NOVI Oost-Nederland

Page 1

OOST-NEDERLAND

10/11/2015


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

2


10 NOVEMBER 2015

3


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

4


10 NOVEMBER 2015

1

Opening Jaap Kersten Klimaatadaptatie Kwaliteit van leven Energie en circulaire economie Urbanisatie Arbeidsmarkt Conclusie Aan het woord Colofon Bijlagen

5


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

6


10 NOVEMBER 2015

INLEIDING Nationale Omgevingsvisie Op dinsdag 10 oktober 2015 is de NOVI-werkplaats Oost-Nederland gehouden. Dit was de derde in de serie van vijf NOVI-werkplaats MIRT tafels. Bij de bijeenkomst waren circa 50 personen aanwezig. Het gros van de aanwezigen bestond uit ambtenaren van gemeenten, provincies en verschillende ministeries. Daarnaast waren er ambtenaren van waterschappen en medewerkers van maatschappelijke organisaties aanwezig. Doel van de werkplaats was te komen tot de belangrijkste opgaven voor OostNederland die vragen om een nationale aanpak in de Nationale Omgevingsvisie en -agenda. Als startpunt heeft de regio de volgende thema’s benoemd: • Klimaatadaptatie • kwaliteit van leven • Energie en circulaire economie • Urbanisatie • Arbeidsmarkt Elk thema werd afgetrapt met een pitch. In de eerste werkronde zijn de pitches verrijkt en is het thema op de kaart gezet. Met de resultaten hiervan is in een tweede werkronde gezocht naar betekenisvolle verbindingen tussen de gesignaleerde aandachtsgebieden. Tot slot is bepaald welke opgaven nationale agendering vragen.

7


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

8


10 NOVEMBER 2015

9


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

10


10 NOVEMBER 2015

OPENING JAAP KERSTEN Jaap Kersten trapte de bijeenkomst af door antwoord te geven op de vraag:

”Waarom zijn we hier bijeen?” Jaap: “We werken nu aan de toekomst van Nederland, hoe zien wij samen Nederland in 2050? Als we om ons heen kijken naar trends, veranderingen en ontwikkelingen, dan zien we de inhoudelijke noodzaak van een toekomstvisie. Denk aan ontwikkelingen op het gebied van ICT, van mobiliteit, digitalisering, klimaatverandering, ruimte, energietransitie en nog veel meer. Deze toekomstvisie kunnen en willen we als Rijk niet alleen vormgeven. Dat doen we samen met anderen; interbestuurlijk, maatschappelijk, interdepartementaal en wetenschappelijk. De werkplaats is het platform om met elkaar het gesprek aan te gaan, zowel offline als online. De nationale omgevingsvisie gaat over de inrichting van de gehele fysieke leefomgeving en is een samenwerking van acht departementen met elk hun eigen vraagstukken en uitdagingen. We proberen daarbij te komen tot vernieuwing, zowel op inhoud als proces. Soms help het daarbij om informeel het gesprek aan te gaan, want dit stimuleert vernieuwing en innovatie en dat is wat we nodig hebben. Dit geeft een mooie aanvulling op de formele trajecten die ook nodig zijn voor het maken van de nationale omgevingsvisie. Een eerste stap is het opstellen van de Nationale omgevingsagenda. Deze wordt juni 2016 aangeboden aan de Tweede Kamer.”

11


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

12


10 NOVEMBER 2015

13


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

14


10 NOVEMBER 2015

KLIMAATADAPTATIE PITCH Het goede nieuws is dat we niet meer hoeven uit te leggen dat klimaatadaptatie belangrijk is. Nationaal en internationaal lees je er overal over, terwijl bedrijven klimaat steeds meer beginnen te zien als uitdaging. Klimaatverandering werd de laatste decennia geagendeerd vanuit de wetenschap, waardoor het onderwerp – ondanks het nodige tegengas – via nationale overheden op het netvlies kwam te staan. Nu is er een regionale adaptatiestrategie en ligt de bal de regio. Dus is het tijd om iets te doen, om breder te kijken naar je eigen gebied. Er zijn kansen, maar die laten zich pas zien wanneer je verder in de tijd en buiten je traditionele grenzen kijkt. Wat gebeurt er bijvoorbeeld benedenstrooms? Welke verbindingen zijn er te vinden met waterpartijen en kennisprogramma’s in en buiten je regio?

“Kijk naar 2040 en je kunt denken: ligt hier geen belangrijke waterbuffer voor de hele Randstad? Door te sparen voor onszelf, maar ook voor andere plekken, kunnen we een nationale rol spelen.”

15


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

16


10 NOVEMBER 2015

RAAKVLAKKEN EN OPGAVEN Er is al het nodige bereikt in OostNederland wat betreft waterveiligheid. De volgende stap is om plekken, regio’s en sectoren te koppelen. We zouden veel meer kunnen met waterveiligheid als we bijvoorbeeld natuurgeld en economische stimuleringen mee konden nemen. Dat financieringsvraagstuk – het ontschotten van geldpotten – is cruciaal voor het realiseren van integrale projecten en moet centraal staan in de NOVI. Aan de andere kant dalen we als overheden te weinig af naar het niveau van de gebruikers. Burgers kunnen veel betekenen voor hittestress in steden en agrariërs voor watertekorten. Als overheid kunnen we het niet alleen maar zelf. Hier zou de waterwereld kunnen leren van de aanpak van duurzame energie. Daar zie je al veel meer maatschappelijke en burgerinitiatieven van onderop. Hierbij gaat het ook om de industrie.

“Hoe dagen we ze uit om qua water zelfvoorzienend te zijn en te zorgen voor kwaliteit.” Een ander crossover met water is de kwaliteit van de leefomgeving. Water is een belangrijke asset hiervoor waar we in Oost-Nederland meer gebruik van kunnen maken. Zo zouden gemeenten en waterschappen elkaar op tijd moeten opzoeken bij de uitvoering van het Deltaprogramma, om zo meekoppelkansen te signaleren en te realiseren. Ook is het zaak om verbindingen te leggen tussen schaalniveaus, bijvoorbeeld tussen de stedelijke watersystemen en de zoetwatervoorraad. Zoek de knooppunten tussen de watersystemen op.

17


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

18


10 NOVEMBER 2015

AGENDEREN Op het gebied van klimaatadaptatie zijn dit de agendapunten vanuit OostNederland: - Maak het beschermen van vitale infrastructuur tegen klimaatverandering een nationaal belang. - Maak werk van het ontschotten van geldpotten, om integrale projecten mogelijk te maken. - Hoe zorgen we samen voor voldoende (zoet en drink-) water van voldoende kwaliteit? Dat kan alleen door schaaloverschrijdende samenwerking, waarbij verschillende regio’s en overheden elkaar aanvullen. - Bij ruimtelijke planvorming moeten we water-inclusief ontwerpen, zowel bij nieuwbouw als bij renovatie en beheer en onderhoud.

19


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

20


10 NOVEMBER 2015

KWALITEIT VAN LEVEN PITCH Het is tijd voor een integrale benadering van een gezonde leefwereld. Met een visie, een stip op de horizon, bied je houvast aan initiatiefnemers. Hoe beter verbeeld en vertaald naar de omgeving waarin mensen leven, des te meer zullen mensen zich erin herkennen en in actie komen. Voor de overheid is het dan gemakkelijker om die initiatieven een plek te geven (in de organisatie) en ze vervolgens te faciliteren. De Openbare ruimte is zo gezien niet de optelsom van diverse beleidsterreinen, maar één geheel: fysiek én sociaal.

RAAKVLAKKEN EN OPGAVEN “We zijn gewend te denken in ruimtelijke kwaliteit, in landschapstypen, landschapselementen, cultuurhistorie, beeldbepalende bomen en zelfs de tegels in de stoep etc. Voor sommige mensen is dat ook kwaliteit van de leefomgeving en die gaan daarvoor. Maar daarmee dek je niet alles. Het gaat ook om sociale kwaliteit, samenhang tussen mensen, gevoel van veiligheid en gevoel van serieus genomen worden en verantwoordelijkheid nemen. Het basisniveau van participatie zit in wat participatie mensen oplevert. Het gaat ook om de nieuwe verhouding tussen overheid en burger. De overheid zorgt voor het grote raamwerk maar de inwoners samen zorgen voor de detaillering, de verbindingen onderling en de diversiteit van de buurt ten opzichte van andere buurten.” Het gaat om een perceptieverschuiving die drie principes omvat: 1. Iedereen doet mee/wordt in de gelegenheid gesteld mee te doen; 2. Beleid sluit aan bij de plek waarvoor het geldt (maatwerk); 3. De overheden zijn bereid (basis)kwaliteiten (fysiek én sociaal) te borgen (vastleggen speelveld en spelregels) met daarbinnen veel (regel) 21


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

22


10 NOVEMBER 2015

ruimte voor ontwikkelingen van onderop. Regels zijn nu vaak een remmende factor om vernieuwende initiatieven van de grond te krijgen. Denk bij voorbeeld aan de risicomijdende regels vanuit inspectie van de openbare ruimte als het gaat om speelvoorzieningen. Veel regelgeving is het resultaat van oud beleid of oude reflexen, dus dat moet doorbroken worden. Overigens zullen direct belanghebbenden moeilijk te bewegen zijn zelf die structurele omslag ten uitvoer te brengen! In de NOA moet die perceptieverschuiving vastgelegd worden en tegelijk de kwaliteit van leven geconcretiseerd worden. Voor een gezonde leefwereld in Oost- Nederland is de betrokkenheid van alle overheden nodig, ook die van het rijk. Om de perceptieverschuiving te verankeren, maar ook voor een goede bereikbaarheid van wonen en werken, van opleiding (voor jongeren) en (zorg)voorzieningen (voor ouderen en hulpbehoevenden). Daarbij wordt de digitale bereikbaarheid steeds belangrijker voor wie mee wil doen in deze maatschappij en voor innovatieve ondernemers in stad en land.

“Het gaat erom: iedereen doet mee, iedereen mag meedoen en iedereen kan zich ontplooien. En daar word je op beloond. Dat is de basis van de kwaliteit van leven.�

23


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

24


10 NOVEMBER 2015

AGENDEREN Op het gebied van kwaliteit van leven moet vanuit Oost-Nederland in de NOA rekening gehouden worden met: - Principes vaststellen: iedereen doet ertoe/doet mee, beleid moet aansluiten bij de plek waarvoor het geldt, de overheid is expliciet in wat nodig is aan kwaliteit en laat daarbinnen alle ruimte voor initiatieven van onderop. - De NOVI is niet alleen een visie, maar geeft handen en voeten aan gewenst gedrag in de praktijk. - Initiatieven krijgen een integrale benadering en worden gefaciliteerd met geld, procesbegeleiding en regelruimte. - Het Rijk toont zich een betrokken partner. Een partner die de samenwerking mede organiseert, en aansluit bij wat gaande is.

“Er is nog veel regelgeving uit ‘de andere tijd’. We willen een overheid die het mogelijk maakt dat mensen iets gaan doen.”

25


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

26


10 NOVEMBER 2015

27


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

28


10 NOVEMBER 2015

ENERGIE EN CIRCULAIRE ECONOMIE PITCH Nederland heeft grote plannen voor duurzaamheid, maar er gebeurt uiteindelijk te weinig op gemeentelijk niveau. Bewoners beginnen energiecoöperaties om gezamenlijk zonnepanelen op hun dak te krijgen. Daar moeten gemeentes, maar ook provincies en rijksoverheid een faciliterende rol in spelen – van een lokale aanjaagfunctie tot regionale coördinatie en kennisdeling. En vervolgens het doorzetten van regionale problemen naar landelijk niveau, om tot verandering in regelgeving te komen.

RAAKVLAKKEN EN OPGAVEN Beide provincies hebben een eigen aanpak om initiatieven en partners te verbinden. Overijssel zet energieadviseurs in. Gelderland heeft met uiteenlopende maatschappelijke partners het Gelders Energieakkoord (GEA) afgesloten, er worden routekaarten voor energietransitie gemaakt en er zijn Community of Practices voor lokale energiecoöperaties opgericht. Beide provincies hechten grote waarde hechten aan het faciliteren van initiatieven van onderop. Kun je zulke coördinatie opschalen naar heel Oost-Nederland, dan ben je goed bezig. Het doel is om verduurzaming aantrekkelijker te maken, ook financieel bijvoorbeeld, om zo de energietransitie te versnellen. Daarbij is ruimte nodig voor experimenten met bijvoorbeeld geothermie, warmte uit water en wind, zowel op lokaal als bovenlokaal niveau. Wet- en regelgeving hebben momenteel nog een belemmerend werking, terwijl we juist overal moeten onderzoeken wat goed werkt en wat niet.

29


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

30


10 NOVEMBER 2015

“In Overijssel is een netwerk van twintig energieadviseurs, die ervaring hebben met duurzame dorpen en lokale initiatieven. Bij de initiatievenmakelaar komen ideeën en vragen binnen, die we weer doorzetten naar de adviseurs. Zo wisselen we kennis uit.” AGENDEREN Op het gebied van energie en circulaire economie moet vanuit Oost-Nederland in de NOA rekening gehouden worden met: - Energiebeleid consequent richten op hernieuwbare bronnen en energiebesparing. - Creëren van (ten minste) gelijk speelveld tussen fossiel opgewekte energie en hernieuwbare energie. Bijvoorbeeld door vernieuwing van fiscaal beleid. Zorg voor meer transparantie van de energieketen (Wie betaalt wat? Waar betalen we belasting voor? Wie vervuilt het meest?). - Urgentie kweken bij alle partijen om de noodzakelijke energietransitie mogelijk te maken. - Zorg voor betrouwbare informatievoorziening, via bijvoorbeeld een nationaal keuringsinstituut voor duurzame energieopwekking.

31


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

32


10 NOVEMBER 2015

33


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

34


10 NOVEMBER 2015

URBANISATIE PITCH Dat we ons in een transitie bevinden behoeft geen toelichting. Grote verschillen van groei en krimp in ons land en een terugtrekkende beweging van de overheid zorgen voor een enorme dynamiek in de samenleving en onze leefomgeving. Dat leidt tot nieuwe opgaven voor steden, dorpen en het buitengebied, en vereist nieuwe instrumenten, zoals een compleet nieuwe Omgevingswet. Ga er maar aan staan. Die transitie overkomt ons. Door de combinatie van groei en krimp op stad en land, is het Oosten een sterke regio voor de toekomst. De uitdaging ligt in het aanpassen van de bestaande situatie aan de veranderende ruimtevragen. 95% van het bebouwde gebied staat er al, maar moet dus wellicht een andere invulling krijgen. Bestaande systemen moeten worden herzien, terwijl we af moeten van het sturen op aantallen.

“Waarom denken we niet in een Spotify-achtig concept? Ik heb zorg nodig, geen ziekenhuis. Denken in fysieke plekken is een oud systeem, de plek zelf is irrelevant in 2040.�

35


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

36


10 NOVEMBER 2015

RAAKVLAKKEN EN OPGAVEN Met een blik op het westen van Nederland zijn er volop kansen mits de verbindingen optimaal functioneren. Gelderland en Overijssel profiteren mee van topvoorzieningen en de concentratie van werk in de Randstad. Andersom vormen de kwalitatief hoogwaardige leefruimte en de ruimte om proeftuin te zijn voor vernieuwingen, belangrijke aanvullingen op de drukke Randstad. Kijkend naar het oosten, liggen kansen voor kennisuitwisseling met Duitse universiteiten en hogescholen. Het verdient aandacht deze kansen nadrukkelijker over en weer in beeld te brengen en de voorwaarden daarvoor te kennen en daarin te voorzien. In de regio zelf moeten bewoners kunnen wonen, werken én recreëren, bijvoorbeeld in multifunctionele wijken. Dat vereist wel een andere manier van denken. Concreet moet er regiobreed aandacht komen voor het op kwaliteit houden van landschappen bij het wegtrekken van de boeren, voor de verhouding tussen bouwruimte en groene ruimte in de stad, voor bewonersinitiatieven die toekomstbestendige oplossingen ontwikkelen binnen bestaande bebouwde gebieden (transformatieopgave). Landelijk moeten ziekenhuizen zich juist specialiseren en moet er worden gekeken naar nieuwe denkwijzen op het gebied van toegang tot de zorg. Gelderland en Overijssel herbergen een diverse rijkdom aan landschappen, waar ook kansen liggen voor innovatie en vernieuwing. Denk daarbij aan de huidige stadswerkplaatsen, waarbij verschillende disciplines elkaar ontmoeten. Op zo’n ontmoetingsplek gaat het van opgave (denk: verloedering van de midsizesteden) naar idee, van idee naar plan, en van plan naar een uitvoerbaar product. Te vaak nog vluchten we naar voren in een programmeringsdiscussie, waarbij de opgave wordt vergeten.

37


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

38


10 NOVEMBER 2015

De volgende opgaven zijn geformuleerd: - Voortaan in co-creatie ‘Waardekaarten’ maken (betekenis geven) in plaats van bestemmingsplannen (vastleggen gebruik). Uit de prijs voor Ruimtelijke Kwaliteit blijkt dat mensen heel goed in staat zijn om aan de hand van beelden van een landschap of gebouw aan te geven wat wel of geen kwaliteit is. ; ”Je doet mee of je doet niet mee” is het parool. Bij krimp in kleine kernen doet zich dan de vraag voor of overheden de verdelende rechtvaardigheid overeind kunnen/willen houden. Wat kan aan elke burger zelf worden overgelaten en wat regelen we nog tot achter de deur? Hoe ver gaat de zorgplicht van de overheid? -Bebouwing lokaliseren bij energiebronnen; - Problemen benoemen en betrokkenen uitnodigen om oplossingen te bedenken en uit te werken; - Je kunt niet alles hebben, maar wat je hebt – de DNA van je stad/streek – moet goed zijn; -administratieve grenzen vervagen, denk niet alleen lokaal, maar afhankelijk van de opgave meer regionaal en (inter)natonaal; - Zorg voor een goed vestigingsklimaat; - Het integreren van de bevolkingssamenstelling, ook met het oog op internationale migratie.

39


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

40


10 NOVEMBER 2015

AGENDEREN Op het gebied urbanisatie moet vanuit Oost-Nederland in de NOA rekening gehouden worden met: - Een focus op corridorontwikkeling, met als doel het verbinden van stedelijke netwerken, maar ook verbinding met bijvoorbeeld Duitsland; - Duurzame energie. Neem blokkades weg en hanteer een integrale benadering. Het Rijk moet verduurzaming mogelijk maken; - In Midsize Nederland zijn er kansen voor rood en groen. Hoe gaan we samen zorgen dat er in deze gebieden iets gebeurt tegen de verpaupering? - Het Rijk moet de regie voeren op vraagstukken; overheden zijn netwerkmanager, aanjager en procesbegeleider; - Vanuit het Rijk zijn geld, tijd, kaders en kennis nodig voor leren, innoveren en delen; - Vergeet groei, kwaliteit moet voorop staan; - Benader het functioneren van de steden vanuit de notie dat Nederland een metropool is. Zorg dat stedelijke regio’s daarbinnen elkaar kunnen versterken – in het geval van Oost-Nederland betekent dat steden met een eigen kracht en met goede onderlinge verbindingen.; - Breng de rijkdom van landschappen in kaart en zorg voor diversiteit.

41


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

42


10 NOVEMBER 2015

ARBEIDSMARKT PITCH Waar verdient Oost-Nederland in 2040 zijn geld mee? Trends zijn volatiel en laten zich, zeker op zo’n lange termijn, lastig voorspellen. Waar traditiegetrouw de goedkope arbeidskrachten in het oosten, ‘de fabriek van Nederland’, woonden, is het nu de Randstad die gestaag uitdijt naar Arnhem, Nijmegen, Brabant, Zwollen en zelfs achterin Twente. Tegelijkertijd kijken we verder, over wat Oost-Nederland over de grenzen te bieden heeft. Sociaal-geografische, technologische en demografische ontwikkelingen inspireren tot nadenken over arbeid in het algemeen, en de mogelijkheden die ze met zich meebrengen voor de regio. Een voorbeeld is het nadenken over de toekomst van automatisering. Wat betekent automatisering voor arbeid, voor fabrieken, voor diensten, kantoren, bedrijventerreinen en de infrastructuur? Die vraag laat zich niet op traditionele wijze beantwoorden. Waar de focus lag op economische groei met het BNP als belangrijkste indicator, verschuift de focus naar waarde uit duurzaamheid, gelijkheid, kwaliteit en, voor arbeidskrachten, ontplooiing en beloning.

“Om iedereen te laten deelnemen is arbeidstijdverkorting noodzakelijk”

43


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

44


10 NOVEMBER 2015

RAAKVLAKKEN EN OPGAVEN Bij concrete antwoorden op de toekomstvraag gaat het om, bijvoorbeeld, de Arnhemse kracht op het gebied van design en maakindustrie, over concurrentie met Eindhoven op het gebied van technologie en over het al dan niet centraliseren (en daarmee homogeniseren) van onderwijs. Twee beleidsontwikkelingen zijn daarbij wenselijk: ruimte voor experiment en een ‘glokale’ blik (think global, act local). Om Oost-Nederland voor te bereiden op een onvoorspelbare en onvoorstelbare toekomst, moeten overheden, bedrijven en burgers de ruimte krijgen om fouten te maken. Kortom, het Rijk moet de ruimte geven en zich dienstbaar opstellen. Tegelijkertijd moet de regio zijn eigen kracht kennen en niet bang zijn deze globaal in te zetten. Wat de gevolgen zijn voor arbeid is niet te voorspellen. Daarom moet juist het leren omgaan met zulke onzekerheden de grootste ambitie zijn.

AGENDEREN Op het gebied arbeidsmarkt moet vanuit Oost-Nederland in de NOA rekening gehouden worden met: - We moeten van een groei- naar bloeibeleid; - Het Rijk moet een andere, dienstbare overheid worden; - Zie af van verdelende rechtvaardigheid (‘je doet mee of je doet niet mee’); - Denken en doen vanuit opgaven, en samenhang zien op alle raakvlakken; - Een focus op ontplooiing in plaats van beloning; - Leren omgaan met onzekerheden; - Beleid herzien.

45


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

46


10 NOVEMBER 2015

47


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

48


10 NOVEMBER 2015

CONCLUSIE

In wat voor land willen we leven in 2040? Een Oost-Nederland dat grenst aan de Randstad en het buitenland? Een land met een inclusieve samenleving waar iedereen zich kan ontplooien? Een duurzaam land met een circulaire economie? In een regio die met zijn geografische kenmerken een bijdrage levert aan de rest van het land? Het antwoord is ja, op elke vraag; de vraag hoe we dat bereiken ligt nog op tafel. Vandaag is dan ook het begin van een traject, dat in het voorjaar van 2016 zijn volgende stapt kent. Dan ligt er een versie van de NOA, een versie waarvoor de regio nadrukkelijk wordt uitgenodigd om op te reageren. Om zo te komen tot de NOA die medio juni aan de tweede kamer wordt aangeboden. Zo bouwen we samen aan een nationale omgevingsvisie, en bouwen we samen aan het Nederland van de toekomst. Kennisdeling, maar ook het kennen van de kracht van de eigen regio, is de basis van de toekomst. De toekomst is ongewis en daarom ook niet volledig vorm te geven in één wet en één visie. Met die realisatie is de conclusie vandaag dat het in de NOA en NOVI gaat om voorwaarden scheppen op basis van een veranderende denkwijze, zodat het lokale experiment de ruimte en de aandacht krijgt. Oost-Nederland is uniek, daar kan heel Nederland nog veel van leren.

49


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

50


10 NOVEMBER 2015

51


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

GERARD VAN BALVEREN “Ik wil aandacht vragen voor de belemmerende weten regelgeving. Die wil je weg hebben. In plaats daarvan moet er steun vanuit de gemeentelijke en provinciale hoek komen voor bijvoorbeeld verdienmodellen rondom verduurzaming, om de ontwikkeling te versnellen. Ook moeten zulke initiatieven beter gecoördineerd worden. Wat bleek: bij mij aan tafel zaten een mevrouw en meneer van de provincie Gelderland en Overijssel. Ze doen allebei hetzelfde, maar kenden elkaar nauwelijks. Dat is tekenend. Oost-Nederland moet leren coördineren, kennis delen en laten zien wat je kunt.”

52

SASKIA ENGBERS “Transitie overkomt je, innovatie moet. Zowel gemeenten, provincies als de rijksoverheid moeten allemaal een omgevingsvisie opstellen, die cocreatiever, integraler en adaptiever is. Laten we vooral samen innoveren. Wat betekent de energieke samenleving voor onze samenwerking en ons gezamenlijk vernieuwend vermogen? Daar waar experimenten mooie resultaten brengen is het van belang om de kennis te delen. Zulke innovatieve kennis, opgedaan door de koplopers en pioniers, is heel erg van belang in deze tijd. We hoeven niet allemaal het wiel opnieuw uit te vinden; het zou mooi zijn als de rijksoverheid het delen in bijvoorbeeld leergemeenschappen zou faciliteren.”


10 NOVEMBER 2015

HANS PETER BENSCHOP “Minder kijken naar internationale concurrentie, meer naar ‘iedereen doet mee’ en gelijkheid. Tegelijkertijd hoor ik: gebruik deze regio. Het heeft zijn unieke kenmerken in agro, in de circulaire industrie, de maakindustrie en zijn internationale contacten. Zie het belang daarvan voor de Nederlandse economie, en help de regio aanhaken bij de Randstad en internationale wereld. Zowel het lokaliseren als globaliseren gaat op die manier in extremen uitgerekt worden. En dat is goed. Dat is nodig voor economische groei en bloei, maar ook om mensen mee te blijven krijgen en de talenten van iedereen – laag of hoog opgeleid – in te schakelen.”

TINY WIGMAN “De NOVI moet handen en voeten geven aan ideeën over de kwaliteit van leven. Kwaliteit van leven gaat op verschillende schaalniveaus. Het is de kunst om vanuit de centrale overheid niet het lokale niveau te dwarsbomen, maar juist uit te dagen en te stimuleren. Door veel voorbeelden te bestuderen kun je eruit halen welke regels blokkerend werken en frustrerend zijn voor mensen. Ik vind dat de overheid te veel een kortetermijnvisie heeft, terwijl mensen die ergens leven dingen doen voor de langere termijn. Nu wordt er bijvoorbeeld gedacht in participatie, niet in continuïteit. De overheid moet bedenken hoe ze de continuïteit van de inbreng van die burgers op alle niveaus versterken.” 53


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

54


10 NOVEMBER 2015

COLOFON Visuele Notulen Marijke Timmerman - Magazine Design Lisa Vorst - Editor Arthur van Vliet - Teksten Amar Inderdjiet - Fotografie Web: www.visuelenotulen.nl Mail: info@visuelenotulen.nl Tel: 026 - 202 21 78

55


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

thema: kwaliteit van leven

56


10 NOVEMBER 2015

BIJLAGEN

57


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

thema: kwaliteit van leven

thema: kwaliteit van leven

58


10 NOVEMBER 2015

thema: circulaire economie

thema: circulaire economie

59


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

thema: klimaatadaptie

thema: klimaatadaptie

60


10 NOVEMBER 2015

thema: klimaatadaptie

61


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

thema: urbanisatie

thema: urbanisatie

62


10 NOVEMBER 2015

thema: urbanisatie

63


WERKPLAATS NOVI | OOST-NEDERLAND

64


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.