19 minute read

PRODUCTIVITEIT Automatisering en digitalisering tillen logistiek rond lasersnijproces naar hoger niveau

AUTOMATISERING EN DIGITALISERING TILLEN LOGISTIEK ROND LASERSNIJPROCES NAAR HOGER NIVEAU

SAMENWERKEN VOOR SLIM SNIJDEN BIJ SUPLACON

Advertisement

Plaatwerkbedrijf Suplacon wil groeien door zijn productiviteit te vergroten, onder meer van het lasersnijproces. Daarvoor is meer nodig dan alleen nieuwe machines installeren met lasers die een hoger rendement hebben en daardoor sneller snijden. Slimme software draagt eveneens bij aan een efficiënter proces. En samen met partners stroomlijnde Suplacon ook de logistiek rond de lasers. ‘Er wordt alleen geld verdiend als het gereedschap – de laserstraal of een kantmes – het materiaal raakt. Alles eromheen moet je zo efficiënt mogelijk inrichten.’

• ‘Startpunt was onze ambitie om naar een omzet

van 20 miljoen euro te groeien, zonder dat er extra handjes nodig zouden zijn.’

• ‘Het ironische is dat een snellere laser als een

raket over de plaat gaat, maar de logistiek vaak niet zo snel is.’

• ‘We willen de verantwoordelijkheid zo laag

mogelijk op de vloer houden.’

• ‘Tegelijkertijd moeten we in onze tak van sport

echt naar procesborging.’

Van links naar rechts Janco Dragt, Bart Verhoeven, Jelle Koning, Antijn Koers, Jeroen Oldenhof en Michel van Valburg. Achter hen links het materiaalmagazijn, rechts een Trumpf-laser en daartussen de Laserflex van Remmert. Foto’s: Gonny van Duinen

DOOR HANS VAN EERDEN

Suplacon (100 medewerkers) in Emmeloord is een moderne toeleverancier voor plaatwerk, van basisonderdelen en behuizingen tot kasten en lasconstructies. Het bedrijf heeft een eigen portal, Plaatwerk365, voor het online calculeren en bestellen van plaatwerkproducten. Met deze portal, inmiddels goed voor 30 procent van de omzet, laat Suplacon zien in de plaatwerkwereld voorop te lopen met digitalisering. Een ander ‘bewijs’ daarvan is een recent smart industry-project waarin Suplacon samen met partners een hooggeautomatiseerde installatie voor lasersnijwerk realiseerde. Trumpf Nederland fungeerde als projectcoördinator en leverde nieuwe lasersnijmachines. Slimme uitbreidingen op de werkvoorbereidingssoftware kwamen van WiCAM Benelux, leverancier van high-end CAD/CAM- en nestingsoftware voor cnc-plaatbewerking. Het Duitse Remmert verzorgde de logistieke automatisering en Produmize, ontwikkelaar van smart industry-oplossingen voor het mkb, ondersteunde bij het ontsluiten van de data uit de installatie.

TUSSENSTAPPEN MEENEMEN

Doel van het project was de automatisering en digitalisering rond het snijproces naar een hoger niveau te tillen, vertelt operationeel directeur Antijn Koers van Suplacon. ‘Startpunt was onze ambitie om naar een omzet van 20 miljoen euro te groeien, zonder dat er extra handjes nodig zouden zijn. Daarvoor moesten we meer planuren voor het lasersnijwerk halen. Met de huidige installatie hadden we echt de limiet bereikt. We hebben eerst gekeken naar een oplossing van Trumpf, TruLaser Center 7030, voor het snijden en het uitpakken van de gesneden delen.’ De keuze viel echter op een logistieke oplossing van Remmert, in combinatie met nieuwe lasersnijmachines van Trumpf, voorzien van hoogrendementlasers (fiber in plaats van CO2), en de software van WiCAM. ‘Daarmee konden wij voor het snijproces de beste organisatie en structuur met hardware en software vastleggen, waarbij we ook een efficiencyslag in de logistiek maakten. Want als je machines een stuk sneller worden, moet je dat aan de achterkant wel kunnen bijbenen.’ De machine is tegenwoordig niet meer de bottleneck, maar de organisatie eromheen, beaamt Jelle Koning, ceo van Produmize uit Doesburg. ‘Je moet de aanvoer van materialen en afvoer van gesneden producten ook kunnen verwerken.’ Of zoals Trumpf-salesmanager Michel van Valburg het kernachtig omschrijft: ‘Er wordt alleen geld verdiend als het gereedschap – de laserstraal of een kantmes – het materiaal raakt. Alles eromheen moet je zo efficiënt mogelijk inrichten. Dat was een belangrijk doel van dit project.’

AAN- EN AFVOER ONTKOPPELD

De installatie van Remmert ontkoppelt bij de snijmachines de aan- en afvoer. Een Laserflex handlingsysteem brengt plaat van magazijn naar laser, retourneert reststukken en legt gesneden plaat weg. Bij Suplacon gebeurt dat naar twee Loopflex-systemen, transportbanden waar operators handmatig de gesneden producten uitsorteren. Koers: ‘Door de Loopflex hoef je de gesneden plaat niet meer van A naar B te brengen, dat scheelt weer een transportbeweging. Je kunt er de producten ergonomisch goed van de band halen. In de toekomst willen we vision inzetten voor het automatisch uitsorteren. Het goed oppakken en wegleggen blijft een uitdaging, zeker voor eenmalige series.’ Dat heeft onder meer te maken met verschillende klantwensen voor kwaliteit en afwerking, verklaart Janco Dragt, industrial engineer bij Suplacon. ‘Denk aan tussenmaterialen

voor het stapelen van producten, of visuele inspectie op vlekken en bramen. High-end klanten hebben andere wensen dan 365-klanten en die kunnen het werk bij de Loopflex verstoren. Daarvoor gebruiken we een apart afwerkplein.’

UNIEKE OMGANG MET RESTSTUKKEN

Remmert was zes jaar geleden al bij Suplacon in beeld gekomen met zijn oplossingen voor de materiaalflow, verklaart Koers. ‘We wilden de beam-in, de reine snijtijd van onze lasersnijders, verhogen. Die lag rond de 50 procent en om nog hoger te komen, moesten we de materiaalaanvoer en -afvoer verder automatiseren. Met hun ideeën over de handling van materialen en de configureerbaarheid van installaties en hun duidelijke agenda voor digitalisering hadden ze voor ons de beste propositie.’ De keuze voor Remmert was voor Trumpf, dat zelf ook logistieke oplossingen biedt, geen punt, aldus Trumpf-servicemanager Jeroen Oldenhof. Bart Verhoeven, technisch manager bij WiCAM Benelux in Den Bosch, vult aan: ‘Bij Remmert is er een makkelijke keuze om het gesneden product weer in een magazijn te leggen of meteen uit te sorteren. Het unieke van deze installatie is dat het geen extra cassette in het magazijn kost om reststukken terug te leggen; die komen gewoon bovenop de aanwezige platen te liggen. Dat betekent dat je heel erg efficiënt omgaat met de ruimte in het magazijn. Gevolg voor ons was wel dat we onze software moesten aanpassen, omdat de bij Suplacon al aanwezige magazijnen, van Trumpf en Stopa, reststukken anders verwerken. De manier waarop zij in de nieuwe installatie met reststukken omgaan is echt uniek.’

BEAM-IN OMHOOG

De nieuwste automatisering heeft al vrucht afgeworpen. De beam-in is significant gestegen, meldt Koers. ‘Die ligt nu rond 66 procent en we willen naar zeventig.’ En dat terwijl de 50 procent Voor de gesprekspartners geldt betrokkenheid waar Suplacon op zat al van de medewerkers als een belangrijke aan de hoge kant was, succesfactor voor de ontwikkeling van Suplacon. weet Van Valburg. ‘Het ironische is dat een snellere laser als een raket over de plaat gaat, maar Die gebruiken we als acquisitiekanaal en dat de logistiek vaak niet zo snel is. Dan staat de werkt goed. Ook hebben we persoonlijk contact machine na het snijden naar verhouding langer met 365-klanten, om te zien of we meer voor hen te wachten en gaat de beam-in omlaag.’ Koning: kunnen betekenen. We reserveren ruimte in de ‘Bij Suplacon kijken ze niet alleen naar het snij- planning voor Plaatwerk365-orders. WiCAM proces, maar met een integrale benadering naar heeft een oplossing ontwikkeld om nestingen alle machines in het proces. Daardoor kunnen ze die nog niet volledig zijn gevuld last-minute te hier die 70 procent halen, terwijl veel bedrijven kunnen aanvullen met onder meer 365-orders.’ blijven hangen in alleen maar de machine Dat helpt ook om reststukken te voorkomen, optimaliseren en daardoor tijd verliezen met het waardoor de handling en dus het gehele proces wachten op de verdere verwerking.’ weer iets efficiënter worden.

LAST-MINUTE NESTEN

Van al het werk dat zo efficiënt over de nieuwe installatie gaat, betreft 30 procent orders voor nieuwe producten, vertelt Koers. ‘Die komen van bestaande klanten maar vooral via onze portal.

LEREN OP DE WERKVLOER

Vanwege het hoge aandeel nieuwe orders blijft vakmanschap belangrijk, in werkvoorbereiding

LEES VERDER OP PAGINA 61

Protonic ontwikkelt en produceert industriële elektronica voor OEM’ers en heeft hiervoor alle kennis in huis. • Research • Engineering • Productie

info@protonic.nl www.protonic.nl

maak je merk

en op de vloer. Suplacon investeert daarom veel in TWI, verklaart Koers. ‘Training within industry. Vroeger kon je een vakman, zoals een lasser of kanter, nog van de straat plukken, maar in de huidige ‘roversmarkt’ lukt dat niet meer. Wij leiden daarom zelf mensen op die vanuit een heel andere achtergrond komen, maar wel iets met techniek willen doen. We kijken naar hun skills en vooral naar hun attitude. Met TWI leren we ze stapsgewijs bewerkingsprocessen uit te voeren, op basis van OMA: organiseren, mechaniseren en automatiseren. Kanten bijvoorbeeld is opgedeeld in 25 standaardstappen, van kantmes inhangen tot gekant product wegleggen. We leren hen één stap tegelijk en laten die handeling zeven keer herhalen, maximaal drie standaardstappen per dag; dan beklijft het volgens de theorie. Zo leiden we mensen op om productiever te zijn, beter om te gaan met de gereedschappen en de kwaliteit te borgen. We willen de verantwoordelijkheid zo laag mogelijk op de vloer houden.’ Het gaat weer terug naar intern opleiden en verder doorscholen, zegt Oldenhof, die bij meer Trumpf-klanten zo’n inzet op training ziet. ‘Zover zijn wij nog niet’, reageert Dragt bescheiden. ‘We zien wel dat het met de vele zijinstromers een uitdaging is om de kwaliteit voor de kritische vraag van kritische klanten te borgen, zodat producten op de juiste manier het pand hier verlaten.’

ASML DOMINANT

In reactie op de klantvraag die steeds kritischer wordt, heeft Suplacon Team Blauw in het leven geroepen, meldt Koers. ‘Dat gaat over leverbetrouwbaarheid, kwaliteit, verpakkingswijze en afwerking. Op sommige producten mag bijvoorbeeld geen krasje meer zitten en ook geen vetvlekje dat alleen onder een uv-lamp zichtbaar is. ASML is daarin heel dominant. In Team Blauw ontwikkelt Janco samen met drie collega’s de borging van deze producten. Wij zijn een mensgericht bedrijf. Tegelijkertijd moeten we in onze

tak van sport echt naar procesborging.’ Dragt: ‘Daarom besteden we met Team Blauw veel aandacht aan werkinstructies. De ene materiaalsoort heeft bijvoorbeeld een andere bescherming nodig dan de andere. Ook vakbekwaamheid en krassen zijn thema’s. Met de nieuwe upgrades van werkinstructies creëren we meer duidelijkheid, zowel intern als in de hele toeleverketen.

VERANDERINGSGEZIND

GAMIFICATION

Voor de gesprekspartners geldt betrokkenheid van de medewerkers als een belangrijke succes-

factor voor de ontwikkeling van Suplacon. Verhoeven: ‘Al bij de oude lasermachines kwam er op het scherm een pop-up als ze te lang stilstonden. De mensen zijn hier gewend om het uiterste uit de machines te persen. Dat is een soort bedrijfs-DNA geworden.’ Ook in het smart industry-project is uitgebreid met de mensen op de vloer gesproken over welke informatie zij op hun schermen willen zien, vult Koning aan. Samen met Dragt heeft hij gewerkt aan een datacollectieplatform voor het ontsluiten van de data uit de installatie en dashboards gebouwd voor de presentatie aan operators. ‘Alles wat wordt gelogd, is ook te zien op het dashboard; er zijn geen geheimen. De mensen hier vinden het leuk om daarover mee te denken.’ Meer data uit de machines halen en die onderling vergelijken lokt een soort gamification uit, zegt Dragt, als vertegenwoordiger van de jonge generatie. ‘De ene ploeg gaat opboksen tegen de andere, want een operator wil zoveel mogelijk productie draaien. Hoe mooi is het dat je daarbij kan helpen. Dat voegt waarde toe aan het werkgeluk van de operator én draagt bij aan productiviteitsverhoging.’ In een automatiseringsproject wordt natuurlijk geïnvesteerd in machines, software en logistiek, zegt Van Valburg. ‘Maar als de mensen het niet begrijpen of niet accepteren, dan remt dat je hele oplossing af.’ Bij Suplacon is dat niet geval, want daar is veranderingsgezindheid een andere succesfactor. Ook bij dit project, herinnert Verhoeven zich: ‘De installatie stond en jullie wilden meteen het proces verbeteren. Bij de derde plaat ‘DE BEAM-IN, DE REINE SNIJTIJD VAN ONZE LASERSNIJDERS, die er doorheen ging kregen we al opmerkingen: “Dit kan IS SIGNIFICANT GESTEGEN sneller en dat en dat NAAR ROND 66 PROCENT EN WE WILLEN NAAR ZEVENTIG’ moeten jullie nog verbeteren.”’ Die veranderingsgezindheid zit in de genen van het bedrijf, beaamt Koers. ‘Dat heeft te maken met onze cultuur en ook de gemiddelde leeftijd hier, 35, wat voor een metaalbedrijf uitzonderlijk jong is. We investeren veel in het onderwijs. In 2020 hadden we hier zestien studenten voor een opdracht van een half jaar en vorig jaar zelfs 24, onder wie Janco. We formuleren opdrachten voor de hele doorsnee van het onderwijs, mbo, hbo en wo.’ Koning is verbaasd over de verantwoordelijkheid die studenten in hun projecten bij Suplacon krijgen. Koers: ‘Dat heeft te maken met onze actieve begeleiding en de goede contacten met onderwijs-

Jelle Koning (links) en Janco Dragt bekijken de door hen ontwikkelde dashboards met informatie uit de installatie.

instellingen en docenten, waardoor zij vaak goede studenten aandragen.’

LATEN ZIEN DAT HET WERKT

Tot slot wordt samenwerking als succesfactor benoemd. Van Valburg: ‘Als Trumpf kunnen wij alleen maar succesvol zijn als onze klanten dat zijn. De wereld wordt complexer en oplossingen worden steeds meer alomvattend. Dus staan wij ervoor open om samen met partners een project neer te zetten.’ Zijn collega Oldenhof vult aan: ‘Wij kunnen het totale proces leveren, met machine, magazijn en software van eigen makelij. Daar hebben we in Nederland al veel ervaring mee opgedaan in complexe projecten. Maar als we er bijvoorbeeld een andere leverancier bij inzetten, verandert dat niet zoveel aan de communicatie en de koppelingen tussen machines.’ Dat is ook verkooptechnisch interessant, geeft hij ruiterlijk toe. ‘Als we hier met Remmert samenwerken en een andere klant die al Remmert heeft staan wil een machine van ons kopen, dan kunnen we hier laten zien dat het prima samenwerkt. Het mooiste is een complete oplossing leveren, maar als je het modulair opbouwt, heb je ook de mogelijkheid om zelf slechts een deel te leveren.’

CENTRAAL AANSPREEKPUNT

Klopt helemaal, reageert Koning, ‘maar toch zie je nog gesloten bedrijven die zeggen: “Je koopt alleen van ons.”’ Van Valburg: ‘Van traditionele machinebouwer gaat Trumpf richting leverancier van productie-oplossingen; dan moet je openstaan voor samenwerking met goede partijen.’ Die verantwoordelijkheid moet een partij als Trumpf ook nemen, vindt Koers. ‘Je koopt geen machine meer maar een oplossing, inclusief logistiek en software, dus een Trumpf-machine en alles wat daarbij past, eventueel ook van andere leveranciers.’ Van Valburg: ‘Om van die losse delen één geheel te maken, is een centraal aanspreekpunt nodig. Die rol hebben wij hier op ons genomen. Maar het is de samenwerking met Suplacon en de andere partners die dit project echt bijzonder maakt.’

• • • • • www.suplacon.com www.remmert.de www.wicam.com www.produmize.com www.trumpf.com

DGA PLATFORM WORSTELT MET OPSCHALING NAAR GROTE KLANTEN

KIEZEN TUSSEN CULTUUR EN ‘CORPORATE’?

Wat als een techreus uit de logistieke sfeer zich aandient als potentiële klant, met zijn ‘corporate’ cultuur? Kun je dan als verpakkingsmachinebouwer met gedreven medewerkers nog wel je eigen informele, hiërarchieloze cultuur handhaven? Die vraag lag op tafel tijdens de bijeenkomst van het DGA Platform van Link Magazine bij Niverplast (‘passionate people’) in Nijverdal. ‘Ik krijg er buikpijn van, maar heb ook wel zin in een avontuur.’

DOOR HANS VAN EERDEN

Ruim 35 jaar geleden ging Niverplast van start met de handel in verpakkingsmaterialen en al gauw vroegen klanten ook om machines voor verwerking van die materialen. Zo transformeerde Niverplast tot een ontwikkelaar en bouwer van verpakkingsmachines en -lijnen voor met name de foodindustrie en -retail. De laatste jaren groeide het bedrijf stormachtig, tot nu 250 medewerkers, en dat had impact op de organisatie, vertelt operationeel directeur Richard Nieuwenhuis aan het DGA Platform. ‘In 2020 zagen we het gevoel van eigenaarschap, waar we veel waarde aan hechten, bij onze mensen achteruit hobbelen. Een gemiddeld project deed bij ons een half miljoen en daar waren soms wel vijftig tot zeventig mensen bij betrokken, veel van hen voor maar een paar uurtjes. Toen we twee jaar geleden over Eckart Wintzen lazen, besloten we ons bedrijf in te richten volgens zijn celfilosofie. Dit gecombineerd met de ideeën van Ricardo Semler, die we al langer volgden.’ (zie kader)

EIGENAARSCHAP HERSTELD

Niverplast is inmiddels opgedeeld in zo’n acht cellen, met elk een verticale doorsnede van de onderneming, van engineering tot service. ‘In elke cel kunnen we nu met zo weinig mogelijk mensen een project uitvoeren. Dat brengt het gevoel van eigenaarschap van vroeger terug en zorgt ervoor dat we eindeloos kunnen schalen. Een cel telt zo’n dertig mensen en is volledig verantwoordelijk voor z’n eigen werk. Zo wordt elke cel gestimuleerd om zelf te ondernemen. Natuurlijk moeten de cellen wel met elkaar communiceren en van elkaar leren. We proberen managementloos te zijn, zo plat mogelijk. Dat trekt een bepaald type nieuwe collega’s aan dat bij ons hoort. Het gaat niet om hun papieren, maar om karakter. We hebben bijvoorbeeld geen receptie, omdat al onze medewerkers bezoek moeten kunnen aanspreken. Macht corrumpeert, vinden we, dus zijn we hiërarchieloos. We werken ook niet met bonussen en overleggen het liefst aan de kantinetafel, zonder overlegstructuren. Een ander bedrijf kan onze machines ook wel maken, maar heeft niet het unieke karakter dat ons een gunfactor geeft.’

GEÏNSPIREERD DOOR ECKART EN RICARDO

De huidige organisatievorm van Niverplast, met zelfstandige cellen, is gebaseerd op de ideeën (en de praktijk) van de Nederlandse ondernemer Eckart Wintzen. Die startte in 1976, via een managementbuy-out, zijn eigen softwarebedrijf, BSO (Bureau voor Systeem Ontwikkeling). Om de groei van zijn onderneming beheersbaar te houden, ontwikkelde hij de celfilosofie. In dit managementconcept (bedacht voor de zakelijke dienstverlening) bestaat een bedrijf uit kleine, volledig zelfstandige eenheden/cellen met elk één leidinggevende. Als een cel groter wordt dan bijvoorbeeld 50 medewerkers, deelt de cel zich op in tweeën. Voor de nieuwe cel wordt een leidinggevende uit eigen kring aangesteld, enzovoort. De leidinggevenden vormen samen het overkoepelende managementteam voor de groep van cellen. Wat betreft leidinggeven raakte Niverplast-oprichter Gerrit Jan Nieuwenhuis eerder al geïnspireerd door de Braziliaanse ondernemer Ricardo Semler, die bekend werd om zijn radicale ideeën over industriële democratie. ‘Jarenlang kreeg ik kritiek van mensen die management nodig vonden voor een groot bedrijf als Niverplast. Het model van Semler is ontwikkeld voor een bedrijf van 5.000 medewerkers. Toen ik zijn boek las, dacht ik: eindelijk iemand die bewijst dat mensen geen baas nodig hebben. Maar je moet er echt in geloven –geld kan niet je drijfveer zijn.’ De principes van Semler zijn ook terug te vinden in de nieuwbouw die Niverplast in 2016 in gebruik nam. Het gebouw is volkomen rond, met in het midden een binnentuin. Daaromheen liggen de kantoren en in de buitenste ring de productie, waardoor er bijvoorbeeld korte lijntjes zijn tussen de engineers en de productiemedewerkers. • ‘Cellen zorgen ervoor dat we eindeloos kunnen

schalen.’

• ‘Je kunt dat ‘sausje’ van je eigen cultuur wel

behouden als je die grote klant gaat bedienen.’

• ‘Niemand heeft ooit gevraagd of wij ISO-

gecertificeerd zijn.’

• ‘Voor innovatie moet je heilige huisjes opofferen.’

GEBOUW MET TAARTPUNTEN

Het ronde hoofdpand van Niverplast is nu verdeeld in een aantal ‘taartpunten’ die elk een cel herbergen. Bijvoorbeeld eentje die zakkenplaatsmodules bouwt, eentje die zakkensluitunits

maakt en twee systeemintegratiecellen. Centraal is er marketing (en nu nog verkoop), r&d voor onder meer standaardisatie van de software, en een facilitaire club. Bij een klantproject kunnen uiteraard meerdere cellen betrokken zijn, met vaak een systeemintegratiecel als hoofdaannemer. Voor de toelevering van metaaldelen heeft Niverplast ook een eigen cel, P4SS (‘passion for stain-

‘KLANTEN KOMEN JUIST BIJ JE OM JE CULTUUR’

less steel’) en nog een bijzondere cel is One-Off Solutions, vertelt Nieuwenhuis. ‘Die club doet eenmalige opdrachten, snel van idee naar uitwerking, die voor ons niet-strategisch zijn, maar waarmee klanten erg geholpen zijn. Wij kunnen daar wel van leren en soms levert het een spin-off op in de vorm van een product dat voor ons wél strategisch is. Dat is onder meer gebeurd met een palletizer die One-Off Solutions voor een klant moest bouwen. Het ontwerp daarvan hebben we nu modulair gemaakt en gestandaardiseerd.’

MACHINES VOOR E-COMMERCE

Misschien wel de interessantste cel van Niverplast, in ieder geval voor het DGA Platform, is die voor e-commerce. Deze cel opereert volledig standalone, inclusief eigen verkoop, en komt voort uit het ‘bag in box’-specialisme dat Niverplast heeft ontwikkeld: machines die kunststofof papieren zakken in een krat plaatsen zodat die vervolgens kunnen worden gevuld, bijvoorbeeld met online bestelde boodschappen. Met de T-Plast-machine bedient de e-commerce-cel online supermarkten, zoals het Nederlandse Picnic en een Britse partij die zijn eigen automatisering voor fulfilment ontwikkelt en daarin de T-Plast integreert. Nieuwenhuis: ‘Met Picnic hebben wij een partnerschap kunnen aangaan, maar die Britse partij kwam met een dik pakket eisen waaraan wij moesten voldoen. Dat paste niet bij ons. “Wij gaan het zo doen”, hebben we gezegd, “take it or leave it”.’

‘BEGIN ER NIET AAN’

De vraag die in Nijverdal op tafel ligt, is of deze opstelling te handhaven is nu zich een nog grotere partij, een Amerikaanse techreus, heeft gemeld. ‘Daar krijg ik

Richard Nieuwenhuis buikpijn van, de worvan Niverplast: ‘We steling om cultuurproberen management- behoud, de kern van loos te zijn, zo plat ons bestaan, terwijlmogelijk. Dat trekt een bepaald type nieuwe het grote geld lonkt. collega’s aan dat bij Wij denken voor onze ons hoort. Het gaat waarden te staan, niet om hun papieren, maar lopen we niet het maar om karakter.’ risico te worden opge-

Foto: Niverplast slokt voordat we het doorhebben?’ Zo’n bedrijf omarmt je vanwege de toegevoegde waarde van jouw oplossing, maar vervolgens gaat het je in

Het DGA Platform, gestart in 2018, is een initiatief van Link Magazine om ondernemers, veelal directeurgrootaandeelhouders, uit de maakindustrie een podium te bieden voor strategische reflectie en uitwisseling van ervaringen, ideeën en oplossingen. Link doet verslag van de bijeenkomsten – zonder de deelnemers expliciet te citeren, om hen vrijmoedig te laten praten. Die vertrouwelijkheid is altijd handig, zeker als het gaat over (grote) klanten. Richard Nieuwenhuis, operationeel directeur bij Niverplast in Nijverdal, was gastheer voor de bijeenkomst eind september; zijn vader Gerrit Jan is oprichter en dga van het bedrijf. Verder namen deel topmensen van: • Eqraft in Emmeloord, machinebouwer voor de agrarische industrie • Houdijk Holland in Vlaardingen, dat verpakkingslijnen voor koekjes, biscuits en crackers ontwikkelt en assembleert • Masévon Group in Hardenberg, hightech system supplier voor onder meer de halfgeleider- en de medische markt • NieuweWeme Groep in Oldenzaal, een groep van bedrijven die actief zijn met engineering, productie, paneelbouw, assemblage en installatie voor uiteenlopende markten • Sanders Machinebouw in Liempde, ontwikkelaar en bouwer van unieke machines voor uiteenlopende markten • Tembo (voorheen ITM Group) in Kampen, dat productieoplossingen ontwikkelt voor hoog volume, hoge precisie en hoge flexibiliteit in de tabaksindustrie en andere sectoren • Van Dam Machine in Amsterdam, bouwer van drukmachines voor de verpakkingsindustrie • Voortman Steel Group in Rijssen, dat zich toelegt op staalbouw en machinebouw (cnc-gestuurde bewerkingssystemen voor staalbouw en manufacturing).

• • • • • • • • • www.eqraft.nl www.houdijk.com www.masevon.com www.nieuweweme.nl www.niverplast.com www.sandersmachinebouw.nl www.tembo.eu www.vandammachine.com www.voortman.net

zijn keurslijf dwingen omdat het vooral in opschaling is geïnteresseerd, klinkt de waarschuwing aan tafel. Ga praten met andere bedrijven die eenzelfde ervaring al achter de rug hebben, luidt de tip. Misschien moet je in de VS een parallelle business, met synergie waar dat zinvol is, maar veilig gescheiden van het moederbedrijf. Zeker in de VS – ‘Begin er niet aan’, kreeg een ondernemer van zijn commissarissen te horen, ‘want in die cultuur kun je niet volgens jouw normen zakendoen’ – is dat cruciaal; voor je het weet, krijg je een claim aan je broek. Niet voor niets is een goede verzekering regelen het eerste