorgen dat je de kennis op de vloer benut in plaats van alles in een kantoor te verzinnen. Kempinga: ‘Als ik een operator vertel hoe hij moet werken, komt dat niet aan. Onze medewerkers zijn echte doeners. Die moeten eerst zelf ondervinden dat een nieuwe werkwijze in hun voordeel werkt. We besloten dan ook de medewerkers te betrekken bij de werkplekopleiding. We startten een pilot met drie ervaren mensen, zochten samen naar best practices en maakten gezamenlijk instructiefilms over bijvoorbeeld eerstelijns onderhoud, oftewel schoonmaken, inspectie en smeren. Het leidde tot het ontstaan van het Aviko-opleidingscentrum, waar we een volledige operator-opleiding aanbieden. We bieden nu digitale trainingen en leiden werkplekbegeleiders op. Uiteindelijk is deze aanpak Aviko-breed uitgerold.’ ■ PETROCHEM 1 - 2020 29

PET P Plantmanager.indd 29

05-02-20 16:02


AGENDA Maart 10 – 12 maart 2020 Rotterdam Ahoy www.stocexpo.com

StocExpo 2020 StocExpo is een internationaal event voor de tankterminal-industrie. In het conferentieprogramma is onder andere een verkenning opgenomen van de toekomstige vraag naar waterstof en de impact daarvan op de opslagindustrie. Verder krijgt u inzicht in de groei van LNG en de toekomstige rol ervan in de energiemix en kunt u het potentieel van zonne-energieopwekking op de terminal verkennen.

31 maart 2020 Mercatorhalle, Duisburg events.nieuwsbladtransport.nl

German Dutch Logistics Conference De top van de Nederlandse en Duitse logistiek komt bij elkaar om verschillende dilemma’s te bespreken: LNG, waterstof of toch diesel. Welke brandstof is geschikt voor uw transport? De nieuwe zwavelgrenswaarden gaan de vervoerskosten van zeescheepvaart beïnvloeden. Wie betaalt de rekening? Hinterland transport: Hoe gaan we om met de groeiende problemen als laag water en capaciteitstekort bij veel railterminals?

April

19 maart 2020 Atlas Theater, Emmen mailchi.mp/thewatgroup/congresgevaarlijkestoffen

2 april 2020 STC, Rotterdam www.nen.nl/automationforum

Congres Gevaarlijke Stoffen

Automation Forum

The WAT Group, Safety Analyse, het Nederlands Focal Point (TNO), de Gemeente Emmen en de Salvetti Foundation organiseren het congres Gevaarlijke Stoffen. De doelstelling is om vanuit de industrie te werken aan oplossingen voor de problemen en ongevallen die ontstaan door het werken met gevaarlijke stoffen. Het congres sluit aan bij de campagne van het Ministerie SZW ‘Veilig werken met (gevaarlijke) stoffen’.

Automatisering in de industriële omgeving is een proces dat doorlopend aan verandering onderhevig is. Sterker nog: de afgelopen jaren zijn de ontwikkelingen harder gegaan dan ooit tevoren. Waar lopen we tegenaan en wat kan er beter of moet er anders? Dat zijn de belangrijkste vragen die er deze dag gesteld worden. Thema’s als IoT, cyber security, functional safety en smart manufacturing komen aan de orde.

24 maart 2020 Fieldlab Campione, Gilze-Rijen www.worldclassmaintenance.com

7 en 8 april 2020 Raadhuisplein, Emmen chemportexpo.eu

Eindevent Corrosie onder Isolatie

Sustainable Plastics & Materials Expo 2020

Corrosie onder isolatie is een wijdverbreid probleem in de proces- en (petro)chemische industrie. Een dertigtal partners uit de chemische industrie heeft samen met Veiligheid Voorop en World Class Maintenance een set van praktische tools ontwikkeld om corrosie onder isolatie beter te kunnen managen en deelt deze in dit event.

This first edition will take place in Emmen which is specialized in all sorts of polymers and is number one in Europe when it comes to specialised fibre chemistry. The Expo focuses on the wide variety of bio-based and circular solutions. In particular on plastics and materials, ranging from biomass & raw materials, monomers & polymers and intermediate chemicals to chain integration, recycling & upcycling and bio-renewable.

25 en 26 maart 2020 Antwerp Expo, Antwerpen www.maintenance-expo.be & www.pumps-valves.be

Maintenance en Pumps & Valves Belgium Geen productieproces dat ontsnapt aan de trends naar digitalisering. Maar kunt u alles nog volgen? De combinatie van Maintenance en Pumps & Valves biedt een volledig overzicht van alle nieuwe ontwikkelingen in onderhoud, shutdown-technologie, productiebetrouwbaarheid, procesapparatuur, kleppen en pompen. Meer dan driehonderd exposanten bieden samen een unieke combinatie voor industrieprofessionals. Aparte zones bundelen oplossingen voor het onderhoud en voor de vloeistof- en gastechnologie van de toekomst. En in de masterclasses en krijgt u tips, tricks en trends rond onderhoudsstrategieën, productiebetrouwbaarheid, Industrie en Maintenance 4.0, en veiligheid. De beursorganisatie verwacht meer dan vijfduizend bezoekers die komen netwerken, zakendoen, kennis bijschaven en inspiratie opsnuiven.

21 - 23 april 2020 Evenementenhal Gorinchem www.maintenancegorinchem.nl & www.worksafe.nl

Maintenance & Worksafe Gorinchem Assets owners en gebruikers hebben te maken met grote uitdagingen. Assets moeten steeds slimmer en efficiënter worden ingericht, ook als deze “verouderd” zijn. Daarnaast moeten installaties minder CO2 uitstoten en moet het aantal ongevallen door menselijke fouten naar nul. Veiligheid wordt steeds belangrijker binnen de industrie en daarom vindt dit jaar Worksafe voor het eerst plaats in Nederland. Samen bieden de beurzen u een totaal aanbod voor veilig onderhoud. De drie pijlers Assets, Veiligheid & Human Factor vormen de basis voor het vrij toegankelijke kennisprogramma tijdens de beurs. In samenwerking met de NVDO is nagedacht over een onafhankelijke invulling van het programma.

PETROCHEM 1 - 2020 30

PET H Agenda.indd 30

05-02-20 16:03


PLANT MANAGER OF THE YEAR 2020

Wie wordt het nieuwe boegbeeld voor de industrie? ‘Actions speak louder than words’. Deze slogan stond centraal bij de verkiezing van Marinus Tabak (RWE) als Plant Manager of the Year 2019. Hij vindt dat de industrie zich veel meer moet laten zien. Maar aan wie kan hij in juni het stokje met een gerust hart overdragen? Dus wie wordt het nieuwe boegbeeld voor de Nederlandse procesindustrie? Kent u een voortreffelijke plant- of sitemanager? Meld hem of haar dan voor 15 maart 2020 aan.

DE WINNAARS TOT NU TOE: 2008 Robin Mooldijk (Shell) 2009 Eward Hofstede (DSM) 2010 Dik Schipper (Dow) 2011 Edith Romp (Teijin Aramid) 2012 Michel Meertens (DSM) 2013 Cas König (ESD-SIC) 2014 Frans Scheeren (OCI Nitrogen) 2015 Ronald Hoenen (DSM) 2016 Jeroen van Woerden (Kemira) 2017 Emre Kaya (Organik Kimya) 2018 Niels Smits (Dow) 2019 Marinus Tabak (RWE) 2020 ?

De verkiezing van de Plant Manager of the Year wordt jaarlijks georganiseerd en is een initiatief van Industrielinqs in samenwerking met de VNCI, Votob, Deltalinqs, Nogepa en het Havenbedrijf Rotterdam. U kunt kandidaten uit de chemie, raffinage, de olie- en gassector, maar ook andere procesindustrieën, zoals papier en voedingsmiddelen, aanmelden. De verkiezing draagt bij aan een positief imago van de Nederlandse procesindustrie door de inspanning en prestaties van fabrieksmanagers te benoemen en te waarderen. De focus ligt hierbij op veiligheid, gezondheid, milieu, productiviteit en duurzaamheid. Om dit voor het voetlicht te brengen, verschijnen er interviews met de genomineerden en de winnaar in de magazines Petrochem en Chemie Magazine. Ook wordt van de finalisten een videoreportage gemaakt. Aanmelden Een vakkundige jury beoordeelt de kandidaten onder andere op maatschappelijke betrokkenheid, leiderschap en communicatieve vaardigheden. Tijdens het congres Deltavisie 2020 op 11 juni in Spijkenisse presenteren de finalisten zich aan het publiek. In de avond wordt de winnaar bekend gemaakt. De meeste finalisten en winnaars zien de nominatie en uitverkiezing als een teamprestatie. Daarom zal er tijdens de verkiezing ook veel aandacht zijn voor de medewerkers van de kandidaat. U kunt uw kandidaten tot 15 maart aanmelden bij Wim Raaijen, directeur van Industrielinqs (020 3122 081 of wim@industrielinqs.nl). Vermeld hierbij naam, contactgegevens en de redenen waarom u vindt dat deze plantmanager in aanmerking komt voor de prijs. Uiteraard kunt u ook de voorwaarden voor de verkiezing opvragen. ■

MARINUS TABAK (2019) De huidige Plant Manager of the Year, Marinus Tabak van RWE is een natuurtalent. Dat bleek ook wel tijdens de verschillende presentaties die hij het afgelopen jaar gaf. Inspirerend, scherp en vol overgave. Niet anders dan in de dagelijkse praktijk. Hij kan volgens verschillende mensen in zijn directe omgeving met een glimlach de meest serieuze en doordachte uitspraken doen. Om zodoende ook mensen mee te krijgen in complexe veranderingsprocessen. Die kwaliteit kan hij momenteel goed gebruiken. De kolencentrale in de Eemshaven, waarover hij de scepter zwaait, staat voor een ombouw naar biomassa als brandstof. Maar ook weer geen doel op zich. Tabak houdt niet halsstarrig vast aan eerdere keuzes, maar heeft een soepele blik op de toekomst en sluit niets bij voorbaat uit. Daarbij wordt hij natuurlijk gesteund door de inmiddels getoonde flexibiliteit bij RWE. Over enkele jaren is volgens hem het terrein van de kolencentrale omgebouwd tot een geïntegreerde, multi-inzetbare energie- en chemie-site.

PETROCHEM 1 - 2020 31

PET01 W Aanjager.indd 31

05-02-20 16:04


INNOVATIE

Data Under Insulation

ndustrie

DEZE RUBRIEK WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR

PLASTIC MINIROBOTJE LOOPT OP LICHT Onderzoekers van de TU Eindhoven hebben een plastic minirobotje ontwikkeld dat onder invloed van blauw licht kan ‘lopen’ en pakketjes ophalen en afleveren. Het robotje is nu twee centimeter groot, maar de onderzoekers willen hem nog verder verkleinen tot minder dan een millimeter. Er zijn geen batterijen, computerchips of bekabeling nodig. De plastic minirobot beweegt zijn ‘armen’ en ‘benen’ door aansturing van licht. Met de armen draagt hij kleine pakketjes op zijn rug. De robot pikt pakketjes die aan een plafond hangen op, en bezorgt ze vervolgens netjes op de juiste plaats. De robot bestaat uit lichtgevoelige polymeren. De faculteit Scheikundige Technologie heeft dit bijzondere plastic in 2017 ontwikkeld. Toen kon het nog alleen recht vooruit kronkelen. Promovenda Marina Pilz da Cunha en masterstudent Bas Ambergen hebben het materiaal nu doorontwikkeld. Het plastic dankt zijn beweeglijkheid aan het feit dat, onder invloed van licht, de ene kant ervan krimpt en de andere kant uitzet. Pilz da Cunha: ‘De benen van de robot strekken als er licht op schijnt, en buigen juist als het licht uit gaat. Zo zet het stappen.’ Afhankelijk van de richting waaruit het licht schijnt, bepalen de onderzoekers de looprichting van de minirobot. ‘Zo laten we hem bochten maken’, aldus Pilz da Cunha. Bovendien kunnen de armen en benen onafhankelijk van elkaar worden aangestuurd, omdat ze verschillend van kleur zijn. Hierdoor reageren ze op verschillende golflengtes van het licht. Hoewel de weg van lab naar praktijk nog lang is, zien de onderzoekers veel potentie voor de minirobot. Den Toonder: ‘Denk bijvoorbeeld aan chipmachines, waar dit robotje doorheen kan manoeuvreren om reparaties uit te voeren.’ De onderzoekers willen de robot daarom nog kleiner maken, tot minder dan een millimeter groot. Verder gaan ze de aansturing perfectioneren. ‘Wellicht kunnen we met warmte werken’, oppert Pilz da Cunha. MEER CORROSIE IN ONDERGRONDSE DIESELOPSLAGTANKS De afgelopen jaren zien tankinspecteurs een toename van corrosiegevallen in ondergrondse dieselopslagtanks. Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer is daarom een grondig onderzoek gestart. Microbial Analyses onderzoekt in dat kader of er mogelijk een microbiologische oorzaak is voor het versneld ontstaan van corrosie in de opslagtanks. Bekend is dat bepaalde micro-organismen in staat zijn om een soort filmlaag te vormen op een metalen tankwand. Je zou het kunnen vergelijken met het ontstaan van tandplak op onze tanden. Net als de bacteriën die ons gebit aantasten, kunnen micro-organismen een zuuraanval veroorzaken op het tankoppervlak. Er ontstaan dan hier en daar deukjes, de zogenoemde putcorrosie. Daardoor wordt de normale levensduur van een tank plotseling een stuk korter en er kan lekkage optreden binnen de keuringstermijn van vijftien jaar. Als vermoedelijke veroorzaker van de stijging van het aantal corrosiegevallen wordt gewezen naar het bijmengen van biobrandstof. Bovendien is de afgelopen jaren ook het zwavelgehalte in diesel verlaagd. Mogelijk speelt dit eveneens een rol bij het ontstaan van de corrosieproblemen, want zwavel heeft een bacterieremmend effect. Uit het eerste onderzoek komt naar voren dat het zeer waarschijnlijk is dat micro-organismen de oorzaak zijn van de versnelde corrosie in de ongecoate opslagtanks. Er zijn namelijk micro-organismen gevonden waarvan bekend is dat ze corrosie versnellen. Opvallend is bijvoorbeeld de aanwezigheid van een bacterie die azijnzuur produceert. Kortom, het lijkt aannemelijk dat de toename van corrosie toe te schrijven is aan micro-organismen, die beter gedijen in een milieu met biodiesel en laag zwavelgehalte.

FOTO: NEEDPIX

iTANKS-LEDEN Petrochem Platform

PETROCHEM 1 - 2020 32

PET01 G Innovatie.indd 32

05-02-20 16:44


iTANKS-LEDEN Petrochem Platform

FOTO: PIXABAY

TOPGAS HISARNA ALS FEEDSTOCK VOOR CHEMICALIËN Een publiek-privaat consortium gaat werken aan duurzamere staalproductie, door vrijkomend CO2 om te zetten in waardevolle basischemicaliën. Het is de bedoeling om naast nieuwe katalysatoren ook nieuwe thermo- en elektrochemische meetmethoden te ontwikkelen. Deze zijn straks breder toepasbaar in de procestechnologie. Het consortium borduurt voort op het recent ontwikkelde HIsarna-proces van Tata Steel. Daarmee kan de staalindustrie de CO2-uitstoot al reduceren met meer dan vijftig procent ten opzichte van het conventionele hoogovenproces. Het consortium gaat het topgas van dit HIsarna-proces gebruiken. De onderzoekers willen langs thermo- en elektrochemische weg de CO2-rijke uitstoot op hoge temperatuur van het topgas omzetten in waardevolle basischemicaliën. Het consortium staat onder leiding van professor Bert Weckhuysen en Ward van der Stam van de Universiteit Utrecht. Zij werken samen met Tata Steel, Universiteit Leiden en M2i. Het projectbudget van in totaal 2,5 miljoen euro komt voor vijftig procent van NWO en voor vijftig procent van de industriële partners.

0/0/0/100 69/18/2/0 0/0/0/4

RETROFIT INDUSTRIËLE GASKETEL NU NIET RENDABEL De industrie gebruikt voor de warmte of stoomvoorziening voornamelijk gasgestookte boilers of warmtekrachtcentrales die CO2 en NOx uitstoten. Er zijn verschillende manieren om deze warmtevoorziening te elektrificeren en te verduurzamen, waarbij meestal wordt gekeken naar het plaatsen van een elektrische boiler. Een andere optie is het retrofitten van een bestaande gasboiler. Hierbij wordt een elektrisch weerstandselement in het boilervat geplaatst. TNO voerde een studie uit naar de technische en economische haalbaarheid van elektrificatie van een industriële gasboiler door retrofit. Uit het onderzoek, waarin verschillende industriële gasketels zijn onderzocht, blijkt dat alleen gasgestookte vlampijpketels geschikt zijn voor retrofit. Daarnaast heeft een ketel minimaal een thermisch vermogen van vijf megawatt nodig om potentieel geschikt te zijn voor een retrofit. Ketels met een lager thermisch vermogen zijn te klein om een elektrisch element te plaatsen. De investeringskosten voor het retrofitten van een bestaande gasketel zijn vergelijkbaar met de kosten voor het installeren van een één megawatt elektrische weerstandsboiler. De kosten voor de hardware zijn lager bij een retrofit. De ombouw leidt wel tot extra keuringen aan de boiler die tot extra kosten leiden. Daardoor is het alleen gunstig om een retrofit uit te voeren als er onvoldoende ruimte is voor het plaatsen van een elektrische boiler. Uit het onderzoek blijkt dat de businesscase voor het plaatsen van één megawatt elektrificatie, door middel van retrofit, in een proces met een constante warmtevraag niet positief is. Dit komt ten eerste doordat het toegenomen elektriciteitsverbruik leidt tot hogere kosten voor netbeheerder door middel van capaciteitstarieven. Daarnaast is voor warmteproductie in de huidige situatie de gasprijs gunstiger dan de elektriciteitsprijs. Extra inkomsten door middel van flexibiliteitsdiensten leveren onvoldoende op om de investering binnen tien jaar terug te verdienen. Het retrofitten van een industriële gasketel levert op dit moment alleen een positieve businesscase op als er onvoldoende ruimte is om een parallelle elektrische boiler te plaatsen en wel voldoende ruimte is op de elektriciteitsaansluiting. Daarnaast moet het gaan om een ketelvermogen tussen de vijf en twintig megawatt en een hoog aantal draaiuren waarin de elektriciteitskosten lager zijn dan de gaskosten.

DEZE RUBRIEK WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR

PETROCHEM 1 - 2020 33

PET01 G Innovatie.indd 33

05-02-20 16:44


Het Petrochem platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond de olie- en chemische industrie. Het Petrochem platform bereikt zijn doelgroep via het vakblad Petrochem, de website www.petrochem.nl, de nieuwsbrief, rondetafelbijeenkomsten, het jaarcongres Deltavisie en andere events.

PARTNERNIEUWS

PARTNERS VAN HET PETROCHEM PLATFORM

BASF ondertekent Nederlandse Green Deal voor kunststof recycling BASF heeft de Green Deal ‘Betrouwbaar bewijs voor toepassen van kunststof recyclaat’ ondertekend voor chemische recycling. Het bedrijf is een van de initiatiefnemers die zich inzetten om een ‘Chain of Custody’ op te stellen voor gerecyclede plastic in de materiaalcyclus. Het initiatief gebeurt in nauwe samenwerking met de Nederlandse overheid. Via de Green Deal wordt er transparantie over het gerecycled materiaal verkregen en doorgegeven in de hele waardeketen.

Platform Industriële Incidentenbestrijding (PII) operationeel De industriële brandweerkorpsen van VNCI-leden Sitech Geleen op Chemelot, DOW Terneuzen en Shell Moerdijk en de Gezamenlijke Brandweer Rotterdam hebben zich verenigd in het Platform Industriële Incidentenbestrijding (PII) om snel en adequaat op industriële incidenten te kunnen reageren. Het systeem wisselt niet alleen kennis en ervaringen uit, maar de betrokken partijen willen elkaar ook kunnen helpen bij grote of complexe incidenten. Door deze kennisbundeling is het ook mogelijk de publieke brandweer, waar nodig, te ondersteunen. Steven Lak ontvangt Grootanker Tijdens het jaardiner van Deltalinqs heeft vertrekkend voorzitter Steven Lak, als dank voor zijn langjarige inzet voor het havenbedrijfsleven, het Grootanker van de Haven van Rotterdam uitgereikt gekregen. CEO Havenbedrijf Allard Castelein memoreerde in zijn toespraak de vele rollen en functies van Steven Lak als achtereenvolgens ambtenaar, in de sleepwereld, de tankopslag, de droge bulk, bij het Havenbedrijf zelf, in de containeroverslag en de laatste zeven jaar als voorzitter van Deltalinqs. Het Grootanker is de hoogste onderscheiding van de Rotterdamse haven.

Bekijk de partnerfilmpjes op www.petrochem.nl/partners-leden CONTENTPARTNERS

LEDEN VAN HET PETROCHEM PLATFORM

ENGIE logotype_solid_BLUE_RGB 14/04/2015 24, rue Salomon de Rothschild - 92288 Suresnes - FRANCE Tél. : +33 (0)1 57 32 87 00 / Fax : +33 (0)1 57 32 87 87 Web : www.carrenoir.com

RÉFÉRENCES COULEUR

Zone de protection 1 R0 G170 B255

Zone de protection 2 Zone de protection 3

LEADER IN HIGH TEMPERATURE SOLUTIONS

Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het Petrochem platform, kijk dan op www.petrochem.nl of neem contact op met Janet Robben: janet@industrielinqs.nl - 020 312 2085

PET01 L Platform.indd 34

05-02-20 16:06


‘EXPERTQU TES’ De bosbranden hebben in korte tijd ongeveer even veel CO2 geproduceerd als wat Australië in een heel jaar uitstoot. Die branden zijn dus niet alleen een gevolg van de klimaatverandering, ze zijn ook een oorzaak ervan. Een typisch voorbeeld van een positieve feedback-lus die het hele proces nog versnelt. Als eenmaal een grens wordt overschreden (‘tipping point’), slaat het klimaat op hol en valt de klimaatverandering niet meer te stoppen.’

BlueChem neemt een vliegende start. De bouwwerken liggen voor op schema en de namen van de eerste deelnemende bedrijven zijn bekend. Het gaat stuk voor stuk om innovatieve bedrijven die elk op hun manier bezig zijn met duurzame chemie en circulaire economie. Dat ook speerpuntcluster Catalisti en enkele grote chemiebedrijven BlueChem als uitvalsbasis kiezen, is een goede zaak. Zo stimuleren we open innovatie en creëren we het ideale ecosysteem voor de chemie van de toekomst.’

Wim Soetaert in zijn column in deze editie. Frank Beckx, Essenscia Vlaanderen, over de incubator BlueChem die zich specifiek toespitst op innovatie en ondernemerschap in duurzame chemie.

HET EXPERTPANEL VAN HET PETROCHEM PLATFORM BESTAAT UIT DE VOLGENDE SPECIALISTEN Michel Grijpink Hogeschool Utrecht, Learning & Development consultant

Enrico Lammers Pro6com en DWG Process & Safety managing director/ partner

Genserik Reniers TU Delft, professor Safety and Security Science Group

Wouter Stam Flowid, managing director

Frank Beckx Essencia Vlaanderen, gedelegeerd bestuurder

Ronald Hoenen DSM Dyneema, site manager

Henk Leegwater Lexxin, consultant

Elsbeth Roelofs MVO Nederland, sectormanager Chemie, Inter­ nationaal MVO programma

Niek Stokman Bilfinger Tebodin West Nederland, sales manager oil & gas

Jos Benders voormalig topman Lyondell

Joris Hurenkamp Havenbedrijf Rotterdam, business manager

Bart Leenders Neste, managing director

Egbert Schellenberg FNV, vakbondsbestuurder procesindustrie

Gabriel Tschin Plant One Rotterdam, managing director

Sandra de Bont VOTOB, directeur

Emre Kaya Organik Kimya, global supply chain director

Frank de Leng Van Happen Containers, operationeel directeur

Dik Schipper voormalig production leader Dow Benelux

Henk Veldink Hexion, site manager

Johan Alebregtse Manufacturing & Technology Executive

Plant Manager of the Year 2015

Plant Manager of the Year 2017

PET01 L Platform.indd 35

Jeroen van Woerden Cabot, general manager, Plant Manager of the Year 2016

Jan Bout Bout&Co, partner

Hans Kerkhoven voormalig topman Shell Global Solutions

Michel Leyseele Nationale Maatschappij der Pijpleidingen, managing director

John Schonewille Stratt+ Industrial Management, directeur

René Venendaal BTG Biomass Technology Group, algemeen directeur

Frans Brüning Iv-Industrie, business development manager

Cor Kloet voormalig algemeen directeur SPIE Nederland

Marit van Lieshout Kenniscentrum Duurzame Havenstad, Iector Procesoptimalisatie en -intensificatie

Gerald Schotman Shell, presidentdirecteur

Roelf Venhuizen voormalig voorzitter Profion en directeur NAM

Jan Van Doorslaer voormalig woordvoerder BASF Antwerpen

Tijs Koerts EPSC, operations director

Cor van de Linde iTanks, managing director

Jaap Schouten TU Eindhoven, professor

Roelof van Wijk Avebe, site director Foxhol

Niko van Gent voormalig woordvoerder Huntsman Holland

Cas König Groningen Seaports, directeur

Michel Meertens DSM, site director

Wim Soetaert Universiteit Gent, professor

Maaike de Wit Straatman Koster advocaten, advocaat

Cor Zijderveld SBE, voorzitter

05-02-20 16:06


THEMA: OPLEIDINGEN

E-learning en veiligheid – waar heb je de praktijk écht nodig? Met de toename van de mogelijkheden om via internet trainingen te ontwikkelen, en voor professionals om deze te volgen, zie je dat het aanbod op gebied van e-learning groeit. De range is breed en ook trainingen als VCA of veiligheidstrainingen worden al online gegeven. Maar waar ligt de grens?

FOTO: EUROPEAN SPACE AGENCY

Joost Boers

Je kunt veel met e-learning, stelt Ton Beems, functional safety expert en team leader van de afdeling Safety Assurance bij Yokogawa. ’Medewerkers volgen trainingen in hun eigen tempo, op eigen locatie en vaak in eigen tijd. Ook het assessment na de training is online.’ En op dat punt komen de bezwaren. Beems: ’Bijvoorbeeld dat het assessment altijd hetzelfde is. Dit in tegenstelling tot het assessment dat de medewerkers krijgen als ze een klassikale training volgen. Daarnaast moet je in onze wereld ‘bewezen competent’ zijn. En kun je dat aantonen bij een online afgelegd examen? Je hebt er geen controle op. Heeft de persoon het examen zelf afgelegd of is hij erbij geholpen door een collega? Heeft hij zelf de training aandachtig gevolgd of heeft hij ondertussen e-mails zitten beantwoorden?’ Het is duidelijk, Beems geeft de voorkeur aan praktijktrainingen. ‘Juist de interactie tijdens een training is belangrijk. Tussen de trainer en de deelnemers,

én tussen de deelnemers onderling. Je ziet dat iemand iets niet begrijpt. Ook komen er vragen en opmerkingen uit de praktijk. Aan de hand daarvan kun je met elkaar verder komen en de lat nog hoger leggen’, aldus Beems. Decommissioning Toch gaat het bedrijf met zijn tijd mee. Zo is er onlangs een e-learning programma opgezet voor sales- en (project) managementmedewerkers. Deze bestaat uit een module met een basis Functional Safety training aangevuld met twee toegespitste modules. De medewerkers kunnen kiezen voor e-learning of een klassikale training. Beems: ‘Dat laatste hebben we natuurlijk het liefst, een training samen met ‘lotgenoten’ in een ruimte. Dan pas krijg je de feedback en de discussies die mensen verder brengen. Met het maken van een random assessment weet je ook zeker dat iedereen de materie begrijpt. E-learning geeft overigens wel een minder voor de hand liggend voordeel. Mensen hebben namelijk geen enkele reden meer om hun certificaat te laten verlopen, want de training is altijd beschikbaar. En dat is handig met de strenge IEC-standaarden die herhaling vereisen, waardoor elke drie jaar de training opnieuw moet worden gedaan.’ Yokogawa ontwikkelt meer trainingen en Beems is er trots op dat ze wereld­ wijd voor TÜV Rheinland de trainingen Functional Safety voor Engineering en Functional Safety voor Operations mogen geven. Met name de laatste vindt hij belangrijk. ‘Ongelukken gebeuren per definitie in de operationele fase. Waarom ligt er zoveel nadruk op de competentie van de engineers, die in principe werken als het systeem (nog) niet operationeel is? Daarna houdt het niet op, dus moet er regelmatig worden getest of de

PETROCHEM 1 - 2020 36

PET X Thema.indd 36

05-02-20 16:08


competenties van technici en operators, die dagelijks met het operationele, gevaar­lijke processysteem aan het werk zijn, nog accuraat zijn. De standaard vereist competentie gedurende de hele levenscyclus, van de wieg tot het graf. Precies de reden waarom wij de training Functional Safety for Operations hebben ontwikkeld. Deze omvat de fasen vanaf de installatie op de site tot en met de decommissioning. Aan de hand van feedback uit de praktijk hebben we deze doorontwikkeld tot iets wat helemaal past bij de huidige operationele realiteit.’

Zo reëel mogelijk Binnen het platform kunnen werknemers en contractors worden getraind en getoetst voordat ze onsite komen, bijvoorbeeld op de Chemelot-site. Michael Hanbeukers, manager training en education, heeft bij de opzet van Enter een duidelijk kader vastgesteld. ‘Welke theorie beheersen mensen en op welk niveau? Welke vaardigheden beheersen ze en waarop moeten ze verder worden getraind? Dat zijn de drie vragen die je snel wilt beantwoorden om eraan te werken. Daarnaast leren mensen niet op dezelfde manier. Door content op verschillende manieren aan te bieden, heeft de training veel meer effect. Je krijgt dan een goed beeld van wat iemand wel en niet beheerst.’ De situatie is anders als het gaat om praktijkkennis. ’Het aanleren van vaardigheden gaat gewoon niet vanaf papier, je moet dat uitvoeren, doen, ervaren. Moet dat in een reële situatie? Dat is ideaal, maar soms niet mogelijk. Een

FOTO: SHUTTERSTOCK

Effectiever Ook Sitech Services heeft de laatste anderhalf jaar flink geïnvesteerd in moderne leervormen via het platform Enter. Vanuit de business unit HR Services wordt sinds jaren de organisatie van trainingen en opleidingen geregeld voor Sitech en voor externe klanten. Vaak vakopleidingen, maar ook instructies via PowerPoint. Twee jaar geleden besloot Sitech dat de oude manier van trainen niet effectief was en niet meer paste bij een Industry 4.0 bedrijf. Het moest effectiever, beter en met meer grip. Na succesvolle pilots in 2019 volgt dit jaar een brede inzet van Enter bij klanten binnen en buiten Chemelot.

‘Het aanleren van vaardigheden gaat niet vanaf papier, je moet dat uitvoeren, doen, ervaren.’ shutdown van een fabriek kan je niet live trainen, het is te duur om een fabriek stil te leggen. Dan kan virtual reality (VR) een manier zijn om een situatie optimaal

te laten beleven. We werken nu aan een VR builder die het mogelijk maakt om aan de hand van een 3D-scan van een fabriek of 3D-model van een fabriek die PETROCHEM 1 - 2020 37

PET X Thema.indd 37

05-02-20 16:08


Match uw vraag met onze technici Bekijk de mogelijkheden op www.stratt.nl

PROCESTECHNOLOGIE IN DEELTIJD Je verder ontwikkelen in de procesindustrie naast je huidige baan? Dat kan met de vernieuwde cursus Procestechnologie van de Universiteit Twente! Een perfecte methode waarmee jij als professional een academische opleiding goed kunt combineren met je werk en privéleven. Ontdek of het wat voor je is. Kijk op utwente.nl/pt-cursus Waarom deze cursus? • Kwalitatief hoogwaardige om- na- en bijscholing • Recentelijk vernieuwd onderwijsprogramma • Een ideale combinatie van online en face-to-face leren • Flexibel te volgen naast je werk • Individuele ondersteuning • Mogelijkheden om je netwerk uit te breiden Aanmelddeadline: 15 maart 2020

PET Advertenties.indd 38

05-02-20 15:50


situatie zo reëel mogelijk te maken’, vertelt Hanbeukers. Hierbij hoeft de klant niet voor elke VR-training naar een duur bureau, maar kan Sitech met de software zelf trainingen bouwen, gericht op procedures en handelingen. Individuele behoefte Sebastiaan de Reede, verantwoordelijk voor HR Services, ziet een grote toekomst voor het platform. Het grote voordeel is dat flexibel met trainingen kan worden omgesprongen. ‘Via een digitaal assessment kan bijvoorbeeld de kennis van flensmontage worden vastgesteld op basis van de geldende NENnorm. Dat bepaalt de vervolgopleiding. Zo kan iemand die een flens goed kan demonteren, maar ondersteuning nodig heeft op een ander punt, precies díe training krijgen. Je verkort de opleidingstijd en vergroot de motivatie. De leerervaring wordt beter door precies die training te geven die past bij de leerbehoefte.’ Door

effectievere en daarmee vaak kortere opleidingstijd wordt ook de druk op de bezetting verminderd. Een soortgelijk voordeel ziet De Reede bij de poortinstructie. ‘Je weet direct wie je op de site krijgt, op welk niveau ze opereren, en welke instructie ze nodig hebben. Daarmee kunnen we de onboarding versnellen en steeds maatgerichter maken. In een database kunnen we zien wie welk kennis- en vaardigheidsniveau heeft, en opleidingen daarop toespitsen. Enter biedt goede mogelijkheden om de specifieke technieken, die bij de individuele bedrijven op de site worden toegepast, te trainen. De basiswerkwijze komt vaak voort uit wettelijke, lokale of vakinhoudelijke voorschriften zoals de NEN-norm, maar je ziet dat de verschillende organisaties hun eigen manier van werken hebben. Dat kunnen we binnen het platform, eventueel samen met aanvullende training, verwerken. En ook hier: afgestemd op individuele behoefte.’

Hanbeukers heeft goede ervaringen met de projecten waar Enter is toegepast en Sitech gaat hier verder op bouwen. ‘Trainingen steeds beter laten aansluiten op de verschillende theoretische niveaus en vaardigheden. Wat moet je weten en weet je dat al? Iedereen moet dat krijgen wat hij of zij nodig heeft. Niet meer en niet minder. Die ontwikkeling gaat alleen maar verder.’ Meer dan één weg Het mag duidelijk zijn dat op het gebied van training en opleiding er sprake is van meer dan één weg die kan worden bewandeld als het gaat om het toepassen van e-learning of de keuze voor praktijk trainingsmomenten. De keuze zal per situatie afhangen, met de trainingsbehoefte van de mensen die het betreft. E-learning heeft zijn plaats zeker gevestigd naast klassikale en praktijktraining. ■

DIGITAAL LEREN EN VEILIGHEID Door de potentieel grote consequenties van onveilig handelen hebben veiligheid en competentie-ontwikkeling de hoogste prioriteit in de petrochemie, ervaart Bolster Safety. Instructies worden vaak nog via de klassieke lesmethode – informeren, toepassen en toetsen – overgebracht aan werknemers. Voor de hieraan verbonden nadelen biedt digitaal leren de oplossing. Onderzoek van Harvard Business Review, McKinsey en TNO toont dat de huidige manier van opleiding en ontwikkeling bij veel organisaties ineffectief is. Zo gelooft twaalf procent van het operationeel personeel dat nieuw aangeleerde vaardigheden direct in te zetten zijn in de praktijk. Geert Jan Kraan, hoofd marketing bij Bolster Safety: ‘Uit ons onderzoek onder ruim vijfduizend deelnemers aan onboardingtrajecten, blijkt dat ruim vier procent het vereiste basisniveau voor veiligheidsbewustzijn en -kennis mist om een werkterrein te mogen betreden. Ook mist een significant deel van de kandidaten de benodigde kennis en/of vaardigheid op een of meerdere van hun vakgebieden. Zo kan één op de zes riggers niet veilig een last aanslaan en één op de vier flensmonteuren niet vakkundig een pakking uitwisselen.’ Permanent competent In huidige trainingsmethoden sluiten doel, timing en inhoud van trainingen niet optimaal aan bij de behoeftes van medewerkers. Kraan: ‘Zo moeten zij bijvoorbeeld naar toolbox

meetings, terwijl ze niet gemotiveerd zijn om ook echt iets te leren. Kennis wordt vaak op het verkeerde tijdstip aangeboden of in een volgorde die niet strookt met de dagelijkse realiteit, waardoor veel van de aangeboden informatie achteraf weer snel wordt vergeten.‘ Met digitale hulpmiddelen leren werknemers op een effectievere manier. Door continu interactieve trainingen door te werken over voor hen relevante onderwerpen, tijdens hun gehele dienstverband. ‘De nadruk ligt hierbij op ervaren en oefenen, in plaats van passief luisteren, en op het aanbieden van specifieke lessen die van toepassing zijn op het werk van dat moment. Door middel van een combinatie van praktijktraining, e-learning en simulaties (zoals games) – in combinatie met directe terugkoppeling – kunnen geleerde lessen optimaal worden toegepast in de praktijk. Dit resulteert in permanent competente medewerkers, die ook in de jaren na de examens vakbekwaam en veiligheidsbewust blijven.’ Kennis en capaciteiten Digitaal leren verlaagt het risico op incidenten en kan zelfs veiligheidsinitiatieven zoals toolboxen vervangen. Ook helpt het met de voorbereiding op poortinstructie, safety street en turnaround screening en vergroot het de slagingskans op examens als VCA. Ten slotte kunnen bedrijven hiermee ook hun imago als aantrekkelijke werkgever verbeteren.

PETROCHEM 1 - 2020 39

PET X Thema.indd 39

05-02-20 16:09


PROJECTEN CHEMIE Opdrachtgever: BASF Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: 2021

BASF breidt stapsgewijs de capaciteit van haar alkoxyleringseenheid in Antwerpen uit. De eenheid is een downstream-activiteit van de ethyleenoxideproductie. In 2021 moet de productiecapaciteit met 25 procent zijn verhoogd.

Opdrachtgever: BASF Waar: Antwerpen Investering: ruim 500 miljoen euro Afronding: 2022

BASF investeert meer dan vijfhonderd miljoen euro in de bouw van een tweede grote ethyleenoxide-fabriek en verschillende installaties voor ethyleenoxide-derivaten. De gefaseerde opstart van de nieuwe installaties begint in 2022.

Opdrachtgever: Borealis Waar: Kallo Investering: 1 miljard euro Afronding: medio 2022

Borealis gaat op haar productiesite in Kallo een fabriek bouwen voor propaandehydrogenering. Deze krijgt een capaciteit van 750.000 ton per jaar. In het eerste halfjaar van 2022 zou de fabriek moeten opstarten.

Opdrachtgever: Borealis Waar: Kallo Investering: onbekend Afronding: 2020

Borealis breidt de capaciteit van zijn polypropeenfabriek in Kallo uit met tachtig kiloton. De verwachting is dat de toegevoegde capaciteit in 2020 in gebruikt kan worden genomen. De capaciteitsverhoging is bedoeld om ten volle te profiteren van de nieuwe propaandehydrogeneringsfabriek in Kallo.

Opdrachtgever: Covestro Waar: Antwerpen Investering: 300 miljoen euro Afronding: 2022

Covestro wil driehonderd miljoen euro investeren in de bouw van een nieuwe productieeenheid voor aniline in Antwerpen. De opstart van de nieuwe eenheid wordt verwacht in 2022. Aniline is een grondstof voor MDI, dat vervolgens een voorproduct is van polyurethaan hardschuim.

Opdrachtgever: Dow Waar: Delfzijl Investering: onbekend Afronding: onbekend

Dow breidt de MDI-capaciteit in Delfzijl uit en maakt deze flexibeler om meer soorten MDI te kunnen produceren. Voor de opslag van ruwe grondstoffen wordt een derde, nieuwe opslagtank gebouwd. Verder worden er diverse verbeteringen doorgevoerd in het productieproces, het koelwatersysteem en de automatisering.

Opdrachtgever: Ineos Waar: Lillo (Antwerpen) Investering: 3 miljard euro Afronding: 2024

Ineos investeert drie miljard euro in een nieuwe ethaankraker en een propaandehydrogeneringsfabriek in Lillo (Antwerpen). De propaanhydrogeneringsfabriek krijgt een capaciteit van 750.000 ton propeen per jaar en de ethaankraker krijgt een capaciteit van 1.250.000 ton etheen per jaar.

Opdrachtgever: Kaneka Waar: Westerlo Investering: 15 miljoen euro Afronding: 2019

Kaneka investeert vijftien miljoen euro in extra productiecapaciteit voor schuimen van polyetheen en polypropeen. Het project omvat de bouw van extra geavanceerde faciliteiten met optimale procesbeheersbaarheid, waardoor hoogwaardige productinnovaties mogelijk zijn.

Opdrachtgever: Kronos Waar: Gent Investering: 36 miljoen Afronding: 2022

Kronos, producent van titaandioxide, investeert 26 miljoen euro in een uitbreiding van productiecapaciteit. Er komt een grotere pigmentfilter en mogelijk een vierde stoommaler en nieuwe verpakkingslijn. Hierdoor kan de productiecapaciteit worden verhoogd naar 120.000 ton per jaar. Daarnaast investeert het bedrijf 10 miljoen euro in energierecuperatie.

Opdrachtgever: Mitsui Chemicals Waar: Geleen Investering: 18,4 miljoen euro Afronding: medio 2020

Mitsui Chemicals investeert 18,4 miljoen euro in een fabriek voor het compounderen van polypropeen. De fabriek wordt in Geleen gebouwd en krijgt een productiecapaciteit van 30.000 ton per jaar. Volgens de planning gaat de productie medio 2020 van start.

PETROCHEM 1 - 2020Â Â 40

PET1 K Projecten.indd 40

05-02-20 16:10


PROJECTEN Opdrachtgever: Morssinkhof Rymoplast Waar: Heerenveen Investering: 20 miljoen Afronding: 2020

Morssinkhof Rymoplast gaat een fabriek voor kunststofrecycling bouwen in Heerenveen. De fabriek wordt gebouwd naast de kunststofsorteerinstallatie van Omrin, HVC en Midwaste. De hypermoderne fabriek gaat PP en HDPE uit consumentenafval verwerken tot nieuwe grondstoffen voor hoogwaardige toepassingen.

Opdrachtgever: Nouryon Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: 2021

Om ook tijdens periodiek onderhoud aan de vraag naar chloor te kunnen voldoen, bereidt Nouryon een investering voor in twee parallelle productielijnen die los van elkaar kunnen functioneren. Dankzij het splitsen van de Rotterdamse fabriek kan het bedrijf straks continu via pijpleidingen chloor aan klanten leveren.

Opdrachtgever: Sabic Waar: Bergen op Zoom Investering: onbekend Afronding: 2020

Sabic gaat de productie van polyfenyleenether (PPE) in Bergen op Zoom hervatten. Het bedrijf sloot de PPE-fabriek in 2014, maar wil deze volgend jaar opnieuw in productie nemen. PPE is de basis voor Noryl en de capaciteitsuitbreiding is dan ook bedoeld om aan de toenemende vraag naar Noryl kunststoffen te voldoen.

Opdrachtgever: Sekisui Waar: Geleen en Roermond Investering: 155 miljoen Afronding: 2020

Sekisui Chemical investeert 155 miljoen euro in een uitbreiding van de productie in Geleen en Roermond. Beide fabrieken krijgen er tot 2020 een derde productielijn bij voor folies in gelamineerd glas voor autoruiten.

Opdrachtgever: Sekisui Polymatech Waar: Roermond Investering: 12,3 miljoen euro Afronding: voorjaar 2020

Sekisui investeert 12,3 miljoen euro in een nieuw bedrijf, Sekisui Polymatech, en een fabriek in Roermond waar thermische interfacematerialen zullen worden geproduceerd. Deze worden gebruikt in elektrische en plug-in hybride voertuigen tegen de warmte van de lithium-ionbatterijen. Volgens planning is de fabriek begin 2020 operationeel.

Opdrachtgever: Teijin Aramid Waar: Emmen Investering: onbekend Afronding: 2022

Teijin Aramid breidt haar productiecapaciteit voor Twaron supervezels met meer dan 25 procent uit. De totale extra capaciteit zal volledig beschikbaar zijn in 2022. Diverse grote investeringen verhogen de productiecapaciteit, inclusief implementatie van de nieuwste technologie.

GROEN EN BIO Opdrachtgever: ArcelorMittal Waar: Gent Investering: 120 miljoen euro Afronding: medio 2020

ArcelorMittal investeert via dochteronderneming C-Shift 120 miljoen euro in het project Steelanol om tien procent van de afvalgassen van het staalbedrijf om te zetten in bioethanol. C-Shift maakt gebruik van een nieuwe technologie waarbij bacteriën CO-rijk gas vergisten tot ethanol en kan straks zo’n 80 miljoen liter bio-ethanol per jaar produceren.

Opdrachtgever: IGE Solutions Waar: Amsterdam Investering: 28 miljoen euro Afronding: 2020

Een nieuwe fabriek in Amsterdam gaat per jaar ruim 30 miljoen liter brandstof voor de scheepvaart produceren uit 35.000 ton niet-recyclebaar plastic. IGE Solutions gebruikt daarvoor een bewezen technologie, die mede dankzij overheidssubsidie voor energieinnovatie voor het eerst commercieel wordt ingezet.

Opdrachtgever: PMC Waar: mogelijk Delfzijl Investering: onbekend Afronding: medio 2020

Purified Metal Company laat in Delfzijl een fabriek bouwen die vervuild staalschroot recyclet tot een hoogwaardige grondstof voor de staalindustrie. Het Duitse ingenieursbureau Küttner en Visser & Smit Bouw gaan de fabriek turnkey bouwen en leveren die in juli 2020 op.

Opdrachtgever: Mourik, Petrogas, Den Hartog en RenaSci Waar: Oostende Investering: onbekend Afronding: 2020

Een consortium van Mourik, Petrogas, Den Hartog en RenaSci bouwt in Oostende (België) een fabriek die moeilijk te recyclen plastics gaat verwerken tot olie. De technologie komt van het Eindhovense bedrijf BlueAlp. De olie-uit-plastic-fabriek verwerkt op jaarbasis 21.000 ton afvalplastic (landbouwplastics enplastic folies die worden gebruikt om etenswaren vers te houden). De CO2 die vrijkomt wordt hergebruikt als grondstof voor de fabriek. PETROCHEM 1 - 2020 41

PET1 K Projecten.indd 41

05-02-20 16:10


PROJECTEN Opdrachtgever: Sabic en Plastic Energy Waar: Geleen Investering: onbekend Afronding: 2021

Sabic investeert in een project voor de chemische recycling van moeilijk verwerkbaar plastic afval in een grondstof voor stoomkrakers. Het bedrijf werkt hierbij samen met Plastic Energy. Voor de productie van Tacoil, een gepatenteerd product van Plastic Energy, bouwen ze op Chemelot een fabriek die naar verwachting in 2021 in bedrijf zal gaan.

Opdrachtgever: SCW Systems/Gasunie Waar: Delfzijl Investering: 200 miljoen euro Afronding: 2023

SCW Systems gaat samen met partner Gasunie een fabriek in Delfzijl bouwen die jaarlijks 150 tot 200 miljoen kubieke meter groen gas produceert uit (natte) organische reststromen. Met de bouw van de fabriek is een investering gemoeid van 150 tot 200 miljoen euro. Naast groen gas wordt ook groene waterstof geproduceerd.

Opdrachtgever: SkyNRG, KLM, SHV en Schiphol Waar: Delfzijl Investering: onbekend Afronding: onbekend

SkyNRG, KLM, SHV en Schiphol willen Europa’s eerste productiefaciliteit voor duurzame vliegtuigbrandstof bouwen in Delfzijl. Om aan voldoende waterstof te komen, bestuderen Nouryon en Gasunie een uitbreiding van een geplande groene waterstofeenheid ter plaatse. Groene waterstof zou worden gecombineerd met afval- en reststromen om 100.000 ton duurzame vliegtuigbrandstof en 15.000 ton bioLPG per jaar te produceren.

OLIE, GAS EN OFFSHORE Opdrachtgever: ONE-Dyas Waar: Noordzee Investering: onbekend Afronding: onbekend

ONE-Dyas wil gas winnen in veld N05-A in de Noordzee. Boven het veld komt een gaswinningsplatform in zee, ongeveer twintig kilometer uit de kust van Schiermonnikoog. Vanaf deze locatie worden maximaal twaalf putten geboord, waarvan een deel naar veld N05-A en een deel naar een aantal naastgelegen velden die mogelijk gas bevatten.

Opdrachtgever: Petrogas E&P Waar: blokken A en B (Noordzee) Investering: onbekend Afronding: onbekend

Petrogas E&P Netherlands wil in de komende tien jaar circa vijf gasvelden in de blokken A en B van de Noordzee uitrusten met een gasproductieplatform. Het gas wordt per pijpleiding getransporteerd naar het platform A12. Daar wordt het verzameld, behandeld en gecomprimeerd voor transport via NOGAT-pijpleiding, die in Den Helder aan land komt.

Opdrachtgever: Vermilion Energy Waar: Heerenveen Investering: onbekend Afronding: onbekend

Vermilion Energy Netherlands wil vanuit de bestaande mijnbouwlocatie Nieuwehorne aardgas winnen uit twee gasvoorkomens. De verwachte productiecapaciteit is maximaal 470.000 kubieke meter aardgas per dag. Vermilion verwacht er aardgas te kunnen winnen tot 2029. Voor het transport van het gewonnen aardgas moet een transportleiding worden aangelegd naar de bestaande gasleiding in Mildan.

Opdrachtgever: Wintershall Noordzee Waar: blok D12 (Noordzee) Investering: onbekend Afronding: onbekend

Wintershall Noordzee wil in blok D12 van de Noordzee aardgas winnen. Een nieuw, onbemand productieplatform produceert gedurende 20-25 jaar naar verwachting drie miljoen kubieke meter aardgas per dag. Het gas wordt met een nieuwe pijpleiding van ongeveer twaalf kilometer getransporteerd naar het productieplatform D15-A van operator Neptune Energy, om verder te worden verwerkt.

RAFFINAGE Opdrachtgever: Zeeland Refinery Waar: Vlissingen-Oost Investering: 40 miljoen euro Afronding: 2020

Zeeland Refinery investeert 40 miljoen euro in haar hydrocracker. Het bedrijf zet in op een extra reactor van dertig meter hoog, die naast de twee bestaande reactoren wordt gebouwd. Tijdens de grote onderhoudsstop van de raffinaderij in 2020 wordt de nieuwe reactor verbonden met de bestaande installatie.

TANKOPSLAG Opdrachtgever: Alpha Terminals Waar: Vlissingen Investering: 450 miljoen Afronding: 2022

Alpha Terminals investeert 450 miljoen euro in een nieuwe terminal voor vloeibare bulk in het havengebied van Vlissingen. De tankterminal krijgt 59 tanks met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 720.000 kubieke meter. Daarnaast komt er een steiger voor het lossen en laden van zee- en binnenvaartschepen.

PETROCHEM 1 - 2020 42

PET1 K Projecten.indd 42

05-02-20 16:10


PROJECTEN Opdrachtgever: HES International Waar: Maasvlakte 1 Investering: enkele honderden miljoenen euro’s Afronding: derde kwartaal 2021

HES International ontwikkelt op Maasvlakte 1 een tankterminal van 52 tanks met een totale capaciteit van circa 1,3 miljoen kubieke meter voor de op- en overslag van olieproducten en biobrandstoffen. De HES Hartel Tank Terminal wordt een onafhankelijke opslagterminal, maar BP heeft zich gecommitteerd aan het project, inclusief plannen voor pijpleidingverbindingen tussen hun raffinaderij en de terminal, die eind 2019 gereed is.

Opdrachtgever: JPB Logistics Waar: Delfzijl Investering: ruim 10 miljoen euro Afronding: 2020

JPB Logistics bouwt op Chemiepark Delfzijl gefaseerd in totaal 36.000 kubieke meter aan opslagcapaciteit bij. In de eerste fase zijn al vijf RVS duplex tanks gebouwd, met een totale opslagcapaciteit van 21.200 kubieke meter. Daarna volgen vier stalen tanks van 1.100 kubieke meter per stuk in de bestaande tankpit voor licht ontvlambare producten. Tijdens de laatste fase worden nog eens drie RVS duplex tanks van 3.500 kubieke meter per stuk gebouwd. Ook worden de diepzeesteiger uitgebreid en vier nieuwe laadarmen geplaatst.

Opdrachtgever: Katoen Natie Waar: Limburg Investering: 80 miljoen euro Afronding: medio 2020

Katoen Natie investeert 80 miljoen euro op diverse plaatsen in Limburg. Zo wordt er een nieuwe opslagterminal op Chemelot gebouwd, met 54.500 vierkante meter magazijnruimte en 207 silo’s. Deze moet in het tweede kwartaal van 2020 operationeel zijn. Daarnaast krijgt de bestaande logistieke terminal in Nuth er 10.000 vierkante meter magazijnruimte en zestig silo’s bij. Dit project wordt naar verwachting eind 2019 opgeleverd.

Opdrachtgever: Oiltanking Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: eind 2021

Oiltanking Antwerp Gas Terminal wordt de logistieke partner van Borealis voor de handling van propeen en propaan. Daarom bouwt het bedrijf een nieuwe opslagtank met een capaciteit van 135.000 kubieke meter propaan.

Opdrachtgever: OTAG Waar: Antwerpen Investering: ruim honderd miljoen euro Afronding: 2019

Oiltanking Antwerp Gas Terminal (OTAG) investeert ruim honderd miljoen euro in nieuwe tankopslagcapaciteit en een nieuwe steiger. Met de bouw van een 135.000 kubieke meter butaantank zal in 2019 de capaciteit van de terminal bijna verdubbelen tot 273.000 kubieke meter. OTAG bouwt de butaantank voor Ineos.

Opdrachtgever: Rubis Terminal Waar: Rotterdam Investering: 120 miljoen euro Afronding: onbekend

Rubis Terminal breidt haar terminal in Rotterdam in vijf fases uit. In totaal bestaat de uitbreiding uit 45 tanks met een totale capaciteit van bijna 150.000 kubieke meter, waarmee een totale investering van 120 miljoen euro is gemoeid. Fase 2 van de uitbreiding wordt in het tweede kwartaal van 2020 afgerond.

Opdrachtgever: Sea-Mol Waar: Antwerpen Investering: 300 à 400 miljoen euro Afronding: medio 2021

De Japanse groep MOL Chemical Tankers investeert samen met havengroep SEAInvest 300 à 400 miljoen euro in de bouw van een tankterminal voor vloeibare chemicaliën. Hiervoor wordt de joint venture Sea-Mol opgericht. De terminal wordt in fasen gebouwd en krijgt uiteindelijk een capaciteit van 500.000 kubieke meter.

Opdrachtgever: Sea-Tank Terminal Waar: Antwerpen Investering: 250 miljoen euro Afronding eerste fase: 2019

Sea-Tank Terminal bouwt in Antwerpen een dedicated tankterminal voor een wereldspeler uit de chemiesector. In eerste instantie krijgt de terminal een capaciteit van 750.000 kubieke meter. Naar verwachting duurt de bouw van de terminal twee jaar. De investering wordt geraamd op 250 miljoen euro.

Opdrachtgever: Standic Waar: Antwerpen Investering: 200 miljoen euro Afronding: eerste kwartaal 2021

Tankopslagbedrijf Standic, onderdeel van Hametha, realiseert in Antwerpen een nieuwe opslagterminal voor de distributie van chemieproducten en chemische nichemarkten. De grootte van de tanks varieert van 500 tot 3.500 kubieke meter. In eerste instantie krijgt de terminal een opslagcapaciteit van ongeveer 95.000 kubieke meter. De oplevering is gepland begin 2021 en vergt een investering van zo’n 200 miljoen euro.

PETROCHEM 1 - 2020 43

PET1 K Projecten.indd 43

05-02-20 16:10


PROJECTEN Opdrachtgever: Totseanergy Waar: Antwerpen Investering: 100 miljoen euro Afronding eerste fase: medio 2019

Totseanergy, een joint venture van Total en de groep SEA-invest, investeert honderd miljoen euro in een nieuwe terminal in Antwerpen. De investering omvat acht nieuwe tanks van elk twintigduizend kubieke meter, drie bijkomende laad- en losplaatsen en een pijpleiding tussen de terminal en de raffinaderij van Total.

NIEUW PROJECT Opdrachtgever: Vesta Terminals Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: 2022

Vesta Terminals breidt zijn terminal in Antwerpen uit met 150.000 kubieke meter. De extra capaciteit is bestemd voor vliegtuigbrandstoffen, gasolie en diesel. Het gaat om vijf nieuwe tanks van elk 30.000 kubieke meter.

Opdrachtgever: Vopak Waar: Botlek Rotterdam Investering: onbekend Afronding: tweede kwartaal 2020

Vopak bouwt in Rotterdam vijftien nieuwe roestvrijstalen opslagtanks voor styreen en andere chemicaliën. Het gaat om 63.000 kubieke meter extra opslagcapaciteit op de Botlek-terminal. De expansie moet in het tweede kwartaal van 2020 gereed zijn.

Opdrachtgever: Vopak Waar: Vlissingen Investering: onbekend Afronding: 2020

Vopak investeert in twee nieuwe gasbullets bij haar gasopslag in Vlissingen. In totaal wordt er 9.200 kubieke meter opslagcapaciteit bijgebouwd. De verwachting is dat deze uitbreiding in het tweede kwartaal van 2020 in gebruik kan worden genomen.

Opdrachtgever: Vopak Waar: Botlek Rotterdam Investering: onbekend Afronding: tweede kwartaal 2020

Vopak breidt zijn terminal op de Linkeroever in Antwerpen uit met vijftigduizend kubieke meter. De extra capaciteit is volledig bestemd voor de opslag van chemicaliën. Het concern wil de nieuwe tanks in het derde kwartaal van 2021 in gebruik nemen.

UTILITIES Opdrachtgever: Air Liquide Waar: Antwerpen Investering: 80 miljoen euro Afronding: 2020

Air Liquide investeert tachtig miljoen euro in de bouw van een waterstoffabriek op de site van Covestro in Antwerpen. De eenheid gaat dankzij een nieuwe technologie energie-efficiënter waterstof produceren, zonder overtollige stoomproductie. Bijzonder is dat Covestro een deel van de CO2 die bij de productie vrijkomt, afvangt en gebruikt als grondstof in haar productieproces. De productie-unit wordt in 2020 in gebruik genomen.

Opdrachtgever: Air Products Waar: Zuidbroek Investering: onbekend Afronding: oktober 2021

Air Products bouwt drie luchtscheidingsinstallaties voor een nieuwe stikstofinstallatie van Gasunie in Zuidbroek, Groningen. De stikstof maakt geïmporteerd aardgas geschikt voor gebruik in Nederland. Naar verwachting begint Air Products in het najaar van 2019 met de bouw. De fabrieken produceren 180.000 kubieke meter stikstof per uur zodra ze in oktober 2021 operationeel zijn.

Opdrachtgever: BP Geel Waar: Geel Investering: onbekend Afronding: 2021

BP Geel gaat een nieuwe stoomketel bouwen die ervoor zorgt dat de site ook betrouwbaar van stoom wordt voorzien als een van de twee bestaande ketels in onderhoud is. De komende jaren worden de drie ketels op elkaar afgestemd om een optimale combinatie te maken. Zo zal een van de bestaande ketels op termijn een standby-ketel worden. Tegen 2021 moet dat proces rond zijn.

Opdrachtgever: Dow Waar: Terneuzen Investering: onbekend Afronding: onbekend

Bij Dow in Terneuzen wordt in 2018 een pilotinstallatie gebouwd om lagedrukstoom op te waarderen. Stoomrecompressie kan een belangrijke bijdrage leveren aan elektrificatie in de industrie. De pilotinstallatie bij Dow krijgt een capaciteit van tien ton per uur.

PETROCHEM 1 - 2020 44

PET1 K Projecten.indd 44

05-02-20 16:10


PROJECTEN Opdrachtgever: Gasunie Transport Services Waar: Zuidbroek Investering: 500 miljoen Afronding: 2022

Gasunie Transport Services wil de stikstofinstallatie in Zuidbroek uitbreiden. Het project omvat ook een mengstation inclusief vier kilometer nieuwe leiding, en aansluitleidingen op bestaande gasleidingen en een stikstofleiding die is verbonden met de bestaande stikstofcaverne in Heiligerlee.

Opdrachtgever: Gasunie en Enexis Waar: Wijster Investering: onbekend Afronding: medio 2019

Gasunie en Enexis bouwen vlakbij de groengasproductielocatie van Attero in Wijster (Drenthe) een enorme compressor. Deze groen-gas-booster comprimeert groen gas naar hoge druk zodat het kan worden ingevoed in het landelijke gasnet. De compressor zal medio 2019 in gebruik worden genomen.

Opdrachtgever: Havenbedrijf Rotterdam Waar: Europoort en Pernis Investering: 50 miljoen euro Afronding: 2019

Havenbedrijf Rotterdam wil tussen Europoort en Pernis een 25 kilometer lange pijpleiding aanleggen voor het transport van laagzwavelige dieselolie. Het zogenoemde Diesel Common Carrier System is bedoeld om bedrijven in de productie, opslag en handel in dieselbrandstoffen met elkaar te verbinden. De ingebruikname is gepland voor 2019.

Opdrachtgever: LyondellBasell en Covestro Waar: Maasvlakte Rotterdam Investering: 150 miljoen euro Afronding: 2020

LyondellBasell en Covestro investeren 150 miljoen euro in een ‘bioplant’ en verbrandingsinstallatie op de Maasvlakte. Daarin wordt het afvalwater van de productie van propyleenoxide en styreenmonomeer behandeld en omgezet in stoom. De stoom wordt gebruikt als een energiebron in de bestaande productiefaciliteit op de locatie. Hierdoor ontstaat een circulair proces. Het project moet in 2020 klaar zijn.

NIEUW PROJECT Opdrachtgever: Nouryon Waar: Delfzijl Investering: onbekend Afronding: eind 2020

Nouryon neemt de warmtekracht-eenheid Delesto 2 weer in gebruik. De installatie op Chemiepark Delfzijl zal eind 2020 gaan fungeren als start-stopinstallatie voor de levering van elektriciteit aan het openbare net op piekmomenten. De eenheid werd in maart 2012 uit gebruik genomen.

PILOTS EN PLANNEN Opdrachtgever: AEB Waar: Amsterdam Investering: onbekend Afronding: onbekend

AEB Amsterdam onderzoekt de haalbaarheid van stoomlevering aan Argent Energy, dat de stoom wil gebruiken voor de productie van biobrandstof. AEB produceert al stoom voor stadswarmte en elektriciteit. Door een deel van de stoom af te vangen en direct te leveren aan externe gebruikers als buurman Argent Energy verhoogt AEB het rendement van de verbrandingsinstallatie.

Opdrachtgever: ArcelorMittal en Dow Waar: Gent Investering: 20 miljoen euro Afronding: 2022

Staalproducent ArcelorMittal in België wil CO uit zijn afvalgassen leveren aan Dow Benelux in Terneuzen. Dow kan de CO met eigen overtollig waterstof combineren tot syngas. Allereerst worden twee proeffabrieken gebouwd in Gent. In 2022 wordt op basis van de pilots besloten of het businessplan economisch levensvatbaar is.

Opdrachtgever: Asbeter Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: 2020

Asbeter kan met hun proces asbestplaten veilig, betaalbaar en circulair vernietigen met behulp van zure industriële reststromen. Het bedrijf heeft een pilotinstallatie in Rotterdam. In het voorjaar van 2020 wil het een demoplant van 8.000 ton per jaar hebben. Volgens Asbeter is er in Nederland een businesscase voor twee fabrieken van 50.000 ton per jaar.

UPDATE Opdrachtgever: Avantium Waar: Delfzijl Investering: 150 miljoen euro Afronding: 2023

Avantium wil zijn eerste commerciële fabriek met een capaciteit van vijf kiloton in Delfzijl bouwen. De fabriek gaat industriële suikers omzetten in FDCA, een grondstof voor groene plastics. Een definitief investeringsbesluit volgt nog dit jaar, waarna de eerste productie in 2023 moet volgen. De bouw van de fabriek vergt een investering van 150 miljoen euro.

PETROCHEM 1 - 2020 45

PET1 K Projecten.indd 45

05-02-20 16:10


PROJECTEN Opdrachtgever: o.a. Avantium Waar: Chemie Park Delfzijl Investering: 100 miljoen euro Afronding: 2022

Avantium, Nouryon en RWE willen een bioraffinaderij bouwen op Chemie Park Delfzijl, waarin uit houtsnippers zuivere suikers worden gemaakt die kunnen dienen als grondstof voor verven en lakken. De fabriek krijgt een capaciteit van 130 kiloton houtsnippers per jaar, maar kan worden opgeschaald naar 350 kiloton. De fabriek is mogelijk in 2022 operationeel.

Opdrachtgever: BASF Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: onbekend

BASF wil de capaciteit van het geïntegreerde ethyleenoxidecomplex op haar Verbund-site in Antwerpen uitbreiden. Het gaat niet alleen om de productie van meer ethyleenoxide, maar ook om derivaten, zoals oppervlakte-actieve stoffen, ethanolamines en glycolethers. De definitieve investeringsbeslissing wordt in 2019 genomen.

NIEUW PROJECT Opdrachtgever: bedrijven en overheden Zeeland en Vlaanderen Waar: Vlissingen-Oost Investering:100 miljoen euro Afronding: 2025

Zeeuwse en Vlaamse bedrijven en overheden willen in 2030 een grote groene waterstoffabriek in bedrijf hebben. De fabriek moet een capaciteit krijgen van één gigawatt. en komt waarschijnlijk in Vlissingen-Oost te staan. Eerste stap is echter de bouw van een proeffabriek met een investering van honderd miljoen euro. Die moet er in 2025 staan.

UPDATE Opdrachtgever: BioBTX Waar: onbekend Investering: onbekend Afronding: 2023

BioBTX wil een fabriek bouwen die op grote schaal chemicaliën produceert uit reststromen zoals plastic afval. De fabriek moet in 2023 klaar zijn. Op dit moment werkt het bedrijf nog aan het optimaliseren van de processen, technieken en producten in de demofabriek op het Zernikepark in Groningen.

Opdrachtgever: Black Bear Carbon Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: onbekend

Black Bear Carbon wil in de haven van Rotterdam een fabriek bouwen die granulaat van oude banden omzet in carbon black, pyrolyse-olie en -gas. Het bedrijf werkt samen met Havenbedrijf Rotterdam de technische en financiële details uit en overlegt met regionale en nationale partners over de financieringsstructuur van de op te zetten onderneming.

Opdrachtgever: Borealis Waar: Beringen Investering: onbekend Afronding: medio 2022

Borealis heeft de front end engineering and design fase voor de uitbreiding van zijn polypropeenfabriek in Beringen goedgekeurd en het EPC-contract toegekend aan Tecnimont. De definitieve investeringsbeslissing over deze uitbreiding van 250 tot 300 kiloton wordt eind 2019 genomen en de opstart wordt medio 2022 verwacht.

Opdrachtgever: BP Waar: Rotterdam-Europoort Investering: 1 miljard euro Afronding: onbekend

BP overweegt zijn raffinaderij in Rotterdam uit te breiden met een hydrocracker om producten als laagzwavelige diesel en kerosine te produceren. Daarnaast kan BP met dit proces basisolie produceren voor de productie van smeermiddelen. Met de bestaande hoeveelheid grondstoffen kunnen straks meer hoogwaardige producten worden geproduceerd.

Opdrachtgever: BP, Nouryon, Havenbedrijf Rotterdam Waar: Rotterdam Investering: onbekend Beslissing: 2022

BP, Nouryon en Havenbedrijf Rotterdam onderzoeken samen de haalbaarheid van een waterelektrolyse-installatie van 250 megawatt. Daarmee zou maximaal 45.000 ton groene waterstof per jaar kunnen worden geproduceerd voor de raffinaderij van BP in Rotterdam. De partners willen in 2022 een definitieve investeringsbeslissing over het project nemen.

Opdrachtgever: Chemours Waar: Dordrecht Investering: 75 miljoen euro Afronding: 2023

Chemours is van plan om 75 miljoen euro te investeren in de fabriek in Dordrecht om emissies te verlagen. Het gaat om een reductie met 99 procent van de totale GenX-emissies tegen het einde van 2020 ten opzichte van 2017. Daarnaast gaat het om een emissiereductie van alle organische en gefluorideerde stoffen met tachtig procent in 2023.

PETROCHEM 1 - 2020 46

PET1 K Projecten.indd 46

05-02-20 16:10


PROJECTEN NIEUW PROJECT Opdrachtgever: Coolbrook Waar: Geleen Investering: 12 miljoen euro Afronding: mei 2020

Het Finse Coolbrook investeert twaalf miljoen euro in een testreactor voor het elektrisch kraken van nafta. Het gaat om een zogeheten RDR-eReactor, een elektrische oplossing voor het verwarmen van de ovens in naftakrakers. De testreactor wordt op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen gebouwd en moet in mei de eerste partijen produceren met een capaciteit van vijfhonderd kilo grondstoffen per uur.

Opdrachtgever: Corbion Waar: onbekend Investering: onbekend Afronding: onbekend

Corbion heeft plannen voor de bouw van een nieuwe melkzuurfabriek. De kans is groot dat de fabriek in Europa komt en Nederland zou dan een goeie kanshebber zijn als locatie. De fabriek krijgt een capaciteit van meer dan 100.000 ton per jaar.

Opdrachtgever: Cumapol, DSM-Niaga, Morssinkhof Waar: Emmen Investering: onbekend Afronding: 2019

Cumapol, DSM-Niaga en Morssinkhof gaan een pilotplant bouwen en onderzoeken daarmee de technische en financiële haalbaarheid van de nieuwe technologie CuRe om polyester te recyclen. In een continu proces dat relatief weinig energie vergt kan zowel polyester uit verschillende afvalstromen als gekleurd polyester worden verwerkt tot kleurloze polyester pellets. De productielijn krijgt een capaciteit van 25 kiloton per jaar.

Opdrachtgever: Dow Benelux Waar: Terneuzen Investering: paar honderd miljoen euro Afronding: onbekend

Dow Benelux in Terneuzen maakte kans op de bouw van een nieuwe plasticfabriek. Het hoofdkantoor heeft de mogelijkheden overwogen en nu gekozen voor de bouw een fabriek de bouw aan de Golfkust in de Verenigde Staten. Een eventuele investering in Terneuzen is voorlopig ‘on hold’ gezet.

Opdrachtgever: Dow Benelux en Tata Steel Nederland Waar: IJmuiden Investering: 1 miljard euro Afronding: 2025-2027

Dow Benelux en Tata Steel Nederland overwegen in IJmuiden een fabriek te bouwen, die rookgassen van Tata’s hoogovens afvangt en het koolmonoxide omzet in synthetisch gas. Dow kan daar in Terneuzen plastics van maken. De bouw hangt af van het succes van twee proefprojecten die eind 2018 en 2019 van start gaan. Twee testinstallaties bij ArcelorMittal in Gent worden daarvoor verplaatst naar IJmuiden, om bij Tata Steel het proces te testen.

Opdrachtgever: Fluxys/Parkwind/Eoly Waar: België Investering: onbekend Afronding: onbekend

Fluxys, Parkwind en Eoly willen een power-to-gas installatie bouwen waarin groene elektriciteit wordt omzet in groene waterstof dat in de bestaande aardgasinfrastructuur kan worden vervoerd en opgeslagen. De partijen onderzoeken in een eerste fase de haalbaarheid van de installatie.

NIEUW PROJECT Opdrachtgever: Haven Oostende, DEME en PMV Waar: Oostende Investering: onbekend Afronding: 2025

Haven Oostende, baggerbedrijf DEME Concessions en investeringsmaatschappij PMV willen een fabriek bouwen die groene waterstof produceert. De fabriek gaat de pieken bij de productie van groene stroom afvangen en moet in 2025 klaar zijn. In een eerste fase wordt de haalbaarheid verder onderzocht waarna demonstratieprojecten volgen. De fabriek krijgt de naam Hyport en een productiecapaciteit van 50.000 ton waterstof per jaar.

Opdrachtgever: o.a. Havenbedrijf Rotterdam Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: 2020

Havenbedrijf Rotterdam, Gasunie en Energie Beheer Nederland hebben het CCS-project Porthos gelanceerd. Het gaat om een verzamelleiding door het havengebied in Rotterdam waaraan verschillende bedrijven door hen afgevangen CO2 kunnen leveren. Jaarlijks moet na 2020 zo’n twee tot vijf miljoen ton CO2 worden opgeslagen, oplopend tot dertig miljoen ton in 2030. De partijen nemen in 2019 een investeringsbeslissing.

Opdrachtgever: Indaver Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: medio 2021

Afvalbeheerder Indaver bouwt een demo-installatie voor het recyclen van vijftienduizend ton end-of-life plastics per jaar. De Plastics2chemicals installatie zet bijvoorbeeld gemengde polyolefines om in basisproducten als nafta en wax. Polystyrenen worden afgebroken tot monomeren die opnieuw als grondstof zijn te gebruiken. De demo-installatie krijgt een capaciteit van twee ton per uur.

PETROCHEM 1 - 2020 47

PET1 K Projecten.indd 47

05-02-20 16:10


DACE Price Booklet 33ste editie

DACE Prijzenboekje met online richtprijzen voor industriële procesinstallaties Praktisch en onmisbaar bij • Raming van projecten • Kostenafweging van alternatieve uitvoeringen • Toetsing van offerteprijzen • Vergelijking eigen prijzen met marktprijzen U vindt in DACE Price Booklet in combinatie met de website www.dacepricebooklet.com richtprijzen van vrijwel elk onderdeel van industriële procesinstallaties. Alle informatie in de nieuwe Engelstalige editie is volledig geactualiseerd. De online versie van DACE Price Booklet is toegankelijk via uw PC, tablet en smartphone. Het DACE Prijzenboekje en website wordt verzorgd door leden van de DACE Special Interest Group Cost Engineering Process

Ga voor meer informatie of uw bestelling naar www.vakmedianetshop.nl/dace

PET Advertenties.indd 48

Industry, kostendeskundigen die actief betrokken zijn bij investeringsprojecten en midden in de praktijk staan.

05-02-20 15:50


PROJECTEN Opdrachtgever: Ineos Oxide Waar: mogelijk Antwerpen Investering: onbekend Afronding: 2023

Ineos Oxide wil een nieuwe fabriek voor ethylideen norborneen (ENB) bouwen. Een beslissing over de locatie van de nieuwe fabriek is nog niet genomen. Een van de opties is om in Antwerpen een tweede productielijn te bouwen. Het concern heeft daar al een ENB-fabriek, waar momenteel via debottlenecking de capaciteit wordt vergroot.

Opdrachtgever: Lowlands Methanol Waar: Rotterdam Investering: 75 miljoen euro Afronding: begin 2020

Het bedrijf Lowlands Methanol is van plan een methanolfabriek te bouwen in de haven van Rotterdam. De afvalverwerkingsinstallatie moet per jaar 150.000 ton biomassa en afval gaan verwerken. In de fabriek worden hout en RDF (Refuse Derived Fuel) bewerkt en vergast.

Opdrachtgever: Lyondell Waar: Botlek Investering: onbekend Afronding: onbekend

Lyondell overweegt zijn SMPO-fabriek in de Botlek uit te breiden door een debottlenecking. De capaciteit zou kunnen worden verhoogd van 325 naar 375 kiloton propyleenoxide en van 725 naar 850 kiloton styreenmonomeer per jaar. Het project wordt nog onderzocht op financiële en technische haalbaarheid.

Opdrachtgever: Mitsubishi Gas Chemical Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: onbekend

Mitsubishi Gas Chemical is een MER-procedure gestart voor de bouw van een nieuwe fabriek op het Huntsman-terrein in de Rotterdamse haven. Het bedrijf wil er meta-xyleendiamine (MXDA) gaan produceren. MXDA wordt gebruikt als verharder en corrosieremmer in coatings.

Opdrachtgever: NAM Waar: Emmen Investering: onbekend Afronding: onbekend

Op de NAM-locatie van de voormalige gaszuiveringsinstallatie in Emmen komt mogelijk een groene waterstoffabriek. Eigenaar NAM gaat deze optie met verschillende partners nader onderzoeken. Groen waterstof kan de fabrieken op het Emmtec-terrein van onder andere DSM en Teijin Aramid onafhankelijk maken van het Groningengas.

Opdrachtgever: Neste Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: onbekend

Neste overweegt een fabriek voor duurzame kerosine op de Eerste Maasvlakte in Rotterdam te bouwen. Het bedrijf heeft daar al een raffinaderij voor duurzame diesel. De tweede fabriek zou een investering van ruim honderd miljoen euro vergen. De fabriek kan echter ook worden gebouwd in Finland, waar het bedrijf eveneens een raffinaderij heeft.

Opdrachtgever: North Sea Port Waar: Zeeland Investering: onbekend Afronding: onbekend

Het havengebied van North Sea Port onderzoekt de haalbaarheid, vormgeving en uitrol van een grootschalige buisleidinginfrastructuur voor transport van CO2, waterstof of restgassen. Het onderzoek loopt tot 30 juni 2019.

Opdrachtgever: Nouryon en Gasunie Waar: Chemie Park Delfzijl Investering: onbekend Afronding: onbekend

Nouryon en Gasunie New Energy onderzoeken een grootschalige power-to-gas-installatie op het Chemie Park Delfzijl. De bedrijven willen met een twintig megawatt waterelektrolyse-unit elektriciteit omzetten in drie kiloton groene waterstof per jaar. BioMCN gaat de waterstof combineren met CO2 uit andere processen voor de productie van biomethanol, een grondstof voor biobrandstoffen en de chemische industrie. In verband met een geplande kerosinefabriek in Delfzijl (zie volgende pagina) onderzoeken de partijen een scale-up van twintig naar zestig megawatt.

Opdrachtgever: Nouryon Waar: Delfzijl Investering: onbekend Afronding: 2021

Nouryon wil de productie van hoogzuiver vacuümzout op haar locatie in Delfzijl uitbreiden. Het project verhoogt de productie van de fabriek met ongeveer 25 procent. Het chemiebedrijf studeert nog op de plannen. Bij groen licht moet het project vervolgens binnen drie jaar worden voltooid.

PETROCHEM 1 - 2020 49

PET1 K Projecten.indd 49

05-02-20 16:10


EEN MAN EEN MAN

EEN WOORD EEN WOORD Muehlhan belooft efficiënte bereikbaarheid in complexe werksituaties Interesse in een afspraak? Bel 010-4264960 www.muehlhan.nl

staalconservering – steigerbouw – rope access

PET Advertenties.indd 50

05-02-20 15:50


PROJECTEN Opdrachtgever: o.a. Nouryon Waar: IJmuiden Investering: onbekend Afronding: 2023-2024

Nouryon, Tata Steel en Port of Amsterdam onderzoeken de haalbaarheid van een honderd megawatt waterelektrolysefabriek voor de productie van maximaal vijftienduizend ton waterstof per jaar, plus zuurstof, op het terrein van Tata Steel in IJmuiden. Een definitief besluit wordt verwacht in 2021. De bouw zou rond 2023-2024 klaar kunnen zijn.

Opdrachtgever: Photanol en Nouryon Waar: Delfzijl Investering: acht miljoen euro Afronding: 2020

Photanol bouwt met Nouryon een demonstratiefabriek in Delfzijl, waarin bacteriën CO2 omzetten in organische zuren, zo’n 10.000 tot 15.000 kilo, die worden gebruikt in de MCA-fabriek van Nouryon. Als een product van goede kwaliteit tegen een gunstige kostprijs kan worden geproduceerd, volgt een commerciële fabriek. Deze zou twintig tot dertig miljoen kilo produceren. De bouw daarvan staat alvast gepland voor 2023.

Opdrachtgever: PolyStyreneLoop Waar: Terneuzen Investering: 6,5 miljoen euro Afronding: onbekend

PolyStyreneLoop wil naast chemiebedrijf ICL-IP in Terneuzen een demofabriek bouwen, die broomhoudend polystyreenafval gaat recyclen. De bouw start begin 2019. Het proces levert schone polystyreen op die direct kan worden hergebruikt. De demofabriek kan drieduizend ton gerecycled polystyreen per jaar produceren.

Opdrachtgever: Port of Antwerp Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: onbekend

Port of Antwerp brengt verschillende spelers uit het havengebied samen voor de duurzame productie van methanol. Het plan is om CO2 af te vangen en met groene waterstof om te zetten in methanol. Het project mikt op vier- tot achtduizend ton methanol per jaar. De partners zijn Indaver, Oiltanking, Engie, Helm-Proman en de Vlaamse Milieuholding.

Opdrachtgever: RWE en Innogy Waar: Eemshaven Investering: onbekend Afronding: onbekend

Energiebedrijven RWE en Innogy onderzoeken de haalbaarheid van een groene waterstoffabriek met een capaciteit tot 100 megawatt. De installatie is gepland op het terrein van de Eemshavencentrale van RWE. Het nabijgelegen windpark Westereems van Innogy levert de stroom voor de fabriek. De eerste bevindingen van het onderzoek komen begin 2020.

NIEUW PROJECT Opdrachtgever: Stora Enso Waar: Gent Investering: 9 miljoen euro Afronding: eerste kwartaal 2021

Stora Enso investeert negen miljoen euro in een proeffabriek in de haven van Gent. De proeffabriek gaat in eerste instantie industrieel beschikbare fructose gebruiken om hoogwaardige chemicaliën en materialen te produceren voor het testen van toepassingen. In de toekomst moeten dat suikers uit hout en andere non-food biomassa worden. De fabriek is naar verwachting klaar in het eerste kwartaal van 2021.

Opdrachtgever: Teijin en BioBTX Waar: Emmen en Delfzijl Investering: onbekend Afronding: onbekend

Teijin en BioBTX hebben grote investeringsplannen om de Twaron-vezels van Teijin te verduurzamen. Teijin is al zo ver dat de engineering wordt voorbereid. BioBTX heeft nu een demofabriek in Groningen en denkt aan een fabriek – mogelijk in Delfzijl – van enige tientallen miljoenen euro’s. De investering van Teijin zou een veelvoud daarvan bedragen.

Opdrachtgever: TNO/Voltachem Waar: Delft Investering: onbekend Afronding: onbekend

Met methaanpyrolyse wordt waterstof uit aardgas gemaakt met koolstof – en niet CO2 – als waardevol bijproduct. Het is betaalbaarder, kost weinig energie en levert een waardevol product op. TNO/Voltachem verwacht dat deze technologie over enkele jaren marktrijp is. Het ontwikkelt bovendien een methode om koolstof zuiver uit de reactor te scheppen.

Opdrachtgever: o.a. Twence Waar: Hengelo Investering: onbekend Afronding: 2020

Twence, Coval Energy, TNO en de TU Delft bouwen een pilot-installatie voor de productie van de mierenzuur. De installatie wordt in eerste instantie gevoed met CO2 uit de bestaande natriumbicarbonaatinstallatie. Coval Energy ontwikkelt technologie. Mierenzuur kan worden gebruikt voor het opwekken van elektriciteit in de brandstofcel van voertuigen en heeft de potentie om als groene grondstof fossiele grondstoffen te vervangen.

Opdrachtgever: Utility Support Group Waar: Geleen Investering: onbekend Afronding: begin 2019

Utility Support Group doet een haalbaarheidsonderzoek naar een demonstratie powerto-heat installatie. Het onderzoek richt zich specifiek op elektrische stoomketels en gloeispiralen en wordt naar verwachting begin 2019 afgerond. Bij een positieve uitkomst wordt een investeringsvoorstel uitgewerkt voor de realisatie van een demo P2H-installatie.

PETROCHEM 1 - 2020 51

PET1 K Projecten.indd 51

05-02-20 16:10


MARKET REVIEW DEMONTAGE

DDM Demontage B.V.

Industriële verhuizingen Demontage – Sloopwerken Transport – Asbestsanering Offshore Postbus 253 3454 ZM DE MEERN Tel: +31 (0)30- 666 97 80 Fax: +31 (0)30- 245 91 27 E-mail: info@ddm.eu Website: www.ddm.eu

MANUFACTURING EXECUTION SYSTEMS (MES)

PIPE SUPPORTS

STAALCONSTRUCTIES

Dutramex B.V.

Energieweg 19 4143 HK LEERDAM Tel: +31(0)345 - 61 40 11 E-mail: sales@dutramex.com Website: www.dutramex.com Veerhangers & -supports Hydraulische Schokdempers Trillingsdempers Bewegingsbegrenzers Pijpophangingen Pijpondersteuningen Klemsystemen Glijplaten Isolatiepakketten Counter Weight Systemen Staalconstructies

PROCESS CONTROL

MAGION Process Control Engineering B.V. Wolga 5 2491 BK DEN HAAG Tel: +31 (0)70- 444 27 70 Fax: +31 (0)70- 444 20 82 E-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl

MAGION Process Control Engineering B.V. Wolga 5 2491 BK DEN HAAG Tel: +31 (0)70- 444 27 70 Fax: +31 (0)70- 444 20 82 E-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl

Frijns Steel Construction b.v. De Valkenberg 14 6301 PM Valkenburg a/d Geul Postbus 150 6300 AD Valkenburg a/d Geul Tel: +31 (0)43 601 01 01 Fax: +31 (0)43 601 01 02 E-mail: info@frijnsgroup.com Website: www.frijnsindustrialgroup.com

STUDBOLTS

Future. Delivered.

Elektrisch voorwarmen en gloeien / Inductie verwarmen / Stationaire en mobiele gloeiovens / Uitdrogen beton en coatings

Delta Heat Services B.V.

Scheelhoekweg 2 3251 LZ STELLENDAM Postbus 52 3250 AB STELLENDAM Tel: +31 (0)187- 49 69 40 Fax: +31 (0)187- 49 68 40 E-mail: info@delta-heat-services.nl Website: www.delta-heat-services.nl

BC Basco MANUFACTURER OF HIGH INTEGRITY BOLTING

Vierschaarstraat 7A 9160 LOKEREN Tel: +32 9 348 21 35 Gsm: +32 472 73 10 56 E-mail: sales@basco.be Website: www.bc-basco.com Contactpersoon : Toyah Timmermans

Indien u ook vermeld wilt worden in de Market Review van Petrochem, neemt u dan contact op met Jetvertising, Arthur Middendorp, tel. 070 399 0000.

PET09_MartketReview-liggend2020.indd 50 PET Adv MarketReview.indd 52

WARMTEBEHANDELING

SMIT Heat Treatment PO Box 117 5430 AC Cuijk

Locatie Rotterdam: Scheepsbouwweg 45, Rotterdam +31 78 699 96 90 rotterdam@smit-industrial.com Locatie Cuijk: Havenlaan 16, Katwijk NB cuijk@smit-industrial.com www.smit-industrial.com

The future of bulk liquid storage delivered to you

10-12 March 2020 Rotterdam Ahoy 30-01-20 14:04 05-02-20 16:11


PROJECTEN Opdrachtgever: o.a. Vattenfall Waar: Eemshaven Investering: onbekend Afronding: 2023

Vattenfall, Gasunie en het Noorse Equinor werken samen om waterstof in te zetten als brandstof voor de Magnum-centrale in de Groninger Eemshaven. Zij hebben een innovatieproject opgestart om vanaf 2023 een van de drie units van de centrale over te schakelen op waterstof.

Opdrachtgever: Vertoro Waar: mogelijk Geleen Investering: onbekend Afronding: 2019-2022

Vertoro bouwt een proeffabriek op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen waarin lignine wordt omgezet in een olie, die een basis kan zijn voor bijvoorbeeld harsen, chemicaliën en brandstoffen. Het is de bedoeling om in 2022 een volwaardige fabriek op Chemelot te realiseren met een capaciteit van tienduizend ton bio-olie per jaar.

Opdrachtgever: Vijf waterschappen, HVC en Paques Waar: Dordrecht Investering: onbekend Afronding: 2021

In het pilot-project PHARIO maakten bacteriën uit afvalwater het bioplastic PHA, een natuurlijk polyester van hoge kwaliteit. Een demo-installatie gaat nu voldoende materiaal voor de kunststofindustrie maken om de verwerking en de toepassing te testen. De demo-installatie wordt gebouwd bij de slibverbranding van HVC naast de rioolwaterzuivering Dordrecht

Opdrachtgever: VITO Waar: Antwerpen Investering: 4,3 miljoen euro Afronding: eerste kwartaal 2021

Vlaamse onderzoeksorganisatie VITO bouwt met Jacobs Belgium en VMH een pilot-installatie voor de productie van bio-aromaten uit lignine/hout. De installatie krijgt een capaciteit van ongeveer tweehonderd kilo per dag. Het LignoValue Pilot project kost 4,3 miljoen euro en moet tegen het eerste kwartaal van 2021 resulteren in een werkende installatie.

Opdrachtgever: W2C Waar: Rotterdam Investering: 200 miljoen euro Afronding: 2021

Een samenwerkingsverband van Nouryon, Shell, Air Liquide, Enerkem en Havenbedrijf Rotterdam wil een waste-to-chemicals-fabriek in Rotterdam realiseren. De installatie gaat uit ongeveer 360.000 ton huishoudelijk en bedrijfsafval synthesegas en vervolgens zo’n 220.000 ton methanol produceren.

Opdrachtgever: Wintershall Waar: Blok F17 Investering: onbekend Afronding: onbekend

Wintershall wil ongeveer 120 kilometer ten noorden van Den Helder olie en gas winnen (blok F17). De verwachte productie zou maximaal 20.000 vaten olie en 500.000 kubieke meter gas per dag zijn. Het gas wordt per pijpleiding getransporteerd. De olie wordt in een onderwateropslagtank opgeslagen die wekelijks wordt geleegd.

Opdrachtgever: Zitta Biogas Chemelot Waar: Geleen Investering: onbekend Afronding: onbekend

Zitta Biogas Chemelot bouwt een grootschalige biogasinstallatie op Chemelot. De installatie verwerkt 700.000 ton mest tot 60 miljoen kubieke meter biogas, en verder nog gedroogde mestkorrels en zuiver water. Het biogas wordt ingezet ter vervanging van aardgas voor de kunstmestproductie op Chemelot.

PETROCHEM 1 - 2020 53

PET1 K Projecten.indd 53

05-02-20 16:10


COLUMN

‘Australië lijkt de voorbode van wat ons te wachten staat bij voortschrijdende klimaatverandering. Ook wat betreft politiek en beleid.’

Brand! De wereld staat in brand, en in Australië mag je dat best letterlijk nemen. Bosbranden legden er de afgelopen maanden 19 miljoen hectare bos in de as, dat is zes keer België. Er kwamen 29 mensen en meer dan een miljard dieren om, duizenden huizen gingen in de vlammen op. De schade is zeer zichtbaar en loopt in de miljarden, de economie van Australië zal in 2020 een flinke deuk oplopen. De premier Scott Morrison is de kop van jut. Eerst wilde hij niet uit zijn vakantieoord in Hawaï terugkeren omdat hij die bosbranden niet belangrijk genoeg vond. Nadat hij onder druk van de publieke opinie eindelijk terugkeerde, bestond hij het om het verband tussen de branden en de klimaatverandering staalhard te ontkennen, want bosbranden zijn er altijd al geweest in Australië. Dat is waar, maar het zijn niet de bosbranden an sich die nieuw zijn, maar de enorme schaal van die branden die nog nooit eerder zoveel impact hadden. Als gevolg van de klimaatverandering zijn de Australische zomers immers veel heter en droger geworden en de bosbranden worden navenant groter, langer en verwoestender. Klimaatontkenners Die bosbranden hebben in korte tijd ongeveer even veel CO2 geproduceerd als wat Australië in een heel jaar uitstoot. Die branden zijn dus niet alleen een gevolg van de klimaatverandering, ze zijn ook een oorzaak van klimaatverandering. Een typisch voorbeeld van een positieve feedback-lus die het hele proces nog versnelt. Als eenmaal een grens wordt overschreden (‘tipping point’), slaat het klimaat op hol en valt de klimaatverandering niet meer te stoppen. Er zijn er nog meer versnellende factoren, zoals de vrijstelling van het superbroeikasgas methaan uit de ontdooiende permafrost en het verdwijnen van het pakijs aan de Noordpool. In brandweertermen heet dat een uitslaande brand. Zo’n brand valt niet meer te blussen, je kan alleen nog de schade pogen te beperken. Ironisch genoeg heeft Australië heel goede troeven om snel en volledig over te schakelen naar hernieuwbare energie. Het land heeft zeer veel zon, wind en ruimte en het is een ontwikkeld en rijk land dat gemakkelijk de omslag zou kunnen maken. Maar dat gebeurt niet, het land loopt flink achter op vlak van

hernieuwbare energie. Het land produceert zijn energie vooral uit steenkool en is de grootste steenkoolexporteur ter wereld. De heersende liberale partij lijkt op een bonte verzameling klimaatontkenners en de steenkoolindustrie heeft de politiek stevig in zijn greep. Laboratorium Australië heeft nochtans heel veel te verliezen door de klimaatopwarming. Het is een van de snelst opwarmende delen van de aarde, ver boven de gemiddelde temperatuurstijging van ongeveer 1 graad Celsius. Australië is van nature al een warm en droog continent dat dan ook erg gevoelig is voor verdere klimaatopwarming. Het grote koraalrif Great Barrier Reef lijdt nu reeds sterk onder de gevolgen van de klimaatverandering: de koralen verbleken en sterven af door het warmere zeewater. Volgens de Australische academie der wetenschappen heeft het grote rif reeds vijftig procent van zijn koralen verloren. Nu komen hier nog die megabranden bovenop. Het Australische ecosysteem is duidelijk in crisis. Australië lijkt de voorbode van wat ons te wachten staat bij voortschrijdende klimaatverandering. Ook wat betreft politiek en beleid. Eens zien wat er gebeurt nadat de brand is geblust. Blijft het business as usual of verandert er eindelijk wat? Volhardt de liberale partij in de boosheid wat betreft de ontkenning van de klimaatverandering? De premier verklaarde recent nog dat ‘meer doen tegen de klimaatverandering roekeloos zou zijn’. In hoeverre draaien ze ook politiek op voor deze klimaatcrisis? Australië is ongewild een laboratorium voor de wereld geworden op vlak van klimaatbeleid. Benieuwd wat dat zal geven.

Wim Soetaert Prof. Wim Soetaert is verbonden aan InBio.be, expertisecentrum voor industriële biotechnologie en biokatalyse van de Universiteit Gent.

PETROCHEM 1 - 2020 54

PET I Column.indd 54

05-02-20 16:11


Serving the industry FIB Industries is, sinds de oprichting in 1946, uitgegroeid tot een belangrijke speler op de markt van complexe proces- en drukvaste apparatuur. Overal ter wereld levert en installeert FIB Industries maatwerkproducten van roestvast staal en hooggelegeerde materialen als onderdeel van hoogtechnologische installaties. Hierbij valt te denken aan: • Drukvaten

• Hydroprocessing reactor internals

• Warmtewisselaars

• Kolommen

• Vergassings- en Low-NOx-branders

• Opslagtanks

• DeNoX-modules

• Lucht in- en uitlaatsystemen van gasturbines

• Reactors

• Fakkelinstallaties Klantspecificaties worden ingenieus vertaald naar producten die voldoen aan de eisen én maakbaar zijn met de hoogste efficiency. FIB Industries is een zelfstandige werkmaatschappij binnen Andus Group: een internationaal opererende holdingmaatschappij met gespecialiseerde werkmaatschappijen die wereldwijd actief zijn in een breed industrieel werkveld. Kennismaken? Graag. Belt u even of kijk op www.fib.nl

FIB Industries BV | Einsteinweg 18, 8912 AP Leeuwarden NL | T +31 (0)58 - 294 59 45 | E info@fib.nl | I www.fib.nl



25-26 maart 2020 Antwerp Expo

REGISTEER

NU!

REGISTREER VOOR GRATIS TOEGANG MET CODE: 3002 via www.maintenance-expo.be www.maintenance-expo.be

Gelijk�jdig met


25-26 maart 2020 Antwerp Expo

REGISTEER

NU!

REGISTREER VOOR GRATIS TOEGANG MET CODE: 3002 via www.pumps-valves.be www.pumps-valves.be

Gelijktijdig met


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.