Conferentie Verdere Versterking Examencommissies

Page 1

05.10.15

SAMEN NAAR EEN DUURZAAM DIPLOMA

CONFERENTIE VERDERE VERSTERKING EXAMENCOMMISSIES


inhoud P. 4

VOORWOORD

EEN GOED GESPREK

P. 6

PROGRAMMA VAN DE DAG

P. 9

INLOOP

P. 10

CONFERENTIE VERDERE VERSTERKING EXAMENCOMMISSIES

P. 12 WELKOM: JAN BOGERD

P. 18 MARTINE POL ‘VERDERE VERSTERKING: EEN TOELICHTING’

P. 20 JAN ANTHONIE BRUIJN ‘VREEMDE OGEN DWINGEN’

P. 21

BEZOEKERS AAN HET WOORD

2


P. 30

DE 10 PUNTEN UIT HET INSPECTIERAPPORT

P. 32 WORKSHOPS

P. 34 BEDRIJFSVOERING

P. 38 AANWIJZING EXAMINATOREN

P. 42 FRAUDE

P. 46

PLENAIRE DISCUSSIE

P. 56

VERWELKOMING NIEUWE EXAMENCOMMISSIELEDEN

P. 62

NABESCHOUWING

P. 70

COLOFON

OP NAAR GEZAMENLIJKHEID

3


VOORWOORD

een goed gesprek

JAN BOGERD VOORZITTER COLLEGE VAN BESTUUR HOGESCHOOL UTRECHT

Al voor er één woord was gesproken tijdens de conferentie voor examen­ commissies, was één ding duidelijk: de betrokkenheid van de commis­ sieleden bij het onderwijs en bij de borging van onze onderwijskwaliteit is geweldig. De volle en verwachtingsvolle zaal beloofde veel goeds voor de conferentie, een verwachting die volgens mij is uitgekomen. Ik wil alle aanwezigen dan ook hartelijk bedanken voor hun toewijding en inzet. De examencommissies hebben de afgelopen jaren een flinke ontwikkeling doorgemaakt, zoals ook bleek uit de presentatie van Martine Pol, inspecteur hoger onderwijs bij het ministerie van OCW. Examencommissies richten zich meer dan voorheen op het borgen van de kwaliteit van de tentamine­ ring en examinering. Ook zijn de commissies onafhankelijker geworden en is hun deskundigheid toegenomen. Dit alles mede dankzij het ambtelijk secretariaat, dat met zijn betrokkenheid en deskundigheid ruimte creëert voor de examencommissies om hun taken te verdiepen. De conferentie bood niet alleen een blik op wat bereikt is maar keek uiter­ aard vooral naar de toekomst. De sessies waarin de commissieleden met elkaar in gesprek gingen, leverden direct al veel nieuwe ideeën en inzichten op. Maar wat de sessies bovenal lieten zien, was de kracht van dialoog. Wij vragen als hogeschool onze docenten en studenten meer het gesprek aan te gaan over de onderwijswensen, verwachtingen en mogelijkheden. Hetzelfde vragen wij nu van de examencommissies, met betrekking tot de kwaliteitsborging. Niet alleen profiteren de leden van onderlinge kennisde­ ling, ook uitwisseling met docenten brengt ons verder. De expertise van examencommissies is immers onmisbaar voor de kwaliteitsborging bij nieuwe onderwijsmethoden als leerteamleren en flexibele leertrajecten. Dialoog laat ons samen de waarde van onze diploma’s vergroten, en daarmee de waarde van onze professionals voor de maatschappij. Deze conferentie is alvast een eerste stap in die richting. Een stap die zeker een vervolg zal krijgen!

4


“DE EXPERTISE VAN EXAMENCOMMISSIES IS ONMISBAAR VOOR DE KWALITEITSBORGING BIJ NIEUWE ONDERWIJSMETHODEN.” 5


programma van de dag 12.30 - 13.00 KOFFIE EN THEE

13.00 - 13.05 SJEF VOGEL EN JOHN HUIZINGA WELKOM:

13.05 - 13.15 JAN BOGERD INLEIDING:

13.15 - 13.45 MARTINE POL ‘VERDERE VERSTERKING: EEN TOELICHTING’

13.45 - 14.15 JAN ANTHONIE BRUIJN ‘VREEMDE OGEN DWINGEN’

14.15-14.45 PAUZE

14.45-15.30 DE 10 PUNTEN UIT HET INSPECTIERAPPORT: WAT KUN OF MOET JE ER MEE ALS EXAMENCOMMISSIE? WORKSHOP IN 6 GROEPEN 15.30-16.15 PLENAIRE DISCUSSIE: HOE VERHOUDT ONDERWIJSVERNIEUWING ZICH TOT DE REGELS EN RICHTLIJNEN VOOR EXAMENCOMMISSIES? 16.15 - 16.45 VERWELKOMING NIEUWE EXAMENCOMMISSIELEDEN

16.45 BORREL EN BUFFET

6


7


8


12.30 - 13.00

inloop

“IK HOOP VIA GESPREKKEN MET ONDER ANDERE LECTOREN EN ANDERE EXAMENCOMMISSIELEDEN MIJN KENNIS EN FRISSE BLIK TE KUNNEN INZETTEN.” “MET DESKUNDIGHEID EN BETROKKENHEID ZIJN WIJ KLAAR VOOR DE VOLGENDE STAP RICHTING EEN DUURZAAM DIPLOMA.” 9


10


CONFERENTIE VERDERE VERSTERKING EXAMENCOMMISSIES

11


13.00 - 13.05

welkom

JAN BOGERD VOORZITTER COLLEGE VAN BESTUUR HOGESCHOOL UTRECHT

“Collega’s, het is bijzonder hier te zijn, in een zaal vol mensen van examen­ commies en ambtelijke secretarissen, om te praten over de kwaliteit van ons onderwijs. We hebben heel grote stappen gezet en boeken prachtige resultaten. De afgelopen jaren hebben we een enorme kwaliteitsverbetering meegemaakt: examencommissies hebben hun zaken steeds beter voor elkaar. Dat zien we ook terug in de jaarverslagen; er is een focusverschuiving van proces naar inhoud. Tegelijkertijd bekruipt het gevoel dat we nog een paar stappen moeten zetten om verder te professionaliseren. We moeten met elkaar en de docententeams het gesprek aangaan over de kwaliteit van tentamens. Dat moet zelfs samen met studenten, aangejaagd door jullie deskundigheid en inspiratie. Als ik zie wat we de afgelopen jaren hebben gedaan, ben ik ervan overtuigd dat die volgende stap binnen ons bereik ligt. Wij gaan er alles aan doen van onze kant. Met niet alleen een jaarlijkse bijeenkomst, maar ook door kennis en best practices te delen. Ik ben blij dat we dit op deze manier een start kunnen geven.“

12


13


“DE AMBITIE OM DE KWALITEIT VAN ONZE OPLEIDINGEN BETER TE BORGEN LEEFT ZOWEL BIJ HET MANAGEMENT ALS DE EXAMENCOMMISSIES.“ 14


INTERVIEW

onze ambi ie

SJEF VOGEL DIRECTEUR VAN DIENST ONDERWIJS, ONDERZOEK & STUDENTZAKEN

Waarom is het thema rondom de rol van examencommissies zo actueel? De rol van de examencommissies staat eigenlijk al een hele tijd in de belangstelling. De druk van buiten om de kwaliteit van opleidingen goed te borgen en te verbeteren neemt toe. Deze druk is sinds de problemen bij InHolland behoorlijk toegenomen. Maar los van de druk van buiten, leeft intern de ambitie om de kwaliteit van onze opleidingen nog beter te borgen. Deze ambitie wordt zowel door het management als de examencommissies gedeeld. Op basis van het rapport ‘Vreemde ogen dwingen’ zijn vervolgens goede en concrete stappen gezet. Zo is bijvoorbeeld de nadruk van proce­ durele taken meer naar de inhoudelijk kant verschoven. De aspecten die bepalend zijn voor een goede kwaliteit van een diploma en opleiding. Welke dilemma’s vragen volgens u de meeste aandacht? De focus op de inhoud en de toetsing van de kwaliteit blijft het meest actu­ eel. Wanneer we vanuit onze eigen organisatie kijken, dan is het belangrijk dat alle drieëntwintig examencommissies in goede harmonie met elkaar samenwerken. Als zij bijvoorbeeld alle drieëntwintig dezelfde protocollen en richtlijnen zouden hanteren, dan ontstaat er vervolgens meer tijd en ruimte om de kwaliteit van de inhoud te verbeteren. Deze eenduidigheid willen we over twee jaar gerealiseerd hebben. Welke vervolgstappen zijn daarbij belangrijk? We moeten eerst onderzoeken welke processen en best practices er zijn. Tevens worden alle ondersteunende ambtenaren van deze examencommis­ sies bij elkaar gevoegd. Dit wordt gecombineerd met een periodiek overleg van de voorzitters van alle drieëntwintig examencommissies. Deze slag wordt op dit moment gemaakt en moet over twee jaar zijn voltooid.

15


16


“DE AFGELOPEN JAREN HEBBEN WE EEN ENORME KWALITEITSVERBETERING MEEGEMAAKT: EXAMENCOMMISSIES HEBBEN HUN ZAKEN STEEDS BETER VOOR ELKAAR.” 17


13.15 13:45

MARTINE POL INSPECTEUR HOGER ONDERWIJS PROJECTLEIDER ONDERZOEK EXAMENCOMMISSIES

verdere vers erking een oelich ing

Een inspectierapport is steeds minder een eindpunt en eerder het vertrek­ punt van een volgende fase. Het is mooi om te zien dat de meeste thema’s uit 2004 zijn opgepakt en in de praktijk zijn gebracht. In de praktijk blijkt dat hoe groter de opleidingen zijn, des te minder vermoedens van fraude worden gemeld. Dit komt vaak omdat examinatoren de richtlijnen rondom het melden van fraude niet tot onvoldoende kennen. Voor het opstellen van regels geldt: sense and simplicity. Regels moeten dienend worden opgesteld en niet dwingend zodat er ruimte is voor gezond verstand. Het opstellen van examens vraagt om nauwe afstemming tussen examen­ commissies en het management zodat de kwaliteit goed geborgd en getoetst wordt. Veel examencommissieleden denken: “wij zijn onafhankelijk, dus daarom praten we weinig met mensen zodat we niet beïnvloed worden.” Maar onafhankelijkheid betekent niet onaanspreekbaar. Het lidmaatschap van een examencommissie betekent dat je verantwoordelijkheid krijgt, verantwoordelijkheid neemt, maar ook verantwoording aflegt. Alle betrokkenen binnen een instelling dienen gezamenlijk voor een hel­ dere, transparante positionering van de examencommissies te zorgen. De examencommissies dienen een centrale positie in te nemen bij de borging van de tentaminering en examinering. Daarvoor dienen alle betrokkenen gezamenlijk de consequenties van de onafhankelijkheid en deskundigheid van de examencommissies binnen de eigen instellingscontext te explicite­ ren. Alle examencommissies dienen vanuit een zelfanalyse (e.g. PDCA) hun ontwikkelingspad verder te volgen en de nog ontbrekende taken uit te gaan voeren. De instellingen dienen kennis te delen en tot een heldere interpreta­ tie van de wetgeving te komen, waarbij de leden examencommissies actief hun rol nemen middels het verzorgen en organiseren van scholing. Besturen dienen de examencommissies daarvoor wel voldoende te faciliteren.

18


“DE VOORWAARDEN VOOR VERDERE VERSTERKING ZIJN ONDER ANDERE: HELDERE POSITIONERING, GEDEELDE VISIE EN TOETSING.” 19


13:45 14:15

vreemde ogen dwingen

JAN ANTHONIE BRUIJN HOOGLERAAR UL - RVT HOGESCHOOL UTRECHT EN EERSTE KAMERLID

“ALS WE TOEGEVOEGDE WAARDE OF LEERWINST IN BEELD BRENGEN ZIJN WE METEEN VAN DE ‘ZESJESCULTUUR’ AF.”

In 2012 viel de Tweede Kamer elkaar snikkend in de armen: er moest een einde komen aan de twijfel over de kwaliteit van diploma’s. De Motie Beertema zei: we gaan voortaan extern toetsen op kenniscomponenten en kennisvakken. Tentamens mogen niet meer in de school zelf gemaakt worden, want blijkbaar is er dan geen onafhankelijke toetsing. De staatsse­ cretaris wilde de onafhankelijkheid borgen en besloot in een centraal pand buiten de school alle toetsen te laten maken. De HBO-raad zei weer dat het in alle opzichten een slecht idee was. ‘Geef ons de kans om te laten zien dat het beter kan,’ zei de raad. De motie hangt ons nog steeds boven het hoofd. De HBO-raad heeft een pakket maatregelen genomen op voorstel van de commissie Veerman, om die toetsing beter extern te kunnen borgen zonder dat je de toetsing uit de instellingen haalt. Op dit moment is men daarmee aan het experimenteren, maar de essentie is dat die motie er nog hangt. Tegenwoordig moet tenminste één lid van de examencommissie afkomstig zijn van buiten de opleiding. Dat gaat over onafhankelijkheid en externe kwaliteitsborging. Een andere manier om die onafhankelijkheid te stimuleren is door externe examinatoren te betrekken. Een organische manier om dat te doen is door bijvoorbeeld gezamenlijk te toetsen. Dat kan bij een punttoets, maar sinds 1977 heeft de Universiteit van Maastricht een veel innovatiever instrument: de leerwegonafhankelijke, instellingsoverstijgende voortgangstoets.

20


“ALS WE OVER EEN AANTAL JAREN KUNNEN ZEGGEN DAT ALLE HBO’S MINSTENS ÉÉN DING UP-AND-RUNNING HEBBEN, ZIJN WE GOED BEZIG EN KUNNEN WE DE POLITIEK VAN ONS AFHOUDEN.” 21


vreemde ogen dwingen

VERVOLG

Daarmee toets je bijvoorbeeld iedere drie maanden iedere student op het niveau van de eindtermen van de studie. De Maastrichtse voortgangstoets heeft een aantal voordelen: het instrument faciliteert profilering conform Veerman en is transparant. De toets heeft ook een groot economisch voordeel. Het is namelijk veel minder werk dan bloktoetsen en er zijn geen hertentamens. Bovendien werken bij zo’n toets de typische studentenleer­ methodes – de dag van tevoren snel de oude vragen even doornemen – niet, maar wordt een meer continue energieverdeling beloond. Als we deze methode als standaard gaan invoeren, zijn we meteen van de ‘zesjescultuur’ af, doordat toegevoegde waarde of leerwinst ermee in beeld wordt gebracht. Als medicus sta ik in een register, zodat patiënten kunnen zien of ik wel aan een bepaalde minimumgrens voldoe als het gaat om het bijhouden van mijn vak. Ik vind dat een mooi systeem, vooral gezien vanuit de patiënt. Mijn voorstel is: voer dat systeem ook in het onderwijs in. Bepaal de minimale eisen aan de toetsdeskundigheid van examinatoren, stel een minimum aan de professionalisering en laat de beroepsgroep vooral zelf die bepaling ontwikkelen in een continu proces, een continue discussie. Met een expert­ groep startten we in 2013 de BKE en SKE op. We wilden dat dat zou leiden tot interne discussies bij onderwijsinstellingen. Veel instellingen hebben dit opgepakt, sommige bureaus hebben er een certificering aan gehangen. Daardoor zijn er nu genoeg mogelijkheden voor verdere professionalisering. De kwaliteit daarvan hebben instellingen zelf in handen, maar het is in het licht van de externe kwaliteitsborging erg goed dat het wordt opgepikt!

22


23


BEZOEKERS AAN HET WOORD

24


MARK RIEZEBOS LID EXAMENCOMMISSIE Wat was voor jou een eye opener? “De meeste dingen kende ik al wel. Hetgeen wat me het meest is bijgebleven is dat we vaker in kleine groepjes ervaringen moeten uitwisselen. Deze behoefte is er bijna bij iedereen.”

“WE MOETEN VAKER BIJ ELKAAR KOMEN“ Wat neem je mee van deze dag? “Ik word erg blij van de gesprekken in kleine setting. Het uitwisselen van de best practices is erg waardevol en kwam vandaag goed tot zijn recht.”

MARION DE RIJK COMMUNICATIE EN MULTIMEDIA DESIGN

25


14.15-14.45

pauze

“GESPREKKEN IN EEN KLEINE SETTING; DAT ZOUDEN WE ECHT VAKER MOETEN DOEN.”

26


27


28


29


30


DE 10 PUNTEN UIT HET INSPECTIERAPPORT:

31


14.45-15.30

workshops

HET ONTWIKKELPAD N.A.V. DE TIEN KERNTAKEN

In de lezing van Martine Pol werd gerefereerd aan de tien kerntaken die elke examencommissie heeft. Niet elke examencommissie komt echter aan al deze tien taken toe. In de workshops werd besproken in hoeverre dit in de verschillende examencommissies het geval is en waarom deze keuzes gemaakt zijn. Waar kunnen collega’s wat van leren? Waar ligt de prioriteit en waarom kunnen bepaalde taken (nu) niet worden uitgevoerd? De bezoekers gingen in zes groepen uiteen om hierover te discussiëren. Dit deden zij naar aanleiding van drie hoofdthema’s: bedrijfsvoering, aanwijzing examinatoren en fraude.

“IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK LOSSEN WE VOORAL PROBLEMEN OP, NU WILLEN WE MEER TIJD VRIJMAKEN VOOR HET AANSCHERPEN VAN ONZE VISIE.” 32


“FRAUDE MOETEN WE ZIEN TE VOORKOMEN EN EERDER SIGNALEREN.” 33


“ONZE EXAMENCOMMISSIE IS NOG STEEDS BEZIG OM RUIMTE TE CREËREN OM HUN ECHTE WERKZAAMHEDEN TE KUNNEN UITVOEREN.” 34


1.

bedrijFsvoering

IN WELKE MATE KOMT DE EXAMENCOMMISSIE TOE AAN HAAR WERKZAAMHEDEN?

“Er is een sterke wens om een gelaagdheid aan te brengen in de ambtelijke ondersteuning. We hebben gesproken over drie niveaus, te weten: beleid ontwikkelen en adviseren, besluiten doorzetten en communiceren, secretariële en administratieve ondersteuning.” “We moeten proberen vermijdbaar werk, daadwerkelijk ook te vermijden. Alleen op deze manier hebben we voldoende tijd en ruimte om aan ons echte werk toe te komen. Ga hierover met elkaar (onderwijs, management, examencommissies, toetscommissies) in gesprek.” “Als zaken zoals procedures en conversietabellen binnen de opleiding ‘in orde’ zijn krijgt de examencommissie minder ‘onnodige’ casussen.” “Ik heb vaak gezien dat examencommissies bezig zijn met operationele zaken. Naar mijn idee wordt er ad hoc gereageerd en veel te weinig pro-actief.” “Ik streef naar een centraal ambtelijke ondersteuning. Dat kan echter alleen wanneer de taken en werkzaamheden van de examencommissies ook eenduidig zijn.” “Er is geen ondersteunend ICT-systeem dat aansluit bij onze protocollen en richtlijnen.” “Het aantal uren zorgt voor gedoe. We moeten niet alleen zorgen dat er voldoende uren worden gefactureerd, het beleid rondom de handhaving van deze uren moet ook eenduidiger worden nagestreefd.” “Laten we met z’n allen beter letten op efficiëntie. Besluiten moeten doorgezet en goed gecommuniceerd worden . ”

35


36


1.

bedrijFsvoering

VERVOLG

WELKE ROL VERVULT HET AMBTELIJK SECRETARIAAT?

“ER IS BEHOEFTE AAN EEN STERKE INHOUDELIJKE ONDERSTEUNING, OOK VOORBEREIDEND, VANUIT AS.” “VOLDOENDE KWALITEIT VAN DE ONDERSTEUNING IS HEEL BELANGRIJK, MAAR VOLDOENDE KWANTITEIT IS NET ZO BELANGRIJK.” “EXAMENCOMMISSIES ZOUDEN ZICH UITSLUITEND BEZIG MOETEN HOUDEN MET BELEID. AD HOC BESLUITEN MOETEN WE OVERLATEN AAN AS.” 37


blouse

“DE AANWIJZING VAN EXAMINATOREN GING IN HET VERLEDEN IETS TE GEMAKZUCHTIG.” 38


2.

aanwijzing examina oren

“Een goede examinator moet aan de minimale criteria voldoen.” “Hiervoor moet een richtlijn, profiel en stappenplan komen.” “Examinatoren nemen ons pas echt serieus wanneer opbouwende kritiek uitgesproken wordt.” “Om het niveau te verhogen zouden we scholing en facilitering (in tijd) moeten aanbieden.” “Het vier-ogen-principe kunnen we gebruiken als middel tot aanscherping.” “Mijn streven is om als examencommissie meer aan de voorkant te borgen, dan aan de achterkant te controleren.” “We moeten van een incidenteel moment naar een structurele verbetering.” “Kijk vanuit je eigen rol (examinator, management, examencommissie) naar je eigen aandeel om verbeteringen aan te brengen: management zorgt voor kwaliteit, examencommissie borgt kwaliteit. Ga aan de voorkant in gesprek, zodat je aan de achterkant minder werk hebt te doen. “Er zijn 3 belangrijke dilemma’s bij het aanwijzen van examinatoren: - Hoe toetsen we expertise? - Hoe krijgen de juiste examinatoren de juiste scriptie onderwerpen? - Sneeuwbal effect organisatie bij intrekken examinatorschap: wanneer moet je deze intrekken?” “Wat kunnen we doen om deze dilemma’s te tackelen? - Richtlijnen opstellen vanuit de HU - Opvragen achterliggende stukken zoals CV en motivatie - Uitnodigen voor gesprek - PROFIEL: Master, didactische aantekening, inhoudelijk deskundig” “Je kunt bij uitstek pas achteraf bepalen of een examinator echt geschikt is, anders wordt het profiel veel te uitgebreid.”

39


“VERPLICHT DE INHOUDELIJKE VAKEXPERTISE.” 40


2. VERVOLG

aanwijzing examina oren

“DE ONDERWIJSINSTELLINGEN MOETEN DOCENTEN MET EEN MASTER GAAN WERVEN.”

“DE EXAMENCOMMISSIE MOET EEN EXAMINATOR VAN ZIJN OF HAAR FUNCTIE KUNNEN ONTHEFFEN.”

“OPLEIDINGEN ZOUDEN BETER MOETEN STILSTAAN BIJ DE GEVOLGEN VAN ONDERWIJSVERNIEUWINGEN.” 41


“VOORKOMEN EN SIGNALEREN, DAT IS HET DEVIES.” “EXAMENCOMMISSIES ZIJN NIET ALLEEN VERANTWOORDELIJK VOOR DE OPSPORING EN BEHANDELING “VOORKOMEN & SIGNALEREN, DAT IS MAAR VOORAL HET VOORKOMEN HETOOK DEVIES.” VAN FRAUDE.” 42


3.

Fraude

“We noemen het nu steeds fraude, maar het moet eigenlijk zijn: het vermoeden van onregelmatigheden. Dat voorkomt dat we ingrijpen als het eigenlijk al te laat is.” “Wij behandelen op het gebied van fraude vermoedelijk slechts het topje van de ijsberg. Dit komt omdat alle technische ontwikkelingen het mogelijk maken om eenvoudiger te frauderen. Daarnaast leiden nieuwe toetsvormen tot nieuwe vormen van fraude. En die zijn lastig op te sporen.” “Waar we geen greep op hebben is de houding van examinatoren. De verschillen in perceptie en beleving ten aanzien van de naleving van regels, protocollen maar ook situaties, maakt het lastig om fraude op te sporen. Examencommissies zijn niet alleen verantwoordelijk voor de opsporing en behandeling maar vooral ook het voorkomen van fraude. De hele opleiding heeft hierin een belangrijke taak en verantwoordelijkheid.” “Denk vooraf mee bij het opzetten van goede toetsen.” “Na het constateren van fraude moet er gelijk iets gebeuren met de gegevens.” “Er zou een sanctieladder moeten komen: van waarschuwing tot wegsturen.” “Er wordt nu te weinig gemeld.” “De preventie van onregelmatigheden is een gedeelde verantwoordelijkheid van de leiding en de examencommissie.” “Belangrijke punten bij het voorkomen en aanpakken van fraude zijn: 1. Voorlichting, 2. Proces, procedure, zwakke plekken (risico inventarisatie) en 3. Het in kaart brengen van de HU-definitie, studiegids en sancties.”

43


44


“ER IS NU NOG ONBEKENDHEID BIJ STUDENTEN OVER WAT FRAUDE INHOUDT: PLAGIAAT IS OOK FRAUDE.” 45


46


HOE VERHOUDT ONDERWIJSVERNIEUWING ZICH TOT DE REGELS EN RICHTLIJNEN VOOR EXAMENCOMMISSIES?

47


“BEDRIJFSVOERING, FRAUDE EN EXAMINERING. HOE GAAN WE DAARMEE OM?” 48


15.30-16.15

plenaire discussie

DICK DE WOLFF, JESSICA KROON, SJOERD HANIA & SJEF VOGEL

Huizinga: “Uit de verschillende gesprekken kwamen voortdurend drie punten naar voren. Bedrijfsvoering, fraude en examinering. Hoe gaan we daarmee om?” De Wolff: “We kunnen met elkaar niet het risico lopen dat de zaken niet kloppen. Wat er nu met enige regelmaat voorkomt is dat er meer inzet noodzakelijk is dan is vastgesteld. Als er aanleiding is moet er meer geïnvesteerd worden.” Huizinga: “Op faculteiten is er altijd een financierings tekort, zoals bij de UvA. Een collega had maar 0,1 fte, maar wel een ambtelijk secretariaat dat veel voor hem opving.” Publiek: “Zo ontstaat er ruimte voor de EC, dit is tot op heden binnen de HU onderbelicht. Het ambtelijk secretariaat kan dikker worden aangezet. Je hebt juridische kennis nodig, de kern uit een zaak kunnen halen en een echt goed advies kunnen geven. Daarnaast moet je de EC kunnen begeleiden en ondersteunen.” De Wolff: “Binnen het ambtelijk secretariaat is het heel belangrijk dat er meer overleg en samenwerking komt. De onderlinge afstemming van rollen en taken, daar moet over gesproken worden en op die manier georganiseerd.” Publiek: “Bij ons in de discussie kwam naar voren dat er drie lagen zijn in het ambtelijk secretariaat. Willen jullie een super ambtelijk secretaris die alles aankan, of daar verschillende lagen in aanbrengen?” Hania: “Ik zie een aantal rollen. Het is belangrijk om die rollen goed uit elkaar te halen. De operationele ondersteuning moeten we niet onderschatten. De tweede rol is een adviserende rol naar de EC, om je EC in positie te brengen.”

49


plenaire discussie

VERVOLG

Publiek: “Bij ons zijn de rollen juist niet verdeeld. Doordat we klein, snel en praktisch opereren en één speciale secretaris hebben die de opleiding goed kent, zijn we denk ik goed bezig.” Kroon: “Het één sluit het ander niet uit. Dat er vier verschillende rollen zijn wil niet zeggen dat het lastiger wordt voor de commissie om te functioneren.” Huizinga: “We hebben het gehad over het aanwijzen van examinatoren. Zie je daar verbeteringen?” Hania: “Daar zijn we mee bezig, ik spreek voor mijn eigen faculteit. We hebben natuurlijk HU-breed het BKE/SKE, waar we als EC erg blij mee zijn. Die BKE/SKE zit heel erg op toetskwaliteit, maar te weinig op het volgen van de juiste procedures. Dus naast inhoudelijke kennis moet een docent ook weten hoe de OER in elkaar zit. Dit jaar zijn we begonnen met naast een brief ook een link met reglement en uitleg over OER naar de docenten te sturen. Er ligt een taak voor het management om de kwaliteit van de examinatoren dusdanig te borgen dat het EC daarop kan vertrouwen.” Huizinga: “Het viel me op dat we dit vaker moeten doen, en intensiever. Sjef Vogel, hoe kunnen we voorzien in collectieve kennisdeling?” Sjef Vogel: “Het feit dat we dit organiseren is een signaal dat we daar een rol in kunnen spelen. Het is goed om de expertise in EC hogeschool-breed bij elkaar te leggen: een platform te maken waarbij die kennisdeling plaatsvindt, zodat je met elkaar tot een uitvoerings­praktijk kunt komen.” Hania: “Wij hebben een maximale periode aan het lidmaatschap van EC gekoppeld. Op die manier willen we ervoor zorgen dat er breder binnen de faculteit mensen weten wat de EC doet.”

50


“IK PLEIT ERVOOR BINNEN DE HU BIJ ANDERE FACULTEITEN IN COMMISSIES TE GAAN ZITTEN.” 51


plenaire discussie

VERVOLG

De Wolff: “We zorgen daarbij wel altijd voor continuïteit, we vervangen één à twee mensen per jaar.” Publiek: “Zouden we dat niet ook met het management moeten doen? Daarnaast gaat het erom dat je mensen met de juiste competenties op de juiste posities zet.” Kroon: “Ik zie het risico van kennisvervaging bij roulatie. Ik ben het eens dat de EC dusdanig belangrijk is dat je heel goed moet zorgen dat die kennis up-to-date blijft. Ook de ambtelijk secretaris kan daar een rol in spelen, hij is het geweten. Je gaat een samenspel aan met elkaar.” Publiek: “Rouleren vind ik heel belangrijk, ik zou juist willen dat daar beter systeem in zit. Ik heb net als externe een jaar in een EC gezeten, maar door mensen van buiten de opleiding ga je voorbij aan wat er al aan kennis in de HU is. Ik pleit voor binnen de HU in andere faculteiten in commissies te gaan zitten.” Vogel: “Rouleren is sowieso een goed plan. Daar wil ik de mogelijkheden ook voor onderzoeken. Ook iets anders speelt hierbij een rol. In de EC heb je een specifieke rol, net als in het management. Je moet je aan die rol houden, maar anderen ook hun rol gunnen. Daar zit precies de meerwaarde: dat je precies weet wat de rol van de ander inhoudt.” Huizinga: “Zijn er weleens meldingen van fraude van docenten? Of is de drempel bij examinatoren te hoog om het te melden?” Kroon: “Dat weet ik niet. Ik heb naar een faculteit gekeken en schrok enorm van het aantal. Ik schrik van de omvang van de frauderende studenten en het gemak waarmee het gebeurt. Dat is een zorgpunt.”

52


“WE WERKEN MET EEN EXTERNE FACULTAIRE TOETSCOMMISSIE. DAT LEVERT ONS VEEL OP.” 53


“BIJ ONS ZIJN DE ROLLEN NIET VERDEELD. WE OPEREREN KLEIN, SNEL EN PRAKTISCH. DAT WERKT OOK GOED.” 54


plenaire discussie

VERVOLG

Vogel: “Fraude is een gedeelde verantwoordelijkheid voor de EC en de lijnorganisatie. Samen moet je het zien te voorkomen. Als er fraude gepleegd is ben je al te laat. Daar hoort bewustzijn bij, in de hele organisatie. Dus ook bij de studenten. Maak het bespreekbaar.” De Wolff: “We moeten ons realiseren dat individuele mensen andere keuzes kunnen maken, we kunnen niet alle onzekerheden door regelgeving weghalen of voorkomen.”

“WE MOETEN ONS BEST BLIJVEN DOEN EN TEGELIJKERTIJD BESEFFEN DAT TOETSING MENSENWERK IS EN BLIJFT.” 55


56


VERWELKOMING NIEUWE EXAMENCOMMISSIELEDEN

57


16:15 - 16:45

verwelkoming nieuwe examencommissieleden

INTERVIEWS NIEUWE, ZITTENDE EN VERTREKKENDE EXAMENCOMMISIELEDEN

Wat ga je dit jaar doen? “Ik ben lid van de Faculteit Maatschappij & Recht (FMR) en ga beginnen met het bijwonen van veel bijeenkomsten. Verder hoop ik via gesprekken met onder andere lectoren en andere examencommissieleden mijn kennis en frisse blik te kunnen inzetten. Ik vind het namelijk belangrijk dat alle aanwezige kennis, kunde en perspectieven worden aangesproken om de kwaliteit van het afstuderen te verbeteren. De zogeheten eindkwalificatie waar onder andere het afstudeerproject een belangrijk onderdeel van uitmaakt. Dat is mijn persoonlijke ambitie. Het wordt hoe dan ook een mooi en interessant jaar waarin ik benieuwd ben of we onze doelstellingen en ambities in één jaar kunnen verbeteren.”

NIEUW LID SIETSKE DIJKSTRA

58


Wat ga je dit jaar doen? “Ik heb in het verleden al vaker met examencommissies te maken gehad en nu krijg ik de gelegenheid om de andere kant te ervaren. Het lijkt me geweldig om een bijdrage te leveren aan de borging van de kwaliteit van de opleiding en diploma. Dit wil ik zowel intern als extern uitdragen. Een extra meerwaarde zie ik ook om het verschil tussen MBO, HBO en universiteiten in de praktijk beter te benadrukken. Mijn tweede ambitie is de rechtsgelijkheid bij studenten te waarborgen. Iedereen verdient gelijke kansen. Echter, hoe deze werkzaamheden en ambities er precies uit komen te zien, dat ga ik simpelweg ervaren.�

NIEUW LID JOLANDE REUSEN

59


VERWELKOMING NIEUWE EXAMENCOMMISSIELEDEN

MARIANNE VAN DER ZANDE EXAMENCOMMISSIELID

Wat ben je komend jaar van plan? “Wij hebben in ons jaarplan primair en dik onderstreept staan: borging toetskwaliteit. Dit willen we bereiken door een betere aansturing en samenwerking met toetscommissies enerzijds. Zo willen we bijvoorbeeld effectievere steekproeven gaan uitvoeren. Anderzijds willen we fraude aan de voorkant voorkomen. Nu ligt de nadruk nog steeds teveel op het opsporen van fraude. Deze inhaalslag hebben we inmiddels ingezet. We hopen hiermee meer onze borgende taak ten aanzien van toetskwaliteit en het eindniveau na te kunnen leven. Tot slot willen we ten aanzien van het afstudeerniveau een grotere slag maken om de kwaliteit te borgen. Mede daarom hebben we een extern examencommissielid aangesteld. Op basis van haar kennis van het werkveld kan zij ons perfect bij onze ambities ondersteunen.�

NIEUW LID SIETSKE DIJKSTRA

60


Wat heb je vandaag geleerd? “Ik heb vandaag een bevestiging gekregen van waar we al een tijdje bij de Faculteit Natuur & Techniek mee bezig zijn, namelijk: meer afstemming tussen examencommissies en management. Idealen en realisme moeten samen door één deur kunnen om die stip aan de horizon te bereiken.”

OUD EXAMENCOMMISSIELID ROBERT VAN INGEN Welke good practice neem je mee naar je opleiding? “Ik vind het heel belangrijk dat de ambtelijke ondersteuning beter gefaciliteerd moet worden. We zijn nu nog teveel met de waan van de dag bezig en te weinig beleidsmatige zaken. En er komen ook teveel zaken bij ons binnen die eigenlijk niet bij ons horen. Misschien een beetje plat gezegd, maar soms zijn examencommissies het afvoerputje van de faculteit. Hierin kunnen we nog verbeteren.”

OUD EXAMENCOMMISSIELID SANNE VAN DONGEN

61


62


AFSLUITING

63


NABESCHOUWING

opgezamenlijkheid naar

JOHN HUIZINGA STRATEEG EN ONDERZOEKER INTERN TOEZICHT EN GOVERNANCE

Tijdens de conferentie werd wederom benadrukt dat het lidmaatschap van een examencommissie dankbaar maar ingewikkeld is. Ten eerste moet de examencommissie de theoretische beginselen van modern onderwijs en toetsing, het geschreven en ongeschreven recht, koppelen aan de dagelijkse praktijk van examinering, en zorgen voor een zekere balans tussen theorie en praktijk. Voorts hebben de leden van de examencommissie, veelal docen­ ten, te maken met een complexe positie die wordt veroorzaakt doordat zij zich niet ‘boven’ hun collega’s willen en kunnen stellen, maar zich soms wel in de positie kunnen bevinden dat hij of zij geacht wordt om een oordeel te vellen over de werkzaamheden van die collega’s in hun rol van examinator. Tenslotte is er de hiërarchische (arbeids)relatie met het management. Daardoor zal aan leden van een examencommissie voortdurend de vraag gesteld worden of zij wel conform hun maatschappelijke en wettelijke opdracht de onderwijskwaliteit adequaat en op een onafhankelijke en des­ kundige wijze, kunnen waarborgen, en niet te veel worden beïnvloed door de gevolgen van die hiërarchische arbeidsrelatie. Het is een groot compliment aan de examencommissies die deze ingewik­ kelde en verantwoordelijke taak al voor een groot deel prima uitvoeren! Dat kan alleen als je de rol van examencommissielid of voorzitter ziet als een professie. Eén van de kenmerken van een professional is de hoge mate van autonome beslissingsbevoegdheid in de uitvoering van de werkzaamheden. Het betekent niet dat er ook autonoom wordt geopereerd; professionals kenmerken zich ook door het vermogen tot samenwerking met andere professionals, zeker bij de oplossing van complexe vraagstukken waarbij de inbreng van anderen noodzakelijk is. Ik denk daarbij ook aan de ambtelijk secretarissen die een grotere rol kunnen vervullen in het verder professionaliseren van de examencommissie. Dat betekent dat een profes­ sional werkt vanuit het besef dat de kennis waarover hij beschikt optimaal ten goede komt als het wordt gedeeld met zijn of haar collega’s en daarop aanspreekbaar is.

64


Met de mini-conferentie is een grote stap gezet in deze kennisdeling. Deze verantwoordelijkheid geef ik graag terug aan de deelnemers. Daarbij denk ik aan de totstandkoming van een platform van examencommissies dat dient als body of knowledge, dat adviseert en opkomt voor de belangen van de leden van examencommissies zodat zij hun toezichthoudende rol optimaal kunnen uitvoeren. Ik vond het dan ook verheugend om het enthousiasme waar te nemen bij de deelnemers om te komen tot kennisdeling en zelforganisatie zodat de leden met plezier hun werk kunnen blijven uitvoeren. En als het aan de deelnemers ligt in ieder geval langer dan 6 jaar! John Huizinga

65


66


67


68


17.00 - 18.00

borrel

69


70


coloFon HARTELIJK DANK

SPREKERS:

WORKSHOPLEIDERS:

JAN BOGERD JAN ANTHONIE BRUIJN SJOERD HANIA JOHN HUIZINGA JESSICA KROON MARTINE POL SJEF VOGEL DICK DE WOLFF MARIANNE VAN DER ZANDE

DIDO BAAK MARLOES GIELIS WIEKE KRAMER JESSICA KROON LEONIE VAN LENTE EMILY OUWEHAND MARJAN VERDUIJN

ORGANISATIE: WARSHA HANOEMAN JOHN HUIZINGA MARINA PAARDEKOOPER

VERSLAGLEGGING: VISUELE NOTULEN

71


72


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.