4 minute read

IM - Leo Van Riel

In memoriam

26 mei 1950 - 26 mei 2020

Medewerker De Hoogstraatse Gazet: 1984 - 1985 & De Hoogstraatse Maand: 1985 - heden

Goed vijfendertig jaar geleden dook Albert Vorstenbosch voor het eerst op in de Hoogstraatse Maand. Vorstenbosch was een filosoof, uitvinder en bij gelegenheid ook opiniemaker die al out of the box dacht toen die uitdrukking nog uit Amerika moest komen aangewaaid. Jarenlang maakte hij met vaste regelmaat zijn opwachting op onze pagina’s, en gaf hij zijn wereldbeeld gestalte in korte interviews met een niet nader bij naam genoemde medewerker van dit blad. Hij bleek op ’t Schoorbeek te wonen, wat ons heel bekend in de oren klonk, maar waar we toch niet meteen naartoe zouden kunnen fietsen. Veel lezers waren onder de indruk van ’s mans creativiteit, speelsheid, geestigheid en intelligentie.

Vorstenbosch bleek ook de spilfiguur te zijn achter ’t Slim Buroke, een eigenzinnige organisatie die de wereld beter wilde maken door middel van praktische uitvindingen zoals de Roll-O-Rabit, waarmee een konijn zelf zijn kooi over het gazon kon voortbewegen. Hij was bovendien de lijsttrekker van de Concrete Punten Partij (CPP), die een belangrijke rol moest gaan spelen bij de Hoogstraatse gemeenteraadsverkiezingen van 1988, wat tot ongerustheid bij enkele politieke protagonisten leidde. Affiches van de CPP doken op in het straatbeeld, met als slogan ‘Bolleke rood, maakt Albert groot’. Pas toen de CPP uiteindelijk niet op het stembiljet bleek te staan, begon zelfs de grootste twijfelaar te beseffen dat Vorstenbosch misschien toch niet was wie of wat de ‘echte’ politici hadden gevreesd.

Voor de buitenwacht bleef het lang een goed bewaakt geheim, maar vandaag kunnen we het met u delen: Albert Vorstenbosch was een alter ego van onze medewerker Leo Van Riel, een personage dat alleen op de pagina’s van dit blad heeft bestaan. Wijzen hebben volgens de overlevering de particuliere eigenschap dat ze uit het Oosten komen, maar bij Leo bleek dat niet het geval: hij kwam gewoon uit Loenhout. Veertig jaar lang was hij een van onze meest toegewijde, creatiefste en inventiefste redacteuren. Zelf stond hij liever achter de schermen dan ervoor, en daar, in de coulissen, speelde hij een cruciale rol bij de totstandkoming van dit blad. Of het nu om een probleem van vormgeving, van digitalisering of van redactionele aard ging, terwijl de rest van de redactie zich nog zat af te vragen of een probleem wel op te lossen viel, boog Leo zich meteen over de vraag hoe dat moest gebeuren. IJzerenheinig zette hij door, en beet zich in vast het voorliggende vraagstuk, tot het probleem in kwestie ook daadwerkelijk was opgelost. Op die manier zorgde hij er mee voor dat het blad, ook in soms moeilijke tijden en bij tegenwind, altijd in de lucht bleef.

Uiteraard schreef hij ook stukken en columns voor de Hoogstraatse Maand, maar soms kreeg je de indruk dat hij daar schroom voor moest overwinnen. Hij stond niet graag in de schijnwerpers, en een stuk met zijn naam of initialen onder vond hij al te veel eer. Toen hij eenmaal het personage Albert Vorstenbosch had verzonnen, bleek dat voor hem de ideale manier om zijn creativiteit op papier te kanaliseren, met een alter ego als bliksemafleider. Leo Van Riel verhield zich tot Albert Vorstenbosch zoals Guido Van Meir tot Cornelius Bracke, of zoals Hugo Matthyssen tot Clement Peerens, popkenner uit Antwerpen. Een alter ego geeft soms vleugels. Het resulteerde in misschien wel de geestigste rubriek die dit blad ooit heeft gehad.

Zijn engagement voor de Hoogstraatse Maand is altijd erg groot gebleven, zeker nadat hij een kwarteeuw geleden ook in Hoogstraten kwam wonen. De voorbije jaren, in een periode dat hij een opeenvolging van slecht nieuws over zijn gezondheidstoestand te verwerken kreeg, bleef zijn betrokkenheid enorm. Ook toen hij al ernstig ziek was, bleven zijn ideeën, opmerkingen en suggesties binnenstromen. Pas op 26 mei, toen hij uitgerekend op zijn zeventigste verjaardag overleed, droogde die stroom definitief op.

Langs deze weg excuseren we ons alvast bij Leo. Hij zou deze tekst zonder twijfel te lang hebben gevonden. Een beetje minder prominent had ook gemogen. En moest die foto écht zo groot? Veel te veel eer. Maar voor deze ene keer leggen we zijn bezwaren met overtuiging naast ons neer, om hem het eresaluut te geven dat hij verdient. We zullen hem vreselijk hard missen.

We bieden zijn vrouw Resy, de kinderen Tim en Sarah en schoonzoon Roel, en de kleinkinderen Tess, Stan, Sid en Bob onze deelneming aan.

De redactie van de Hoogstraatse Maand