Capsa Sensibus ArtEZ

Page 1

CAPSA

SENSIBUS

1


2


3


INLEIDIN G

Wij zijn Daphne van Rosmalen, Robert van Middendorp en Mirna Koghee, studenten van de ArtEZ master opleiding Interieurarchitectuur [C]r Corpo Reality. Een belangrijk onderdeel in de opleiding is de case-study. In deze case-study 1.0 hebben wij onderzoek gedaan naar beleving, waarbij we een instrument hebben ontwikkeld dat kan worden gebruikt om bij grote gebruikersgroepen het Programma van Ervaringen te achterhalen.

4


“Hoe kom je er achter wat een grote groep gebruikers wil?”

5


C ASE-S TUDY - Ko J a c o b s

F acult eitsdirect eur A r tEZ Arc hit ectuur en Int er ieur

6


“Ik denk dat de interieurarchitectuur een mooie toekomst tegemoet gaat.” De case-study is een interessant onderwijsmodel van de masteropleiding interieurarchitectuur, omdat de opleiding vakgericht is en het een sterke ontwerpcomponent heeft. De case-study biedt de mogelijkheid om beide aspecten te bedienen. Het vakgerichte komt aan de orde doordat de case-study een simulatie of – letterlijk – een praktijkgeval (een casus) kan behelzen. Tegelijkertijd biedt de case- study als methode de ruimte om binnen het praktijkgerichte onderzoek (artistic research) het ontwerpende, het creatieve, de verbeelding toe te laten. De case-study als methode is geen hermetische, dichtgetimmerde formule waarbij alle stappen op voorhand zijn bepaald. Integendeel, de case-study biedt de mogelijkheid om randvoorwaarden en parameters van het onderzoek vast te leggen op basis van het soort opgave of type casus dat wordt aangepakt. Binnen de master interieurarchitectuur kunnen met de case-study dus verschillende onderwerpen worden bestudeerd; ieder op zijn eigen wijze en ieder zal leiden tot een eigen resultaat. De documentatie van het proces van de case-study en het product kunnen bijgevolg iedere keer anders zijn.

7


Het is onvermijdelijk over case-studies te praten zonder de Case Study Houses te noemen. Ruim 20 jaar lang (1945 – 1966) werd aan de Amerikaanse westkust met Los Angelos als middelpunt gestudeerd op de ideale na-oorlogse woning voor het gezin. Er zijn tientallen ontwerpen gemaakt, waarvan een groot deel ook daadwerkelijk is uitgevoerd. Lang niet allemaal leverden ze geweldige resultaten op, maar er zijn er ook enkele zeer bekend geworden. De iconische beelden van het (nachtelijk) uitzicht over het grid van Los Angelos vanuit een huis dat boven de rotsen lijkt te zweven met een glazen hoek van het huis dat vrijwel geen begrenzing lijkt te kennen, heeft iedereen wel eens gezien. Zonder te verwachten dat de case-studies van de master interieur tot dergelijke resultaten zullen leiden, geeft het wel aan dat er ook waarde kan worden toegekend aan de reeks, en niet alleen aan het individuele geval. De Case Study Houses geven aan dat een onderwerp tot veel verschillende resultaten kan leiden; sommige zeer de moeite waard, sommige minder succesvol. Maar ook bij minder succesvolle resultaten is het proces interessant, bijvoorbeeld door achteraf te analyseren welke parameters bijdragen aan succes of falen. Case-studies kunnen worden verricht in allerlei soorten en maten. Voor de master interieur is het interessant dat binnen het vakgebied van de interieurarchitectuur nog een wereld valt te ontdekken op het gebied van onderzoek, theorievorming en debat. Daarbij is de interieurarchitectuur een terrein waarop de indeling van Koolhaas - S, M, L, XL – heel goed van toepassing is. Binnen de interieurarchitectuur zijn er ‘kleine’ projecten, maar ook grote – zoals het project van Daphne, Mirna en Robert – en hele grote. De case-study biedt de ruimte om al deze schalen te adresseren. Bij complexere opgaven wordt het ook interessant om met andere disciplines samen te werken. Het team zal dan – net als in de huidige realiteit steeds vaker het geval is – steeds belangrijker worden

8


De bovengenoemde drie elementen dragen bij aan de potentiële kracht van de case-study in het curriculum van de master interieurarchitectuur: - de case-study als onderwijsmodel, - de case study als reeks, - de schaal van de case-studies.

Ko Jacobs 1 februari 2013

“Nederland is klaar met bouwen”

9


DE OPDRAC HT

De opdrachtgever, Studio Groen+Schild, heeft ons de opdracht gegeven een Instrument te ontwerpen om achter het programma van ervaringen te komen bij grote gebruikersgroepen, ook wel, het emotioneel programma van eisen genoemd. Bij een ontwerp wordt altijd een programma van eisen (PvE) gehanteerd, onderverdeeld in functioneel PvE, ruimtelijk PvE en technisch PvE. Wat hierin nog mist is het emotioneel PvE. Bij een ruimtelijk ontwerp is de beleving van die ruimte van essentieel belang. Hierin schuilt ook de noodzaak het programma van ervaringen te achterhalen. Hoe een individu een ruimte beleeft wordt be誰nvloed door perceptie, waarneming en ervaring. Beleven doe je met al je zintuigen. De prikkels die door te voelen, proeven, ruiken, zien en horen binnen komen worden bewust of onbewust in de hersenen verwerkt. Bij teveel prikkels ontstaat er stress, bij te weinig verveling. In beide gevallen zal de gebruiker van een ruimte deze ervaren als minder aangenaam en minder goed functioneren. Waar we naar op zoek zijn is homeostase, waarbij de hoeveelheid prikkels optimaal is voor de gebruiker om zich prettig te voelen in de ruimte en optimaal te kunnen functioneren. Wanneer de toekomstige gebruikersgroep klein is, bijvoorbeeld de bewoners van een woning, is het programma van ervaringen redelijk eenvoudig te achterhalen door met ze in gesprek te gaan. Bij grote gebruikersgroepen wordt dat lastig. Toch is die informatie van

10


essentieel belang bij het ontwerpen van een ruimte. De aanleiding voor Groen+Schild om ons deze opdracht te verstrekken is omdat hun huidige instrument alleen geldt voor een klein deel van de grote gebruikersgroep. Zij maken gebruik van een door hen zelf ontwikkelde workshop, waaraan een door de opdrachtgever geselecteerde groep deelneemt. Tijdens deze workshop kiezen de deelnemers beelden die zij vinden passen bij een bepaalde taak. Nadat de beelden zijn gekozen, geven ze aan waarom ze dat beeld hebben gekozen, waarop het ontwerpteam dat op haar beurt meeneemt in het ontwerp. Groen+Schild wil graag een instrument dat gebruikt kan worden voor grote gebruikersgroepen, waaraan de gehele gebruikersgroep of in ieder geval een representatieve groep van de gehele gebruikersgroep kan deelnemen en dat over meer gaat dan alleen sfeer. Het Instrument moet: Informatie van de gebruikers verzamelen; Informatie kunnen transformeren; Gebruikers enthousiasmeren; Een interieurontwerp persoonlijk maken; Ontwerper in laten leven in grote gebruikersgroepen.

De ideeĂŤn en uitkomsten van het onderzoek hebben we kunnen testen bij de Radboud Universiteit te Nijmegen. Hierdoor kon in de praktijk getest worden of de ideeĂŤn en uitkomsten werken of niet werken en zo nodig aangepast worden.

11


12


“Het is bewonderingswaardig om subjectiviteit om te zetten in objectiviteit.� 13


INS TRUMENT

Het instrument dat wij ontwikkeld hebben, genaamd Capsa Sensibus (letterlijke vertaling ‘doos van de zintuigen’), bestaat uit een aantal stappen. Deze stappen zijn noodzakelijk om alle informatie te verkrijgen die nodig is om het programma van ervaringen op te kunnen stellen. Het stappenplan ziet er als volgt uit:

14


15


16


“Wanneer je wilt werken wil je andere prikkels dan wanneer je aan het lunchen bent.�

17


18


“Capsa Sensibus is Latijn voor Doos van de Zintuigen.” Stap 1: Gebruikers informeren De eerste stap is de gebruikers op de hoogte brengen van mogelijkheid tot deelname aan het instrument. Hierbij wordt uitgelegd waar, waaraan, waarom, wie, wanneer en hoe ze deel kunnen nemen. De manier waarop de gebruikers geïnformeerd worden, is afhankelijk van de gebruikersgroep. Je kunt je voorstellen dat bewoners van een verzorgingstehuis anders benaderd moeten worden dan kinderen van een basisschool. Een aantal manieren waarop gebruikers attent kunnen worden gemaakt op het instrument is flyeren, posters ophangen, flashmop, omroepen of bijvoorbeeld uitnodigingen versturen via mail of post.

Stap 2: Applicatie Op het moment dat de gehele gebruikersgroep geïnformeerd is, kan er gestart worden met stap 2. Dit deel van het instrument, een applicatie die te gebruiken is via computer of mobiele telefoon, is gericht op de identiteit van de gebruiker. De gehele gebruikersgroep

19


neemt deel aan de applicatie. Eerder hebben we al gezegd dat de beleving van een individu be誰nvloed wordt door perceptie, waarneming en ervaring. In de applicatie wordt informatie van de gebruiker gevraagd die ons inzicht geeft in de perceptie en ervaring van de specifieke gebruiker en ons dus vertelt hoe de beleving van die specifieke gebruiker wordt be誰nvloed.

20


“De doelgroep van het instrument is de ontwerper.� Stap 3: Interactieve kijkdoos Behalve de identiteit van de gebruiker, willen we graag informatie over de identiteit van de ruimte. Het gaat tenslotte om de beleving van de ruimte. We zijn op zoek naar homeostase, waarbij de hoeveelheid prikkels optimaal is voor de gebruiker om zich prettig te voelen om optimaal te kunnen functioneren. Dit noemen we optimaal activatieniveau. Met dit deel van het instrument wordt duidelijk wat het optimale activatieniveau is van de specifieke gebruiker bij een specifieke taak. Na het invullen van de applicatie is er een goed beeld van de diversiteit van de gebruikersgroep. Op basis hiervan kan een goede selectie gemaakt worden welke gebruikers deel nemen aan het volgende deel van het instrument, de interactieve kijkdoos. Op deze manier is de selectiegroep, bestaande uit circa ca. 10% van de deelnemers, representatief voor de gehele gebruikersgroep. Het is belangrijk dat de selectiegroep geattendeerd wordt op het feit dat zij de gehele groep vertegenwoordigen.

21


De toekomstige gebruiker kan beelden kiezen die representatief zijn voor een bepaalde beleving, gericht op activatieniveau. Hoeveel prikkels wil de gebruiker bij een bepaalde taak? Om te ontspannen zoekt de gebruiker een andere beleving dan wanneer er geconcentreerd gewerkt moet worden. Door de gebruiker de ruimte zelf te laten samenstellen en vervolgens het resultaat in de interactieve kijkdoos geprojecteerd te zien, kan meteen het resultaat getest worden en is het een beleving op zich. Klopt het resultaat met wat de gebruiker voor ogen had? Dan kan het worden opgeslagen en verwerkt. Mocht het niet overeenkomen, kan de

22


gebruiker meteen aanpassen wat niet klopt, zodat uiteindelijk het juiste beeld weergegeven wordt. Ook de andere zintuigen spelen een rol bij beleving. Behalve beeld, kiezen de deelnemers ook geur en geluid, waardoor er een totaalbeeld ontstaat. Ook deze kunnen veranderd worden tot de gebruiker de gewenste beleving voor die taak samengesteld heeft. Beelden, geur en geluid die gekozen worden zijn gekoppeld aan een puntensysteem. Elk beeld, elke geur en elk geluid hebben een bepaalde score. Hoe minder prikkels er zijn hoe minder punten het beeld krijgt.

23


24


Volledig theoretisch model 25


Geen t o t weini g p r i k ke l s ( 7 - 13 )

De omgeving zal zo min mogelijk prikkels mogen afgeven. Er kan gedacht worden aan geen verschillende kleuren, vormen en materialen. Maar ook aan zo min mogelijk meubilair en decoratie. Ook door geen extra geur toe te voegen of de toevoeging van een rustgevende geur als lavendel zullen bijdragen aan het verhogen van het concentratievermogen van de gebruiker. Door te zorgen dat er geen afleidende geluiden zijn of wel een zacht muziekje zorgt ook voor een hoger concentratievermogen van de gebruiker. Ook het uitzicht op natuur heeft invloed op de beleving van de ruimte, denk dus aan een rustig uitzicht zoals de natuur. In deze categorie geldt: Hoe lager het aantal punten, hoe rustiger het dient te zijn en er minder afleidende prikkels toegepast mogen worden.

26


Weinig t o t gem i d d e l d e p r i k ke l s ( 14 - 2 0 )

De omgeving mag een aantal prikkels afgeven. Hier kan gedacht worden aan neutrale kleuren en een kleine variatie in vormen en materialen. Ook door de toevoeging van een rustgevende geur zoals lavendel zal bijdragen aan een rustige sfeer. Door ook hier te zorgen voor geen afleidende geluiden of hoogstens een zacht muziekje of gefluister zal het concentratieniveau een beetje lager maken. Ook het uitzicht op bebouwing of natuur heeft invloed op de beleving van de ruimte, denk dus ook aan een rustig uitzicht zoals natuur. In deze categorie geldt: Hoe lager het aantal punten, hoe rustiger het dient te zijn en er minder afleidende prikkels toegepast mogen zijn. Hoe hoger de score hoe meer variatie er mag zijn qua aangeboden prikkels.

27


Gemiddeld t o t ve e l p r i k ke l s ( 21 - 27 )

Door de omgeving mogen meer prikkels afgegeven worden. Hier kan gedacht worden aan meer variatie in vorm, textuur, neutrale of koele kleuren, hoeveelheid van decoratieve inrichting, alleen gepraat of ook de toevoeging van muziek en de grootte van de opening tot het uitzicht op de natuur of bebouwing. Aan de hand van de functie kan ook gekeken worden of mensen juist meer geactiveerd moeten worden of juist niet, dan kan er ook bepaald worden of er een activerende geur als pepermunt of rustgevende geur gekozen kan worden als lavendel. Vergeet ook het uitzicht niet, een uitzicht op bebouwing of mensen zal ook goed doen voor meer prikkels. Gebruik niet alle variaties, dit zal weer voor veel of zeer veel prikkels zorgen. In deze categorie geldt: Hoe lager het aantal punten, hoe rustiger het dient te zijn en er minder afleidende prikkels toegepast mogen zijn. Hoe hoger de score hoe meer variatie er mag zijn qua aangeboden prikkels.

28


Veel t o t zeer ve e l p r i k ke l s ( 2 8 - 34 )

Mensen worden hier aangezet tot actie. Dit kan gebeuren doordat de omgeving veel prikkels afgeeft. Hier kan gedacht worden aan veel variatie in vorm, koele of warme kleuren, inrichting, materialen, textuur, gepraat en muziek. Omdat het de bedoeling is dat mensen hier geactiveerd worden kun je hier denken aan een activerende geur zoals pepermunt. Denk ook aan het geluid dat er te horen is zoals pratende mensen en muziek. In deze categorie geldt: Hoe hoger het aantal punten, hoe drukker het dient te zijn en er meer afleidende prikkels toegepast mogen worden.

29


N ABESPREKIN G

Behalve het kiezen van de beelden, is het ook belangrijk dat er in een groepsbespreking met de gehele selectiegroep besproken wordt waarom de beelden gekozen zijn. Het waarom levert interessante informatie op, bijvoorbeeld dat er veel daglicht in de ruimte moet zijn. Elk gekozen eindbeeld wordt besproken, waarbij de gebruiker die het beeld gekozen heeft eerst vertelt waarom dat beeld gekozen is. Daarna kan de rest van de selectiegroep hierop reageren. Tijdens deze groepsbespreking bewaakt de leider van het gesprek (tevens de ontwerper, omdat persoonlijk contact tussen ontwerper en gebruiker het ontwerp ten goede komt) de groepsdynamiek.

30


“Hoe ervaart iemand de ruimte om zich heen?” 31


PRESENTATIE VAN DE UITKOMS T

De informatie verkregen uit de applicatie en de informatie van de interactieve kijkdoos leveren een beeld op van de totale gebruikersgroep. De gegevens die we verkrijgen uit de applicatie laten ons zien hoe de gemiddelde gebruiker de ruimte beleefd. Alle gegeven antwoorden en de gekozen beelden worden bijgehouden in een database. Hierdoor kan er rekening gehouden worden met de gebruiker want wanneer de gemiddelde lengte 1.20 meter is, zal de beleving anders zijn dan wanneer de gemiddelde lengte 1.80 meter is. De gegevens verkregen uit de interactieve kijkdoos geven een beeld van de beleving die gewenst wordt. Uit alle gegevens kunnen gemiddelden worden gehaald, die samen het programma van ervaringen vormen. Behalve dat het programma van ervaringen een uitgangspunt is voor het ontwerp, is het ook een controlemiddel. Op het moment dat het ontwerp definitief is, kan aan de hand van de verzamelde gegevens gecontroleerd worden of de beleving die gevraagd is, ook daadwerkelijk in het ontwerp naar voren komt.

32


33


colof on MET DANK AAN Susanne Colenberg, architectuurpsychologie Martijn Bosgraaf, kunstenaar Meervorm

Groen+Schild

Daphne van Rosmalen Robert van Middendorp Mirna Koghee

VISUELE NOTULEN Fotograaf - Diederik Vrijhoef Magazine Designer / Illustrator - Michael Kluver

Cre-Aid | Visuele Notulen www.cre-aid.nl

34


35


E E N E D I T I E VA N :

F E B R U A R I 2 013

36


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.