Gemeente Apeldoorn | Voortbouwen op succes

Page 1

Regio Midden-IJssel Oost-Veluwe Voortbouwen op succes


Inhoudsopgave Voorwoord Pagina 3

Daghulp 0-6 Pagina 10-11

Team ED

Hoogwaardige toegang

Dyslexie

Transformatie zorgaanbod

Pagina 4-5

Pagina 6-7

Samenwerking huisartsen en toegangen

Pagina 12-13

Pagina 14-17

Jeugdhulp en Onderwijs Pagina 18-19

Pagina 8-9

Colofon Eindredactie

ZorgRegio Midden-IJssel/Oost-Veluwe

Interviews en vormgeving Visuele Notulen, Arnhem

Drukwerk

Alle projecten in dit magazine zijn gerealiseerd met subsidie van de provincie Gelderland

Voor verdere vragen en/of opmerkingen kunt u contact opnemen met: Rita Otter Programmamanager Jeugd ZorgRegio Midden-IJssel/Oost-Veluwe

jeugdzorg@apeldoorn.nl

2


Voorwoord In deze brochure beschrijven we, kort en krachtig, de zeven projecten die we met de financiële middelen vanuit de provincie Gelderland hebben gefinancierd. Stuk voor stuk hebben de projecten mooie resultaten opgeleverd, erg verschillend van aard. Het één veel concreter dan het ander, maar allemaal leveren ze een grote bijdrage aan de vernieuwingen in onze regio. Wat de opbrengsten gemeen hebben, is dat alle projecten hebben geleid tot een betere samenwerking tussen zorg­ aanbieders, gemeenten en toegangen. Elkaars kwaliteiten zien, erkennen en inzetten wanneer nodig, is een belangrijke voorwaarde om verder te komen. Ik wil iedereen hartelijk danken voor de energie en tijd die hier in gestopt is. Jullie mogen trots zijn op de resultaten.

Rita Otter Programmamanager Jeugd ZorgRegio Midden-IJssel/Oost-Veluwe

3


Team ED 16+ tot zelfstandigheid en zelfredzaamheid Interview met Brian Schuncken Team ED zorgt voor verbroedering Jongeren die aan het einde van hun traject in een residentiele jeugdhulpinstelling verblijven, zijn na jaren hulpverlening vaak blij dat ze zonder ondersteuning verder mogen. Ze zijn niet altijd gemotiveerd voor verdere ambulante begeleiding, terwijl het risico aanwezig is dat ze zonder vangnet terugvallen in oud gedrag. Op het moment dat het nodig is weten ze de weg naar de juiste hulpverlening niet te vinden. De pilot Team ED gaat uit van de kracht van deze jongere, als deze gekoppeld wordt aan een jongere met ervaringsdeskundigheid in de jeugdhulp (ED).

“Ik wou dat er vroeger een ED voor mij was geweest.” 4

Team ED is geen verlengstuk van de hulpverlening, maar ED en de jongere zoeken samen hun weg op een manier die bij hun past. Ervaringsdeskundige Brian Schuncken vertelt over de gang van zaken tot nu toe.

Wijde wereld “Wanneer je als 18-jarige voor het eerst in de wijde wereld terecht komt, sta je voor een hoop keuzes. Voor jongeren met een bewogen verleden valt dat niet altijd mee, je bent daar niet op voorbereid. Veel van hen maken de verkeerde beslissingen en gaan de fout in. Als Team ED proberen wij jongeren die in die moeilijke levensfase zitten te ondersteunen. Zoiets was er toen ik jong was nog niet. Ik worstel mijn hele leven al met allerlei problemen. Dat begon toen ik als 4-jarig jochie samen met mijn broertje uit huis werd geplaatst. Ik ben mishandeld en verwaarloosd. Nog voor mijn achttiende werd ik dakloos en kwam ik op het criminele pad terecht. Een stabiele basis in de vorm van familie of vrienden ken ik niet. Dat is iets wat ik mijn pupillen wil bijbrengen: dat hecht contact met familie heel belangrijk is. Zelfs al zijn het soms rotzakken, je hebt er een band mee die niemand anders kan dragen.”


Verbroedering “Team ED zorgt voor verbroedering. Op het moment dat ik met cliënten aan het werk ben, weet ik hoe ze zich voelen. Vaak voelen ze zich ook eenzaam. Velen van hen voelen zich door de overheid en hun leefomgeving in de steek gelaten. Het is fijn om te weten dat je niet de enige bent en om samen te kijken wat je kan doen om de situatie te verbeteren. Voor mij is het een stukje zelfmedicatie, iets nuttigs doen met mijn ervaring geeft voldoening. Het onderlinge begrip alleen al helpt enorm. Ik merk dat cliënten zich begrepen voelen en vragen durven te stellen. Terwijl ze het contact met professionele hulpverleners liever niet meer opzoeken. Ze komen dan liever bij mij. De manier waarop is soms misschien een beetje warrig, maar meestal kom ik er wel uit met ze. Het contact is gelijkwaardig, bovendien hebben we aan één blik voldoende, daar zijn we op getraind

in ons leven. Aan een blik of houding zie ik direct in wat voor staat iemand is. Als je gewend bent om altijd op de loer te moeten zijn, dan leer je dat soort dingen als eerste.”

Vertrouwen “Met een jongere uit een moeilijke situatie een vertrouwensband opbouwen duurt heel lang. Ze zijn gewend verlaten te worden en kijken daarom eerst de kat uit de boom. Ik ben nu een half jaar met een jongere in gesprek, maar we zitten nog steeds in de kennismakingsfase. Het project heeft daarom tijd en geduld nodig. Van het nut van het project ben ik overtuigd. Ik heb er alle vertrouwen in, mits de financiën er komen en het niet te bureaucratisch wordt. Nu draait het nog op vrijwilligers, maar ik hoop dit project op waarde wordt geschat en dat er in de toekomst betaalde banen tegenover staan.”

“Dat er jongeren zijn die niet het gevoel hebben dat ze er alleen voor staan op hun 18de, dat is waar we het voor doen. Ik ben super trots dat we in 1,5 jaar een betrokken team van 12 ED-jes hebben geformeerd die zich allemaal inzetten voor deze jongeren in de jeugdhulp.” Nell Bezema - projectleider 16+ team ED

Doel Bijna 18-jarigen die in een residentiele jeugdhulp­ instelling wonen, zijn na jaren hulpverlening vaak blij dat ze zonder ondersteuning verder mogen. Maar de kans op terugval is redelijk groot. Team ED bestaat uit jongeren die zelf ervaring hebben met jeugdhulp. Ze hebben de overstap naar zelfstandigheid al gemaakt en kunnen vanuit hun eigen ervaring andere jongeren laagdrempelig adviseren en ondersteunen. ED is geen hulpverlening, maar praktische ondersteuning richting zelfstandigheid. Hoe het contact verloopt en hoe frequent zij elkaar zien, is aan ED en de jongere. Ouders en hulpverleners zijn niet aanwezig bij de ontmoetingen.

Resultaat Er zijn acht ED’s gematcht met negen jongeren. Via voorlichting op leefgroepen en contact met hulpverleners maakt team ED zichzelf bekend.

Via social media worden nieuwe ED’s geworven. Een ED ondersteunt een jongere minimaal een jaar. De organisatie van het team, het matchen en werven van de ED’s is in handen van een coördinator. De coördinator zorgt voor intensieve ondersteuning, individueel, in groepsverband (elke maand) en via intervisie (elk kwartaal).

En nu? De uitdaging is om in elke gemeente binnen de regio voldoende ED’s te werven. Zodat de reistijd minimaal is en meer jongeren kunnen profiteren van een ED.

Partners Tactus, Riwis, Koppel Epe, MEE, Pluryn, JB Gelderland, Pactum

5


Dyslexie Projectplan transformatie dyslexiezorg Interview met Hansje Planjer en Jan Wilgenhof Toename dyslexiezorg De dyslexiezorg in Nederland is de laatste jaren sterk gegroeid. Het lijkt erop dat steeds meer ouders en scholen de weg naar deze zorg weten te vinden. Gemeenten hebben er belang bij de oorzaken van deze groei te achterhalen en vervolgens de vraag zoveel mogelijk terug te dringen. Dat kunnen zij echter niet alleen. Gemeenten en verschillende dyslexie zorgaanbieders sloegen daarom de handen ineen om meer informatie te vergaren en beter samen te werken.

“Dat het onderwijs nu nog een te kleine rol speelt zien wij eerder als een kans dan een probleem.” 6

Hansje Planjer, manager passend onderwijs bij IJsselgroep en Jan Wilgenhof, directeur van dyslexie specialist Berkel-B, vertellen hoe dat tot nu toe verloopt.

Proces Jan: “Ik ken geen regio waarbij we zo open, uitgebreid en transparant om de tafel hebben gezeten als hier. Het onderlinge respect en begrip naar elkaar, daar ben ik het meest trost op. Vooral tussen de beleidsmedewerkers en de aanbieders hing een hele open sfeer. We zaten vaak bij elkaar, altijd op basis van gelijkwaardigheid. In veel andere regio’s bekijken aanbieders elkaar met argusogen. Hier was dat het tegenovergestelde. Wij leerden elkaar goed kennen en bouwden een band op. Dat is heel prettig, want zo kun je elkaar makkelijker vinden en versterken wanneer dat nodig is.” Hansje: “Je gaat met elkaar aan de slag, en dat is heel belangrijk. Doordat alle verschillende gemeenten vertegenwoordigd zijn, is er meer begrip en afstemming. Zo krijg je ook een beter beeld van wat je concullega’s doen en hoe de gemeente hierin staat. Hier kan geen relatiedag tegenop.


Vrijwel het hele werkveld op het gebied van dyslexie was betrokken bij dit project. Dat op zoveel verschillende gebieden zoveel werk is verzet, dat is mooi om te zien.”

Kansen Hansje & Jan: “Het onderwijs is nog te weinig betrokken in dit project. Dit heeft te maken met verschillende factoren. Het onderwijs staat ook onder enorme druk. Dat het onderwijs nu nog een te kleine rol speelt zien wij eerder als een kans dan een probleem. Er is al wel het een en ander gaande, maar het aanspreken van scholen die zwak scoren op het gebied van dyslexie, dat gebeurt nog onvoldoende.”

Doel Doel van het project was zicht krijgen op de mogelijkheden om de dyslexiezorg te verbeteren, in beeld krijgen van alternatieve bekostigingsmogelijkheden en het stimuleren van de samenwerking tussen ouders, dyslexieaanbieders, onderwijs en gemeenten.

Resultaat Uit onderzoek blijkt dat er in de regio Midden-IJssel/ Oost-Veluwe, in verhouding tot het landelijk gemiddelde, veel kinderen een EED-verklaring hebben. EED staat voor Ernstige Enkelvoudige Dyslexie. Bij 4% van alle kinderen zijn de klachten zo ernstig en hardnekkig dat er gespecialiseerde ondersteuning en behandeling nodig is. Bij deze kinderen is er sprake van ernstige dyslexie. Enkel kinderen met EED komen in aanmerking voor dyslexiezorg. In gesprekken met aanbieders is duidelijk geworden dat een deel van de kinderen met deze verklaring eigenlijk niet tot de doelgroep behoort. Met een gestructureerde spellings- en leesinstructie boeken zij in korte tijd grote vooruitgang. De werkgroep is in gesprek over een pilot waarin eerst een stukje behandeling plaatsvindt, voordat de definitieve diagnose wordt gesteld.

Toekomst Hansje: “We zijn nog niet klaar. Alle betrokken partijen willen dat het percentage van kinderen dat doorstroomt naar de specialistische behandeling omlaag gaat. Dat is iets waar we met zijn allen hard aan moeten werken.” Jan: “Een belangrijke doelstelling voor de toekomst vind ik ook: totale duidelijkheid over de procedure. Als je dat niet doet, ontstaat er shopgedrag bij ouders. Wanneer er te veel ruimte voor interpretatie is, leggen ze hun probleem bij verschillende aanbieders neer. In principe zouden die allemaal met eenzelfde oordeel moeten komen, maar dat is op dit moment nog niet het geval. Duidelijkheid en uniformiteit is voor mij daarom heel belangrijk.”

Aanbieders werken aan een concreet voorstel om de cijfers terug te brengen tot in ieder geval het landelijk gemiddelde. Verder is gebleken dat dyslexieaanbieders een bijdrage kunnen leveren aan de verbetering van het lees-, spellings- en taalonderwijs door hun kennis en vaardigheden over te dragen. Voor 2018 ligt er een voorstel voor een andere vorm van financiering, waarbij aanbieders worden gemonitord op hun werkwijze en inzet.

En nu? Het thema dyslexiezorg is een vast onderwerp van de onderwijs-zorgagenda van gemeenten en de drie samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs in de regio Midden-IJssel/Oost-Veluwe. Twee keer per jaar zijn er gesprekken met de dyslexieaanbieders waarin hun werkwijze en inzet onderwerp is van gesprek.

Partners Gemeente Voorst, gemeente Apeldoorn, CJG Apeldoorn, IJsselgroep, Gemeente Brummen, Berkel-B, Driestareducatief, CJG Epe, Educto, Marant, RID, gemeente Heerde, kbc-dyslexie, Braams

7


Samenwerking huisartsen en toegangen Het is niet langer wij en zij Interview met Janneke van der Vegt en Kitty van Groeningen Betere communicatie en samenwerking De huisarts speelt een grote rol in de verwijzing naar de specialistische jeugdzorg. Huisartsen hebben een vast netwerk van hulpverleners om zich heen, maar niet iedereen kent elkaar of is voldoende op de hoogte van de mogelijkheden en van elkaars werkwijze. Dat kan beter.

8

Het doel van het project is er daarom op gericht om een betere communicatie en samenwerking te realiseren tussen de lokale gemeentelijke toegangen (CJG) en de huisartsen. Dit alles zodat het kind waar mogelijk sneller, beter en dichter bij huis geholpen wordt. Onder het CJG van Hattem valt het consultatiebureau, (school)maatschappelijk werk, toegangsteam, Stichting Welzijn Hattem, jongerenwerk en GGD. Beleidsmedewerker Janneke van der Vegt en huisarts Kitty van Groeningen van praktijk ’t Veen vertellen over hun samenwerking en bevindingen.

Spreekuur Janneke: “We zitten al langer met huisartsen om de tafel, maar sinds het nieuwe project zijn onze overleggen steeds constructiever. Er zijn twee huisartsenpraktijken in Hattem, bij een daarvan realiseerden we een tweewekelijks spreekuur van de consulenten van het CJG.


Wanneer een familie bij de huisarts komt voor een doorverwijzing naar jeugdzorg, kan de arts hen makkelijk inplannen bij het spreekuur. Een arts heeft 10 minuten de tijd, een consulent een uur. Zo kun je veel breder kijken welke hulp passend en nodig is. De huisarts is voor veel mensen een vertrouwde plek, vandaar dat het CJG daar naartoe komt. Dankzij de samenwerking kunnen we gezinnen waarin meerdere problemen spelen beter helpen.”

Onderlinge relatie Kitty: “Het begint met elkaar leren kennen. Bij een van de eerste bijeenkomsten schudde ik voor het eerst de hand van de jeugdarts. Dat is eigenlijk te gek voor woorden. Nu kennen alle betrokken partijen elkaar en verwijs je ook makkelijker naar elkaar door. Wij willen elkaars gezicht en werkwijze kennen, dan weet je wat je aan elkaar hebt. Je wilt patiënten natuurlijk alleen overdragen aan mensen en instanties waar je zelf vertrouwen in hebt. Een goede onderlinge relatie is daarom essentieel.”

Doel De huisarts is een laagdrempelige voorziening voor ouders die vragen hebben over de ontwikkeling van hun kind. Doel van het project was om een betere samenwerking te realiseren tussen de toegangen en de huisartsen in de acht gemeenten. Zodat preventieve voorzieningen in de gemeente beter bekend raken bij de huisartsen. En toegangen eerder betrokken zijn bij een doorverwijzing naar specialistischere jeugdhulp.

Resultaat Het project had vooral een vliegwielfunctie. Het gaf prioriteit aan een intensievere samenwerking tussen de toegang en de huisarts. Lokaal heeft iedere gemeente dit op zijn eigen manier invulling gegeven. Een spreekuur door een toegangsmedewerker in de huisartspraktijk bleek een grote meerwaarde. De huisarts verwacht dan een gekwalificeerde toegangsmedewerker, die een juiste inschatting kan maken van de problematiek en welke hulp nodig is.

Meer steun Kitty: “Vooral bij complexe vraagstukken is het fijn om bij elkaar aan te kunnen kloppen. Het is niet langer wij en zij, de lijntjes zijn nu korter waardoor je elkaar makkelijker vindt. Eens in de zoveel tijd zitten we als huisartsen en CJG met elkaar om de tafel om ideeën en informatie uit te wisselen. Je kunt veel van elkaar en elkaars expertise leren. Ik voel me ook meer gesteund. Vanuit scholen krijgen wij als huisarts bijvoorbeeld weleens een verzoek om medicatie voor te schrijven voor een van hun leerlingen, maar als ik dat niet nodig acht laat ik het CJG meekijken. Die begeleiden het proces en stellen eventueel een diagnose. Bovendien kunnen zij ook feedback geven aan de school, dat vind ik heel belangrijk.”

Verdere samenwerking en betrokkenheid tussen huisartsen en toegangen wordt gestimuleerd door minimaal jaarlijks huisartsen bij te praten over veranderingen in de jeugdhulp. En gezamenlijk een agenda op te stellen voor het verder vorm geven van de samenwerking.

En nu? De voortgang van de samenwerking tussen huisartsen en toegangen is een aandachtspunt van de adviesen klankbordgroep die is ontstaan vanuit het project Hoogwaardige Toegang.

Partners Toegangen in alle acht gemeenten, HAGRO’s en/of lokale huisartsenverenigingen.

9


Daghulp 0-6 Projectplan daghulp van kinderen 0-6 jaar Interview met Diana Lacroix Concurrentie hoort niet thuis in de zorg Kinderen met ontwikkelingsproblematiek in de leeftijd van 0 tot 6 jaar maken gebruik van het aanbod van Lindenhout, de Passerel en Jeugd GGZ. Gezamenlijk werden de eerste plannen op papier gezet om kinderopvang en het gespecialiseerd zorgaanbod met elkaar te integreren. Dit zodat kinderen vroegtijdig de zorg en begeleiding krijgen die zij nodig hebben en wanneer mogelijk in hun eigen vertrouwde en veilige omgeving. Diana Lacroix, ambulant begeleider in de wijk, vertelt hoe zij het project tot nu toe ervaart.

“Het doel van het project is om samen, op een laagdrempelige manier, naar kinderen te kijken.” 10

Toen en nu “Voordat we met het project startten opereerden Lindenhout, de Passerel en Jeugd GGZ allemaal apart van elkaar. Het doel van het project is om samen, op een laagdrempelige manier, naar kinderen te kijken. Dit zodat kinderen in hun eigen omgeving kunnen blijven, waar we hen met een deskundig oog observeren en vervolgens een advies uitbrengen. In de meeste gevallen wordt dit advies uitgevoerd door de pedagogisch medewerker daar ter plekke. Zo is het in veel gevallen niet langer nodig om kinderen bij een aparte instantie onder te brengen. Voor de kleintjes is het waardevol om op hun vertrouwde plek en bij hun vriendjes en vriendinnetjes te blijven, maar ook de ouders geeft het rust. Dat ze niet langer uit verschillende organisaties hoeven te kiezen maakt het direct een stuk minder zwaar. Bovendien is het natuurlijk ook een stuk praktischer om in de buurt van huis te blijven. Waar mogelijk ben ik er een groot voorstander van om kinderen in hun eigen omgeving te ondersteunen.”


Durf te vragen

Kennis en kunde

“Medewerkers uit de kinderopvang kunnen met al hun vragen op het gebied van ontwikkeling bij ons terecht, hoe klein die ook zijn. Het antwoord op zo’n kleine vraag kan namelijk al een groot verschil maken. Bovendien is onze hulp kosteloos, op alle fronten moet het zo laagdrempelig mogelijk zijn. Wanneer er extra ondersteuning nodig is, wordt samen met ouders, CJG en pedagogisch medewerkers bekeken hoe de ondersteuning verder ingevuld kan worden. Toch merken we dat nog niet iedereen met vragen bij ons komt. Wie weet heeft dat te maken met de werkdruk of kennen de kinderdagverblijven ons nog niet goed genoeg. Daarom proberen we ons gezicht zoveel mogelijk te laten zien.”

“Ik vind het heel interessant en boeiend om te bekijken welke mogelijkheden er zijn om kinderen in de reguliere kinderopvang te houden. Pedagogisch medewerkers ondersteunen en kennis en kunde delen en bundelen, dat is enorm waardevol. Iedereen heeft zo zijn eigen expertise en ik vind het heel mooi om daarmee samen van betekenis te zijn. Concurrentie hoort niet thuis in de zorg.”

Doel Het doel van dit project was om jonge kinderen (0-6 jaar) met een hulpvraag zoveel mogelijk ondersteuning te bieden binnen de reguliere kinderopvang. En door­ verwijzing naar specialistische daghulp te verminderen. Drie aanbieders van specialistische daghulp voor deze kinderen met ontwikkelingsproblematiek realiseerden daarvoor vernieuwend, integraal aanbod dat ambulant werd ingezet in samenwerking met de kinderopvang.

Resultaat In de loop van het project ontstond Spot-Light.‘Spot’ staat voor (s)amenwerkend (p)edagogisch (o)nder­ steunings (t)eam: een mobiel team van pedagogisch medewerkers dat het kind binnen de kinderopvang even in de schijnwerpers zet. Interventies van het team zijn consulten aan en coaching van medewerkers in de kinderopvang, gesprek met ouders, observaties van de kinderen, advisering.

Van groot belang bleek het gezamenlijke overleg tussen ouders, kinderopvang, Spot-Light en toegang voor elke individuele casus en het afstemmen op deze specifieke situatie. Voordeel van Spot-Light is dat niet op voorhand gekozen hoeft te worden voor het specialisme van één van de verschillende deelnemende organisaties, maar dat dit heel licht ingezet kan worden.

En nu? De pilotfase heeft geleerd dat Spot-Light een aanbod biedt dat aansluit op een vraag. Samenwerking met de toegangen is essentieel, ook zij kunnen doorverwijzen naar het aanbod van Spot-Light. De intentie is om het aanbod door te zetten, vragen vanuit de kinderopvang zijn uiteindelijk doorslaggevend voor het bestaand van het team Spot-Light.

Partners Lindenhout, de Passerel en Jeugd GGZ, gemeente Brummen, Voorst, Heerde, Epe en de toegangen in deze gemeenten.

11


Hoogwaardige toegang Eén gezin, één plan Interview met Paul Harmsen In de praktijk hanteren veel organisaties, instellingen en gemeenten hun eigen werkwijze, en daaraan gekoppelde verslaglegging en formats. Regelmatig leidt dit tot mis­ communicatie en vervelender nog; betrokken gezinnen moeten regelmatig hun verhaal en situatie meermaals toelichten. Met alle ongemakken van dien. Vanuit de projectgroep ‘Hoogwaardige Toegang’ werd de behoefte naar eenduidige en uniforme documentatie en communicatie vertaald naar een concreet product: Het regionaal gezinsplan, een helder leesbaar plan voor ouders en kind met hun doelen en in eigen bewoording.

“Ik vermoed ook dat de praktijk binnenkort zal uitwijzen dat een eenduidige en uniforme verslaglegging onmisbaar en onontkomelijk is.” 12

Gezin is eigenaar Paul Harmsen, Teamleider CJG van de gemeente Heerde, is enthousiast over het gezinsplan. “Het is een heel bruikbaar document waarvan het gezin ten alle tijden eigenaar is en tevens eindverantwoordelijk voor blijft. Het accent ligt op het positieve, kortom; gericht op de kracht en sterke punten van een gezin. Zo is de vraagstelling altijd oplossingsgericht en is er veel aandacht besteed aan de ‘tone of voice’ en woordgebruik. Er wordt niet over hen gesproken, maar met hen. Daarnaast is het gebruik van vaktermen en afkortingen tot een minimum beperkt. Op deze manier is alles wat gedocumenteerd wordt, goed te volgen en begrijpen voor een gezin,” vertelt Paul. Niet alleen voor gezinnen is het plan een uitkomst, ook het CJG en vele zorgaanbieders zijn er blij mee. “Het gezinsplan maakt het voor iedereen inzichtelijk wat er moet gebeuren. Het is een middel voor het gezin om de regie te blijven voeren en tegelijkertijd is het een beslisdocument om iets in gang te zetten: bijvoorbeeld professionele zorg door een gecontracteerde zorgaanbieder. Het was niet eenvoudig om dit juridisch voor elkaar te krijgen, maar het is gelukt,” aldus een tevreden Paul.


Implementatie

Om tafel

Het plan is nog volop in ontwikkeling en wordt nog niet door alle gemeenten en instanties gebruikt. Het traject is daarom nog niet afgerond en er zijn nog obstakels te overwinnen. Paul: “Dit voorjaar kwamen we er achter dat het gezinsplan niet door alle CJG medewerkers uit de hele regio MiddenIJssel/Oost -Veluwe wordt gebruikt. Dit hadden we niet zien aankomen. We hadden ook erg weinig inzicht omtrent de vorderingen van de implementatie. Ik vermoed dat sommige gemeenten het plan in een andere vorm slechts gedeeltelijk gebruiken.” Binnen de gemeente Heerde wordt het plan inmiddels al geruime tijd gebruikt. In sommige gevallen is het plan te breed en te groot, maar dan worden alleen de gewenste en noodzakelijke hoofdstukken gebruikt.

Paul geeft aan dat hij verwacht dat meer gemeenten en instellingen het gezinsplan zullen omarmen. “Het is in ieders belang om tot een uniforme en eenduidige verslaglegging te komen. Zeker wanneer men het bekijkt vanuit het perspectief van het gezin, zij hebben er zeker baat bij. Ik vermoed ook dat de praktijk binnenkort zal uitwijzen dat een eenduidige en uniforme verslaglegging onmisbaar en onontkomelijk is. Niet alleen in het belang van de gezinnen, maar ook om de zorg effectiever en efficiënter te maken. Dat is in ieders belang.”

Doel In de zorgregio Midden-IJssel/Oost-Veluwe hebben de acht gemeenten de toegang voor jeugdhulp ieder op een eigen manier ingevuld. Daardoor zijn er verschillen in werkwijze, organisatievorm en de samenstelling/ combinaties van functies. Het doel van dit project was om de kwaliteit van de lokale toegangen te optimaliseren en bij zorgtoewijzing en risicotaxaties een eenduidigere werkwijze te realiseren.

Resultaat Aan het onderwerp veiligheid en risicotaxatie werd prioriteit gegeven. Het werken met het veiligheid- en herstelplan en het gebruik van LIRIK (hulpmiddel om kindermishandeling vast te stellen) is van een enkele gemeente uitgebreid naar alle gemeenten. Verder is er een regionaal gezinsplan ontwikkeld, ter vervanging van alle formats voor aanmelding, gespreksverslagen en hulpverleningsplannen.

Dit nieuwe regionale gezinsplan gaat uit van de doelen en bewoordingen van ouders en kinderen, hulpverleningstaal is taboe! Met dit plan wordt in 2017 in drie gemeenten proef gedraaid. In alle gemeenten is intervisie voor jeugdzorgwerkers georganiseerd. Ook zijn alle medewerkers in regionaal verband geschoold in sociale netwerkversterking.

En nu? De projectgroep gaat verder als advies- en klankbordgroep voor belangrijke regionale transformatieonderwerpen.

Partners Alle acht gemeenten en de toegang van iedere gemeente.

13


Transformatie zorgaanbod Het transformatie Team heeft de toekomst Interview met Anniek Smulders en Paul Harmsen Begin 2015 is de transformatie van de jeugdzorg begonnen. Gemeenten zijn sinds die tijd belast met en verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoeren van een kwalitatief goed beleid ten aanzien van de jeugdzorg. In veel regio’s komt men uitdagingen tegen die een kwalitatief goed, eenduidig en uitvoerbaar beleid in de weg staan. Er is minder budget en meer werk. De werkdruk neemt daardoor toe en de

“We zullen de jeugdzorg uiteindelijk toch moeten hervormen, waarbij het accent van reactief naar proactief verlegd dient te worden. Alleen dan kunnen we de jeugdzorg effectiever en efficiënter organiseren.” 14

vraag naar zowel specifieke als generieke jeugdzorg blijft onverminderd hoog.

Succes Ondanks deze enorme uitdagingen blijft de regio MiddenIJssel/Oost-Veluwe inzetten op kwalitatief hoogwaardige jeugdzorg. Om die reden is er twee jaar geleden een pilot gestart om de transformatie gestalte te geven. Het zogeheten Transformatie Team is in het leven geroepen, met als belangrijkste doelstelling het gebruik van het aantal bedden te verminderen. Het projectteam kwam echter in een vroeg stadium tot de conclusie dat deze doelstelling eerder een bijkomend effect op de lange termijn is, dan een doel op zich. Om die reden is men tot een andere doelstelling gekomen, te weten: specialistische zorg toegankelijker maken aan de voordeur. Inmiddels is de pilot afgelopen en blikken Paul Harmsen, Teamleider CJG bij de gemeente Heerde en Anniek Smulders


van De Hoenderloo Groep terug op een enerverende periode. Beiden zijn overwegend tevreden. Anniek: ”De pilot heeft duidelijk gemaakt dat het Transformatie Team een absolute meerwaarde is. Niet alleen met het oog op het behalen van de gestelde transformatiedoelen, maar belangrijker nog dat de getroffen jongeren eerder en adequatere zorg geleverd krijgen.” Het Transformatie Team bestaat uit een groep specialisten van diverse zorginstellingen uit de regio en heeft onder andere de taak om proactief bij probleemsituaties en -gezinnen aan te kloppen. Hiermee wordt in veel gevallen (verdere) escalatie voorkomen, waardoor gezinnen in tact blijven en jongeren niet langdurig uit huis geplaatst hoeven te worden. Een grote kracht volgens Paul: ”Het gaat in iedere situatie allereerst om de jongere(n) en het gezin. Zij zijn het belangrijkst. Door de specialistische kennis beschikbaar te maken aan de voordeur voorkom je een hoop leed.”

Bruggen bouwen Een van de succesfactoren van het Transformatie Team is volgens Anniek het onderlinge respect en vertrouwen dat de specialisten en hulpverleners in elkaar hebben. “We hebben als team heel veel vlieguren gemaakt om de onderlinge verstandshouding te kunnen vaststellen. Iedereen opende haar deuren en was bereid om kennis en ervaringen te delen. We vertrouwden op elkaars deskundigheid en ik ben van mening dat de goede resultaten hier een uitkomst van zijn. De inzet en bereidheid was er direct bij iedereen. We zijn vanaf het begin samen over een brug gaan lopen die onder onze voeten werd gebouwd. We zijn echt heel pragmatisch te werk gegaan. Geen eindeloze vergaderingen, maar op basis van voortschrijdend inzicht en al doende onze koers en werkwijze blijven bijstellen. Een heel prettige werkwijze,” aldus Anniek.

15


Vervolg

Positief

De pilot is nu enkele maanden afgelopen en ondanks de bevredigende resultaten zijn er ook zorgen. Paul ligt toe: ”Alles ligt op het moment een beetje stil. We kunnen nog wel van elkaars expertise gebruik maken, maar het proactieve karakter is verdwenen. En daar lag juist de kracht.

Echter, zowel Paul als Anniek zien de toekomst van het Transformatie Team positief tegemoet. Paul:”We zullen de jeugdzorg uiteindelijk toch moeten hervormen, waarbij het accent van reactief naar proactief verlegd dient te worden. Alleen dan kunnen we de jeugdzorg effectiever en efficiënter organiseren.”

“Heel jammer want het Transformatie Team heeft enorm veel potentie. We hadden de hoop dat iedereen die niet deelnam enthousiast zou worden naar mate het project vorderde, maar dit hebben we onderschat.”

Doel Een belangrijk doel van de transformatie in de regio Midden-IJssel/Oost-Veluwe is de inzet van zware specialistische zorg te verminderen naar zo licht mogelijke zorg, zo dicht mogelijk bij de cliënt. In dit project zijn enkele specialistische aanbieders (het Transformatie-team) met de toegangen in deze regio activiteiten gestart die hieraan bijdragen.

Resultaat

4. Stagnerende casuïstiek bij een specialistische zorgaanbieder bespreekbaar maken en gezamenlijk maatwerk oplossingen bedenken. Gedurende het project is het Transformatie-team ruim dertig keer geconsulteerd door de toegangen. De uitdaging voor het Transformatie-team is om lokaal aansluiting te vinden bij de voorkeuren wensen en werkwijzen van de toegangen om de samenwerking te laten slagen.

En nu?

De vier activiteiten zijn: 1. Preventief specialistische kennis bij de toegang inzetten om in een vroeg stadium passende zorg in te zetten;

In het najaar van 2017 organiseren de zorgaanbieders een werkbijeenkomst voor alle gemeenten in de regio Midden-IJssel/Oost-Veluwe voor toegangen en beleidsmedewerkers. Centraal staat dan de vraag hoe lokale toegangen en de specialistische aanbieders kunnen blijven samenwerken.

2. Alternatieve vormen van zorg voor jongeren onderzoeken en in gezamenlijkheid aanbieden om wachtlijstproblematiek te voorkomen;

Partners

3. Gezamenlijk afschaling en uitstroom onderzoeken;

16

Anniek vult aan:”Er ligt een prima basis waarop verder gebouwd kan worden. We moeten het vuurtje blijven opsteken, net zo lang totdat het op juiste plek gaat branden. Uiteindelijk moeten we het samen doen. Alleen dan kunnen we proactief de hand uitsteken naar mensen. En als dat lukt, dan wordt delen pas echt vermenigvuldigen.”

JB Gelderland, Pactum, Lindenhout, Intermetzo, Pluryn


17


Jeugdhulp en onderwijs Samen zorgen voor één kind, één plan

Om de samenwerking tussen primair onderwijs en jeugdhulp een impuls te geven is het project ‘Transformeren in Jeugdhulp en Onderwijs’ opgezet. Met als belangrijkste doel te kunnen voorzien in de behoeften van het kind en passend onderwijs te realiseren.

Interview met Ria Vrolijk

Vorderingen

Passend onderwijs voor ieder kind Idealiter krijgt elk kind de hoeveelheid begeleiding, op school en van andere instanties, die hij of zij nodig heeft om goed te functioneren. In de praktijk blijkt echter dat een aantal kinderen dusdanig specifieke onderwijs- en zorgbehoeften heeft, dat een gecombineerd aanbod van onderwijs en jeugdhulp nodig is. Een knelpunt is dan vaak een consistente samenwerking tussen alle betrokken partijen, waardoor het soms niet meer mogelijk is voor kinderen om deel te nemen aan het reguliere onderwijs.

“Idealiter krijgt elk kind de hoeveelheid begeleiding, op school en van andere instanties, die hij of zij nodig heeft om goed te functioneren.” 18

Ria Vrolijk, leidinggevende bij het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Apeldoorn Primair Onderwijs, is trots op de vorderingen die ze nu ziet in de samenwerking tussen instanties. “Inmiddels zitten we maandelijks om de zes weken met CJG aan tafel. We bespreken knelpunten in een casuïstiekbespreking om hier meteen van te leren. We kijken waar de knelpunten zitten. Wat we van elkaar verwachten en waar we dan op moeten investeren. Dus daar zijn concrete stappen al in gemaakt.”


Knelpunten minimaliseren

Vertrouwen

De eerste fase van het project heeft geleid tot een aantal aanbevelingen en actiepunten voor gemeenten, zorg- en onderwijsinstellingen. Hoe de implementatie van deze uitkomsten eruit moet komen te zien, “daar moeten we het nog over hebben,” vertelt Ria. “Hoe kunnen we samenwerkingsafspraken maken om voor de specifieke doelgroepen, de knelpunten te minimaliseren. Het lastige kan zijn dat dat per gemeente kan verschillen. Als je drie gemeenten hebt waarmee je samenwerkt, dan kan de vraag in de gemeente Apeldoorn net weer wat anders liggen dat in de gemeente Zutphen.”

Voor Ria is het gehele project echt geslaagd als er sprake is van één kind, één plan, in plaats van aparte plannen die niet op elkaar afgestemd zijn en misschien zelfs contraproductief zijn naar elkaar. Ria ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet. “Natuurlijk is er nog heel veel te doen, maar de basis van vertrouwen ligt er. Dat is het uitgangspunt voor een goede samenwerking en voor succes.”

Doel Sommige kinderen kunnen niet naar school vanwege gedrags-, concentratie- of medische problemen. Voor hen is een gecombineerd aanbod van (speciaal) onderwijs en jeugdhulp nodig. Dit project was gericht op het scherp krijgen van de samenwerking tussen jeugdhulp en onderwijs. Op basis van een onderzoek in drie gemeenten zijn een aantal aanbevelingen geformuleerd, die beide disciplines dichter bij elkaar kunnen brengen.

Aanbevelingen 1. Creëer korte lijnen en (informele) sparringsmomenten vanuit de school naar de specialisten van het samenwerkingsverband of CJG. 2. Organiseer intervisie tussen intern begeleiders van scholen.

4. Maak per casus een gezamenlijk plan waarin verwoord is WAT er nodig is, WAAR we naar toe werken, WELKE ondersteuning we inzetten, HOE we dit organiseren en WIE dat doet. Belangrijk is het aanwijzen van een regievoerder op het plan en het vaststellen van evaluatiemomenten.

En nu? In alle drie de gemeenten zijn de aanbevelingen vertaald naar een ontwikkelagenda voor de verdere inrichting van het Passend Onderwijs en de samenwerking met jeugdhulp.

Partners Gemeente Apeldoorn, gemeente Lochem, gemeente Zutphen, samenwerkingsverband PO Apeldoorn, samenwerkingsverband IJssel-Berkel

3. Creëer afstemming tussen onderwijs en zorgaanbieder in een jeugdhulptraject.

19



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.