Transformatie Europees Beleid
Leidend in de voorgestelde transitie zijn twee
Tegen de hiervoor geschetste achtergrond zal
elementen. Het eerste is het gezamenlijk ont-
in de nieuwe budgetperiode invulling gegeven
wikkelen van beleid dat werkt in een sfeer van
worden aan nieuw ingekleurd regionaal beleid.
wederzijds vertrouwen. Recente ervaringen over
Hierover is de afgelopen jaren binnen DG Regio
de dominantie van accountants en juristen in
intensief gediscussieerd, waarbij getracht is les-
het monitoren en afronden van programma’s
sen te trekken uit het verleden.
voeden helaas het wederzijdse wantrouwen. Op dit punt is het van harte te hopen dat alle be-
In hoeverre de gezonde ambities daadwerkelijk
trokkenen ‘over eigen schaduwen heen durven
ingevuld zullen gaan worden valt nog te bezien.
te springen’. De burger verdient niet minder dan
De meest recente signalen zijn niet onverdeeld
dat. De mate waarin partijen hierin zullen slagen,
hoopgevend. Het wantrouwen tussen regio’s en Brussel is groot. De wens om gezonde ambities te formuleren en het behalen daarvan te monitoren om van daaruit te kunnen leren en waar nodig ook bij te kunnen sturen wordt door de regio’s al snel gezien als een risico op toekomstige problemen wanneer doelen aan het einde van de rit niet worden behaald. Het imago van DG Regio als een partij die vooral achteraf controleert en niet gedurende de rit als partner in een ontwikkelingsproces gezien wil worden speelt hier parten. Toch is een serieuze en constructieve benadering gewenst. Een verantwoorde en zinvolle besteding van schaarse middelen is daarbij gebaat.
18