Brabantse Agrofood

Page 1

rafael dialoog 28 en 29 januari 2015

1


INLEIDING

Een historisch document is misschien een groot woord, maar belangrijk is het zeker. De uitkomsten van de Rafael Dialoog verdienen het om vastgelegd te worden. In een tweedaagse sessie in De Ruwenberg (Sint-Michielsgestel) zochten bijna honderd deelnemers actief naar manieren om de verduurzaming van de Brabantse agrofood te versnellen. Een noodzakelijke versnelling gezien de belangenklem waarin boeren, omwonenden, consumenten, bestuurders, politici, belangenbehartigers en ondernemers elkaar de afgelopen jaren gevangen hielden.

2

Om de transitie naar duurzaam op tempo te houden is extra dynamiek nodig, stellen Jan Hendrik Ockels en Felix Rottenberg, de organisatoren van de Rafael Dialoog. Een voorwaarde daarvoor is dat al die schakels van grond tot mond

hun eigen (organisatie) gelijk laten varen en zich weer wezenlijk openstellen voor de zorgen van de ander. Klinkt misschien soft, maar is essentieel om stappen te zetten. In een klimaat van verharde standpunten is het goed om weer handvatten te krijgen waarmee je vanuit tegengestelde belangen gezamenlijk vooruitgang kunt boeken. Vanuit deze constatering kunt u – net als de aanwezigen bij de Rafael Dialoog – kennismaken met de aanpak van professor Fred van Eenennaam, die gespecialiseerd is in complexe verandertrajecten. Met zijn tips in de achterzak gingen de deelnemers in kleine groepen de vele dilemma’s te lijf die de transitie naar duurzaam hinderen. Gecombineerd met de verhelderende en soms confronterende bijdrages van Martin Scholten (Wageningen UR) en oud-minister


Pieter Winsemius levert dit voldoende grondstof op voor een reeks aanbevelingen die een geselecteerde groep jongeren mocht presenteren. De energie die de jonge ondernemers, agrariĂŤrs, wetenschappers en designers wisten vrij te maken laat zich het beste vertalen met de oproep van Wim van de Donk. De Commissaris van de Koning pleit aan het slot van de twee dialoogdagen voor een experimenteerruimte van tien jaar waarin partijen samen de slag naar duurzaam kunnen maken. “En laat die er snel komen. Zodat we even een periode buiten de haakjes van de wet kunnen opereren en ons zo verder kunnen ontplooien. Want alle energie die we nu hebben, laten we ons niet meer afpakken.â€?

3


Yves de Boer

4


Felix Rottenberg

5

Jan Hendrik Ockels


6


VOORZICHTIG OPTIMISME BIJ BEGIN RAFAEL DIALOOG Felix Rottenberg en Jan Hendrik Ockels De overgang naar een duurzame Brabantse agrofoodketen verkeert in een cruciale fase. Een versnelling is nodig om in de buurt te komen van de doelstellingen zoals die in de Uitvoeringsagenda Brabantse Agrofood 2020 zijn geformuleerd. Volgens sommigen zit het proces muurvast. Toch zijn er lichtpuntjes, stellen Felix Rottenberg en Jan Hendrik Ockels. Vlak voor het begin van een tweedaagse bijeenkomst in De Ruwenberg waar agrariërs, burgers, politici, ondernemers en bestuurders bijeenkomen om te kijken hoe het proces versneld kan worden, zijn de twee initiatoren van de zogeheten Rafael Dialoog voorzichtig optimistisch. “Het zit zeker niet muurvast. Iedereen is hier vandaag aanwezig”, constateert Rottenberg. “Er zijn hier in Brabant ontzettend veel goede initiatieven op het gebied van duurzaamheid, vooral op microniveau. We moeten er nu voor zorgen dat al die kleine

innovaties in heel Brabant bekend worden”, vult Ockels aan. Wat de tweedaagse bijeenkomst oplevert, weten de heren amper een uur voor het begin van de bijeenkomst niet. Wel dat er in ieder geval een vervolg op komt. “Alle deelnemers krijgen na afloop

een persoonlijke brief waarin we de belangrijkste uitkomsten van de bijeenkomst op een rij zetten. Iedereen die tijdens de conferentie opvallende of vernieuwende ideeën naar voren brengt, interviewen we na afloop. Daaruit distilleren we vervolgens aanbevelingen die het proces kunnen versnellen”, belooft Rottenberg.

7


8


9


10


MELK, ONZE EIGEN WIJN? Sietske Klooster “Hoe zou het zijn als boeren hun eigen melk gingen bottelen, zoals wijnboeren dat met hun wijn doen? Met een mooi etiket en een vermelding van de regio van oorsprong? Misschien zou een liter melk dan wel een paar euro opbrengen, in plaats van een paar dubbeltjes nu.” Ontwerper Sietske Klooster (40) stelt graag vragen. Op het eerste gezicht misschien rare vragen. Maar wel vragen die boeren kunnen helpen om op een andere, nieuwe en frisse manier naar hun eigen product te kijken. En dat is volgens Sietske hard nodig. “Melk is een bulkproduct geworden. We vergeten vaak welke verregaande betekenis melk heeft gehad als basisproduct van ons land”, voegt ze er aan toe. In het verleden werd melk gepromoot als ‘de witte motor’ en volgens Joris Driepinter moesten kinderen drie flinke glazen melk per dag te drinken om groot, sterk en gezond te worden. “We leven nu in een heel andere tijd. Die kwantitatieve aanpak werkt niet

meer. We moeten melk op een andere, nieuwe manier onder de aandacht brengen; op een manier die past bij deze tijd”, meent Klooster. “Misschien moet je wel promoten om eens per drie maanden een heel lekker slokje bijzondere melk te drinken in plaats van drie glazen per dag.” Via haar bedrijf de MelkSalon organiseert ze melksalons op locatie bij boeren, maar ook tijdens festivals. Daar laat ze melk van verschillende boeren uit verschillende mokken of bekers proeven. “De vorm van

11

het kopje of de beker heeft invloed op de smaak en de beleving die de drinker erbij heeft”, weet Sietske. De feedback die ze tijdens die


melksalons krijgt, gebruikt ze bij het ontwerpen van de volgende. Het uiteindelijke doel is het scheppen van een nieuwe melkcultuur, een cultuur die melk haar waardigheid teruggeeft. Een cultuur waarin melk weer op zijn waarde gewaardeerd wordt. Een vaag verhaal? Sietske vindt van niet. “Als je wilt dat dingen veranderen en verbeteren, moet je beginnen om bestaande zekerheden los te laten en heel nieuwe vragen durven stellen. We moeten nieuwe producten en diensten, een hele nieuwe waardeketen, ontwikkelen rond melk. En dit is het begin.”

12

Het wordt een spannend jaar voor Sietske en voor de hele melkveeketen. Eind 2015 komt ze met ‘een totaalconcept voor een nieuwe melkcultuur’, zo belooft haar website (www.demelksalon.nl).


13


Yves de Boer

“Er is de afgelopen tijd veel gebeurd. Zo hebben we onze verordening aangepast en zijn we met veel groepen de dialoog aangegaan. Helaas blijkt dat de transitie niet snel genoeg gaat. We moeten meer resultaten boeken. En dit evenement is voor ons een uitgelezen kans om de transitie in een stroomversnelling te krijgen.”

14

“Als je wilt vernieuwen en veranderen, dan is mest inderdaad een belangrijk onderwerp. Maar de duurzame mestverwerking gaat gewoon niet snel genoeg. De fosfaatkringloop, dus mestkringloop, moet worden gesloten. Het is tijd om van een dialoog over te gaan naar actie. Ik hoop dat iedereen zich na morgen realiseert dat we allemaal verantwoordelijk zijn, en dat we die verantwoordelijkheid ook nemen en tot actie overgaan.” “Ik hoop dat mensen geïnspireerd naar huis gaan. En morgen aan het einde kunnen zeggen dat we goede en constructieve conclusies hebben getrokken.”

Marion Verhoeven

“Ik ben werkzaam voor Keten Duurzaam Varkensvlees en wij vertegenwoordigen meer dan 300 boeren. We zijn heel erg benieuwd welke actuele ontwikkelingen betrekking hebben op onze eigen belangen en bij wie we kunnen aanhaken en lobbyen.” “Voor mij zijn de thema’s over ontwikkelingsruimte voor ondernemers en duurzame innovaties erg interessant om te volgen.” “Ik merk dat ik nog veel moet leren. Tegelijkertijd merk ik zowel aan mezelf als aan de teneur tijdens het debat, dat we de goede kant op gaan. Het valt me namelijk op dat men veel respect en begrip voor elkaar heeft en toont. Dat stemt me positief. Ik maak vaker mee dat mensen hun hakken in het zand zetten en hun standpunt tot het einde blijven verdedigen.”


Jos Burghouts

“Wij zijn een groep burgers die zich zorgen maakt over de intensieve veehouderij. Met name de negatieve effecten daarvan. Denk daarbij aan mestoverschot, ziektes en andere gezondheidsproblemen. We onderkennen de financiële belangen die binnen de sector spelen en het economisch belang voor de provincie, maar in onze ogen moet en kan het duurzamer.” “Ik hoop dat we aan het einde van het evenement meer inzicht hebben hoe met mest om te gaan en welke nadelen en voordelen eraan kleven. Kan mest bijvoorbeeld wel duurzaam verwerkt worden? Ik ben heel benieuwd. Ik hoop in ieder geval wat antwoorden en inzicht te verkrijgen in relatie tot dit vraagstuk.”

Ben Rooyackers

“Ik vertegenwoordig een groot aantal mestpartijen. Wij merken dat er vooral óver mest wordt gesproken in plaats van mét mest(ac).” “De thema’s die betrekking hebben op mestproductie en -verwerking hebben mijn bijzondere interesse. Het is een thema dat onlosmakelijk verbonden is aan de veeteelthouderij. Onze sector is nog steeds één van de belangrijkste sectoren binnen de Brabantse economie. Dat neemt niet weg dat ik begrijp dat er weerstand is, maar ik merk dat het hoofdzakelijk emotionele weerstand is. Er wordt te vaak uit angst gehandeld. En natuurlijk zijn er in het verleden weleens dingen mis gegaan, maar daar leer je van. We moeten verder en niet teveel terugkijken.” “Ik hoop dan ook dat de mensen morgen naar huis gaan met het gevoel dat mest een kans is, geen bedreiging.”

15


16


dilemma’s oplossen:

KLEIN BEGINNEN, DAN KIJKEN OF HET GROTER WERKT Fred van Eenennaam Dilemma’s zijn er om te doorbreken, maar ga er maar eens aan staan. De Brabantse agrofoodsector probeert al jaren duurzamer te worden, maar de grote doorbraak blijft uit. De Rafael Dialoog moet de zaak in beweging brengen. In Sint-Michielsgestel droeg verandergoeroe Fred van Eenennaam woensdag het gereedschap aan. Aan duurzame initiatieven geen gebrek de afgelopen jaren, maar toch schiet het niet op. De Brabantse intensieve veehouderij is nog lang niet zo duurzaam als velen zouden willen. Op kleine schaal zijn tal van initiatieven genomen die vaak ook succesvol bleken. Maar het ‘opschakelen’ van die initiatieven blijkt een hachelijke zaak. Bij dilemma’s zitten partijen elkaar al snel in de weg, en in Brabant zijn dat er nogal wat. Boeren willen best duurzamer worden, maar worden daarbij in de weg gezeten door bijvoorbeeld supermarkten, die een lagere prijs willen afdwingen. En een lagere prijs is alleen mogelijk als er sprake is van

volumegroei, en dat willen bijvoorbeeld omwonenden weer niet. Kortom, tegengestelde belangen en dus ook dilemma’s die overwonnen moeten worden. Maar hoe doe je dat, zonder dat je elkaar gelijk in de wielen rijdt? Hierom draaide de bijdrage van prof. Fred van Eenennaam, expert in de veranderkunde. Hij beet het spits af tijdens de Rafael Dialoog. Het intensiveren van de veeteelt, of dat juist niet

doen, is maar een van de dilemma’s waar de agrofoodketen voor staat. En wat te denken van deze: op kleine schaal kun je tot een verantwoord besluit komen, maar wat als dit op grotere schaal toch wordt ‘overruled’ omdat initiatieven die op microniveau worden

17


bedacht niet in aanmerking komen voor steun. Of botsen op de regels. Van Eenennaam presenteerde een driestappenplan, met als eerste stap het dilemma ‘zo objectief mogelijk’ samen te vatten. Een kwestie van oefenen, aldus de hoogleraar. Dit moet uitmonden in een verhaal dat zoveel mogelijk op feiten is gestoeld en waarbij de perspectieven van de diverse betrokkenen zo goed mogelijk in beeld zijn gebracht.

18

Dat laatste is makkelijker gezegd dan gedaan, bleek ook nu weer. Een mini-sessie met vier deelnemers die naar voren werden gehaald leerde dat de ene perceptie en waarneming de andere niet is. Klein beginnen dus. Het liefst lokaal en dan opschakelen naar een hoger niveau. Van Eenennaam liet ziet zien hoe andere sectoren zoals de Nederlandse bloementeelt met vergelijkbare dilemma’s worstelden en toch tot oplossingen wisten te komen. En zelfs in een ontwikkelingsland als Peru, waar basisvoorzieningen zoals infrastruc-

tuur en gezondheidszorg een stuk primitiever zijn dan in Nederland, blijkt dat inventieve ondernemers met verfrissende ideeën kunnen komen en ook echt meters kunnen maken.

Bijvoorbeeld door een brug neer te zetten die eerst jaren op zich liet wachten. “Dat soort mensen hebben we ook hier nodig”, sprak Van Eenennaam. “Als de gestaalde onderhandelaars met elkaar aan tafel gaan, weet je van tevoren dat het spaak loopt. Je leert door dingen concreet aan te pakken. Want voordat je er erg in hebt verzand je in visies en worden het schuivende panelen. Dat willen we niet.”


Lostrekken van dilemma’s

BEKIJK DE VIDEO

19


“Wij willen laten zien dat oude patronen ook doorbroken kunnen worden. De veehouderij zit van oudsher in een vast stramien. Een stramien dat in deze tijd veel minder aansluit bij alle stakeholders en de situatie voorhanden. Bij ons is het glas halfvol, niet halfleeg.� 20

- Samuel Levie


21


22


INTENSIVEREN, GOED OF FOUT? Vraag en antwoord met Inge Vleemingh Je zou het niet verwachten, maar zelfs over het begrip intensiveren kunnen landbouwdeskundigen van mening verschillen. Intensieve veehouderij is zo ongeveer het kernwoord tijdens de Rafael Dialoog, maar toch blijken de definities onder de deelnemers uiteen te lopen. Dat zegt Inge Vleemingh, verbonden aan onderzoeksinstituut Alterra van de Wageningen UR. Vleemingh leidde een kort gesprek van vier deelnemers van de tweedaagse bijeenkomst. Zij waren er door veranderingsgoeroe Fred van Eenennaam op uit gestuurd om meer zicht te krijgen op de dilemma’s binnen de Brabantse agrofoodketen. Die opdracht bleek niet voor niets. Zelfs de vraag ‘waar hebben we het nou eigenlijk over’ blijkt een nuttige. Vleemingh legt uit: “De ene deelnemer zei: intensiveren is meer varkens en koeien op één hectare, de ander legde de focus juist op de hoeveelheid productie en de hoeveelheid voer die daarvoor nodig is en de mest die ervan af komt. En weer een

ander had het over de hoeveelheid grond in relatie tot het aantal dieren: als je meer grond tot je beschikking krijgt en met hetzelfde aantal dieren ben aan het extensiveren, maar doe je ook aan schaalvergroting.” En wat denk je als je dat zo hoort? “Kennelijk krijgen zelfs wij de juiste termen niet goed op een rijtje. Er zijn veel containerbegrippen: duurzaamheid, innovatie, intensiveren, noem maar op. Tijdens het gesprek zei iemand dat intensiveren altijd tot overlast leidt. Dat is volgens mij nog maar de vraag. Als je intensiveert met een supertechnisch systeem waarbij geen stank meer naar buiten komt, dan produceer je volgens mij geen overlast maar ben je wel degelijk aan het intensiveren.” Wat viel je verder op? “Eén van de deelnemers zei dat extensiveren in elk geval niet de oplossing is. Ik ben het daar mee eens. Je moet niet terugploegen in de tijd, want je loopt het risico

23


dat je bedrijf en daarmee ook de sector opdroogt.” “Nederland is een kenniseconomie waar de agrarische sector een belangrijk deel van uitmaakt. Dat betekent proeftuinen opzetten en nieuwe dingen bedenken waarmee je verder kan. Je wilt tenslotte wereldleider blijven in de landbouw. Wat Nederland in bijvoorbeeld design doet, is nog niet echt doorgedrongen in de veeteelt. Eén van de deelnemers aan de Rafael Dialoog is ‘melksommelier’, net als in de wijn. Dat is een kleine niche, maar je bent wel bezig met bewustwording.”

24

Kan dit ook een oplossing dichterbij brengen voor de dilemma’s waar we het hier over hebben? “Dat weet ik eerlijk gezegd niet. We gaan deze twee dagen geen antwoord vinden, maar zowel

overheid als ondernemers zijn erbij gebaat om jongeren mee te laten doen aan debatten die al jaren vastzitten. Daarmee maak je de bedrijfstak gelijk interessanter voor jongeren die hard nodig zijn voor de hele agrisector.”


25


26


“Als je innovatief wilt zijn dan moet je wel eerst weten waar de mogelijkheden liggen om te innoveren.”

Gebrek aan handelingsvrijheid boeren vs. Gevraagde sociale en ecologische veranderingen

“Stop met het gedonder over duurzaamheidsstandaarden en organiseer duurzaamheid via merken.”

Afspraken maken over duurzaamheid vs. keuzevrijheid voor de burger

“Vanuit het perspectief van een bank lijkt een nieuwe product of dienst misschien op experimenteren, terwijl dit in de praktijk gewoon ondernemen is.” Intensiveren vs. niet intensiveren

“De hele reformindustrie, authentieke bakkerijen, slagers etc. zijn heel erg in opkomst. Deze ontwikkeling staat haaks op de intensieve vleesproductie.” Intensiveren vs. niet intensiveren

“Mensen vinden het vaak fijn om vast te houden aan wat ze hebben, omdat veranderingen eng zijn.”

Gebrek aan handelingsvrijheid boeren vs. Gevraagde sociale en ecologische veranderingen

“Het is verhoogde standaarden versus vrije marktwerking.” 27 Afspraken maken over duurzaamheid vs. keuzevrijheid voor de burger


28


“Toen ik aan de directeur van de grootste hammenproducent van Europa vroeg waarom hij Nederlandse hammen inkocht, gaf hij aan dat wij de goedkoopste grondstoffenleveranciers zijn. Toen bedacht ik me: zo wil ik niet werken.�

- Hans Corsten

29


30


WHEN THE SHIT HITS THE FAN... Martin Scholten Het motto op de muur bij Yes!Delft, een verzamelgebouw voor hightech startups aan de rand van de Zuid-Hollandse stad: ‘When the shit hits the fan, clean up the mess with a smile on your face’. Aan het laatste deel van dit motto kwamen de deelnemers aan de Rafael Dialoog woensdag niet meteen toe. Aan het eerste deel wel, en gek genoeg maakte dat energie los. Veel energie. Hoe tegengesteld de meningen soms ook waren, er werd met elkaar gesproken en naar elkaar geluisterd. En daar ligt de kiem voor een mogelijke oplossing. “Ik ben Bert en ik zit al dertig jaar in de shit.” Met die even heldere als hilarische bewoordingen mengde één van de deelnemers aan de Rafael Dialoog zich woensdagavond in de discussie over het mestprobleem. Hij werkt al dertig jaar in de mestverwerking, zo bleek uit zijn toelichting. De discussie die vooraf werd gegaan door een interessant en prikkelend college van Martin Scholten, een wereldwijd erkend

deskundige op het gebied van ecologie van Wageningen UR. Scholten schetste een toekomstperspectief waarin het mogelijk wordt om de vele waardevolle stoffen en mineralen die dierlijke mest bevat terug te winnen. Mest wordt in de toekomst misschien wel een nieuw soort olie, een bron voor hele nieuwe industrieën en een waardevolle energiebron, zo schetste Scholten.

We moeten in de toekomst toe naar mestbewerking, zelfs mestopwerking, in plaats van naar mestverwerking, zo was één van zijn conclusies. Conclusies die niet door iedereen in de zaal werden gedeeld. Halverwege Scholtens verhaal ontstond er een verhit

31


debat waarbij veel van de kleine honderd deelnemers zich roerden. Deskundigen, maar ook gewone burgers die vooral bang zijn dat de grote hoeveelheden dierlijke mest in Brabant ook gevaren voor de volksgezondheid inhouden en nog lang voor (stank)overlast zullen zorgen.

dag al geconcludeerd. Oplossingen voor zaken als het mestprobleem en de vereiste verduurzaming van de landbouw zijn er nog niet, maar komen in zicht als alle lokale partijen bereid zijn om met elkaar in gesprek te

Angst die Scholten maar deels wist weg te nemen. Veel van zijn vergezichten over de winning van kostbare materialen en mineralen zullen pas op langere termijn technisch, financieel of infrastructureel haalbaar zijn, zo gaf hij toe.

32

Organisator Felix Rottenberg vatte de discussie heel kernachtig samen: “Een zeer inhoudelijk debat waarin de emotie de boel niet heeft ondermijnd�, zo stelde hij na afloop vast. Het feit dat zeer uiteenlopende partijen twee uur lang waardig over het mestprobleem van mening wisselden, was winst. Want veel grote problemen zijn immers alleen maar op te lossen als ze op lokaal niveau worden onderzocht en verholpen, zo was eerder op de

gaan en samen dilemma’s te onderzoeken. Dat is wat wat de aanwezigen het vertrouwen gaf dat een oplossing van de Brabantse mestberg gestaag binnen handbereik komt.


Is mest een klem of een kiem?

BEKIJK DE VIDEO

33


34


35


36


LEF EN LEIDERSCHAP, DAT HEBBEN WE NODIG Pieter Winsemius Een vlammend betoog van oudminister Pieter Winsemius op de tweede dag van de Rafael Dialoog. Visie, vertrouwen, leiderschap en lef. Daar hebben de Brabantse agrofood en alle daarbij betrokken partijen dringend behoefte aan. Hoe raar kan het lopen. De problemen in de Brabantse agrosector zijn tot op het bot uitgepeld en toch is er nog steeds geen oplossing. Pieter Winsemius, oud-minister en bedrijfskundige, zei er ‘giftig’ van te worden. Een spreekwoordelijke trap onder hun achterste hebben boeren, omwonenden, bestuurders, politici, belangenbehartigers en ondernemers nodig. Er is behoefte aan mensen die de kar durven te trekken, visie hebben en leiderschap tonen. Mensen die over regels heen willen stappen, gewoon zeggen ‘zo gaan we het doen’ en niet wachten totdat ze van hogerhand worden teruggefloten.

Winsemius begint zijn bijdrage aan de Rafael Dialoog nog vrij braaf, met stellingen waarover hij het publiek laat stemmen en waaruit (andermaal) blijkt dat wantrouwen toch wel één van de grootste problemen is binnen en rond de agrofoodketen. En waaruit ook blijkt dat ‘we’ het van de landelijke overheid niet moeten hebben maar meer van lokale partijen, burgers en massabewegingen.

Naarmate het verhaal vordert, raakt Winsemius op dreef. Hij pakt leden van Gedeputeerde Staten bijna letterlijk bij hun oren (‘jullie zijn te braaf’) en ook naar de boeren toe neemt hij geen blad voor de mond (‘ze zijn bijna zelf tot mest verworden’).

37


Kortom, de vierkante wielen waar hoogleraar veranderingskunde Fred van Eenennaam een dag eerder over sprak, moeten in beweging komen.

Om dat te realiseren is op zijn minst vertrouwen nodig, of zoals Winsemius dat noemde: een gedeeld verhaal. Je hoeft het niet telkens hardop uit te spreken, maar je moet het er wel over eens zijn, aldus de oud-minister, die refereerde aan een bijzondere afspraak die hij zelf ooit met Shell maakte. Een afspraak die niets anders inhield dan dat die afspraak niet had plaatsgevonden. De kern was dat hij en Shell elkaar snapten. Zoiets moet in de Brabantse agrosector ook op gang komen, om de zo vurig gewenste overgang van onderhandelen naar convergeren te kunnen maken. Een overgang die je op kleine schaal kunt beginnen, bijvoorbeeld bij de aanpak van de problemen in de Brabantse urgentiegebieden.

38

Maak het concreet, kijk naar aantallen dieren en bepaal ook waar je welk probleem aanpakt. “Anders blijf het weer zo vaag”. Een vervolgstap kan zijn om te inventariseren wat de belangrijkste


problemen zijn. Dat is hooguit een paar maanden werk. “De uitkomsten zouden wel eens waar kunnen zijn en zo kunnen we misschien ook de spelregels veranderen.” Wachten op de Haagse carrousel heeft in elk geval geen zin, zei de voormalig bewindsman.

“Een commissie heeft gemiddeld een half jaar nodig, een stuurgroep twee jaar een een task force vier jaar. Daar moeten we het dus niet van hebben.”

‘Ik word hier een beetje giftig van...’

BEKIJK DE VIDEO

39


40


41


42


“De overheid moet een duidelijkere rol aannemen en goed aangeven waar zij wel of niet verantwoordelijk voor is.”

“We moeten de angst overwinnen om de maatregelen die we bedacht hebben ook daadwerkelijk te implementeren.”

“De dilemma’s en problemen lopen over onze schoenen.”

“Ik maak me zorgen dat we een mededingingsbeleid hebben dat verbiedt dat er afspraken binnen een keten worden gemaakt. Hierdoor verschuiven oplossingen naar de lange termijn.”

“We moeten eens ophouden met praten en snel boeren en burgers op micro-niveau de ruimte en handvatten geven om veranderingen teweeg te brengen.”

“De kracht om een tegenbeweging te veroorzaken, die moet vanuit de samenleving komen.”

43


Anne Reijnders

“Ik was heel erg benieuwd naar de sfeer tussen alle agrofoodpartijen. Met name wie welke belangen vertegenwoordigt en of deze leidend zijn op een dag als deze. Het doet me dan ook goed dat er vrij werd gesproken en niemand toneelspeelde. Zelfs tijdens de mestdiscussie ging men respectvol met elkaar om. Dat vond ik een positief signaal. De partijen van wie ik juist enige felheid had verwacht, die hielden zich opvallend neutraal en objectief.” “Ik vind het vooral interessant om te zien of er nieuwe samenwerkingen vormgegeven kunnen worden en hoe we die kunnen vormgeven.”

44

“Ondanks de complexe materie heb ik veel energie en vertrouwen gekregen. Ik hoop dit mee te nemen in mijn dagelijkse werkzaamheden.”

Anne-Marie Spierings

“Ik ben hier om de problematiek rondom de verduurzaaming van de veeteelt te doorgronden en hoe wij, als politici, kunnen bijdragen aan een gezond buitengebied en een gezonde agrarische sector.” “De uitdaging is om de agrarische sector schoon te laten produceren en tegelijkertijd ruimte te creëren om duurzaam en innovatief te kunnen ondernemen. Het is jammer om te constateren dat mede door beperkende regelgeving innovatieve en goede ideeën niet of nauwelijks van de grond komen. Binnen de regelgeving moet snel ruimte komen om innovatieve ideeën een kans te geven. Misschien wordt het wel tijd om met innovatieve regelgeving op de proppen te komen.” “Ik merk dat alle aanwezigen bereid zijn om samen aan een oplossing te werken. Iedereen ziet en ervaart de noodzaak. Men neemt geen genoegen met de status quo. Dat geeft hoop.”


Mirjam van de Kamp

Samuel Levie

“Ik ben hier om vanuit een andere invalshoek naar bestaande issues en problemen te kijken. Ik hoop daarmee een bijdrage te leveren aan de problemen die binnen de landbouw en veeteelt spelen. Mijn voordeel is dat ik vanaf een afstand en met een brede blik naar de landbouw in al zijn vormen kan kijken.”

“Ik wil de discussie eens van dichtbij meemaken. Het wordt tijd om ons denken te veranderen. Hoewel ik niet direct een belang bij de hele problematiek heb, is het goed om met betrokkenen te praten en ook een ander geluid te laten horen. Ik hoop dat ik met mijn manier van denken een bijdrage aan de discussie kan leveren.”

“Zo hoop ik dat het sluiten van kringlopen ter sprake komt. Binnen dit thema wordt er op mondiaal niveau geacteerd. Soms moet je even afstand nemen en weer terug naar lokaal niveau om landbouw weer robuust en duurzaam te maken.”

“Als ik naar de voorlopige opbrengst kijk, dan spreken de potentiële lange termijn oplossingen op het gebied van verduurzaming me wel aan. Hoewel ik denk dat we niet teveel op microniveau moeten handelen. Er zijn macro-oplossingen nodig om de grootste problemen aan te pakken.”

“De belangrijkste constatering tot nu toe is dat er bij iedereen een grote bereidheid is om tot oplossingen te komen. We moeten echter wel ergens beginnen. Ik hoor mensen nu nog te vaak vasthouden aan argumenten om iets niet te doen. Het is gewoon een kwestie van een eerste stap zetten.”

“Tot slot, wij willen laten zien dat oude patronen ook doorbroken kunnen worden. De veehouderij zit van oudsher in een vast stramien. Een stramien dat in deze tijd veel minder aansluit bij alle stakeholders en de situatie voorhanden. Bij ons is het glas halfvol, niet halfleeg.”

45


Aanbevelingen van de Club van Zeven In 2030 zijn er nog éénderde van de agrarische bedrijven over in Brabant. Daarom zetten we een transitieproces in: 1 Onderken en stimuleer verschil voedselsystemen: Een paar grote voor ‘Brabant Quality’ bulk export; meerdere familiebedrijven (verbreed) die ‘merk’producten en diensten (natuur, landschap). 46

2 Positieve campagne samen met ngo’s (o.a. Wakker Dier) en burgers voor Brabant Quality. 3 Stimuleer innovatie bij boeren: ruimte om te ondernemen. Laat ondernemers zelf uitvinden wat lokaal ‘duurzaamheid is. 4 Voedseleducatie en boer-burger initiatieven.


RAFAEL DIALOOG GEEFT BRABANT NIEUW ELAN Vier aanbevelingen voor een duurzame Brabantse Agrofood Een etmaal lang spraken een kleine honderd mensen over de noodzakelijke verduurzaming van de landbouw en over de relaties tussen boeren, burgers en consumenten. Natuurlijk kwam ook het even onvermijdelijke als explosieve mestprobleem aan de orde. En toch ging iedereen aan het eind voldaan en vol nieuwe energie naar huis. Een klein wonder?

Dat het duurzaam moet worden is duidelijk. In 2030 – dat is al over vijftien jaar – zal nog maar een derde van het huidige aantal agrarische bedrijven in Brabant zijn overgebleven. Hoe zorg je ervoor dat die fors geslonken groep boeren op een verantwoorde wijze produceert, met respect voor het dier en rekening houdend met de belangen van consumenten en omwonenden?

De tweedaagse Rafael Dialoog leverde meer op dan veel deelnemers vooraf hadden verwacht. Zoals het inzicht dat je met zeer verschillende partijen een heel eind tot elkaar kunt komen, mits je echt naar elkaar luistert. Nog veel belangrijker: vier tamelijk concrete aanbevelingen van een groep van zeven jonge rapporteurs. Ze destilleerden ze uit tientallen gesprekken in groepjes van vier. Aanbevelingen over wat er de komende jaren moet gebeuren om de ingrijpende transitie naar een duurzame Brabantse agrofood naar het gewenste einddoel te leiden.

Er is geen zaligmakende weg die voor iedere agrariër geldt, was de strekking van de eerste aanbeveling. “Onderken en stimuleer verschil in voedselsystemen”.

47


48

Dat betekent dat er ruimte moet zijn voor een aantal hele grote bedrijven, zoals agroparken voor boeren die echt heel groot willen groeien. Dat zijn de boerenbedrijven die zich op kwalitatief hoogstaande bulkproductie voor de export richten. Daarnaast is er plaats voor een reeks kleinschaligere familiebedrijven, die ‘merk’producten en diensten leveren, zoals natuur en landschap. In een tweede aanbeveling roepen de jongeren de sector op om positieve campagnes voor de sector te voeren. Bijvoorbeeld onder de noemer Brabant Quality en samen met organisaties als Wakker Dier, maar ook met individuele burgers.

De reacties in de zaal: bijna unaniem enthousiast, op alle vier de aanbevelingen. De zeven jonge rapporteurs werden bedolven onder complimenten en verzoeken om alsjeblieft samen verder te blijven werken in de ingeslagen richting.

De derde aanbeveling: stimuleer innovatie bij boeren en geef ze ruimte om te ondernemen. Laat ondernemers zelf, in samenspraak met hun buren, uitvinden wat ‘duurzaamheid’ op lokaal niveau betekent. En de laatste aanbeveling: Doe meer aan voedseleducatie en bevorder boer-burgerinitiatieven.

“Waarom beginnen we morgen geen ultra-hightech proefboerderij op de campus van de TU Eindhoven?”, zo vroeg een deelnemer zich hardop af. “De Brabantse landbouw kan een enorme kwaliteitssprong maken als de kennis van de TU meer ter beschikking komt van de landbouw.”

De discussie over de noodzakelijke verduurzaming van de (Brabantse) landbouw, die volgens velen zo vast zat als een kar in een modderspoor, lijkt hiermee weer op gang te komen. Hoewel er nog geen helder uitgewerkt perspectief is, is er wel een duidelijke richting uitgezet. Een richting die ruimte laat voor veel innovaties.


De Nieuwdenkers: Brabantse agrofood 2030

BEKIJK DE VIDEO De Nieuwdenkers: Onze opdracht aan jullie

BEKIJK DE VIDEO De Beslissers: Wat verwachten jullie van ons?

BEKIJK DE VIDEO Mogen we met jullie meedenken? 49

BEKIJK DE VIDEO


50


“Dankzij jullie inbreng heb ik voldoende input voor een telefoontje naar de premier.”

“Klein maakt het verschil en groot kan daar van leren.”

“Ontwikkeling is niet autonoom. We moeten stoppen met lullen en naar buiten gaan.”

“Laat ons doen waar we goed in zijn en crosssectoraal te werk gaan.”

“Ik ben diep geraakt door jullie verhaal en visie. Ik roep alle instituten op jullie verhaal tien jaar lang de kans te geven om te slagen.”

“Wij hebben behoefte aan een inspirerende, stimulerende, sturende, en geen beperkende overheid.”

51


Ook dit idee kon rekenen op applaus. Want technologie moet een hoofdrol gaan spelen in het oplossen van grote problemen waar de sector nu nog meer worstelt, zoals de mestverwerking. Mest als nieuwe grondstof kan in de toekomst veel waardevolle grondstoffen en mineralen leveren, zo verduidelijkte de Wageningse hoogleraar Martin Scholten tijdens zijn boeiende gastcollege. En een andere belangrijke les: De toekomst is aan de jeugd. De ideeën, de kracht om te innoveren en het enthousiasme

52

zit bij de jongeren. Al dan niet uit de huidige agrarische sector afkomstig. “Hoe kunnen we jullie steunen. Jullie verdienen het”, zo sprak een oudere deelnemer de groep rapporteurs toe.


53


54


BRABANTWET: MINIMAAL 10 JAAR EXPERIMENTEERRUIMTE Voldoende stof voor een interessant telefoontje met de premier Als er één moment is dat Brabant kan doorpakken met het oplossen van de problemen binnen de agrofood, dan is het nu wel. En om echt meters te kunnen maken, zou het goed zijn als de provincie “minimaal tien jaar” de ruimte krijgt zich “buiten de haakjes van de reguliere wet- en regelgeving” te bewegen. Die opmerkelijke oproep deden Commissaris van de Koning Wim van de Donk en gedeputeerde Yves de Boer (Ruimtelijke Ontwikkeling en Wonen, Landbouw) aan het slot van de tweedaagse Rafael Dialoog.

van de Raad van State en de Autoriteit Consument en Markt die in beide gevallen voor Brabant waardevolle stappen vooruit blokkeren. ‘Onverteerbaar’, zo oordeelt de CdK de weerstand van deze instituties tegen de Brabantse besluitvormingsenergie van de afgelopen jaren.

Beide bestuurders spreken van een lex specialis, een speciale Brabantwet. De experimenteerruimte die daarmee wordt gecreëerd is nodig ‘zodat we ons verder kunnen ontplooien’. Aan initiatieven op weg naar een zorgvuldige veehouderij en duurzame agrofood ontbreekt het niet, maar vaak lopen die stuk op landelijke wet- en regelgeving. Van de Donk wijst op recente uitspraken

Van de Donk noemt de BZV (Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij) en de Verordening ruimte als voorbeeld. ‘We laten ons die niet afpakken door één rechter, één uitspraak.

55


Het proces dat we nu doormaken is daarvoor kostbaar.” Hij riep de aanwezigen tijdens de Rafael Dialoog op “manieren te vinden om dit creatieve proces te beschermen, en daar moeten we ook wel druk op zetten. Ik voel de urgentie, die voel ik al lange tijd, en die is alleen maar scherper geworden”.

schap van veehouders wil inperken. “Van boertje pesten is geen sprake, zoals sommigen stellen. Wat we doen heeft tot doel de Brabantse veehouderij toekomstbestendig te maken, op een manier die recht doet aan mens, dier en milieu.” Gedeputeerde De Boer benadrukt dat Brabant zich met een lex specialis niet buiten de wet wil plaatsen. “Maar Brabant heeft in mijn ogen de afgelopen jaren wel het voorrecht afgedwongen flexibeler om te mogen gaan met juridische kaders. Op grond daarvan mag Den Haag er op vertrouwen dat de provincie daar geen misbruik van zal maken.”

56

Het is volgens de CdK een misvatting dat de provincie met de genomen sturingsmaatregelen doelgericht het vrij ondernemer-

“Ontwikkelruimte moet je verdienen, maar is niet onbegrensd”, vult hij aan. “Aan de andere kant biedt de Brabantwet - als aanvulling op de lopende aanvraag voor een extra (9e) tranche van de Crisis- en Herstelwet - extra zekerheid dat de overgang naar een duurzame agrofood het gewenste tempo krijgt. Om onze doelen voor 2020


te halen zal het gewoon nog een slagje harder moeten. En dan is het belangrijk dat Brabant de tijd en ruimte krijgt te experimenteren met nieuwe methoden, waarvan we een deel misschien nog niet eens kennen.”

Tijdens zijn slotwoord stelde Van de Donk vast gedurende twee dagen Rafael Dialoog “zeer veel energie te hebben gevoeld”. En die biedt volgens hem voldoende stof “voor een interessant telefoontje met de premier’’.

Brabantwet: 10 jaar experimenteerruimte

BEKIJK DE VIDEO 57


58


‘MAG IK MET JULLIE MEEDENKEN’ Hans Huijbers Hans Huijbers blikt tevreden terug op de Rafael Dialoog. Vooral het door jongeren geschetste toekomstperspectief voor de agrofoodsector maakt veel los bij de ZLTO-voorzitter. “Hun energie en motivatie raakten mij. Ik was oprecht geroerd. Mensen die mij kennen kijken daar overigens niet van op. Ik ben nu eenmaal een emotiemens.” De eindbalans is dus positief. Zat u er voor de bijeenkomst dan op een andere manier in? “Ik reed met gemengde gevoelens hier naar toe, dat mag je best weten. Ik was bang dat oude dogma’s en vooringenomenheid de boventoon zouden voeren. Naar mijn idee kenmerkend voor de schuttersputjeshouding die het transitiespoor verstoort. Versta mij goed, veel van de bestaande scepsis is te verklaren vanuit gangbaar menselijk gedrag. En hoewel we de afgelopen jaren de nodige vooruitgang hebben geboekt, zullen we op een of

andere manier over onze schaduw heen moeten stappen om de slag naar duurzaam te versnellen.” En die slag is nu gemaakt? ‘’Keulen en Aken zijn niet op één dag gebouwd, en twee dagen Rafael Dialoog zullen ook niet alle problemen oplossen. Maar ik vind het pure winst dat iedereen aan het eind de energie en de wil uitstraalde om samen de boel op te pakken.

En dat kwam vooral door de inbreng van de Groep van 7, jongeren die stuk voor stuk en vanuit heel verschillende achtergronden zich betrokken toonden bij onze sector.

59


Hun aanbevelingen hielden ons weg van de agenda van de vorige eeuw, de agenda die ons beperkt, en verwoordden een perspectief waar veel agrarische ondernemers zich in kunnen vinden.’’ Op een gegeven moment richtte u zich persoonlijk tot de Groep van 7. Haast nederig vroeg u of u mocht meedenken. Is dat de nieuwe houding van de gevestigde orde in de agrofood?

60

“Nederig was het niet, zo zit ik niet in elkaar. Noem het gepaste bescheidenheid. Laten we wel zijn, het lukt ons maar heel moeilijk de uitweg te vinden uit de belangenklem die we allemaal voelen. We verlangen allemaal naar een gedeeld en doorleefd perspectief, maar doen dat nog steeds vanuit de systemen en overtuigingen waarmee wij zijn opgegroeid. Als ik dan die jonge gasten hoor zeggen “jullie zijn van de protestgeneratie en verzet, maar wij vormen een bewegingsgeneratie en proberen zo veranderingen te

realiseren”, dan ervaar ik dat als een spiegel die mij wordt voorgehouden.” En wat ziet u in de spiegel? “Wij, en dan bedoel ik alle betrokkenen bij de agrofood, zullen een andere houding moeten aannemen. Bewegen in plaats van vasthouden. Nog meer in verbinding met de directe wereld om ons heen, ook als die wereld andere belangen vertegenwoordigt. Het is zoals Pieter Winsemius benadrukte: wil je tegenstellingen overbruggen, dan zul je je eerst met elkaar moeten verstaan. Contact maken zodat je elkaar kunt begrijpen. Van daaruit zullen we met z’n allen de stappen kunnen zetten die nodig zijn.”


61


62

Twitter @uba_2020 Website www.brabantse-agrofood2020.nl


63


64


COLOFON

De Rafael Dialoog werd georganiseerd door Brabantse Agrofood 2020; een initiatief dat zich hard maakt voor transitie in de agrofoodsector. Samen met en geĂŻnspireerd door partijen met belang(stelling) in de agrofoodsector (burgers, bedrijfsleven, het onderwijs en de (semi) overheid, zetten wij in op bewustwording en inspiratie.

Brabantse agrofood 2020 is actief daar waar de discussies lopen, waar gedachtenvorming plaatsvindt, waar besluiten genomen worden. Zowel online als offline. We communiceren actief over gezondheid, over circulaire economie, over verantwoord consumeren, gezondheidsissues of nieuwe verdienmodellen vanuit de verschillende invalshoeken.

De sprekers Fred van Eenennaam Martin Scholten Pieter Winsemius

De procesbegeleiders Felix Rottenberg Jan Hendrik Ockels

Het team Tineke Laarhoven Cora de Jonge Cary van Gemert Ton Cornelissen Wim Coenraadts

Copy, illustraties, foto’s & design Sal Stam Hans Gertsen Michiel van de Pol Visuele Notulen

65


66


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.