Omzienn | Het verhaal van Zienn

Page 1

HET VERHAAL VAN ZIENN

JAARGANG 1, DECEMBER 2014

Zwerfjongeren

Leven zonder vast adres. Hoe komt het zover en hoe helpt Zienn? | PAG 14

Een dag in de crisisopvang

Van uur tot uur. Wat maakt een medewerker op ‘zomaar een dag’ mee? | PAG 22

Het succes van samenwerken

Samen kun je grenzen over­stijgen. Hoe vinden en versterken Zienn en drie partners elkaar? | PAG 25

Herstelwerk

Uitgaan van de eigen kracht van cliënten. Hoe doe je dat en wat zijn de uitdagingen? | PAG 38


2


3

MEEDOEN DEELNEMEN EN ERGENS DEEL VAN ZIJN JIJ EN DIE ANDEREN DIE ANDEREN EN JIJ JE HOORT ERBIJ, STAAT NIET MEER AAN DE ZIJLIJN


4

IF YOU CHANGE THE WAY YOU LOOK AT THINGS, THE THINGS YOU LOOK AT CHANGE. Wayne Dyer


10

INHOUD

12

14

17

20

07

VOORWOORD

08

ZIENN IN 10 VRAGEN

10

NACHTOPVANG: JE LEVEN IN EEN TAS

12

CLIËNT IN BEELD: JAN

14

ZWERFJONGEREN: UITTREKSEL MET 48 ADRESSEN

16

‘WE LATEN JONGEREN TOCH NIET OP STRAAT ZWERVEN?’

17

ZIENN: EEN EEUW ERVARING

20

ZORGOPVANG: BEJAARDEN VAN AMPER 40

22

DE DAG VAN DULEKE ZEINSTRA IN CRISISOPVANG BURGUM

25

HET SUCCES VAN SAMENWERKEN

26

SAMENWERKEN MET WOONFRIESLAND: ‘WE HEBBEN EEN GEZAMENLIJK DOEL’

28

SAMENWERKEN MET POLITIE: ‘IEDEREEN HEEFT ER BAAT BIJ’

30

SAMENWERKEN MET GGZ: ‘WE WETEN ELKAAR NU BETER TE VINDEN’

32

CLIËNT IN BEELD: ANTON

34

ZIENN IN CIJFERS

37

BUREN VAN ZIENN: ‘JE MOET PAS AUW ZEGGEN ALS ZE OP JE TENEN STAAN’

38

JUDITH WOLF OVER HERSTELWERK: ‘EEN GEZAMENLIJK ZOEKPROCES NAAR EEN GOED LEVEN’

40

DE 3 TOEKOMSTBELOFTES VAN ZIENN

42

CLIËNT IN BEELD: JOLANDA

44

ZIENN NIEUWS

46

ZIENN OP DE KAART

22

26

28

30

ZIENN ONDERSTEUNT MENSEN DIE IN EEN CRISIS ZITTEN, DAKLOOS ZIJN OF DIT DREIGEN TE WORDEN. OMZIENN is een uitgave van Zienn opvang & ondersteuning, Postbus 2579, 8901 AB Leeuwarden, tel. 088 - 066 30 00, fax 058 - 213 13 17, e-mail info@zienn.nl. Eindredactie: Alfie Faber. Tekst en redactie: Marjanna Mulder en GH+O communicatie en creatie, gho.nl. Vormgeving: GH+O Fotografie: Team Horsthuis Drukwerk: Van der Eems Oplage: 3.500 ex.

5


6

‘ Ik heb geleerd dat moed kracht geeft’


7

Voorwoord ‘Hoeveel moed moet je hebben om je problemen te onderkennen? Te erkennen dat je ze alleen niet meer kunt oplossen en dan bij een ander om hulp moet vragen? Nu ons van alle kanten wordt verteld dat mensen eerst moeten zoeken in hun eigen sociale netwerk of in de eigen omgeving, wordt deze vraag nog prangender. Hulp vragen betekent: je afhankelijk durven opstellen van een ander en daar moet je moedig voor zijn. Ik weet dat, omdat ik zelf ooit om hulp moest vragen en er wel een jaar over deed om zover te komen. Want ik was er juist om anderen te helpen; daar had ik toch voor geleerd? Wat mij aanvankelijk ontbrak, en wat langzamerhand groeide, was moed. Moed om mijn problemen onder ogen te zien. Moed om me kwetsbaar op te stellen, maar ook moed om mijn problemen te lijf te gaan. In mijn geval gesteund door mijn begeleidster bij Zienn. En natuurlijk komt er, naast moed en hulp, vaak ook wat geluk bij kijken en omstandigheden die meewerken. En zo bevind je je, een paar jaar later, in de situatie dat je weer anderen kunt helpen. Dat je jezelf een collega mag noemen van je voormalige begeleiders. Wat ik heb geleerd is dat moed kracht geeft. En dat waar wij bezig zijn om mensen in hun kracht te zetten, wij ook bezig zijn om mensen moedig te maken. Dat zaadje moed aan te spreken, dat bij mensen die hulp vragen aanwezig is en dat ligt te wachten om te ontkiemen. In dit magazine laat Zienn mensen aan het woord die moed tonen. De moed om hulp te vragen en de moed om hulp te bieden. Zo leest u het verhaal van Anton die o-zo graag zelfstandig wil wonen, maar dit eigenlijk niet kan. U maakt kennis met Jan die alles had en dat ook weer kwijtraakte. Ex-cliënt Ilona gaat in gesprek met Daan, een bankhoppende jongere die in de crisisopvang eindelijk een dak boven zijn hoofd heeft. Mensen die, net als ik jaren geleden, de stap hebben gezet naar een nieuwe toekomst. We laten u ook kennismaken met de samenwerkingspartners met wie wij dit alles mogelijk maken. Samen zijn we een vangnet voor onze cliënten, door gebruik te maken van elkaars kwaliteiten. Kortom: in dit magazine leest u het verhaal van Zienn. Over moedige mensen die zien en gezien willen worden. Joop Abma, Voorzitter Cliëntenraad Zienn Begeleider Skrep Ex-cliënt


8

ZIENN IN 10 VRAGEN WAT DOET ZIENN? Zienn biedt opvang en ondersteuning aan mensen die in een crisis zitten, dakloos zijn of voor wie huisuitzetting dreigt. Mensen die moeite hebben grip op hun leven te houden of te krijgen. Daardoor dreigen zij hun huis kwijt te raken of staan ze misschien al op straat. Zienn helpt een nieuwe start te maken.

VOOR WIE WERKT ZIENN? Zienn werkt voor jongeren, volwassenen en gezinnen die dakloos zijn, om welke reden dan ook. We zijn er ook voor mensen die er niet in slagen om thuis het leven op de rit te houden en voor wie huisuitzetting misschien dreigt.

WAAROM DOEN WIJ WAT WIJ DOEN? Omdat ieder mens altijd een kans verdient! Het maakt niet uit wat iemands achtergrond is, waarom iemand zijn draai in het leven niet goed weet te vinden of hoe vaak iemand hulp nodig heeft. Iedereen heeft tenslotte recht op een plek in de samenleving. Een plek waar hij zich thuis voelt.

WELKE HULP BIEDT ZIENN? • (CRISIS)OPVANGVOORZIENINGEN waar mensen die dakloos zijn tijdelijk kunnen verblijven. Zij krijgen er de begeleiding die nodig is om zelf de draad weer op te pakken. • WOONVOORZIENINGEN voor mensen voor wie zelfstandig wonen (nog) een stap te ver is. Zij kunnen langere tijd of blijvend in onze woonvoorzieningen terecht. Met hulp wonen zij daar zo zelfstandig mogelijk. • WOONONDERSTEUNING AAN HUIS. We komen bij mensen thuis om ondersteuning te bieden. Bij problemen als schulden, verslaving, ruzies, huurachterstand en eenzaamheid bijvoorbeeld. Want dan is het knap lastig het leven op orde te houden. Woonondersteuning kan dakloosheid voorkomen, maar is ook een steun in de rug wanneer iemand na verblijf in een voorziening weer verder gaat. Op pagina 46 vindt u een overzicht van onze voorzieningen.

HOE WERKEN WIJ? Onze medewerkers zijn betrokken. Zij hebben oog en aandacht voor het levensverhaal en de eigenheid van cliënten. En beschikken over de juiste opleiding. Op planmatige wijze ondersteunen ze de cliënt bij het op orde krijgen en houden van zijn leven. Niet iemands problemen staan in de begeleiding centraal, maar diens krachten. We stimuleren mensen hun talenten te herkennen en in te zetten en - waar mogelijk - gebruik te maken van de hulp van familie, vrienden, buren en kennissen. Ook zoeken we de verbinding met professionele hulpverleners en instanties als welzijnsorganisaties, verslavingszorg, bewindvoering, geestelijke gezondheidszorg enzovoort. Die hulp is meestal onmisbaar omdat onze cliënten vaak met meerdere problemen (verslaving, schulden, psychische problematiek, ruzies, eenzaamheid) kampen. Onze begeleidingsmethodiek heet Herstelwerk. We werken ook wel met de methodieken Critical Time Intervention en Houvast. Al deze methodieken gaan uit van iemands krachten.


9

WAT KOST DE HULP VAN ZIENN? Wie een beroep doet op hulp en ondersteuning van Zienn, vraagt hiervoor een indicatie aan. Medewerkers van Zienn weten hoe dit werkt en kunnen helpen bij het aanvragen. Het hangt van deze indicatie af of cliënten een vaste of een inkomensafhankelijke bijdrage betalen. In de woonvoorzieningen betalen bewoners een maandelijkse huur en eventueel een bijdrage voor begeleiding. Voor de nachtopvang is geen indicatie nodig, maar wordt per nacht een bijdrage gevraagd.

KIEST DE CLIËNT ZELF DE BEGELEIDING? In overleg met de aanmeldmedewerker of de intaker wordt besproken welke vorm van begeleiding of voorziening het meest passend is. Soms is de cliënt, een familielid of hulpverlener al bekend met één van de begeleiders van Zienn en gaat de voorkeur uit naar hem of haar. Er wordt dan gekeken of aan dit verzoek kan worden voldaan.

HOE ZIT HET MET DE HUISREGELS IN DE WOONVOORZIENINGEN? Waar veel mensen bij elkaar wonen, worden afspraken gemaakt; dat is logisch. De basisregels, respect voor elkaar en geen agressie, zijn overal gelijk. Daarnaast worden per voorziening afspraken gemaakt over bezoek, al dan niet gezamenlijk koken, huisdieren, roken en middelengebruik. Iedere voorziening is namelijk nét even anders en dat geldt ook voor de regels.

HOE GAAT ZIENN OM MET DE DECENTRALISATIES?

HOE KOM JE IN CONTACT MET ZIENN? In contact met Zienn kom je op verschillende manieren. Er is een centraal aanmeldnummer: 0900 ­ 118 88 81. Hier kan iedereen die hulp nodig heeft zijn hulpvraag stellen en advies inwinnen. Ook als u zich zorgen maakt over een familielid, een vriend, een cliënt/patiënt of iemand in uw directe omgeving, kunt u het aanmeldpunt van Zienn bellen. In elke regio is een intaker werkzaam die goed op de hoogte is van de lokale situatie en graag meedenkt over passende hulp, binnen of buiten Zienn. Mensen kunnen zich ook RECHTSTREEKS AANMELDEN BIJ EEN VOORZIENING of bij een begeleider. De betreffende medewerker zorgt dat de hulpvraag snel op de juist plek komt. Zienn werkt indien nodig outreachend. Dit betekent dat we, als er zorgen zijn, in overleg met betrokken partijen actief hulp aanbieden.

Binnen het Nederlandse zorgstelsel zijn ingrijpende hervormingen gaande. Mensen worden steeds meer zelf verantwoordelijk gehouden voor het vormgeven van hun eigen leven. Veel taken worden met ingang van 1 januari 2015 vanuit de overheid overgeheveld naar de gemeenten. Dit betekent concreet dat Zienn zich met minder geld en met evenveel passie blijft inzetten voor mensen die in een crisis zitten, dakloos zijn of dat dreigen te raken. Zienn vindt het belangrijk om samen te werken met de mensen om een persoon in crisis heen. Het voorkomen en opheffen van dakloosheid blijft ook tijdens en na de decentralisaties onze kerntaak.


10

JE LEVEN IN EEN TAS Het zijn niet allemaal lieverdjes als ze voor het eerst binnen komen in de Nachtopvang. Het leven op straat verhardt. Maar wie eenmaal een dak boven zijn hoofd heeft, ontspant. En dan komen de verhalen los. Over de ellende die ze achter de rug hebben.

Slechts een handjevol dak- en thuislozen geniet écht van het leven op straat. Voor de anderen is dit het resultaat van een verkeerde afslag, hulp die tekort schoot, een opeenstapeling van problemen die hen tot een zwervend bestaan dwong. Totdat hun enige bezit is geslonken tot een tas vol persoonlijke spullen. Voor hen is er de Nachtopvang. Gelukkig maar, want na de eerste opvang is er hulp; zo was het 80 jaar geleden en zo is het nu nog steeds. Al heeft het woord ‘hulp’ door de jaren heen een andere invulling gekregen. Want de tijd dat de Nachtopvang onbeperkt bed, bad en brood gaf, is voorbij.

HULP IS DICHTBIJ Al snel na de eerste kennismaking, gaan medewerkers van de Nachtopvang in gesprek met hun gasten. Met de geborgenheid van een plek voor de nacht ontstaat ruimte voor een volgende

stap. Financiën op orde, een daginvulling en… als de tijd er rijp voor is: professionele hulp. En die hulp is dichtbij. Zienn heeft namelijk een uitgebreid netwerk van specialistische hulp opgebouwd. Om de beurt houden ze spreekuur in de Nachtopvang. Dat maakt de stap naar een nieuw leven gemakkelijker. VNN, GGZ, maar ook artsen, psychiaters, wijkteams en de trajectbegeleiders van Zienn gaan pro-actief het gesprek aan. De aanpak werpt zijn vruchten af. Echte zwervers zijn er bijna niet meer en vrijwel iedereen vindt binnen drie maanden een vaste verblijfplaats. In een woonvoorziening van Zienn, in een eigen woning, of elders. Ook de woningbouwvereniging draagt hieraan bij; cliënten van de Nachtopvang worden direct op de urgentielijst plaatst. En dat helpt!

MODERNE VOORZIENING Tegenwoordig is de Nachtopvang een moderne opvangvoorziening met 50 bedden in een-, twee- en vierpersoons kamers en een aparte afdeling voor jongeren en vrouwen. Eind 2014 werd afscheid genomen van het bekende gebouw De Terp. Sindsdien heeft de tassenkast plaats gemaakt voor afsluitbare lockers, wordt gezamenlijk gegeten en hebben vrouwen en jongeren een eigen afdeling. p


11

SLEEP­IN Hoe vreemd het ook mag klinken, voor sommigen is zelfs de drempel van de Nachtopvang te hoog. Voor buitenslapers bijvoorbeeld, die moeilijk te benaderen zijn en bij een hulpaanbod vaak de boot afhouden. Een verblijf in de ‘gewone’ Nachtopvang is voor hen vaak te hoog gegrepen omdat er regels en verwachtingen gelden. Daaraan kunnen of willen zij zich niet houden. Voor deze groep staat een bed klaar in de Sleep­in. Een unieke en zeer laagdrempelige vorm van opvang, waarmee Zienn de belofte om altijd te helpen kan waarmaken.


12

CLIËNT IN BEELD

‘Een vader en een zoon, daar wist niemand raad mee’


13 Vijf maanden geleden kwamen we aan op Schiphol: mijn zoon João en ik. Er was niemand die ons opwachtte, er was niets voor ons geregeld. We hadden geen geld, geen onderdak, niets… Wat voelde ik mij in de steek gelaten.

‘ IK VREESDE VOOR EEN LEVEN OP STRAAT. ZONDER MIJN ZOON.’ ‘Zes jaar geleden vertrokken mijn Braziliaanse vriendin en ik met onze zoon van 6 naar Brazilië. Ja, dat was mijn eigen keuze. Het ging ons zakelijk al snel goed in het nieuwe thuis­land. Toch ging het mis. Mijn vriendin werd ziek en met ons bedrijf ging het snel berg­afwaarts. Tja, dan ben je snel door je spaar­geld heen. De beste optie was om terug te gaan naar Nederland. Ik klopte aan bij de Nederlandse ambassade. Wat bleek? Wie vrij­willig naar het buitenland vertrekt, hoeft niet te rekenen op hulp van de ambassade. De Braziliaanse regering bezorgde ons uit­eindelijk een ticket naar Nederland en de Neder­landse ambassade beloofde ons eerste opvang. Mijn onderbuik gevoel zei me iets anders en dat klopte. Er was er niets of niemand. Een maand lang zwierven we langs opvang­ centra in Nederland. We belandden uit­ eindelijk in Assen, de gemeente waar we het laatst hebben gewoond. João in een opvang­ huis voor kinderen, ik bij het Leger des Heils. Was ik een moeder geweest, dan had ik meer kansen. Ik zag het niet meer zitten en vreesde voor een leven op straat, zonder João. Op zo’n moment gaat je over­levings­mechanisme aan het werk. Al snel werd duidelijk dat Zienn onze enige kans was. Het moment dat we samen dit appartement binnen stapten, vergeet ik niet snel. Een

bed, een bank, een douche en een eigen kamer voor João. De eerste maanden was ik iedere dag van 9 tot 5 aan het bellen, mailen, regelen… Ik was uit alle systemen gewist en die draai je niet zomaar even terug. Ik was ook nog eens heel wantrouwend naar iedere vorm van hulpverlening en twijfelde heel erg aan mezelf. Monique gaf me tips, sprak me moed in en als het nodig was stuurde ze brieven naar instanties. Om zaken gemakkelijker geregeld te krijgen. Lang­ zaam­aan is het vertrouwen en de wil om te slagen terug gekomen. João gaat inmiddels naar school en heeft veel vrienden. Bij de woning­bouw­vereniging heb ik het voor elkaar gekregen dat we als eerste gezin ooit urgentie krijgen, zonder dat wij uit deze regio komen. Over 6 maanden hebben we gewoon ons eigen huis! Ik ben heel positief over onze toekomst. Volgend jaar wil ik mijn handel in postzegels opnieuw opstarten. Inmiddels zie ik ook het nut van instanties. Zo heb ik nu hulp van een psycholoog, want al met al was het een trauma­tische ervaring. Ik werd behandeld als een crimineel, maar ben dat niet. Dit kan iedereen overkomen. Mijn vriendin woont nog steeds in Brazilië, bij haar familie, en dat blijft voorlopig zo. Het is heel lastig om haar naar Nederland te halen, ze is tenslotte ziek. Misschien later.’

MONIQUE COENEN, BEGELEIDER ZIENN CRISISOPVANG LEEK: ‘Jan is een ongelooflijke door­zetter. Knap, hoe hij in een paar maanden tijd zijn tumultueuze en onzekere bestaan heeft weten om te buigen naar een situatie met toekomst­ perspectief. Dat is ook meteen de kracht van Jan; dat hij veel zelf regelt en uitzoekt. Hij geeft niet snel op, ook al zit het soms tegen. En wat zat het hem soms tegen! Het is niet niks wat hij heeft meegemaakt. Zienn gaf hem een veilige basis en de hulp die hij nodig had. Ik ondersteun Jan door er te zijn. Hij kan zijn verhaal kwijt en ik hielp hem aanvankelijk vooral met praktische zaken. Jan leerde steeds meer te vertrouwen op zichzelf en ook op instanties die hem kunnen helpen. Nu Jan en João hun plek weer hebben gevonden en binnen­ kort een eigen woning krijgen, gaan onze gesprekken steeds vaker over de impact die alle gebeurtenissen op hem hebben gehad. Dat helpt hem om zijn situatie weer in perspectief te zetten.’ p


14

Denk niet aan slapen onder een brug of op een bankje in een park. Ook jongeren die van adres naar adres gaan en geen eigen thuis meer kennen, zijn ‘zwerfjongeren’. Daan (19) verblijft in crisisopvang Leek en ontmoet Ilona (27), die jarenlang een zwervend bestaan leidde. ‘Tot mijn 26ste heb ik gestreden voor een eigen plek.’

ZWERFJONGEREN DELEN HUN VERHAAL

EEN UITTREKSEL MET 48 Daan: ‘Vijf jaar heb ik drugs gebruikt. Speed en GHB. Het begon een keer op een feestje, toen ik veertien was. Voor ik het wist gebruikte ik elke dag. Thuis liep het uit de hand. De vriend van mijn moeder heb ik met een mes bedreigd. Daarna ben ik, al op m’n zestiende, op mezelf gaan wonen. Ik trok mezelf steeds verder terug. Ging niet meer naar school, hield de gordijnen dicht en fietste half Leeuwarden rond om niemand tegen te komen. Het ging mis toen ik vorig jaar in een psychose belandde. In het Jelgershuis (opvanglocatie van de GGZ in Leeuwarden, red.) werd ik gedwongen om van mijn verslaving af te komen. Zes maanden zou ik er blijven, maar dat werden er maar drie. Ze hebben me eruit geschopt, omdat ik wiet rookte en dealde.’ Ilona: ‘Begon toen je “zwervend bestaan”?’ Daan: ‘Eerst ben ik bij m’n vriendin - nu ex - ingetrokken. Daarna heb ik een

week of vijf bij verschillende vrienden gelogeerd. Uiteindelijk belandde ik echt op straat en heb ik een tijdje gebruik gemaakt van de Nachtopvang van Zienn in Leeuwarden. ’s Middags vijf uur mocht ik erin, ’s morgens om acht uur moest ik eruit. Overdag voelde ik me een echte zwerfjongere. “Wat moet ik nu doen?” dacht ik dan. Het was gelukkig mooi weer, dus ging ik op een bankje in het park een jointje roken.’ Ilona: ‘Ik ken dat doelloze gevoel en vooral de dagen of weken dat ik helemaal geen geld had vond ik verschrikkelijk. Vanaf mijn achttiende heb ik als zwerfjongere geleefd. Mijn ouders waren beide alcoholverslaafd en konden niet voor mij en mijn zus en vijf broers zorgen. We zijn uit huis geplaatst. Ik kreeg hulp van diversie instanties, maar dreigde toch op het verkeerde pad te komen. Om me tegen mezelf te beschermen, ben ik een detentiecentrum gezet.

Toen ik achttien was, moest ik daaruit. “Mevrouw, u bent nu volwassen, dus hier is geen plek meer voor u.” Ik stond er alleen voor. Geen voogd, geen hulp. De verantwoordelijkheid voor mezelf kon ik niet aan. Dus ging het mis. Ik rolde tasjes, liep heel wat treinboetes op en ging relaties met jongens aan die telkens stukliepen. Ik was getraumatiseerd en kon niet normaal met mensen omgaan. Bij het minste of geringste explodeerde ik.’

‘DAT IK NIEMAND VERTROUWDE, WAS OOK MIJN REDDING’ ‘Tot mijn 26ste heb ik gestreden voor een eigen plek. Ik ging van adres naar adres. Maar langer dan een paar nachten wilde ik nooit bij een vriend of vriendin blijven. Dan ging ik me bezwaard voelen en vertrok ik. Ook heb ik in caravans geslapen en in boten, onder het dekzeil.


15

ADRESSEN Er staan 48 adressen op mijn uittreksel. Dat ik niemand vertrouwde, was ook mijn redding. Daardoor ben ik bijvoorbeeld niet in de prostitutie gelokt, zoals ik bij andere meisjes zag gebeuren. Jij bent nu ongeveer zo oud als ik toen ik begon te ‘zwerven’. Ben je blij dat je hulp krijgt?’ Daan: ‘Niet echt. Voor ik hier in Leek kwam, heb ik in De Herberg in Sneek gewoond. Dat vond ik een stuk relaxter. Ik kon rustig even de stad in, chillen in de coffeeshop. Hier kan ik echt helemaal niks!’ Ilona: ‘Waarom moest je weg uit De Herberg?’ Daan: ‘De begeleiding zei dat ik daar geen “vooruitzicht” had. Het liefst ga ik zo snel mogelijk terug naar Leeuwarden. Ik heb al drie jaar op mezelf gewoond, dus weet best hoe dat moet. Heb je één keer een psychose, doen ze of je half

gehandicapt bent en wil iedereen je helpen. Ik vind het wat overdreven. Na het Jelgershuis weet ik hoe ver ik kan gaan met drugs en ben ik niet bang weer verslaafd te raken.’ Ilona: ‘Bij mij kwam na een paar jaar rondzwerven het besef dat ik hulp nodig had. En dat ik me, bij gebrek aan een vangnet, niet hoefde te schamen om die hulp te vragen. Vier jaar heb ik woonondersteuning van Zienn gehad. Dat heeft me enorm geholpen. Vooral omdat mijn trajectbegeleider me in mijn waarde hield. Ze liet me mijn eigen ding doen. En als ik een plan van aanpak wilde veranderen, dan ging ze daarin mee. Samen met haar heb ik onder meer psychische hulp gezocht, aan structuur gewerkt en mijn financiën op orde gebracht. Sinds anderhalf jaar heb ik mijn eigen huisje, in Sneek. Jij wilt dus ook weer een eigen plek. Dat begrijp ik wel. Heb je verder toekomstplannen?

Daan: ‘Ik wil mijn school afmaken, een vmbo-diploma halen. Veel verder kijk ik niet vooruit.’ Ilona: ‘Ik wil dolgraag studeren, maar dat lukt financieel niet. Want als ik ga studeren, verlies ik mijn uitkering en van een studiefinanciering kan ik niet rondkomen. Aan de regels zou iets moeten veranderen. Ik draag schulden mee, die deels door mijn ouders zijn veroorzaakt. Ze weerhouden me ervan om mijn eigen leven op te bouwen. Maar ik heb een oplossing! Mijn vriend woont in Leeuwarden en wil ook studeren. Als we gaan samenwonen, krijgen we dubbele studiefinanciering en betalen we maar één huur. Dan redden we het. Meteen een goede reden om te verhuizen. Na anderhalf jaar heb ik Sneek wel gezien. Ik ben en blijf een nomade.’ p De namen Daan en Ilona zijn om privacyredenen gefingeerd.


16

‘ WE LATEN JONGEREN TOCH NIET OP STRAAT ZWERVEN?’ In Nederland leven zo’n 8.000 zwerfjongeren. Dat wil zeggen… zo luidt de officiële telling. Vermoedelijk is dit slechts het topje van de ijsberg. Bij de meesten van hen zijn de kinderjaren gekenmerkt door misbruik, geweld en verwaarlozing en de jaren die erop volgen zijn veelal niet beter. Stoppen met school en bolsturig het ouderlijk huis verlaten - als ze dat al hebben - zien ze vaak als enige uitweg. Het is een kwetsbare groep die, onttrokken aan het oog van de samenleving, van bank naar bank hopt, een onderkomen zoekt bij vrienden of in het ergste geval op straat leeft. Een leven dat ze met gemak 2 tot 3 jaar volhouden. De weg naar de hulpverlening zoeken ze vaak niet of is een doodlopende. Zonder ondersteuning hebben deze jongeren niet veel van de toekomst te verwachten en is volwaardige deelname aan de samenleving moeilijk. Gelukkig groeit de aandacht voor deze groep jongeren, al is verandering slechts mondjesmaat zichtbaar.

OP EIGEN BENEN Kees van Anken, directeur van Zienn, heeft zich het lot van de zwerfjongeren aangetrokken. 20 jaar lang zag Kees kwetsbare mensen, bij wie in de vroege jeugd al veel mis is gegaan. Zienn ging zich daarom 12 jaar geleden ook richten op de opvang en begeleiding van jongeren. Met als uiteindelijk doel: jongeren op eigen benen krijgen. Weer naar school, een eigen thuis, een stageplek of een baan. Bij ruim een derde van de jongeren lukt dat. Dit is echter makkelijker gezegd dan gedaan, als je je bedenkt dat de meeste jongeren alles wat volwassen is de rug hebben toegekeerd.

NEVER NOOIT LOSLATEN Bij Zienn maken de begeleiders het verschil. Spreken de taal van de jongere, hebben begrip voor hun situatie, zijn herkenbaar en gemakkelijk te benaderen. Tegelijkertijd zeggen ze waar het op staat. Afwachten tot jongeren zelf de eerste stap zetten, is weinig kansrijk. In de Nachtopvang, in de wijk en op scholen gaan ze daarom zelf op zoek naar jongeren. Is een jongere eenmaal ‘binnenboord’ dan is het vooral een kwestie van contact hebben en houden. En vooral: niet loslaten! De methodiek Houvast,

gebaseerd op Herstelwerk - zie p 38, 39 - is hierbij een belangrijke tool. Hoeveel ellende iemand ook heeft meegemaakt, ergens schuilt nog altijd die droom. Heb je die eenmaal te pakken, dan drijven ook talenten naar boven. Van daaruit begint het op orde krijgen van het leven van jongeren. En eigen plan, eigen regie, met ondersteunende begeleiding. Kees: ‘We willen een jongere zo snel mogelijk op eigen benen hebben en als het even kan: terug in het eigen netwerk. Dat vraagt om een gecombineerde inzet van velen, zoals woningcorporaties, scholen, financiers, GGZ, VNN, welzijnswerk, jeugdwerk, et cetera. Ze zeggen niet voor niets: It takes a village to raise a child. De sleutel tot een succesvolle aanpak van zwerfjongeren is vroeginterventie. Met projecten gericht op voorkoming van schooluitval bijvoorbeeld, waarbij de centrale vraag is: hoe kan een jongere die tussen wal en schip valt weer binnenboord gehesen worden? Maar ook: hoe houden we jongeren in beeld? Je moet er toch niet aan denken dat een jongere aan de kant wordt geschoven, simpelweg omdat hij 18 jaar is geworden? We werken daarom samen met allerlei instanties om een naadloze aansluiting te vinden. Tussen Jeugdhulp Friesland en Zienn bijvoorbeeld.

KEES VAN ANKEN Als voorzitter van de Stichting Zwerfjongeren wil Kees een doorbraak forceren om jongeren een plek te bieden. ‘Het kan toch niet zo zijn dat wij jongeren op straat laten zwerven?’ Er is nog veel werk te verzetten in Nederland. Want met een dak boven het hoofd, zijn deze jongeren er nog niet. Het onderwijs biedt nog onvoldoende plek voor hen en voor veel van de jongeren is geen zicht op passend werk. ‘Deze jongeren worden “zwerfjongeren” genoemd. Maar daarmee doen we ze tekort. Veel van hen hebben vooral kracht laten zien, hun mogelijkheden en kansen gegrepen zodra die zich voordeden.’ Kees van Anken staat als directeur­bestuurder al ruim 20 jaar aan het roer van Zienn. Vanaf 1 juli 2015 gaat hij zich op zwerfjongeren richten. ‘Niet vanuit een romantisch ideaal, maar vanuit een drive om een doorbraak te forceren. Wil je fundamenteel iets veranderen dan moet je daar de aandacht op richten. Want 8.000 zwerfjongeren… dat zijn er 8.000 teveel.’


EEN EEUW ERVARING

Onze naam is nog niet zo oud, maar ons werk is dat wél. Al bijna een eeuw lang zetten wij ons in om ‘mensen in nood’ op te vangen en te begeleiden. Er is veel gebeurd in die ­bijna­ 100 jaar. Kijk maar eens mee:

17


18

1924 OPRICHTING VEREENIGING LEEUWARDER TEHUIS VOOR DAKLOOZEN ‘PRACTISCHE HULP’ Het aantal daklozen groeit... In het tehuis ‘Practische Hulp’ aan de Molenstraat in Leeuwarden vangt een handvol medewerkers zo’n 100 dakloze mannen, vrouwen en kinderen op.

JAREN ‘90 MEER DAN BED, BAD, BROOD Bed, bad en brood alleen volstaan niet meer. Mensen belanden op straat als gevolg van relatie-, verslavings-, psychische- en financiële problemen. Er komen begeleidingsprogramma’s om hen weer terug te laten keren naar de maatschappij. En er ontstaan voorzieningen voor verschillende doelgroepen. Zo komt er een Zorgafdeling in gebouw De Terp en wordt gestart met ambulante woonondersteuning om dakloosheid te voorkomen.

1930 DE EERSTE NACHTOPVANG De Practische Hulp verhuist naar de Pioenstraat en opent tegelijk een passantenverblijf (nachtopvang). Zeven ‘passanten’ krijgen er bed, bad en brood en gaan dan de straat weer op.

2000­2015 DECONCENTRATIE DE TERP Begin deze eeuw wordt duidelijk: De Terp voldoet niet meer, het is massaal en de kamers zijn te klein. Een deconcentratieproces start. Er komen nieuwe voorzieningen: de Algemene Opvang in hartje Leeuwarden en woonvoorzieningen in Leeuwarden, Sneek, Drachten en Heerenveen. SMO De Terp verandert de naam in Stichting Maatschappelijke Opvang (SMO) Fryslân.

1951 OUDEMANNENHUIS ‘DE TERP’ Zorgcentra kent men nog niet in Nederland. Het oudemannenhuis ‘De Terp’ aan het Sint Jobsleen is in feite een primeur voor De Practische Hulp. Al in 1966 sluiten de deuren omdat het pand niet langer geschikt is.

JAREN ‘00 TOENAME AMBULANT WERK Er komen meer AWBZmiddelen voor welzijnswerk. SMO Fryslân gebruikt deze om het ambulante werk vanuit Leeuwarden uit te breiden naar Drachten, Heerenveen en Sneek. Crisisopvang Den Eikelaar start een ambulant team in Leek, later in Hoogezand en Ruinen.

1962 BLIJENHOF IN BURGUM VOOR ‘MENSEN IN NOOD’ Pater Doesburg richt Blijenhof in Burgum op; een opvangcentrum voor ‘mensen in nood’. De Zusters van de congregatie Franciscanessen bieden de dagelijkse begeleiding.

2003 HUIS VOOR JONGEREN Het Huis voor Jongeren in Leeuwarden gaat open. In het opvang- en trainingshuis kunnen 20 jongeren terecht.


19

1972 DEN EIKELAAR IN LEEK START Blijenhof kan amper aan de vraag voldoen; er zijn immers nog nauwelijks zorgcentra in Nederland. De goede contacten met de burgemeester van Leek worden aangeboord om daar een tweede crisisopvang te starten.

2008 ZIENN Zienn ontstaat uit een fusie van SMO Fryslân met de crisisopvangcentra Blijenhof en Den Eikelaar.

1975 DE NIEUWE TERP IN LEEUWARDEN Een gloednieuw pand verrijst aan de Goudenregenstraat en krijgt de naam ‘De Terp’. Aanvankelijk wonen hier 140 alleenstaande mannen.

2008­2015 UPDATE OPVANG­ EN WOONAANBOD Zienn werkt verder aan een up-to-date opvang- en woonaanbod. Den Eikelaar maakt plaats voor een hagelnieuwe opvang en gaat verder als Crisisopvang Leek. Blijenhof wordt Crisisopvang Burgum. In Hoogezand starten we een sociaal pension. En als eind 2014 de Zorgopvang en de Nachtopvang verhuizen naar nieuwe locaties in de Friese hoofdstad, is de deconcentratie van gebouw De Terp klaar. Na 40 jaar kan de opvanglocatiedicht.

1982 SMO DE TERP De ‘Practische Hulp’ wordt opgeheven. Er ontstaat een nieuwe organisatie met nieuwe doelstellingen. Stichting Maatschappelijke Opvang De Terp vangt mannen én vrouwen op.

1999 DAGOPVANG LEEUWARDEN VAN START Voor mensen zonder dak of thuis is er voortaan een plek om even bij te komen van het straatleven.

NA 2015 PARTICIPATIESAMENLEVING Onze verzorgingsstaat verschuift naar een participatiesamenleving. Die geeft burgers de kans om bij problemen oplossingen te zoeken in het eigen netwerk. De overheid stimuleert dit door de AWBZ-gelden over te hevelen naar gemeenten. Zij zijn op hun beurt aan zet bij de verstrekking van passende hulp en zorg aan burgers. In dit flink veranderende sociale domein blijft Zienn actief voor mensen die dakloos zijn of dreigen te worden Hoe? Dat staat op pagina 40/41.

TROTS ...zijn we op ons eigentijdse aanbod voor dak­ en thuisloze mensen in Friesland, Groningen en Drenthe. In onze voorzieningen hebben mensen zoveel mogelijk een eigen zit­/ slaapkamer met keukenblok en sanitair. Iedereen kan zo zelfstandig mogelijk wonen en zich daarmee goed voor­ bereiden op de toekomst. Huisvestingsvraagstukken hebben we niet alléén opgelost. Dit deden we samen met gemeenten, makelaars en woningcorporaties. In de begeleiding mogen we rekenen op onder meer maatschappelijk werk, sociale dienst, bewindvoerders, jeugdwerk, GGZ­organisaties en verslavingszorg. Samen creëren we het vangnet voor ‘mensen in nood’.


20

Zorgopvang De Marene biedt bemoeizorg met oog voor autonomie

BEJAARDEN VAN AMPER 40


21

Een blik in het bont gekleurde gebouw aan de J.H. Knoopstraat in Leeuwarden laat weinig aan de verbeelding over. Rollators, rolstoelen, scootmobielen… En ook: invaliden­toiletten, tilliften en medicijn­ kasten. Hier wonen mensen die 24-uurszorg en -verpleging nodig hebben. Zorgopvang De Marene van Zienn is een zorgcentrum als alle andere met dat verschil dat de mannen en vrouwen die er wonen een heftig leven hebben geleid, met alle – zichtbare - gevolgen van dien. Het leven op straat heeft hen gehard en van een goede gezondheid beroofd. Gebrek aan zelfzorg en verslaving in combinatie met een destructieve leefstijl, bezorgden hen op middelbare leeftijd aandoeningen en kwalen die je bij 70-plussers tegenkomt. En dat terwijl sommigen amper 40 jaar oud zijn. De bewoners van De Marene zijn stuk voor stuk ’mensen met een gebruiks­aanwijzing’. Kwetsbare mensen aan wie aandacht en genegen­heid niet zijn verspild. Ze lijden veelal aan de gevolgen van drank- en drugsmisbruik in combinatie met psychische aandoeningen. Dit uit zich vooral in een gedrag- en leefstijl die maakt dat zij zich niet thuis voelen in een regulier zorgcentrum. En dat terwijl zij het zonder zorg niet redden. Althans, niet op dit moment. Want voor de een is de Zorgopvang een laatste adres, voor de ander is het een tussenstation. Een plek om op adem te komen voordat de stap naar zelfstandig wonen (weer) wordt gezet. In De Marene wordt ’bemoeizorg met oog voor autonomie’ geboden: een daginvulling, structuur, sociale contacten, tijdige medicatie, gedoseerd gebruik. Want laten we eerlijk zijn: de strijd tegen een drank- of drugsverslaving is voor sommigen niet meer te winnen. Begeleiding is er ook bij wonen en leven, want als de gezondheid het toelaat, gaat er niets boven zelfstandig wonen. Een multidisciplinair team van specialisten waakt over de gezondheid van de bewoners. Alles onder één dak, want VNN, een psycholoog, een arts en een fysiotherapeut houden regelmatig spreekuur in de Zorgopvang. Wie niet wil, hoeft de straat niet meer op. Eind september 2014 verhuisde de Zorgopvang vanuit ‘De Terp’ naar een gloed­nieuw pand, middenin het groenrijke Potmarge­ gebied in Leeuwarden. Daar deed het groepswonen zijn intrede. Met 6 afdelingen, van zo’n 8 of 9 bewoners is dat wel even wennen, want nu zijn ze samen verantwoordelijk voor het reilen en zeilen in hun huiskamer. De mate van zelfredzaamheid is verschillend, maar iedereen doet mee waar hij kan. Aan de hand van corveelijsten worden taken verdeeld en wie zich daar niet aan houdt, kan rekenen op een ‘reprimande’ van de medebewoners. En daarmee sluit de nieuwe woonvorm naadloos aan bij de begeleidingsmethodiek Herstelwerk. Want hoe hulpbehoevend iemand ook is, in iedereen schuilt een talent dat benut wil worden. p


22 DULEKE ZEINSTRA … is assistent-begeleider bij Crisisopvang Burgum. Ze is lid van het huisteam en regelt veel praktische zaken. Ze springt in op wat voor cliënten ‘nu’ belangrijk is. In Crisisopvang Burgum houdt iedereen, van huishoudelijk medewerker tot regiohoofd, ogen en oren open. Voor wat goed gaat maar ook voor wat minder goed gaat. Deze informatie wordt gedeeld met het hele team en indien nodig vertaald in acties. Hierdoor neemt voor cliënten de kans op succesvolle uitstroom toe.

DE DAG VAN...

DULEKE ZEINSTRA 7.30

9.45

De werkdag begint met de overdracht door nachtportier Sjouke. Hij heeft gister­ avond bezoek gehad van Piet, die voor de zoveelste keer verhaal wilde halen bij één van onze bewoners. Uit voorzorg is de politie gealarmeerd, maar gelukkig heeft Piet zich na een gesprekje met de portier niet meer laten zien.

Vandaag is de dagbesteding open. Bewoners repareren fietsen, helpen bij de schoon­maak en maken mooie spullen voor de verkoop. Hier is altijd veel animo voor, want wie deelneemt krijgt € 0,80 per uur.

8.15 Lisanne van 18 komt gestresst bij me. Ze staat op het punt om naar school te gaan, maar heeft problemen met haar OV Chipkaart. Ik geef haar €10 uit de nood­ envelop, zodat ze snel kan vertrekken. Als ik later bij Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) informeer, blijkt dat ze de kaart zelf even moet activeren. Ik noteer dit in het logboek; collega’s van de late dienst bespreken het vanavond met Lisanne. Tegelijkertijd arriveert er een taxi voor 2 kinderen van onze Crisisopvang Burgum. Zij worden naar het speciaal onderwijs in Leeuwarden gebracht. Even is het een drukte van belang, want ook de collega’s druppelen binnen.

8.30 Er is telefoon; collega Nynke meldt zich ziek. Moeder Shana en haar dochter Aisha staan inmiddels al op haar te wachten. Het is Aisha’s eerste kennismaking op school en ze staat te popelen om te vertrekken. Omdat Shana nog geen Nederlands spreekt, heeft ze om begeleiding gevraagd. Ik neem het graag van Nynke over en we gaan snel op weg naar school.

9.30 Als ik terugkom, check ik mijn mail en lees het logboek. Veel tijd is me niet gegund, want er komt een telefoontje binnen van een collega-organisatie. De gezinscoach die me belt, weet zich geen raad met een cliënt voor wie huisuitzetting dreigt. Ik geef haar enkele tips en wijs haar op onze woonondersteuning, die cliënten thuisbegeleiding geven. Zo kan er een huisuitzetting voorkomen worden.

Vandaag helpen een paar bewoners met het sauzen van een badkamer. Handig, want we hebben onze handen vol aan het schoonmaken, opknappen en inrichten van een appartement. Gisteren verhuisde familie De Vries naar een eigen woning en morgen verwelkomen we alweer nieuwe bewoners. Een paar extra handjes komen goed van pas. Terwijl ik naar de zolder loop voor een kinderbedje, zie ik dat Jan in gesprek is met zijn begeleider. Jan neemt het niet altijd even nauw met de regels en


23

ik heb gemerkt dat hij stiekem rookt op zijn kamer. Nu zijn verblijf verlengd is, moet ook het rookprobleem aangepakt worden. Een mooi moment om dat samen met zijn begeleider te bespreken. Jan probeert er nog onderuit te komen, maar trekt uiteindelijk het boetekleed aan. Hij wil immers dolgraag blijven en weet dat hij zelf de situatie moet oplossen. Dat lukt! De ochtend vult zich met allerlei klusjes, zoals het vervangen van een kapotte kook­plaat, kleren die naar ons winkeltje gebracht moeten worden, et cetera. Tussen­door komt Marije, onze nieuwe collega, even stoom afblazen. Zij is jong en heel flexibel, maar had even een aanvaring met een bewoner, die zich niet aan de afspraak wilde houden. Marije komt tot de conclusie dat ze dit met de begeleider van de bewoner wil bespreken.

12.15 Cliënt Geke wil graag een wifi account en ik meld haar meteen aan.

12.30

14.00

Het is tijd voor de lunch; ik schuif als laatste aan. Een telefoontje over de fietsen die moeten worden opgeknapt in de dagbesteding, moet maar even wachten.

Mijn dienst zit er bijna op! Samen met de collega’s van de middag- en avonddienst bespreken we de gebeurtenissen van die dag tijdens de werkoverdracht.

13.00

15.00

Na de lunch werk ik het logboek bij en controleer de inventaris van het appartement dat er inmiddels al een stuk schoner en netter bij staat. Op de gang maak ik een praatje met Ricardo. Een paar maanden geleden kostte een telefoon­ gesprek hem nog veel moeite. Nu heeft hij -met hulp van het UWV- een baantje gevonden en is apetrots! Volgende week gaat hij zelf naar de woning­ bouw­­vereniging voor een gesprek. Een geweldige stap voor Ricardo.

Ik heb na mijn werk een afspraak bij kledingverhuur ‘De Joker’. Mijn vrije tijd gaat de laatste weken op aan de voorbereidingen voor de optocht in ons dorp.

Als ik om 16.30 uur thuis kom laat ik eerst mijn kippen met 5 kuikens scharrelen. Vanavond, als het schemerig wordt, gaan ze zelf weer op stok. Samen met de buren werk ik de hele avond nog aan de optochtwagen. Superleuk en ontspannend! Pas om 24.00 uur knip ik het nachtlampje uit. p

Om privacyredenen zijn de namen van cliënten gefingeerd.


24

400 BEVLOGEN MEDEWERKERS. DIE DOORTASTEND ZIJN EN WETEN VAN AANPAKKEN. ALLES DOEN WAT NODIG IS OM DE CLIËNT VERDER TE HELPEN. DOOR BUITEN DE KADERS TE DENKEN. DOOR TE DÓEN. EN DAAR DE RUIMTE VOOR KRIJGEN. DAT IS ZIENN. ZIJ ZIJN ZIENN.


25

HET SUCCES VAN SAMENWERKEN

Zienn werkt samen met veel verschillende partijen. Samen kun je grenzen overstijgen en elkaar versterken. En daar heeft iedereen baat bij. Hoe werkt dit in de praktijk? We zoomen in op drie voorbeelden van uitzonderlijk teamwork.


26

WoonFriesland en Zienn trekken samen de wijk in

Ze zijn een goed team: Hans Nijp van WoonFriesland en Carla Stellingwerf van Zienn. Samen gingen de wijk­ consulent en traject­begeleider in onder meer Drachten op bezoek bij probleemhuishoudens, om de situatie voor bewoners en buren te verbeteren. Nu Hans in Heerenveen werkt, willen ze ook daar samen optrekken. In Drachten maakten Hans en Carla deel uit van het sociaal team. Samen gingen ze de buurt in en belden ze aan bij probleem­ huishoudens. Ze kwamen niet zomaar langs. Vaak was sprake van chaos in en om het huis, buren die chronische overlast onder­ vonden en een dikke huurachterstand. De leefbaarheid was in het geding en huisuitzetting dreigde. Het is niet altijd makkelijk om binnen te komen. ‘Mensen die in dit soort situaties zitten, willen vaak hun zwakheid niet tonen’, weet Carla. ‘Ze voelen schaamte en ontkennen daarom dat ze hulp nodig hebben.’ De tactiek: ‘Zo gewoon mogelijk doen. Geen aandacht hebben voor troep en viezigheid, want dan kruipen mensen uit schaamte al snel in hun schulp.’ Hans: ‘Beter is om naast mensen te gaan zitten en iets luchtigs te zeggen om het ijs te breken.’ Voor huurders met een forse huurachterstand is de boodschap duidelijk. ‘We bieden ze voor de laatste keer hulp aan. Aanvaarden ze die hulp niet, dan moeten we de deurwaarder inschakelen’,

vertelt Hans. ‘Die stok achter de deur kan helpen. Lastiger wordt het als mensen de huur nog wel betalen, maar ook veel over­last veroorzaken. Dan kun je niet zomaar dreigen met een huur­ opzegging. Huurders hebben veel rechten. Voordat een rechter besluit een huurcontract te ontbinden, moet je een groot dossier opbouwen van probleem- en overlastmeldingen. Dan ben je zo een jaar verder. Voor omwonenden een heel vervelende situatie.’

PRAKTISCHE HULP Carla doet interventiewerk. ‘Ik zoek naar een ingang en als ik die heb gevonden, kijk ik wat er aan de hand is en of Zienn de aan­gewezen hulpinstantie is of bijvoorbeeld GGZ of VNN. Is het een cliënt voor Zienn, dan ga ik eerst zelf nog een paar keer op bezoek en draag de cliënt dan over aan ons ambulante team.’

‘ Mensen kijken minder naar elkaar om. Je ziet meer vereenzaming en verwaarlozing’ Ze ziet dat interventie helaas steeds vaker nodig is. ‘De maat­ schappij verindividualiseert. Mensen kijken minder naar elkaar om. Je ziet meer vereenzaming en verwaarlozing. Hans: ‘Hulp kun je wel krijgen, maar dan moet je wel weten hoe. Mensen raken de weg kwijt in formulieren die ze moeten invullen en gegevens die ze moeten aanleveren, waarvan ze soms niet weten waar ze die


27

‘ EEN GEZAMENLIJK DOEL IS DE KRACHT VAN ONZE SAMENWERKING’ kunnen vinden. Daarom is het zo goed dat Zienn mensen helpt om de praktische zaken op te pakken.’ ‘We helpen, maar nemen niet over’, vult Carla aan. ‘Doel is om cliënten tools te geven waarmee ze het straks weer zelf kunnen. Als je alles uit handen neemt, is de situatie drie maanden later weer op het oude niveau en is de cliënt terug bij af.’

TWEEDE KANS Is een uithuisplaatsing toch onvermijdelijk, dan is het doel deze zo humaan mogelijk te laten verlopen. Hans: ‘In sommige gevallen wordt er gekeken naar de mogelijkheid van een tweede kans­contract: een herkansing in een andere woning, in een andere buurt. Voorwaarde daarvoor is wel dat de bewoner hulpverlening accepteert.’ Zelfstandig wonen lukt niet iedereen, zegt Carla. ‘Door psychische problemen, een persoonlijkheidsstoornis of een verslaving bijvoor­­beeld hebben sommige mensen grote moeite zich aan regels te houden, waardoor ze niet mee kunnen doen in de maat­schappij. Als zelfstandig wonen even helemaal niet meer lukt, dan kunnen mensen terecht in een Sociaal Pension van Zienn of in de crisis­opvang.’ Bij Zienn wonen gaat vaak ook niet direct vanzelf. ‘Want ook binnen sociale pensions Drachten gelden regels en moet je je

aan­passen. Daar helpen wij mensen bij, door ze vaardigheden bij te brengen en structuur te bieden. We bereiden ze hier voor op een terugkeer in de maatschappij. In veel gevallen slaagt dat, maar sommige van onze cliënten kunnen niet zelfstandig wonen. Zij kunnen langere tijd blijven.’

SPANNINGSVELD ‘De kracht van onze samenwerking is dat we hetzelfde doel hebben’, stelt Hans. ‘We dienen beiden het belang van de bewoner en willen een uithuisplaatsing voorkomen. Zienn probeert iemand zo lang mogelijk in de thuissituatie te helpen. Dat is begrijpelijk, maar we spreken wel een duidelijke grens af. Met Carla kan ik heel goed op dat spanningsveld bewegen. En van de druk van een huurachterstand kan de hulpverlening ook gebruik maken. Het kan het laatste zetje zijn om hulp te accepteren.’

‘ We weten wat we aan elkaar hebben en kunnen elkaar vertrouwen’ Communicatie is daarbij volgens Carla heel belangrijk. ‘Elkaar kunnen vinden en goede afspraken maken.’ Hans: ‘Klopt. We weten wat we aan elkaar hebben en kunnen elkaar vertrouwen. Ik ben heel blij met de samenwerking. Daarom wil ik in Heeren­ veen ook graag weer met Carla de wijk in.’ Carla, lachend: ‘Gaan we doen!’ p


28

Politie en Zienn stellen duidelijke grenzen

‘IEDEREEN HEEFT BAAT BIJ ONZE SAMENWERKING’ De wijkagent die spreekuur houdt bij Zienn. De bewoners van de Algemene Opvang in hartje Leeuwarden vinden het inmiddels de gewoonste zaak van de wereld. En dat is het ook, vinden Christa de Leeuw (hoofd bij Zienn) en Klaas Tulner (politieagent). ’De mensen die hier wonen hebben tenslotte allemaal gekozen voor een nieuwe start. Wij helpen hen daar zo goed mogelijk bij.’ In eerste instantie is het wel even schrikken voor nieuwe bewoners, als ze horen dat de politie een regelmatige bezoeker is. We hebben het immers over een kwetsbare groep mensen, die voorheen de straat of de nachtopvang als thuis had. De politie kent hen vaak al, of zorgde er zelfs voor dat ze van de straat kwamen. Christa: ’We geven meteen bij binnenkomst uitleg over hoe het werkt bij Zienn; we hebben verschillende samenwerkingspartners en de politie is er één van.’

GEZAMENLIJK DOEL De politie in Leeuwarden werkt volgens het zogenaamde Toezicht­ model, naar Rotterdams voorbeeld. Hierbij staan Stads­toezicht,

politie en Trigion (beveiligingsbedrijf, red) met elkaar in contact, delen informatie en leren van elkaars ervaringen. Het doel: een veilige en rustige binnenstad. Samenwerking met Zienn en andere instanties past daar heel goed bij. Hoewel die samenwerking een jaar geleden nog niet zo stevig was als nu. Er was onrust in de stad, waarbij bewoners van de Algemene Opvang betrokken zouden zijn. Christa herinnert het zich nog goed: ’De politie kwam hier regelmatig onaangekondigd aan de deur. Dat voelde gewoon niet goed. Wij zijn er niet vóór om zomaar informatie over bewoners te verstrekken. Bovendien kwamen ze soms tevergeefs omdat de betreffende persoon niet in de Algemene Opvang woonde. Dat zorgde alleen maar voor onrust.’ Toch was het de start van een intensieve samenwerking, die nu zijn vruchten afwerpt. ’Al snel bleek dat we de situatie konden omturnen naar een samen­ werking die de cliënt ten goede komt. Als de politie weet wie onze bewoners zijn en wij weten hoe en met wie zij hun dag besteden, dan is het voor beide partijen gemakkelijker om hulp te bieden.’

TWEE PETTEN Klaas begrijpt de spanning die dit soms oproept. ’Kijk, waar het op neer komt is dat er gewoon huisregels zijn waar men zich aan moet houden. De begeleiders van Zienn maken dat heel duidelijk.


29

Wie overlast veroorzaakt, overtreedt deze regels en daar werkt Zienn niet aan mee. Er zijn grenzen en meestal is het al genoeg om dat even opnieuw duidelijk te maken.’ Klaas ziet zichzelf vooral als hulpverlener, maar is natuurlijk tegelijk politieagent. ’Als hulpverlener wijs ik de weg naar hulp. Zo kan ik mensen uit de ellende houden. Soms gaat het om kleine dingen, papierwerk rondom een auto die allang niet meer in gebruik is bijvoorbeeld. Voor strafbare feiten kan ik natuurlijk geen oogje toeknijpen, maar ik kan wel het moment kiezen waarop ik actie onderneem. Ik ga niet direct op iemand af als ik weet dat er boetes open staan. Daar hebben we goede afspraken over. Ik zoek liever contact met de begeleider, leg uit wat er aan de hand is en vraag van ”Joh, laat hem zich melden”. Binnen een week komt er dan meestal een melding of een verzoek om een regeling te treffen. Dat is veel effectiever en maakt het proces daarna een stuk gemakkelijker.’

VERANTWOORDELIJKHEID NAAR BEWONERS Heftige incidenten blijven uit sinds Klaas met regelmaat de Algemene Opvang bezoekt. Sterker nog…het is opvallend rustig. Christa: ’We weten dat we altijd op elkaar terug kunnen vallen.

Soms is het gewoon lastig om te beoordelen of extra alert­heid geboden is. Zijn dreigementen bijvoorbeeld menens of voort­ komend uit een dreigende psychose? Nu kunnen we meteen politie en GGZ erbij halen en dan weten we al snel waar we aan toe zijn. We hebben tenlotte ook een verantwoordelijkheid naar andere bewoners; zij moeten zich ook veilig voelen.’ Een omgekeerde situatie is ook denkbaar. Dat de politie navraag doet bij Zienn, omdat een bewoner overlast veroorzaakt in de stad. Christa: ’als de bewoner bij ons ook onrustig is, dan weten we dat een gesprek nodig is. Dat lost vaak heel veel op.’

BEGRIP DOET GOED Klaas geeft toe dat geduld een pittige leerschool is geweest. ’De rode draad is altijd: wat is het hoger gelegen doel? Een oogje toe­knijpen omdat het moment van handhaving ongelegen is, is daar een voorbeeld van. Soms heeft iemand een kans nodig om het zelf op te lossen. Ik weet welke problemen mensen hebben, maar ik weet niet hoe dat voelt. Toch helpt het als ik begrip toon; dat doet goed. Uiteindelijk wil iedereen graag serieus behandeld worden. Juist bij deze doelgroep komt dat sterk naar voren.’ p


Intensieve samenwerking tussen Zienn, GGZ Friesland en VNN Ze weten elkaar te vinden, Jitse Werkman en Yvonne Wapstra. Jitse is sociaal psychiatrisch verpleegkundige bij GGZ Friesland, Yvonne Wapstra werkt op het Sociaal Pension Bonifatiusplein Leeuwarden van Zienn. Behandelingen worden onderling afgestemd, tips en kennis volop uitgewisseld. Het doel: cliënten nog beter en efficiënter helpen. ‘De grenzen tussen onze werkgebieden zijn vervaagd.’

Als Jitse Werkman in Sociaal Pension Bonifatiusplein binnen­stapt, wordt hij vriendelijk begroet door de bewoners. Een knikje hier, een blik van herkenning daar. Het is duidelijk: Jitse komt hier vaker. In het Sociaal Pension Bonifatiusplein wonen 24 dak- en thuislozen. Allemaal hebben ze een psychiatrisch ziektebeeld en een alcohol- of drugsverslaving. De een woont er permanent, de ander tijdelijk. Yvonne is de vaste begeleider van vijf bewoners. Ze ondersteunt hen bij allerlei dagelijkse dingen, zoals het doen van geldzaken en meegaan naar afspraken, maar stippelt ook actieplannen en krachteninventarisaties voor ze uit. Dat doet ze niet alleen, maar onder andere samen met GGZ Friesland. Eén van haar vaste ‘partners’ is Jitse. Hij heeft 6 bewoners onder zijn hoede. Hij stelt hun behandelplannen op en zorgt ervoor dat ze hun medicijnen krijgen.

TOVERWOORD Samenwerken is als een toverwoord voor Jitse en Yvonne. Dat doen ze met z’n tweeën, maar ook met medewerkers van Verslavings­­zorg Noord Nederland (VNN). Eigenlijk nog niet eens zo lang. Jitse: ‘Voorheen zaten we allemaal op ons eigen eilandje. Ik deed mijn ding, Yvonne deed het hare en VNN had ook nog zijn eigen ideeën en plannen. De omslag kwam enkele jaren geleden, toen Zienn een nieuwe werkwijze introduceerde

waarin de kracht van de bewoners voorop staat, in plaats van hun onvermogen. Sinds­dien weten Zienn, GGZ Friesland en VNN elkaar beter te vinden en bespreken ze samen hoe ze een cliënt zo goed mogelijk kunnen helpen.’ Yvonne illustreert: ‘Als een bewoner slecht slaapt en daardoor overdag niet goed hanteerbaar is, bespreek ik dit met Jitse. Als het nodig is, schrijft hij medicatie voor, waarna ik in de gaten houd of de persoon ook daadwerkelijk beter slaapt. Dat geef ik weer aan Jitse door.’

‘ Dankzij Jitse weet ik bijvoorbeeld meer over traumaverwerking en de invloed van drugs op medicijnen’ GEEN OVERBODIGE LUXE Juist voor de groep bewoners van Sociaal Pension Bonifatiusplein is de wisselwerking tussen Zienn, GGZ Friesland en VNN zo belang­rijk. Yvonne: ‘De bewoners van het pension zijn stuk voor stuk pittige personen. Ze hebben een psychiatrische ziekte én een verslaving. Een complexe combinatie. Kennis van psychiatrie en verslavingen is dan geen overbodige luxe.’ Het is een wissel­ werking, weten Yvonne en Jitse. Waar Jitse op veel meer plekken komt en dus een goed overzicht heeft van de mogelijkheden


31

‘ WE WETEN ELKAAR BETER TE VINDEN’ voor bijvoor­beeld dagbesteding, is Yvonne acht uur per dag bij haar bewoners waardoor ze die goed leert kennen. De kennis en expertise die ze opdoen, wisselen ze regelmatig uit. Ook leren ze van elkaar. Yvonne: ‘Dankzij Jitse weet ik nu bijvoorbeeld meer over trauma­verwerking of de invloed van drugs op medicijnen en kan ik sneller ingrijpen als ik zie dat een bewoner iets verkeerds heeft geslikt.’

VOORBEELDBEWONER Het zijn vooral crisissituaties waarin de toegevoegde waarde van de samenwerking écht goed naar voren komt. Yvonne beschrijft het verhaal van een bewoonster die regelmatig ‘de boel op stelten zette’. Ze was niet te handhaven in de groep. De bewoonster had bovendien een zware verslaving en was niet van plan om af te kicken. Opvang bij VNN was daardoor uitgesloten. Jitse: ‘We hebben de koppen bij elkaar gestoken. Er moest iets gebeuren, voordat het helemaal uit de hand zou lopen. Voorheen had ik gezegd: ze heeft een verslaving, dus ze valt onder de verantwoordelijkheid van VNN. Nu ben ik gaan onder­zoeken wat GGZ Friesland voor haar kon betekenen. We hebben haar tijdelijk opgenomen en intensief behandeld.’ Al snel kon ze terugkeren naar het Bonifatiusplein, waar ze nog steeds woont. ‘Ze is van

onbehandelbaar naar voorbeeldbewoner gegaan. Dat was zonder onze snelle ingreep nooit gelukt.’

‘ Een prik zetten en gauw weer vertrekken, is er niet meer bij’ LOGISCH ‘Alleen op het pension komen om een prik zetten en dan snel weer vertrekken, dat is er niet meer bij’, vertelt Jitse. ‘Ik neem nu veel meer tijd om een praatje te maken, met iemand een kop koffie te drinken. Ondertussen bespreken we het behandelplan of stellen we doelen op. Zo leren de bewoners mij steeds beter kennen, en ik hen.’ Yvonne: ‘Ik merk dat ze dat prettig vinden. Ze laten zich makkelijker behandelen door iemand die ze een beetje kennen dan door een wildvreemde. Logisch, eigenlijk.’ Logisch: het is een woord dat regelmatig valt als de twee over hun samenwerking praten. ‘Ik kan me niet meer voorstellen dat we ons zo weinig met elkaar bemoeiden. Nu gaat het eigenlijk vanzelf. Ik vind het vanzelfsprekend dat ik Jitse een tip geeft over de werking van medicijnen, net als dat hij alert is op ontwikkelingen die voor mij interessant kunnen zijn. We hebben elkaar nodig. Want samen bereik je gewoon meer. Zo simpel is het.’ p


32


33

CLIËNT IN BEELD

ANTON IS BOOS Anton is boos. Op de buurvrouw die zich overal mee bemoeit - maar in werkelijkheid naar het tuinonderhoud vroeg - en op de rest van de wereld. ‘Ze moeten me gewoon met rust laten.’ Zijn vrienden uit de koffieshop willen allemaal iets van hem, maar Anton is niet tegen hen opgewassen. Wil zijn eigen ding doen, in zijn eigen huisje. Waar een portret van de kleine Anton, leunend tegen een boom in het Rijsterbos, de schoorsteenmantel siert. Hij beent woest door de kamer. ‘Sorry hoor…ik heb gewoon mijn dag niet.’ Als peuter kreeg hij al klappen. Op school en in de buurt was hij de pispaal. Heeft thuis en op straat dingen gezien waar hij niet over wil praten. ‘Vul zelf maar in wat dat was.’ In 2008 kwam hij in Sociaal Pension Sneek terecht, waar hij stap voor stap leerde om voor zichzelf te zorgen. Totdat hij een eigen huisje kreeg toegewezen. Nu doet hij alles zelf, zegt hij. Vindt zichzelf een doorzetter. ’ Ik ben niet dom!’ Als de woede is bekoeld verschijnt er een glimlach. ‘Maar ik ga niet terug naar het pension. Ze moeten me met rust laten.’

TRIJNTJE NICOLAI, BEGELEIDER ZIENN

DUKKIE DE VLAS BEGELEIDER WIL

‘Die boosheid, daar zijn we aan gewend. Het is zijn manier om teleurstelling te uiten. Zijn diepste wens was immers om zelfstandig te wonen, net als zijn zus. En juist dàt lijkt nu te hoog gegrepen. Hij ervaart dit zelf natuurlijk ook. Toch is dit in essentie het Herstelwerk; aansluiting zoeken bij de passie van de cliënt, hoe uit­ dagend dat soms ook is. Er is dan ook een moment geweest dat wij vastliepen in de begeleiding en hulp hebben ingeroepen van het CCE (Centrum voor Consultatie en Expertise, red.). Met een objectieve blik keken ze met ons mee en coachten de begeleiders. De progressie kwam op gang, totdat er niets meer was dat zelf­ standig wonen in de weg stond. Dat hij nu een stapje terug moet doen, maakt hem boos. Zoals hij eigenlijk altijd boos is als het niet gaat zoals hij wil. Hij zou beter op zijn plek zijn in een voorziening met 24­uurs toezicht en dagbesteding. WIL heeft dergelijke voorzieningen en het was dan ook een logische stap om de begeleiding over te dragen.’

‘Wij bieden Anton dagelijks begeleiding aan huis, want we zagen al vrij snel dat hij zijn zaakjes niet op orde kon houden. Nu eet hij iedere avond bij ons in het eetcafé. Dat pakt verrassend goed uit; we zien dat hij te midden van de mensen met een verstandelijke beperking tot rust komt. Daar is hij op zijn plek. De volgende stap is dan ook om hem er toe te bewegen om naar voorziening voor begeleid wonen te verhuizen. Dit betekent dat Anton zijn geboorteplaats moet verlaten. Enerzijds frustreert dit hem, maar tegelijk lonkt een nieuw leven in een nieuwe stad. We hebben nog een paar maanden om hem te doen inzien dat een andere woonomgeving beter voor hem is. Lukt dit niet, dan herhaalt de cirkel zich en begint het hele traject opnieuw. Want loslaten? Dat is geen optie.’ p

De naam Anton is om privacyredenen gefingeerd.


34

59641200 Zienn is actief in Friesland, Groningen en Drenthe, dat zijn 59 gemeenten. Wij hebben ons werkgebied

opgedeeld in 6 regio’s (Friesland West, Friesland Zuidoost, Leeuwarden/Friesland Noord, Friesland Noordoost, Groningen West/Kop van Drenthe en Groningen Oost/Drenthe Zuid) en 4 bovenregionale clusters (jongeren, zorgopvang, dag-/nachtopvang/activering en sociale pensions Leeuwarden). Iedere dag zijn wij actief voor zo’n 1200 mensen.

ZIENN IN In onze 10 opvang­

In onze 9 woonlocaties

voorzieningen kunnen

wonen zo’n 197 mensen.

wij in totaal zo’n 304 mensen opvangen.

10 9 304

197

Wij komen bij 700 huishoudens thuis om hulp te geven.

Onze 65 ambulant begeleiders werken vanuit Emmen, Hoogezand, Leek, Burgum, Drachten, Heerenveen, Sneek en Leeuwarden.


35

Onze DRIE interventiewerkers krijgen ieder jaar ongeveer

TWEEHONDERDTACHTIG jongeren in het vizier die dakloos zijn of mogelijk

worden. Zij brengen hen zo snel mogelijk in contact met een passende hulpverlener, binnen of buiten Zienn. Onze Nachtopvang in Leeuwarden telt VIJFTIG slaapplaatsen. Ieder jaar slapen er plusminus meer dan

DRIEHONDERD mensen; zij verblijven er gemiddeld iets

DERTIG nachten. Jaarlijks bieden we ongeveer VIERENTWINTIG­HONDERD mensen opvang

en/of begeleiding: jongeren, volwassenen, ouderen, gezinnen. We hebben dienst, waarvan

VIER­HONDERDDRIE medewerkers in

TWEEHONDERD­TWEE­ËNZESTIG

EEN­EN­VEERTIG

vrouw en

HONDERD­

man.

CIJFERS DUURZAAM ONDERNEMEN

SOCIAL MEDIA

Natuurlijk ondernemen we maatschappelijk verantwoord.

732 volgers

We hebben energie­besparende en -opwekkende maatregelen genomen bij nieuwbouw en in bestaande panden: zonneboilers, zonnecollectoren, slimme energiemeters, warmtewerende en

627 443.891 100

-besparende folie, isolatie, LED verlichting, enzovoort. Hierdoor besparen we in 2015

kWh aan stroom (het verbruik van ongeveer samen) en

75

126.780

zonnepanelen

716 volgers

huishoudens

m3 gas (het verbruik van zo’n

huishoudens). Het geld dat we besparen gebruiken we om de

pensionbijdragen voor cliënten zo laag mogelijk te houden.

391 likes


36

EEN VERHAAL HEEFT ALTIJD TWEE KANTEN. ZEKER DE VERHALEN VAN DE MENSEN VOOR WIE ZIENN ER IS. WIJ KIJKEN NAAR ÁL DIE KANTEN. KIJKEN VERDER. VRAGEN VERDER. GAAN VERDER. ZO DRAGEN WE BIJ AAN KANSEN VOOR MENSEN. WANT HOE COMPLEX EEN SITUATIE OOK IS, HIJ IS NOOIT UITZICHTLOOS. ZIENN IS ER ALTIJD, VOOR WIE DAKLOOS IS OF DIT DREIGT TE RAKEN.


37

37

BETER EEN GOEDE BUUR… WONEN OF WERKEN NAAST EEN SOCIAAL PENSION. HOE IS DAT? HEB JE OVERLAST? DAT VALT ECHT WEL MEE, ALDUS TWEE ‘BUURMANNEN’ VAN ZIENN DIE HUN ERVARINGEN DELEN.

HENK POMP (80), BUURMAN VAN SOCIAAL PENSION HOOGEZAND: ‘Mijn ex-schoonzoon kreeg te maken Zienn. Door psychische problemen raakte hij op het verkeerde pad. Met eigen ogen zag ik hoe goed hij werd begeleid. Door deze ervaring stond ik al positief tegenover de komst van het Sociaal Pension. En ik vind: je moet pas auw zeggen als ze op je tenen staan. En sinds het pension in mei is geopend zijn ze daar nog niet op gaan staan.

‘ Je moet pas auw zeggen als ze op je tenen staan’ Binnen de flat ben ik het aanspreekpunt als het om Zienn gaat. De folders van de open dag van het pension heb ik rond­gebracht en ik woon de vergaderingen met omwonenden bij. Met vragen komen buren vaak bij mij. Hun grootste zorg is dat hun woning minder waard wordt. Dat valt denk ik wel mee, want we hebben helemaal geen last van de opvang. Zienn heeft het pand juist prachtig opgeknapt en het Sociaal Pension heeft een belangrijke functie. Als we ergens mee zitten, kan ik altijd bij Zienn terecht. Eén cliënt schold vanaf de stoep op alles wat hij zag bewegen. Op een vergadering heb ik daar iets van gezegd. Daarna zagen we de man niet meer. Zo ging het ook met een cliënt die bij ons naar binnen zat te gluren. Sinds we het hebben gemeld, staat hij ergens anders en kijkt naar het verkeer. Veel flatbewoners worden rustiger, nu ze merken dat het goed gaat. Als het zo blijft, zijn we dik tevreden over onze nieuwe buren!’

ABE SCHUURMANS (39), MEDEDIRECTEUR VAN KBS+BTS SNEEK, DAT IS GEVESTIGD NAAST SOCIAAL PENSION SNEEK: ‘Aan het Sociaal Pension hebben wij eigenlijk heel “gewone” buren. Als ik een bewoner of begeleider tegenkom, groeten we elkaar. En als er wat is, kunnen we bij elkaar binnenlopen. Maar dat hoeft bijna nooit. Laatst hebben we ons pand buitenom geschilderd. Eén kant konden we alleen vanuit de tuin van het pension bereiken. Dan vraag je of dat goed is. Zoals je dat doet bij buren. Bij de opening van het pension, zes jaar geleden, werd uitgelegd dat er duidelijke regels gelden en voor bepaalde zaken een “zero tolerance” beleid geldt. Ik denk dat dit werkt en dat we daarom nooit overlast ondervinden. Ook hebben we onderling goede afspraken gemaakt, bijvoorbeeld over het stukje erf dat aan ons kantoor grenst. Daar wordt geen terras van gemaakt, waar mensen het de hele dag gezellig hebben. Het blijft bij één bankje, waarop een bakje koffie wordt gedronken. Prima natuurlijk.

‘ Van een ‘kantoor­buurman’ was hij een privébuurman geworden’ In het Sociaal Pension brengen mensen hun leven op de rit, waarna ze op een eigen plek verder kunnen. Dat vind ik heel waarde­vol. Ik herinner me nog goed dat ik op een zondag­ ochtend de hond uitliet en een markante bewoner uit het pension tegen­­kwam. “Goedemorgen, hoe gaat het?” vroeg ik. Het ging fantastisch met ‘m, want hij woonde weer op zichzelf, toevallig bij mij in de buurt. Van een “kantoorbuurman” was hij nu bijna een privé­buurman geworden. Dat is toch geweldig!’ p


38

Prof. dr. Judith Wolf is de grondlegger van Herstelwerk, de methodiek die centraal staat in de begeleiding van Zienn. De hoogleraar maatschappelijke zorg bij het Radboud UMC en directeur van de Academische werkplaats Opvang & Herstel ziet de vraag naar krachtgerichte methodieken groeien. Tegelijkertijd stelt ze vast dat krachtgericht werken onder druk staat. ‘Het komt er nu op aan voor organisaties en begeleiders.’

‘ EEN GEZAMENLIJK ZOEKPROCES NAAR EEN GOED LEVEN’ HOE IS HERSTELWERK ONTSTAAN? ‘Vanuit de Academische werkplaats Opvang & Herstel hebben we gezocht naar goed onderbouwde en bewezen effectieve interventies, waarmee we de kwaliteit van cliëntbegeleiding in Nederland konden verhogen. Daarbij vroegen we ook aan cliënten wat zij zelf belangrijk vonden. De krachtgerichte methode bleef op de zeef liggen. De methode komt oorspronkelijk uit de Verenigde Staten en werd daar toegepast bij daklozen met psychiatrische problemen. Ik heb dit “Strengths model” uitgewerkt voor de Nederlandse situatie en uitgebreid naar ook andere doelgroepen.’

WAAROM BESLOOT U DE METHODE VOOR MEER DOELGROEPEN UIT TE WERKEN? ‘De krachtgerichte benadering is zó universeel. Die is niet alleen relevant voor dakloze mensen maar net zo goed van toepassing op bijvoorbeeld cliënten die nog zelfstandig in een wijk wonen. Dat Herstelwerk bij diverse doelgroepen toepasbaar is, blijkt wel uit de vraag naar de methodiek. Onder meer vluchtelingenwerk, verslavingszorg, verstandelijk gehandicaptenzorg en jeugdzorg willen ook met Herstelwerk gaan werken.’

HERSTELWERK DRAAIT OM ZELFSTANDIGHEID EN ZOVEEL MOGELIJK MEEDOEN. DAT PAST MOOI BIJ DE HUIDIGE ‘PARTICIPATIE­MAATSCHAPPIJ’… ‘Ja, de methodiek sluit naadloos aan op de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo, red.), die in 2015 van kracht wordt. Toen we er in 2008 mee begonnen speelde dat overigens nog niet. Herstelwerk gaat uit van de eigen kracht van mensen. Wat beweegt ze? Wat is hun passie? Als je die vragen stelt, verstevig je hun identiteit. Uitgaan van eigen kracht is heel belangrijk, maar het moet geen ideologie worden en mag niet resulteren in verwaarlozing. De ondersteuning die iemand nodig heeft en de leefdomeinen waarop kunnen in de loop van de tijd veranderen. De begeleiding moet daar steeds flexibel op inspelen.’

VINDT U DAT HERSTELWERK AL VOLDOENDE WORDT TOEGEPAST? ‘Al meer dan tienduizend begeleiders en een groot aantal teamleiders zijn getraind in de methodiek. Herstelwerk is daarmee tot een groot aantal instellingen doorgedrongen. Maar er is veel voor nodig om de methodiek in een organisatie goed te borgen en levend te houden. Door bezuinigingen, reorganisaties en de nadrukkelijke vraag van gemeentes om efficiënter te werken, kan de essentie van Herstelwerk onder druk komen te staan. Het komt er voor organisaties en begeleiders nu op aan om de methodiek te onderhouden en overeind te houden. Door coaches op te leiden, proberen we er vanuit de Academische werkplaats voor te zorgen dat krachtgericht werken geborgd blijft.’


39

IS UW WERK AAN HERSTELWERK AF? ‘Nee, de methodiek is eigenlijk nooit af. Je blijft eraan schaven. Op dit moment werken we de methodiek uit voor drie leefdomeinen: wonen, dagactiviteiten en sociale relaties. En voor cliënten hebben we onlangs een praktisch werkboek gemaakt voor zelfhulp. Het geeft uitleg over bijvoorbeeld herstel, stress en veerkracht en er staan handvatten in voor hun eigen herstelproces. Vanuit een uitgeverij kwam de vraag om van het methodiekboek een lesboek te maken voor hogescholen en ROC’s. Het is goed dat de methodiek straks al in de opleiding aan bod komt. Dan kunnen begeleiders er in de praktijk meteen mee gaan werken.’

WANNEER IS HERSTELWERK IN UW OGEN GESLAAGD? ‘Als ik van cliënten in heel Nederland terughoor dat ze de begeleiding krijgen die ze willen. Dat hun leven een behoorlijke kwaliteit heeft en de moeite waard is. Dat begeleiders altijd kijken naar wat iemand zelf wil en kan en niet te veel overnemen. Herstelwerk is in essentie een gezamenlijk zoekproces naar een goed leven dat bij een cliënt past. Als je dat kunt creëren, is Herstelwerk geslaagd.’

HERSTELWERK: FOCUS OP KRACHTEN, TALENTEN EN WENSEN Kwetsbare mensen ondersteunen in hun proces tot volwaardig burger in de samenleving. Dat is Herstelwerk, de basismethodiek binnen Zienn. De ‘Herstelwerker’ stimuleert de cliënt de eigen krachten en hulpbronnen in de omgeving te herkennen en te gebruiken. Niet de tekortkomingen of problemen, maar de krachten, talenten en wensen van de cliënt staan centraal. Cruciaal in de methodiek is vertrouwen, openheid en eerlijkheid tussen cliënt en begeleider. Training De trainingsinfrastructuur van Impuls, onderzoekscentrum maatschappelijke zorg van het Radboud UMC Nijmegen, verzorgde de eerste trainingen in Herstelwerk aan medewerkers binnen Zienn. Inmiddels heeft Zienn twee, door de Impulsacademie gecertificeerde, trainers in huis die de trainingen voor nieuwe medewerkers verzorgen en de getrainde medewerkers geïnspireerd houden tijdens jaarlijkse methodiekdagen. Coaches van Zienn ondersteunen de dagelijkse uitvoering van Herstelwerk. Daarnaast krijgen medewerkers training in motiverende gesprekvoering, één van de belangrijkste basisvaardigheden voor Herstelwerk. Bron: www.impuls-onderzoekscentrum.nl


40

DE TOEKOMST VAN ZIENN Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving: met overheveling van de AWBZ naar de WMO wordt dit in rap tempo een feit. Ingangsdatum: 1 januari 2015. De regie en verantwoordelijkheid voor het sociaal domein ligt dan bij de gemeenten. Mensen vinden hulp bij familie, vrienden en buren. Gestimuleerd door gemeenten, die deze burgerkracht stimuleren met de oprichting van wijkteams, gebiedsteam of dorpenteams. Daarin bieden professionals (eerstelijns) hulp waar het nodig is. Want door eerder in te grijpen is duurdere gespecialiseerde zorg te voorkomen. Een mooie ontwikkeling.

‘ Je laat mensen niet in de kou staan’ Ook in het veranderende sociaal domein zijn wij dus actief en hebben wij onze strategische keuzes als volgt bepaald:

I WIJ KIEZEN VOOR DE MEEST KWETSBARE MENSEN Onze specialiteit is omgaan met mensen die op meerdere levensterreinen problemen hebben: schulden, verslaving, isolement, ruzies, psychiatrische problematiek. Juist dán biedt onze ambulante begeleiding (woon­ondersteuning) uitkomst. Zo zijn we de ‘verlengde arm’ van de wijkteams of gebiedsgerichte werkers. Ook als een hulpvrager (nog) geen netwerk heeft om een beroep op te doen. Of als er nog geen professioneel wijk-/gebieds-/dorpenteam is in de buurt is, bieden wij thuisbegeleiding. Want we laten niemand in de kou staan.

II WIJ WILLEN PLEITBEZORGER ZIJN Iedere stad, iedere wijk, ieder dorp is anders en zo ook de invulling van het sociaal domein per gemeente. Wij maken ons, als pleitbezorger, sterk voor de belangen van de meest kwetsbare mensen in de samenleving. Voor beleid dat hun kansen biedt. Met gemeenten en met collega-instellingen kijken we waar en hoe wij nodig zijn. Samen kunnen we meer.

III WIJ FUNGEREN ALS VANGNET ÉN ALS OPSTAP Wij zijn vasthoudend en betrokken. Dat is nodig, want mensen met complexe ondersteuningsvragen zijn niet altijd makkelijk te benaderen. Wij blijven mensen opzoeken en bieden het vangnet. Ondanks alle verlies en tegenslag beschikken mensen vaak over bijzondere veerkracht om zelf richting te geven aan hun leven, weten we. We stimuleren ze daarbij hulp uit de omgeving in te zetten. Als het eigen netwerk niet aanwezig of toereikend is, zoeken we verbinding met professionele zorgverleners als welzijnsorganisaties, wijk­teams, verslavingszorg, bewindvoering, geestelijke gezondheids­zorg enzovoort. Zo bieden we mensen een opstap naar perspectief en zelfredzaamheid. Onze hulp is zo kort mogelijk.

Uit het Strategisch Beleidsplan 2015 - 2018 ´Zienn gaat verder´, te vinden op www.zienn.nl. p

SCAN DEZE PAGINA MET LAYAR, EN ONTDEK BINNEN TWEE MINUTEN WELKE KEUZES ZIENN MAAKT VOOR DE TOEKOMST.


41

DE KANSEN VAN FLEXIBELE ZORG Ook in West-Groningen dalen de WMO-gelden. Met als gevolg dat Zienn daar minder mensen kan helpen. Het liefst helpen we natuurlijk evenveel mensen als altijd, ook al loopt het budget terug. Daarom zetten we in West-Groningen Flexibele Zorg in. Dit sluit ook mooi aan bij de zelfregie van hulpvragers waar meer en meer nadruk op komt te liggen. HOE WERKT HET? Voorheen gingen onze begeleiders iedere week bij hun cliënten langs. Nu is er alleen een begeleidingsafspraak als het echt nodig is. De indicatie van een cliënt blijft de basis, maar over wanneer en hoe we de uren inzetten heeft de cliënt de regie. Bij de één komen we iedere week en bij de

ander misschien eens in de twee maanden. Hoe vaak we komen, is afhankelijk van de begeleidingsbehoefte. In de tussenliggende periodes stimuleren we mensen om zelf in actie te komen en daarbij het eigen netwerk in te zetten. VEELBELOVEND Flexibele inzet van zorg biedt kansen, maar vraagt ook inzet van cliënten en begeleiders. Het is een kwestie van ‘learning on the job’. De resultaten zijn veelbelovend. Met Flexibele Zorg kunnen we met het beschikbare WMO-budget vanuit de gemeenten in het Westerkwartier nog steeds veel mensen in de thuissituatie ondersteunen. Hier zijn we erg blij mee!

1 CLIËNT, 1 INTAKE In de Provincie Groningen houden verschillende zorg­ aanbieders zich bezig met maatschappelijke opvang en onder­steuning. Zoals Zienn, maar ook Limor, Het Kopland en het Leger des Heils. Vooruitlopend op de transitie van de AWBZ hebben deze collega-instellingen de samenwerking gezocht. Want een wachtlijst bij de ene instelling terwijl de ander nog ruimte heeft, dat kan niet. De intakers van de vier

organisaties hebben afgesproken om met elkaar contact te zoeken, wanneer ze een cliënt niet direct kunnen helpen. ‘Eén cliënt, één intake’, dat is onze intentie voor de toekomst. Anders gezegd: voor maatschappelijk opvang (door Limor, Het Kopland, Leger des Heils of Zienn) hoef je maar één keer je verhaal te doen. ‘We zijn er altijd’ kunnen we zo nog meer handen en voeten geven.

VERKENNEN, NETWERKEN, SAMENWERKEN Afwachten op wat komen gaat na de transities, is geen optie. Zienn zit aan tafel bij veel wijk- en gebiedsteams. Als toehoorder, partij, of specialist. Een paar voorbeelden: ASSEN Diverse wijkteams zijn actief en Zienn schuift regelmatig aan voor overleg en advies. Met name met wijkteam De Lariks is een intensieve samenwerking opgestart. OLDAMBT Samen met Limor, Leger des Heils en Het Oude Ambt (organisatie voor welzijn, maatschappelijke dienstverlening) schreef Zienn een plan van aanpak en is gesproken over de uitvoering. Centraal hierin staat de vraag welke hulpverlening thuishoort bij wijkteams en wanneer overdracht naar een maatschappelijke opvangorganisatie zou moeten plaatsvinden.

EMMEN Gemeente Emmen gaat met alle huidige aanbieders contracten aan in het kader van het overgangsrecht, waarbij bestaande aanbieders én wijkteams met en naast elkaar functioneren. Intussen wordt gepraat en verkend. Zienn organiseert netwerkbijeenkomsten met en voor ketenpartners om te laten zien hoe wij krachtgericht willen samenwerken. LEEUWARDEN In de gemeente Leeuwarden zijn wijkteams en een dorpenteam actief. In deze teams werken ook medewerkers van Zienn. Wij dragen cliënten met een ‘lagere indicatie’ over aan de wijkteams. Andersom halen wijkteams ons erbij als specialist bij cliënten met complexe problematiek. Zo zijn we de verlengde arm van de wijkteams.


42

CLIËNT IN BEELD

‘ALS ERVARINGSDESKUNDIGE KAN IK MENSEN HELPEN’ TOEN

NU

STRAKS

‘Je kunt wel zeggen dat ik het nodige heb meegemaakt. In mijn jeugd ben ik misbruikt, door mijn ex-man ben ik mishandeld en door een volgende partner gekleineerd. Mijn zelfbeeld daalde tot een dieptepunt, ik raakte drank- en gokverslaafd en werd lichamelijk een wrak. Zwaar depressief meldde ik me in februari 2012 bij de GGZ. Ik overwoog een einde aan mijn leven te maken. De GGZ kon me helpen, maar waar moest ik wonen? Teruggaan naar mijn partner was geen optie. Omdat hij me bij mijn drie kinderen had weggehouden, was mijn relatie met hen verslechterd en durfde ik niet bij ze aan te kloppen. De crisisopvang van Zienn in Burgum bood uitkomst. Het voelde, vreemd genoeg, als thuiskomen. De begeleiders waren begripvol en hebben me zó geholpen! Ik volgde therapie bij de GGZ en ging ondertussen op zoek naar een eigen plek. Die vond ik in Burgum. Daar heb ik een appartement in een seniorencomplex.’

‘Al twee jaar woon ik hier met veel plezier. Ik zit in de bewonerscommissie en ondersteun de oudere bewoners. In een intensieve dagbehandeling heb ik geleerd eerst te denken en dan te doen. Ook ben ik de angst om alleen te zijn grotendeels kwijt. Soms ben ik nog bang en voel ik de neiging weer te gaan drinken. Dan bel ik eerst een speciaal nummer bij de GGZ en de volgende ochtend bel ik Nynke, mijn begeleider bij Zienn. Ze komt meteen en dan praten we erover. Dat helpt. Je moet het vooral niet stilzwijgen. Ook ondersteunt ze bij praktische zaken. Ik zit nog in de schuldsanering en heb veertig euro per week te besteden. Maar ik red me ermee. Belangrijker dan geld: het contact met mijn kinderen is hersteld. Laatst was ik als getuige aanwezig bij de doop van twee kleinzoons. Wat een rijkdom!’

‘Betaald werken zit er door medische beperkingen niet in. Wel ga ik vrijwilligerswerk doen. Ik wil graag op bezoek bij mensen met psychische problemen. Als ervaringsdeskundige kan ik ze helpen. Mijn woonbegeleiding stopt binnenkort. Het wordt na twee jaar tijd dat ik helemaal op eigen benen ga staan. Een beetje spannend vind ik het wel, maar ik ben geen klein kind meer. Het gaat me lukken!’


43

‘Belangrijker dan geld: het contact met mijn kinderen is hersteld’


WORD OOK VRIEND VAN ZIENN De Vrienden van Zienn maken met een financiële bijdrage de extra’s mogelijk voor de cliënten van Zienn. Een uitstapje voor de mensen van de Dagopvang bijvoorbeeld. De Sinterklaascadeaus voor de kinderen in de crisisopvangcentra. Fitnessabonnementen voor de bewoners van de sociale pensions. Het gaat om die spullen en activiteiten die niet onder de reguliere hulp vallen, maar het leven wel een stuk leuker maken.

BOEK ‘HET HUIS VAN DE DAKLOZE’ Gebouw De Terp is een begrip in Leeuwarden. In 2014 verhuisden de Zorg­opvang en de Nachtopvang uit het pand en neemt Zienn, na 40 jaar, afscheid van De Terp als opvanglocatie. Auke Zeldenrust, journalist en schrijver, liep een half jaar rond in gebouw De Terp en tekende de levensportretten van vijftien bewoners op. Hun eerlijke verhalen zijn gebundeld in het boek ‘Het huis van de dak­loze’. Het boek geeft u bovendien een kijkje in de geschiedenis van de maat­schappelijke opvang in Leeuwarden en in Nederland. ‘Het huis van de dakloze’ met foto’s van Tryntsje Nauta is te krijgen in de boekwinkel.

Vriend worden? Graag! Dat kan op www.zienn.nl (klik op de banner), al vanaf 15 euro per jaar. Een eenmalige bijdrage storten kan ook. Via zienn.nl of door uw bijdrage over te maken naar IBAN NL35 INGB 0009314009. Vrienden van Zienn krijgen twee keer per jaar een nieuwsbrief waarin staat hoe de bijdrages zijn besteed.

KENNIS OP PEIL MET SCHOLING Hoe activeer je iemand die murw geslagen is door tegenslagen en verlies? Hoe krijg je mensen die niets lijken te willen, in beweging? De medewerkers van Zienn zijn gepokt en gemazeld in de methodiek Herstelwerk. Deze begeleidingsmethodiek stimuleert cliënten om de eigen talenten (en die van de omgeving) te herkennen en te benutten. Staps­gewijs en met actie­plannen werken mensen aan hun wensen. Successen (of succesjes) worden gevierd! Deze werk­­wijze geeft mensen energie en vertrouwen in zichzelf. De begeleiders van Zienn krijgen jaarlijks training in Herstel­­werk. Zo blijven hun kennis en kunde op peil. Ook de trainingen ‘Effectief Communi­ceren’ en ‘Motiverende Gespreks­­ voering’ zijn onderdeel van het scholings­­­programma binnen Zienn. In deze trainingen krijgen medewerkers de hand­vatten om mensen die doorgaans moeilijk te motiveren zijn hun leven op te pakken, toch in beweging te krijgen.

VRIJWILLIGERS Zienn is ontzettend blij met de inzet van vrijwilligers. Zij onder­ steunen begeleiders in het dagelijks werk en dat betekent meer aandacht en mogelijkheden voor de cliënt. Er is van alles te doen: met iemand koffie drinken, kleding kopen, bood­schappen doen of naar het zieken­huis, assisteren bij een bingo­middag of muziek­activiteit. Het maakt niet uit of u jong bent of al wat ouder. Vrijwilliger worden kan als u tijd en ruimte hebt en affiniteit met onze doelgroep. U leert bij ons een bijzondere groep mensen kennen. Belangstelling? Kijk dan op www.zienn.nl voor de mogelijkheden.


45 @ZIENN

Jos van der Horst @JossP1 Gezellige buurtbarbecue bij ZIENN Drachten. pic.twitter.com/fATWE74wRP Tiesie @tiesie77 Voorbereidingen netwerkcongres Zienn Emmen in volle gang @Zienn pic.twitter.com/mbFwS9sHvw Maarten Pruis @Mpruis Als collega org. @hetkopland bij opening Sociaal Pension #Zienn #Hoogezand, kijkje bij de buren #mooi #opvang #mo http://ow.ly/i/5YYiu TWA Architecten @TWAarchitecten Uit de steigers: Zorgopvang voor @Zienn door @VanWijnenGroep in #Leeuwarden. pic.twitter.com/ cSrKLbzATr

TE KOOP! Superleuke bloktafeltjes. Een zak haardhout. Een knappe tweedehands fiets. De bewoners van Zienn maken de mooiste dingen voor de verkoop in het kader van dagbesteding. We hebben geen winkels of een online verkooppunt. Maar u kunt altijd informeren naar de mogelijkheden door een bericht te sturen via de Facebookpagina van Zienn, te bellen met Crisisopvang Burgum, telefoon 088 - 066 37 00 of de activiteitenbegeleiding van het Huis voor Jongeren, telefoon 088 - 066 31 00.

Anita @anthera29 En de meegelopen bewoners hebben de medailles binnen!:) succesvol avondvierdaagse gelopen! @Zienn #hoogezand pic.twitter.com/Z5uVNw5ip3 Zorghoppen @Zorghoppen De eerste foto’s van het ‘zwervend kunstwerk van Zienn’ op het AJC ! http://fb.me/3qmIzFkmk Arjan Boven @ArjanBoven 2de bezoek aan klant. Was druk bezig in de tuin “Daar heb ik nu weer zinin, zie weer een zonnetje achter mijn grijze wolken” @Zienn Jeltsje @Jeltsje 96 Bij #zienn geweest! Veel informatie gekregen over daklozenopvang! Ik ben weer een stuk slimmer Anita @anthera29 Fijn ochtendje herhaling herstelwerk gehad @Zienn #wateenmooiwerkhebbenwij Ellen de Ruiter @ellenschrijft Net een bijzonder interview gehad met cliënte van @Zienn. Alles kwijt en toch zo positief in het leven staan. #respect Marieke Balk @mariekebalkFoto Bijzondere daklozenwandeling #058 door @Zienn. Verhalen vd straat. facebook.com/mariekebalkfot… pic.twitter.com/IjekWwdnRB

RELOAD2GO, SNELSTARTPROGRAMMA VOOR JONGEREN IN LEEK Crisisopvang Leek vangt steeds vaker jongeren op. Jongeren vragen een andere aanpak qua begeleiding dan volwassenen. Voor hen ontwikkelden we het programma Reload2GO waarmee dakloze jongeren kunnen opladen en een snelle herstart kunnen maken. Zodra een jongere bij ons in beeld komt, zoeken we met netwerkpartners naar mogelijkheden om de jongere in de eigen omgeving op te vangen en te begeleiden. Dakloosheid voorkomen is de insteek. Is verblijf in de crisisopvang toch nodig, dan zoeken we zo snel mogelijk een goede vervolgplek. Een eigen kamer bijvoorbeeld. Of een plek bij een collega-instelling. We kijken ook naar wat iemand aan begeleiding nodig heeft om goed te kunnen leven op de nieuwe plek. De begeleiding starten we in de crisisopvang al op. Waar mogelijk, samen met eventuele nieuwe begeleiders. De bedoeling is dat de jongere een vliegende nieuwe start kan maken. Jongeren weten wat ze van de begeleiding kunnen verwachten. Dat staat allemaal in de ‘snelstarter’ die we voor hen hebben ontwikkeld. Op de locatiepagina van Crisisopvang Leek, via www.zienn.nl vindt u een link naar de snelstarter.


46

OPVANG

Opvang kan korter of langer duren, maar is altijd tijdelijk NACHTOPVANG

DAGOPVANG EN SKREP

Een slaapplek en begeleiding voor jongeren en volwasse­nen die dakloos zijn. De Nacht­ opvang heeft ook een sleep-in voor mensen die (nog) geen begeleiding willen. Bij vrieskou wordt de winterregeling van kracht en is de nachtopvang gratis.

Opvang overdag voor mensen zonder dak of thuis. In de opvang zit een gebruiks­ruimte waar mensen veilig en onder toe­zicht hun drugs kunnen gebruiken. Naast de Dag­opvang zit Skrep. Skrep biedt werk, dag­ besteding en begeleiding aan mensen zonder dak of thuis.

 LEEUWARDEN (50 PLAATSEN)

 LEEUWARDEN

CRISISOPVANG Opvang en begeleiding voor (jong)volwassenen en gezinnen die, om welke reden, dan ook plots op straat (zijn) komen te staan.  LEEK (60 PLAATSEN)  BURGUM (38 PLAATSEN)

ALGEMENE OPVANG Begeleiding (training) en opvang voor volwassenen die niet (meer) op straat willen leven of geen vast onderdak hebben.  L EEUWARDEN (40 PLAATSEN)

HUIS VOOR JONGEREN Begeleiding (training) en opvang voor jongvolwassenen (tot ca. 27jaar) die niet (meer) op straat willen leven of geen vast onderdak hebben.  LEEUWARDEN (20 PLAATSEN)

APPARTEMENTEN VOOR VERLENGD VERBLIJF/ TRAINING Wie, na eerste opvang en begeleiding, nog niet toe is aan de stap naar zelfstandig wonen kan langer bij ons blijven. Mensen leren (opnieuw) zelfstandig wonen in:  VERLENGD VER­BLIJF BURGUM, NAAST DE CRISIS­OPVANG (11 PLAATSEN)  VERLENGD VERBLIJF LEEK, OP HET TERREIN VAN DE CRISIS­ OPVANG (11 PLAATSEN)  VERLENGD VERBLIJF, BEGELEID WONEN AAN DE OLDEGALILEËN LEEUWARDEN (25 PLAATSEN)


47

ZIENN OP DE KAART ONS WERKGEBIED IS FRIESLAND, GRONINGEN EN DRENTHE. DIT IS OPGEDEELD IN 10 REGIO’S:

 REGIO LEEUWARDEN / FRIESLAND NOORD  REGIO FRIESLAND WEST  REGIO FRIESLAND ZUIDOOST  REGIO FRIESLAND NOORDOOST  REGIO GRONINGEN OOST / DRENTHE ZUID  REGIO GRONINGEN WEST / KOP VAN DRENTHE

Woonondersteuning Crisisopvang

Dagopvang

Begeleid Wonen

Nachtopvang Zorgopvang

BOVENREGIONALE VOORZIENINGEN: CLUSTER JONGEREN ZORGOPVANG SOCIALE PENSIONS LEEUWARDEN DAGOPVANG / NACHTOPVANG / SOCIALE ACTIVERING

Algemene opvang Take Off Sneek

Huis voor Jongeren

Kamers Met Kansen

WONEN

Het doel is altijd door­stroming, soms wonen mensen blijvend bij Zienn SOCIALE PENSIONS 24-uurs wonen met begeleiding voor volwassenen.  S OCIAAL PENSION HOOGEZAND (24 PLAATSEN)  S OCIAAL PENSION DRACHTEN (24 PLAATSEN)  S OCIAAL PENSION SNEEK (24 PLAATSEN)  SOCIAAL PENSION HOEKSTER­­SINGEL LEEUWARDEN (24 PLAATSEN)  S OCIAAL PENSION BONIFA­TIUSPLEIN LEEUWARDEN (24 PLAATSEN)

Aan het Bonifatiusplein wonen vooral mensen met een combinatie van ernstige verslavings- en psychiatrische problematiek.

ORGOPVANG Z DE MARENE

TAKE OFF SNEEK

24-uurs wonen met verzorging, verpleging en begeleiding.

Zelfstandig wonen voor jongeren met woon­ ondersteuning.

 LEEUWARDEN (52 PLAATSEN)

 SNEEK (3 PLAATSEN)

BEGELEID WONEN

Sociaal Pension

KAMERS MET KANSEN

Zelfstandig wonen voor volwassenen met begeleiding op afstand.

Zelfstandig wonen voor jongeren met begeleiding door vrijwilligers.

 L EEK (10-15 PLAATSEN)  HEERENVEEN (9 PLAATSEN)

 LEEUWARDEN (12 PLAATSEN)

WOONONDER­ STEUNING BEGELEIDING AAN HUIS Voor (jong) volwassenen en gezinnen die de grip op het leven zijn kwijt­geraakt. Het doel is dakloos­heid voorkomen. Woon­ ondersteuning kan ook als nazorg na verblijf in een voorziening. We komen bij zo’n 700 huishoudens in Friesland, Groningen en Drenthe. We bieden woonondersteuning vanuit:  EMMEN  HOOGEZAND  LEEK

 BURGUM

 DRACHTEN

 HEERENVEEN

 LEEUWARDEN

 SNEEK


Zienn Oostergoweg 1-d, 8911 MA Leeuwarden Postbus 2579, 8901 AB Leeuwarden Telefoon 088 - 066 30 00 E-mail info@zienn.nl www.zienn.nl Centraal aanmeldnummer: 0900 - 118 88 81 aanmeldpunt@zienn.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.