11 minute read

STRATEGIE Met DTA heeft de industrie er een main supplier bij

MET DTA HEEFT DE INDUSTRIE ER EEN MAIN SUPPLIER BIJ

CORPORATE UITSTRALING MET ATTITUDE VAN FIRST-TIER SUPPLIER

Advertisement

Wat te doen in een wereld die zo snel verandert? Bij de groep rondom technologieleverancier FMI vonden ze het in elk geval tijd er verder op te anticiperen. Dus is daar nu de Dutch Technology Alliance (DTA): een main supplier, waarin ruim zevenhonderd medewerkers van meerdere bedrijven onder één naam samenwerken. Van projecten voor de hightech- en medical industrie tot en met engineering, machinebouw en installatiewerken: de scope is breed. En waar dat toe leidt? Geef de alliantie eens vijf jaar, zo klinkt het, en het kan haast niet anders of de industrie heeft er een gerenommeerde speler bij. ‘We proberen groot te worden, het potentieel is enorm.’

René de Keijzer (links) en Bart Beune bij het pand van FMI Mechatronics in Uden. Beiden maken deel uit van het bestuur van de Dutch Technology Alliance, dat verder bestaat uit cfo Jurgen Spies, Ronald van Gerwen (ceo FMI ImProvia) en Marco van Maaren (ceo 21 Groep). Foto’s: Vincent Knoops

DOOR JAN BROEKS

René de Keijzer kan er wel om lachen. Hadden ze laatst een dag met het key management van alle bedrijven, ging het ook over het aantrekken van nieuw talent. ‘Zaten we daar, met bijna alleen maar grijze en kalende mannen van middelbare leeftijd, druk bezig met een verhaal voor de jeugd… Ach ja, we zijn er in elk geval mee aan de slag. Wat we willen, is mensen hier zo veel mogelijk kansen bieden. En ja, ze mogen fouten maken. Liever dat dan dat we ze kort houden.’ Naast hem hoort Bart Beune het met een glimlach aan. ‘Mensen willen zich ontwikkelen. Dus zijn ze eenmaal aan boord, dan is het de kunst ze aan boord te houden. Ik denk dat de diversiteit binnen en tussen al onze bedrijven daar zeker toe bijdraagt. Mensen kunnen hier intern aan hun toekomst werken.’

TECHNEUTEN KOESTEREN

Dit verhaal gaat over strategie, waarover zo dadelijk meer. Opvallend is dat het naast cijfers en doelen evengoed gaat over de eigen mensen. En vooral ook: over de waardering die De Keijzer en Beune voor hen hebben. Spreek beiden gelijktijdig – in dit geval op het kantoor van FMI Mechatronics in Uden – en dan blijkt hoezeer ze op één lijn zitten. Techneuten zijn loyaal, zo merkt De Keijzer op. ‘Dus moet je die koesteren.’ Mensen enthousiasmeren: beiden doen het naar eigen zeggen maar al te graag. Dus droeg ongetwijfeld ook die gemene deler eraan bij dat ze er al snel uit waren toen ze elkaar in maart van dit jaar spraken. Beune werkte destijds ergens anders (zie kader), maar gaf aan nog eens de eindverantwoordelijkheid voor een groep op zich te willen nemen. En De Keijzer zocht juist zo iemand, om ook zelf een volgende stap te kunnen zetten. Van het een kwam het ander. En nu is Beune sinds deze zomer de nieuwe ceo van FMI, dat meerdere productie- en assemblagebedrijven omvat. Daarmee is hij de opvolger van De Keijzer, die nu ceo is van de Dutch Technology Alliance (DTA): een nieuwe main supplier, met meer dan 25 entiteiten, ruim 700 medewerkers en een omzet van momenteel zo’n 120 miljoen euro.

• ‘Mensen kunnen hier intern aan hun toekomst

werken.’

• ‘We willen ons profileren als topwerkgever.’ • ‘Als je kijkt naar de groei in onze markten,

is 170 miljoen euro omzet over vijf jaar niet zo gek.’ • ‘De koek is groot genoeg, andere bedrijven zullen eerder blij met ons zijn.’ • ‘De klant heeft straks nog meer keuze om waar dan ook op onze trein te springen.’

INSPELEN OP ELK THEMA

Zie de alliantie als ‘een cumulatie van subculturen’, zegt De Keijzer. Opgericht als een overall industrieel dienstverlener en opgebouwd uit de bedrijven die hij in de afgelopen jaren overnam, samenbracht en uitbouwde. Eén daarvan is FMI, dat hij in 2002 kocht en dat zich in de loop der tijd heeft gespecialiseerd in het ontwikkelen en leveren van machines en toepassingen voor onder andere de hightech sector en medische industrie. Ook FMI ImProvia valt met haar engineering en productieautomatisering onder de alliantie. Net als installatiebedrijf 21 Groep, robotproducent ExRobotics, infrabedrijf ÆVO en de

‘ELKE ACTIVITEIT WILLEN WE OP HOOG NIVEAU AANBIEDEN’

Gedurende het ruim 30-jarig bestaan van TCPM Ingenieurs & Adviseurs hebben de drie dga’s van dit bureau de markt steeds complexer zien worden, waarbij het aantal uitdagingen voor machinebouwers toenam. Te denken valt aan technologische ontwikkelingen, toenemende regelgeving, hogere klanteisen, kortere ontwikkel- en doorlooptijden en transparantie in de markt qua prijsniveaus. Door zich sterk te professionaliseren en de eigen kennis en ervaring te verbreden en te verdiepen, blijft TCPM doen waar het goed in is: als betrouwbare strategisch partner toegevoegde waarde realiseren voor opdrachtgevers.

Inmiddels telt TCPM 200 medewerkers verspreid over 5 kantoren in Nederland`. Met expertises op het gebied van engineering, projectmanagement en industriële veiligheid leveren wij een samenhangend pakket aan diensten. Hiermee helpen we onze opdrachtgevers in technische omgevingen verder met complete en integrale oplossingen.. ‘Een bewuste keuze, die aansluit bij de behoeften en activiteiten van onze opdrachtgevers. Elke activiteit willen we op hoog niveau aanbieden. Daar hoort ook een bepaalde schaalgrootte bij, waarbij we onze expertises centraal organiseren, om alle aanwezige kennis in regionale kantoren optimaal te benutten. Zo kan de opdrachtgever altijd rekenen op de meest deskundige ondersteuning en de best renderende oplossing’, stelt Rudie Veenendaal, algemeen directeur bij TCPM. productiemiddelen te monitoren helpen daarbij’, zegt Erik van de Vrugt, technisch directeur bij TCPM. ‘Maar ook op het vlak van simulatietechnieken en cybersecurity rond productie-installaties moet je bijblijven. Morgen kan iemand een revolutie ontketenen, daar moet je op voorbereid zijn.’

EIGEN WERKMETHODIEK

Om die vergaande professionalisering handen en voeten te geven, ontwikkelde TCPM intern het Framework. Deze werkmethodiek omvat onder meer bestaande tools als PRINCE II en Design for Six Sigma, en stelt medewerkers in staat gestructureerd en in steeds nieuwe omgevingen projectmatig te werken – van haalbaarheidsstudie, basic engineering tot detailed engineering en realisatiefase/projectmanagement. ‘In complexe projecten moet steeds meer kennis op het juiste moment samengevoegd worden. Een goed, formeel werkproces ondersteunt dat. We moeten met onze dienstverlening ook vooroplopen, omdat we veel voor innovatieve opdrachtgevers werken, die zelf vooruitstrevend zijn op hun terrein. Wij gaan geen uitdaging uit de weg. Als je dat bewezen hebt, komen ook andere vragen op je af’, stelt Mark Tuinte, commercieel directeur bij TCPM. ‘Opdrachtgevers doen niet voor niks soms al decennialang zaken met ons.’

DIVERSE SAMENWERKINGSMODELLEN

Inmiddels zijn zo diverse partnerships en samenwerkingsmodellen ontstaan. Tuinte: ‘Samenwerken met opdrachtgevers is al een specialisme op zich: hoe doe je dat? Afhankelijk van de behoefte van de opdrachtgever stellen we een roadmap op om tot een goede fit en een maximaal resultaat te komen.’ Daarbij volgt TCPM technologische en marktontwikkelingen op de voet. ‘Productiesystemen moeten steeds beter, sneller en kosteneffectiever. Automatisering en Industrie 4.0- achtige oplossingen als draadloze communicatie tussen machines, dashboards om machineresultaten te analyseren en de effectiviteit van

MAXIMAAL ONTWIKKELEN

Daarom stuurt TCPM sterk op de kwaliteit van de eigen medewerkers. ‘Potentiële medewerkers moeten beschikken over vakmanschap, goed kunnen communiceren en zich continu willen ontwikkelen. Proactief zijn en net dat beetje extra voor de opdrachtgever willen doen’, aldus Veenendaal. ‘Die mensen willen we aan ons binden met opleidingstrajecten voor startende en zittende medewerkers, en een cultuur waarin zij maximaal tot ontwikkeling komen.’ Vandaar ook dat TCPM tegen de trend in investeert in fullservice kantoren. ‘Mensen bij elkaar brengen, samen aan een project werken, van elkaar leren, ideeën uitwisselen, technische creativiteit stimuleren. Dat alles gaat makke- lijker als je elkaar ziet en draagt bij aan een beter product en hogere kwaliteit’, zegt Tuinte.

KANSEN PAKKEN

Komende tijd zet TCPM als vanouds in op nieuwe kansen en uitdagingen. ‘Bijvoorbeeld ervaring opbouwen in waterstof, zoals we in 1996 deden in de windindustrie. Uiteindelijk moet dit leiden tot de ontwikkeling van een eigen dienst of product’, verklaart Van de Vrugt. ‘En met het oog op de schaarste in materialen, hebben we onlangs onze rekenafdeling uitgebreid met kennis op het gebied van high performance materials and structures. Daar gaan we rekenen aan lichtere en sterkere constructies om te komen tot kwalitatief vergelijkbare alternatieven. Wellicht vormen die de oplossing voor bedrijven die tegen grenzen aanlopen. Zo zijn we altijd op zoek naar kansen die meerwaarde hebben voor onze opdrachtgevers.’

TCPM.NL

productiebedrijven Rommtech en Metrical. Een diverse groep dus – en juist daarom volgens De Keijzer zo kansrijk. ‘Kijk naar de thema’s van nu, al is het maar de toelevering voor de semicon of de energietransitie. Het potentieel van deze alliantie is enorm.’ En dat laatste geldt niet in de laatste plaats voor FMI, zo vult Beune hem aan. ‘We willen een analytische tak opzetten, zodat we naast de focus op semicon en medical kunnen bouwen op drie pijlers. En daarmee goed overeind blijven als het op een van de drie gebieden minder gaat.’

AAN DE VOORAVOND VAN GROEI

De samenwerking tussen alle bedrijven was er al. En de basis is over de hele linie solide, zo klinkt het. Waarom dan toch nog een overkoepelende alliantie? Daarvoor moeten we volgens De Keijzer vijf jaar terug in de tijd, toen FMI binnen drie maanden 21 Groep overnam en Irmato – ingenieursbureau en producent voor de machinebouw en industriële automatisering – een doorstart gaf. ‘Daardoor gingen we met FMI van nog geen 200 ineens naar ruim 450 medewerkers. Het kostte ons twee jaar om alles op de rit te krijgen,

bovendien waren we met FMI net first-tier supplier voor ASML. Vervolgens kwam corona, wat ons een boost gaf qua digitalisering.’ Kortom, werd er toen veel van de bedrijven gevraagd, nu is er meer rust. En is het volgens De Keijzer tijd om te consolideren en daarna verder te groeien. ‘Ik denk dat we er klaar voor zijn.’ Wat is het doel met de alliantie? De Keijzer: ‘We willen groeien, maar gaan niet ongebreideld omzet kopen. Dan zouden we concessies moeten doen aan de kwaliteit van ons personeel, wat uiteindelijk alleen maar geld kost. We willen ons profileren als topwerkgever en over vijf jaar een gerenommeerde speler zijn. En als je kijkt naar de groei in onze markten, is 170 miljoen euro tegen die tijd niet zo gek.’ Beune: ‘Van dat deel willen we met FMI zo’n 100 miljoen euro voor onze rekening nemen. En dat niet alleen met meer focus op de analytische markt, maar bijvoorbeeld ook op automatisering van arbeidsintensieve processen. Die kunnen wij met onze cobots en robots verder vormgeven.’

Met de alliantie staat de basis. Wat worden de volgende stappen? De Keijzer: ‘We zijn nu aan de slag in Oost-Europa, waar we willen participeren in een machinefabriek en in een start-up voor hightech verpakkingen. Bovendien hebben we daar veel grond, waar we nog veel mee kunnen doen. En niet onbelangrijk: er is daar voldoende personeel. Het is misschien een wat onrustige regio, maar wij zien kansen.’ Beune: ‘Uiteindelijk gaat het erom dat de klant straks nog meer keuze heeft om waar dan ook op onze trein te springen. Waarbij het aan ons is om te bepalen wat het beste past. En te beseffen dat nee soms ook een professioneel antwoord is.’

Concurrenten van de DTA zijn nu vooral bedrijven met een omvangrijker trackrecord. Beune: ‘Dat zie ik niet als een nadeel. Sterker nog, andere bedrijven zullen eerder blij met ons zijn. We versterken de regio, gaan hier samenwerkingen aan. De koek is groot genoeg, we hoeven elkaar geen vliegen af te vangen.’ De Keijzer: ‘Ga je uit van beperkingen, dan ga je ook zo denken. Dus draaien we het om en zien we kansen. En zoals Bart zegt: die zijn er meer dan genoeg. We proberen groot te worden. Waarbij we een corporate uitstraling willen, met de attitude van een first-tier supplier. Dat is een paradox, maar met ondernemen en samenwerken moet het lukken.’ Is er zoiets als een typisch DTA-bedrijf of een typische DTA-medewerker? De Keijzer: ‘Dat niet zozeer. Naar buiten toe presenteren we ons als één krachtige bundeling en intern doen we dat net zo goed. Als je zo hard groeit als wij hebben gedaan, ontstaat er meer behoefte om elkaar te leren kennen. We gaan de samenwerking tussen de bedrijven meer benadrukken, met operational excellence als speerpunt.’

René de Keijzer: ‘We willen groeien, maar gaan niet ongebreideld omzet kopen.'

‘OPERATIONAL EXCELLENCE WORDT ONS SPEERPUNT’

Bart Beune: ‘Uiteindelijk gaat het erom dat de klant straks nog meer keuze heeft om waar dan ook op onze trein te springen.' Zo veel kansen op zo veel gebieden: voor je het weet, verlies je de focus. De Keijzer: ‘Ha, dat klopt. En misschien is dat ook wel mijn valkuil: ik wil soms te snel verder. Maar goed, daarvoor is Bart nu aan boord. Hij heeft meer geduld dan ik. En geduld is nodig om een organisatie intern goed te laten gedijen.’

• • www.dtall.nl www.fmi-international.com

‘HIER HEB IK VOLDOENDE BOUWMATERIAAL’

Bedrijven die niet lekker lopen weer op de rit krijgen. De spreekwoordelijke punt op de horizon zetten, om er vervolgens met de hele organisatie naartoe te werken: Bart Beune haalt er naar eigen zeggen veel voldoening uit. Bouwen aan organisaties is leuk, zo zegt hij. Dus kan hij vooruit bij FMI, waar hij sinds deze zomer ceo is. ‘Hier heb ik voldoende bouwmateriaal.’ Voordat Beune bij FMI aan de slag ging, vervulde hij leidinggevende functies bij organisaties als GL Group, NTS Group en Hittech Group. Hij praat er met veel enthousiasme over en werkte er naar eigen zeggen met veel plezier. Maar toch, in de tijd van de lockdowns keek ook Beune eens waar hij stond en waar hij nog naartoe wilde. Om te concluderen dat een functie zoals hij die nu bij FMI heeft hem prima zou passen. Eenmaal aan de slag, bleek die stap de juiste. ‘Het voelde hier voor mij meteen als een warm bad.’