3 minute read

Het Tweegesprek

Het Tweegesprek DE LOGISTIEKE SECTOR WERKT AAN HAAR IMAGO

José Peters in gesprek met Rik van den DamKenny van Oort (links) in gesprek met Frank Engelbert (rechts)

De één-na-laatste editie van Het Tweegesprek, waarbij een ondernemer een bestuurder bevraagt over relevante en actuele thema’s. Deze keer is het de beurt aan organisatieadviseur Frank Engelbart en voorzitter van VNO-NCW Rivierenland Kenny van Oort. Frank stelt de vragen, Kenny antwoordt. Thema’s die vandaag aan bod komen zijn het imago van de logistieke sector, infrastructurele uitdagingen in de Betuweregio en de combinatie logistiek en toerisme.

Logistiek is essentieel voor de economie wereldwijd. Toch is het imago van logistiek niet goed: XXL-dozen, stinkende diesels, vrachtwagenchau eurs-gedrag, ongevallen. Hoe zie jij dat?

‘Veel branches hebben met een negatief imago te maken. Binnen de logistieke sector wordt daar al veel aan gedaan, onder meer via transportprogramma’s en Meiden Die Rijden. Deze zaken geven een mooie inkijk in de transportwereld. Jaarlijks vindt de Logistieke Roadshow plaats, waarbij ruim 800 leerlingen uit de regio kennismaken met de wereld van logistiek. Daarnaast zien we een kentering qua internationale chau eurs, deze nemen in aantallen af. En de pioniers in de sector zijn bezig met verduurzaming. De boodschap kan echter nog veel beter gebracht worden, daar moeten we nog meer op inzetten. Innovatie en verduurzaming dienen in de experimenteerruimte plaats te vinden. Op die manier komen we gezamenlijk tot resultaten.’

Als we kijken naar mobiliteit in onze regio dan zijn weg, water en spoor vertegenwoordigd voor zowel goederen als personen. Maar we kampen ook met problemen. Wat zijn voor jou de infrastructurele oplossingen voor onze regio de komende 4 jaar?

‘Er zijn enkele knooppunten, gelukkig beweegt er eindelijk weer wat rond de Rijnbrug. Er is een mogelijkheid dat deze verbreed wordt. We moeten een aantal knelpunten oplossen en tegelijkertijd slimmer gebruik maken van het wegennetwerk dat er al ligt. Je zult dus meer moeten spreiden in mobiliteit. Steeds meer ondernemers faciliteren thuiswerken en er wordt meer op afstand -bijvoorbeeld via Teams- overlegd.

‘Soms is het beter om iets achteraf uit te leggen dan vooraf toestemming te vragen'

Bij ons vindt 2/3 van de besprekingen online en 1/3 fysiek plaats. En we werken meer met variabele werktijden. Zo halen we de piekbelasting uit het verkeer. De A15 blij t een bottleneck, die moeten we op de agenda zien te krijgen. En dan duurt het nog 8 tot 10 jaar voordat er überhaupt iets gaat gebeuren. We zitten hier op een kruispunt van spoor, weg en water. Volgens mij moeten we zoeken naar hoe we deze zaken kunnen combineren, bijvoorbeeld door ons af te vragen welke goederenstroom geschikt is voor welke vorm van distributie.’

Zowel uitbreidingen en nieuwbouw op bedrijventerreinen als infrastructuur leiden tot discussies rond stikstof, CO2, en (dus) tot vertraging. Onacceptabel vanuit een ondernemersperspectief. Wat is de oplossing om het tempo erin te houden?

‘Soms is het beter om iets achteraf uit te leggen dan vooraf toestemming te vragen. Dit past wel in de ondernemersgeest. Die handelt en is bereid de eventuele consequenties te aanvaarden. De uitdaging zit hem in het vinden van de balans. VNO-NCW hee t een brandbrief gestuurd naar het kabinet omtrent het stikstofdossier. Zo’n 100 infrastructurele, industriële en woningbouwprojecten liggen momenteel stil. Ik heb de oplossing ook niet, wij kunnen alleen maar de urgentie nogmaals aangeven. De overheid blokkeert nu, alles ligt vergunning-technisch stil. Zij zal echter uiteindelijk met juridische én mentale ruimte moeten komen. We moeten nu vooral focussen op de zaken die we nog wel kunnen realiseren, bijvoorbeeld met slimme, creatieve oplossingen. Het begint met open staan en de samenwerking zoeken.’

In onze regio zijn zowel logistiek als recreatie/toerisme een speerpunt. Dat lijkt tegenstrijdig. Hoe kunnen deze twee juist hand in hand gaan?

‘Het Mkb blij t de motor van de economie, je moet ruimte geven aan ondernemerschap. Binnen de regio moet je vervolgens kijken naar wat je waar doet. De regio Rivierenland mag trots zijn op haar karakteristieke landschap. Binnen dat landschap zijn er gebieden aan te wijzen waar ontwikkeling mogelijk is. We moeten daarbij keuzes durven te maken. Zowel het landschap als de logistiek zijn daarbij van belang. Deze zaken kunnen naast elkaar bestaan, laten we gewoon het gesprek met elkaar blijven aangaan en kijken naar de mogelijkheden.’