15 minute read

Vijftig jaar IKO Hoogstraten

Jos, Jos, Jef en “het beeld van Luc”

1965. The Beatles zingen A hard day’s night en ergens achter Hoogstraatse winkelrolluiken worden tot in de nachtelijke uurtjes voorbereidingen getroffen voor wat later het „Instituut voor Kreatieve Opvoeding” zal heten. In De Gazet van Hoogstraten - onze voorloper - wordt hierover vier weken na elkaar gespeculeerd en gefilosofeerd dat het een lieve lust is: „De naam klinkt wat stijf en doet ons denken aan allerlei maaksels waaraan we kop nog staart kunnen hechten, kleuren die gillen als stoomfluiten, gemaakt door mensen met diepzinnige ogen en gezichten waar baarden aan hangen” maar in september 1965 komen de verlossende woorden van drukker Haseldonckx: „Het vraagteken wordt een uitroepteken!” Achter die bewuste rolluiken zwoegden Jos Martens en Louis Fransen aan wat later een succesverhaal zou worden. Stichter Jos Martens (96!), zoon Jef en huidig directeur Luc Dockx loodsen ons mee door 50 jaar wel en wee.

Met Jos zijn verhalen kan je gerust een hele jaargang vullen maar hier snijden we met tegenzin de meanders af en varen in rechte lijn door de IKO-historie ; vanaf het prille begin in 1965 tot het feestjaar 2015.

Luc Dockx, die nu directeur is van het IKO, bij Jos Martens, 50 jaar geleden de oprichter van de academie.

Luc Dockx, die nu directeur is van het IKO, bij Jos Martens, 50 jaar geleden de oprichter van de academie.

Vijftig jaar IKO, wie durft het met ons aan?

Binnen onze redactie is er slechts één iemand die IKO vanaf het prilste begin, als leerling, en later door elke bloeifase heen, als leraar, heeft meegemaakt. Onze eigen Sjah (Karel Huet). Trekt ‘em open, Sjarel!

Boze stiefmoeder

Omdat moeder net na zijn geboorte stierf, werd Jos Martens opgevoed bij zijn tante in Meer. Het werd de gelukkigste tijd van zijn leven…tot zijn vader hertrouwde en hij terug naar Hoogstraten onder de hoede kwam van zijn stiefmoeder. En dat viel flink tegen: „Ik heb de oorlog meegemaakt, ik ben krijgsgevangene geweest maar het vertrek uit Meer is het pijnlijkste wat ik heb meegemaakt. Ik kwam van een warm nest bij een liefdeloze stiefmoeder terecht zoals die in de sprookjes staan beschreven.” Schilderen en tekenen waren zijn uitlaatklep maar dat kon enkel op zondagnamiddag met zijn zuurverdiende centjes waarmee hij bij de drogist verfpoeder kocht. ”Naar de academie in Turnhout gaan, was een hele verre droom die ik zelfs niet hardop kon uiten, maar tekenen bleef altijd mijn passie.

Later kocht ik me een klein fototoestel en toen ik het idee had om in Hoogstraten een fotowinkel te beginnen was Ann Petersen (ooit een bekende actrice) me voor”. Toen Jos tijdens de oorlog in Duitsland als krijgsgevangene werkte leerde hij er een horlogemaker uit Maaseik kennen en raakte door het vak gefascineerd. Nu wist hij wel zeker wat hij wilde worden: “lozziemaker”. Maar het tekenen liet hem nooit los en hij integreerde het zelfs in zijn vak als horlogemaker - graveur. Op tal van vergulde plaketten, borstplaten of tinnen schotels voor gilden of vieringen kon hij zijn talent botvieren. Ook in de Hoogstraatse Gelmelwacht (soldatenblad van Milac) kon hij zijn ei als illustrator-cartoonist kwijt. Bij elk verhaal verzon Jos wel een grappig beeld: zijn ventjes leken wel elastieken beentjes te hebben die zich soepel en vanzelfsprekend tussen de tekst wurmden. Met zijn kompanen van „den duzendpoot” ging hij geregeld loos als performer. Maar het bleef zijn droom om hier ooit een academie uit de grond te stampen, en al zeker nadat zijn vriend Jos Bruurs in 1958 de muziekschool had opgericht.

Een pater uit Japan

Intussen was een andere vriend - pater Louis Fransen en terug thuis uit Japan - in een geloofscrisis beland en had zich op de kunst gestort door aan de academie van Antwerpen avondles te volgen. Het idee om samen met Louis hier een tekenschool op te richten werd plots wel aantrekkelijker. „Ik wilde de generatie van mijn kinderen geven wat ikzelf had gemist”, zegt Jos.

Na vele nachtelijke vergaderingen stond het vast: in september 1965 zou het „Instituut voor Kreatieve Opvoeding”, kortweg IKO, van start gaan. Maar net toen riepen zijn oversten Louis terug naar Japan en stond Jos er helemaal alleen voor. Gelukkig had Louis net voor zijn vertrek nog vier leraars kunnen overtuigen om in dit onzekere avontuur te stappen. Beeldhouwer Paul Verbeeck logeerde bij moeder Fransen en gaf les aan het VITO. Raph Huet was verbonden aan de academie van Turnhout en Paul De Buck aan het H.Graf. Zijn buurman uit Minderhout, Jos Adams, was onderwijzer en gepassioneerd schilder en net terug uit Belgisch-Congo. Jos Martens had intussen op eigen kosten een pand op de Vrijheid gehuurd (nu De Gulden Coppe ). Voor het schilderwerk, sanitair en verwarming sprak hij zijn vrienden Louis Croes en Leon Doms aan die hun diensten gratis ten dienste stelden van dit nobele doel. Het eerste schooljaar werd er geen enkele leerkracht bezoldigd, en het tweede jaar slechts op het einde met terugwerkende kracht. Deze onzekere situatie veranderde gelukkig toen IKO in 1967 officieel door de overheid erkend werd. Ook Jos Adams -die tot dan al officieus directeur was - werd het nu ook effectief en combineerde dat ambt met het atelier schilderen. Overbuurman Karel Boeckx was er ook vanaf het begin bij en ging deeltijds als secretaris aan de slag.

No panic

Maar die eerste jaren liep alles heel begrijpelijk nog niet van een leien dakje. Jos Adams, een zeer gedreven en dynamisch man, kwam uit het erg gestructureerd regulier onderwijs en dat botste wel eens met de vrije geest die de anderen aanhingen. In lichte paniek kwam hij dan bij Jos aangeklopt met zijn handen in het haar. „IKO was voor ons een bevrijding, én we zaten nog eens in gemengde klassen: de hemel op aarde” herinnert zoon Jef Martens zich nog goed. „Als Jos Adams toen zijn eigen reglement had uitgevoerd had hij mij - jonge blaag - al zeker drie keer van ’t school moeten sturen, maar ik weet niet of hij daarmee wel bij ons vader wou aankomen”. Jef was in 1965 bij de eerste lichting leerlingen en zou 15 jaar later zelf directeur worden. „De naam IKO heb ik nooit willen veranderen” zegt Jef „want het initiële idee van de stichters was dat er een breed scala van kunsten zou worden aangeboden, dus ook theater, muziek, woord en dans. Geen enkele kunstvorm mag een eiland zijn”.

Naar aanleiding van een groepstentoonstelling IKO-leerkrachten. Vlnr: Zuster Veronique – Jef Martens – Charel Huet – Jos Adams – Jef Versmissen

Naar aanleiding van een groepstentoonstelling IKO-leerkrachten. Vlnr: Zuster Veronique – Jef Martens – Charel Huet – Jos Adams – Jef Versmissen

Plastieken kunsten

Dat de gemeentelijke overheid destijds niet altijd mee was is een understatement. Toen Jos zijn plannen ontvouwde om een avondschool voor plastische kunsten op poten te zetten vroegen sommigen in het college zich af waarom je in godsnaam ‘plastieken’ kunstwerken zou maken ? Pas toen men zeker was dat het hen niets zou kosten als IKO gemeentelijk werd is men overstag gegaan en konden subsidies worden aangevraagd.

De eerste tien jaar kwamen vooral mensen uit Hoogstraten en directe omgeving naar IKO. De opleiding voor volwassenen was toen toegankelijk voor iedereen vanaf 12 jaar. De jeugd- en tienerafdeling is er pas later gekomen. Tot 1980 leidde Jos Adams de school in goede banen en op drie verschillende locaties. Dat waren achtereenvolgens De Gulden Coppe op de Vrijheid, de oude vakschool vooraan in de Karel Boomstraat en de voormalige meisjesschoolvredegerecht in de Gelmelstraat. „Hier zitten we nu goed en voor altijd” zei Jos Adams. Maar luttele jaren later was ook dit gebouw te eng en zocht Jef Martens - sinds 1980 directeur - een definitieve stek in het voormalig pand van farmaceutisch bedrijf Kela vlak bij de kerk. En vanaf 2007 huizen een aantal ateliers (beeldhouwen, keramiek en fotografie) in het gloednieuwe gebouw Groenewoud in de Buizelstraat.

Een mijmerende Jos Adams

Een mijmerende Jos Adams

Tekenwedstrijden en workshops

Tal van Hoogstraatse kinderen hebben in de jaren 70, 80 en 90 deelgenomen aan de fameuze tekenwedstrijden van IKO, waaraan leuke en nuttige prijzen verbonden waren. De week voor Heilig Bloed werden tafels en banken in openlucht op de Vrijheid of de Lindendreef aangesleurd waarop kinderen hun creaties konden tonen. Zelfs uit Geertruidenberg, waarmee Hoogstraten verbroederde, kwamen ze met busladingen vol. De week daarop werden de winnaars door de jury bekendgemaakt tijdens de jaarlijkse tentoonstelling van IKO-cursisten. Het was een uitgelezen manier om nieuwe kinderen naar IKO te lokken. Later is het wedstrijdelement geschrapt en is men gaan focussen op kunstbeleving. Zo konden alle kinderen die dat wilden op een ongedwongen manier leren etsen, boetseren en schilderen en dat in een workshop midden op de Vrijheid. Voor de kinderen en tieners zijn er trouwens reeds lang filialen of afdelingen van IKO in Meer, Meerle en Brecht en dat kent zoveel succes dat velen van hen hun hogere graad in IKO Hoogstraten afwerken. Sommigen van hen studeren daarna nog verder aan hogere kunstscholen en belanden - net als uw dienaar - uiteindelijk terug in IKO om er les te geven en met anderen hun passie te delen.

IKO binnenstebuiten

Toen er na de laatste verhuis in 1985 nog net een beetje plaats was in de Dr.Versmissenstraat werd ARTIKO opgericht. Bedoeling was om met tentoonstellingen van externe kunstenaars ook geïnteresseerden van buiten IKO over de vloer te krijgen en de eigen cursisten nieuwe impulsen te bieden. Ook leerkrachten toonden er om de paar jaar hun werk.

Maar ook hier na een tijdje weer datzelfde verhaal: er moest plaats geruimd worden voor nieuwe ateliers en Artiko werd opgedoekt. Enkel de tentoonstelling met werk van telkens twee leerkrachten bleef maar heeft sindsdien een plaats gekregen in het Stedelijk Museum op het Begijnhof. Maar naar buiten komen blijft een must en zo valt er bijna jaarlijks een kunstproject op de Vrijheid te beleven met themawerk van cursisten. Velen herinneren zich nog wel „het stenen kindeke” ten tijde van „800 jaar Hoogstraten” in 2010 en toen gelokaliseerd op een braakliggend terrein pal in het centrum van Hoogstraten. En dat was een bijzonder gelukkig toeval want het project duurde een hele zomer lang en hinderde niemand.

Jef Martens herinnert zich andere kunstprojecten op de vrijheid waarbij men wél eens meer ruimte nodig had en er enkele kortzichtige middenstanders op hun achterste poten gingen staan als we daarvoor enkele parkeerplaatsen innamen.

En verder ?

Er is in de kunst de voorbije 50 jaar ontzettend veel veranderd en een academie heeft de plicht om daar op zijn minst kennis van te nemen en het te duiden. De hedendaagse kunst wordt immers steeds conceptueler en daar kan men niet omheen. „Maar de meeste cursisten komen naar IKO met de vraag: ik wil weten hoe ik verf op een doek moet aanbrengen of hoe ik een beeld kan maken. Ze willen het metier leren”, zegt Jef Martens „en het IKO biedt hen dit aan omdat dat in de hedendaagse kunst ook belangrijk is, maar we doen veel meer dan dat” en hij vervolgt met een uitspraak van Da Vinci:„Mijn hand moet kunnen uitvoeren wat mijn hoofd voelt”

Jos, Jef en Luc

Jos, Jef en Luc

Luc Dockx, sinds vorig jaar directeur, vult aan: "Het inhoudelijke heeft in de loop der jaren meer aandacht opgeëist en we helpen de cursisten terwijl ze het metier onder de knie proberen te krijgen een eigen visie te ontwikkelen en mee te bepalen waar ze naartoe willen. Openheid van geest is daarbij erg belangrijk, de bereidheid om dingen op te nemen”.

Feest !

IKO is geëvolueerd van een instelling die vooral de directe buurt aantrok naar een veel ruimere regio, zelfs veel mensen uit ver in Nederland vinden hun weg naar onze academie. „So what?” zegt Jef Martens „we zitten nu eenmaal aan een grens, en daarbij komt nog dat in Nederland het systeem van DKO (Deeltijds Kunst Onderwijs ) zoals wij dat kennen, niet bestaat”. Zoals een cursist bij ons vanaf het prille begin gestaag zijn eigen verhaal opbouwt, zo werkt IKO nu al 50 jaar aan zijn monument en dat hoort gevierd te worden. Hoe kan men dit beter doen dan met het artistieke werk van cursisten die tussen 1965 en nu in IKO passeerden te tonen in HET SALON ? Dinsdag 1 september opent deze expo en tegelijk een heel feestjaar plechtig met een openingsreceptie waarop u allen welkom bent. Bijna alle informatie rond de feestelijkheden vindt u in het kader verderop en anders zeker wel op de website ( www.iko-dekunstacademie. be ). De hele evolutie van dit jaar kan u beeldig uitgestald vinden in de etalage van stichter Jos Martens, Vrijheid 163.

IKO heeft nu een atelier in de Dokter Versmissenstraat...

IKO heeft nu een atelier in de Dokter Versmissenstraat...

... en een tweede vestiging, die men IKO atelier Groenewoud noemt.

... en een tweede vestiging, die men IKO atelier Groenewoud noemt.

Het beeld van Luc Dockx

In vergelijking met zijn voorgangers - de directeurs Jos Adams en Jef Martens overspanden samen 49 jaar - komt Luc nog maar net piepen, maar nieuw is IKO voor hem allerminst. Van zijn achtste tot zijn achttiende liep hij er als kind en tiener les en de laatste 19 jaar was hij er leraar beeldhouwen. Nog maar nauwelijks gerodeerd krijgt Luc al een flinke jubilee op zijn bord waarop tal van festiviteiten (zie kader). Trots vertelt hij over zijn school, zijn visie en zijn toekomstplannen, kortom: een beeld van een academie.

Luc Dockx

Luc Dockx

Het paradijs op aarde

Maar eerst was er de muziek. Op zijn zevende al volgde hij in Hoogstraten les aan de muziekschool Noorderkempen om vervolgens piano en orgel te studeren bij juffrouw „petit” Denis en Jos Bruurs. Hier werden de muzikale kiemen gelegd. Maar thuis werd er in familiekring ook veel getekend en zo stuurde vader kleine Luc een jaartje later naar IKO, toen ook wel „de tekenschool” genoemd.

„Charel Huet was mijn eerste leraar en elke woensdagnamiddag en zaterdagvoormiddag ging ik er tekenen, knutselen, schilderen of boetseren. Ik voelde me er als een vis in het water. Later volgde ik beeldhouwen bij Paul Verbeeck. Ik leerde er het ambacht van boetseren en afgieten in gips. IKO was voor mij het paradijs op aarde, alles viel op zijn plaats. Ik kwam hier om zuurstof te tanken want de reguliere school vond ik maar saai.” Toen hij op zijn achttiende hogere studies aanvatte trok hij eerst naar het Lemmensinstituut in Leuven om er orgel en kerkmuziek te studeren.

Maar omdat ge op één kunstbeen niet kunt staan volgde hij nadien beeldhouwen aan Sint-Lukas in Brussel. Daarna lokte zijn fascinatie voor de beiaard hem ook nog naar de beiaardschool van Mechelen. Drie diploma’s op zak. Wat nu gekozen ? Oud leraar Paul Verbeeck reikte de oplossing aan door in 1995 met pensioen te gaan. Luc nam zijn plaats in. Van zo’n 8 leerlingen destijds zitten er in het atelier beeldhouwen nu zo’n 50. Muren dienden gesloopt om meer ruimte te creëren en sinds 2007 huist een deel van IKO in het Groenewoud. Meer dan duizend cursisten volgen momenteel les in IKO dat eigenlijk alleen nog letterlijk onder de kerktoren zit. „Onze actieradius is veel groter geworden en ik zie het als mijn taak om banden met de plaatselijke bevolking en het stadsbestuur warm te houden. Dat is een van de redenen waarom ik vorig jaar voor deze job gesolliciteerd heb.”

Uiteraard kwam hij daarbij voor onvoorziene omstandigheden te staan, ook in positieve zin. Zaken waarvan hij vooraf niet bewust was. „ Als leerkracht zie je vaak maar één aspect van de zaak, namelijk je eigen atelier. Als directeur krijg je een overzicht over de hele academie…en reken maar dat ze u voor alles en nog wat nodig hebben”. Dat Luc zich vroeger al heel goed thuis voelde bij de collega’s zorgt nu voor wederzijds vertrouwen en een prima verstandhouding.

„IKO vaart een goede koers en ik ga die zeker volgen. Zo is er al een tijd kruisbestuiving tussen de ateliers onderling. Grenzen tussen de verschillende kunstdisciplines vervagen net als in de kunstactualiteit. En digitale vormgeving moet meer en meer aan bod komen. Maar IKO moet ook te allen prijze breed toegankelijk zijn en blijven voor zoveel mogelijk mensen. En ik heb ook bijzonder veel geluk met de structuur van de academie die goed op punt staat ; de goede werking van het secretariaat en de loyauteit van de leerkrachten”.

IKO is tegenwoordig trouwens geïntegreerd in het gemeenschapscentrum: een overkoepelende organisatie die al wat met cultuur te maken heeft bundelt. Zo kunnen verenigingen elkaars infrastructuur gebruiken en wordt het auditorium van het Groenewoud ook door anderen gebruikt.

IKO-FESTIVITEITEN VOOR U INGELIJST

HET SALON Tentoonstelling vijftig jaar verzameld werk van 1965 tot 2015 Van 1 tot en met 13 september 2015 in IKO.

OPENINGSRECEPTIE Dinsdag 1 september: iedereen welkom vanaf 18.30 u.

TENTOONSTELLINGEN in de IKO-gangen tijdens de openingsuren

GRAFIEK vanaf 21 september 2015

KINDERATELIERS vanaf 19 oktober 2015

BINNENHUISKUNST vanaf 30 november 2015

BEELDHOUWKUNST en FOTOKUNST vanaf 4 januari 2016

TEKENKUNST en KERAMIEK vanaf 1 februari 2016

TIENERATELIERS vanaf 29 februari 2016

SCHILDERKUNST in dialoog met werk van iko-stichters vanaf 11 april 2016

IKO-ETALAGE Vrijheid 165, het hele schooljaar lang.

KINDEREN KOPEN KUNST

OPENDEURDAG 20 februari 2016

TIENERDAG op 5 maart 2016

TENTOONSTELLING LEERLINGENWERK 22-23-29 mei 2016

REUZENSTOET EN SLOTFEEST op 19 juni 2016

Bim Bam Beieren ….

….de Luc die legt zijn eieren. In vele nesten: Als beiaardier in Hoogstraten, als organist in Meer en Hoogstraten, als koorleider van Scola Gregoriana (een afdeling van Piuskoor) en de Michielscantorij (met Meers en Minderhouts zangtalent) én als directeur van IKO. Maar dit multitalent is niet voor één gat te vangen: Op de vaak gestelde vraag wat hij nu het liefste doet: Muziek of beeldende kunsten beoefenen, moet hij het antwoord schuldig blijven. „Alsof je moet antwoorden op de vraag „welk van uw kinderen zie je het liefst ?” „Het een werkt inspirerend voor het ander en omgekeerd. Als ik muziek componeer heb ik vaak een beeld in gedachten en omgekeerd is dat ook zo. Ze vullen mekaar aan en inspireren mekaar wederzijds.” Grappig is dat hij bij het beiaard spelen soms het gevoel heeft op een sculptuur muziek te maken.

„ik voelde dat als kind zo al aan: de beiaard in de toren leek voor mij als een beeld dat muziek maakt. Net als het orgel spelen voelt het aan als een totaalkunstwerk”

In de wolken

Als Luc daar boven in zijn klokkentoren zit te beieren - soms letterlijk tussen de wolken - voelt hij zich vaak uitstijgen boven alles. „Het geeft me een weldadig gevoel van vrijheid. Ik ben dan echt van de wereld weg en kan alle beslommeringen even vergeten. En als je dan door weerelementen als mist, regen, sneeuw of stralende zonneschijn omgeven bent dan is dat een onovertrefbaar gevoel, en net als bij beeldhouwen geniet ik dan met volle teugen van het tijdloze: een zeer intense beleving” En hoe zou het anders kunnen: Uiteraard is Luc zijn kroost ook aangestoken door het IKO-virus: Ze zijn er alle drie sterk aan gehecht, en als er geen IKO is wordt er thuis getekend.

Wordt ongetwijfeld vervolgd. (Sjah met dank aan Toon Horsten)

De wereld van SJAH

© Karel Huet