B Nieuws 09, 14 March 2011

Page 6

6 INTERVIEW

B NIEUWs 09 14 MAART 2011

AFSCHEID

BEUNDERMAN

Na dertien leerzame jaren zal Prof. ir. Hans Beunderman afscheid nemen van de TU Delft. De hoogleraar Public Real Estate is tevens conrector van de TU en zal op 25 maart in de aula zijn uittreedrede 'De Publieke Zaak' houden. B Nieuws ging in gesprek met de voormalige decaan van de faculteit Bouwkunde (1998-2006) om te zien welke rol deze faculteit had op zijn opvallend verlopen carrière. dOOR FLORIS VAN DER ZEE

Prof. ir. H. Beunderman Hans Beunderman (1948), alumnus cum laude van de TU Delft Faculteit Bouwkunde, was van 1998 tot 2006 decaan en hoogleraar aan deze faculteit. Hij was ‘founding dean’ van de Delft School of Design voor PhD students. Na twee jaargefunctioneerd te hebben als "Directeur Strategie" van de TU Delft werd hij benoemd in zijn huidige functie: vice-rector. In die functie vervangt hij de rector magnificus waar gewenst. Zijn focus ligt op het PhD-beleid van de TU Delft en de uitvoering daarvan. Beunderman is verantwoordelijk voor de afdeling Protocollaire Zaken van de universiteit. Hij combineert de functie van vice-rector met een deeltijdaanstelling als hoogleraar bij Bouwkunde, afdeling Real Estate & Housing. Zijn leerstoeldomein is Public Real Estate. Hij was ca. dertien jaar actief in de beroepspraktijk met name via het Bureau Oosting & Beunderman, architecten en stedebouwkundigen. Van 1985-1998 was hij werkzaam in het Ministerie van VROM/ Rijksgebouwendienst. Hij was ondermeer directeur Ontwerp&Techniek (het architecten en ingenieursbureau van de RgD), directeur Huisvestingsbeleid, en tenslotte tevens plv Directeur Generaal.

In 1974 studeerde Hans Beunderman cum laude af in de richting Architectuur aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Hij bouwde een bijzondere relatie op met met de universiteit. Zijn professionele loopbaan kan beschreven worden als een zwerftocht van functies, eerst buiten de universiteit en later binnen de TU. Ook schommelde zijn loopbaan tussen beleidsmatige functies en werkzaamheden in de, wat hij de ‘discipline’ noemt: architectuur. Beunderman heeft dertien jaar als praktiserend architect gewerkt, eerst een jaar in Finland, Daarna in Nederland, onder andere aan een aantal rijksgebouwen. Vervolgens kwam hij in dienst bij het ministerie van VROM/Rijksgebouwendienst. Na verschillende functies, en uiteindelijk als plaatsvervangend Directeur Generaal van de Rijksgebouwendienst, maakte hij de stap naar de TU Delft, om in 1998 decaan te worden van de faculteit Bouwkunde. Nu neemt hij als hoogleraar en conrector definitief afscheid van de TU, maar hij beschouwt tot op de dag van vandaag zijn studie Bouwkunde als van groot belang voor zijn manier van werken binnen verschillende functies. Tijdens zijn uitreerede zal Beunderman terugblikken op zijn werkzaamheden, waarbij hij aandacht zal besteden aan het belang van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving, maar ook aan de rol van de universiteit en zijn visie op levenslang leren. Hij maakt zich sterk voor de universiteit als publiek instituut en de waarde van een academische

opleiding voor de loop van een carrière. Maar juist het wetenschappelijke karakter van de opleiding van de faculteit Bouwkunde staat altijd onder druk. Hoe ziet u, nu u zowel decaan van Bouwkunde als ook conrector van de TU Delft bent geweest, de relatie tussen de universiteit en de faculteit? “Wat ik aantrof als decaan was een spanningsveld dat met een zekere regelmaat terugkeert, want BK is een beetje een vreemde eend in de bijt van de universiteit. Het beeld: ook al in mijn studententijd was het zo, je hebt de TU en dan heb je nog het buitenbeentje Bouwkunde. En dat beeld werd over en weer gecultiveerd. Dus ik vond ook als student dat ik veel bijzonderder was dan die hele grijze massa van de rest van de universiteit. Maar goed, er is een moment in zo'n universiteit dat het improductief wordt. Ik heb toen als decaan ingezet op: ik zal laten zien, met de BK-gemeenschap, dat wij legitiem een universitaire opleiding zijn en hoeveel waarde dat toevoegt aan de TU. En dat is op allerlei manieren gegaan. Aan de ene kant bestuurlijk, dus ik heb gezegd tegen mensen: “Nou, je moet ook je gezicht laten zien in de TU en zorgen dat je in belangrijke overleggen zit, want anders weten ze niet eens dat je er bent en dat je best een redelijk denkende academicus bent.” Ook

het onderzoekfundament moest sterker benadrukt worden, want dat is je legitimatie binnen een universiteit. Anders moet je naar een academie van bouwkunst gaan, wat overigens een prima opleiding is. Maar wij zullen moeten aantonen dat we universitair zijn. In het tijdvak, met name met Fokkema als rector magnificus, hebben we duidelijker kunnen maken dat het een serieuze faculteit is met research based design en wetenschappelijke ontwerpen. Er zijn toen ook meer mensen gepromoveerd in de faculteit. Dus veel jonge stafleden op bouwkunde nu die gepromoveerd zijn, komen uit dat tijdsbestek.” Waar wordt, volgens u, de student Bouwkunde toe opgeleid? “Mijn perceptie van de opleiding en de faculteit Bouwkunde is dat het een wetenschappelijke opleiding is tot bouwkundig ingenieur. Je wordt geen architect, dat wordt je pas daarna, áls je daarvoor kiest. Er zijn ook veel mensen die hun werk buiten de praktijk vinden van de architectuur, óf urbanism, óf bouwtechnologie, óf real estate & housing. Je komt overal bouwkundig ingenieurs tegen. Wel blijkt dat uit deze opleiding ook hele goede en inspirerende architecten komen. Dat zie je de hele geschiedenis al, niet alleen vroeger maar tot op de dag van vandaag. Maar het is geen architectenopleiding.”

“Ik zeg het is een wetenschappelijke opleiding, waarna je een vak kiest.”


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.