Aan de slag met de omgevingswet - werkconferentie

Page 1

Werkconferentie ‘Interbestuurlijke digitalisering en integrale planning Bouwen doe je Omgevingswet’

stap voor stap

28 en 29 januari 2016

Sfeerverslag Werkconferentie Digitaal Stelsel Omgevingswet 28 en 29 januari 2016


Welkom

Aan de slag met de omgevingswet!

“Ik heb het gevoel dat er iets groots gaande is,” vertelt dagvoorzit­ ter Harry Louwenaar op 28 januari 2016 in zijn opening tijdens de werkconferentie in Kaap Doorn. De ontmoeting die hier plaatsvindt tussen bestuurders, opdrachtgevers en –nemers, experts en project­ managers staat volledig in het teken van de Omgevingswet en de ontwikkelingen van deze “stille revolutie”. Want zoals Mark Rutte het al noemde, is het zeker een revolutie maar van de stilte is hier niets te merken. De grote groep aanwezigen en hun enthousiasme geven het belang van deze twee dagen aan, en de handen gaan al snel omhoog wanneer er gevraagd wordt wat we hier met z’n alle moeten bereiken. Het bij elkaar brengen van werelden Uitdaging, ambitie, spanning – het zijn de steekwoorden die veelal vallen. “De krachten moeten gebundeld worden, we komen niet voor niets sa­ men”, noemt een ander. Het gevoel van er bijna zijn om er vervolgens weer een verse lading stof bij te krijgen, is tevens een uitspraak. Harry weet het allemaal treffend samen te vatten: “Never a dull moment.” De invoering van de mijnwet vond inmiddels al meer dan tweehonderd jaar geleden plaats. Honderden wetten en veel onduidelijkheid worden nu op 1 december 2018 teruggebracht naar 1 Omgevingswet met 4 AMvB’s en daarmee meer helderheid. Het is een proces dat zich onder de radar afspeelt, maar het is grootser dan het lijkt, om Mark Rutte nog eens te citeren. Het tot stand komen hiervan kan enkel en alleen samen. En om die verschillende inzichten van de aanwezigen hier te bundelen, staat het tijdens de werkconferentie centraal elkaar te leren kennen. We moeten de termen begrijpen, een interactief proces aangaan en niet belerend zijn. Het gaat niet alleen om de eigen rol, maar om het veel grotere plaatje. “Als we zorgen dat we samen met een visie naar huis gaan, ben ik tevreden”, komt als doelstelling naar boven. “We moeten erin sla­ gen werelden bij elkaar te brengen” volgt kort daarna.

2-

“De krachten worden gebundeld.” “Het gaat om het grotere plaatje.”


Het doel van deze werkconferentie: 1. Kennis ophalen. 2. Vergroting van een gedeeld en eenvormig begrippenkader. 3. Snappen waarom zaken een issue zijn, scherper waar we keuzes in moeten maken. 4. Werelden bij elkaar brengen, elkaar begrijpen. 5. Ambitie, uitgangspunten en realisme uitlijnen.


Rosemarie Bastianen

Op weg naar de Omgevingswet

Na deze fanatieke interactie wordt het stokje overgenomen door Rosemarie Bastianen, lid van programmadirectie Eenvoudig Beter. Waar zit de digitale uitdaging, is de stelling die ze neerlegt. Het reduceren van talloze wetten tot een overzichtelijk stelsel is de oplossing, maar hoe kom je tot zoiets? Om de Omgevingswet voor iedereen begrijpelijk te maken, moeten er een slag geslagen worden en dat begint met inzichtelijkheid. Het gebruiksgemak staat voorop en alles moet harmoniserend werken. Dit zorgt voor stroomlijning. Vanuit daar kunnen we een samenhangende benadering vormen en ons beleid, besluitvorming en regelgeving versnellen en verbeteren. De huidige stand van zaken Maar voordat dit zover is, wordt het wetsvoorstel in maart door de Eerste Kamer behandeld. Als dit aangenomen wordt, is dat een enorm mar­ keerpunt – de Omgevingswet wordt dan gepubliceerd in het staatsblad en kan daarmee in werking treden. De reacties die tot nu toe vanuit de Eerste Kamer kwamen, gingen vooral over normen in de wet en de verhouding tussen bestuursorganen. “Niets onoverkomelijks!”, verzekert Rosemarie. Het is tevens van belang om de buitenwereld mee te krijgen in de ontwik­ kelingen rond de Omgevingswet. Het wetgevingsproces moet transparant opgesteld zijn en openheid is een must. Rosemarie geeft aan dat we dit met Eenvoudig Beter in zekere zin al zo hebben gedaan, want concepten van de regelgeving werden al naar buiten gebracht voordat ministers ernaar konden kijken. Volgens Rosemarie klinkt dat misschien langdurig, maar dat mag ook wel bij een project met zulke keiharde planningen. Creatieve processen geven daarbij meer inzichten, door middel van botsproeven en preconsultatie. Maar hoe zit het eigenlijk met de gebruikers? Zitten die hierop te wachten of ontgaat het ze compleet? Rosemarie duidt aan dat er veel steun is van­uit deze partijen, maar ook de provincies en gemeentes willen het structureel groots oppakken. Sterker nog: vanuit hier is meer support dan vanuit Den Haag. Het is dan ook duidelijk dat we in Nederland aan de Omgevingswet en de digitalisering daarvan toe zijn. De stroperigheid van de huidige besluitvorming is niet van deze tijd, sluit Rosemarie mee af.

4-

“Openheid is een must.” “Iedereen is toe aan de Omgevingswet en de digitalisering daarvan.



“Hoe komt iemand die een terrasvergunning wil aanvragen het snelste van idee naar uitvoering? Wij moeten deze weg zo makkelijk mogelijk maken. �



Hedi van Dijk

Stelselherziening meer dan wetgeving voorbereiden op DSO Het voorbereiden op de uitvoering van het Digitaal Stelsel Om­ gevings­wet is belangrijk om alles in 2018 zo vloeiend mogelijk te laten verlopen. De rol van programmadirecteur Eenvoudig Beter Hedi van Dijk is dan ook om te zorgen dat we tegen die tijd met ze allen aan de slag kunnen met de Omgevingswet, en daarbij de randvoor­ waarden vast te stellen. Met haar presentatie krijgen we dan ook in­ zicht in de stappen die hierbij gemaakt zijn. De nadruk wordt gelegd op de term “integraliteit”, want net als de raderwieltjes van een complex klokwerk moeten we samenwerken om het Digitaal Stelsel Omgevingswet te laten draaien.

Wat kan ik doen om de specialist beter uit te rusten? “De digitale ondersteuning moet er voor De tijd om te bewijzen Om dat te kunnen realiseren, moet er geoefend worden. Volgens Hedi is iedereen zijn.” het noodzaak gelegenheden te bieden om dit te doen – de digitale onder­ steuning moet er voor iedereen zijn. Zoals met alles, telt een voorbereid persoon voor twee. Begin op tijd en doe dat samen, benadrukt Hedi. De digitalisering is bovendien gebaseerd op onze gezamenlijke ambities voor het stelsel. Hoe vertalen we dit ambitieniveau en realiseren we deze naar een korte termijn in 2020? Op 3 maart is er een bestuurlijk overleg over financiële onderzoeken die zijn uitgevoerd en daaruit moet het antwoord komen. Uiteindelijk moet het Digitaal Stelsel Omgevingswet ons geld besparen ten opzichte van de huidige stand van zaken. De kostenanalyses tot zover zijn positief, hoe je het ook wendt of keert. Nu is het de tijd om het te bewijzen, roept Hedi tot slot nog op.

“Begin optijd en doe het samen.”


-9


Ineke van der Hee

De weg naar de Omgevingswet

Hebben we alles al geregeld om het Digitaal Stelsel Omgevingswet van start te laten gaan? Nee, geeft programmadirecteur Implemen­ tatie Omgevingswet Ineke van der Hee toe wanneer haar presen­tatie aanvangt. Het is echter onrealistisch om dat al voor elkaar te hebben voordat de wet in werking gaat, legt Ineke uit. De uitdaging ligt bij het vormgeven van het digitale stelsel en het daarmee samenbrengen van verschillende werelden, zoals de deel­ nemers van de werkconferentie eerder ook aangaven. “De input van wat wel of niet werkt is essentieel! We moeten nieuwe werkvormen ontwikkelen en die doorgeven aan andere partijen voor verschillende samenwerkingsvormen.” Stappen maken door te experimenten Daarvoor is er volop ruimte om te experimenten – ervaring leert bovendien. “Bij de verschillende overheden ligt de vraag: hoe gaan we samenwerken en wat hebben jullie nodig om de kennis te verkrijgen en experimenten te doen met de Omgevingswet?”, vertelt Ineke. “Wij in Nederland kunnen het best iets uitvoeren als we het zelf doorleefd hebben. In ons land zijn 17 miljoen mensen die het eerst zelf moeten beleven om te kunnen bepalen, ‘hiermee kan ik werken’.” Volgens Ineke ligt die verantwoordelijkheid bij de bevoegde gezagen. “Het is een megaopdracht, maar veel mensen zijn er mee bezig.” Het belang dat iedereen voor 1 december 2018 weet wat de Omgevingswet inhoudt, mag daarbij volgens Ineke niet ontbreken. “Dan hoeft nog niet alles te kunnen in het kader van het Digitale Stelsel Omgevingswet, maar het stelsel moet minimaal de uitvoering van de wet kunnen onder­ steunen. We gaan kennis opbouwen naast de kennis die we opdeden met consultaties. In 2017 gaan we naar verbreding en verdieping, en het verankeren van verschillende partijen. In 2018 moet het gerealiseerd worden.” Participatie en initiatiefnemen is volgens Ineke de sleutel tot succes. “Het leuke aan deze werkconferentie is dat er veel energieke overheden zijn, men wil stappen maken.”

10 -

“Participatie & initiatiefnemen is de sleutel tot succes!”



Groepssessies:

Richting geven aan actuele discussiepunten

Het toespitsen van de huidige issues is belangrijker dan ooit. We gaan nu van denken naar doen, maar waar moeten we beginnen? De verschillende issues rond de visievorming van het Digitaal Stelsel Omgevingswet moeten we daarvoor bespreken, en dat gebeurde tij­ dens de werkconferentie in vier kleinere groepen.

• Witte vlekken wegpoetsen Zo is het bekend dat de consultatieversie van de Invoeringswet op 1 juni geleverd moet zijn, maar er zijn nog een aantal witte vlekken. Welke zijn dat en waar gaan die over? Marjam Oost, seniorjurist van Eenvoudig Beter, leidde deze groepssessie en kaartte de routering van om­gevingsdocumenten aan. De vraag of deze fysiek in een centraal sy­ steem staan of virtueel beschikbaar moeten zijn werd daarbij gesteld. De oplossing leek daarbij te zijn gevonden. Het is namelijk een implemen­ tatiekeuze hoe je de omgevingsdocumenten opslaat. De essentie van wat wil je bereiken, moet in de wet vastgelegd worden. Borging via regelgeving biedt daarbij uitkomst. • Kleine Big Bangs Marjam stapte vervolgens over op een issue betreft de aankomende transitieperiode. Conflicten tussen oude en nieuwe wereld kunnen zo­ maar ontstaan en hoe beperk je dat? Uit deze sessie kwam de conclusie dat hoe langer de overgangsperiode duurt, hoe meer verwarring er kan ontstaan. Vindt er een reusachtige Big Bang plaats? Of voeren we kleinere Big Bang’etjes uit per regionaal gebied? Er kan nu al aan omgevingsplannen gewerkt worden. • Snellere paarden of een nieuwe oplossing? Arno de Ruijter, projectmanager Eenvoudig Beter, stelde met zijn issue vragen over de vraagsturing van het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Hij haalt er tijdens zijn pitch twee grootheden bij, namelijk Steve Jobs en Henry Ford. Laatstgenoemde automagnaat zei ooit: “Als ik mensen had gevraagd wat zij wilden, hadden ze snellere paarden gezegd.” Het vorm­ geven van de Omgevingswet en de bijpassende vraagsturing is hiermee in zekere zin te vergelijken.

12 -


Uitkomst groepsessie Overgangsrecht Big Bang of stapje voor stapje?: 1. Doe geen overgangsrecht. 2. Stapje bij beetje, alleen daar waar nodig. 3. Als het dan toch moet, gebiedsgewijs (per plan). Geografisch, Big Bang per gebied.

- 13


Issue Regelbeheer: De check in het loket wordt voorzien van een disclaimer. Wat is de waarde van de check? 14 -


Groepsessie Verbeelding Omgevingsdocumenten: Hoeveel klikken op de kaart zijn nodig om te weten of een initiatief kans van slagen heeft?


Issue Regelbeheer: “Wil de gebruiker goed bediend worden, dan moeten de beslisbomen en formulieren ook de lokale regelgeving bevatten.“



Willem de Goeij: “De hoogste prioriteit in het programma DSO 2016 is mankracht.� 18 -


Willem de Goeij

Hoe gaan we het realiseren?

“Het Digitaal Stelsel Omgevingswet heeft mythische proporties gekregen vandaag”, stelde Willem de Goeij, Programmamanager Digitaal Stelsel, bij aanvang van zijn presentatie. “Als we alles moeten doen wat vandaag bedacht wordt en het moet nog voor 2018 gebeuren, moet ik nog eens met de opdrachtgever praten. Maar wij willen dit waarmaken!” De ambitie van de deelnemers bleek dus al niet meer te remmen. Willem neemt de deelnemers van de werkconferentie vervolgens mee op een terugblik naar het afgelopen jaar. Qua inhoud zijn er namelijk flinke stappen gemaakt, denk aan de architectuur, de verschillende projecten en kantelingsplannen die ontwikkeld zijn. Deze voortgang is gebaseerd op de 1.0 versies van het visiedocument en de doelarchitectuur. Daarbij is er op bepaalde gebieden nog wel grond te winnen, zoals bij de lage bemensing en de onduidelijke rollen binnen governance. Maar ook de vertraging van OLO3 heeft gevolgen voor het Digitaal Stelsel Omgevingswet, aangezien het Digitaal Stelsel gebruik zou kunnen maken van een aantal basisvoorzieningen uit OLO3. Willem weet het be­ lang om dit aan te pakken mooi te formuleren: Grip gloort! Daarom benadrukt ook Willem dat we van veel denken naar meer doen moeten gaan. We moeten ruimte geven én nemen om alle zaken op orde te stellen. Professionaliseer de interactie, verbeter de workflow. De uitdagingen en prioriteiten daarbij zijn om juiste keuzes te maken terwijl de scope van veel zaken nog niet duidelijk is, of het integraal beheer samen met de strategische ontwikkelpartners belangrijker maken. Wederom: Grip gloort. Volgens Willem loopt het tijdens deze werk­ conferentie over van de goede ideeën voor een variantie van DSO. Aan vooruitdenken dus geen gebrek. Deze denkkracht van de deelnemers moeten we dus om­zetten naar het doen.

“Er zijn flinke stappen gemaakt, maar er is zeker nog wel grond te winnen.”


Stephen Oostenbrink

Strategische issues implementatie

De definitieve architectuur van het Digitaal Stelsel Omgevingswet in 2018 wordt medebepaald door de feedback die gegeven wordt op de vroege versies. Lead-architect van het Digitaal Stelsel Omgevingswet Stephen Oostenbrink vertelde in zijn presentatie over de reviews die de Blueprint en Globale Architectuur-schetsen hebben gekregen van de interbestuurlijke partners. Daaruit kwamen een groot aantal bevinden, maar liefst 1700 stuks. “Dat betekent dat het onderwerp leeft, want er is gedegen naar gekeken”, merkt Stephen op. Uit de bevindingen van de reviews kwamen op z’n beurt weer 26 strategische issues. Het zijn issues die zeer relevant zijn, maar waar het implementatie programma zelf geen besluit over kan nemen omdat het als organi­satie binnen de kaders en scope moet blijven. Daarom wor­ den deze aan de opdrachtgevers gepresenteerd. Een viertal van deze strategische issues werden echter in werksessies op de conferentie besproken. De blik en in­put van de deelnemers is namelijk onmisbaar. Stephen gaf na de werksessies aan prettig verrast te zijn door de uitkomst. “Drie van de vier issues hadden we gelijk een oplossing voor. Ik ben tevreden over de opbrengst van vandaag!” De input die hierbij geleverd is wordt meteen doorgevoerd naar de besluitdocumenten, die worden aan­ geboden worden bij de opdrachtgever. De strategische issue die geen eind­ resultaat heeft behaald, die wordt nog in een aparte sessie uitgewerkt. De samenkomst van verschillende partijen op een werkconferentie als vandaag is volgens Stephen heel behulpzaam. “Je hoort veel, je spreekt veel mensen en je krijgt nieuwe beelden en indrukken. Je gaat beter begrijpen wat de impact is van de dingen die je aan het doen bent. Het is leuk om daar onderdeel van te zijn!”

20 -


Issue Registratie Omgevingsdocumente: De geconsolideerde versie van besluiten is niet rechtsgeldig: bestendigheid is een groot goed in het stelsel. Wat is de waarde van de consolideerde versie als deze niet rechtsgeldig is? Dit bleek een non-issue, zo was de conclusie.


Inge Kure

Customer Journey

Om te zorgen dat het Digitaal Stelsel Omgevingswet gebruiksvriendelijk werkt en overzichtelijk is, zijn de customer journeys er om in kaart te brengen wat de gebruiker wil. Inge Kure (Project Manager Digitaal Stelsel Omgevingswet) legde tijdens haar presentatie uit wat het belang hiervan is en hoe we de wensen van de gebruiker kunnen realiseren. Daarvoor heeft Inge drie stappen in kaart gebracht: 1. Het vaststellen van welk proces de klant doorloopt en welke contacten interactiemomenten er zijn met de dienstverlener; 2. Het in kaart brengen en toetsen van de drijfveren, emoties en percepties van de klant; 3. Uitwerking van ideeën per moment en selecteren ideeën naar impact en realiseerbaarheid Door zelf op een customer journey te gaan, konden de deelnemers van de werkconferentie kennisnemen van wat er speelt binnen deze kaders. Tijdens een werksessies werd er onder andere gesproken over de vindbaar­ heid van het Digitaal Stelsel Omgevingswet en hoe je jezelf manoeuvreert door het systeem. Daarnaast werd het belang van “keukentafelgesprekken” naast het digitale stelsel benadrukt, aangezien interactie met de mens ook relevant moet blijven bij de digitalisering. Ook de rol van de overheid werd besproken, want het is de verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer om het contact met de gebruiker goed te faciliteren. Het resultaat uit de werksessie gaat mee als input voor het bureau dat voor ons de Customer Journey’s uit gaat werken. Eén van de opvallende resultaten uit de werksessies was volgens Inge om in de toekomst (2024) te denken wat je zou willen hebben. “We hebben nog weinig gevoel om over de mogelijkheden van dan te denken. Mensen zijn gewend om te denken vanuit de wensen die ze vandaag hebben of de beperkingen die ze vandaag ervaren.” Zo kwam er in één van de werksessies een verlangen naar een 3D-leefomgeving uit, wat nu misschien als toekomstmuziek klinkt, maar waar toch echt hard aan gewerkt wordt momenteel. Inge vertelde dat het belangrijk is om mensen van de werkvloer te trekken en degene die binnenkort dagelijks met het Digitaal Stelsel Omgevingswet werken ook bij te spreken. Zo kan je er écht achter komen wat de wensen zijn.

22 -

“Kunnen we de wensen van de klant wel waarmaken?”



Dag 2:

Hoe gaan we het realiseren?

“Dat je teweegbrengt, is van meer belang dan wat je teweegbrengt”. Het gedicht van Jules Deelder is een toepasselijke opening van dag 2 van de werkconferentie in Kaap Doorn. De meningen onderling over bepaalde zaken verschillen nog weleens, maar de vorige dag er toch flink wat overeenkomsten gevonden. Volgens Harry neemt de onderlinge interactie stevig toe, gezien de drukte in de zaal. Op dag 1 werd er tot laat in de avond gewerkt en daarom was deze ochtend het juiste moment om eventjes terug te blikken op de afgelopen dag. Harry gaf de opdracht om in tweetallen de oogst van de vorige dag te bespreken. Wat hebben we al bereikt? Wat zijn de issues waar we nog tegenaan lopen? Hoe gaan we nu verder?

Wat kan ik doen om de “Het is nu het moment om van specialist beter uit te rusten? denken tot doen te gaan.”

“We moeten waken voor tunnelvisie – laten we lef hebben om hier uit te stappen”, noemt de één. “Issues zijn opgelost of non-issues geworden”, merkt een ander op. “De geconsolideerde versie van het Digitaal Stelsel Omgevingswet kan rechtsgeldig gemaakt worden”, wordt daaraan toegevoegd. “Het is nu het moment om van denken tot doen te gaan”. Die instelling zit er inmiddels ingebakken. Daarnaast werd er besloten dat de volgende keer meer lokale overheden aanwezig moeten zijn bij de werkconferentie, zodat we meer mensen aan het woord kunnen laten die met het Digitaal Stelsel Omgevingswet aan de slag kunnen. Maar ook de complexiteitsreductie moet hard aan gewerkt worden door de kennis die we de afgelopen jaren hebben opgedaan goed in te zetten. Met deze frisse blik en behaalde doelstellingen kon de tweede dag van de bijeenkomst beginnen.

24 -


- 25


Joyce de Jong

Routekaart naar Digitaal Stelsel

Zodoende trapte Joyce de Jong, programmamanager Omgevingswet, de tweede dag officieel af met een presentatie over de routekaart van het Digitaal Stelsel. Want de ontwikkeling van een nieuw systeem moet stapsgewijs gebeuren, zodat we zo vroeg mogelijk kunnen zien of het werkt en daarbij al enkele zekerheden kunnen verankeren. Want nog altijd geldt: “Je maakt niet in één keer een grote stap – je leert lopen”, zoals het Joyce het wist te verwoorden. De tussenstappen die we daarbij zetten, moeten een bepaalde functionaliteit opleveren, legt Joyce uit in haar betoog. In het voorjaar van 2015 is onder de naam ‘kanteling” het toekomstig samengaan van de voorzieningen ruimtelijke plannen.nl, OLO2 en AIM naar onderzocht. Dat was de basis voor een eerste DSO planning, waarin DSO onder andere zou voortbouwen op de fundamenten die door het project OLO3 en Ruimtelijke plannen zijn gerealiseerd. Enkele maanden terug bleek dat DSO qua tempo langszij OLO3 voer, waarbij het stelsel deze componenten niet op tijd aangeleverd zou krijgen. Het is nu zaak deze twee aan elkaar te verbinden en te kiezen voor integrale stappen. Je wilt immers een bevoegd gezag niet belasten met twee implementaties die kort na elkaar uitgegeven worden. Dit was de start voor een brainstorm om de alternatieven te analyseren. Het alternatieve plan dat het meeste mogelijkheden biedt, bevat de volgende elementen. • Een eerste tranche van de regelbeheertooling, waarmee zowel centraal als lokaal bevoegd gezag een start kan maken om de Om­ gevingswet om te zetten in toepasbare regels (nodig voor ‘met een klik op de kaart zien wat kan en mag’ • Een tweede tranche waarin de benodigde functionaliteit voor het wet­telijk minimum wordt opgeleverd, ook wel Bestuursakkoord sce­nario 1. Wel­iswaar is de gezamenlijke ambitie groter, maar het in­­bouwen van dit plateau biedt zekerheid om de wet te kunnen in­ voeren • Een derde tranche die de afgesproken functionaliteit van bestuurs­ akkoord scenario 2 levert. Dit is het doel voor december 2018. Dit digitale stelsel draait primair om de nieuwe wet, maar kan eventueel ook gevuld worden met de bestaande WABO en Waterwet. Dit biedt de kans om te testen, maar ook om de OLO3 mijlpaal in te vullen, mocht dat in de toekomst wenselijk blijken. 26 -


Of de genoemde plateau’s daadwerkelijk tot ‘releases’ zullen leiden, is nog niet besloten en van latere orde. Deze DSO aanpak geeft in ieder geval een aanzet daartoe. De presentatie stuitte op de nodige reacties uit de zaal. De focus op OLO3 en de nadruk op ‘het aanvragen van dakkappeletjes’ vormt maar een beperkt deel van de Omgevingswet: het maken van omgevingsplannen en het faciliteren van complexe aanvragen dient meer benadrukt te worden. Daarnaast wekte de naam ‘variant 2a’ verwarring op, zijn er dan nog meer varianten? Aangezien variant 2a de komende weken wordt uitgewerkt in een programma plan, zal dit label niet langer van toepassing zijn en opgaan in ‘routekaart DSO’

“De ontwikkeling van een nieuw systeem moet stapsgewijs gebeuren, zodat we zo vroeg mogelijk kunnen zien of het werkt”


Martijn van Langen

Informatiehuizen

Martijn van Langen, coördinator digitalising Omgevingswet bij het RIVM, pakte het stokje over om de voortgang van de Informatiehuizen te presenteren. Zo vertelde hij dat voor tien domeinen van de leefomgeving (water, lucht, geluid ect) informatiehuizen zijn voorzien. In de tweede helft van 2015 zijn analyses uitgevoerd op de toekomstige informatiehuizen waardoor er meer inzicht is gekomen in welke informatie moet worden ontsloten en de werking en inrichting van de informatiehuizen. De informatiehuizen richten zich primair op het beschikbaar stellen van de gegevens die nodig zijn voor ‘besluiten met rechtsgevolgen onder de Omgevingswet’ (Omgevingsplannen, Omgevingsvergunning, projectbesluit etc). Maar het blijkt nog niet altijd makkelijk om een eenduidige lijn te trekken welke informatie dit precies is. Denk bijvoorbeeld aan lokale besluiten. Martijn hoort ook steeds vaker de wens om de Informatiehuizen uit te breiden met gegevens van handhaving en toezicht. Daarnaast is een belangrijk signaal dat bij de inrichting van de informatiehuizen rekening wordt gehouden met reeds bestaande informatiebehoefte en samenwerkingsverbanden binnen het domein. Zo zijn er voor het verzamelen en beschikbaar stellen van monitoringsgegevens, vaak al bestaande afspraken en samenwerkingsverbanden. Voor informatie die buiten de huidige scope valt maar welke wel van belang is voor het effectief opbouwen van het informatiehuis moeten afspraken gemaakt worden. Een stapsgewijs model voor de individuele doorontwikkeling per informatiehuis wordt nu verder uitgewerkt. In het eerste kwartaal van 2016 vindt besluitvorming plaats over de ontwikkeling van de informatiehuizen. De rest van dit jaar zijn zal met name in het teken staan van aanvullende analyses, pilots en proeftuinen en mogelijk voor een aantal informatiehuizen plannen van aanpak. De aanbevelingen om dit op effectieve wijze te laten verlopen werden tevens door Martijn opgesteld. Zo is het belangrijk om een balans te creëren tussen aan de ene kant duidelijke generieke kaders voor de opbouw van de informatiehuizen (afspraken over rollen, verantwoordelijkheden, afbakening etc) en aan de andere kant vrijheid van de informatiehuizen om eigenwijzen het huis in te richten, wat recht doet aan het diverse karakters van de verschillende domeinen van de leefomgeving. Wederom moet alles stapsgewijs verlopen, op natuurlijke wijze – een organisch groeipad. 28 -


Om alles vatbaar te houden is het belangrijk de begrippen en definities te beschrijven en consistent te gebruiken, ook in de wet. Het advies wat Martijn bij de deelnemers neerlegt, past bij het advies dat de afgelopen twee dagen veel genoteerd is: Start tijdig met de ontwikkeling van toetsingsinstrumenten waarmee je vast kan stellen of je aan de wet voldoet. Deze instrumenten moeten in de AMvB’s opgenomen worden.

“Maaksysteem kaders “De ontwikkeling van een nieuw met ruimte moet stapsgewijs gebeuren, zodat wevoor zo vroeg mogelijk kunnen zien ofinvulling het werkt” en groei.”

- 29


De geoogste resultaten een terugblik en vooruitzicht

Na twee dagen van discussie, de juiste vragen stellen en samen nadenken over wat we kunnen doen met de gebundelde krachten, was het tijd om te inventariseren. Welke doelstellingen uit dag 1 hebben we behaald? Allereerst: Zijn de verschillende werelden bij elkaar gebracht en begrijpen zij elkaar? Daar kan unaniem ‘ja!’ op geantwoord worden. De fanatieke interactie, mocht dat nu tijdens de werksessies of het diner zijn geweest, was niet te missen. Ook de kennis ophalen over de verschillende informatiehuizen is volgens velen gelukt. Waar Harry op de eerste dag vertelde over zijn gevoel dat er iets groots gaande is, wordt er nu ook gesproken van de urgentie van het Digitaal Stelsel Omgevingswet. We hebben de DSO deze twee dagen gezamenlijk beleefd, nu is het nog de taak om de buitenwereld erin mee te nemen. Daarom is het van belang om specifiekere conferenties te organiseren, vertelt één van de deelnemers. Zo kun je bepaalde thema’s en issues uitdiepen en als vraagstuk neerleggen bij degenen die er uiteindelijk mee moeten werken. De gevoerde discussies die afsluiting hebben gevonden, hoeven daarbij niet herhaald te worden. Als slot krijgen de deelnemers complimenten voor het hoge energieniveau dat twee dagen lang in Kaap Doorn te vinden was. De noodzakelijkheid van het Digitaal Stelsel Omgevingswet lijkt er nu toch echt te zijn. Daarom is het nu aan alle aanwezigen om die lijn door te trekken, samen door te gaan en elkaar op de hoogte te houden. Grip gloort, wordt er nog eens gezegd.

30 -



Bekijk hier het videoverslag van deze dag


Colofon

Deze uitgave is gemaakt in opdracht van het programma Aan de slag met de Omgevingswet. www.aandeslagmetdeomgevingswet.nl Organisatie Werkconferentie: Programma Digitaal Stelsel Omgevingswet Ontwerp en illustraties: Charlotte Porskamp Tekst: Sander van Dalsum Dit verslag is uitsluitend opgemaakt als digitaal document. Š 2016

- 33



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.